Schayer Courant Van allerlei uit de Men- schelijke samenleving. ALS EEN ADELAAR Zaterdag 17 Januari 1925. G8sle Jaargang. Mo. 7572. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. Na het rooken WYBERT Binnenlandse)) Nieuw», de financieele en economische wereld belangen van het internationaal petroleumbedrijf. Indien wij, tengevolge van don grooten oorlog, het nog niet wisten, dan is het sedertdien., dank zij do voortdurende aandacht, die de pers van alle landen aan het petroleumvraag9tuk schenkt, wel tot ons doorgedrongen welke beteekenis aan de petroleum, in de tegenwoordige verhoudingen der Internationale wereld kan en moet worden toegekend. De tijden, dat Amerika het monopolie van petroleum had. zijn voor bij; do tijden, dat de bijproducten van petroleum een ondergeschikte zaak waren, die men nauwelijks in waarde omzette, behooren lang tot het verleden. Het totale verbruik van petroleum en petroleumproduc- ten over de geheele wereld in 1923, wordt, naar de vrij goede statistieken van het Amerikaaosche iDe- 1>artement van Handel vaststellen, op 38 nüll-iard' gal ons geraamd, waarvan do Vereenlgde Staten er toch nog altijd 25, zijnde 66 pet. van het totaal, ver bruiken. Waarbij dan nog komen de VA milliard gallons bunkerolie, in de Amerikaansche havens, bestemd voor schepen in de vaart op het buitenland, welk bedrag wel eens zou kunnen afnemen, wan neer v de nieuwe vinding van den windmolenmotor, met zooveel succes te Hamburg in toepassing ge bracht, zich even snel zou verspreiden als imen na haar geslaagde proefneming verwacht. De cijfers, die tegenover die van 1923 gesteld zouden kunnen wor den, van b.v. een kwarteeuw geleden, zijn 'zoo geheel daarvan afwijkend, dat men .ze niet behoefde om een ieder van de veranderde wereldtoestanden te door dringen. Maar wat vooral gewijzigd is, is hot petro leumbedrijf zelf. De overmacht van Amerika, dank xij de groote Standard Óil, die jaren achteroen alle touwtjes in handen hield, is vervallen. Twee Engei sche groepen, de Shell, waarin de groote Nederland- ache pctroleuimbelaavgen zijn ondergebracht, en de Anglo-Persian, strijden om den voorrang, zullen zoo straks misschien, één zijn, maar hebben toch ook een gelij'k doel en wel om ziqji van Amerika onafhan kelijk te maken. iMen dient dan .ook wel te beseffen, dat eigenlijk eerst gedurende de laatste kwarteeuw van een petro- leumvraagstuk in den werk el ijken zin des woords sprake ia. Tot in den aanvang der negentiger jaren was de petroleumindustrie slechte in de Verocnigde Staten, in het bijzonder In Roekefeller's organisatie, tot ontwikkeling gekomen. Deze trust, die jaarlijks haar kapitaal met gemiddeld de helft vermeerderde, zocht natuurlijk steeds voor dit enorm toenemend' kapitaal noodgedrongen nieuwe gebieden. Het voor nemen om zich ook buiten de Amerikaansche markt te begeven en andere landen onder haar heerschappij te brengen, werd spoedig onmiskenbaar. Voor Ame rika ging het destijds voornamelijk om afzetmoge lijkheden van de overweldigend aanzwellende pe- troleumvoorradien en dacht men niet of althans min der aan de zekerstelling van de grondstof zelf, waar in men thans het criterium van den strijd erkent. Aangezien behalve de Standard' Oil trust destijds Rus land slechts een noemenswaardige productie bezat, welke door de Nobel- en Rothschild-groepen werd) be- heerscht, en er weldra overeenstemming tusschen Standard Oil en deze beide groepen tot stand kwam, was niemand tegen de kracht der Amerikaansche organisatie, die bovendien over tallooze hulpmidde len beschikte, opgewassen. Tot in 1907 moesten dan ook alle continentale Europeesche petroleumbeïan- gen, waarin ook Duitschland deel had (de Deutsche Bank, Dfekonto Gesellschaft cn Bleichröder Co.) en waarvan de Roemeensche velden een der belangrijk ste onderdeelen vormden, zich naar de voorschriften van de 'Standard Oil voegen- Reeds toen intusschen was de Pure Oil Company erin geslaagd de in Ame rika onafhankelijk gebleven petroleumconcerns aan zich te binden, en vormde zij, voorts door hare ver bindingen met de Europeesche petroleummachtheb- bers eii de Nederlandsch-Indische vennootschappen een groep, die tegenover de Standard Oil niet geheel zonder beteekenis was. Maar toch kan men zeggenf dat tot 1912 de Standard Oil zich in Europa zoodanig geconsolideerd wist. dat b.v. de te Bremcn gevestigde „Europaische Petroleum Union" zich voor het Duit- flche Rijksgerechtshof moest beroepen op de alge-mee- d-oor ethel ML dell, uit het Engelsch door w. j. a. roldanus jts 16. Hij aarzelde even. „Het is moeilijk uit te leggen. Ziet u de man. die de zorg voor u op zich nam, moest bereid zijn tot tot alles. U weet, welke dui- veis die inboorlingen zijn. Er mocht niet de gering ste kans bestaan, dat u in hun handen zoudt vallen. Er moest dus niet alleen gestreden worden, dat be grijpt u wel. Dat hadden we allen wel willen doen tot onzen laatsten ademtocht. Maar uw vader was gedwongen nog meer te vragen. En dat wou alléén Nick Ratcliffe op zidh nemen. Het 19 een vreemde man. Ik had nooit veel idee van hem, tot ik hom eens zag vechten, toen ben ik heelcmaal van opinie veranderd. Dat was geloof ik de voornaamste reden, waarom generhal Roscoe hem tót uw beschermer koos. Hij wist, dat hij op den kalmen mood van dien Ban rekenen kon. De anderen waron vrouwen ver geleken bij Nick". Hij zweeg. Murieï had met strakke aandacht naar hem geluisterd, zonder een woord te spreken. „Heb ik mij duidelijk genoeg uitgedrukt?" vroeg hjj, toen ze bleef zwijgen. „Bedoelt u, dat ik doodgeschoten moest wonden, *ls de nood aan den man kwam?" vroeg ze met haar diepe, bedaarde stem. Hij knikte. „Ja, dat was het juist. Uw vader zag •kt heel goed in en wij ook. Maar wij durfden dat pet op ons nemen Marshall en ik. Toen bleef al- 'een Nick nog over en hij bood aan u veilig weg te voeren." ^Alleen Nick nog over?" herhaalde ze langzaam, jftek zou voor niets gestaan hebben, kapitein Gïtogp." -ba- geloof ik ook", zei Grange. „Maar hij is ont- zeUend moedig. Hij zou eerst alles beproefd hebben, u te redden." Een huivering liep haar over den rug. „Ja dat weet Jk, dat weet ikl" zei ze. „Maar soms schijnt het mij toe. alsof er een duivel in Nick huist." Langzaam boog ze zich weer over haar vaders schatten en legde ze met trillende vingers bij elkaar. "H waa dus de oplossing van het raadsel het ge ne zinsnede: Vergrijp tegen de goede handelszeden l De toestand in Engeland was wat andera Reeds in 1886 was daar de Burmah Oil Company in het leven geroepen, die op eigen afzetgebied wel met de Stan dard Oil had te vechten, maar in haar strijd hulp van de Regeering kreeg. De Amerikaansche petroleum werd door tolrechten getroffen. De in 1897 opgerichte Petroleum-transport- en handelsvennootschap, de Shell, verbond zich in- 1907, gelijk bekend mag wor den verondersteld, met d-e Koninklijke, waardoor 600 millioen gulden, in de productie aangewend, steun kregen en gaven aan 25 millioen» pond aterling van dit petroleumbedrijf. In 1909 koebt de Burmah Oil Company de concessies, die Engeische ondernemers in Perziö hadden verkregen, en richtto daarmede de Anglo-Persian -met een aanvankelijk kapitaal van 5 millioen p.st., thans tot 20 mill. p.st. uitgegroeid, op. In 1914, kort voordat de groote oorlog uitbrak, is wol gebleken, welko beteekenis do Engeische admiraliteit, destijds geleid door Winsten Churchill, aan' de Anglo- Persian toeschreef. De Regeering besloot voor 50 pet. daaraan deel te nemen. Het hoofdargument was daar bij de grondstoffenvoorzioning van' den Engelschon Staat: de voorziening met brandstof van de oorlogs schepen. Daarnevens speelden billijke prijzen een rol. terwijl strategisch nog werd gesproken van' de zeker heid van het transport naar die plaatsen, waar men de stookolie allereerst behoefde. Men moet dan ook niet vergeten, dat alleen in 1921 Engeland voor de oprichting van petroleunube-vaarplaaiscn oen an derhalf millioen p.st. heeft uitgegeven. Do Asiatic be zat aan het einde van 1920 reeds 80 petroleumsta- tions in alle groote havens der wereld en had er 20 in voorbereiding, die nu zeker alle gereed zijn. In Rangoon, den zetel der Burma Oil Company, zijn alleen een tiental olietanks, die elk 12.000 ton kun nen bevatten. Door gelijke motieven geleid, kwam in 1917 de groote nationale raffinaderij te Swansea van de Anglo-Persian tot stand, die geacht wordt groo. tendeels in de behoeften van Engeland te kunnen voor zien en in verband waarmede dan ook de prijsover- een-komst, die tot het einde van dit jaar tusschen de Koninklijke Shell-groep en de Anglo-Persian bestond betreffende het Engeische handelsgebied, zou kmen te vervallen. De Standard Oil werd geacht daar nog 35 pet. te bezitten. Deze gegevens brengt een Duitsch econoom, Dr. Sy-d-n-ey Jcs-senjin een kort geleden verschenen aardig boekje naar voren, teneinde zijn, vermoedelijk meest Duitsche lezers, op de hoogte te stellen zij het niet volkomen onbevangen van de .wereldbelangen van de Engeische petroleumindustrie". Hij constateert, met begrijpelijke bitterheid, dat de oorlog een defini tief einde heeft gemaakt aan Midden-Europeesche aspiraties om een eigen rol in de belangrijke petro- leum-politiek van deze- dagen te spelen. Hij betreurt dit, daar het belang van de petroleum voor de tegen woordige samenleving onmiskenbaar Is. Hij deelt de functies van het aardoliebedrijf oyer de geheele we reld in een viertal soorten in, zijnde achtereenvol gens: de productie, het transport, de raffinage en de handel, waarbij dan nog tusschen groot- en klein handel te onderscheiden valt. Hij wijst er daarbij op, dat slechts de Standard Oil van Rockefeller deze vier functies, in één hand uitoefenden, maar het vonnis waardoor deze trust, dank zij het aandringen harer niot-Amerikaansche tegenstanders, door hot Hoogge rechtshof in 1910 werd getroffen, heeft hare ontbin ding noodzakelijk gemaakt en daardoor een deel van haar kracht verzwakt. De groote petroleummaat- schappijcn oefenen, gelijk hij aantoont, geen van al len alle vier deze functies uit. D.w.z. zij doen deze functies door verschillende, onderling vorbonden maatschappijen waarnemen. De ideale combinatie zou nu natuurlijk zijn, dat voor elke functie ééno maatschappij gereed stond, en dat boven het geheele samenstel de zoogenaamde „holding company" zou staan, die, van alle technische en tactische zorgen*be vrijd, de handels-strategische leiding zou hebben. Maar de praktijk, die met tal van factoren, waar onder de geographische niet de minst belangrijke zijn, heeft rekening te houden, staat een dergelijke eenvoudige structuur niet toe, en $oo is over en om geheel de wereld gespannen dat eigenaardig samen stel van afzonderlijke vennootschappen- met ingewik kelde en nauwelijks meer te herkennen verbindingen en onder-verbindingen, die de groote massa ten aan zien van de beteekenis van sommige maatschappijen dikwerf in het duister laten. Eén ding is door dit al les, zoo valt te constateeren. wel komen vast te staan: er zijtn groote kapitalen noodig om aan de petroleum industrie op behoorlijke wijze deel te nemen en klei ne maatschappijen verhinderen slechts den techni- schen uitbouw van dit bedrijf. De ondernemingen moeten zoodanig gecombineerd zijn, dat zij de vier functies geheel omvatten, en bovendien een geogra phische verspreiding vinden, die met verschillende denkbare mogelijkheden van dezen tijd rekening houdt. Uit wolke enkele eischen reeds voldoende blijkt, dat de leiding van het petroleumbedrijf .een groote mate van technische kennis met paren aan algemeen doorzicht, en dat men niet ten onrechte een man als Sir Henry Deterding, die in een korte spanne tijd» de Koninklijke Shall-combinatie heeft opge bouwd, tot één machtig concern, geniale kwaliteiten toeschrijft! Want, dat is het eigenaardige In het bij uitstek internationaal petroleumbedrijf, dat de persoonlijke verbindingen daarin een groote rol spelen. Bij alle combinaties zit natuurlijk de neiging en de bedoeling heim, waarom hij gekozen werd om- haar te redden. Nu bogroep ze alles. Na een korte pauze vervolgde ze iets -kalmer: „Heeft Nick wel eens met u over mij gesproken?" „Neen, nooit" „Dan verzoek ik u, kapitein Grange Muriel stond op en keek hem scherp aan „nooit weeT zijn naam tegen mij te noemen. Ik ik wil -hem ver geten." Ze loek nog zoo jong en tenger, zooals ze daar stond en weer gevoelde Grange een groot medelijden met haar. Er waren vage geruchten tot hem geko men over die paar weken in Slmla, toen haar naam en die van Nick Ratcliffe steeds samen genoemd wer den, maar toch wist hij niet precies, wat er tusschen hen was voorgevallen. Zou Nick wel goed voor haar geweest izijn Hoe kwam het, dat zij 't niet kon ver dragen, zijn naam te hooron noemen? Wat hald -hij gedaan, dat ze rilde van afschuw, als ze aan hem dacht en probeerde hem geheel uit haar gedachten te verbannen? Onwillekeurig balde hij de vuisten. Was het ver trouwen van den generaal misschien misplaatst ge weest? En was Nick een schurk? „Ik zal uw wensch eerbiedigen, juffrouw Roscoe". zei hij hardop. %JTet spijt mij dat ik een voor u zoo pijnlijk onderwerp aangeroerd heb, ofschoon het mij genoegen doet, u de waarheid te -hebben kunnen zeg gen. U is toch niet boos op mij, hoop ik?" Haar oogen straalden van oprechte vriendschap. „Neen, volstrekt niet, maar laat mij vergeten, dat is alles." In die paar woorden uitte ze -haar innigsten ziele- wensch. Haar eenig verlangen was te vergeten. En dat was het juist wat ze niet kon. Het binnenkomen van Daisy verbrak hun tête-èu tête. Deze legde haar handen op Grange's breede schouders en fluisterde teeder: „Ga mee naar boven, Grange, om mijn Jongen te zien. Hij ligt zoo lief te slapen." Zoodra de deur zich achter hen gesloten had, zag Muriel Will's brief op den grond liggen, waar hij waarschijnlijk uit Daisy's zak was gevallen, Zc raapte hem op en zag dat hij nog ongeopend was. Met een licht wenkbrauwfronsen zette ze hem op een in 't oog loopende plaats op den schoorsteen mantel. „Overwint de liefde ten slotte?" fluisterde xe en terwijl ze deze vraag deed, plooide zich een cynisch lachje om haar mond. verdwijnt de onaangename ■maak In den mond direct jk door gebruik van de ver- TABLBTTIN Groote doozen 65 Cts« voor om zekere alleenheerschappij uit te oefenen, maar omtrent de wijze, waarop dit dient te geschie den, loopen de -meerlingen uiteen. Fusies worden dik werf vermeden; wat voor den buitenstaander prac- tisch en eenvoudig zou lijkon, zou het bij de uitoefe ning van het bedrijf niet zijn. Zoo ls men, en de Koninklijke Shell-groep doet dit evenzeer als andere combinaties, gekomen tot hot ver bindingsmiddel bij uitnemendheid: de persoonlijk heid. Het is een der loden van de Directie, die do schakel vormt met andero maatschappijen, en al naarmate hij door kapitaal ondersteunde belangen vertegenwoordigt, heeft zijn stem zeggenschap. Bij ongeveer 300 Engeische petroleummaatschappijen is het gemiddeld aantal directeuren vier. Zou dus ieder der directeuren van die maatschappijen ééne functie uitoefenen, dan zouden een 1200 directeuren noodig zijn. Maar daadwerkelijk worden deze 300 maatschap, pijen door 300 directeuren bestuurd, zoodat ieder di recteur in ongeveer vier vennootschappen stem heefi en leiding geeft. De grenzen tusschen de talrijkheid der directeurschappen zijn tusschen 2 en 28, hetgeen natuurlijk verband houdt è-n.m-et de belangrijkheid der -onderscheidene directoraten, èn met de kracht en de beteekenis der diverse persoonlijkheden. Ziet men naar een tabel, aan het boekje van den voornoemden Dr. Sydney Jessen verbonden-, dan ziet men, dat de Koninklijke Shall-combinatie door mid del van de heeren Deterding, Loudon, Colijn, Cohen, Lane en Debenham eenerzijds i9 verbonden met de Asiatic; anderzijds door de heeren Capad-ose, Dr. van Aalst, Dr. IJzerman en Jhr. H. Loudon met de Tam- pico Panuco Petrolouimmaatschappij. De Asiatic is door de heeren- Weil. Lane en Cohen weer verbonden met de United British Petroleum Cy. Ltd., die in de personen van de heeren Wat<son, Barnes en Whigham weer verbinding heeft met de Burmah Oil Company. De Anglo-Persian nu is door de heeren Greenway, Barnes, Wassen en Cargill met de Burmah verbon den, maar naar den anderen kaait zijn het de vier overige bestuursleden van de Anglo-Persian, de hee ren Stewart, Black, Lloyd en Lord Inchcape, die do Anglo-Persian met de Britian Oil and Bunkery Cy. Ltd. verbinden. Lord Inchcapt nu is weer directeur van de Anglo-French Middl-e East Development Cor poration Ltd., welke directoraat bij waarneemt met den heer Exbrayat, welko laatste met de genoemde vier directeuren van de Koninklijke Shell-combinatie weer in het Be9tuur der Tarmpico-Pamico Petroleum- maatschappij zitting heeft. Combinaties, die veel ver der strekken dan deze enkele voorbeelden kunnen aangeven, maar die reeds het bewijs vormen hoezeer met groot talent het persoonlijk element, dat natuur lijk alleen door eerste krachten op commercieel ge bied kan worden vertegenwoordigd, is aangewend teneinde zekere eenheid in bepaalde petroleumgroo- pen tot uiting te brengen. Wanneer men dan ook een blik werpt op het groot aantal petroleummaatschappijen, dat zich thans in verschillenden linden bevindt, dan is de toestand geenszins zoo verward.en' ongeorganiseerd', als hij op het eerste oog lijkt. Wel verre vandaar. Het concern, dat zich tot uit. 1920 rondom de Anglo-Persian had gevormd, bestond uit 77 maatschappijen met een no- minaal kapitaal van rond 120 mill. p.st. pe Koninklij ke Shell-combinatie kan geacht worden te bestaan uit een 50 maatschappijen, die een gezamenlijk ka pitaal van 300 mill. p.st. vertegenwoordigen. Met beide concerns staan dan omtrent 177 maatschap pijen, die afwisselend de verschillende functies in- het petroleumbedrijf uitoefenen, met een gezamenlijk kapitaal van 266 mill. part. in betrekking. In tegen stelling daarmede zijn er omtrent 174 onafhanke lijke petroleummaatschappijen in Engeland met eon kapitaal van omtrent 52 mill. p.st., van welke, althans aan hot, einde van 1920. geen directe of indirecte af hankelijkheid van een der beide groote petrpleum- groepen, die onderling weer een belangenovereen, komst hebben, valt vast te stellen. Zoodanig gerang schikt, zou ruim 90 pet. van het gezamenlijk Engelsch petroleumkapitaal naar belongcnovereenstcmmimg samenwerken. Het overblijvend deel van omtrent pet. neemt tot 36 pet. toe, wanneer men naar het aantal maatschappijen en niet naar het kapitaal re- kent. hetgeen wel e en-bewijs vormt voor den betrek kelijk geringen omvang van het kapitaal dezer „klei ne' maatschappijen). Het is eigenaardig om na te gaan hoe de onderlin ge verhoudingen en functies in liet petroleumbedrijf zich ook in de kapitalen der maatschappijen uit spreken. Van totaal 307 vennootschappeïr met een gezamenlijk kapitaal van 687 mill. p.st. hielden zich met de productie bezig 167 (54,4 pet.), die 368 mill. p. st. (52 pet.) vertegenwoordigen. Met het transport 13 (4,2 pot.), die 85 mill. (12 pet.) vertegenwoordigen. HOOFDSTUK XIX. Een Helden vereerster. ,Goed gespeeld! Goed gespeeld .juffrouw Roscoe!" klonk de vroolijke stem van Oiga. het veertienjarige dochtertje van den dokter, schril over het hockey veld en ze drong door het gezelschap jongens en m>eisje9, die Muriel omringden, heen om haar te fe- liciteeren met haar succes. Olga Ratcliffe was een buitengewoon kind. im pulsief en schrander, met vlugge, lichtblauwe oogen, aan wier blik niets ontging. Eerst had Muriel een soort tegenzin voor haar opgevat, zoo sprekend geleek dit kind op den man. dien ze met inspanning van al haar krachten uit haar gedachten wenschte te verdrijven. Maar bij na dere kennismaking had deze antipathie zich langza merhand opgelost in een woderzijdsche groote vriend schap. Eh Muriel mocht, zoo dikwijls zo daartoe lustt gevoolde, in bet doktersgezin komen. Toch maakte ze daarvan maar zelden gebruik. In het begin was ze bang geweest, dat Dr. Ratcliffe iets gehoord mocht hebben van haar engagement met Nick; maar toen hij nooit eenige zinspeling maakte op haar leven in Indiö, noch op Nick, in verband met haarzelve, was die vrees allengs gaan sluimeren. Maar inwendig verlangde ze soms te weten, -hoe haar vroegere kameraad ini den nood het maakte. Kapitein Grange's bericht omtrent hem had een vage ongerustheid bij haar achtergelaten, «Ho niet weg te redeneeren was. Misschien kon ze iets meer van Olgia te weten ko men. Zoodra het spel dien dag afgeloopen en ze met haar naar boven gegaan was. om zich voor de thee op te knappen, begon ze over Nick. Olga straalde, toen zo zijn naam hoorde noemen. „Kent u hem?" vroeg ze verrukt. „Vindt u het_ geen schat van een man? Ik heb ergens een portret' van hem. Ik zal eens zien. of ik het kan vinden. Ik weet zeker, dat hij ziek geweest is. Vader is boos, omdat hij niet hieT wil komen. Hij had gemakkelijk wegens riekte verlof kunnen krijgen, maar dat wil hij niet. Maar vader zegt, dat hij daartoe toch ten slotte nog za! moeten overgaan. Vader zou graag zien, dat hij uit den dierst ging en zich op zijn land goed vestigde. Hij heeft, zooals je weet. een groot buiten, hier ongeveer twaalf mijlen vandaan, dat hora door een oudtante is nagelaten; maar daar wil hl) niets van hooren. Er is geen praten tegen." Met de raffinage 30 (9.8 pet.), die 73 mill. (11 pet) ver tegenwoordigen. Met den handel 46 (16 pet.) die 111 mill. (10 pet!) vertegenwoordigen. En ten laatste met de financiering 51 (10,0 pet.), die 00 mill. (8 pet) ver. tegenwoordige». De gemiddelde grootten der kapita* len zijn voor de productie op 2,5 mill. p.st. vast te stellen; voor het transport op 0H; voor de raffinage op 2,65; voor den handel op 2,4 en voor de financie ring op 1.15 mill. pst. Dat het petroleumbedrijf mot zijn gowoldigon omvang alleen dan' rendoerend kan werken, wanneer onderlinge combinaties het gioo't maken., blijkt ook uit do dividenden. Kleine ven nootschappen kuimcn slechts zelden dividendon be talen en dan nog zeer geringe, tmvijld aarentegen de groote combinaties over ruime dividenden be schikken. Naar de medodeellngen van <le Federal Tra- de Gommission in de Verocnigde Staten sloten over 1919, van de totaal 82 dor met do productie belaste vennootschappen er 14, die 2,6 pet. van de gohoe'e -productie der Vereenigde Staten vertegenwoordigen, haar rekening met 3 pet. verlies af, torwijl ondero 14 vennootschappen, dio 37.3 pet. van do productie ver tegenwoordigen, een dividend van hooger dan 30 pet. konden betalen. Hieruit blijkt wel. dat slechts mach tige combinaties als ook door do Koninklijke Shell zijn ontworpen, van beteekenis zijn op de petrolcum- niatkt. Het behoeft dan ook niet te verwonderen, dat de belangstelling van den gemiddelden Nederlander meer en meer uitgaat naar dit groote concern, waar omheen- zich thans bijkans een vijftigtal maatschap pijen, over geheel do wereld verspreid, groepeeren. Het systeem, krachtens hetwelk deze combinaties worden totstandgebracht, ia even afwisselend als veelzijdig. De Koninklijke staat met de Shell in rechtstreek- sche verbinding; van daaruit gaan vanzelf de lijnen naar de liataafsche, de Anglo-Persian, de Asiatic, ae Mexican Eagle, do Astra Romana en andere groote combinaties. De Asiatic, groot-distributiebedrijf. is weer verbonden met de distributiemaatschappijen in de verschillende deelen van de wereld. Geheel het concern ia verbonden met de Shell Union Oil Corpo ration, die met de overige maatschappijen in Ameri ka en Califortiiö. de betrekkingen onderhoudt. De An. glo-Saxén heeft hare verbindingen in Trinidaü, in Egypte, in Serawak. in den Kau-kasus, in den Oeral, uiteraard meest productie-maatschappijen, mjiar in direct is zij met enkele distributiemaatschappijen verbonden, waaronder in Zuid-Afrika, in- Finland, in België, in Japan, in Portugal gn waar al niet meer. De Bataafsche heeft de rechtstreeksche verbindingen, met de diverse Indische maatschappijen, die de aan vankelijke kern van de macht der Koninklijke vorm den, maar ook hier zijn het maatschappijen van ver schillenden aard, over een groot deel van de wereld verspreid, tot welke zij in betrekking staat. Wil men een ind.ru-k krijgen van do verhouding,, waarin do verschillende landen van de wereld staan ton aanzien van verbruik en productie van pew- leum, dan is het hieronder volgend staatje, waarin de cijfers van het verbmik in millioenen gallons zijn weergegeven met daarachter tusschen haakjes de cijfers van do productie, tcekenend. Dit staatje ziet er als volgt uit: Groot-Brittannië 1486 (nihil), Frank rijk 480 (21). Rusland 1153 (1603), Duitschland 167 (15), Pol enlOÖ (210), Italië 175 (1), Spanje 49 (nihil), Belgiö en Luxemburg 78 (nihil), Nederland 183 (nihil), Roemenie 277 (456), Canada 715 (7), Mexico 476 (6278), Cuba 275 (nihil), Argentinië 418 (137), Bra zilië 109 (nihil), Chili 217 (nihil), Venezuela 18 (160), andere Zuid-Amcrikaansche Staten 113 (290). Cen traal Amerika 15 (nihil), Ncderl. Indiö 200 (630), Ja pen en Fonmosa 106 (71), China 253 (nih.), Britsch-In- diö 471 (318), Australië 50 (nihil). Nieuw Zeeland 25 (nihil), do Philippijnen 83 (nihil), Zuid-Afrikaansche Unie 38 (nihil), Egypte 95 (44), bunkerolie in de Mexi- caansche havens 292, petroleum verhandeld aan het Panamakanaal 559, bunkerolie in de havens van de V. S. 1579. alle a-ndere landen en verbruik op de schepen 2628 (1352). Men behoeft maar naar den aanvang van het staatje te kijken om te begrijpen waarom, en zulks in zoodanige mate, de openbare -meening in Engeland zich met het petroleum vraagstuk bezighoudt als in den loop der laatste jaren geschied 19. Het nieuw-op getreden ministerie heeft een eventueele fusie van de belangen van Anglo Persian cn Koninklijke.Shell reeds aan de orde gestled, tot stichting waarlijk niet van diegenen in ons land. die vreezen, dat zoodoende het Nederlandsche overwicht in deze laatste groep wel eens op onverwachte wijze gebroken zou kunnen worden. Petroleum is niet uitsluitend oen factor van het economisch, maar, zoo niet meer, van het politieke levenl mrw p. j. troelstra. Bij het Partijbestuur van de S.D.A.P. is, naar wij In „Het Volk" lezen, het volgend schrijven van mr. P. J. Troelstra ingekomen: „De verdere ontwikkeling van mijn gezondheids- toestand is niet van dien aard, dat zij optimistische beschouwingen omtrent nog te leveren praestatles wet tigt - „Had ik de mogelijkheid verondersteld, dat het Olga sprong van haar stoel op, nam Muriel In. den arm en zei vleiend: „Juffrouw Roscoe dk mtfg u zeker wel bij dien naam noemen, niet? wat ben ik blij dat jij Oom ick ook zoo graag moogt lijden. Ik ben doller op hem dan op Iemand anders ter we reld. Soms schrijft hij mij heel lange brieven. Die laat ik nooit aan iemand lezen en hij die van mij ook niet. Maar zijn portret kan ik je laten zien Het Ijjkt sprekend met zijn grijnslach en al. Ga Je na de thee n-og even mee naar boven? Dan zal ik het eens opzoeken." En gearmd met Muriel ging ze druk babbelend de kamer uit. HOOFDSTUK XX. Nieuws uit de Oost^ „lk heb gedaoht," zei Grande orv zijn verlegen manier, „of u, zool'ang ik hier ben, lust zoudt heb ben, nu en dan eens met mn te gaan paard rijden?" ylk?" vroeg Muriel verbaasd. Zo hadden samen eon eindje gewandeld en daar ze niet veel met elkaar wisten te praton, hadden ze den meeaten tijd gezwegen. ,.Ik zou het heel prettig vinden," vervolgde zo. „Ik heb niet moer gereden, sedert ik Simla verliet. Allééén rij ik niet graag" Ze keek een oogen blik voor zioh uit, zonder iets te zien. Ze was weer terug in Simla, on hoorde het paardengetrappel onder haar raam, heel vroeg 's morgens, vergezeld door het gezang van een vroolijke, onmuzikale stem, toen haar metgezel haar in eens tot de werkelijkheid terugbracht met de woorden „Daisy blijft zeker den heelen zomer hier?" „Ik geloot het wel." „De kleine jongen ziet er niet uit, alsof hij het Indisch klimaat zou kunnen verdragen. En wat moet ze dan? Zou zo er ooit toe overgaan, hem bij de RatcRffe,s te laten?" „Neen, dat zal ze zeker niet; ze leeft alleen voor het kind" „Dat dacht ik ook," zei Grange droevig. „En als het ooit eens verkeerd met hem ging, zou ze Muriel'a donkere oogen keken hem smeekend aan. „O, zeg dat niet. Ik durf er niet aan donken. Dat zou haar dood zijn." v ,,Ze begint nu bch wat sterker te worden," zei IMT tlBBHfc t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 5