Dc Wereld der Vrouw»
AANKONDIGING»
Knippatronen.
ten den nbiilgen kus en werden berouwvolle boete
lingen door den broederkus weer in de religieuze
gemeenschap opgenomen. De Roomschen kussen het
crucifix, het kruisbeeld, de Joden kusten weleor den
vloer van den tompel en do Mohammedanen kus
sen den zwarten steen, de Kahba in td» bedehuis van j
denzelfden naam te Mekka. Als medicijn komt de
kus ook voor. In de Grieksche kerk laat men zie-
ken een relequle kussen om hun genezing te bevor- j
deren. De kus werd vroeger altijd op den- mond ge- t
geven, wat in verband met de genezende werking bo-
grijpelljk is. Door middel van den adem moest do
genezende zielestof van het godenbeeld in het
lichaam van den zieke komen.
Waar het kussen zoo over de heele wereld en door
allo eeuwen hoon gebruikelijk was, spreekt het van
zelf, dat or heel wat gefilosofeerd is ovor den oor
sprong van den kus. Niet stoeds heeft men dien
gezocht in het magische of roligieuze,
In het oude Rome bijv. is wijn langen tijd oen
sehaarsche lekkernij geweest, waar men .heel zui
nig. op was. Zelfs als offer aan de goden werd wijn
maar zelden gebruikt. Die moesten zich met molk
tevreden stellen.. En vrouwen mochten hoolomaal
geen wijn drinken. De kostelijke wijn was mannen-
drank. In dien tijd was het de gewoonte dat de
vrouwen haar bloedverwanten begroetten met een
kus op den mond. En sommigen beweerden, dat die
gewoonte als maatregel van controle was ingesteld.
Had een vrouw gezondigd tegen het verbod van wijn
drinken, dan proefden de familieleden het in den
letterlijken zin van haar lippen af.
Hoewel deze verklaring misschien heel aardig ge
vonden is en zoo oppervlakkig zeer aannemelijk
klinkt, vond ze toch weinig instemming bij de Ro
meinen. Van alle zijden kwam men heftig op tegen
deze prozaische verklaring vap de kuagewoonte.
En de wijsgeer Aristoteles gaf als verklaring een
geheel andere oorzaak, die op het volgende neer
komt:
Eens maakten de Trojanen, zoowel vrouwen als
mannen, een ontdekkingsreis. Zij landden met hun
schepen aan de 'Italiaansche kust, waar de man
nen aan wal gingen, om eens te onderzoeken, in
welk land zij gekomen waren. De vrouwen bleven
op de schepen achter. Maar het lange omzwerven op
zee was de vrouwen slecht bevallen, zij hadden er
meer clan genoeg van. En omdat het nieuwe land
haar wel leek, gingen ook zij aan den wal en ver
brandden de schepen, waardoor zij niet verder kon
den varen en dus wel gedwongen waren in het nieu
we land te blijven.
Maar toen de vlammen hoog oplaaiden, en zij
goed begonnen te beseffen, wat zij gedaan hadden,
werden zij angstig, vooral toen de mannon weer,te
rugkwamen, want zij wisten, hoe die van1 omzwer
ven hielden. Zloodra de echtgenooten en vaders dan
ook de kust naderden, liepen de vrouwen op hen
toe, wierpen zich in hun armen en smeekten onder
de zachtste liefkozingen en een stroom van kus
sen om vergiffenis voor hun daad.
Tegen deze overdadige teederheid waren de Tro-
jaansche helden niet bestand en zij vergaven gaarne.
Er het kussen al9 manier van begroeten is blijven
bestaan.
M.
MET DE LINKERHAND GEHUWD.
Huwelijken met de linkerhand of morganiatische
huwelijken zijn verbintenissen tusschen vorstelijke
personen en dames van zoogenaamde lagere geboor
te, welke verbintenissen in vorstelijke kringen
streng veroordeeld worden. In alle koninklijke fa
milies geldt de wet, dat koninklijk bloed zich
slechts met koninklijk bloed verm-engen mag. Aan
deze wet hebben koningszonen zich te houden. Op
het gebied der liefde moeten zij hun neigingen on
dergeschikt maken aan wat de traditie van het
huis voorschrijft, op straffe van eerverlies. Deze ge
bondenheid is het lot van koningskinderen, die heel
vaak door hun ouders reeds uitgehuwelijkt worden
en waarbij 'dan nog dikwijfè meer gelet wordt op
politieke belangen dan op de gevoelens der betrok
kenen.
Veelal onderwerpt men zich in die kringen aan
die tragische wet, maar toch komen er ook verschei
dene gevallen voor, dat een koningszoon zich van
het knellend voorschrift losmaakt, en de vrijheid
neemt met een meisje naar zijn keuze te trouwen,
zender zich om de gevolgen te bekommeren. En als
hef eenmaal zoo ver gekomen ls,^ helpt veelal geen
enkel middel meer om het hu\VeliJk weer ongedaan
te maken. Maar aan pogingen daartoe en, ook aan
pogingen om het huwelijk niet te doen doorgaan,
ontbreekt het meestal niet.
Aan het hof van ex-keizer Wilhelm werd bij den
aanvang van den wereldoorlog dtuk gesproken
over het morganatisch huwelijk van zijn vierden
zoon, prins Oscar, Juist op den eersten Augustus 1014,
toen Duitschland aan Rusland en Frankrijk den
oorlog verklaarde. De keizer en de keizerin verzet
ten zich aanvankelijk zeer sterk tegen dit huwelijk,
maar toon Oscar vastbesloten bleef door te zetten,
gaven zijn ouders toe, niet onwaarschijnlijk medo
door den loop der wereldgebeurtenissen in die da
gen. Prins Oscar huwde dus met Ina vom Basso-
witz, die den titel ontving van gravin von Repp.
In 1918 was het de kroonprins Carol van Roe
menië, die op den 27sten Augustus in de Griek
sche kerk te Odessa huwde met een dochter van ge
goede, maar eenvoudige ouders te Boekarest.
In 1917 huwde de aartshertog van Oostenrijk,
Leopold Ferdinand, met een bekende zangeres: Me-
lea Adamovics. Zijn titel, zijn geld en zijn recht op
den troon, alles moest hij opgeven. Met een jaar
geld van 25000 gulden, hem toegelegd op voorwaar
de,6 dat hij nöoit de Oostenrijksche grens meer zou
o\ erschrijden, ging hij in Zwitserland wonen, on
der den naam van Leopold Wolfling.
In het Habsburgsche huis kwam het morganati
sche huwelijk meer voor. In 1900 huwde do troonop
volger Frans Ferdinand met gravin Sophia Cho-
tek, die toen het huwelijk oen feit was geworden, don
titel van prinses von Hohenberg verkreeg. Maar
Frans Ferdinand moest voor zijn eventueele nako
melingen afstand doen van den troon. En zijn vrouw
werd aan het hof slechts geduld, en op alle manie
ren geplaagd, en vernederd. Wanneer er bijv. vorste
lijk bezoek was, dan liep Frans Ferdinand onmid
dellijk achter den keizer, maar zijn- vrouw moest
geheel achteraan loopen, wat in hofkringen e^ls de
grootste vernedering wordt beschouwd.
Een zeer duister eindigend morganatisch huwe
lijk was dat tusschen een neef van keizer Frans Jo
zef van Oostenrijk, aartehertog Johan van Habsburg,
on een danseres, Milly Stubel. Dit huwelijk werd in
1889 te Islington gesloten, De aartshertog deed af-1
standi van al zijn waardigheden, hij was geheel in i
ongenade gevallen. Onder den naam van Johan Orth
is hij met zijn vrouw op reis gegaan naar de eilan- j
den van den Grooten Oceaan. Maar na het vertrek
van hun schip uit Buenos Ayres, heeft men nooit
meer iets van hen vernomen. Waarschijnlijk is het
schip vergaan en misschien rusten de lijken op den
bodem van den oceaan. Maar ook zijn zo misschion
in handen gevallen van menschoneters op een der
vele kleine Zuidzee-eiLanden. En zolfs moet het mo
gelijk geacht worden, dat zij zich een kloin para
dijs hebben geschapen op een dier heerlijke eiland
jes, waar zoo good als nooit oen schip in de nobij-
heid komt.
Groothertog Mlchaol van Rusland raakte in 1891
dol verliefd op eerv Duitsch meisje, Sophio von Me-
renberg en huwde haar in 't gehoim. Maar Cza&r
Aiexander kwam er achter en liet den groothertog
onmiddellijk uit het leger verdwijnen. Alle geldmid
delen werden hem onthouden -en hij werd uit het rijk
verbannen. Waarom? Alleen, omdat hij een meisje
zijner keuze getrouwd had en hierdoor inbreuk
maakte op de vorstelijke traditie.
In 1888 huwde de broeder van den Zweedschen ko
ning met een Engelsch meisje Mrs. Ebba Munck.
Voor zijn huwelijk voerde hij den titel prins Berna-
dotte. Hij deed afstand van al zijn rechten en nam
den titel aan van hertog van Gothland. Het geluk
kige echtpaar heeft een vijftal kinderen.
Zoo is de aangewezen troonopvolger van konin
gin Victoria indertijd met een actrice gehuwd en
meerdere voorbeelden zijn er te geven, dat danseres
sen, gouvernantes, eenvoudige dorpsmeisjes, maar
ook vaak avonturiersters met troonopvolgers in het
huwelijk traden.
Meestal gaven zulke „gevallen" aanleiding tót ver
zet aan het "hof en pogingen om de „affaire" te voor
komen of weer ongedaan te maken, wat evenwel
maar zelden lukte.
M.
Planten in Kamer en Tuin»
73.
HET VERJONGEN VAN VASTE PLANTEN.
We hebben nu al zoo vaak over planten in de ka
nier gesproken, laten we nu onze blikken eens rich
ten naar den tuin, waar de eerste lenteboden, de
witte sneeuwklokjes en de gele winter-aconietjes ons
uitnoodigen onze werkzaamheden te beginnen.
Wat do cultuur van diverse blad- en bloemplanten
kan doen, zien we'gewoonlijk op tentoonstellingen,
men brengt daar slechts het beste, gekweekt onder
de meest gunstige omstandigheden. Wanneer men
als liefhebber jonge planten van soorten, die men
op tentoonstellingen heeft genoteerd, omdat ze daar
zoo bizonder in het oog liepen, uit kweekerijen laat
komen en ze in eigen tuin uitplant, valt de plant
later dikwijls tegen. Voor een groot deel is dit te
wijten aan de behandeling. Zeer sterk komt dit uit
bij grootbloemige Dahlia's en Chrysanthemums. Zel
den verkrijgt men daarvan zulke bloemen als do
kweek er op de tentoonstelling aan het publiek heeft
gepresenteerd. Bedrog is daarbij niet in het spel. De
kweeker oogstte zijn bloemen van planten die hij
maar een beperkt aantal scheuten en daarop weer
maar één bloem liet overbrengen, terwijl de liefheb
ber niet of weinig dunde. De kweeker voedde zijn
planten sterk, de liefhebber maar matig. Van stand
plaats zullen we maar niet spreken. In een tuin van
een liefhebber staan gewoonlijk veel meer planten,
dan voor een goede ontwikkeling dezer wel past.
Bij vaste planten komt het dikwijls voor, dat men
in de eerste jaren, vooral als men op nieuw terrein
is gaan tuinen, mooie resultaten verkrijgt, terwijl
•raèn in de volgende jaren geregeld minder succes
heeft, tot men begint te twijfelen of men de juiste
soort nog wel bezit. Zeer sterk komt dit uit bij
krachtig groeiende soorten van Speraea, Aster en
Achillea. In nieuw terrein, dat drie steek diep gespit
is en dat goed werd bemest, verkrijgt men in de
eerste jaren van planten, die als beste groeiers be
kend staan, mooie planten, met sterke bloemsten
gels. Na drie jaar wordt dit reeds minder, na 6 Jaar
herkent men nauwelijks de planten van vroeger.
Men mag het echter zoo ver niet laten komen en
dient dergelijke planten om de drie jaar te verjon
gen. De gemakkelijkste methode is om er de oudste
deelen met een schop van af te steken en het gat
dat daardoor ontstaat, met compostaarde op goed
verteerde mostaarde weer aan te vullen.
Met succes kan men dat bij vaste planten in bordera
toepassen. Een aanplant die meer dan drie Jaar oud
is, moet ieder voorjaar aldus onder handen geno
men worden. Men voorkomt dan tevens dat de sterk
ste planten langzamerhand de minder sterke ver
dringen. Bizonder goede resultaten verkrijgt men
daarmee bij Achillea, Eupatorium, Aster Amellus,
Monarda Didyma, ITollianthus Rigidus, Solidago Gi-
gantea, Phlox Hybrida', Rudbeckia Nitida en Laci-
niata, Echinope Ritro, Chrysantheum Indicum en
Uliginosum, Delphinium Hybridum o.m.a. Ook de
Eulalia moet Jaarlijks of althans om het andere Jaar,
flink onder handen genomen worden. Men kan er
stukken van een voet breed bij weg steken. Dit moet
ln het voorjaar gebeuren, zoodra de stengels zijn af
gesneden. Eulalia's toch mooten hun stengels 's win
ters behouden, aangezien zo voor den winter nog
sappig zijn. De gaten worden direct weer met com
post gevuld, ook gebruiken we hiervoor wel oude
aarde uit de broeibakken.
Op deze manier kunnen de vaste planten, die we
hier bespraken, tal van jaren op dezelfde plaats
staan. Eerst wanneer ziekten of insectenplagen optre
den, is het goed alle planten op te nemen, het terrein
opnieuw drie steek te spitten, regelmatig te bemesten
en daarna opnieuw te beplanten cn liefst zoo, dat
dezelfde planten niet weer op dezelfde plaats komen.
Ze moeten dus iets verschikken.
Pioenen moet men altijd vast laten staan, die wor
den telkens mooier en bloeien de eerste jaren na de
verplanting niet.
K. VAN KEULEN,
Tuinbouwvakonderw ijzer.
Een fraaie over-blouse van witte crépe-de-chino,
gegarneerd met parelmoeren knoopjes en open rand
jes. De mouwen zijn lang en wijd, ofschoon zij om
den pols nauw sluiten met een manchetje. De bree-
de zoom onderaan vervangt oen ceintuur en geeft
tevens een mooi, wijd effect aan de blouse, daar de
zoom op de heup iets nauwer is en de blouse dus
een weinig „pouft". Het handige knippatroon van
deze blouse, met volledige gebruiks-aunwijzing, is
ouder No. 226a verkrijgbaar in de bovenmaten 42,
44, 46 en 48. Kosten 60 cent.
De drie-kwart tuniek réchts op onze plaat maakt
men bij voorkeur in een citroen-kleurige kwaliteit
charmouse. Langs den ronden hals en op den zak
wordt met levendige kleuren wol een vroolijk bloem
motief geborduurd, dat op den zak tevens nog ver
fraaid wordt door drie uit wol gewonden kwastjes,
welke in kleur overeen moeten stemmen met do
tintén van het borduursel. Natuurlijk kan men de
geborduurde stukken ook vervangen door klaar ga
len te koopen en dit zelf op te zetten. Het knip-pa-
troon met duidelijke gebruiks-aanwijzing kost UO
cent en is onder No. 237a verkrijgbaar in de bo
venmaten 42, 44, 46 en 48.
Van alle in dit blad geplaatste mode-ontwerpen,
zijn voor onze lezeressen knippatronen met gebruiks
voorschriften bij vooruitbetaling verkrijgbaar, tegen
bij elk model genoemde prijzen.
Bestellingen, met opgaaf van buste-maat (42, 44.
46 of 48) worden, onder toevoeging van het bedrag
aan het Bureau van dit blad, aangenomen. Voofl
kbippatronen, die per post toegezonden moeten wor
den, is 15 cent extra voor port verschuldigd.
N.B. Voor kinderkleertjes geve men, inplaats van
bustemaat, den leeftijd op.
Bij schriftelijke bestelling gelieve men op de enve
loppe te vermelden „Afdeeling Knippatronen".
J
Moeders en haar Kinderen»
SLORDIGHEID.
Een moeder zegt:
Slordigheid is een slechte eigenschap voo.r kinde
ren. Daarom heb ik haar in mijn dochtertje bestre
den, Zij placht uit school de kamer in te rennen
en te kijken welke lekkere hapjes op haar wacht
ten. Als het gerecht haar erg aanlokte, gooide zij
hoedje en manteltje hals over kop op 'n stoel en begon
te eten. Gelukkig heb ik haar dit afgeleerd en in
plaats dat moeder nu haar kleeren weghangt, ont
kleedt zij zich tegenwoordig behoorlijk, in do gang
alvorens binnen te komen.
Nuttige Wenken.
VOOR WANDELAARS.
Het genoegen van een wandeling wordt zoo dik-
wijlg verstoord door den modderigen toestand waar
in de wegen of paden zich bevinden Men moet daar
om, alvorens een voettochtje naar buiten te onder
nemen, de volgende metbode voor het vetten dor
schoenen toepassen.
Neem een half pond talk, eon klein fleschjo
casterolie, een ons bijenwas, een weinigjo lampzwart.
Deze ingrediënten monge men in een pot het beste
is aardewerk waarna het mengsel in een pan
met kokend water komt. Men roert nu, net zoo lang
tot alles terdege gemengd is. De verkregen hoeveel
heid smeersel kan tmen dan in één of meer potjes
bergen, welke men met een stukje perkament goed
dicht maat. De voorraad zal voor langen tijd voldoen
de zijn.
Het opbrengen geschiedt op de gewone wijze, met
een lapje of borstel; het uitwrijven is echter over
bodig.
TEGEN VLEKKEN OP ZILVER.
Zilver kan dikwijls leelijk gevlekt zijn en eón
middel om het blanke metaal, zonder kans op be
schadiging weer schoon te maken, zal iedereen wel
kom zijn. Door een kwart ons zuringzuur op te los
sen in een halven liter water, verkrijgt men een
mengsel, dat voor ons doel dienen kan, na eerst ter
dege geroerd en geschud te zijn.
Men neemt nu een rietje, waaraan men met twijn
draad een stukje spons bevestigd heeft, en brengt
daarmede een weinig van de solutie op de vlekken
in^ het zjlver. Intusschen moet men een hoeveelheid
^fijn krijt in, een flanellen of katoenen doek'gepakt
hebben. Dit krijt wordt nu door krachtig schud
den door den doek op do vochtig gemaakte vlekken
gestort.
Door dit zeven voorkomt men, dat do hardere
stukjes krijt ook op het zilver vallen, waardoor dit
licht zou kunnen krassen. Men maakt nu nog het
gewone smeersel -— door middel van fijn witsel met
wat spiritus en wrijft daarmede hot zilver uit.
Verdwijnen de vlekken dan nog niet geheel, zoo
wordt het noódig aan hot póetsgoed nog een paar
druppels ammonia toe te voegen, waarna het zilver
spoedig weer glad en blank zal zijn.
DE OPRUIMINGEN IN JANUARI.
Bijna alle winkels houden in Januari „balans-op
ruiming" en vrijwel alle vrouwen weten daarvan een
passend' gebruik to maken. Het is echter noodig een
weinig moer aahdacht te Schenken aan de te koop
aangeboden artikelen dan anders, duar men zoo
als begrijpelijk is spoedig iets koopt, dat reeds
uit de mode is. Dit is natuurlijk geen kwestie van
bedrog, want de winkels etaleeren wel zoodanig, dat
iedereen zien kan wat hij koopt, maar men -dient
te woten wat nog gebruikelijk is en wat niet.
Er zijn vrouwen, die na een middag in de stad te
zijn geweest, thuiskomen met een grooten stapel
kraagjes, kantjes, lapjes, etc., welke zij gekocht heb
ben, alleenomdat het zoo goedkoop was. Zou men
haar echter vragen wat zij er aan hebben, dan we
ten zij niet veel meer to antwoorden dan: „Ach, zao-
ir.ts komt altijd wel te pas". Wij willen maar zeggen,
dal het gebruik maken van de opruimingen op die
wijze niet veel waard is.
Ware voornaamheid ia even bescheiden als ware
bescheidenheid voornaa/n.
Een geleerd man, die met een onverstandige begint
te disputeoren, geeft zijn waardigheid prijs.