DERDE BLAD.
Brieven over Engeland.
FEUILLETON.
ALS EEN ADELAAK
De dingen om ons heen.
Spaander's Kleeding.
Reclames.
Zelfs vrouwen klagen.
Plaatselijk Nieuws.
Zaterdag 7 Februari 1925.
68sle Jaargang. No. 7584.
31 Januari 1925.
Dit is eon tijd van "toste". Goen professor, dio
oonijr respect voor zidhi Zoil" Looft, o fbiji neemt zo
op /.y ii studenten, goon looraar, of liij ondorworpt
or zijn leerlingen, mui, goon rechtgeaard generaal
at' kolonel of do reöruten moeten- er ,aau gelooven,
geen kind of 'hot vermaakt er zlicth mee torn koste
van vaders en moedors, ooms en tantes.'.
Ik 'heb er ook al.' meermalen aan moeten geloo-
ven, bil gelegenheden van verjaardagen of andere
huiselijke vermakelijkheden. «Ga jullio nu eens
allemaal zitten, Opa en Oma, en Vader en MoeJ.
der, en Oom en Tante, dan zal' ik aanstonds bini-
nonkomen met een theeblad, en daarop staan vijf
tien verschillende dingen. Daar mogen jullie dan
een minuut naar zitten kijken, en dan neem ifc het
ol'ad weer weg, en moeten jullie omschrijven op
een stuk papier, welke dingen er op het blad ston
den. Wie de meeste iieefc, is het knapste."
We leven in een zenuwadhtigen tij'd. Vroeger kon
je zoo stom wezen als je wou, wanueer je eenmaal
den leeftijd van een jaar of veertig had bereikt en
jo was een bedaard huisvader geworden, dan. deed
ie geen examens meer. En als je ze deed, dan wa
het „stiekum". In geen geval' in den familiekling
voor .ie eigen kinderen, om te onderzoeken, of je
onderzoeken, of je stommer was dan tante, of opa.
Je onderwerpt je aan de proef, en je zietj dat alle
andoren hetzelfde doen met een wel willenden
glimlach. „Wat wil dat kind daar eigenlijk mee?,r
zeg je, maar je weet het drommels goed, en het
zweet breekt je uit, bij de gedachte, dat je niet
meer dan vier van de vijftien dingen zult hebben
onthouden en alle anderen er twaalf Zullen hebben.
Dan komt het en je staart met uitpuilende
oogen naar een theelepeltje, een nootmuskaafcrasp',
een augurk, een dobbelsteen, een ventielsiangetje
enz. Je weet, dat een minuut niet lang duurt. Je
probeert, verband te brengen tusschen de vijftien
dingen, maar geeft dat in wanhoop maar weer op.
Dan onthouden, hoe "de dingen lagen. Hier in den
linkerhoek het oliespuitje naasit mijn, vulpen (waar
hebben ze dio nou weer vandaan gehaald; ze weten
toch weldat zo (niet aan myin vulpen mogen kq-
men) <t tijd!.
Opschrijven allemaal
Je begint: vulpen. Wat lag er nou ook weert naast
dio vulpen? Afin, dan maar wat andere dingen
eerst: een..... Zo zitten allemaal te sChrijlven als
razen den en ik heb pas één ding. O ja, oen augurk,
en een„Tijd!" j
„Hoeveel' dingen hebben jullie? Opa acht, Moeder
elf, Tante zeven, Oom. negen. Vader hoeveel
Vader?"
O ik? (Laat eens kijken. Even tellen. Twee,
geloof ik, als' ik goed zie.
Groot gejuich. Ik hoo in elk geval de'voldoening
do familie pleizier te (hebben gedaan. En 't 'ia met
een eens en voor altijd uitgemaakt, dat Vader niet
veel' presteert. Nog, één stap, en Wij ouders krijgen
driemaandel'ijksche rapporten van onze kinderen.
Als ik mij niet vergis, is Amerika, het land* waar
aan we de „tests" verscnuldigd zijn In elk geval
gaan de Amerikanen er ten volle op in. Een
zekere professor Brigham heeft de zaak nu maar
eens flink aangepakt. Eigenlijk gezegd is -liet al
een poosje geleden, dat 'hij! er mee bezig was,
maar er was nog* al' wat aan uittel werken, zoodat
•de verlangende mensckheid nu pas heeft kunnen
liooren, wat het resultaat 'is geweest van 's prov.
fessoren belangwekkende proefnemingen.
't Gebeurde tijdens den oorlog. Die bracht een
heeleboel mannen bij! elkaar, die niet alle vier en
ien twintig uren van den dag konden oxeroeeren,
dus ook nog wel eens een oogenblikje overhielden
om zich goedmoedig door den professor te laten
beproeven. Honderd zestien duizend mannen, geen
kleinigheid - dus, stonden tot beschikking van Prof.
Brigham, en ali deze honderd zestienduizend liet hij
dezelfde tests" verrichten. Züjn doel was uit te
vinden, welke natie de verstandigste en welke de
domste was. Want de 116.000 mannen waren van
allerlei a verschillende nationaliteiten. Een en tach
tig duizend waren Amerikanen, drie en twintig
duizend negers, twaalf duizend waren vreemde,
liugon.
1)0 proeven, die werden genomen, hielden geen
verband met wat de geleerde was, Ze waren zoo
gemaakt, dat iemand, die nooit op school1 was
door ETHEL M. DELL, uit het Exigelsch djDor
W. J. A. ROLDANUS Jr..
22.
Grange antwoordde niet. Hij beschouwde Nick; niet
als bevoegd hem hieromtrent van raad te- dienen.
Nick zag dit aan zijn gezicht
„Ik begrijp heel goed, wat je denkt", zei hij. „Maar
is h<p nooit eens bij je opgekomen, dat iik van het be
gin af in een hoogst onvoordeelige positie ben ge
weest, door het werk op miji te nemen, dat jelui het
liefst van je of wilde schuiven? Of stel je de zaak
misschien aan je zelf en aan anderen 1in een aan
trekkelijker licht voor?"
Hij keerde zich op zijn elleboog om en ikeek Grange
gespannen aam Deze rookte zwijgend door.
„Och, dat komt er ook niet op aan, hoe je het voor
stelt", ging Nick dor. „De waarheid blijft bestaan: Je
hadt haar toen niet lief. Als je -haar liefgehad hadt,
was je bereid geweest zooals ik bereid was om
haar het grootste offer te brengen. Maar in plaats
daarvan liet je mij de plaats innemen, die alleen een
man, die genoeg van. haar-hield, om1 haar tot het
uiterste te beschermen, kon innemen. Je liet mij het
werk verrichten en ik heb -haar dag cn nacht voor
kwaad behoed, van welken aard ook. En sedert dien
tijd heb ik altijd in de eerste plaats aan haar ge
dacht. Je zult dit misschien uiot gelooven, maar het
•is de heilige waarheid. En let wel ik zal haar al
leen laten, aan den .man, van wien ik overtuigd ben
dat hij-, baar gelukkig maakt Eens was ik van plan
zelf met haar te trouwen want je denkt toch niet,
dat ik haar veilig door de hel heb gevoerd, enkel
voor het genoegen, om haar aan een ander af te
staan maar er is iets tusschen beide gekomen en ik
heb haar haar vrijheid teruggegeven."
Zijn oogleden trilden van. hevige ontroering, maar
zich snel beheerschend, ging hij door: „Toch blijft ze
nog onder mijn hoede, want ik heb haar het leven
gered, en mij daardoor het recht verworven, haar
voogd'te zijn. Bedenk dus goed wat je doet. Trouw
niet haar ais jo haar liefhebt, maar is dit niet 't ge
val, laat haar dan vrij. Ze zal bij geen man ter we
reld een tweede plaats innemen. Dat zweer ik."
Zijn geheele lichaam, echeen te trillen van onder
drukte opwinding. Maar opeens ontspanden zich zijn
geweest, dezelfde feua bad ais een student rra de
universiteit. Niet iemands kennis,'maar «Üa aanleg
moest worden vastgesteld.
Thans rijn dan alle gegevens uitgewerkt en heeft
Prof. Brigham tot eohande van sommige en glorie
van andere naties meegedeeld, in welke volgorde
ze dienen te worden .gerangschikt wat hun ver
standelijke vermogens betreft. Dit is de lijst-:
1. Engelschen; 2. Schotten; 3. Hollanders; 4.
Duitechers; .5. Amerikanen, (blanken); 6. Denen;
7. Canadeezen; 8. Zweden; 9. Noren; 10. Belgen;
11. Ieren; 12. Oostenrijkers; 13. Turken; 14. Grie
ken; 15. Russen; 16, Italianen; 17, Polen; 18,
Amerikanen, (negers).
Prof. Brigham vindt dit een zeer zorgwekkend
resultaat. Zorgwekkend voor Amerika. Dat do
Amerikanen pas op de vijfde plaats komen, na de
Engelschen, Schotten, Nederlanders, en Duitschera,
is, volgons hem, de schuld van de vermenging van
het blanke Aunerikaansche ras met de negers. Hoe
storkor dat doorgaat, zegt hij', heemeer het ver
standohjk peil van de 'Amerikanen zal aidhfceruitv
gaan.
Do .uitkomst van prof. Brighams onderzoek is
voorgelegd aan bekende EngoIschenf q.a, aan Mr.
W, J. Ferry, lector aan de Universiteit van Lori"
den en aan Dr. 'Ronald Oamrplbell Masfic
De eerste wijst er op, hoe een dergelijk onder".!
zoek tot fouten moet leiden,a omdat toch immers
de naties van Europa op zich zelf weor zeer
samengesteld rij'n. De Duiteahers namen de vierde
plaats in, maar er zijn zooveel verschillende soori*
ten van Duitsohers. Hetzelfde geldt voor de Enl-
gelscihen. Om een goed resultaat te krijgen, zou men
met al' deze omstandigheden rekening moeten hoiKr
den.
Dr. Campbell Masfio maakte een opmerking, die
ik terstond voor mezelf maakte, toen ik van Prof.
Brighams onderzoekingen las. Het intellectueel©
peil1 van een volk behoeft volstrekt niet op dezelfde
hoogte te staan als dat van de rearuten, die het
levert aan het Amerikaansche leger.
Het is zeer goed mogelijk, dat de emigranten van
verschillende naties niet het gemiddeld, intellect
van die naties weergeven .In voorspoedige tijden
zullen bijvoorbeeld alleen de lagere klassen zich
genoodzaakt zien te gaan land'ver huizen. In andere
tijden, zooals op het oogonblik, in Centraal Eurol-
pa, kunnen hoofdzakelijk de intelieotueelen tot
emigratie gedwongen worden. Er zijn landen, zoo-
als Schotland en Ierland, waar steeds ondernemen
de, energieke en dappere mannen hun fortuin in
vreemde gewesten zijn gaan zoeken.
Van de lijst, zooals Prof. Brigham die gegeven
heeft, zou waarschijnlijk wel dit kunnen worden
afgeleid, dat de Germaansche rassen intellectu
eel' hooger staan dan de rassen, die meer naar liet
Zuiden wonen. Maar er zullen nog heel wat moer
„tests" genomen moeten worden, eer we met ze
kerheid kunnen zeggen, dat „de Polen werkelijk de
17e plaats moeten innemen. De eenige Pool, dien
ik ken, zou heel wat meer aanspraak maken op
de eerste plaats, dan op de laatste.
Het nieuwe geschil tusschen Griekenland en Tur-
kijie gaat wederom veel verder dan Athene en Ango
ra en wij gelooven ons niet te bedriegen door te ge
looven, dat de uitzetting van den „Oekumeenschen
Patriarch" uit Constantinopel, dat is van den „Paus
der Orfchodoxe-Kath^lieke Kerk" voor een groot deel
van Europa van betéekenis zal blijken te zijn-
Steeds, sedert het schisma tusschen de beide ka
tholieke kerken (1054) heeft de Patriarch der Griek-
sche Kerk zijn verblijf te Constantinopel gehouden en
•heeft hij' van daar uit de belangen bestuurd van zijn
Kerk, waartoe minstens 80 millioen menschen be-
hooren.
Hoewel Constantinopel zelf kwam onder de macht
van den Islam en de hoofdkerk, de iHagia Sofia, een
moskee werd, hoewel de Muezzin, de gebedsuitroe
per, den Christelijken klokkenluider verving, heeft
toch het oude Turkije den Patriarch in zijn waarde
en in zijn functie gelaten.
„Tenslotte hebben wij allen denzelfden' God, hoe wij
Hem noemen. Alleen de profeten, die Hem verkondi
gen, verschillen", is de opvatting der Turken, die in
dit opzicht heel wat gematigder en coulanter zijn, dan
sommige godsdienstige menschen in andere landen
Men liet den Patriarch zijn gang gaan, overtuigd,
dat de Russische Czaar, die wereldlijk hoofd der or
thodoxe kérk was, zich bij: zijtru besluiten en maatre
gelen, toch weinig of niets zou aantrekken van <je de
creten des Patriarchs. Bovendien bleef immers steeds
de mogelijkheid bestaan, dat een, machtsconflict tus
schen die twee zou kunnen leiden tot grooter invloed
juist van Turkije. Iets wat herhaaldelijk voorkwam.
Het was derhalve in het belang van het Sultanaat
•den bestaanden toestand te handhaven en den verte-
DRAAGT
ALKMAAR-HOORN.
spieren. Hij stak den man, die zwijgend naar zijn uil,
barsting geluisterd had, de hand toe en zei op ern
stige n toon:
„Zweer mij, dat je haar geluk vóór alles zult be
trachten. En ik zal) je nooit, weer op deze wijze lastig
vallen."
'Bleke bleef een poos lang zitten, zonder té spre
ken. Toen, alsof hij daartoe gedrongen werd door
een macht, die sterker was dan hij, hoog hij zich
voorover en legde zijn hand in die van' Nick. Hij' wil
de iets zeggen, maar er kwam niets. Nick wachtte
„Ik zweer het!" zei Blake eindelijk op zachten
toon, zonder de oogen op te slaan-.
Nick scheen voldaan te zijm. En hij begon dadelijk
over een ander onderwerp te spreken,, alsof hij' ver
der met de kwestie niets te maken had. Maar de her
innering aan dat onderhoud brandde Blake nog lang
daarna op de ziel als een veitzengehd vuur.
Want hij wist, dat de man, voor wien Muriel be
scherming had gezocht, bij hem, haar meer waardig
was dan hij,
HOOFDSTUK XXXH,
Het Onweer.
f
Gedurende de weken, die op het bezoek aan Red-
Iands volgden, zag Muriel Blake slechts weinig. Er
was voor hem geen ruimte in het huisje te Bretha-
ven, dat zij en Daisy voor de zomermaanden ge
huurd hadden. En bovendien had hiji, vóór zijn ver
lof om was, nog verschillende bezoeken af te leggen.
Nick had ze na dien tijd maar éénmaal weerge
zien. Ze was hem toevallig tegengekomen op het
strand, waar hij met Olga bezig was garnalen te
zoeken, en tot baar verbazing had hij niet de minste
notitie van haar genomen, en zelfs het verzoek van
het kind, om zich bij hen te voegen, niet ondersteund.
En daarna was ze gaan inzien, dat dit de houding
was die hij besloten had voortaan tegenover haar
aan te nemen.
Zoo gingen de zomermaanden voorbij, tot Juli in
viel met een buitengewone hitte. Dr. Jim was met
zijn vrouw en kinderen naar Zwitserland vertrokken,
maar Olga had verkozen op Redlaüds te blijven, tot
haar ouders terugkwamen.
Daisy had op aanraden van Muriel een dringende
uitnoodiging aangenomen van vroegere kennissen
van haar, om eenige weken te komen logeeren op een
groot jacht, waarmee ze op een van de meren van
de Broads lagen, En zoo. was Muriel een tijdje alleen
gexmuoi^lgw van (ten vreemden gttHaSterofl Ml laten
waar hij was.
Voor Angora, deze merkwaardige schepping van
Kemal Pasja, gelden deze overwegingen niet. Tur
kije, zoowat de eerste staat, die overwonnen werd in
den wereldoorlog, is teven® de eerste geweest, die zijn
overwinnaars, dfucuk zij- dezen leider, voor zich heeft
laten knielen. Deels door eigen kracht, deels door een
samenloop van omstandigheden en bijzondere feiten.
De afspraken van Franklin-Bouillon, het dubbele
spel, dat Frankrijk ten opzichte van Syrië. speelde en
hetwelk leidde tot den' tegenspoed der Grieken, de
steeds vermoedde en nooit behoorlijk tegengesproken
samenwerking tusschen Angora en Soviet-Rusland;
dit alles hooft samengewerkt tot eon herstel van Tur-
kije, zoo snel en zoo compleet, als men nimmer had
kunnen voorspellen.
De onzekerheid, in hoeverre een oproep van Ango
ra tot don heiligen oorlog zou worden gehoorzaamd
door de Mohamedaansche wereld, heeft Engeland des
tijd® gebracht tot een zekere terughouding cn voor
zichtigheid, al zou het ook nog zoo graag do Turlfcn
•krachtiger hebben aangepakt. De vrees, dat een con
flict der Entente met Turkije zou kunnen voeren tot
een hernieuwde inmenging van- Rusland, dat wil zeg
gen, tot overstrooming der Randstaten, met sovjet
troepen, hield Frankrijk terug en bracht Poincaré or
toe do Grieken in don steek te laten. Erger: Enge
land te forcoeren, dit ook te doen) en het bestaande
vredesverdrag, dat voor Griekenland gunstig was, te
vervangen door het absoluut pro-Turksch verdrag van
Lausanne. De Grieken, die oorspronkelijk een groot
deel van Klein-Azië zouden hebben verwregen, verlo
ren niet slechts, wat hun was toegezegd, doch moes
ten zelfs dulden, dat hun landgen'ooten, in Klein-Azië
gevestigd, werden beroofd van het hunne en een goed
heenkomen moesten zoeken.. De meeste Grieken ver
loren alles en1 indien niet de Amerikanen en eenige
Britten een hulpactie hadden georganiseerd, zouden
er waarschijnlijk vele duizenden Hellenen zijn omge
komen.
Het standpunt der Turken is vrijwel onaan
vechtbaar. Nadat de mogendheden de uitwisseling der
Grieken en Turken te Lausanne hadden gedecre
teerd, voor allen, die niet vóór 1918 in de respectieve
landen gevestigd waren, bah Angora natuurlijk het
recht den eerst sedert dat jaar gekozen Patriarch uit
te wisselen. Hij is Griek en staat dus gelijk met Mu-
dar Ali, of hoe de Turksche markskramer heet, die
ergens in Corinthe een zaakje heeft ip sigaretten of
reukwerk of met den Turkschen ham-al sjouwer
man aan. den Pireaus. Hij is uitwisselbaar en hier
mede uit
'Zoolang Europa bevangen blijft voor de vrees van
een heiligen oorlog, of Moskousche interventie, als het
een Turk maar half scheef durft aankijken, spreekt
het van zelf, dat de Turken hun gang gaan en hoe
langer hoe hooger toon gaan- aanslaan, zonder dat zij:
o.p hun nummer worden gezet. Want nota's en hoofd
artikelen laten Angora natuurlijk koud.
De vraag komt dan op, wat er nu moet geschieden.
Een actie van den Volkenbond, waarop Griekenland
aanstonds aandrong, en een beslissing door het In
ternationale Hof in den Haag, uitdrukkelijk voorzien
in het Verdrag van Lausanne ter beslechting van- al
le geschillen, voortvloeiend uit de toepassing en uit
legging van- het verdrag, is bij voorbaat door de
Turken verworpen, omdat deze kwestie, naar hun
bewering een zuiver bitmenlandsche aangelegenheid
is. die met de tractaatsuitlegging niets uitstaande
heeft, nademaal niemand kan ontkennen, dat de te
genwoordige patriarch eerst na 1918 te Constantino
pel kwam. Bovendien zeggen zijl volstrekt niet9 te on
dernemen tegen het ambt zelf, dat rustig kan voort
bestaan, mits het wordt bezet, door iemand, die door
vroeger vestiging wel recht op verblijf heeft.
De overkomst van Politis naar Den Haag, of even
tueel e vertoogen te Genève kunnen deze zeer
handige beweringen moeilijk ontzenuwen, tenzij na
tuurlijk Europa het er op zou durven wagen deze be-
weersels te behandelen, als wat zij zijn, nl. praatje®
voor de vaak en den Patriarch te handhaven met al
het prestige, dat Europa momenteel nog in het Oos
ten van Europa kan ontwikkelen.
Een andere kwestie is echter, of het voor Grieken
land niet verkieslijk zou kunnen blijken den Pa
triarch binnen eigen grenzen te houden. Want een
verbannen geestelijke leider heeft altoos, wat betee-
kenis aangaat, een groot voordeel boven een, die van
zijn gewone paleis uit de zaken bestuurt. Als de
Patriarch zijn intrek neemt in het bekende rotskloos-
ter op den Hagion Oros en van daar de kerk bestuurt,
is hij niet alleen kerkvorst, doch een soort martelaar
tevens. Zal zijn invloed op zijn onmiddellijke geloofs-
genooten en zelfs op vele andere personen vermoede
lijk veel grooter zijn, dan nu het geval is, zoolang hij
zijn paleis *e Constantinopel bewoonde.
Bovendien heeft Griekenland zoodoende de kans,
dat het zijn positie op internationaal gebied ziet ver
beteren, door centrum te worden van de geheele
orthodoxe kerk en is 't zelfs niet uitgesloten, dat de
'invloed van den Oekumeenschen Patriarch in Rus
land en op de popen aldaar, veel grooter wordt, dan
hij vroeger ooit was, waardoor de kerk een krachti
ger tegenwicht zou kunnen worden tegen het bolsje
wisme.
Dit zijn eenige verschijnselen en mogelijkheden,
dio samenhangen met de actie der hoeren in An
gora. UITKIJK.
vhuis-
Eerst had zo zich beZorgdi giemaakt, dat, als Nick
dit hoorde, hij- zich verplicht zou achten, haar te vra
gen, hein en Olga op hun tochten te voet of per
auto te vergezellen, maar al heel gauw bleek het
haar, dat hij daar niet over dacht. Én allengs begon
ze te twijfelen of ze hem gedurende Daisy's afwezig
heid wel zou zien.
Onder gewone omstandigheden zou deze verwach
ting ongetwijfeld verwezenlijkt zijn, maar het lot had
het anders beschikt.
Op zekeren avond, toen ze kan tafel zat. brak er
een geweldige onweersbui los. Muriel stond op, om
het prachtige schouwspel van het felle lichten over
de zee te zien.
Langer dan een half uur bleef ze voor het raam
staan, staren, naar de door den storm bewogen wa
teren, met een vage ongerustheid wachtend tot de
bui het hoogtepunt bereikt had.
Dit kwam eindelijk met een zoo verblindend weer
licht, dat ze met een schok achteruitsprong. De he
mel scheen één groote vuurzee te zijn en de donder
weergalmde met een geweld, alsof or een bom ont
plofte aan haar voeten. Bevend sloeg ze de handen
voor het gezicht. De aarde scheen te schudden op
haar grondvesten. Voor het eerst was ze bang.
Toen do donder eindelijk rommelend in de verte
wegstierf, barstte de regen los en viel in dichte stroo
men neer.
Ze richtte angstig het hoofd op en keek naar bui
ten. Opeens gaf ze een gil van schrik. Een gezicht
een haar welbekend gerimpeld gezicht, drukte zich
tegen de vensterruit en keek haar aan.
Spierwit zonk zo op een stoel neer en zat met
starre oogen te kijken. Toen ze weer een weinig tot
zichze'lve kwam, ging ze wankelend naar het raam
en schoof do grondels er voor weg. Nick hielp haar
het in do hoogte duwen en sprong naar binnen,
blootshoofds, doorweekt van den regen.
Zonder haar aan- te zien, liet hij het raam weer
zakken, ging naar de lamp en draaide die hoog op.
Toen keerde hij zich om en zei half-vriendelijk, half-
minachtend:
„Foei, Muriel, schaam Je, om je zoo van streek te
maken! Ik zag geen kans andera binnen te komen.
Eerst heb ik op de deur geklopt, maar je hoorde mij
niet. Luister eens, Olga ia ziek ernstig ziek --
en ze vraagt voortdurend1 naar jou. Heb je den moed
naar haar toe te gaan?"
„Nu dadelijk bedoel JeT Met met jou?" bracht
ze hijgend uit.
Wij leven in een drukkenden rijd. Zelfs vrouwen
klagen somwijlen. Het is 'een feit, dat velen op een
crisigpunt zijn aangeland, waarop of hun gezond),
beid moet lijden or zijl hun werk n^oeten „opgeven.
Duizeligheid en ph'n in den rug rijn waarschuwin
gen yan opkomende nierkwalen.
Laat uw werk dan een poos rustengij hebt
gebiedend rust, ontspanning en 'frisscüae lnchf"
meer levonszonnoschijn noodig.
Overwerking strijdt met onze tovenseisohenal
te vaak is rij de oorzaak van nieraandooningen bij
vrouwen.
Fosterb Rugpijn Nieren Pillen voldoen aan alle
eiscthen. Zij* horstellen de ongemakken on onrust,
veroorzaakt door niarverschijnselen als urinaira
kvfralen, rugpijn, waterzuchtige zwellingen, rheu.
matisehe pajnen en zenuwoverspanning.
ZeHs gevorderdonierstoorniseen als merzand, nier
on blaasontsteking, spit, rheumatiek, niorwatorl
zudht en isohias worden met suoces bestreden door
Poflteris Pillen,
Verkrijgbaar in apotheken en drogistzaken a
1 f 1.75 per tlaoon (geel etiket met zwarten opdruk).
MIDDENSTANDS VLREENIGING.
Donderdagavond hield onze Middenstandsvereeni-
gir,g haar jaarvergadering in het lokaal van don
heer J. K. Boontjes.
De heer Schmalz opende met een woord van wel
kom, waarna de heer Tuinman de notulen la®, die
onveranderd werden goedgekeurd.
Verschillende mededeelingen werden voor kennis
geving aangenomen.
Voorzitter vertelde, dat Woensdag in Alkmaar was
geopend het Bureau van Advies voor den Midden
stand, dat nu bij de Kamer van Koophandel wa®
ondergebracht. Voor elk lid eener middenstandsorga
nisatie die daarbij' voor f 0.50 per lid was aangesloten,
was daar gratis advies te bekomen op juridisch,
technisch en administratief gebied.
Jarenlang was onze mdddenstandsvereeniging lid
van het vorig adviesbureau geweest, maar veel ge
bruik was, er niet van gemaakt. Voorzitter wekte .>p
dat dit nu anders zou worden, de secretaris van de
Kamer van Koophandel, tot wien men zich voor alles
had te wenden, zou gaarne en ten allen tijde tot
helpen 'bereid zijn.
Besloten weru lid van het bureau te worden,,
Uit het 19e jaarverslag hoorden wij, dat de ver-
eeniging thans 104 leden heeft. Dit aantal was met
25 niéuwe leden gestegen. Het vereen:gingsleven was
zeer opgewekt geweest dit jaar en de instellingen
van de vereeniging waren in bloeienden toestand.
Het jaarverslag bracht ook hulde aan den heer
Van Thijn, voor het vele dat hij voor den midden
stand had gedaan, een hulde waarbij de voorzitter
zich later in warme woorden aansloot.
De rekening van den penningmeester, den heer C.
Roggeveen Cz., sloot met een batig slot van f 29.38 Vt.
De heeren Krimp en S. de Vries, die deze rekenipg
hadden nagezien, adviseerden tot goedkeuring, waar
toe de vergadering besloot.
Tot bestuursleden werden herkozen de heeren Joh.
Rctgans, G. Koning en M. C. Tuinman, en gekozen
vacature Van Thijn, de heer Berends)
Voorzitter deelde mee, dat de Middenstandsvereeni-
ging op 26 Juli 1925 20 jaar bestaat. Dat feit mocht
niet onopgemerkt voorbijgaan, redenen waarom door
het bestuur werd voorgesteld dan een winkelweek
en verdere feestelijkheden te houden.
Algemeen werd dit toegejuicht.
Voorzitter deed het verslag over de finantieele
resultaten van de in 1924 gehouden feestelijkheden
bij de Winkelweek. Zooals reeds uitvoerig in ons
biad is meegedeeld, sloot deze rekening zonder een
tekort.
Toen kwam de vraag naar voren, of van de com
missie voor de jaarlijksche winkelweek een perma
nente commissie zou worden gemaakt. Uitvoerig
werd over dit punt gedebatteerd. Opgemerkt werd
dat de Winkelweek een permanent punt was op het
werkprogram van de Middenstandsvereeniging, dus
dat het bestuur in deze daarvoor permanent had te
zorgen, in samenwerking met de Hanze. Een andere
vraag was of er een permanente feestcommissie
moest zijn. En. hoewel toejuichend dat er feesten ge
vierd-werden en hulde brengend-aan de uitstekende
wijze waarop de feesten- dit jaar waren gevierd, oor
deelde men het algemeen beter dat elk jaar daar
voor een drietal personen vanuit de Middenstands
vereeniging door de leden werd aangewezen. De ver
gadering was dadelijk bereid daarvoor een drietal te
kiezen, en wees na stemming aan de heeren Bolte,
'Bruggink en Schmalz, dezelfde heeren die vorig jaar
de Middenstandsvereeniging. in de feestcommissie
hadden vertegenwoordigd.
De heeren P. Dekker en Jb. Zeeman werden bij
acclamatie tot nieuwe leden toegelaten.
Bij de rondvraag werd door een der aanwezigen
naar voren gebracht de vraag, of men aan de jaar-
„Ja met mij geheel alleen met mij döór het
onweer. Als je bang bent. zal ik je wel bij; de hand
vasthouden, zooals ik wel eens meer heb gedaan",
Spotte hij met haar zwakheid? Ze wist het niet.
Ze wist alleen dat hij haar aankeek met den scher
pen blik van een adelaar, die op zijn prooi loert. Hiji
zou van geen weigering willen hooren.
„Wat scheelt Olga?" vroeg ze.
,Jk weet het niet. We zijn vanmiddag met de auto
uitgeweest; toen voelde ze zich nog goed* maar on
derweg kreeg ze erge hoofdpijn- En zoodra we thuis
kwamen, heb ik mijn knecht om Jim's plaatsvervan
ger gestuurd".
Een ratelende -donderslag maakte zijn woorden on
verstaanbaar. Voordat, die voorbij was stond Muriel
aan de deur, gaf hem, een wenk en ging naar boven
om zich klaar te maken. Ze had nu haar bedaard
heid geheel teruggekregen.
Na een paar minuten kwam ze teru#, met een
langen regenmantel aan en over haar arm een gum-
mi-jjas, dien ze Nick gaf.
„Sla jij dien om", zei ze. „Het is heter dan niets.
Ik begrijp niet hoe je in zulk een regen, kon
uitgaan."
En ze sloeg hem de jas om de schouders, wat hij
glimlachend toeliet.
Toen ze het huis uitgingen, woei een hevige wind
stoot haar haast van den been. Onwillekeurig klem
de ze zich aan haar metgezel vast, die stevig haar
hand greep en haar arm door den zijne trok. Zoo
stapten ze snel voort in den pikdonkeren avond, in
een stroomenden regen, tot ze eindelijk de lichte*
van Redlands door de boomen zagen schemeren. Mu
riel slaakte een- zucht van verlichting.
„Je hebt je flink gehouden", zei Nick. „Ik zie dat
je nog een dochter van je vader bent."
Muriel voelde zich blozen bij dezen lof en ze was
blij, dat hij dit in de duisternis niet kon zien.
„Ga nu eerst naar boven om' je tte drogen", ver
volgde hij. „Ik heb vuur op de logeerkamer laten
aanleggen." -
,Dat zal ik doen, als jij het ook doet."
„Ik moet eerst naar Olga, dat heb ik haar be
loofd."
„Maar niet in je natte kleeren!" riep Muriel uit*
„Hoor eens Nick. ik ben niet. zoo doorweekt, als jij,
Laat mij eerst naar Olga gaan."
Nick Bedacht zich even. t,Je wilt mij toch niet
buiten sluiten?'' vroeg hij.
„Natuurlijk niet," antwoordde ze verbaasd; daar
heb ik niet aan 'gedacht.''