DE TUSERCULOSE-SESTRIIDINS. Sneven uil SSome. Ka mero verzicht. De dingen om ons heen. zoek kan worden afgewacht en daarna kan een on derzoek worden ingesteld. Besloten wordt, een dergelijk verzoek af te wach ten. Nog wordt medgedeeld, dat getracht zal worden de aansluiting van de perceelen van Bruin c.s. nog deze maand tot stand.te brengen. Vervolgens wordt aan de orde gesteld wijziging van de begroot ing voor 1925. met het oog op de uit gaven voor wijkverpleging, tuberculosebestrijding en kosten schoolarts. Voorzitter wijst' er op, dat ln "principe besloten is tot invooren van de wijkverpleging en dat daarvoor f 1200 subsidie zou worden verstrekt. Inmiddels is er gekomen een provinciale regeling voor de t.b.c.-be strijding en aan de hand daarvan stellen B. en W. voor de subsidie voor de wijkverpleging op f 1000 te stellen en voor de t.b.c.-bestrijding f200 uit te trek ken. In een lang betoog geeft de voorzitter een uiteen zetting van die provinciale regeling, een-regeling die we zoo langzamerhand wel als bekend mogen ver onderstellen bij onze lezers en waarbij de provin cie, voor onze gemeente tot 'n max. van f500, 50 ppt. bijdraagt in de kosten, v. d. t.b.c.-bestrijding. Voorz. hoeft deze zaak besproken met't bestuur van de Wit te Kruisafdeeling. Een oproeping voor wijkverpleeg ster is gedaan. 4 sollicitanten hebben zich aange meld, waarvan 1 die bezig is diploma voor de t.b.c. bestrijding te krijgen. Een paar vragen worden gesteld en daarna wordt met algemeene stemmen besloten, aan het Witte Kruis voor wijkverpleging een subsidie te verleenen van f1000 en f 200 uit te trekken voor t.b.c.-bestrijding. Met inbegrip vani de f550 salaris schoolarts, moet, dus een bedrag van f 1750 worden gevonden en dit weet men te bereiken door als ontvangst te rekenen op f 100 bijdrage van de provincie voor de t.b.c.be. sirijding en dén post plaatselijke belasting met f 1650 te verhoogen. De bijdrage over 1924 aan) de bijzondere scholen zal bedragen f 6.64 per kind, overeenkomende met de kosten per kind aan1 de openbare lagere school in 1923. Hierna volgt sluiting. Sedert eeuwen wist men, dat vele besmettelijke ziekten mensch en dier maar een keer in hun leven overvallen, en zoo ze 't al meerdere keeren doen, dan toch altijd met groote tusschenpoozen. Over de verklaring van dat verschijnsel is veel gedacht en nog meer gesproken, totdat het Pasteur in dè laat ste helft der vorige eeuw gelukte haar wetenschap pelijk vast te leggen. In zeer groote trekken komt zijn gedachtengang op 't volgende neen Besmettelijke ziekten worden veroorzaakt door levende wezens van zeer geringe afmetingen; de grootsten dadrvan hebben een lengte van een paar duizendsten van een millimeter, de breedste van omstreeks 1/1000 millimeter, de kleinsten zijn ook met de grootste vergroot ing niet zichtbaar. Op de een of andere manier komen die organismen, die den algemeenen naam van bacteriën of bacillen ge kregen hebben, in het lichaam, waar zij zich neste len op de plaats die hun voorkeur geniet. Daar brengen ze een plaatselijke ontsteking te weeg, maar tevens worden er stoffen in 't bloed gebracht, die de functie van gewichtige organen hart en zenu wen bijv. ongunstig beïnvloeden, 't Zijn dus ver giften en een ziekte is dus een combinatie van een plaatselijke ontsteking met een algemeene vergifti ging. Door die vergiftiging wordt de weerstand van 't zieke organisme vermindert, wat weer ten gevolge heeft dat de bacteriën beter groeien, waardoor weer de vergiftiging grooter wordt, enz. Een combinatie vani twee omstandigheden, waarvan 't eene evengoed de oorzaak is als 't gevolg van de ander, noemt men een circulus vitiosus. Zoo'n combinatie van. omstandigheden is elke ziekte, en ze werkt zoolang tot in 't ongunstigste geval alle weerstand van het zieke lichaam gebro ken is en 't sterft, of wel in 't gunstigste geval het lichaam zijn verdedigingsmiddelen in voldoende ma te heeft geproduceerd om de ziekte te bedwingen. Het eerst wordt de strijd aangebonden met de ver giften; er worden tegengiften gevormd die ze wer keloos maken, den ziektekiemen wordt de leiden de positie in den strijd op leven en dood, die elke ziekte is, ontnomen en de straatvegers in de huis houding, de witte bloedlichaampjes, ruimen ze op. De ziekte is genezen, maar de productie der tegen giften gaat nog eenigen tijd door, zoodat de ziekte in 't vervolg geen vasten voet meer kan krijgen. Zoo kan men zeggen, dat het beste, om nietJ te zeggen het eenigste raüoneele voorbehoedmiddel te gen de ziekte, een licht aanval dér zelfde ziekte is. Dit principe heeft men t dus ook bij verschillende ziekten in toepassing gébracht. Het beste voorbeeld daarvan ia de vlekziekte, maar ook bij milt vuur en houtvuur gaat men zoo te werk. Men heeft de bacteriën dier ziekten zoo in de hand weten te krijgen, dat zo nog alleen de vergiftiging veroorza ken en niet meer de ontsteking. Is dat ook hij tuberculose mogelijk? In een schitterende improvisatie heeft Guerin, di recteur van 't instituut Pasteur te Lille, logisch en klaar, doorzichtig van 't begin tot 't eind die vraag bevestigend beantwoord voor een talrijk opgekomen schare veeartsen en genoodigden. Na eerst een over zicht gegeven te hebben van de verbreiding der rundertuberculose in- Frankrijk al even erg als hier te lande na gezegd te hebben dat op een leeftijd van 1617 jaar het percentage der op tubër- culine reageerende menschen de 100 nadert zoo dat er dus geen tuberculose vrij (mensch rondloopt, en na uiteengezet te hebben dat minstens 10 pet. der tuberculose-gevallen bij menschen van runde ren zijn overgenomen, kwam hij tot zijn aangekon digd' onderwerp, die rationeele tuberculosebestrij ding evenzeer eeri. eisch van volkswelvaart als van volks gezondheid. Tot nu toe is 't doel, dat er mee beoogd word, een ziektevrije stal, het ideaal van eiken fok ker, om: niet één koe te bezitten dat reageert op tuberculine. Maar vrij zijn van is niet gelijkbetee. kenend met bestand zijn tegen. Komen de runderen die met kunst en vliegwerk tuberculo9e-vrij zijn ge houden, in een omgeving, waar wel tuberculose neerscht, dan zijn zij spoedig 't slachtoffer der ziek te. Zij hebben in hun lichaam niets, wat den strijd aan kan binden met de bacteriën, 't Is hetzelfde ge val ols met de Basjkiren, jen Mo-ngoolsche volks stam, die aan dé Midden-Wolga woont en waaronder geen tuberculose voorkomt. Verhuist er een naar Astrakan aan den mond der Wolga, waar in de on uitsprekelijke smerigheid der Russische achterbuur ten, de tuberkelbacil als in den El doirado leeft, dan sterven ze binnenkort aan acute tuberculose. Zij zijn een gemakkelijke prooi, terwijl zij die er geboren en getogen zijn, er weinig last van de ziekte hebben. Bij 't rund kan datzelfde proefondervindelijk vast gesteld worden door 2 dieren, waarvan de eene niet reageert op tuberculine, dus kiemvrij i9 en de an dere wel reageert, maar verder geen Ziekteverschijn selen vertoont, in te spuiten met een doodelijke do sis tuberkelbacillen. Men ziet dan, da t de gezonde sterft binnen den vastgestelden tijd aan tuberculo se, terwijl de ander er zich niets vana aantrekt.. Avoc sérénité elle volt mourir son confrère, qui autrefois se voutait de sa santé (Met. de uiterste kalmte ziet zij haar confrater, die voordien zoo prat ging op haar gezondheid, sterven), zei Guérin in elegant Fransch. Het reageeren op tuberculine kan dus zijn een bewijs van meerder weerstandsvermo gen en de reageerende dieren kunnen zonder meer du9 niet meer beschouwd worden als minderwaar dig. De kunst is dus, vee te krijgen dat wel reageert op tuberculine, maar geen tuberculeuss ontsteking geeft en de bacterioloog had tot taak bacillen te kweeken die wel de vergiftiging, niet oe ontsteking te voorschijn brengen. In samenwerking met C&l- mette, directeur van 't instituut Pasteur te Parijs, is dit laatste aan Guérin gelukt. Dertien jaren lang hebben ze bacteriën gekweekt, aan wier voedings bodem ze altijd rundergal toevoegden en na 260 keer cultuur na cultuur te hebben gekweekt, zijn zij in 't bezit gekomen van de zoo vurig ge- wenschte kiemen. Daarmee hebben ze proeven ge nomen. Ze hebben vee gekocht dat tuberculoosvrij waa De eene helft is geënt met hun entstof. Er ont staat en zwelling, die langzaam verdwijnt en de reactie op tuberculine kwam prompt te voorschijn. Na 6 maanden worden ze alle met een d-oodelijk do sis tuberkelbacillen ingespoten. Alleen de niot-ge- nte dieren sterven, de andere blijven gezond. De be wijzen waren dus steekhoudend en wat meer zegt, de man maakte een zeer betrouwbaren indruk. Op de vraag, of 't niet mogelijk zou kunnen zijn, dat do tuberculoseontsteking zich toch voordeed, antwoord de hij heel kahn, dat hij zijn geweten zuiver' voel de als hij die mogelijkheid ontkende. Is de tijd van proefneming voorbij ini België wordt de entstof reeds aan veeaitsen verstrekt dan komt de tu berculosebestrijding in een heel ander stadium en juist de nu hopeloozc gevallen van stallen, waarin geen enkel ziektevrij rund is, kunnen dan na eenige jaren gezond gemaakt worden. De kalveren wordep dan ingeënt in de eerste 10 dagen van hun leven'., de koeien laat men ongemoeid en wel om de vol gende redencm Reageert een rund op tuberculose, dan kan geen groote dosis tuberkelgif meer bin nengebracht wo) den op straffe van de chronische zieke., die mogelijk aanwezig is. te veranderen in een acute, waaraan d'e patiënt spoedig sterft. Zelfs met de 'gewone onderhuidsche inspuiting van tuber culine ziet men 't zelfde verschijnsel optreden; door de tuberculinatie wordt de tuberculose erger. Rea geert het rund in zoo'n stal niet op tubertwline, dan is dat geen bewijs dat het lichaam geen bacillen herbergt.. Er zijn veel gevallen dat deze met hun be strijders, de witte bloedlichaampjes, het op een ac- coordje hebben gegooid, om' elkaar ongemoeid te laten Een soort gewapende vrede dus. Verzwakt het organisme, wat bij 't kalveren 't meest in het oog springt, dan krijgen de bacillen vat. Ze veroor zaken een ontsteking en roepen reactie op tubercu line te voorschijn. Vandaar dat het percentage rea- geerenden na 't eerste keer kalven zoo stijgt .en vandaar ook dat men niet kan wagen zulke runde ren te vergiftigen met tuberkelgif. Men kan dus inspuiten bij dieren waarvan men zoo goed als ab soluut zeker weet, dat nog geen bacteriën kunnen zijn opgenomen, en dat is in de eerste levensdagen 't meesb waarschijnlijke. Eenige jaren worden dezelf de beesten ingespoten, tot alle reageerenden opge ruimd warden. De stal is dan tuberculosevrij. Is dat alle9 waar, en ik heb den man bijgewoond en geen reden tot twijfel gevonden, dan is tubercu losebestrijding gesneden koek. U. WESTER. Als de 22ste November aanbreekt, die in de ka lender n,ls St. Ceoilia met een roode lijn onder streept staat, verzuimen we niet gaarne, een be zoek te brengen aan de oude kerk in Trastevere< waar het sterflijk overschot van de heilige van uit de katakomben heen werd gebracht. Op naar naam dag dalen honderden neer in die krypte en teere handen schuiven bloemen door het traliewerk, waar achter de s teen en kist (zichtbaar is. Onder het altaar zien we in een nis de in marmer gehouwen figuur van de martelares. De tengere gedaante ligt Hlsof ze in zwijm is gevallen, een getrouwe copie van de maagd zoo als zijl lag in de sarkofaag, die in de lüe eeuw geopend werd. Vol1 aandoening zagen toen de aanwezigen daar voor zioh hetgebalsemde lichaam van de jonge vrouw. Het scheen eerst gisteren zoo te zijn neergelegd. Haar houding was aie van een rustig slapend meisje; een dun wit gewaad omsloot de leden, een gouden band bedek te de wond die haar aan den hals was toegebracht, maar zonder haar te doodende knieën even opge trokken, de handen, mbt hét gebaar van pene, die uitgestreden en uitgeleden heeft, langs het lichaam en vreemd genoeg dat de achtergeblevenen haar zoo gelegd hadden, het gelaat tegen den grond gedrukt, zoodat er niets van te zien was. Zoo volkomen scheen de martelares een in steen- Sehouwen figuur, dat men de in die dagen beroem- e beeldhouwer Maderna riep om een getrouwe afbeelding yan Cecilia's figuur in marmer te beitelen. Met de grootste nauwgezetheid volbracht hij zün taak en zoo zien we daar nu de beeltenis van ae sereene Heilige, die in de derdie êeuw met 'zoo blijde overtuigingrv oor haar geloof in den dood ging. Dat Cecilia de patrones werd van de muziek en tal van zangvereenigingen en liedertafels haar naam in het vaandel schrijven, dit feit is van alge meene bekendheid, maar weinigen weten iets van het leven en sterven de2Jer vrome Romeinsche, dié, zooals de legende zegt, zóó schoon .zong, dat de engelen uit den hemel neerdaalden om naar haar te luisteren. -Voor de bewoners van Trastevere ligt er een bijzondere poëzie om haar figuur, en^ hoe trouw blijven de ltalianeh, di ezoo ontrouw iu veel zijn, hun heiligen gedenken. Hoe heerlijk keurden ook' heden weer de rozen, die voor haar beeltenis waren neergelegd, de geheole basiliek was er door gé parfumeerd. Trastevere, het oude Rome aan gene zijde van den Tibor, is wel' heel anders dan dat aan deze zijldle. Hier kunnen we ons werkelijk nog een paar eeuwen terug droomen, hier he:ft de s.ad nog een cach?t en is -ze niet gevulgariseerd en gemoderniseerd. Ook leeft er hier nog een andere bevolking in deze stadswijk met zijn stoere middeléeuwsch gebou wen, met Zijn nauwe straten, waar huis aan huis groenten en visoh in groote hoeveelheid verkocht wordfen. Donkerder en forscher zijn er de vrouwen, ze spreken nog een eigen dialect; heviger en hartstocht telijkor van aard, voelen ze zich hier meer óriver- valschte Romeinen, dan in de van vreemdelingen wemelende wijken aan den rechter Tiber-oever. Op de plek waar eens het woonhuis van Cecilia stond, waar zij ingemetseld werd in haar hadka mer, waaronder do beulen het yuur drie dagen en 'drie nachten onder het waterreservoir stookte^, opdta de heete d arnp haar geheel zou vernietigen, boven deze plek, boven het vertrekje waar zij, toen het werd geopend, gevonden werd: ongedeerd' en zingènd, terwijl zij beweerde steeds een koélé luchtstroom om ?riöh te hebben gevoeld, hier werd al' spoedig na haar dood een kerk gebouwd, die in de 9e oeuw nog vergroot werdj Een krans van^ licht omsluit op den feestdag van de geliefde heilige het altaar: Uit hun donkera woningen, die in de obscure straatjes tegen el- «kanoer leunen, komen do moeders met hun kin deren: xEe vrouweni knielen en prevelen gebeden, de kleine, met de vingers in don mond, kijken met groote, verrukte oogeni naar zóóveel licht en glars; welk een zegen, dat er voor dpn zwoegenden prole tariër zulke oude bedehuizen vol schoonheid en poëzie zijn. We zien het aan hun lachende gezich ten. hoe zo genieten van al dio kaarsensohijn en blijheid van de geur der bloomenen van 'de zang der pauselijke kapel, die dezen dag de vesper op luistert. In welk land ter wereld kunnen we zoovee), vrome, stilde hoekjesin een arme,.morsige stadswijk vinden als hier in Rome? liet waren niet de vreemdelingen, die uit nieuws gierigheid gekomen waren om alles meer te b e- kijken dan na te voelen; het waren scharen, van monniken en bonnen, het wareh kifidereh, de armen van Trastevere vooral, die heel dezen 22sten November met hun' bloemen komen en op het graf bidden van haar, die. evenals Francesca Romana, haar armen zóó lief had, dat zif haar laatste ge dachte. haav laatste zorg waren. Hoe goeadoet het ons in deze dagen, waarin Zulke onverkwikkelü'e dingen gebeuren, omtel kens weer opnieuw te overtuigen, hoe de kern van het volk goed en zuiver blijft voelen en niet aangedaan wordt door die jaoht om zich to ver rijken; door dio zucht om hooger te stijgen) en andoren uit hup plekje zonlicht, dat zo gonieten, weg ,te dringen in de schaduw,, of zo af te gooien van do ladder waarop zij met moeite -oen bootje omhoog geklauterd zijn. En wie het volk hier bezig ziet .op het kerkhof, den avond voor. Allerzielen, al maar sjouwend met gieters en potten, die ze met water vullen om er dq bloemen in te zetten, die ze soms van heel ver zjjn komen brengen, alles om hun afgestorva non to eeren, dio heeft meer eerbied ön méér sympathie voor deze eonvoudigon van hart,' dan voor de bourgeoisie, die zich in Rome zoo breqd maakt, voor wie geen anderen öod schijnt to bestaan dan God Mammon, terwijl haar grootste zorf is, haar brandkast zoo goed mogelijk te vullen. E. F. Deze St. Nicolaasweek begon met een surprise, maar een geenszins aangename. Bij de stemmingen toch, door velschillende 'amendementen op de Ar. beidisbegrootinig noodzakelijk gemaakt, werd, tot ve ler verrassing, een amendement aangenomen van den heer Boon, strekkende om een verhooging van het subsidie voor de opleidingsschool voor vroed vrouwen te Heerlen ad f80.000, niet toe te staan-. An dere amendementen, voornamelijk door Mevrouw Bakker ingediend, werden verworpen, De discussie over Onderwijs ging daarna, vrijwel den gcheelen eersten dag der week, rustig haar gang, totdat aan het einde bijna van de zitting, de voorzitter met do hem eigen onbewogenheid mededeelde, een. schrij- ven van den Minister van Arbeid, Prof. Aalberse, te hebben ontvangen, waarin deze verzócht de behan deling van' do begrooting van Arbeid te schorsen, ten. einde hem gelegenheid te geven zich te beraden over de gevolgen, te verbinden aan de aanneming van het amendement-Boon. De Kamer, op dat oogenblik op het late middaguur bestaande uit wellicht 25 le den, schrok, en de tijding plantte zich al spoedig voort. Nu moet er bij gezegd worden, dat uit Minister Aalberse's verklaring bleek, dat niet slechts de aan neming van hot amendement, maar de daaraan voor i öfgegane verklaring van den leider der Christ.-Hfsto rischen, Dr. Schokking, hem tot zijn mededeeling had geleid. Immers, Dr. Schokking had verklaard, dat de Minister niet overtuigend had bewezen, dat de f 80.000 meer, noodig waren, terwijl hij een Com missie om de levensvatbaarheid der school te on derzoeken, had afgewezen. In die omstandigheden achtte Dr. Schokking het in de lijn van de bezuini- gingspolitiek van het Kabinet te liggen om deze ver hooging af te stemmen. Hier trof den Minister dus tegenstand van,zijn coalitie-genooten, en daarop doelde zijn schriftelijke mededeeling. Lntusschen is, er reeds op gewezen, dat de aanleiding voor heen gaan bij Minister Aalberse, wel ver gezocht is. Hier toch geldt het een feitelijk conflict, geen principieel, geen dat het beleid van den Minister als zoodanig raakt In parlementaire kringen wordt dan ook reeds de verwachting uitgesproken, dat hot met dit codl flict nog wel zal losloopen; dat) men een modus vi- vendi zal vinden, wellicht hierin bestaande, dat de Ministei alsnog de Commissie tot onderzoek aan neemt, en dat de Kamer .in afwachting daarvan, na der de f 80.000 toestaat. De Kamer is wel eens meer op haar besluiten teruggekomen^wie herinnert zich niet hoe zij in 1901 het bekende amendement-van Gilse op de x\.iitiewet inslikte om het Kabinet-Pier- son terwille te z)jn! Het grootste deel van deze week is tot dusverre besteed1 aan de Ondenvijsbegrooting. Waarbij wel heel veel gesprokén, maar tot dusverre weinig ge daan is. De pacificatie van het onderwijs heeft een belangrijke plaats in de beraadslagingen ingeno men. Zijn sommige leden ter rechterzijde overtuigd, dat het thans alles goed gaat, niet een ieder deelt den lof,, door den heer van Wijnbergen den Minister toegewaaid. Integendeel, ook van rechts hoorde men zekere onvoldaanheid, en erkent men, dat de voorge nomen bezuiniging niet de verwachte resultaten heeft gebracht. De heer Van Wijnbergen is nog in twijfel of een nieuw onderzoek betreffende de Lageronder. wijswet moet wordfen opgedragen, hetzij aan een Staatscommissie, hetzij, aan den Onderwijsraad. Maar in elk geval, daarover is hij het eens, dat er aanlei ding tot onderzoek is. De heer Rutgers polemiseerde op de hem eigen scherpe wijze met de sprekers van den Vrijheidsbond, hetgeen vóór hem d'e heer van der Molen deed, die den heer Dresselhuijs en mejuf frouw Westerman hoel gemoedelijk verwarde en zoo nu .en dan sprak van mejuffrouw Dresselhuijs en deni 'heer Westerman; die beidien wel bestaan, maar zich gelukkig mogen rekenen buiten de Kamer te zijn! Mejuffrouw Westerman had inderdaad nogal eenige liberale wenschen doen hooren; vooral op de wederinvoermig! van het Fransch bleek zij gesteld, en zij kondigde zelfs een initiatief-voorstel in die richting aan. De scherpste kritiek op het tegenwoor dig gesplitst onderwijs kwam van den kant van den heer Ketelaar. Deze verklaarde zonder omwegen, dat het, onderwijs in de laatste jaren1 aanmerkelijk was achteruitgegaan, en dat die gemeenten, die het on_ .derwijs op peil wilden houden, zich daarvoor groote offers moesten getroostenl Het antwoord van Minister de Visser was, als al tijd, keurig verzorgd, tot in onderdeelen volledig. Spoedig zal bij' de Tweede Kamer dcor minister Ruys een nota worden ingediend over de. salarisregeling van de ambtenaren, wier tractement niet in het Be zoldigingsbesluit is vastgesteld. De Minister had het vooral over de bekende kwestie der schijnhandtee- kening, die te Arnhem is voorgekomen, waar men langs dezen weg de oprichting van een bijzondere school heeft trachten te forceeren. Dat is natuurlijk r.iet altijd tegen te gaan maar in dit geval was' het wel heel sterk, en men heeft er den Minister verwij ten van gemaakt, dat hij daarin niet is opgetreden. In dat verzet verdedigde hij zijn houding, maar ove rigens bleek hij niet afkeerig van een nieuwe com missie. De Minister gaf verder toe, dat voor een zui vere doorwerking van de pacificatie-gedachte een re geling van het bewaarschoolonderwijs noodig is; waar art. 195 der Grondwet daarover niet rept, is het z.i. twijfelachtig of het thans het geschikte oogen blik is om tot deze wettelijke regeling over te gaan. Al wil de Minister echter aan de herziening der Onderwijswet medewerken, een Staatscommissie achtte hij overbodig, want daar blijft de politiek niet buiten. Voor bezuinigingsdoeleinden heeft men bo vendien de Staatscommissie van den heer Rink, die wel door de Ministers bij de Kamerdebatten vrien delijk wordt behandeld en toegesproken, maar op welker opmerkingen, ziet men haar rapporten niet zoozeer wordt gelet. Een wijziging van de Hoo- I geronderwijswet, waardoor verandering zou worden 1 gebracht in het aantal Universiteiten of tot opheffing van theologische faculteiten, zou worden, overgegaan is van den Minister niet te verwachten. Een niet onbelangrijke verklaring legde de Minister af terzake VfiCn het Fransch. Hij bleef op het oude standpunt staan, dat kinderen beter vreemde talen kunnen leeren wanneer zij eenmaal hun eigen taal goed kennen. Maar daartoe zou medewerking noodig zijn van middelbaar onderwijs, en die medewerking is den Minister onthouden. Het middelbaar onderwijs plaatst de kinderen tegenover thema's zonder ze de eerste beginselen bij te brengen. Het onderwijs moet voor alles practisch wezen en daarom overweegt de Minister om toch noodgedwongen in de vijfde en zesde klassen het Fransch weer in te voeren, al strijdt dit met zijn beginsel. In de avondzittingen was Minister Colijn bij de behandeling van Financiën aan het woord, zonder dat daarbij vraagstukken van algemeen beleid ter sprake kwamen. En. nadat Onderwijs was afgehandeld, be gon de Kamer met het dit jaar zoo belangrijko debat over Buitenlandsche Zaken, waarbij reeds dadelijk, bleek, dat het Protocol van Genève een belangrijke plaats in do gedachtenwisseling zal innemen. M. Do aandacht voor Egypte begint to luwen. Het schijnt alsof Ziwar Pasja bereid is geweest tob groote concessies ten einde een conflict te vermijL den. waarvan dó afloop niet zeer twijfelachtig kon worden genoemd en waarin do andoro landen, in verband met do algemeene belangen van hot ver keer door het Suez-'kaniaal, zeer moeilijk hadden kunnen ingrijpen. Men moot Engeland zijn gang wel laten gaan* omdat geen der andere landen in staat of bereid is, zich voor het Suez-kanaai de groote offers te ge troosten, die onvermijdelijk het gevolg zouden zijn van een ietwat langdurig conflict tussohen Londen en Caïro. Maar men weet, hoezeer Frankrijk altoos in het verleden heeft gemokt tegen de Britsche politiek iu Egypte en hoe destijds ihet Zasjoda-ineident die twee landen op het randje van een oorlog bracht. Hoe men in Frankrijk steeds heeft beweerd, dat al de onveiligheid in den Soedan en de zoogenaamde roof- I tochten der Derwisjen alleen bestonden in de verbeelding der Engelschen, die daarin het argu ment zochten voor hun Egyptische politiek. In verband hiermede is liet curieus, dat volgens een •bericht uit Parijs, Engeland bereid zou zijn do goede gezindheid van Frankrijk, lees de vrijq hand voor de traditioneele politiek der conservaticn ven wat Egypte betreft, te koopon door den deso- 1'aten boedel van Spanje in Marokko ,over fe Jatta* aan Frankrijk, dat dan zfijn eigen invlóödssfcxió aldaar'met de Spaansohe zou kunnen yereenign ter zelfder tijd zou Londen dan beroidi zijn Italië in Tripolis ter wille te zijn. Het is natuurlijk lang met zeker, dat dit verhaal j-uist is Misschien is het niets anderö 'dan een Fransch proefballonnetje, om eens te zien uit welken hoek de wind in Londen waait. Het zou anders merkwaardig zijn als Londen de toestem-* ming om zijn voogdij, ten behoeve van geheel Europa, krachtiger dan thans in Egypte uit te oefenen, moest koopen met gebieden of, concessies ten opzichte van gebieden, dieEngeland in het geheel niet toebahooren. Het zou een al te fraaie illustratie zijn van het zelfbeschikkingsrecht der volken, als Engeland aan de Franschen de.... Spaansohe zone van Marokko „schonk" en dit juist op het moment, dat de Ma rokkanen zelf al hun best doen, duidelijk te maken, dat zij yan de vreemdelingen niet willen weten, liet lijkt trouwens vrijwel uitgesloten, dat oen verstandige regeering in Frankrijk ooit zalk ©en „geschenk" (or omkoopgeld, naar men heb wil noemen) zou aanvaarden, aangezienzij gemakkei lijk zou kunnen uitrekenen, dat zij zich in onge hoorde moeilijkheden zou steken door, met consent van Groot-Britannië, als erfgenaam van Spanje te willen optreden in eon 6treek, waar men, blijkens het langdurig on welgelukt verzet, heelemaal niet f ebrand is op vreemde invloedhobbors.Hot cadoau# rijgen der Spaansohe zone zou beteokonen, dab Frankrijk groote offers van menschen en geld zou moeten brengen. En dat het wellicht de kans zou loopen, ook zijn eigen invloedssfeer in Marokko te verliezen. Vandaar dat wel dit bericht zeer apocrief vindon. Bovendien, wat voordeel zou Engeland van zulk oen afstand van aanspraken op een nog niot eens opengevallen erfenis hebben? Wat kan Frankrijk of wat kan een der Europee* sche mogendheden er togen doen, als Groot Britan- niö zijn macht in 'Egypte wil doen gevoelen om in den Soedan baas te blhven? Immers niets. Integendeel: ieder land. dat iets heeft uit te staan met de vaart door het Suez-kanaal, zal bet toejuichen als er orde en rust is in Egypte. Zooals ook ieder verbruiker van katoen on ka toenen goederen het plezierig zal vinden, als door het openstellen van een enorm gebied voor het aanplanten van. katoen het product goedkoopei< wordt. Alleen de Zuidelijke staten der Amerikaan- sche Republiek zullen bezwaar hebben, dat het monopolie, thans practisoh door lien genoten, te toor gaate n dat de prij's Van de katoen, waarvan) Zij voor een goed deel' bestaan en die toch juu on dan al zoo weinig loonend is, nog verder daalt tengevolge der nieuwe concurrentie. Herhaaldelijk heeft .men met kunst en vliegwerk den katoenprijs op peil moeten houden. Op valo risatie na, lieeft men ongeveer elk middel aange wend om oen overvloedigen oogst in to perkon- Dit hoeft ald resultaat pon ad, dat de katoenprijzton steeds in een kringetje hebben geloopen. Laag. zoo laag, dat do aanplant werd beperkt, stijgend door minder productie, en dan woer dalend als 'men, verlakt door hooge prijzen, den aanplant ging uitbreiden. Aan dif spelletje is reeds ©enigszins een eind gemaakt door do concurrentie van Egypte zelf, doch als hieraan nog de Soedan wórdt toegevoegd, waar de grond thans betrekkelijk geen waarde heeft en arbeidskracht goedkoop is, spreekt liet vanzelf, dat het Zuiden der Vereenigdo Staten met betrekkelijk dure gTonden en met (uoor heb imnu- gratieverbod) zeer dure Werkkrachten niet meer meekomt. Zoo ziet men wat er aan een vermoord Engelsch generaal vastzit. Kan vastzitten althans! Een ommekeer is de economische positie van een kwart werelddeel, de opleving van een blanco plek op de wereldkaart Wie weet en wijziging der Amerikaansche immi gratiewetgeving bovendien. Dat op dit laatste toch wel eenige kans bestaat, blijkt uit de boodschap door Coolklge gericht tot het oud<e Congres, dat nu in laatste ziting bijeen js en waarin hij mededeelde, tot eenige verzachting van de immigratiewet wel bereid te zijn. Dit zal natuurlijk geen grooten omvang aanne men. Amerika wil nu eenmaal de Oosterlingen niet. Het heett aan één rassenprobleem al meer dan ge noeg en zijn vakbonden bedanken er voor zich te la ten onderkruipen en hun loonmarkt te laten beder ven door goedkoope werkkrachten uit Europa. Als er dan ook sprake komt van een verzachting dier wet zal het wel zijn langs den weg van selectie, zoodat b.v. Engelschen en Nederlanders, misschien Skandinaviërs, in grooter getale zullen worden toe gelaten. dan de quota dier landen aangeven. Van hen althans weet men dat zij de markt niet zullen bederven door een cent minder te nemen dan het tarief van den vakbond voorschrijft: en dat zij lie ver o veel liever! zullen staken, dan als scab of Joonbederver op te treden! UITKIJK. GEMEENTE NIEUWE NIEDORP. Ingeschreven over de maand November 1924. Geboren: Muus, zoon van Jacob Smit en Oatna rina Geertruida Schekkorman. Ondertrouwd: Simon Warnaar, oud 36 jaar on Jolianna Maria Moolhuijzon, oud 39 jaron. Overleden: Johanna van der Molen, oud f>o jaren, weduwe van Meijerfc Wagemaker. Simon .vos, 84 jaren, woduwnaar van Aofjo Stins. Lornous i>uk- man, oud 63 jaren, weduwnaar van Maartje Faape.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 12