PUROL RHEUMA" Zaterdag 10 Januari 1925. Göate Jaargang. No. 7568. Leliaard en Clauwaard. FEUILLETON. ALS EEN ADELAAR TWEEDE BLAD, vn. De komst van Alva werd door vele Nederlanders niet afgewacht. De prins van Oranje gaf zijn gou verneurschap or aan, verliet Antwerpen en nam de wijk naar Duitsohl&nd. Honderden, neen duizenden volgden zijn voorbeeld. Egmont, Hoorne en Hoog straten bloven. Zoodra het Spaansche leger de stad Gent was binnengetrokken, werden Egmont en Hoorne gevangen genomen en behandelden zij de bevolking als die ecner overwonnen stad*en begin gen zulke gewelddaden en wreedheden, dat, toen Alva zelf verscheen, om den bloedraad in1 te stellen, er reeds heel wat bloed' vergoten was. Toch schreef Alva aan zijn meester dan het spel pas begonnen was. Op 9 Januari 1508 werden de goederen van; Eg mont en Hoorne door de leden van den Bloedraad, Del Rio en Vargas, verbeurd verklaard, honderden Gentenaren werden voor den Raad gedaagd en in den zomer vielen behalve de hoofden van Egmont en Hoorne ook die van verschillende Gentenaren. Verbeurdverklaring van goederen,, onthoofding en verbanning waren aan do orde van den dag en na men nog toe, nadat Alva de legers van den Prins van Oranje en Ladewijk van Nassau verslagen had. Alva eischte van de Staten-Generaal invoering der 100e, 20e en 10e penning en weigerde het voorstel om deze belastingen af te koopen door betaling van f 1200000. Het succes der Watergeuzen op 1 April 1572 bij den Briel, later te Vlissingen, deed de Gentenare'n, die wisten dat hun stadgenooten Anton Utenhove, Ja- cob Martins en Willem de Groeve, tot de dappere Geuzen behoorden, even herademen. Het succes der Geuzen, die den steun hadden in den bekwamen Prins van Oranje, nam toe. Lodewijk van Nassau veroverde Bergen en Henegouwen, Oranje nam Leu ven, Arant van Dolp Mechelen en Termonde, Ou denaarde. De Watergeuzen versloegen de vloot van Medina Celi bij Sluis, verhinderden het ontzet van Middelburg, dat nog de Spaansche zijde -toegedaan was, doch belegerd werd. Geheel Holland hadi vrijwel de zijde van den Prins van Oranje tegen de Spaansche overhoersching geko zen, wel belegerden de legers van Alva met succes Zutphen, Naarden en Haarlem en moordden die ste den uit, wol was Amsterdam nog Spaansch, doch het beleg van Alkmaar was den Spaanschen tiran ton slotte noodlottig en 28 November 1573 werd hij terug geroepen en opgevolgd door Louis de Requesens. Deze begon met een algemeen© amnestie te procla- meeren, maar kwam daarmede juist 5 jaar te laat. Het verzet dor Nederlanden tegen den Spaanschen koning was thans uitstekend geregeld, de prins van Oranje genoot het vertrouwen van de bevolking der Noordelijke provincies en dat vertrouwen nam nog toe, toen op 29 Januari 1574 Mon dragon Mid delburg moest overgeven aan Oranje. De Vlamin gen vierden op 14 April de overwinning der Span. jaarden op de Mookerheide, doch die overwinning woog niet op tegen het échec der Spanjaarden voor vLeiden. De dood van Requesens op 5 Maart 1576 leidde tot oneenighedd onder de Spaansche troepen, waar van de meesten op achterstallige soldij wachtten, zoodat. men trotsche Hidalgo's van weleer soms langs de straten' der Vlaamsche steden zag bedelen. De Prins van Oranje stuurde troepen naar Vlaan deren en trachtte de Vlamingen te bewegen zich bij dc Unie der Vereenigde Nederlanden aan te sluiten. De Spaansche fusie op 4 November gaf den doorslag en op 8 November toekenden de Gentenaren de pa cificatie van Gent, waarbij, de verschillende gewes ten besloten, gezamenlijk de Spaansche troepen te verjagen. De Gentsche burgerij zag de Spaansche troepen in derdaad aftrekken uit het kasteel en ging dadelijk aan den arbeid om handel en nijverheid te bevor deren, de vernielde sluizen in het kanaal naar Sas van Gent werden hersteld, de scheepvaart leefde weer op en do vroegere overheidspersonen kwamen weer op het kussen: de burgerij regeerde weer zich zelf als in de goede oude tijden. Jan van Hembyze Roland van Hembyze, Frans van de Kethulle van Ry- nove waren de leiders dor burgerij' en kozen de par tij van Oranje en tegen Roomsche geestelijkheid, den Roomsch gebleven adel en den inmiddels in Luxem burg aangekomen Don Juan van Oostenrijk, half broeder van Philips, die door dozen IaaUrte tot gou verneur dor Nederlanden jwas benoemd. Oranje waa meester van Brussel en was tot ruwaard van Brabant uitgeroepon. Daarentegen waa aan zijn tegenstander, den Roomsch gebleven Phi- lippe de Croy, hertog van Aarschot, het gouverneur schap van Vlaanderen opgedragen. Toen Aarschot Gent was binnen getrokken, trof hij tegenover zich Ryhove, Hembyze en Gillis Boiluut, die aan het hoofd van gewapende burgers het her stel der oude priviliegiön van vóór 1540 eischten, Aarschot en diens medestanders gevangen ramen, waaronder Jacob Hessels, het vroegere lid van den Bloedraad. Er heerschte inmiddels in Vlaanderen gnoo'e ver deeldheid, een groot aantal waren aanhangers van Oranje en juichten dezen luide toe bij zijn komst te Gent (29 December 1577) en wisten de Staton te be wegen om te verklaren, dat Don Juan een vijand van de Nederlanden was en op voorstel van Oranje Matthlas van Oostenrijk tot gouverneur uit ie roepen, anderen weer bleven den Spaanschen koning en diens gouverneur Don Juan trouw. Daarbij kwam nog, dat veel uitgeweken calvinis ten uit Holland, Duitschland en Engeland terug keerden, de hagepreeken weer begonnen en dat veel openlijke vijandigheden tegenover de katholieke geestelijkheid tot uiting kwamen. Ofschoon wij niet van Clauwaards en Leliaards kunnen sprken, waren er toch twee groepen, thans zoowel door politiek els door geloof verdeeld. Men had de Roomsch-Spaansch gezinden en de Calvinis ten, die voor de onafhankelijkheid waren. Terwijl men in de Noordelijke Nederlanden eens gezind was ten opzichte van de politiek en Room schen de Protestanten bijstonden in hun strijd voor de onafhankelijkheid, was er in de Zuidelijke Ne- j derlanden steeds nog een groote partij, die tegen de onafhankelijkheid was en daarbij leiding had van hoogen adel en Roomsche geestelijkheid. De partij der onafhankelijkheidsvoorstandere, der patriotten had thans de macht in handen en daar zij protestant waren, verklaarden zij het calvinisme tot officieel geloof en weigerden de door Matthlas en Oranje afgeroepen „geloofsvrede te aanvaarden. Integendeel, zij stelden alles in het werk om het katholicisme te benadeelen. Peter Dathenus waa daaraan niet vreemd. Dit alles zette veel kwaad bloed en de Zuidelijke Nederlanden waren rijp voor e enomwenteling ten voordeel© van Spanje. De patriotten gaven ten slotte, nadat Matthias weer vertrokken was, aan den wensch van Oranje gevolg en aanvaarden den geloofsvrede, doch bet was reeds te laat. Ondanks dat Hembyze en Dathe- nus vertrokken waren, brak den godsdiensjtrijd uit. De protestantsche magistraat van Gent benoemt Martin Mocraert, een ex-banneling, tot oen soort inquisiteur over de roomschen en verbanning an geestelijken was het gevolg, terwijl soldaten uitslui tend bij Roomschen werden ingekwartierd, terwijl de kehken tot kazernes en stallen dienden. De Roomsch-Spaansch gezinden werden de Mal. eontenten genoemd, terwijl de protestanten de Pa triotten heetten. Behalve enkele hooge heeren, ais Ryhove,, de Ryc- ke, D'Herde en anderen, waren de Patriotten de la- J gere burgers, terwijl de patriciërs en adel de zaak der Malcontenten waren toegedaan. Deze laatsten hadden slechts een leider noodig. Die loider kwam in den persoon van Alexander Tarnese, hertog van Panna, oen dapper en bekwaam man. Parma was krijgsoverste en diplomaat en muntte in beiden uit. De patriotten verloren meer en moor trrrein, deola door ontevredenheid der felste calvinisten tegen het besluit van Oranje om Frans van' Anjoa. broeder van den Franschen koning, tot graaf van Vlaande ren uit te roepen, de calvinisten konden den St. Bar- iholomeusnacht niet vergeten, deels door het feit dat de roomschen het hoofd opstaken. Wel deed op 20 Augustus 1582 de hertog van An jon zijn joyeuse entrée binnen Gent. wel werd aan den broeder van den Franschen koning en aan Wil lem van Oranje een schitterend banket aangebo den, maar de hertog van Parma verstoorde de vreugde door onder de muren van Gent S00 Fran-j sche soldaten te dooden. Buitendien Anjon ver-1 raadde den Prins van Oranje door een aanval op Antwerpen te doen, bekend als de Fransche fusie (17 Januari 1583). De hertog van Anjon moest de vlucht nemen cn trachtte zich van het land, van Waes meester te mar ken, hetgeen Ryhove aan het hoofd zijner ruiters hein verhinderde. De prins van Oranje bleef ondanks vogr de Handen door ETHEL M. DELL, uit het Eogalsch door W. J. A. ROLDANUS Jr.. 13. Hij had vóór haar gestreden, voor haar geleden had bilrja zijn leven voor haar gegeven. Nu zij hem eindelijk toehoorde, kon hij haar nooit weer van zich laten gaan. Liever zou hij; voor haar zijn be roep opgeven, hoe dierbaar hem dit ook was Hij ging naar den kalender op zijn sohrijftafel en scheurde er een blaadje af. Maar zes nog vóon zijn trouwdag. Met bijna woeste vreugde telde hij ze. Toen sloeg hij, trillende, zijn armen wijd uit, Zii was van hom. van hem van hom., Geen macht ter wereld kon hen ooit weer scheiden. Hij; zou alle hinderpalen uit den weg ruimen. Maar die waren er immers niet moer. Hjjf had ze alle overwonnen. Voor het eerst vergat hij zijn zelfbedwang en liet het vuur van zijn hartstocht botvieren, vrij en onbeteugeld. Op weg naar de Musgravcs kwam hij diohfc bij het huis aen bediende van Lady Bassett tegen, die hem een briefje gaf. Zoodra hij' zag, dat net van Muriel was, stroomde het bloed Hem in heete golven naar het hoofd en deed zij'n sl'apen kloppen van opwinding. Het was het eerste, dat ze hem ooit geschreven had. Hij rukte het open en las: „Ik moet je dadelijk spreken. M." Dat was alles. Onmiddellijk ging hij naar zijn kamer terug en schreef in allerijl een paar regelen aan Will, dat hij plotseling verhinderd was te komen. Toen richtte hij zich op en bleef stokstijf staan. Er was iets gebeurd, dat voelde hij- De dringende boodschap klonk hom als een noodkreet in de ooren. Wie weet, wat er van hem gevergd zou worden? Het ontbrak hem niet aan moed, maar ditmaal was hij niet zeker van zichzelf. Verscheidene minuten gingen er voorbij, voordat hij zich bewoog. Toen bracht hij met oen snelle, hartstochtelijke bewe ging h%nr briefje, dat hij nog in de hand hield, aan znn lippen. Hij had net gevoel, alsof een duivel hem in zijn netten verstrikt had, en hij maakte een woest gebaar, als om zich los te rukken. Maar misschien kwelde hij zich voor niets, 't Was mogelijk, dat ze hem alleen liet komen om te zeggen. cUt ze den volgenden morgen niet met hem rijden kon of iets* van dien aard. Hij zou dadelijk naar haar toegaan, en haar geruststellen, als er iets was, dat naar hinderde. En zoo verliet hij met vasten tred het huis. Ze had hem voor het eerst bij zich ontboden. Hij wilde haar niet laten wachten. HOOFDSTUK XVL Een vuurproef. Toen hij binnenkwam, was de salon leeg; de ra- imen stonden wijd open. De piinboomen teekenden zich zwart en somber af tegen aen donkeren avond hemel. 'Er scheen een gewijde stilte te heersahen in de Iuojit. Hij ging voor het raam staan en keek naar de -bergen. De maan was nog beneden den horizont, maar aan het luchtruim schitterden de sterron met helderen glans. Het was een nacht voor drooinen en hij dacht met kloppend hart aan de avonden, die> zij met hun beiden weer alleen in de bergen zouden zijn, niet meer hongerig en vluchtend om hun lever te redden, maar gaande in een tooverworeld, waar het verleden vergeten was en de toekomst hun tegenblonk, als de bergtoppen van het Paradijs* Bin het hooren van langzame voetstappen keerde hij zich om. Muriel was binnengekomen en deed de deur zacht achter zich dioht. Eerst meende hij', dat ze ziek was, zoo sterk deed haar zware rouw haar bleekheid uitkomen. Maar toen ze dichterbij" kwam, stelde hij zich gerust Het was al laat Ze was ongetwijfeld moe. Hij ging haar onstuimig tegemoet en had in een oogenblik haar handen gegrepen, maar ze bleven slap in de zijne rusten. Haar groote oogen keken, hem aan met een afwezigen blik, ver weg als do lichten van een dorp, die men 's avonds ziet over een wijde vlakte. Ze schonk hem geen woord of glimlach van begroeting. Een angstig vermoeden bekroop hem: hij trok haar snel naar het licht en keek haar onderzoekend aan. „Wat heb je gedaan F' vroeg hij. Ze begreep, dat hij bedoelde en glimlachte flauw om zijn verontschuldiging. „Niets niets wees niet bang ik heb geen opium (caeer aangeraakt sedert den avond dat jij Alsof de herinnering hem pijnlijk \yas, viel hil haar scherp in de rede: „Pardon. Wat is er dan? Er la ieU gebeurd". alles trouw aan Anjon en verloor «Daardoor moer ca meer aanhanger» in Vlaand oren en Brabant, waar Anjon dagelijks minder populair werd. Anjon zelf trok zich naar Duinkerken terug, een poging door Ryhove gedaan op verzoek van den prins van Oranje om de Staten van Vlaanderen te bewegen Anjon te erkennen, mislukte volkomen en de stemming sloeg te Gent zoodanig om dat men Hembyze, die wegens verraad aan' de zaak der patriotten had moeten vlu'ch ten, verzocht weer terug te komen, ten einde inplaats van Ryhove de leiding der zaak der patriotten en protestanten in handen te nemen. Ryhove tracht den terugkeer van Hembyze te verhinderen door troepen uit Termonde naar Gent te zenden, doch te laat, Hembyze werd feestelijk bin nengehaald en het welkom toegeroepen. Hij kwam in dagen dat Parma steeds meer veld won, reeds was het land van Waea in zijn macht1, reeds had hij leperen en Duinkerken onderworpen en bedreigde hij Brussel. Buitendien loerde in het kamp dier patriotten en protestanten overal het ver raad. De prins de Chimay, gouverneur van Brugge, heul de met de Spanjaarden en speelde in Mei 1584 deze stad en bijna het geheele Vrije in handen van Par ma. 20 Mei 1584 werd de onderwerping van Brugge te Doornik onderteekend. De protestantsche burgemeesters en schepenen, waaronder Noel Caron, die kort daarop ambassa deur der Nederlanden aan het Kof van St. James werd, en dat tot zijn dood toe bleef, vluchtten- naar het huidige Zeeuwsch-Vlaanderen. Hembyze wilde het voorbeeld van Chimay volgen, doch nu had hij toch buiten den waard gerekend. Hembyze, te Gent teruggekeerd, had op 70-jarigen leeftijd de mooie en jonge Anna van Heurne ge trouwd en was bijna gek van trots geworden. Hij meende nog een grooten rol te zullen spelen en wil de zich voor alles op Oranje wreken. Hij trachtte het garnizoen te Termonde tegen hun bevelhebber Ryhove te doen muiten, doch te vergeefs. Zijn ver raad lekt uit en onder de kreet, vrede, vrede en re ligie, religie, liepen de protestanten te wapen en namen den tribuun Hembyze en zijn aanhangers ge vangen. Met de wetenschapdat Parma geweigerd had godsdienstvrijheid te verïeenen, besloten de Sta ten thans trouw te blijven aan de Unie, al hadden Ieperen en Brugge zich onderworpen. Wij zien dat in Gent altijd' een veel heftiger geest heerschte door alle eeuwen heen, dan in Brugge en Ieperen. Kort nadat zijn vijand Willem van Oranje door moordenaarshanden gevallen is (10 Juli 1584) wordt Hembyze ter dood veroordeeld en op 4 Augustus 1584 j het vonnis aan hem voltrokken. Het was bijna een antwoord op den moord op OTanje. •Waren deze Hembyze en Dathenus amdere men- schen geweest, hadden deze niet door IJdelheid, dweepzucht en haat gedreven steeds verkeerd de gemoederen geleid en opgezweept, de zaak der Unie ln Vlaanderen ware geheel anders geloopen. Beide mannen waren op hun. terrein uiterst ge vaarlijk voor de zaak, die zij voorstanden, zij waren van die zaak de ergste vijanden, omdat zij juist in de kaart speelden der tegenstanders. Voor een di plomaat als Parma waren zij als geroepen, en men moet het Parma ter eere nageven dat hij meesterlijk gebruik gemaakt heeft van alle kansen, welke hem in de Zuidelijke Nederlanden geboden werden. Gent bleef de zaak der Unie trouw. Zoo zien wij in Vlaanderen nog 3 steden de zaak der Unie toege daan: Gent in het Oosten, en Oostende m het Wes ten. De moord op Oranje had de Gentenaren op nieuw opgezweept in den haat tegen Spanje en zij zendon een gezantschap maar Prins Maurits. wien zij trouw beloveb. Doch het was moeilijk die belofte te houden. Parma sloot Gent in veroverde Ter monde en dwong Gent op 17 September tot overgave. Parma toonde hier zijn fijn doorzicht, de Gentena ren hadden thans niets anders verwacht dan een geduchte bestraffing, niets van dien aard geschiedde. Hij eischte een oorlogsschatting van 200000 kronen en gaf aan de protestanten gelegenheid om te ver trekken of binnen 3 jaar weer Roomsch te worden. Parma had nu de handen vrij om het beleg te slaan voor Antwepen en Oostende^* We kennen den afloop. Ondanks bet feit dat Brit- sche hulptroepen reeds te Bergen op Zoom waren aangekomen, gaf «Mannin van St. Aldegonde op 17 Augustus 1585 Antwerpen aan Parma over. Oostende bleef tot 1004 nog in handen der Staat- schen en Britten. Toen in dat jaar Spinola ten ©lotte de sleutels'dezer stad in handen had, kon deze zich beroemen, dat thans de Zuidelijke Nederlanden voor Spanje en het Roomsche geloof heroverd) wa ren. Slechts H huidige Zeeuwsch-VLaanderen waa en bleef afvallig. Toen in 1598 de aartshertogen Albert en Isabella de, Nederlanden van Philips II als bruidsschat kregen, liet zich wel aanzien dat dit, zoover het de Noor delijke Nederlanden betrof, een „hand vol windta" was, maar de Zuidelijke Nederlanden waren weer onderworpen en goed roomsch. Men kan ook best begrijpen, dat de onderwerping van Oostende in Rome met vuurwerk en dankzeg gingen gevierd werd. Wie heden in' Belgiö vertoeft, kan zich die vreugde van Rome in die dagen van 1604 verklaren, nu 300 jaar later is het land nog goed Roomsch. De Nederlanden waren nu *n onafhankelijke staat, mankt U het leven tot een last: het vastgezette urine zuur ln Uwe gewrichten be zorgt U ondragelijke pijnen. Verdrijft ze, lost het urine zuur op, geneest. Geen ander middel is half zoo goed als SJögat-t&Metre W tp &|Apo«k.aiDw9.iaMwa. geregeerd door Isabella en Albert, terwijl se dert den dood van Philips II, de broeder van Isabella Philips m te Madrid den Spaanschen koningskroon droeg. Spoedig zou hot den aartshertogen blijken dat hun rijk nog verre van een veilig bezit was. Vier maanden na hun joyeuse entrée te Gent deed Prins Maurito van Oranjo Nassau oen inval in Zeeuwsch- Vlaanderen, veroverde Philippine en lapddo buiten dien oen leger bij Nieuwpoort nabij Oostende. Isa bella monsterde haar troepen voor deze onder bevel van haar gemaal naar Nieuwpoort trokken cn riep hun moed toe. Tegen de strategie van Maurits was Albert niet opgewassen en hij word jammerlijk ver slagen (2 Juli 1600). Vlaanderen bleef steeds weer bedreigd, zoowel tot 23 September 1604 van uit Oostende als na de ver overing van Sluis door Prins Maurits vanuit Staatseh Vlaanderen. Van herleving van handel en industrie was dan ook in de Vlaamsche steden geen sprake, totdat in 1609 het twaalfjarig bestand gesloten werd. Het is alsof de Vlaamsche geest voorgoed gedoofd is nadat met de herovering van Oostende geheel Vlaanderen onder Roomsche en vreemde heerschap pij teruggebracht ia De protestanten zijn verdwenen en de roomschen vervallen als reactie tegen het cal vinisme in een uiterste devotie, die pijnlijk aan doet. De macht der geestelijkheid neemt toe, de beste plekken in stad en, dorp woorden door do gees telijkheid voor het stichten vam kloosters en bede huizen in gebruik gonomen en zoodoende de op bloei en uitbreiding der steden tegengehouden. De dood'e hand drukt loodzwaar en het volk klaagt doch zonder nuttig effect. Men gaat weer terug naar een soort heksen, en ketterjacht en heel wat onge- lukkigen betreden den brandstapel. Anderzijds geeft de vrede aanleiding tot uitbun dige luxe, zoodat de regeering plakkaten moest uit vaardigen tegen drink ge lagen bij huwelijk-, doop- en zelfs sterfgevallen. Men nam elke aanleiding te baat om lekker te eten en veel te drinken, het was of het niet op kon. De burgers, die gebleven waren, en den rug gebo gen hadden onder het. Spaansch-Roomsche Juk. waren niet de mannen met ruggegraat., dat was duidelijk te bemerken; inplaats dat zij de handen aan het werk sloegen1 en door initiatief, energie en volharding de d'oodO stad' weer als een vogel Phoenix dedlen herrijzen, waren zij tevreden met een baantje op de bureaux van do vreemde overheer- schers. Van politiek leven was geen sprake, weg wa ren Leliaards en Clauwaards. verdwenen waren do trotsche Vlamingen, die twistten om do hegemonie van hun' gilde, van1 hun stad, van hun gewest, ver dwenen waren de Leliaards, die oen Fmnsche poli tiek en de Clauwaards. die een Engelsche politiek huldigden en hun leven voor hun overtuiging feil hadden. De afstammelingen dier strijdbare Vlamingen dier bekwame imdustricelen en kooplieden waren hertzij gedood of gevlucht, of nog erger, gekromd on der het juk der overheersching. Wel werd door de aartshertogen gedurende het Bestand getracht de gilden weerbaar te maken en trachtte hij de St. Joris, St. Sobastiaan, en St. An- thonis gilden nieuw leven in' te blazen, maar het ontbrak aan leiders. Wat gaf hèt of de infante Isa bella ai op 6 Augustus 1618 eigenhandig den vogel schoot bij de groote schuttersfeesten te Gent, de geest was verlamd. De Vlaamsche leeuw sliep en we zien hoe langzamerhand alle arrflkelijke stukken in een vreemde taal, in het Fransch opgesteld wor den, omdat de overheerschers geen Vlaamsch ver staan en de Vlamingen als ambtenaren der over- heeTschers maar al te gauw bereid zijn Fransch te schrijven en te spreken, mits zij hun baantje maar mogen behouden. Vlaanderen was dood, Gent, Brugge, en leperen waren doode stecfen geworden, met een zielloozo bevolking, die haar taal niet meer schroef en noode ©prak. Ouders, die hun zoon hoogerop wilden heb ben, deden hem Fransch leeren, omdat hij anders geen ambtelijken of militairen loopbaan kon volgen. Zoo verloor het Vlaamsch als taal zijn beteekenl9 en werd langzamerhand leelijk en armoedig, de taal van dén minderen man, die zich geen moeite gaf mooi of zuiver te spreken en daardoor zijn mooie moedertaal, het Vlaamsch, vermoordde. Een paar eeuwen lang zou die Vlaamsche taal slapen, terwijl de Vlaamsche leeuw met afgeveilde tanden en klauwen lag te dutten, totdat eindelijk een Hendrik Conscience taal en leeuw wakker zou maken. Ze maakte zich met een vermoeid gebaar van hem los en viel op een stoel neer. Op haar neerziend wachtte hij op een verklaring. Deze bleef lang uit. Seconden gingen over in mi nuten, eer ze sprak, en zelfs toen haddon baar woorden nog geen betrekking op de eigenlijke kwes tie. „Ik hoop, dat het je niet ongelegen kwam, van avond hier te komen, Nick. Ik was bang, dat j.e ver hinderd was". Hij dacht aan het dringende van haar boodschap en begreep, dat ze dit alleen zei, om tijd te winnen. Bij een andere gelegenheid zou hij aan zulk een gril toegegeven hebben, maar nu prikkelde het hem bovenmate. Dat tijdperk waren ze nu toch voorbij hij en zij. Zich met moeite bedwingend, antwoordde hij: „Jij gaat mij vóór alles. Wat* heb je mij te zeg gen? Er vloog een uitdrukking van angst over haar go- laat. Ze wierp hem snel een half-bevreesden, half- vragenden blik toe. Onbewust wrong ze de handen ineen. „Wees niet boos o pmij, Nick", zei ze zacht. „Mijn beste meisje, doe nu niet zoo kinderachtig, als H je blieft. Toe, zeg het mij en laat mij niet langer in spanning". Zijn toon stelde haar eenigszins gerust. „Ik weet wel, dat lk kinderachtig ben", erkende ze. „En het is idioot van mij te denken, dat het jou iets zou kunnen schelep, NickIk heb alles nog eens ernstig overdacht enen..—., ben tot het besluit gekomen, dat ik niet met Je kan trouwen. Ik hoop, dat je je t niet te veel zult aantrekken, of schoon ik natuurlijk wel weet" ze lachte even ge- dwongen „dat je Je verplicht zult achten te zeg- i gen van wel. Dat hóeft volstrekt niet hoor, ik be- grijp het heel goed. Ik vond het niet meer dan bil lijk, je dit zoo gauw mogelijk te laten weten". „Dank je", zei Nick en in zijn stem klonk iets. als het springen van een sterk gespannen veer. Toen balde hij de vuisten woest, onstuimig. DoodeliJk ontsteld stond ze op. Als een tijger haar door het open raam had besprongen, had ze niet meer kun nen schrikken. Nick deed een stap naar haar toe; zij bleef staan, als met onmacht geslagen. Zijn gezicht was het zelfde, dat ze eens had gezien, gebogen over een man in doodsstrijd, verwrongen van drift, woest, wreed het gezicht van een duivel! In naamloozen angst deinsde ze achteruit, als in panischen schrik- „Nick", fluisterde ze, „ben je krankzinnig?" Hij antwoordde haar, hortend, met gesmoorde stem, die klonk, als het grommen van een wild beest: .Ja ik ben krankzinnig. Als jij probeert van mij weg te gaan, sta ik niet voor mijzelf in" Ze keek hem aan met wijd-geopende oogen. „Maar, maar stamelde ze „ik ik begrijp je niet O, Niok, je maakt me zoo bang." Het was als de kreet van een verdwaald kind. Als zij* getracht had zioh tegen hem te verzetten, zou de duivel1 in hem losgebroken zijn en op dit Eenblik van onbeteugelde drift al het ridderlijke ul'd, dat hu gedurende de laatste weken beoe- i had, in éen slag te niet gedaan hebben. Maar haar wanhoopskreet trof hem meer dan eenig. ver wijt of protest had kunnen doen. Met een geluid, half-snik, lialf gekreun, keerde hjj haar den rug toe en bedekte net gezicht met zgn handen. Zó bleef hij staan, zonder zich to verroeren. Muriel, zioh vasthoudend aan den schoorsteenmantel, keek hem sohiohtig aan. Opeens ging hij met vluggen, lichten, geruisoh- loozen tred de kamer door naar het open venster en keek naar buiten. Van den anderen kant van den stillen tuin drongen de tonen van „De blauwe Donau- wals" bij tusschenpoozen tot hen door lokkende, klagende tonen, waarop reeds tallooze paren ge danst en van liefde gefluisterd hebben.. Munel drukte de handen togen de ooren, om die geluiden buiten te sluiten. Haar zenuwen waren zóó g^SDun- nen, dat ze het gevoel had, of die zoete muziek haar stapelgek zou maken. Nick scheen hetzelfde te gevoelen, al gaf hij dit door geen gebaar te kennen. Hij staarde onbeweeg lijk in de duisternis, de handen steunend op de vensterbank. Ze keek naar hem, als geboeid, maar hij verroerde zich niet. Hü scheen naar aanwezigheid gehoell vergeten te hebben. Eindelijk deed bet zachte slui ten van het-raam haar rillend opschrikken. Nick koerde zich om en baar hart begon onstuimig, te kloppen. Zo zag hem naderkomen. mot hetzelfde gevoel van afschuw, als op den avona, toen hij haar een sLaap- middel had ingegeven- Weer zag ze hom, zooals ze hem toen had gezien, zwijgond, verschrikkelijk, afschuwelijk, iemand met bovenmensohelijke kracht, wiens overmacht haar als van schrik verlamde. En ook nu deinsde ze wanhopig voor hem terug. Toen roeide se zijn arm om baar been en hoorde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 5