DERDE BLAD. Brieven over Engeland. FEUILLETON. ALS EEN ADELAAK De dingen om ons heen. Spaander's Kleeding. Reclames. Zelfs vrouwen klagen. Plaatselijk Nieuws. Zaterdag 7 Februari 1925. 68sle Jaargang. No. 7584. 31 Januari 1925. Dit is eon tijd van "toste". Goen professor, dio oonijr respect voor zidhi Zoil" Looft, o fbiji neemt zo op /.y ii studenten, goon looraar, of liij ondorworpt or zijn leerlingen, mui, goon rechtgeaard generaal at' kolonel of do reöruten moeten- er ,aau gelooven, geen kind of 'hot vermaakt er zlicth mee torn koste van vaders en moedors, ooms en tantes.'. Ik 'heb er ook al.' meermalen aan moeten geloo- ven, bil gelegenheden van verjaardagen of andere huiselijke vermakelijkheden. «Ga jullio nu eens allemaal zitten, Opa en Oma, en Vader en MoeJ. der, en Oom en Tante, dan zal' ik aanstonds bini- nonkomen met een theeblad, en daarop staan vijf tien verschillende dingen. Daar mogen jullie dan een minuut naar zitten kijken, en dan neem ifc het ol'ad weer weg, en moeten jullie omschrijven op een stuk papier, welke dingen er op het blad ston den. Wie de meeste iieefc, is het knapste." We leven in een zenuwadhtigen tij'd. Vroeger kon je zoo stom wezen als je wou, wanueer je eenmaal den leeftijd van een jaar of veertig had bereikt en jo was een bedaard huisvader geworden, dan. deed ie geen examens meer. En als je ze deed, dan wa het „stiekum". In geen geval' in den familiekling voor .ie eigen kinderen, om te onderzoeken, of je onderzoeken, of je stommer was dan tante, of opa. Je onderwerpt je aan de proef, en je zietj dat alle andoren hetzelfde doen met een wel willenden glimlach. „Wat wil dat kind daar eigenlijk mee?,r zeg je, maar je weet het drommels goed, en het zweet breekt je uit, bij de gedachte, dat je niet meer dan vier van de vijftien dingen zult hebben onthouden en alle anderen er twaalf Zullen hebben. Dan komt het en je staart met uitpuilende oogen naar een theelepeltje, een nootmuskaafcrasp', een augurk, een dobbelsteen, een ventielsiangetje enz. Je weet, dat een minuut niet lang duurt. Je probeert, verband te brengen tusschen de vijftien dingen, maar geeft dat in wanhoop maar weer op. Dan onthouden, hoe "de dingen lagen. Hier in den linkerhoek het oliespuitje naasit mijn, vulpen (waar hebben ze dio nou weer vandaan gehaald; ze weten toch weldat zo (niet aan myin vulpen mogen kq- men) <t tijd!. Opschrijven allemaal Je begint: vulpen. Wat lag er nou ook weert naast dio vulpen? Afin, dan maar wat andere dingen eerst: een..... Zo zitten allemaal te sChrijlven als razen den en ik heb pas één ding. O ja, oen augurk, en een„Tijd!" j „Hoeveel' dingen hebben jullie? Opa acht, Moeder elf, Tante zeven, Oom. negen. Vader hoeveel Vader?" O ik? (Laat eens kijken. Even tellen. Twee, geloof ik, als' ik goed zie. Groot gejuich. Ik hoo in elk geval de'voldoening do familie pleizier te (hebben gedaan. En 't 'ia met een eens en voor altijd uitgemaakt, dat Vader niet veel' presteert. Nog, één stap, en Wij ouders krijgen driemaandel'ijksche rapporten van onze kinderen. Als ik mij niet vergis, is Amerika, het land* waar aan we de „tests" verscnuldigd zijn In elk geval gaan de Amerikanen er ten volle op in. Een zekere professor Brigham heeft de zaak nu maar eens flink aangepakt. Eigenlijk gezegd is -liet al een poosje geleden, dat 'hij! er mee bezig was, maar er was nog* al' wat aan uittel werken, zoodat •de verlangende mensckheid nu pas heeft kunnen liooren, wat het resultaat 'is geweest van 's prov. fessoren belangwekkende proefnemingen. 't Gebeurde tijdens den oorlog. Die bracht een heeleboel mannen bij! elkaar, die niet alle vier en ien twintig uren van den dag konden oxeroeeren, dus ook nog wel eens een oogenblikje overhielden om zich goedmoedig door den professor te laten beproeven. Honderd zestien duizend mannen, geen kleinigheid - dus, stonden tot beschikking van Prof. Brigham, en ali deze honderd zestienduizend liet hij dezelfde tests" verrichten. Züjn doel was uit te vinden, welke natie de verstandigste en welke de domste was. Want de 116.000 mannen waren van allerlei a verschillende nationaliteiten. Een en tach tig duizend waren Amerikanen, drie en twintig duizend negers, twaalf duizend waren vreemde, liugon. 1)0 proeven, die werden genomen, hielden geen verband met wat de geleerde was, Ze waren zoo gemaakt, dat iemand, die nooit op school1 was door ETHEL M. DELL, uit het Exigelsch djDor W. J. A. ROLDANUS Jr.. 22. Grange antwoordde niet. Hij beschouwde Nick; niet als bevoegd hem hieromtrent van raad te- dienen. Nick zag dit aan zijn gezicht „Ik begrijp heel goed, wat je denkt", zei hij. „Maar is h<p nooit eens bij je opgekomen, dat iik van het be gin af in een hoogst onvoordeelige positie ben ge weest, door het werk op miji te nemen, dat jelui het liefst van je of wilde schuiven? Of stel je de zaak misschien aan je zelf en aan anderen 1in een aan trekkelijker licht voor?" Hij keerde zich op zijn elleboog om en ikeek Grange gespannen aam Deze rookte zwijgend door. „Och, dat komt er ook niet op aan, hoe je het voor stelt", ging Nick dor. „De waarheid blijft bestaan: Je hadt haar toen niet lief. Als je -haar liefgehad hadt, was je bereid geweest zooals ik bereid was om haar het grootste offer te brengen. Maar in plaats daarvan liet je mij de plaats innemen, die alleen een man, die genoeg van. haar-hield, om1 haar tot het uiterste te beschermen, kon innemen. Je liet mij het werk verrichten en ik heb -haar dag cn nacht voor kwaad behoed, van welken aard ook. En sedert dien tijd heb ik altijd in de eerste plaats aan haar ge dacht. Je zult dit misschien uiot gelooven, maar het •is de heilige waarheid. En let wel ik zal haar al leen laten, aan den .man, van wien ik overtuigd ben dat hij-, baar gelukkig maakt Eens was ik van plan zelf met haar te trouwen want je denkt toch niet, dat ik haar veilig door de hel heb gevoerd, enkel voor het genoegen, om haar aan een ander af te staan maar er is iets tusschen beide gekomen en ik heb haar haar vrijheid teruggegeven." Zijn oogleden trilden van. hevige ontroering, maar zich snel beheerschend, ging hij door: „Toch blijft ze nog onder mijn hoede, want ik heb haar het leven gered, en mij daardoor het recht verworven, haar voogd'te zijn. Bedenk dus goed wat je doet. Trouw niet haar ais jo haar liefhebt, maar is dit niet 't ge val, laat haar dan vrij. Ze zal bij geen man ter we reld een tweede plaats innemen. Dat zweer ik." Zijn geheele lichaam, echeen te trillen van onder drukte opwinding. Maar opeens ontspanden zich zijn geweest, dezelfde feua bad ais een student rra de universiteit. Niet iemands kennis,'maar «Üa aanleg moest worden vastgesteld. Thans rijn dan alle gegevens uitgewerkt en heeft Prof. Brigham tot eohande van sommige en glorie van andere naties meegedeeld, in welke volgorde ze dienen te worden .gerangschikt wat hun ver standelijke vermogens betreft. Dit is de lijst-: 1. Engelschen; 2. Schotten; 3. Hollanders; 4. Duitechers; .5. Amerikanen, (blanken); 6. Denen; 7. Canadeezen; 8. Zweden; 9. Noren; 10. Belgen; 11. Ieren; 12. Oostenrijkers; 13. Turken; 14. Grie ken; 15. Russen; 16, Italianen; 17, Polen; 18, Amerikanen, (negers). Prof. Brigham vindt dit een zeer zorgwekkend resultaat. Zorgwekkend voor Amerika. Dat do Amerikanen pas op de vijfde plaats komen, na de Engelschen, Schotten, Nederlanders, en Duitschera, is, volgons hem, de schuld van de vermenging van het blanke Aunerikaansche ras met de negers. Hoe storkor dat doorgaat, zegt hij', heemeer het ver standohjk peil van de 'Amerikanen zal aidhfceruitv gaan. Do .uitkomst van prof. Brighams onderzoek is voorgelegd aan bekende EngoIschenf q.a, aan Mr. W, J. Ferry, lector aan de Universiteit van Lori" den en aan Dr. 'Ronald Oamrplbell Masfic De eerste wijst er op, hoe een dergelijk onder".! zoek tot fouten moet leiden,a omdat toch immers de naties van Europa op zich zelf weor zeer samengesteld rij'n. De Duiteahers namen de vierde plaats in, maar er zijn zooveel verschillende soori* ten van Duitsohers. Hetzelfde geldt voor de Enl- gelscihen. Om een goed resultaat te krijgen, zou men met al' deze omstandigheden rekening moeten hoiKr den. Dr. Campbell Masfio maakte een opmerking, die ik terstond voor mezelf maakte, toen ik van Prof. Brighams onderzoekingen las. Het intellectueel© peil1 van een volk behoeft volstrekt niet op dezelfde hoogte te staan als dat van de rearuten, die het levert aan het Amerikaansche leger. Het is zeer goed mogelijk, dat de emigranten van verschillende naties niet het gemiddeld, intellect van die naties weergeven .In voorspoedige tijden zullen bijvoorbeeld alleen de lagere klassen zich genoodzaakt zien te gaan land'ver huizen. In andere tijden, zooals op het oogonblik, in Centraal Eurol- pa, kunnen hoofdzakelijk de intelieotueelen tot emigratie gedwongen worden. Er zijn landen, zoo- als Schotland en Ierland, waar steeds ondernemen de, energieke en dappere mannen hun fortuin in vreemde gewesten zijn gaan zoeken. Van de lijst, zooals Prof. Brigham die gegeven heeft, zou waarschijnlijk wel dit kunnen worden afgeleid, dat de Germaansche rassen intellectu eel' hooger staan dan de rassen, die meer naar liet Zuiden wonen. Maar er zullen nog heel wat moer „tests" genomen moeten worden, eer we met ze kerheid kunnen zeggen, dat „de Polen werkelijk de 17e plaats moeten innemen. De eenige Pool, dien ik ken, zou heel wat meer aanspraak maken op de eerste plaats, dan op de laatste. Het nieuwe geschil tusschen Griekenland en Tur- kijie gaat wederom veel verder dan Athene en Ango ra en wij gelooven ons niet te bedriegen door te ge looven, dat de uitzetting van den „Oekumeenschen Patriarch" uit Constantinopel, dat is van den „Paus der Orfchodoxe-Kath^lieke Kerk" voor een groot deel van Europa van betéekenis zal blijken te zijn- Steeds, sedert het schisma tusschen de beide ka tholieke kerken (1054) heeft de Patriarch der Griek- sche Kerk zijn verblijf te Constantinopel gehouden en •heeft hij' van daar uit de belangen bestuurd van zijn Kerk, waartoe minstens 80 millioen menschen be- hooren. Hoewel Constantinopel zelf kwam onder de macht van den Islam en de hoofdkerk, de iHagia Sofia, een moskee werd, hoewel de Muezzin, de gebedsuitroe per, den Christelijken klokkenluider verving, heeft toch het oude Turkije den Patriarch in zijn waarde en in zijn functie gelaten. „Tenslotte hebben wij allen denzelfden' God, hoe wij Hem noemen. Alleen de profeten, die Hem verkondi gen, verschillen", is de opvatting der Turken, die in dit opzicht heel wat gematigder en coulanter zijn, dan sommige godsdienstige menschen in andere landen Men liet den Patriarch zijn gang gaan, overtuigd, dat de Russische Czaar, die wereldlijk hoofd der or thodoxe kérk was, zich bij: zijtru besluiten en maatre gelen, toch weinig of niets zou aantrekken van <je de creten des Patriarchs. Bovendien bleef immers steeds de mogelijkheid bestaan, dat een, machtsconflict tus schen die twee zou kunnen leiden tot grooter invloed juist van Turkije. Iets wat herhaaldelijk voorkwam. Het was derhalve in het belang van het Sultanaat •den bestaanden toestand te handhaven en den verte- DRAAGT ALKMAAR-HOORN. spieren. Hij stak den man, die zwijgend naar zijn uil, barsting geluisterd had, de hand toe en zei op ern stige n toon: „Zweer mij, dat je haar geluk vóór alles zult be trachten. En ik zal) je nooit, weer op deze wijze lastig vallen." 'Bleke bleef een poos lang zitten, zonder té spre ken. Toen, alsof hij daartoe gedrongen werd door een macht, die sterker was dan hij, hoog hij zich voorover en legde zijn hand in die van' Nick. Hij' wil de iets zeggen, maar er kwam niets. Nick wachtte „Ik zweer het!" zei Blake eindelijk op zachten toon, zonder de oogen op te slaan-. Nick scheen voldaan te zijm. En hij begon dadelijk over een ander onderwerp te spreken,, alsof hij' ver der met de kwestie niets te maken had. Maar de her innering aan dat onderhoud brandde Blake nog lang daarna op de ziel als een veitzengehd vuur. Want hij wist, dat de man, voor wien Muriel be scherming had gezocht, bij hem, haar meer waardig was dan hij, HOOFDSTUK XXXH, Het Onweer. f Gedurende de weken, die op het bezoek aan Red- Iands volgden, zag Muriel Blake slechts weinig. Er was voor hem geen ruimte in het huisje te Bretha- ven, dat zij en Daisy voor de zomermaanden ge huurd hadden. En bovendien had hiji, vóór zijn ver lof om was, nog verschillende bezoeken af te leggen. Nick had ze na dien tijd maar éénmaal weerge zien. Ze was hem toevallig tegengekomen op het strand, waar hij met Olga bezig was garnalen te zoeken, en tot baar verbazing had hij niet de minste notitie van haar genomen, en zelfs het verzoek van het kind, om zich bij hen te voegen, niet ondersteund. En daarna was ze gaan inzien, dat dit de houding was die hij besloten had voortaan tegenover haar aan te nemen. Zoo gingen de zomermaanden voorbij, tot Juli in viel met een buitengewone hitte. Dr. Jim was met zijn vrouw en kinderen naar Zwitserland vertrokken, maar Olga had verkozen op Redlaüds te blijven, tot haar ouders terugkwamen. Daisy had op aanraden van Muriel een dringende uitnoodiging aangenomen van vroegere kennissen van haar, om eenige weken te komen logeeren op een groot jacht, waarmee ze op een van de meren van de Broads lagen, En zoo. was Muriel een tijdje alleen gexmuoi^lgw van (ten vreemden gttHaSterofl Ml laten waar hij was. Voor Angora, deze merkwaardige schepping van Kemal Pasja, gelden deze overwegingen niet. Tur kije, zoowat de eerste staat, die overwonnen werd in den wereldoorlog, is teven® de eerste geweest, die zijn overwinnaars, dfucuk zij- dezen leider, voor zich heeft laten knielen. Deels door eigen kracht, deels door een samenloop van omstandigheden en bijzondere feiten. De afspraken van Franklin-Bouillon, het dubbele spel, dat Frankrijk ten opzichte van Syrië. speelde en hetwelk leidde tot den' tegenspoed der Grieken, de steeds vermoedde en nooit behoorlijk tegengesproken samenwerking tusschen Angora en Soviet-Rusland; dit alles hooft samengewerkt tot eon herstel van Tur- kije, zoo snel en zoo compleet, als men nimmer had kunnen voorspellen. De onzekerheid, in hoeverre een oproep van Ango ra tot don heiligen oorlog zou worden gehoorzaamd door de Mohamedaansche wereld, heeft Engeland des tijd® gebracht tot een zekere terughouding cn voor zichtigheid, al zou het ook nog zoo graag do Turlfcn •krachtiger hebben aangepakt. De vrees, dat een con flict der Entente met Turkije zou kunnen voeren tot een hernieuwde inmenging van- Rusland, dat wil zeg gen, tot overstrooming der Randstaten, met sovjet troepen, hield Frankrijk terug en bracht Poincaré or toe do Grieken in don steek te laten. Erger: Enge land te forcoeren, dit ook te doen) en het bestaande vredesverdrag, dat voor Griekenland gunstig was, te vervangen door het absoluut pro-Turksch verdrag van Lausanne. De Grieken, die oorspronkelijk een groot deel van Klein-Azië zouden hebben verwregen, verlo ren niet slechts, wat hun was toegezegd, doch moes ten zelfs dulden, dat hun landgen'ooten, in Klein-Azië gevestigd, werden beroofd van het hunne en een goed heenkomen moesten zoeken.. De meeste Grieken ver loren alles en1 indien niet de Amerikanen en eenige Britten een hulpactie hadden georganiseerd, zouden er waarschijnlijk vele duizenden Hellenen zijn omge komen. Het standpunt der Turken is vrijwel onaan vechtbaar. Nadat de mogendheden de uitwisseling der Grieken en Turken te Lausanne hadden gedecre teerd, voor allen, die niet vóór 1918 in de respectieve landen gevestigd waren, bah Angora natuurlijk het recht den eerst sedert dat jaar gekozen Patriarch uit te wisselen. Hij is Griek en staat dus gelijk met Mu- dar Ali, of hoe de Turksche markskramer heet, die ergens in Corinthe een zaakje heeft ip sigaretten of reukwerk of met den Turkschen ham-al sjouwer man aan. den Pireaus. Hij is uitwisselbaar en hier mede uit 'Zoolang Europa bevangen blijft voor de vrees van een heiligen oorlog, of Moskousche interventie, als het een Turk maar half scheef durft aankijken, spreekt het van zelf, dat de Turken hun gang gaan en hoe langer hoe hooger toon gaan- aanslaan, zonder dat zij: o.p hun nummer worden gezet. Want nota's en hoofd artikelen laten Angora natuurlijk koud. De vraag komt dan op, wat er nu moet geschieden. Een actie van den Volkenbond, waarop Griekenland aanstonds aandrong, en een beslissing door het In ternationale Hof in den Haag, uitdrukkelijk voorzien in het Verdrag van Lausanne ter beslechting van- al le geschillen, voortvloeiend uit de toepassing en uit legging van- het verdrag, is bij voorbaat door de Turken verworpen, omdat deze kwestie, naar hun bewering een zuiver bitmenlandsche aangelegenheid is. die met de tractaatsuitlegging niets uitstaande heeft, nademaal niemand kan ontkennen, dat de te genwoordige patriarch eerst na 1918 te Constantino pel kwam. Bovendien zeggen zijl volstrekt niet9 te on dernemen tegen het ambt zelf, dat rustig kan voort bestaan, mits het wordt bezet, door iemand, die door vroeger vestiging wel recht op verblijf heeft. De overkomst van Politis naar Den Haag, of even tueel e vertoogen te Genève kunnen deze zeer handige beweringen moeilijk ontzenuwen, tenzij na tuurlijk Europa het er op zou durven wagen deze be- weersels te behandelen, als wat zij zijn, nl. praatje® voor de vaak en den Patriarch te handhaven met al het prestige, dat Europa momenteel nog in het Oos ten van Europa kan ontwikkelen. Een andere kwestie is echter, of het voor Grieken land niet verkieslijk zou kunnen blijken den Pa triarch binnen eigen grenzen te houden. Want een verbannen geestelijke leider heeft altoos, wat betee- kenis aangaat, een groot voordeel boven een, die van zijn gewone paleis uit de zaken bestuurt. Als de Patriarch zijn intrek neemt in het bekende rotskloos- ter op den Hagion Oros en van daar de kerk bestuurt, is hij niet alleen kerkvorst, doch een soort martelaar tevens. Zal zijn invloed op zijn onmiddellijke geloofs- genooten en zelfs op vele andere personen vermoede lijk veel grooter zijn, dan nu het geval is, zoolang hij zijn paleis *e Constantinopel bewoonde. Bovendien heeft Griekenland zoodoende de kans, dat het zijn positie op internationaal gebied ziet ver beteren, door centrum te worden van de geheele orthodoxe kerk en is 't zelfs niet uitgesloten, dat de 'invloed van den Oekumeenschen Patriarch in Rus land en op de popen aldaar, veel grooter wordt, dan hij vroeger ooit was, waardoor de kerk een krachti ger tegenwicht zou kunnen worden tegen het bolsje wisme. Dit zijn eenige verschijnselen en mogelijkheden, dio samenhangen met de actie der hoeren in An gora. UITKIJK. vhuis- Eerst had zo zich beZorgdi giemaakt, dat, als Nick dit hoorde, hij- zich verplicht zou achten, haar te vra gen, hein en Olga op hun tochten te voet of per auto te vergezellen, maar al heel gauw bleek het haar, dat hij daar niet over dacht. Én allengs begon ze te twijfelen of ze hem gedurende Daisy's afwezig heid wel zou zien. Onder gewone omstandigheden zou deze verwach ting ongetwijfeld verwezenlijkt zijn, maar het lot had het anders beschikt. Op zekeren avond, toen ze kan tafel zat. brak er een geweldige onweersbui los. Muriel stond op, om het prachtige schouwspel van het felle lichten over de zee te zien. Langer dan een half uur bleef ze voor het raam staan, staren, naar de door den storm bewogen wa teren, met een vage ongerustheid wachtend tot de bui het hoogtepunt bereikt had. Dit kwam eindelijk met een zoo verblindend weer licht, dat ze met een schok achteruitsprong. De he mel scheen één groote vuurzee te zijn en de donder weergalmde met een geweld, alsof or een bom ont plofte aan haar voeten. Bevend sloeg ze de handen voor het gezicht. De aarde scheen te schudden op haar grondvesten. Voor het eerst was ze bang. Toen do donder eindelijk rommelend in de verte wegstierf, barstte de regen los en viel in dichte stroo men neer. Ze richtte angstig het hoofd op en keek naar bui ten. Opeens gaf ze een gil van schrik. Een gezicht een haar welbekend gerimpeld gezicht, drukte zich tegen de vensterruit en keek haar aan. Spierwit zonk zo op een stoel neer en zat met starre oogen te kijken. Toen ze weer een weinig tot zichze'lve kwam, ging ze wankelend naar het raam en schoof do grondels er voor weg. Nick hielp haar het in do hoogte duwen en sprong naar binnen, blootshoofds, doorweekt van den regen. Zonder haar aan- te zien, liet hij het raam weer zakken, ging naar de lamp en draaide die hoog op. Toen keerde hij zich om en zei half-vriendelijk, half- minachtend: „Foei, Muriel, schaam Je, om je zoo van streek te maken! Ik zag geen kans andera binnen te komen. Eerst heb ik op de deur geklopt, maar je hoorde mij niet. Luister eens, Olga ia ziek ernstig ziek -- en ze vraagt voortdurend1 naar jou. Heb je den moed naar haar toe te gaan?" „Nu dadelijk bedoel JeT Met met jou?" bracht ze hijgend uit. Wij leven in een drukkenden rijd. Zelfs vrouwen klagen somwijlen. Het is 'een feit, dat velen op een crisigpunt zijn aangeland, waarop of hun gezond), beid moet lijden or zijl hun werk n^oeten „opgeven. Duizeligheid en ph'n in den rug rijn waarschuwin gen yan opkomende nierkwalen. Laat uw werk dan een poos rustengij hebt gebiedend rust, ontspanning en 'frisscüae lnchf" meer levonszonnoschijn noodig. Overwerking strijdt met onze tovenseisohenal te vaak is rij de oorzaak van nieraandooningen bij vrouwen. Fosterb Rugpijn Nieren Pillen voldoen aan alle eiscthen. Zij* horstellen de ongemakken on onrust, veroorzaakt door niarverschijnselen als urinaira kvfralen, rugpijn, waterzuchtige zwellingen, rheu. matisehe pajnen en zenuwoverspanning. ZeHs gevorderdonierstoorniseen als merzand, nier on blaasontsteking, spit, rheumatiek, niorwatorl zudht en isohias worden met suoces bestreden door Poflteris Pillen, Verkrijgbaar in apotheken en drogistzaken a 1 f 1.75 per tlaoon (geel etiket met zwarten opdruk). MIDDENSTANDS VLREENIGING. Donderdagavond hield onze Middenstandsvereeni- gir,g haar jaarvergadering in het lokaal van don heer J. K. Boontjes. De heer Schmalz opende met een woord van wel kom, waarna de heer Tuinman de notulen la®, die onveranderd werden goedgekeurd. Verschillende mededeelingen werden voor kennis geving aangenomen. Voorzitter vertelde, dat Woensdag in Alkmaar was geopend het Bureau van Advies voor den Midden stand, dat nu bij de Kamer van Koophandel wa® ondergebracht. Voor elk lid eener middenstandsorga nisatie die daarbij' voor f 0.50 per lid was aangesloten, was daar gratis advies te bekomen op juridisch, technisch en administratief gebied. Jarenlang was onze mdddenstandsvereeniging lid van het vorig adviesbureau geweest, maar veel ge bruik was, er niet van gemaakt. Voorzitter wekte .>p dat dit nu anders zou worden, de secretaris van de Kamer van Koophandel, tot wien men zich voor alles had te wenden, zou gaarne en ten allen tijde tot helpen 'bereid zijn. Besloten weru lid van het bureau te worden,, Uit het 19e jaarverslag hoorden wij, dat de ver- eeniging thans 104 leden heeft. Dit aantal was met 25 niéuwe leden gestegen. Het vereen:gingsleven was zeer opgewekt geweest dit jaar en de instellingen van de vereeniging waren in bloeienden toestand. Het jaarverslag bracht ook hulde aan den heer Van Thijn, voor het vele dat hij voor den midden stand had gedaan, een hulde waarbij de voorzitter zich later in warme woorden aansloot. De rekening van den penningmeester, den heer C. Roggeveen Cz., sloot met een batig slot van f 29.38 Vt. De heeren Krimp en S. de Vries, die deze rekenipg hadden nagezien, adviseerden tot goedkeuring, waar toe de vergadering besloot. Tot bestuursleden werden herkozen de heeren Joh. Rctgans, G. Koning en M. C. Tuinman, en gekozen vacature Van Thijn, de heer Berends) Voorzitter deelde mee, dat de Middenstandsvereeni- ging op 26 Juli 1925 20 jaar bestaat. Dat feit mocht niet onopgemerkt voorbijgaan, redenen waarom door het bestuur werd voorgesteld dan een winkelweek en verdere feestelijkheden te houden. Algemeen werd dit toegejuicht. Voorzitter deed het verslag over de finantieele resultaten van de in 1924 gehouden feestelijkheden bij de Winkelweek. Zooals reeds uitvoerig in ons biad is meegedeeld, sloot deze rekening zonder een tekort. Toen kwam de vraag naar voren, of van de com missie voor de jaarlijksche winkelweek een perma nente commissie zou worden gemaakt. Uitvoerig werd over dit punt gedebatteerd. Opgemerkt werd dat de Winkelweek een permanent punt was op het werkprogram van de Middenstandsvereeniging, dus dat het bestuur in deze daarvoor permanent had te zorgen, in samenwerking met de Hanze. Een andere vraag was of er een permanente feestcommissie moest zijn. En. hoewel toejuichend dat er feesten ge vierd-werden en hulde brengend-aan de uitstekende wijze waarop de feesten- dit jaar waren gevierd, oor deelde men het algemeen beter dat elk jaar daar voor een drietal personen vanuit de Middenstands vereeniging door de leden werd aangewezen. De ver gadering was dadelijk bereid daarvoor een drietal te kiezen, en wees na stemming aan de heeren Bolte, 'Bruggink en Schmalz, dezelfde heeren die vorig jaar de Middenstandsvereeniging. in de feestcommissie hadden vertegenwoordigd. De heeren P. Dekker en Jb. Zeeman werden bij acclamatie tot nieuwe leden toegelaten. Bij de rondvraag werd door een der aanwezigen naar voren gebracht de vraag, of men aan de jaar- „Ja met mij geheel alleen met mij döór het onweer. Als je bang bent. zal ik je wel bij; de hand vasthouden, zooals ik wel eens meer heb gedaan", Spotte hij met haar zwakheid? Ze wist het niet. Ze wist alleen dat hij haar aankeek met den scher pen blik van een adelaar, die op zijn prooi loert. Hiji zou van geen weigering willen hooren. „Wat scheelt Olga?" vroeg ze. ,Jk weet het niet. We zijn vanmiddag met de auto uitgeweest; toen voelde ze zich nog goed* maar on derweg kreeg ze erge hoofdpijn- En zoodra we thuis kwamen, heb ik mijn knecht om Jim's plaatsvervan ger gestuurd". Een ratelende -donderslag maakte zijn woorden on verstaanbaar. Voordat, die voorbij was stond Muriel aan de deur, gaf hem, een wenk en ging naar boven om zich klaar te maken. Ze had nu haar bedaard heid geheel teruggekregen. Na een paar minuten kwam ze teru#, met een langen regenmantel aan en over haar arm een gum- mi-jjas, dien ze Nick gaf. „Sla jij dien om", zei ze. „Het is heter dan niets. Ik begrijp niet hoe je in zulk een regen, kon uitgaan." En ze sloeg hem de jas om de schouders, wat hij glimlachend toeliet. Toen ze het huis uitgingen, woei een hevige wind stoot haar haast van den been. Onwillekeurig klem de ze zich aan haar metgezel vast, die stevig haar hand greep en haar arm door den zijne trok. Zoo stapten ze snel voort in den pikdonkeren avond, in een stroomenden regen, tot ze eindelijk de lichte* van Redlands door de boomen zagen schemeren. Mu riel slaakte een- zucht van verlichting. „Je hebt je flink gehouden", zei Nick. „Ik zie dat je nog een dochter van je vader bent." Muriel voelde zich blozen bij dezen lof en ze was blij, dat hij dit in de duisternis niet kon zien. „Ga nu eerst naar boven om' je tte drogen", ver volgde hij. „Ik heb vuur op de logeerkamer laten aanleggen." - ,Dat zal ik doen, als jij het ook doet." „Ik moet eerst naar Olga, dat heb ik haar be loofd." „Maar niet in je natte kleeren!" riep Muriel uit* „Hoor eens Nick. ik ben niet. zoo doorweekt, als jij, Laat mij eerst naar Olga gaan." Nick Bedacht zich even. t,Je wilt mij toch niet buiten sluiten?'' vroeg hij. „Natuurlijk niet," antwoordde ze verbaasd; daar heb ik niet aan 'gedacht.''

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 9