DE TUSERCULOSE-SESTRIIDINS.
Sneven uil SSome.
Ka mero verzicht.
De dingen om ons heen.
zoek kan worden afgewacht en daarna kan een on
derzoek worden ingesteld.
Besloten wordt, een dergelijk verzoek af te wach
ten.
Nog wordt medgedeeld, dat getracht zal worden
de aansluiting van de perceelen van Bruin c.s. nog
deze maand tot stand.te brengen.
Vervolgens wordt aan de orde gesteld wijziging
van de begroot ing voor 1925. met het oog op de uit
gaven voor wijkverpleging, tuberculosebestrijding en
kosten schoolarts.
Voorzitter wijst' er op, dat ln "principe besloten is
tot invooren van de wijkverpleging en dat daarvoor
f 1200 subsidie zou worden verstrekt. Inmiddels is er
gekomen een provinciale regeling voor de t.b.c.-be
strijding en aan de hand daarvan stellen B. en W.
voor de subsidie voor de wijkverpleging op f 1000 te
stellen en voor de t.b.c.-bestrijding f200 uit te trek
ken.
In een lang betoog geeft de voorzitter een uiteen
zetting van die provinciale regeling, een-regeling die
we zoo langzamerhand wel als bekend mogen ver
onderstellen bij onze lezers en waarbij de provin
cie, voor onze gemeente tot 'n max. van f500, 50 ppt.
bijdraagt in de kosten, v. d. t.b.c.-bestrijding. Voorz.
hoeft deze zaak besproken met't bestuur van de Wit
te Kruisafdeeling. Een oproeping voor wijkverpleeg
ster is gedaan. 4 sollicitanten hebben zich aange
meld, waarvan 1 die bezig is diploma voor de t.b.c.
bestrijding te krijgen.
Een paar vragen worden gesteld en daarna wordt
met algemeene stemmen besloten, aan het Witte
Kruis voor wijkverpleging een subsidie te verleenen
van f1000 en f 200 uit te trekken voor t.b.c.-bestrijding.
Met inbegrip vani de f550 salaris schoolarts, moet,
dus een bedrag van f 1750 worden gevonden en dit
weet men te bereiken door als ontvangst te rekenen
op f 100 bijdrage van de provincie voor de t.b.c.be.
sirijding en dén post plaatselijke belasting met f 1650
te verhoogen.
De bijdrage over 1924 aan) de bijzondere scholen zal
bedragen f 6.64 per kind, overeenkomende met de
kosten per kind aan1 de openbare lagere school in
1923.
Hierna volgt sluiting.
Sedert eeuwen wist men, dat vele besmettelijke
ziekten mensch en dier maar een keer in hun leven
overvallen, en zoo ze 't al meerdere keeren doen,
dan toch altijd met groote tusschenpoozen. Over de
verklaring van dat verschijnsel is veel gedacht en
nog meer gesproken, totdat het Pasteur in dè laat
ste helft der vorige eeuw gelukte haar wetenschap
pelijk vast te leggen. In zeer groote trekken komt
zijn gedachtengang op 't volgende neen
Besmettelijke ziekten worden veroorzaakt door
levende wezens van zeer geringe afmetingen; de
grootsten dadrvan hebben een lengte van een paar
duizendsten van een millimeter, de breedste van
omstreeks 1/1000 millimeter, de kleinsten zijn ook
met de grootste vergroot ing niet zichtbaar. Op de
een of andere manier komen die organismen, die
den algemeenen naam van bacteriën of bacillen ge
kregen hebben, in het lichaam, waar zij zich neste
len op de plaats die hun voorkeur geniet. Daar
brengen ze een plaatselijke ontsteking te weeg, maar
tevens worden er stoffen in 't bloed gebracht, die
de functie van gewichtige organen hart en zenu
wen bijv. ongunstig beïnvloeden, 't Zijn dus ver
giften en een ziekte is dus een combinatie van een
plaatselijke ontsteking met een algemeene vergifti
ging. Door die vergiftiging wordt de weerstand van
't zieke organisme vermindert, wat weer ten gevolge
heeft dat de bacteriën beter groeien, waardoor weer
de vergiftiging grooter wordt, enz. Een combinatie
vani twee omstandigheden, waarvan 't eene evengoed
de oorzaak is als 't gevolg van de ander, noemt men
een circulus vitiosus.
Zoo'n combinatie van. omstandigheden is elke
ziekte, en ze werkt zoolang tot in 't ongunstigste
geval alle weerstand van het zieke lichaam gebro
ken is en 't sterft, of wel in 't gunstigste geval het
lichaam zijn verdedigingsmiddelen in voldoende ma
te heeft geproduceerd om de ziekte te bedwingen.
Het eerst wordt de strijd aangebonden met de ver
giften; er worden tegengiften gevormd die ze wer
keloos maken, den ziektekiemen wordt de leiden
de positie in den strijd op leven en dood, die elke
ziekte is, ontnomen en de straatvegers in de huis
houding, de witte bloedlichaampjes, ruimen ze op.
De ziekte is genezen, maar de productie der tegen
giften gaat nog eenigen tijd door, zoodat de ziekte
in 't vervolg geen vasten voet meer kan krijgen.
Zoo kan men zeggen, dat het beste, om nietJ te
zeggen het eenigste raüoneele voorbehoedmiddel te
gen de ziekte, een licht aanval dér zelfde ziekte is.
Dit principe heeft men t dus ook bij verschillende
ziekten in toepassing gébracht. Het beste voorbeeld
daarvan ia de vlekziekte, maar ook bij milt
vuur en houtvuur gaat men zoo te werk. Men heeft
de bacteriën dier ziekten zoo in de hand weten te
krijgen, dat zo nog alleen de vergiftiging veroorza
ken en niet meer de ontsteking.
Is dat ook hij tuberculose mogelijk?
In een schitterende improvisatie heeft Guerin, di
recteur van 't instituut Pasteur te Lille, logisch en
klaar, doorzichtig van 't begin tot 't eind die vraag
bevestigend beantwoord voor een talrijk opgekomen
schare veeartsen en genoodigden. Na eerst een over
zicht gegeven te hebben van de verbreiding der
rundertuberculose in- Frankrijk al even erg als
hier te lande na gezegd te hebben dat op een
leeftijd van 1617 jaar het percentage der op tubër-
culine reageerende menschen de 100 nadert zoo
dat er dus geen tuberculose vrij (mensch rondloopt,
en na uiteengezet te hebben dat minstens 10 pet.
der tuberculose-gevallen bij menschen van runde
ren zijn overgenomen, kwam hij tot zijn aangekon
digd' onderwerp, die rationeele tuberculosebestrij ding
evenzeer eeri. eisch van volkswelvaart als van volks
gezondheid. Tot nu toe is 't doel, dat er mee beoogd
word, een ziektevrije stal, het ideaal van eiken fok
ker, om: niet één koe te bezitten dat reageert op
tuberculine. Maar vrij zijn van is niet gelijkbetee.
kenend met bestand zijn tegen. Komen de runderen
die met kunst en vliegwerk tuberculo9e-vrij zijn ge
houden, in een omgeving, waar wel tuberculose
neerscht, dan zijn zij spoedig 't slachtoffer der ziek
te. Zij hebben in hun lichaam niets, wat den strijd
aan kan binden met de bacteriën, 't Is hetzelfde ge
val ols met de Basjkiren, jen Mo-ngoolsche volks
stam, die aan dé Midden-Wolga woont en waaronder
geen tuberculose voorkomt. Verhuist er een naar
Astrakan aan den mond der Wolga, waar in de on
uitsprekelijke smerigheid der Russische achterbuur
ten, de tuberkelbacil als in den El doirado leeft, dan
sterven ze binnenkort aan acute tuberculose. Zij zijn
een gemakkelijke prooi, terwijl zij die er geboren
en getogen zijn, er weinig last van de ziekte hebben.
Bij 't rund kan datzelfde proefondervindelijk vast
gesteld worden door 2 dieren, waarvan de eene niet
reageert op tuberculine, dus kiemvrij i9 en de an
dere wel reageert, maar verder geen Ziekteverschijn
selen vertoont, in te spuiten met een doodelijke do
sis tuberkelbacillen. Men ziet dan, da t de gezonde
sterft binnen den vastgestelden tijd aan tuberculo
se, terwijl de ander er zich niets vana aantrekt..
Avoc sérénité elle volt mourir son confrère, qui
autrefois se voutait de sa santé (Met. de uiterste
kalmte ziet zij haar confrater, die voordien zoo prat
ging op haar gezondheid, sterven), zei Guérin in
elegant Fransch. Het reageeren op tuberculine kan
dus zijn een bewijs van meerder weerstandsvermo
gen en de reageerende dieren kunnen zonder meer
du9 niet meer beschouwd worden als minderwaar
dig. De kunst is dus, vee te krijgen dat wel reageert
op tuberculine, maar geen tuberculeuss ontsteking
geeft en de bacterioloog had tot taak bacillen te
kweeken die wel de vergiftiging, niet oe ontsteking
te voorschijn brengen. In samenwerking met C&l-
mette, directeur van 't instituut Pasteur te Parijs, is
dit laatste aan Guérin gelukt. Dertien jaren lang
hebben ze bacteriën gekweekt, aan wier voedings
bodem ze altijd rundergal toevoegden en na 260
keer cultuur na cultuur te hebben gekweekt,
zijn zij in 't bezit gekomen van de zoo vurig ge-
wenschte kiemen. Daarmee hebben ze proeven ge
nomen. Ze hebben vee gekocht dat tuberculoosvrij
waa De eene helft is geënt met hun entstof. Er ont
staat en zwelling, die langzaam verdwijnt en de
reactie op tuberculine kwam prompt te voorschijn.
Na 6 maanden worden ze alle met een d-oodelijk do
sis tuberkelbacillen ingespoten. Alleen de niot-ge-
nte dieren sterven, de andere blijven gezond. De be
wijzen waren dus steekhoudend en wat meer zegt,
de man maakte een zeer betrouwbaren indruk. Op
de vraag, of 't niet mogelijk zou kunnen zijn, dat do
tuberculoseontsteking zich toch voordeed, antwoord
de hij heel kahn, dat hij zijn geweten zuiver' voel
de als hij die mogelijkheid ontkende. Is de tijd van
proefneming voorbij ini België wordt de entstof
reeds aan veeaitsen verstrekt dan komt de tu
berculosebestrijding in een heel ander stadium en
juist de nu hopeloozc gevallen van stallen, waarin
geen enkel ziektevrij rund is, kunnen dan na eenige
jaren gezond gemaakt worden. De kalveren wordep
dan ingeënt in de eerste 10 dagen van hun leven'.,
de koeien laat men ongemoeid en wel om de vol
gende redencm Reageert een rund op tuberculose,
dan kan geen groote dosis tuberkelgif meer bin
nengebracht wo) den op straffe van de chronische
zieke., die mogelijk aanwezig is. te veranderen in
een acute, waaraan d'e patiënt spoedig sterft. Zelfs
met de 'gewone onderhuidsche inspuiting van tuber
culine ziet men 't zelfde verschijnsel optreden; door
de tuberculinatie wordt de tuberculose erger. Rea
geert het rund in zoo'n stal niet op tubertwline, dan
is dat geen bewijs dat het lichaam geen bacillen
herbergt.. Er zijn veel gevallen dat deze met hun be
strijders, de witte bloedlichaampjes, het op een ac-
coordje hebben gegooid, om' elkaar ongemoeid te
laten Een soort gewapende vrede dus. Verzwakt
het organisme, wat bij 't kalveren 't meest in het
oog springt, dan krijgen de bacillen vat. Ze veroor
zaken een ontsteking en roepen reactie op tubercu
line te voorschijn. Vandaar dat het percentage rea-
geerenden na 't eerste keer kalven zoo stijgt .en
vandaar ook dat men niet kan wagen zulke runde
ren te vergiftigen met tuberkelgif. Men kan dus
inspuiten bij dieren waarvan men zoo goed als ab
soluut zeker weet, dat nog geen bacteriën kunnen
zijn opgenomen, en dat is in de eerste levensdagen 't
meesb waarschijnlijke. Eenige jaren worden dezelf
de beesten ingespoten, tot alle reageerenden opge
ruimd warden. De stal is dan tuberculosevrij.
Is dat alle9 waar, en ik heb den man bijgewoond
en geen reden tot twijfel gevonden, dan is tubercu
losebestrijding gesneden koek.
U. WESTER.
Als de 22ste November aanbreekt, die in de ka
lender n,ls St. Ceoilia met een roode lijn onder
streept staat, verzuimen we niet gaarne, een be
zoek te brengen aan de oude kerk in Trastevere<
waar het sterflijk overschot van de heilige van uit
de katakomben heen werd gebracht. Op naar naam
dag dalen honderden neer in die krypte en teere
handen schuiven bloemen door het traliewerk, waar
achter de s teen en kist (zichtbaar is. Onder het altaar
zien we in een nis de in marmer gehouwen figuur
van de martelares. De tengere gedaante ligt Hlsof
ze in zwijm is gevallen, een getrouwe copie van de
maagd zoo als zijl lag in de sarkofaag, die in de lüe
eeuw geopend werd. Vol1 aandoening zagen toen
de aanwezigen daar voor zioh hetgebalsemde
lichaam van de jonge vrouw. Het scheen eerst
gisteren zoo te zijn neergelegd. Haar houding was
aie van een rustig slapend meisje; een dun wit
gewaad omsloot de leden, een gouden band bedek
te de wond die haar aan den hals was toegebracht,
maar zonder haar te doodende knieën even opge
trokken, de handen, mbt hét gebaar van pene, die
uitgestreden en uitgeleden heeft, langs het lichaam
en vreemd genoeg dat de achtergeblevenen haar
zoo gelegd hadden, het gelaat tegen den
grond gedrukt, zoodat er niets van te zien was.
Zoo volkomen scheen de martelares een in steen-
Sehouwen figuur, dat men de in die dagen beroem-
e beeldhouwer Maderna riep om een getrouwe
afbeelding yan Cecilia's figuur in marmer te
beitelen. Met de grootste nauwgezetheid volbracht
hij zün taak en zoo zien we daar nu de beeltenis
van ae sereene Heilige, die in de derdie êeuw met
'zoo blijde overtuigingrv oor haar geloof in den dood
ging.
Dat Cecilia de patrones werd van de muziek en
tal van zangvereenigingen en liedertafels haar
naam in het vaandel schrijven, dit feit is van alge
meene bekendheid, maar weinigen weten iets van
het leven en sterven de2Jer vrome Romeinsche, dié,
zooals de legende zegt, zóó schoon .zong, dat de
engelen uit den hemel neerdaalden om naar haar
te luisteren.
-Voor de bewoners van Trastevere ligt er een
bijzondere poëzie om haar figuur, en^ hoe trouw
blijven de ltalianeh, di ezoo ontrouw iu veel zijn,
hun heiligen gedenken. Hoe heerlijk keurden ook'
heden weer de rozen, die voor haar beeltenis waren
neergelegd, de geheole basiliek was er door gé
parfumeerd.
Trastevere, het oude Rome aan gene zijde van den
Tibor, is wel' heel anders dan dat aan deze zijldle.
Hier kunnen we ons werkelijk nog een paar eeuwen
terug droomen, hier he:ft de s.ad nog een cach?t
en is -ze niet gevulgariseerd en gemoderniseerd.
Ook leeft er hier nog een andere bevolking in deze
stadswijk met zijn stoere middeléeuwsch gebou
wen, met Zijn nauwe straten, waar huis aan huis
groenten en visoh in groote hoeveelheid verkocht
wordfen.
Donkerder en forscher zijn er de vrouwen, ze
spreken nog een eigen dialect; heviger en hartstocht
telijkor van aard, voelen ze zich hier meer óriver-
valschte Romeinen, dan in de van vreemdelingen
wemelende wijken aan den rechter Tiber-oever.
Op de plek waar eens het woonhuis van Cecilia
stond, waar zij ingemetseld werd in haar hadka
mer, waaronder do beulen het yuur drie dagen en
'drie nachten onder het waterreservoir stookte^,
opdta de heete d arnp haar geheel zou vernietigen,
boven deze plek, boven het vertrekje waar zij, toen
het werd geopend, gevonden werd: ongedeerd' en
zingènd, terwijl zij beweerde steeds een koélé
luchtstroom om ?riöh te hebben gevoeld, hier werd
al' spoedig na haar dood een kerk gebouwd, die in
de 9e oeuw nog vergroot werdj
Een krans van^ licht omsluit op den feestdag van
de geliefde heilige het altaar: Uit hun donkera
woningen, die in de obscure straatjes tegen el-
«kanoer leunen, komen do moeders met hun kin
deren: xEe vrouweni knielen en prevelen gebeden, de
kleine, met de vingers in don mond, kijken met
groote, verrukte oogeni naar zóóveel licht en glars;
welk een zegen, dat er voor dpn zwoegenden prole
tariër zulke oude bedehuizen vol schoonheid en
poëzie zijn. We zien het aan hun lachende gezich
ten. hoe zo genieten van al dio kaarsensohijn en
blijheid van de geur der bloomenen van 'de zang
der pauselijke kapel, die dezen dag de vesper op
luistert.
In welk land ter wereld kunnen we zoovee),
vrome, stilde hoekjesin een arme,.morsige stadswijk
vinden als hier in Rome?
liet waren niet de vreemdelingen, die uit nieuws
gierigheid gekomen waren om alles meer te b e-
kijken dan na te voelen; het waren scharen,
van monniken en bonnen, het wareh kifidereh, de
armen van Trastevere vooral, die heel dezen 22sten
November met hun' bloemen komen en op het graf
bidden van haar, die. evenals Francesca Romana,
haar armen zóó lief had, dat zif haar laatste ge
dachte. haav laatste zorg waren.
Hoe goeadoet het ons in deze dagen, waarin
Zulke onverkwikkelü'e dingen gebeuren, omtel
kens weer opnieuw te overtuigen, hoe de kern
van het volk goed en zuiver blijft voelen en niet
aangedaan wordt door die jaoht om zich to ver
rijken; door dio zucht om hooger te stijgen) en
andoren uit hup plekje zonlicht, dat zo gonieten,
weg ,te dringen in de schaduw,, of zo af te gooien
van do ladder waarop zij met moeite -oen bootje
omhoog geklauterd zijn.
En wie het volk hier bezig ziet .op het kerkhof,
den avond voor. Allerzielen, al maar sjouwend met
gieters en potten, die ze met water vullen om
er dq bloemen in te zetten, die ze soms van heel
ver zjjn komen brengen, alles om hun afgestorva
non to eeren, dio heeft meer eerbied ön méér
sympathie voor deze eonvoudigon van hart,' dan
voor de bourgeoisie, die zich in Rome zoo breqd
maakt, voor wie geen anderen öod schijnt to
bestaan dan God Mammon, terwijl haar grootste
zorf is, haar brandkast zoo goed mogelijk te vullen.
E. F.
Deze St. Nicolaasweek begon met een surprise,
maar een geenszins aangename. Bij de stemmingen
toch, door velschillende 'amendementen op de Ar.
beidisbegrootinig noodzakelijk gemaakt, werd, tot ve
ler verrassing, een amendement aangenomen van
den heer Boon, strekkende om een verhooging van
het subsidie voor de opleidingsschool voor vroed
vrouwen te Heerlen ad f80.000, niet toe te staan-. An
dere amendementen, voornamelijk door Mevrouw
Bakker ingediend, werden verworpen, De discussie
over Onderwijs ging daarna, vrijwel den gcheelen
eersten dag der week, rustig haar gang, totdat aan
het einde bijna van de zitting, de voorzitter met do
hem eigen onbewogenheid mededeelde, een. schrij-
ven van den Minister van Arbeid, Prof. Aalberse, te
hebben ontvangen, waarin deze verzócht de behan
deling van' do begrooting van Arbeid te schorsen, ten.
einde hem gelegenheid te geven zich te beraden over
de gevolgen, te verbinden aan de aanneming van
het amendement-Boon. De Kamer, op dat oogenblik
op het late middaguur bestaande uit wellicht 25 le
den, schrok, en de tijding plantte zich al spoedig
voort.
Nu moet er bij gezegd worden, dat uit Minister
Aalberse's verklaring bleek, dat niet slechts de aan
neming van hot amendement, maar de daaraan voor i
öfgegane verklaring van den leider der Christ.-Hfsto
rischen, Dr. Schokking, hem tot zijn mededeeling
had geleid. Immers, Dr. Schokking had verklaard,
dat de Minister niet overtuigend had bewezen, dat
de f 80.000 meer, noodig waren, terwijl hij een Com
missie om de levensvatbaarheid der school te on
derzoeken, had afgewezen. In die omstandigheden
achtte Dr. Schokking het in de lijn van de bezuini-
gingspolitiek van het Kabinet te liggen om deze ver
hooging af te stemmen. Hier trof den Minister dus
tegenstand van,zijn coalitie-genooten, en daarop
doelde zijn schriftelijke mededeeling. Lntusschen is,
er reeds op gewezen, dat de aanleiding voor heen
gaan bij Minister Aalberse, wel ver gezocht is. Hier
toch geldt het een feitelijk conflict, geen principieel,
geen dat het beleid van den Minister als zoodanig
raakt In parlementaire kringen wordt dan ook reeds
de verwachting uitgesproken, dat hot met dit codl
flict nog wel zal losloopen; dat) men een modus vi-
vendi zal vinden, wellicht hierin bestaande, dat de
Ministei alsnog de Commissie tot onderzoek aan
neemt, en dat de Kamer .in afwachting daarvan, na
der de f 80.000 toestaat. De Kamer is wel eens meer
op haar besluiten teruggekomen^wie herinnert zich
niet hoe zij in 1901 het bekende amendement-van
Gilse op de x\.iitiewet inslikte om het Kabinet-Pier-
son terwille te z)jn!
Het grootste deel van deze week is tot dusverre
besteed1 aan de Ondenvijsbegrooting. Waarbij wel
heel veel gesprokén, maar tot dusverre weinig ge
daan is. De pacificatie van het onderwijs heeft een
belangrijke plaats in de beraadslagingen ingeno
men. Zijn sommige leden ter rechterzijde overtuigd,
dat het thans alles goed gaat, niet een ieder deelt
den lof,, door den heer van Wijnbergen den Minister
toegewaaid. Integendeel, ook van rechts hoorde men
zekere onvoldaanheid, en erkent men, dat de voorge
nomen bezuiniging niet de verwachte resultaten heeft
gebracht. De heer Van Wijnbergen is nog in twijfel
of een nieuw onderzoek betreffende de Lageronder.
wijswet moet wordfen opgedragen, hetzij aan een
Staatscommissie, hetzij, aan den Onderwijsraad. Maar
in elk geval, daarover is hij het eens, dat er aanlei
ding tot onderzoek is. De heer Rutgers polemiseerde
op de hem eigen scherpe wijze met de sprekers van
den Vrijheidsbond, hetgeen vóór hem d'e heer van
der Molen deed, die den heer Dresselhuijs en mejuf
frouw Westerman hoel gemoedelijk verwarde en zoo
nu .en dan sprak van mejuffrouw Dresselhuijs en
deni 'heer Westerman; die beidien wel bestaan, maar
zich gelukkig mogen rekenen buiten de Kamer te
zijn! Mejuffrouw Westerman had inderdaad nogal
eenige liberale wenschen doen hooren; vooral op de
wederinvoermig! van het Fransch bleek zij gesteld,
en zij kondigde zelfs een initiatief-voorstel in die
richting aan. De scherpste kritiek op het tegenwoor
dig gesplitst onderwijs kwam van den kant van den
heer Ketelaar. Deze verklaarde zonder omwegen, dat
het, onderwijs in de laatste jaren1 aanmerkelijk was
achteruitgegaan, en dat die gemeenten, die het on_
.derwijs op peil wilden houden, zich daarvoor groote
offers moesten getroostenl
Het antwoord van Minister de Visser was, als al
tijd, keurig verzorgd, tot in onderdeelen volledig.
Spoedig zal bij' de Tweede Kamer dcor minister Ruys
een nota worden ingediend over de. salarisregeling
van de ambtenaren, wier tractement niet in het Be
zoldigingsbesluit is vastgesteld. De Minister had het
vooral over de bekende kwestie der schijnhandtee-
kening, die te Arnhem is voorgekomen, waar men
langs dezen weg de oprichting van een bijzondere
school heeft trachten te forceeren. Dat is natuurlijk
r.iet altijd tegen te gaan maar in dit geval was' het
wel heel sterk, en men heeft er den Minister verwij
ten van gemaakt, dat hij daarin niet is opgetreden.
In dat verzet verdedigde hij zijn houding, maar ove
rigens bleek hij niet afkeerig van een nieuwe com
missie. De Minister gaf verder toe, dat voor een zui
vere doorwerking van de pacificatie-gedachte een re
geling van het bewaarschoolonderwijs noodig is;
waar art. 195 der Grondwet daarover niet rept, is
het z.i. twijfelachtig of het thans het geschikte oogen
blik is om tot deze wettelijke regeling over te gaan.
Al wil de Minister echter aan de herziening der
Onderwijswet medewerken, een Staatscommissie
achtte hij overbodig, want daar blijft de politiek niet
buiten. Voor bezuinigingsdoeleinden heeft men bo
vendien de Staatscommissie van den heer Rink, die
wel door de Ministers bij de Kamerdebatten vrien
delijk wordt behandeld en toegesproken, maar op
welker opmerkingen, ziet men haar rapporten
niet zoozeer wordt gelet. Een wijziging van de Hoo- I
geronderwijswet, waardoor verandering zou worden 1
gebracht in het aantal Universiteiten of tot opheffing
van theologische faculteiten, zou worden, overgegaan
is van den Minister niet te verwachten.
Een niet onbelangrijke verklaring legde de Minister
af terzake VfiCn het Fransch. Hij bleef op het oude
standpunt staan, dat kinderen beter vreemde talen
kunnen leeren wanneer zij eenmaal hun eigen taal
goed kennen. Maar daartoe zou medewerking noodig
zijn van middelbaar onderwijs, en die medewerking
is den Minister onthouden. Het middelbaar onderwijs
plaatst de kinderen tegenover thema's zonder ze de
eerste beginselen bij te brengen. Het onderwijs moet
voor alles practisch wezen en daarom overweegt de
Minister om toch noodgedwongen in de vijfde en
zesde klassen het Fransch weer in te voeren, al
strijdt dit met zijn beginsel.
In de avondzittingen was Minister Colijn bij de
behandeling van Financiën aan het woord, zonder dat
daarbij vraagstukken van algemeen beleid ter sprake
kwamen. En. nadat Onderwijs was afgehandeld, be
gon de Kamer met het dit jaar zoo belangrijko debat
over Buitenlandsche Zaken, waarbij reeds dadelijk,
bleek, dat het Protocol van Genève een belangrijke
plaats in do gedachtenwisseling zal innemen.
M.
Do aandacht voor Egypte begint to luwen. Het
schijnt alsof Ziwar Pasja bereid is geweest tob
groote concessies ten einde een conflict te vermijL
den. waarvan dó afloop niet zeer twijfelachtig kon
worden genoemd en waarin do andoro landen, in
verband met do algemeene belangen van hot ver
keer door het Suez-'kaniaal, zeer moeilijk hadden
kunnen ingrijpen.
Men moot Engeland zijn gang wel laten gaan*
omdat geen der andere landen in staat of bereid is,
zich voor het Suez-kanaai de groote offers te ge
troosten, die onvermijdelijk het gevolg zouden zijn
van een ietwat langdurig conflict tussohen Londen
en Caïro.
Maar men weet, hoezeer Frankrijk altoos in het
verleden heeft gemokt tegen de Britsche politiek iu
Egypte en hoe destijds ihet Zasjoda-ineident die twee
landen op het randje van een oorlog bracht. Hoe
men in Frankrijk steeds heeft beweerd, dat al de
onveiligheid in den Soedan en de zoogenaamde roof-
I tochten der Derwisjen alleen bestonden in de
verbeelding der Engelschen, die daarin het argu
ment zochten voor hun Egyptische politiek.
In verband hiermede is liet curieus, dat volgens
een •bericht uit Parijs, Engeland bereid zou zijn
do goede gezindheid van Frankrijk, lees de vrijq
hand voor de traditioneele politiek der conservaticn
ven wat Egypte betreft, te koopon door den deso-
1'aten boedel van Spanje in Marokko ,over fe Jatta*
aan Frankrijk, dat dan zfijn eigen invlóödssfcxió
aldaar'met de Spaansohe zou kunnen yereenign
ter zelfder tijd zou Londen dan beroidi zijn Italië
in Tripolis ter wille te zijn.
Het is natuurlijk lang met zeker, dat dit verhaal
j-uist is Misschien is het niets anderö 'dan een
Fransch proefballonnetje, om eens te zien uit
welken hoek de wind in Londen waait. Het zou
anders merkwaardig zijn als Londen de toestem-*
ming om zijn voogdij, ten behoeve van geheel
Europa, krachtiger dan thans in Egypte uit te
oefenen, moest koopen met gebieden of, concessies
ten opzichte van gebieden, dieEngeland in
het geheel niet toebahooren.
Het zou een al te fraaie illustratie zijn van het
zelfbeschikkingsrecht der volken, als Engeland aan
de Franschen de.... Spaansohe zone van Marokko
„schonk" en dit juist op het moment, dat de Ma
rokkanen zelf al hun best doen, duidelijk te maken,
dat zij yan de vreemdelingen niet willen weten,
liet lijkt trouwens vrijwel uitgesloten, dat oen
verstandige regeering in Frankrijk ooit zalk ©en
„geschenk" (or omkoopgeld, naar men heb wil
noemen) zou aanvaarden, aangezienzij gemakkei
lijk zou kunnen uitrekenen, dat zij zich in onge
hoorde moeilijkheden zou steken door, met consent
van Groot-Britannië, als erfgenaam van Spanje
te willen optreden in eon 6treek, waar men, blijkens
het langdurig on welgelukt verzet, heelemaal niet
f ebrand is op vreemde invloedhobbors.Hot cadoau#
rijgen der Spaansohe zone zou beteokonen, dab
Frankrijk groote offers van menschen en geld zou
moeten brengen. En dat het wellicht de kans zou
loopen, ook zijn eigen invloedssfeer in Marokko te
verliezen.
Vandaar dat wel dit bericht zeer apocrief vindon.
Bovendien, wat voordeel zou Engeland van zulk
oen afstand van aanspraken op een nog niot
eens opengevallen erfenis hebben?
Wat kan Frankrijk of wat kan een der Europee*
sche mogendheden er togen doen, als Groot Britan-
niö zijn macht in 'Egypte wil doen gevoelen om in
den Soedan baas te blhven? Immers niets.
Integendeel: ieder land. dat iets heeft uit te
staan met de vaart door het Suez-kanaal, zal bet
toejuichen als er orde en rust is in Egypte.
Zooals ook ieder verbruiker van katoen on ka
toenen goederen het plezierig zal vinden, als door
het openstellen van een enorm gebied voor het
aanplanten van. katoen het product goedkoopei<
wordt. Alleen de Zuidelijke staten der Amerikaan-
sche Republiek zullen bezwaar hebben, dat het
monopolie, thans practisoh door lien genoten, te
toor gaate n dat de prij's Van de katoen, waarvan)
Zij voor een goed deel' bestaan en die toch juu on
dan al zoo weinig loonend is, nog verder daalt
tengevolge der nieuwe concurrentie.
Herhaaldelijk heeft .men met kunst en vliegwerk
den katoenprijs op peil moeten houden. Op valo
risatie na, lieeft men ongeveer elk middel aange
wend om oen overvloedigen oogst in to perkon-
Dit hoeft ald resultaat pon ad, dat de katoenprijzton
steeds in een kringetje hebben geloopen. Laag.
zoo laag, dat do aanplant werd beperkt, stijgend
door minder productie, en dan woer dalend als
'men, verlakt door hooge prijzen, den aanplant ging
uitbreiden. Aan dif spelletje is reeds ©enigszins een
eind gemaakt door do concurrentie van Egypte zelf,
doch als hieraan nog de Soedan wórdt toegevoegd,
waar de grond thans betrekkelijk geen waarde
heeft en arbeidskracht goedkoop is, spreekt liet
vanzelf, dat het Zuiden der Vereenigdo Staten met
betrekkelijk dure gTonden en met (uoor heb imnu-
gratieverbod) zeer dure Werkkrachten niet meer
meekomt.
Zoo ziet men wat er aan een vermoord Engelsch
generaal vastzit. Kan vastzitten althans!
Een ommekeer is de economische positie van een
kwart werelddeel, de opleving van een blanco plek
op de wereldkaart
Wie weet en wijziging der Amerikaansche immi
gratiewetgeving bovendien.
Dat op dit laatste toch wel eenige kans bestaat,
blijkt uit de boodschap door Coolklge gericht tot het
oud<e Congres, dat nu in laatste ziting bijeen js
en waarin hij mededeelde, tot eenige verzachting van
de immigratiewet wel bereid te zijn.
Dit zal natuurlijk geen grooten omvang aanne
men. Amerika wil nu eenmaal de Oosterlingen niet.
Het heett aan één rassenprobleem al meer dan ge
noeg en zijn vakbonden bedanken er voor zich te la
ten onderkruipen en hun loonmarkt te laten beder
ven door goedkoope werkkrachten uit Europa.
Als er dan ook sprake komt van een verzachting
dier wet zal het wel zijn langs den weg van selectie,
zoodat b.v. Engelschen en Nederlanders, misschien
Skandinaviërs, in grooter getale zullen worden toe
gelaten. dan de quota dier landen aangeven.
Van hen althans weet men dat zij de markt niet
zullen bederven door een cent minder te nemen dan
het tarief van den vakbond voorschrijft: en dat zij lie
ver o veel liever! zullen staken, dan als scab of
Joonbederver op te treden!
UITKIJK.
GEMEENTE NIEUWE NIEDORP.
Ingeschreven over de maand November 1924.
Geboren: Muus, zoon van Jacob Smit en Oatna
rina Geertruida Schekkorman.
Ondertrouwd: Simon Warnaar, oud 36 jaar on
Jolianna Maria Moolhuijzon, oud 39 jaron.
Overleden: Johanna van der Molen, oud f>o jaren,
weduwe van Meijerfc Wagemaker. Simon .vos, 84
jaren, woduwnaar van Aofjo Stins. Lornous i>uk-
man, oud 63 jaren, weduwnaar van Maartje Faape.