Raad Schagen. ALS EEN ADELAAR Zaterdag 6 December 1924. 67ste Jaargang. No. 7550. DERDE BLAD. RSerma^ek, Gewrichtspijn, Verkoudheid. ftftlfll ven rheasnatiek bevrijd gebleven, FEUILLETON. Vergadering op Woensdag. 3 December 1924, des avonds half zeven uur. Voorzitter do heer J. Cornelissen, burgemeester, Secretaris de heer A. C. Roggeveen. Afwezig do heer Hopman. Na opening der vergadering volgt de goedkeu ring 'der notulen. Door voorzitter wordt meegedeeld, dat door hem een bekendmaking is geplaatst, waarbij nogmaals de aandacht is gevestigd op het rookverbod voor kinderen. Verder dat voortaan aan 'de Waag de opgave der eierenveiling zal worden aangeplakt; dat aan het Prov. Waterleidingbedrijf is verzocht_ voortaan de verschuldigde gelden per quitantie te innen. Tegen de vergassing van doode koeien aan *de gasfabriek bestaan technische bezwaren. Deze koeien kunnen voortaan begraven worden op het beltter rein, daar waar thans het oude ijzer ligt, hetwelk zal worden opgeruimd' en verder op het terrein waar de woonwagens staan. .B. en W. deel en mee, dat zij geen voorstel doen om de verordening op de rioolbelasting te wijizigen, aangezien geen behoorlijke redactie is te vinden Voor de uitzondering die gemaakt zou worden voor de uitmonding van riolen in particuliere watera Bo vendien moet niet worden vergeten, dat door htet maken van deze uitzondering een belangrijk verschil zal verkregen worden ,in de opbrengst van deze be lasting. terwijl de indirecte uitmondingen de ge meente evengoed veel werk geven. Van Ged. Staten is goedgekeurd terugontvangen: 2e suppl. begrooting 1924; geldleening^ f 15.000; ver koop terrein aan D. Leguit; aankoop terrein P. Rog geveen. Wordt overgelegd rapport 3e kwartaal gasbedrijf en electriciteitsbedrijf. Het eerste wijst een winstcij fer aan van fl97.49K, het tweede een verlies van 1'1693.10. Dit laatste behoeft niet tot ongerustheid te leiden, daar het 4e kwartaal de rekening wel slui tend zal maken, gelet op de resultaten van vorige jaren. Al deze mededeelingen worden voor kennisgeving aangenomen. Aan de orde is de ontslagaanvrage van den heer J. J. Houwink, onderwijzer aan de Openbare Lagère School. Voorzitter schorst de openbare vergadering. Na heropening stellen B. en W. voor dit ontslag' eervol te verleenen met ingang van 1 Januari 1925. Goedgevonden, Volgt een adres van het plaatselijk comité der Katholieke Sociale Actie alhier qm een subsidie voor de bibliotheek Gevraagd wordt f 50.in eens en verder een jaarlijksche subsidie van f25. B. en W. stellen voor op dit verzoek afwijzend te beschikken, daar zij het niet wenschelijk achten de zorg der gemeente in die richting uit te breiden. Tot heden is nog nimmer subsidie voor eenige bibliotheek gegeven. •De heer Overtoom gaat niet accoord met het voor stel van B. en W. Het zal wel meer voorkomen dat subsidies worden verleend aan dingen die tot nu toe niet gesubsidieerd zijn geworden en dat zal pok straks wel voorkomen. Spr. wijst er op dat een goede boekerij' ten goede komt aan de plaats zelf en juist het minimumbedrag van 2 cent dat per num mer geheven wordt, maakt dat subsidie noodig is. Mevr. Roos-Breed zegt, 'dat ze misschien onbe wust aanleiding is geweest dat deze subsidieaan vrage is ingekomen. Toen spreker vorig jaar het verleenen van subsidie aan da Boekerij te Alkmaar bepleitte, heeft de heer Van Nuland reeds gezegd dat de katholieken ook wel om steun zouden komen. Spr. is nog voor het verleenen van; subsidie aan de boe kerij te Alkmaar, en zal daartoe straks het voorstel doen, omdat .dit is een heël uitgebreide boekerij. En dat kan niet het geval wezen met deze katholieke bibliotheek, omdat de lectuur eenmaal onder strenge censuur staat. Spr. kan dan ook niet haar steun geven aan zulk een eenzijdige bibliotheek. L\ heer Overtoom vraagt of mevr. Roos-Breed wel de catalogus goed heeft doorgelezen, want dan zal had. blijken dat er geen sprake is van een een zijdige bibliotheek. Als dat het geval was, zouden ook B. en W. die opmerking wel hebben gemaakt. Boeken van allerlei richting zijn aanwezigs in hoofd zaak'lweken in verhalende» trant; ook studieboeken, maar niet in zoo'n groot aantal. Mevr. Rooe-Breed antwoordt d«\t heeft ingezien en een massa schrijven heet zij er niet in aangetrofter., Vr be*k*n tïAM ge vraagd worden. Het voorstel van B. en W. om geen subsidie te verleenen. wordt met 8 tegen 2 stemmen aangenomen, tegen stemden de heeren Overtoom en Huiberts. Mevr, Roos-Breed was blijkbaar zeer verrast dat de heer Van Nuland voor het voorstel van B. en W. stemde en vroeg of dit geen abuis was. De heer Van Nuland: Neen, dat is geen abuis, stelt1 u gerust. Van de Gymnastiek- en Schermvereeniging „Lvcur- gus" is een verzoek om subsidie ingekomen, Gewezen wordt op het feit, dat de vereeniging vroeger lei ders had die de vereeniging belangeloos steunden, thans is er een gesalarieerd leider. De kosten zijn nu met f468— gestegen en wordt de helft in de kosten gevraagd. B en W. stellen voor gelet op de nuttige werking der vereeniging, een subsidie voor het jaar 1925 toe te staan van f75. De heer Van Nuland is van oordeel dat de vereeni- gingen zich zelf moeten weten te redden en spr. is niet gebleken, dat „Lycurgus" alles in het werk heeft gesteld om zich van kasmiddelen te voorzien. De heer Roggeveen meent, dat als er één vereeni ging is die, aanspraak heeft op subsidie, het „Ly curgus" ia Jaren heeft deze vereeniging zich verdien stelijk gemaakt ten aanzien van hulp bij1 het blus- schen van brand, terwijl aan een groot aantal kin deren goede lichamelijke opvoeding wordt gegeven en waar ook orde en regelmaat wordt beoefend. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met 8 tegen 2 stemmen, tegen stemden de heeren Huiberts en Van Nuland. Van de voetbaNereeniging iySparta" is het verzoek ingekomen om f75.— subsidie. Waar de financieele toestand slecht is en de financieele lasten zwaar, wordt deze subsidie gevraagd. B. en W. meenen dat de geldmiddelen het niet toelaten om aan alle verzoeken om subsidie gevolg te geven en adviseeren zij op het verzoek afwijzend te beschikkeib Den heer Van Erp spijt het dat B. en W. hier een afwijzend voorstel hebben. De laatste jaren is wel ge bleken, dat deze vereeniging reden van bestaan heeft. Des Zondags komen honderden menschen naar het terrein en, spr.. wijst er op dat de gemeente er eerder voordeel dan nadeel van heeft, want dat de opbrengst aan plaatselijke belasting meer bedraagt dan de subsidie die gevraagd wordt. Spr. wijst er nog op dat vorig jaar een meerderheid en een minderheid in het college van B. en W. was en het heeft hem toen genoegen gedaan dat de meerderheid van dit college toen aan het verzoek heeft voldaan. Het voorstel van B. en W. om geen subsidie aan „Sparta" te verleenen, wordt met 7 tegen 3 stemmen aangenomen, tegen stemden de heeren Van Erp, Bregm&n en mevr. Roos-Breed. Aangezien de thans geldende verordening op de heffing van markt-, staan- en waaggelden is goedge keurd tot 1 Juli 1925, stellen B. en W. voor om deze verordening onveranderd opnieuw vast te stellen. Goedgevonden. Nu gebleken is dat de gemeentelijke eierenveiling in een zoodanige algemeene behoefte voorziet, dat de eiermarkt voor het gebouw „Cérès" geen reden van bestaan meer heeft, stellen B. en W. voor de bedoelde markt voor „Cérès" op te heffen. De heer Van Erp heeft zich verwonderd over dit voorstel van B. en W. Hij had gedacht dat in den tegenwoordigen tijd de menschen niet aan banden zouden worden gelegd en ieder kon markten waar men dat noodig vond. Zijn standpunt ten opzichte vani de eierenveiling heetf spr. reeds eerder uiteen gezet. Zonder hoofdelijke s/temming wordt overeenkom stig het voorstel van B. en W. besloten. Alleen de heer Van Erp wil geacht worden te hebben tegen gestemd. B. en W. stellen den Raad voor de volgende be paling in de algemeene politieverordening op te ne men: Burgemeester en Wethouders hebben de eer den Raad het navolgende ontwerp-aanvulling der Alge meene Politieverordening ter vaststelling aan te bie den, zulks met het oog op verschillende, van den openbaren weg af zichtbare terreinen, welke door dé eigenaren worden gebruikt als opslagplaats voor allerlei afval, oud roest, e.d. „Het is verboden binnen de kom der gemeente op terreinen, gelegen aan of zichtbaar van dén, openbaren weg en niet omgeven door ondoorzichtige muren of schuttingen, van tenminste 2 M. hoogte, bouwmate rialen, afbraak, puin, afval, pakmaterialen, machi nerieën of onderdeelen daarvan of in het algemeen die voorwerpen, die aan dat terrein een onordelijken indruk geven, neder te leggen of te bewaren, tenzij met vergunning van Burgemeester en Wethouders. Burgemeester en Wethouders kunnen aan deze vergunning voorwaarden verbinden, j Van het verbod, in het eerste lid genoemd, zijn uit gezonderd bouwmaterialen, liggende bij gebouwen I in aanbouw, afbraak, liggende bij gebouwen in af braak. voor zoolang als die aanbouw of afbraak on derscheidenlijk duurt, en pakmaterialen, zcolaug het in- of uitpakken van goederen duurt, zoo dit om I eenigerlei reden niet binnenshuis kan geschieden. Chftoorl öeetea Gcystcren (L.) bericht^ons: schreef U verleden jaar: Ik heb Togab BaNflttec gebruikt, resultaat wezenlijk prachtig en verrassend. Ik was sedert Jaren Rheumatieklijder en kon niet meer knielen of loopen. Ik voelde pijn en etrcahtH dj rsrht» knie en na het gebruik van eenige flacons Togal- tabletten was zonder de minste maagstoornis de pijn en stramheid geheel verdwenen. Ik werd leni ger en soepeler in aL mijn ledematen en kon gelijk vroeger weer knielen en uren In de bosschen wandelen. Nu is het geheele herfst, winter en voorjaars-seizoen voorbij en door doelmatig gebruik van Togal-tabletten ben ik totaal van Rheumatiek bevrijd gebleven, waar*- door ik alle Rheumatieklijders met veel vertrouwen de Togal-tabletten kan aanbevelen." Dagelijks bereiken ons dergelijke dankbetuigingen, en. alle bevestigen de goede en snelle resultaten van Togal-tabletten bij spierrheumatiek, zenuwrheu- matlek, gewrichtsrheumatiek, rheumatlsche knob bels, Jicht Ischias, hoofd- en zenuwpijn, verkoud heid, influenza, griep en slapeloosheid. Genezing en onschadelijkheid gegarandeerd. Verkrljgb bij alle Apothekers en Drogisten f 0.80 en f.2.~. PASTOOR J.8CEUEN B. en W. stellen dit voor met het oog op verschil lende aan den openbaren weg of zichtbare terreinen, welke door de eigenaren worden gebruikt als op slagplaats voor allerlei afval, oud roest e.d. Zonder bespreking wordt het voorstel van B. en W. aangenomen. Het volgende voorstel wordt door B. en W. gedaan met betrekking tot de electrificatie van verschillende wijken in de gemeente. Zij stellen voor tot aansluiting van het electrisch net van de Magnusstraat, Roosstraat, Willem van Beierenstraat, Johanna van Hodenpijlstraat, Laantje, Bierkade en Rensgars. De overige nog, niet aangesloten wijken willen B. en W. niet aansluiten, gezien de weinige belang stelling. De exploitatie zal met het geringe aanbal aansluitingen zoodanige ongunstige resultaten ople veren, dat B. en W. dit niet aandurven. In de Hoep b.v. waren maar 2 gegadigden voor aansluiting te vinden. Ook in de Nieuwstraat was het resultaat pover. In deze straat willen B. en W. de beide loge menten bovengrondsch aansluiten en verder de men- Bchen die dit willen van muntgas voorzien. In het werk is bovendien begrepen de aansluiting der hui zen op den ondergrondschen kabel op de Loet, de Markt, Noord, Rensgars en Bierkade. Met betrekking tot de woningen van de Woning bouwvereniging stellen,.B. en W. voor de binnen leidingen aan die vereeniging in huurkoop te geven in verband waarmee de Woningbouwvereniging de huren der woningen zal kunnen verhoogen. Deze huurverhooging zal bedragen f 0.10 per week of zoo veel minder als de binnenleidingen beneden het be- groote bedrag kunnen worden gemaakt. 'De kosten aan al deze werken verbonden is f6600. B. en W. stellen voor hiervoor een geldleening aan te gaan, rente hoogstens 6 met jaarlijksche aflos sing van f650; eerste aflossing in 1925. De heer Huiberts merkt op, dat dus de buiten wijken er natuurlijk weer overschieten. Voorzitter wijst op de hooge kosten van ©lëctrificatie van wijken als Burghorn, Keins en 'tWad. Aanslui ting van Burghorn zou kosten f5055,, 'tWad f3007. 'De heer Huiberts vindt het toch een bekrompen standpunt en wijst op Anna Paulowna en Barsinger- i hom, waar men de uiterste hoeken zoowat aansluit. Voorzitter vreest een geweldig dure electriciteit. wanneer dergelijke onvoordeelige wijken worden aangesloten. B. en W. voelen veel voor de buitenwij- i ken en hébben dat getoond door aansluiting van Nes, Tolken enz. mogelijk te maken. De heer Huiberts meent dat da buitenwijken zoo dikwijls moeten betalen aan datgene waarvan ze 1 niet profiteeren, dat ook de buitenwijken wel ge- j helpen kunnen worden. De heer Van Nuland vraagt of niet een oplossing mogelijk is, wanneer het wordt geregeld als vroeger met Grootewal, waarbij de menschen zich garant stellen. De heer Helder wijst er op, dat bekend) is dat aan sluiting van de buitenwijken de exploitatie drukt en toch heeft de Raad tot aansluiting besloten. Met de hier bedoelde buitenwijken i#het echter anders. Wan neer men b.v. gaat vanaf het bestaande net tot j 't Wad, dan krijgt men eeret een lange lijn zonder eenige aansluiting. Hetzelfde ia bet geval met aan sluiting van de Ifceins 9,ji Burghorn. En dat ia Jiust zoo verbazend schadelijk. Wanneer d? heer denkt dat de menschen zich willen verbinden een garantie te stellen, zooals het met Grootewal is ge gaan, dan zullen B. en W. dat graag overwegen, maar dan moet daartoe ook het initiatief door cie men schen zelf worden genomen. De heer Huiberts wijst er op da* 'tWad brongaa heeft, dat heeft Burghorn niet. Er wordt wel eens gezegd, dat Schagen de toon moet aangeven, maar in dit geval is Schagen toch een beetje achterlijk. Voorzitter: Dat toon aangeven geldt voor de kom. De heer Roggeveen gevoelt iets voor de bezwaren van den heer Huiberts. maar aan den anderen kant erkent hij de bezwaren van B. en W. ook. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van B. en W. aangenomen. Door mevrouw J. Roos-Breed en den heer J. Bregman is een voorstel ingediend tot vaststelling van een verordening op de heffing van een belasting op bouwterreinen. Daarbij is de volgende toelichting: Er wordt voois gesteld een belasting op de bouwterreinen en gron den volgens artikel 242b dor gemeentewet, luidende: Voor bouwterreinen gelegen aan bestaande straten, grachten en pleinen of van gronden, welke ingevolge een krachtens art. 28 der woningwet goedgekeurd j plan, in de naaste toékomst zijn bestemd voor bouw- terrein en zijn gelegen binnen een door "Ged. Staten getrokken kring, kan tot een voor alle perceel en ge- lijk heffingspercentage, eene bijzondere belasting worden geheven van ten hoogste een half ten hon derd per jaar van de verkoopswaarde, vastgesteld op de wijze bjj verbrdening te bepalen. Aanhoorigheden van woonhuizen zijn in geen geval als bouwterrein te beschouwen. Voorstellers meenen dat van gronden waarvan jaarlijks belasting moet worden betaald, de koopprijs j zal verminderen en spoediger van de hand zullen i worden, gedaan; dat een van de grootste bezwaren 1 voor hef bouwen n.1. den grondprijs wordt ont nomen, en dat dit den bloei van de gemeente zal be vorderen. Overgelegd zijn nog verordeningen van de gemeen ten Tilburg en Zandvoort, waar zulk een belasting" reeds is ingevoerd. B. en W. merken op dat de heffing van een der gelijke belasting hier ook moet worden toegepast op gronden begrepen in 't uitbreidingsplan der gemeente, en in een door Ged. Staten vastgestelden kring. In dit uitbreidingsplan zijn naar het oordeel van B. en W. groote stukken grond begrepen die. in de eerste jaren voor bebouwing niet in aanmerking ko men. terwijl andere terreinen aan bestaande straten gelegen, niet als bouwterreinen zijn aan te merken en die toch volgens de verordening zouden moeten wor den belast. B. en W. achten het niet in het alge meen belang, in een plaats als de onze, belasting te leggen op de bouwterreinen, omdat daardoor het bouwen niet zal worden bevorderd. Het ligt toch voor de hand, dat de eigenaren der terreinen de belasting op de eventueele koopers zullen verhalen, waardoor de bouwterreinen duurder zullen worden en de lust tot bouwen niet wordt bevorderd. Opgemerkt wordt, -dat ingeval van instelling der verordening, een schattingscommissie zal moeten worden benoemd, waarvan de werkzaamheden be langrijke kosten voor de gemeente met zich zullen brengen. Daarom stellen B. en W. voor om het voor stel niet aan te nemen. Mevr. Roos-Breed zegt. dat door haar Indertijd is voorgesteld, om bouwterrein te krijgen een straat aan te leggen, doch met het oog op de grondprijzen, meenden B. en W. dat daarvan geen sprake kon we zen. Toch meende spr. dat er iets gedaan moest wor den en spr. heeft de overtuiging dat wanneer de grond belast is, do eigenaar eerder genegen zal zijn tot verkoopen. De grondeigenaar geeft de waarde van het terrein op, maar hoe hooger hij die opgeeft, hoe meer belasting zal hij moeten betalen en dan zal hij wel een toontje lager beginnen te zingen. De heer Bregman had gedacht dat dit college van f- en W- e«n ruimer standpunt had ingenomen. In 1921 heeft, de toenmalige bogrootingscommissie, be staande uit de heeren Helder. \ran Nuland en Rempt gevraagd of er een bouwterreinbelasting was te ver wachten. Toen was het broodje zeker pas gebakken en nu is het misschien oudbakken en wil men er zeker niet in happen. De heer Trapman: We hebben er vroeger ook niet m willen happen. De heer Bregman vervolgt met op te merken, dat de wet door een christelijke regeering is aangeno men in 1922 en dat alle partijen, vrijzinnig-democra ten. sociaal-democraten en katholieken zich er voor verklaarden. Spr. had daarom gemeend dat het voor stel meer instemming zou hebben gevonden bij dit college. Spr. is niet tevreden met het antwoord van B. en W. De heer Trapman is van oordeel dat het van mevr. Roos-Breed een vergissing is als zij verwacht dat de eigenaar bij het belasten van zijn bouwterrein eerder genegen zal wezen om te verkoopen. Niet de eigenaar heeft de waarde van het terrein op te geven, doch er zal m.i. 'n deskundige commissie moeten worden be noemd, die de waarde zal hebben te schatten en daar naar zal de belasting moetpn worden geheven. De heer Bregman, aldus de heer Trapman, is verbaasd door ETfi.HL M. DELL. uit het Enflfilach dpor W. J. A. R O LD ANUS Jz^ 2. HOOFDSTUK I. De Dochter van den Generaal. in het midden van1 het kleine fort was een kamer, die alle verdedigers als heilig 'beschouwden, een klein, kaal vertrek, smal als een gevangeniscel, maar het was het -veiligste vertrek van alle. In deze ka mer had generaal Roscoe's dochter, de eenige blanke vrouw van het garnizoen, veilig gewoond sedert het begin van de verschrikkelijke belegering. Met' het strenge verbod om ooit zonder het uit drukkelijk verlof van haar vader haar schuilplaats te verlaten. had ze de lange dagen in een soort ge vangenschap doorgebracht, temidden van het krijgs rumoer. Ze was nog jong, pog bijna een kind. Gewend al9 ze was, om den vader, dien ze aanhad, onvoorwaardelijk te gehoorzamen, had. ze zich in haar strenge afzondering geschikt maar niet dan 'ia vele betuigingen van spijt en smeekbeden om een zekere beperkte vrijheid. Ze had zoo gaarne meegeholpen aan het verplegen van gewonden, of ich op een andere wijze nuttig gemaakt, maar al- es was beslist geweigerd en ze had er nooit weer >p durven terugkomen. Ze was dus opgesloten ge bleven, onzichtbaar voor ieder en zelf niets en nie mand ziende. Maar wat ze hoorde gedurende dien verschrik kei ij ken tijd bij dag en in de lange slape. looze nachten, was grooter kwelling voor haar ge weest dan lichamelijke uitputting. Haar krachten waren daartegen niet bestand en er kwam. een tijd, dat Muriel Roscoe tot het uiterste gedreven, haar toevlucht zocht in een geensmiddel waarvan ze in normalen toestand zich vol afkeer afgewend zou hebben. Het middel hielp, maar niet zonder zijn sporen bij haar achter te laten sporen, welke haar vader zeker niet zouden ontgaan zijn, zoo hij niet geheel en al vervuld was geweest van den last, die hem neerdrukte. lederen morgen en iederen avond be zocht hij zijn dochter, zonder in haar onrustige oogen te lezen, wat iemand met een helderder blik niet ontgaan zou zijn. Toen de generaal, na het onderhoud met zijn of ficieren, de kamer van zijn dochter binnenkwam, keek hij haar scherp-onderzoekend aan, maar hij begreep de reden van haar vreemden blik niet. Ze lag op een bamboe-rustbank. Over haar hoofd en schouders viel de zachte schijn van een schemer lamp, die het overige van de jonge, tengere gestalte met het bleeke, vermoeide gezichtje in het half donker liet. De groote oogen, waaronder donkere kringen, staarden somber vóór zich, het zwarte haar was eenvoudig gevlochten tegen haar achterhoofd opgestoken, wonderbaar haar .zonder glans, maar zoo dik, dat het bijna te zwaar scheen voor het kleine hoofdje. Bij de binnenkomst van den generaal sloeg Muriel nauwelijks de oogen op. „Ik ben zoo blij, dat u er is, papa',' zei ze zacht. „Ik heb zoo naar u verlangd. Het is bijnatijd om naar bed te gaan, nietwaar?" 'Zacht, op de te-enen, ging hij naar haar toe. Zijn gedachten waren de laatste uren voortdurend met i haar bezig geweest en nu keek hij met moer kriti- schen blik op haar neer dan zijn gewoonte was. Voor het eerst viel het heih op, hoe bleek haar gezichtje was, hoe vermoeid haar oogen stonden. Naast haar op de bank stond een bord met rijst, j hij zag, dat ze het niet had aangeroerd. „Kind, hoe komt het", zei hij plotseling bezorgd, „dat je niets gegeten' hebt? Je bent toch niet ziek?" Muriel richtte zich een weinig op, een flauw blosje kleurde even haar wangen. „Neen, papaatje, ik ben alleen maar moe te moe om te eten." Met een zucht ging hij naast haar zitten. „Je moet toch iets gebruikeD, kind. Het voort durende thuiszitten is slecht voor je gezondheid cn daarom moet je je goed voeden." Ze richtte zich langzaam op en streek met kwij nend gebaar het zware haar van het voorhoofd. „Heel goed, papa", zei ze onderworpen, „ik zal het opeten, maar dan moet u me helpen. Voor mij alleen is het te veel" Er scheen iets in zijn houding te zijn, dat h aar trof en met inspanning trachtte ze haar lusteloosheid te overwinnen. „We zullen een kleine pic-nic houden, pap", ze' ze met een peinzenden glimlach. „Ik heb Ayah gezegd twee borden te brengen, maar dat beeft ze vergeten. Het komt er niet op aan, wel?" De woorden werden kinderlijk gezegd, maar zij ontroerden den ouden man diep. Hij proefde een weinig van de rijst onder haar waakzaam oog en zei, dat hij: het heel lekker vond toen wachtte hij, dat ze zijn voorbeeld zou volgen. Ze treuzelde nog, maar stak eindelijk trillend haar lepel in de rijst. nooit in den steek laten. Kan je zijn naatn niet ra- „Heerlijk hè, papaatje?" zei ze. De oude man ver- den?" moedde niet ifrelk een möed er achter deze woorden Haar antwoord volgde onmiddellijk, voi vertreu- verborgen lag. Vader en dochter hielden zich goed wen en de lippen, ofschoon spierwit,' spraken niet voor elkaar, totdat de rijst tot op de helft ver- zonder eenige merkbare voldoening: minderd was, toen lieten ze hun ijver varen en ble- ..Kapitein Grange, natuurlijk". ven een oogenblik zwijgend naast elkaar zitten. De generaal schrok, keek haar snel onderzoekend Het viel Muriel moeilijk een gesprek gaande te hou aan% den met den stillen man, die zoo somber en in eigen „Neen, neen", zei hij, „niet Grange! Waarom dacht gedachten verdiept scheen. je dat?" Jiensklaps keek ze hem aan, viel op de knieën Hij zag een uitdrukking van teleurstelling, bijna naast hem neer en sloeg haar armen om zijn hals. v&n ontstelenis, haar oogen verduisteren. Voor het „Papa, lieve beste papa!" fluisterde ze, haar ge- eerst begonnen haar lippen te trillen, zichtje aan zijn schouder verbergend in plotselingen, „Wie is het dan, pap? Toch niet.... niet luite. onuitspreklijken angst. nant Ratcliffe?" „Wat is er toch? Waarom zegt u niets? U heeft Hij knikte. „Ja, Nick Ratcliffe. Die zal voor ie iets op het hart. Dat zie ik. Vertel het mij, Ik kan zorgen." heel moedig zijn, als het noodig is, dat hoeft u zelf „De jonge Nick Ratcliffe! Och, papa, wat bezielt gezegd." u? Die kan immers nog niet eens op zichzelf pas- De genera&l keek op zijn dochter neer met on- sen, dat zegt iederen. Bovendien mag ik hem niet. eindig medelijden. Hij streelde heur haar en zei: Nog maar kort geleden heb ik hem om iets hooren „Moedig! ja, dat kun jo zijn". Hij wachtte even lachen iets, dat in ij wee maakt, als ik er aan tot zijn stem vaster zou klinken, toen vervolgde bij: denk. O, papa, ik wil liever, dat kapitein Grange „Kind, zeg me eens...^. heb Je er wel eens over j voor mij zorgt. Zou hij dat niet willen doen, als u 't x 1 hem vraagt? Hij is zooveel forscher en sterkercn zachter." „Ja, kind, dat weet ik wel. datl ijkt jou zoo toe. Maar hot is moed, dien je beschermer noodig heeft, kind, en Ratcliffe heeft meer moed dan het hoele garnizoen tezamen. Neen, Ratcliffe moet het zijn, Muriele. En denk er aan hem je geheele vertrouwen toe- nagedacht, wat het einde zal zijn van onzen stand hier?" Het meisje zweeg en bleef onbeweeglijk in dezelf de houding. „Ik heb dien toestand van avond onder de oogen moeten zien." Nu bief ze het hoodf op en ke^k hem snel aan, <p._ maar hij was daar op voorbereid en had de wan- te schenken, geheel op hem te 'steunen, want"let wei hoop uit zijn oogen weten te verdrijven. j wat hij ook doet, het zal met mijn vollegoed- „Als sir Reginaldi Baasott komt begon Muriel keuring geschieden." onzeker. I De stem van den ouden man haperde en hij stond Hij legde zijn hand op haar schouder. „Dus zul j haastig op, zich afwendend van het lamplicht Muriel je probeeren niet bang te zijn. niet waar? Ik zal, klemde zich zwijgend aan zijn arm vast vol harts- venals tegen mijn officieren, volkomen oprecht te gen je zijn. We kunnen het niet langer dan drie da gen volhouden, Muriel. Sir Bassett zal eerst hier j kunnen zijn, als het te laat is." Muriel sprak geen woord. Ze hield, het gezicht tot tochtelijke tederheid, als instinctmatig voelend, dat haar vader zwaar leed. Nog nooit te voren had ze hem zoo diep bewogen gezien. Na eenige seconden wendde de generaal zich weer - - tot haar, bukte zich en kuste h'r bedroefd gezichtje hem opgeheven en haar oogen waren plotseling Zij vlijde zich dicht tegen hem aan in een wanhopig J gaan schitteren, maar vr$es was er niet in te lezen, j verlangen hem bij zich te houden, maar hij duwde Met moeite vervolgde de generaal: ..Misschien haar eindelijk zacht van zich. zal ik niet in staat zijn je te beschermen, als het„Ga weer liggen, lieveling", zei hij, en zie wat einde daar is, misschien niet eens bij je zijn. Maar j te rusten. Laat het rumoer je geen vrees aanjagen, er is één man op wien je onvoorwaardelijk kunt ver- Het fort zal het vanavond nog wel uithouden." trouwen; en die zal, wat er ook moge gebeuren, zijn Hij keek een oogenblik zwijgend! op haar neer, leven geven, om jou te redden, als het noodig mochttoen kuste hij haar nog eens zijn. Hij heeft mij gezworen dat de vijand je niet; „Vaarwel, lieveling", zei hij ontroerd, „tot ziens", zal meevoeren en ik weet. dat hij zijn woord gestand En zichzelf niet langer meester, verliet hij haastig zal doen. Bij hem ben je veilig. Muriel, bij zal Jel het vertrek.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 9