Raad Schagen.
ALS EEN ADELAAR
Zaterdag 6 December 1924.
67ste Jaargang. No. 7550.
DERDE BLAD.
RSerma^ek, Gewrichtspijn,
Verkoudheid.
ftftlfll ven rheasnatiek bevrijd gebleven,
FEUILLETON.
Vergadering op Woensdag. 3 December 1924, des
avonds half zeven uur.
Voorzitter do heer J. Cornelissen, burgemeester,
Secretaris de heer A. C. Roggeveen.
Afwezig do heer Hopman.
Na opening der vergadering volgt de goedkeu
ring 'der notulen.
Door voorzitter wordt meegedeeld, dat door hem
een bekendmaking is geplaatst, waarbij nogmaals
de aandacht is gevestigd op het rookverbod voor
kinderen.
Verder dat voortaan aan 'de Waag de opgave der
eierenveiling zal worden aangeplakt; dat aan het
Prov. Waterleidingbedrijf is verzocht_ voortaan de
verschuldigde gelden per quitantie te innen.
Tegen de vergassing van doode koeien aan *de
gasfabriek bestaan technische bezwaren. Deze koeien
kunnen voortaan begraven worden op het beltter
rein, daar waar thans het oude ijzer ligt, hetwelk
zal worden opgeruimd' en verder op het terrein waar
de woonwagens staan.
.B. en W. deel en mee, dat zij geen voorstel doen
om de verordening op de rioolbelasting te wijizigen,
aangezien geen behoorlijke redactie is te vinden
Voor de uitzondering die gemaakt zou worden voor
de uitmonding van riolen in particuliere watera Bo
vendien moet niet worden vergeten, dat door htet
maken van deze uitzondering een belangrijk verschil
zal verkregen worden ,in de opbrengst van deze be
lasting. terwijl de indirecte uitmondingen de ge
meente evengoed veel werk geven.
Van Ged. Staten is goedgekeurd terugontvangen:
2e suppl. begrooting 1924; geldleening^ f 15.000; ver
koop terrein aan D. Leguit; aankoop terrein P. Rog
geveen.
Wordt overgelegd rapport 3e kwartaal gasbedrijf
en electriciteitsbedrijf. Het eerste wijst een winstcij
fer aan van fl97.49K, het tweede een verlies van
1'1693.10. Dit laatste behoeft niet tot ongerustheid te
leiden, daar het 4e kwartaal de rekening wel slui
tend zal maken, gelet op de resultaten van vorige
jaren.
Al deze mededeelingen worden voor kennisgeving
aangenomen.
Aan de orde is de ontslagaanvrage van den heer
J. J. Houwink, onderwijzer aan de Openbare Lagère
School.
Voorzitter schorst de openbare vergadering.
Na heropening stellen B. en W. voor dit ontslag'
eervol te verleenen met ingang van 1 Januari 1925.
Goedgevonden,
Volgt een adres van het plaatselijk comité der
Katholieke Sociale Actie alhier qm een subsidie voor
de bibliotheek Gevraagd wordt f 50.in eens en
verder een jaarlijksche subsidie van f25.
B. en W. stellen voor op dit verzoek afwijzend te
beschikken, daar zij het niet wenschelijk achten de
zorg der gemeente in die richting uit te breiden. Tot
heden is nog nimmer subsidie voor eenige bibliotheek
gegeven.
•De heer Overtoom gaat niet accoord met het voor
stel van B. en W. Het zal wel meer voorkomen dat
subsidies worden verleend aan dingen die tot nu
toe niet gesubsidieerd zijn geworden en dat zal pok
straks wel voorkomen. Spr. wijst er op dat een
goede boekerij' ten goede komt aan de plaats zelf
en juist het minimumbedrag van 2 cent dat per num
mer geheven wordt, maakt dat subsidie noodig is.
Mevr. Roos-Breed zegt, 'dat ze misschien onbe
wust aanleiding is geweest dat deze subsidieaan
vrage is ingekomen. Toen spreker vorig jaar het
verleenen van subsidie aan da Boekerij te Alkmaar
bepleitte, heeft de heer Van Nuland reeds gezegd dat
de katholieken ook wel om steun zouden komen. Spr.
is nog voor het verleenen van; subsidie aan de boe
kerij te Alkmaar, en zal daartoe straks het voorstel
doen, omdat .dit is een heël uitgebreide boekerij. En
dat kan niet het geval wezen met deze katholieke
bibliotheek, omdat de lectuur eenmaal onder strenge
censuur staat. Spr. kan dan ook niet haar steun geven
aan zulk een eenzijdige bibliotheek.
L\ heer Overtoom vraagt of mevr. Roos-Breed wel
de catalogus goed heeft doorgelezen, want dan zal
had. blijken dat er geen sprake is van een een
zijdige bibliotheek. Als dat het geval was, zouden
ook B. en W. die opmerking wel hebben gemaakt.
Boeken van allerlei richting zijn aanwezigs in hoofd
zaak'lweken in verhalende» trant; ook studieboeken,
maar niet in zoo'n groot aantal.
Mevr. Rooe-Breed antwoordt d«\t
heeft ingezien en een massa schrijven heet zij er
niet in aangetrofter., Vr be*k*n tïAM ge
vraagd worden.
Het voorstel van B. en W. om geen subsidie te
verleenen. wordt met 8 tegen 2 stemmen aangenomen,
tegen stemden de heeren Overtoom en Huiberts.
Mevr, Roos-Breed was blijkbaar zeer verrast dat de
heer Van Nuland voor het voorstel van B. en W.
stemde en vroeg of dit geen abuis was.
De heer Van Nuland: Neen, dat is geen abuis, stelt1
u gerust.
Van de Gymnastiek- en Schermvereeniging „Lvcur-
gus" is een verzoek om subsidie ingekomen, Gewezen
wordt op het feit, dat de vereeniging vroeger lei
ders had die de vereeniging belangeloos steunden,
thans is er een gesalarieerd leider. De kosten zijn nu
met f468— gestegen en wordt de helft in de kosten
gevraagd.
B en W. stellen voor gelet op de nuttige werking
der vereeniging, een subsidie voor het jaar 1925 toe
te staan van f75.
De heer Van Nuland is van oordeel dat de vereeni-
gingen zich zelf moeten weten te redden en spr. is
niet gebleken, dat „Lycurgus" alles in het werk heeft
gesteld om zich van kasmiddelen te voorzien.
De heer Roggeveen meent, dat als er één vereeni
ging is die, aanspraak heeft op subsidie, het „Ly
curgus" ia Jaren heeft deze vereeniging zich verdien
stelijk gemaakt ten aanzien van hulp bij1 het blus-
schen van brand, terwijl aan een groot aantal kin
deren goede lichamelijke opvoeding wordt gegeven
en waar ook orde en regelmaat wordt beoefend.
Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met
8 tegen 2 stemmen, tegen stemden de heeren Huiberts
en Van Nuland.
Van de voetbaNereeniging iySparta" is het verzoek
ingekomen om f75.— subsidie. Waar de financieele
toestand slecht is en de financieele lasten zwaar,
wordt deze subsidie gevraagd.
B. en W. meenen dat de geldmiddelen het niet
toelaten om aan alle verzoeken om subsidie gevolg
te geven en adviseeren zij op het verzoek afwijzend
te beschikkeib
Den heer Van Erp spijt het dat B. en W. hier een
afwijzend voorstel hebben. De laatste jaren is wel ge
bleken, dat deze vereeniging reden van bestaan heeft.
Des Zondags komen honderden menschen naar het
terrein en, spr.. wijst er op dat de gemeente er eerder
voordeel dan nadeel van heeft, want dat de opbrengst
aan plaatselijke belasting meer bedraagt dan de
subsidie die gevraagd wordt. Spr. wijst er nog op
dat vorig jaar een meerderheid en een minderheid in
het college van B. en W. was en het heeft hem toen
genoegen gedaan dat de meerderheid van dit college
toen aan het verzoek heeft voldaan.
Het voorstel van B. en W. om geen subsidie aan
„Sparta" te verleenen, wordt met 7 tegen 3 stemmen
aangenomen, tegen stemden de heeren Van Erp,
Bregm&n en mevr. Roos-Breed.
Aangezien de thans geldende verordening op de
heffing van markt-, staan- en waaggelden is goedge
keurd tot 1 Juli 1925, stellen B. en W. voor om deze
verordening onveranderd opnieuw vast te stellen.
Goedgevonden.
Nu gebleken is dat de gemeentelijke eierenveiling in
een zoodanige algemeene behoefte voorziet, dat de
eiermarkt voor het gebouw „Cérès" geen reden van
bestaan meer heeft, stellen B. en W. voor de bedoelde
markt voor „Cérès" op te heffen.
De heer Van Erp heeft zich verwonderd over dit
voorstel van B. en W. Hij had gedacht dat in den
tegenwoordigen tijd de menschen niet aan banden
zouden worden gelegd en ieder kon markten waar
men dat noodig vond. Zijn standpunt ten opzichte
vani de eierenveiling heetf spr. reeds eerder uiteen
gezet.
Zonder hoofdelijke s/temming wordt overeenkom
stig het voorstel van B. en W. besloten. Alleen de
heer Van Erp wil geacht worden te hebben tegen
gestemd.
B. en W. stellen den Raad voor de volgende be
paling in de algemeene politieverordening op te ne
men:
Burgemeester en Wethouders hebben de eer den
Raad het navolgende ontwerp-aanvulling der Alge
meene Politieverordening ter vaststelling aan te bie
den, zulks met het oog op verschillende, van den
openbaren weg af zichtbare terreinen, welke door
dé eigenaren worden gebruikt als opslagplaats voor
allerlei afval, oud roest, e.d.
„Het is verboden binnen de kom der gemeente op
terreinen, gelegen aan of zichtbaar van dén, openbaren
weg en niet omgeven door ondoorzichtige muren of
schuttingen, van tenminste 2 M. hoogte, bouwmate
rialen, afbraak, puin, afval, pakmaterialen, machi
nerieën of onderdeelen daarvan of in het algemeen
die voorwerpen, die aan dat terrein een onordelijken
indruk geven, neder te leggen of te bewaren, tenzij
met vergunning van Burgemeester en Wethouders.
Burgemeester en Wethouders kunnen aan deze
vergunning voorwaarden verbinden,
j Van het verbod, in het eerste lid genoemd, zijn uit
gezonderd bouwmaterialen, liggende bij gebouwen
I in aanbouw, afbraak, liggende bij gebouwen in af
braak. voor zoolang als die aanbouw of afbraak on
derscheidenlijk duurt, en pakmaterialen, zcolaug het
in- of uitpakken van goederen duurt, zoo dit om
I eenigerlei reden niet binnenshuis kan geschieden.
Chftoorl öeetea Gcystcren (L.) bericht^ons:
schreef U verleden jaar: Ik heb Togab
BaNflttec gebruikt, resultaat wezenlijk prachtig en
verrassend. Ik was sedert
Jaren Rheumatieklijder en
kon niet meer knielen of
loopen. Ik voelde pijn en
etrcahtH dj rsrht»
knie en na het gebruik
van eenige flacons Togal-
tabletten was zonder de
minste maagstoornis de
pijn en stramheid geheel
verdwenen. Ik werd leni
ger en soepeler in aL mijn
ledematen en kon gelijk
vroeger weer knielen en
uren In de bosschen wandelen. Nu is het geheele
herfst, winter en voorjaars-seizoen voorbij en
door doelmatig gebruik van Togal-tabletten ben
ik totaal van Rheumatiek bevrijd gebleven, waar*-
door ik alle Rheumatieklijders met veel vertrouwen
de Togal-tabletten kan aanbevelen." Dagelijks
bereiken ons dergelijke dankbetuigingen, en. alle
bevestigen de goede en snelle resultaten van
Togal-tabletten bij spierrheumatiek, zenuwrheu-
matlek, gewrichtsrheumatiek, rheumatlsche knob
bels, Jicht Ischias, hoofd- en zenuwpijn, verkoud
heid, influenza, griep en slapeloosheid. Genezing
en onschadelijkheid gegarandeerd. Verkrljgb bij
alle Apothekers en Drogisten f 0.80 en f.2.~.
PASTOOR J.8CEUEN
B. en W. stellen dit voor met het oog op verschil
lende aan den openbaren weg of zichtbare terreinen,
welke door de eigenaren worden gebruikt als op
slagplaats voor allerlei afval, oud roest e.d.
Zonder bespreking wordt het voorstel van B. en W.
aangenomen.
Het volgende voorstel wordt door B. en W. gedaan
met betrekking tot de electrificatie van verschillende
wijken in de gemeente.
Zij stellen voor tot aansluiting van het electrisch
net van de Magnusstraat, Roosstraat, Willem van
Beierenstraat, Johanna van Hodenpijlstraat, Laantje,
Bierkade en Rensgars.
De overige nog, niet aangesloten wijken willen
B. en W. niet aansluiten, gezien de weinige belang
stelling. De exploitatie zal met het geringe aanbal
aansluitingen zoodanige ongunstige resultaten ople
veren, dat B. en W. dit niet aandurven. In de Hoep
b.v. waren maar 2 gegadigden voor aansluiting te
vinden. Ook in de Nieuwstraat was het resultaat
pover. In deze straat willen B. en W. de beide loge
menten bovengrondsch aansluiten en verder de men-
Bchen die dit willen van muntgas voorzien. In het
werk is bovendien begrepen de aansluiting der hui
zen op den ondergrondschen kabel op de Loet, de
Markt, Noord, Rensgars en Bierkade.
Met betrekking tot de woningen van de Woning
bouwvereniging stellen,.B. en W. voor de binnen
leidingen aan die vereeniging in huurkoop te geven
in verband waarmee de Woningbouwvereniging de
huren der woningen zal kunnen verhoogen. Deze
huurverhooging zal bedragen f 0.10 per week of zoo
veel minder als de binnenleidingen beneden het be-
groote bedrag kunnen worden gemaakt.
'De kosten aan al deze werken verbonden is
f6600.
B. en W. stellen voor hiervoor een geldleening aan
te gaan, rente hoogstens 6 met jaarlijksche aflos
sing van f650; eerste aflossing in 1925.
De heer Huiberts merkt op, dat dus de buiten
wijken er natuurlijk weer overschieten.
Voorzitter wijst op de hooge kosten van ©lëctrificatie
van wijken als Burghorn, Keins en 'tWad. Aanslui
ting van Burghorn zou kosten f5055,, 'tWad f3007.
'De heer Huiberts vindt het toch een bekrompen
standpunt en wijst op Anna Paulowna en Barsinger-
i hom, waar men de uiterste hoeken zoowat aansluit.
Voorzitter vreest een geweldig dure electriciteit.
wanneer dergelijke onvoordeelige wijken worden
aangesloten. B. en W. voelen veel voor de buitenwij-
i ken en hébben dat getoond door aansluiting van Nes,
Tolken enz. mogelijk te maken.
De heer Huiberts meent dat da buitenwijken zoo
dikwijls moeten betalen aan datgene waarvan ze
1 niet profiteeren, dat ook de buitenwijken wel ge-
j helpen kunnen worden.
De heer Van Nuland vraagt of niet een oplossing
mogelijk is, wanneer het wordt geregeld als vroeger
met Grootewal, waarbij de menschen zich garant
stellen.
De heer Helder wijst er op, dat bekend) is dat aan
sluiting van de buitenwijken de exploitatie drukt en
toch heeft de Raad tot aansluiting besloten. Met de
hier bedoelde buitenwijken i#het echter anders. Wan
neer men b.v. gaat vanaf het bestaande net tot
j 't Wad, dan krijgt men eeret een lange lijn zonder
eenige aansluiting. Hetzelfde ia bet geval met aan
sluiting van de Ifceins 9,ji Burghorn. En dat ia Jiust
zoo verbazend schadelijk. Wanneer d? heer
denkt dat de menschen zich willen verbinden een
garantie te stellen, zooals het met Grootewal is ge
gaan, dan zullen B. en W. dat graag overwegen, maar
dan moet daartoe ook het initiatief door cie men
schen zelf worden genomen.
De heer Huiberts wijst er op da* 'tWad brongaa
heeft, dat heeft Burghorn niet. Er wordt wel eens
gezegd, dat Schagen de toon moet aangeven, maar in
dit geval is Schagen toch een beetje achterlijk.
Voorzitter: Dat toon aangeven geldt voor de kom.
De heer Roggeveen gevoelt iets voor de bezwaren
van den heer Huiberts. maar aan den anderen kant
erkent hij de bezwaren van B. en W. ook.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel
van B. en W. aangenomen.
Door mevrouw J. Roos-Breed en den heer J.
Bregman is een voorstel ingediend tot vaststelling
van een verordening op de heffing van een belasting
op bouwterreinen.
Daarbij is de volgende toelichting: Er wordt voois
gesteld een belasting op de bouwterreinen en gron
den volgens artikel 242b dor gemeentewet, luidende:
Voor bouwterreinen gelegen aan bestaande straten,
grachten en pleinen of van gronden, welke ingevolge
een krachtens art. 28 der woningwet goedgekeurd
j plan, in de naaste toékomst zijn bestemd voor bouw-
terrein en zijn gelegen binnen een door "Ged. Staten
getrokken kring, kan tot een voor alle perceel en ge-
lijk heffingspercentage, eene bijzondere belasting
worden geheven van ten hoogste een half ten hon
derd per jaar van de verkoopswaarde, vastgesteld op
de wijze bjj verbrdening te bepalen. Aanhoorigheden
van woonhuizen zijn in geen geval als bouwterrein te
beschouwen.
Voorstellers meenen dat van gronden waarvan
jaarlijks belasting moet worden betaald, de koopprijs
j zal verminderen en spoediger van de hand zullen
i worden, gedaan; dat een van de grootste bezwaren
1 voor hef bouwen n.1. den grondprijs wordt ont
nomen, en dat dit den bloei van de gemeente zal be
vorderen.
Overgelegd zijn nog verordeningen van de gemeen
ten Tilburg en Zandvoort, waar zulk een belasting"
reeds is ingevoerd.
B. en W. merken op dat de heffing van een der
gelijke belasting hier ook moet worden toegepast op
gronden begrepen in 't uitbreidingsplan der gemeente,
en in een door Ged. Staten vastgestelden kring.
In dit uitbreidingsplan zijn naar het oordeel van
B. en W. groote stukken grond begrepen die. in de
eerste jaren voor bebouwing niet in aanmerking ko
men. terwijl andere terreinen aan bestaande straten
gelegen, niet als bouwterreinen zijn aan te merken en
die toch volgens de verordening zouden moeten wor
den belast. B. en W. achten het niet in het alge
meen belang, in een plaats als de onze, belasting te
leggen op de bouwterreinen, omdat daardoor het
bouwen niet zal worden bevorderd. Het ligt toch voor
de hand, dat de eigenaren der terreinen de belasting
op de eventueele koopers zullen verhalen, waardoor
de bouwterreinen duurder zullen worden en de lust
tot bouwen niet wordt bevorderd.
Opgemerkt wordt, -dat ingeval van instelling der
verordening, een schattingscommissie zal moeten
worden benoemd, waarvan de werkzaamheden be
langrijke kosten voor de gemeente met zich zullen
brengen. Daarom stellen B. en W. voor om het voor
stel niet aan te nemen.
Mevr. Roos-Breed zegt. dat door haar Indertijd is
voorgesteld, om bouwterrein te krijgen een straat aan
te leggen, doch met het oog op de grondprijzen,
meenden B. en W. dat daarvan geen sprake kon we
zen. Toch meende spr. dat er iets gedaan moest wor
den en spr. heeft de overtuiging dat wanneer de
grond belast is, do eigenaar eerder genegen zal
zijn tot verkoopen. De grondeigenaar geeft de waarde
van het terrein op, maar hoe hooger hij die opgeeft,
hoe meer belasting zal hij moeten betalen en dan
zal hij wel een toontje lager beginnen te zingen.
De heer Bregman had gedacht dat dit college van
f- en W- e«n ruimer standpunt had ingenomen. In
1921 heeft, de toenmalige bogrootingscommissie, be
staande uit de heeren Helder. \ran Nuland en Rempt
gevraagd of er een bouwterreinbelasting was te ver
wachten. Toen was het broodje zeker pas gebakken
en nu is het misschien oudbakken en wil men er
zeker niet in happen.
De heer Trapman: We hebben er vroeger ook niet
m willen happen.
De heer Bregman vervolgt met op te merken, dat
de wet door een christelijke regeering is aangeno
men in 1922 en dat alle partijen, vrijzinnig-democra
ten. sociaal-democraten en katholieken zich er voor
verklaarden. Spr. had daarom gemeend dat het voor
stel meer instemming zou hebben gevonden bij dit
college. Spr. is niet tevreden met het antwoord van
B. en W.
De heer Trapman is van oordeel dat het van mevr.
Roos-Breed een vergissing is als zij verwacht dat de
eigenaar bij het belasten van zijn bouwterrein eerder
genegen zal wezen om te verkoopen. Niet de eigenaar
heeft de waarde van het terrein op te geven, doch
er zal m.i. 'n deskundige commissie moeten worden be
noemd, die de waarde zal hebben te schatten en daar
naar zal de belasting moetpn worden geheven. De
heer Bregman, aldus de heer Trapman, is verbaasd
door ETfi.HL M. DELL. uit het Enflfilach dpor
W. J. A. R O LD ANUS Jz^
2.
HOOFDSTUK I.
De Dochter van den Generaal.
in het midden van1 het kleine fort was een kamer,
die alle verdedigers als heilig 'beschouwden, een
klein, kaal vertrek, smal als een gevangeniscel, maar
het was het -veiligste vertrek van alle. In deze ka
mer had generaal Roscoe's dochter, de eenige blanke
vrouw van het garnizoen, veilig gewoond sedert het
begin van de verschrikkelijke belegering.
Met' het strenge verbod om ooit zonder het uit
drukkelijk verlof van haar vader haar schuilplaats
te verlaten. had ze de lange dagen in een soort ge
vangenschap doorgebracht, temidden van het krijgs
rumoer. Ze was nog jong, pog bijna een kind.
Gewend al9 ze was, om den vader, dien ze aanhad,
onvoorwaardelijk te gehoorzamen, had. ze zich in
haar strenge afzondering geschikt maar niet dan
'ia vele betuigingen van spijt en smeekbeden om
een zekere beperkte vrijheid. Ze had zoo gaarne
meegeholpen aan het verplegen van gewonden, of
ich op een andere wijze nuttig gemaakt, maar al-
es was beslist geweigerd en ze had er nooit weer
>p durven terugkomen. Ze was dus opgesloten ge
bleven, onzichtbaar voor ieder en zelf niets en nie
mand ziende. Maar wat ze hoorde gedurende dien
verschrik kei ij ken tijd bij dag en in de lange slape.
looze nachten, was grooter kwelling voor haar ge
weest dan lichamelijke uitputting.
Haar krachten waren daartegen niet bestand en
er kwam. een tijd, dat Muriel Roscoe tot het uiterste
gedreven, haar toevlucht zocht in een geensmiddel
waarvan ze in normalen toestand zich vol afkeer
afgewend zou hebben.
Het middel hielp, maar niet zonder zijn sporen
bij haar achter te laten sporen, welke haar vader
zeker niet zouden ontgaan zijn, zoo hij niet geheel
en al vervuld was geweest van den last, die hem
neerdrukte. lederen morgen en iederen avond be
zocht hij zijn dochter, zonder in haar onrustige
oogen te lezen, wat iemand met een helderder blik
niet ontgaan zou zijn.
Toen de generaal, na het onderhoud met zijn of
ficieren, de kamer van zijn dochter binnenkwam,
keek hij haar scherp-onderzoekend aan, maar hij
begreep de reden van haar vreemden blik niet. Ze
lag op een bamboe-rustbank. Over haar hoofd en
schouders viel de zachte schijn van een schemer
lamp, die het overige van de jonge, tengere gestalte
met het bleeke, vermoeide gezichtje in het half
donker liet. De groote oogen, waaronder donkere
kringen, staarden somber vóór zich, het zwarte haar
was eenvoudig gevlochten tegen haar achterhoofd
opgestoken, wonderbaar haar .zonder glans, maar
zoo dik, dat het bijna te zwaar scheen voor het
kleine hoofdje.
Bij de binnenkomst van den generaal sloeg Muriel
nauwelijks de oogen op.
„Ik ben zoo blij, dat u er is, papa',' zei ze zacht.
„Ik heb zoo naar u verlangd. Het is bijnatijd om
naar bed te gaan, nietwaar?"
'Zacht, op de te-enen, ging hij naar haar toe. Zijn
gedachten waren de laatste uren voortdurend met i
haar bezig geweest en nu keek hij met moer kriti-
schen blik op haar neer dan zijn gewoonte was.
Voor het eerst viel het heih op, hoe bleek haar
gezichtje was, hoe vermoeid haar oogen stonden.
Naast haar op de bank stond een bord met rijst, j
hij zag, dat ze het niet had aangeroerd.
„Kind, hoe komt het", zei hij plotseling bezorgd,
„dat je niets gegeten' hebt? Je bent toch niet ziek?"
Muriel richtte zich een weinig op, een flauw blosje
kleurde even haar wangen.
„Neen, papaatje, ik ben alleen maar moe te
moe om te eten."
Met een zucht ging hij naast haar zitten.
„Je moet toch iets gebruikeD, kind. Het voort
durende thuiszitten is slecht voor je gezondheid cn
daarom moet je je goed voeden."
Ze richtte zich langzaam op en streek met kwij
nend gebaar het zware haar van het voorhoofd.
„Heel goed, papa", zei ze onderworpen, „ik zal
het opeten, maar dan moet u me helpen. Voor mij
alleen is het te veel"
Er scheen iets in zijn houding te zijn, dat h aar
trof en met inspanning trachtte ze haar lusteloosheid
te overwinnen.
„We zullen een kleine pic-nic houden, pap", ze'
ze met een peinzenden glimlach. „Ik heb Ayah
gezegd twee borden te brengen, maar dat beeft ze
vergeten. Het komt er niet op aan, wel?"
De woorden werden kinderlijk gezegd, maar zij
ontroerden den ouden man diep. Hij proefde een
weinig van de rijst onder haar waakzaam oog en
zei, dat hij: het heel lekker vond toen wachtte hij,
dat ze zijn voorbeeld zou volgen. Ze treuzelde nog,
maar stak eindelijk trillend haar lepel in de rijst. nooit in den steek laten. Kan je zijn naatn niet ra-
„Heerlijk hè, papaatje?" zei ze. De oude man ver- den?"
moedde niet ifrelk een möed er achter deze woorden Haar antwoord volgde onmiddellijk, voi vertreu-
verborgen lag. Vader en dochter hielden zich goed wen en de lippen, ofschoon spierwit,' spraken niet
voor elkaar, totdat de rijst tot op de helft ver- zonder eenige merkbare voldoening:
minderd was, toen lieten ze hun ijver varen en ble- ..Kapitein Grange, natuurlijk".
ven een oogenblik zwijgend naast elkaar zitten. De generaal schrok, keek haar snel onderzoekend
Het viel Muriel moeilijk een gesprek gaande te hou aan%
den met den stillen man, die zoo somber en in eigen „Neen, neen", zei hij, „niet Grange! Waarom dacht
gedachten verdiept scheen. je dat?"
Jiensklaps keek ze hem aan, viel op de knieën Hij zag een uitdrukking van teleurstelling, bijna
naast hem neer en sloeg haar armen om zijn hals. v&n ontstelenis, haar oogen verduisteren. Voor het
„Papa, lieve beste papa!" fluisterde ze, haar ge- eerst begonnen haar lippen te trillen,
zichtje aan zijn schouder verbergend in plotselingen, „Wie is het dan, pap? Toch niet.... niet luite.
onuitspreklijken angst. nant Ratcliffe?"
„Wat is er toch? Waarom zegt u niets? U heeft Hij knikte. „Ja, Nick Ratcliffe. Die zal voor ie
iets op het hart. Dat zie ik. Vertel het mij, Ik kan zorgen."
heel moedig zijn, als het noodig is, dat hoeft u zelf „De jonge Nick Ratcliffe! Och, papa, wat bezielt
gezegd." u? Die kan immers nog niet eens op zichzelf pas-
De genera&l keek op zijn dochter neer met on- sen, dat zegt iederen. Bovendien mag ik hem niet.
eindig medelijden. Hij streelde heur haar en zei: Nog maar kort geleden heb ik hem om iets hooren
„Moedig! ja, dat kun jo zijn". Hij wachtte even lachen iets, dat in ij wee maakt, als ik er aan
tot zijn stem vaster zou klinken, toen vervolgde bij: denk. O, papa, ik wil liever, dat kapitein Grange
„Kind, zeg me eens...^. heb Je er wel eens over j voor mij zorgt. Zou hij dat niet willen doen, als u 't
x 1 hem vraagt? Hij is zooveel forscher en sterkercn
zachter."
„Ja, kind, dat weet ik wel. datl ijkt jou zoo toe.
Maar hot is moed, dien je beschermer noodig heeft,
kind, en Ratcliffe heeft meer moed dan het hoele
garnizoen tezamen. Neen, Ratcliffe moet het zijn,
Muriele. En denk er aan hem je geheele vertrouwen
toe-
nagedacht, wat het einde zal zijn van onzen
stand hier?"
Het meisje zweeg en bleef onbeweeglijk in dezelf
de houding.
„Ik heb dien toestand van avond onder de oogen
moeten zien."
Nu bief ze het hoodf op en ke^k hem snel aan, <p._
maar hij was daar op voorbereid en had de wan- te schenken, geheel op hem te 'steunen, want"let wei
hoop uit zijn oogen weten te verdrijven. j wat hij ook doet, het zal met mijn vollegoed-
„Als sir Reginaldi Baasott komt begon Muriel keuring geschieden."
onzeker. I De stem van den ouden man haperde en hij stond
Hij legde zijn hand op haar schouder. „Dus zul j haastig op, zich afwendend van het lamplicht Muriel
je probeeren niet bang te zijn. niet waar? Ik zal, klemde zich zwijgend aan zijn arm vast vol harts-
venals tegen mijn officieren, volkomen oprecht te
gen je zijn. We kunnen het niet langer dan drie da
gen volhouden, Muriel. Sir Bassett zal eerst hier
j kunnen zijn, als het te laat is."
Muriel sprak geen woord. Ze hield, het gezicht tot
tochtelijke tederheid, als instinctmatig voelend, dat
haar vader zwaar leed. Nog nooit te voren had ze
hem zoo diep bewogen gezien.
Na eenige seconden wendde de generaal zich weer
- - tot haar, bukte zich en kuste h'r bedroefd gezichtje
hem opgeheven en haar oogen waren plotseling Zij vlijde zich dicht tegen hem aan in een wanhopig
J gaan schitteren, maar vr$es was er niet in te lezen, j verlangen hem bij zich te houden, maar hij duwde
Met moeite vervolgde de generaal: ..Misschien haar eindelijk zacht van zich.
zal ik niet in staat zijn je te beschermen, als het„Ga weer liggen, lieveling", zei hij, en zie wat
einde daar is, misschien niet eens bij je zijn. Maar j te rusten. Laat het rumoer je geen vrees aanjagen,
er is één man op wien je onvoorwaardelijk kunt ver- Het fort zal het vanavond nog wel uithouden."
trouwen; en die zal, wat er ook moge gebeuren, zijn Hij keek een oogenblik zwijgend! op haar neer,
leven geven, om jou te redden, als het noodig mochttoen kuste hij haar nog eens
zijn. Hij heeft mij gezworen dat de vijand je niet; „Vaarwel, lieveling", zei hij ontroerd, „tot ziens",
zal meevoeren en ik weet. dat hij zijn woord gestand En zichzelf niet langer meester, verliet hij haastig
zal doen. Bij hem ben je veilig. Muriel, bij zal Jel het vertrek.