ai
it het hart van Holland.
De VakYereenigings-quaeslie in het Engelsche
Parlement.
ALS EEN ADELAAR
DERDE BLAD.
FEUILLETON.
Zaterdag 28 Februari 192S.
68ste Jaargang. No. 7596.
Natuurlijk spreken .wij van den ochtend tot den
avond over het pd!an des heeren Oolijn tot invoering
©ener weeldebelasting. Of liever van een belasting
op allerlei .waren, waar men eventueel buiten kan,
benevens op eenige luxe artikelen. Terwijl een
tvorkelijke weeldebelasting alléén de artikelen zou
treffen, die als luxe kunnen wonien beschouwd,
flus overbodigheden of" dingen, die veef duurder
gijn, dan het normale artikel, waarmede zicth het
gewone mensohdom vergenoegt, komt de regeering
lier met een ontwerp, dat feitelijk, voor - zoover de
jonsument er mee te maken heeft, een tweede uib-
raaf is van de Tariefwet, in dit opzicht, fiat (alles er
minstens tien procent duurder van wordt.. Merk
waardigerwijze, de kleine luxe het meest.
Het ontwerp maakt een zonderlingen indruk in
elk opzicht.
Men weet niet, of het zoo Snaar in elkander is
afTodderd op een achtermiddag, dat er toevallig
at kladpapier op een lessenaar lag, dan wel, dat
ien hier beeft te maken met een wel'överlegde
jging van een kwaadwillig ambtenaar, om er pen
inister eèns te laten i nloopen.
Dat het een op normale wijze tot stand gekomen
en wel overwogen ontwerp moet voorstellen, is zeer
moeilijk aan te nemen. Daartoe zit het te vol van
'Jouten, vergeetachtigheden, vergissingen en onbed
achtzaamheden.
Neem eens het voorstel alle verteringen in oafé's,
«taurants, theehuizen en dergelijke, waar „een
aaltijd of het logies meer kost (dan 75 (bent', te
plasten met tien procent en minimum een dubbel
ije. Ik ga een kop thee drinken. Kosten: 'n kwait'
;je, piüs fooi, dertig cent. Ben ik 'alleen dan kost
mie een kop thee dus veertig oenten. Nu ziek ik kem-
ann nissen, die ook een kop thee drinken en met elk.tpt-
rno der betalten we vier koppen thee met een gulden, een
dubbeltje recht en de fooi. Door met elkander aan
^jeen tafel te gaan zitten en samen te betalen, ven
dienen wij dus veertig cent aan deu staat. In edr\
café tweede klasse, waar de koffie drie stuivers
kost, verdient men door met zTn zevenen botje bij
botje te leggen, gemakkelijk zestig cent...
Is dit een ernstig voorstel' eener regeering Qf het
gedoe van een ontsnapt krankzinniger'
Ik ben 'zoo eens langs de winkels gaan loopen om
de prijzen.van een en ander eens *na jtegaan. ope-
ciaal' heb ik door bemiddeling van mijn vrouw,
want voor een man staat het zoo dwaas (studie te
maken van ongevulde dameskousen, nagegaan
hoeveel zaken erin onze luxe stad zijn,Waarkousen
■van meer dam tien gulden een courant artikel zijin-
NHet zijn er precies geteld Vijf en die vijf
verkoopen per week nog .geen drie dozijn van ait
soort tezamen. Van het luxe recht op dure kom-
sen krijgt de staat dus uit den Haag vermoedelijk
zoo iets van 35 gulden per week.. Tenzij de zaak
den prijs van tien gulden op 9..99va brengt. Dan
ontvangt men toch het tientje, maar de belasing-
gaarder krijgt niets. Precies hetzelfde is natuuiy
LöOlijk het geval met de toiletten en oosta-
—mes uit kostbare stoffen vervaardigd. De duurste
'7tipakjes zijn die, waaraan de minste stof zit én een
?*r-ftoostuum uit h©t ailereerst „Maison kan zijn ge-
v componeerd uit een doodgoedkoop stofje, omdat
jhet maakloon én de garneering de geachte lezer
l 50 merkt, dat mijn vrouw ernstig heeft medegeholpen
5 om dezen brief te doen Slagen eigenlij k de
zaak duur maken. Alö die apart worden blekend,
fc.5ujQ.ijgt men vijf rekeningen voor een jurk, die aLle-
_fc_L IJ K U OliOiX »lji. J v
1.—maal onder het beiastmgminimum blijven, doch
(niettemin tezamen een coetuum vertegenwoordigen,
dat misschien vijftig gulden belasting had moeten
opbrengen. In plaats ervan krijgt men nu hoogstens
vijf, aooh misschien maar een kwitantiezegel....
Zoo zal' het natuurlijk met allen gaan, omdat de
gelegenheid tot ontduiking dezer tax zoo geweldig
voor de hand ligt. Met een klein beetje goeden wu
van den kant der winkeliers en met wat handigheid
van het publiek, krijgt de schatkist van de weiv
k el' i j k e weeldeinkoopen ongeveer niets.
Geheel iets anders is het met allerlei snoeperij,
met odeur en dergelijke dingen, die ongeacht den
prijs zullen worden belast. Alweer komt er een
groot vraagstuk uit de praktijk, waaraan men op
net ministerie blijkbaar niet hóeft gedacht. Als een
«root oonfiseur, ?eg een firma &Ü9 Krul, meer get
ij akj es heeft dan worden verkocht, gaan ze weg.
Zij worden dan niet meer den volgenden dag aatn
de klanten voorgezet, doch verkoCht aan een der
vele kleine winkels in de volksbuurten, waar een
taartje lekker wordt gevonden, ook al is het niet
meer gloedversch. Vermoedelijk zal dan de tien
6'ooent verschuldigd zijn pp deze gebakjes. Als de
efine volksoonfiseur ze verkoopt, komt er weer
recht op. Stel dat de groote firma ze opruimt voor
7Vï oent Ibij zijn winkelprijs van VS1/» ot., dan komen
twintig dier gebakjes den kleinen .winkelier op
f 1.65. Hij wif zelf wat verdienen, ook omdat hu
de risico heeft, dat zij bij "hem nog oudbakkener
worden, dus verkoopt tracht ze te verkoopen
voor een dubbeltje.
Komt er eeu kooper, dié er tien wil' hebben, dan
betaalt hij dus f 1.10, maar het kind, dat err eentje
zou willen snoepen, moet twintig cent betalen eia
zoover strekt het budget niet. Gevolg: een strop
voor den kléinen winkelier en tevens voor de groote
firma, die geen wederverkoopers vindt, en deze
bate moet trachten te vergoeden, door juister af te
mikken, wat^Jb' bakt. of door hooger prijs.
Iets anders, dat blijkbaar niet is bedacht, is, dat
ieder winkelier, wiens artikelen in de termen dezer
belasting vallen, verplicht is een tiende van zijn
vermoedelïjken weekomzet aan zegels in huis te
nemen, wif hij niet eiken dag in de queue gaar*
staan. Aangezien de weeldebelasting dient om den
Nederlandschen mensch de noodige zuinigheid te
léeren, zoo, dat hij nieuw kapitaal kan vormen
(vermoedelijk met de bedoeling, dat als hij het heeft
(gevormd de fiscus het hem afneemt...), is hier
de werking van het wetsvoorstel precies averechts
verkeerd, daar de zakenman om hoogstens
denzeifden omzet te finanbieren tien procent méér'
kapitaal in zijn zaken moeten steken, hetwelk hij
anders voor uitbreiding of voor beiégging in een
andere zaak zou kunnen gebruiken.
Zelfs als hij dit meerdere kapitaal vastlegt en dus
aan uitbreiding, niet denkt, ia net nog zeer de vraag
of hij zijn tegenwoordigen omzet behoudt.. In de
eerste plaats wordt straks alles -©enige procenten j
duurder tengevolge van de Tariefwet: buitenland-1
;sche producten door de heffing aan de grenzen, de
binnenlandsche door den vrijbrief, door de regeerfiïg
aan de fabrikanten gegeven om voor eigen rekening
op te .slaan tot butienlandsdhen prijs. Die stijging
zal, laten wij zeggen 2V21 pet. bedragen, die op den
prijs komen. Thans komt dit voorstel met de tien
procent, dan is de stijging voor vele artikelen reeds
121/* pet. Gelooft men, dat het Nederlandsohe piv
biiek bereid en in staat is na de algemeene malaise,
de loonsverlagingen, de zware belastingen, de toch
reeds hooge prijzen voor taf van goederen, van den
eenen dag op den anderen, voor allerlei zaken 12-V'g
pet. meer te gaan betalen. Voor artikelen, die feite
lijk volgens den minister „weelde'' zijn, dus die
het publiek desnoods kan ontberen P
Hoogstens een ambtenaar, die nooit heeft gehoord
van de praktijk des lévens, kan op zulk ten maJV
lotig denkbeeld komen. Gesteld zelfs, dat het puj-
bliek alles te zamen evenveel blijft uitgeven voor
de zoogenaamde luxe dingen, dan is het toch dui*-
'delijk, dat er 12Va pet. minder aan hoeveelheid
iwordt verkocht.
Waar de algemeene koeten der winkeliers het
zelfde blijven, moeten zij dus om gelijke winstenfce
maken, en hun koeten te dekken en hola verplich
tingen na te komen, hun winstmarge op het Eu*
tikei vergrooten. Wie voor duizend guldon verkocht
en nu nog maar voor 900, (moet, om' honderd gulden
te verdienen in plaats van tien procent, voortaan
jroim U pot. maken.. Ook dit moet uitdrukking,
vinden in den verkoopsprijs, met het gevolg,
Van weder een inkrimping van den omzet.
De aal goed doen, als rij" tfese .«wet nog lOoIija toch wel durft optreden tegen de vervpiA-
ooit ter behandeling krijgt (en het voorstel niet een lende weeldemensohen....) zich een aooountantsrap*.
paradepaard is om te llaten zien hoe democratisch I port van een winkelzaak te laten geven. A.
iraf
oor
door ETHEL M. DELL, uit het EofleWch door
'tU1 W. J. A. ROLDANUS Jrs
28.
„O Will, Will/7 smeekte ze gebroken, „laat mij
gaan terwilie van jou./'
!en „Terwilie van mijzelf, Daisy," antwoordde hij
bedaard, „en terwilie van jou, die uit eigen bewe
ging weer bij mij gekomen bent, zal' ik je nooit
weer laten gaan."'
O „Wees niet zoo edelmoedig, Will. Dat kan ik niet
O verdragen. Ik heb nog liever, dat je mij'vervloekt.''
„Stil, stil. Je bent mijn vrouw.. Ik flieb ge lief
Jik heb je noodig." 1 1
De tranen kwamen haar in de oogen, verblindön,a,
brandend, overweldigend. Ze snikte bet_ uit en die
uitbarsting bracht haar verlichting. Ais iemand, die
behoefte heeft aan steun, klemde ze zich aan hem
„Ik Zal je alles vertellen," fluisterde ze.. „Als
je mij wilt vergeven, moet je eerst alles weten/'
„Vertel het mij, als je denkt, dat hét je goed zaï
doen. Maar geloof mij, ik heb je reeds vergeven,
fvóórdat je begint."
En zonder weifelen vertelde ze hem, liggende in
zijn armen, het gezicht verborgen tegen zij'n schout-
der, niets weglatende, niets verzachtend, haar heele
treurige geschiedenis, tot haar Zonde voor hem lag
ais een open boek de zonde van (een vrouw, die
bijna vergeten had, dat de liefde iets heiligs is.^
„Je haat hem dus al opgegeven vóór zijn dood?''
zeide hij, nadat hij haar zwijgend tot het einde toe
had aangehoord.
„Ja, nadat Nick mij het hopelooze net slechte
er van onder het oog 'had gebracht. En hij -(Blake
liet mij gaan: Hij zag het ook zoo- begreep
het tenminste. En dienzelfden nacht o, Will,
dienzelfden nacht vond hij dan dood in de
golven.
Hij sloeg Zijn armen nog vaster om haar heen.
„Mijn arm arm vrouwtje/'
„O, Will, dat niet," smeekte ze. „Je moest mij
haten mij verachten/'
„Sst./' zei hij weer en zij wist dat hij met dat
eene woord vastberaden den afgrond, die zich ge
durende de laatste twintig lange piaanden tusschen
hen gevormd had, den rug toekeerde, dat zijn liefde
groot genoeg geweest was dien te overbruggen en
dat hij haar gewond, gebroken," geteisterd door de
levensstormen, wilde voeren naar een beschutte
plaats.
Toen hij haar gezicht naar zich toekeerde, en haar
léchtig kuste, ning ze aan zijn hals, niet meer
-Jvreesd om hem in de oppen te zien. f
Even hield hij haar zwijgend- in zijn omhelzing,
toen begon hij rustig te vragen 'naar haar reis.
„Heb je mij* niet verteld, dat je in de dakbuiï-
gaiow gegeten hebt?"
„Ja. We zijn er een paar uren geleden aange
komen, Nick en ik."
„Nick? En heb je hem daar achtergelaten
„Hij zou op mij wachten om ïnefc hem terug te
gaan,'' fluisterde ze.
Weer kuste hij haar met innige tederheid. „Laat
rn
ïd
Ihoi
Sz
nat
stel
ske
eut
r,
\z.
GES
Aan het begin van elke zitting wordt er door de
Bngelsche Kamerleden geloot, wie van hen het
voorrecht zal genieten gedurende het zittingsjaar
wetsvoorstellen, z.g. Private Bilis in te dienen. Bui
tendien krijgen zij daarbij' nog een rangnummer.
Heeft men een hoog nummer, dan kan men op zijn
vingers natellen, dat men niet aan de beurt komt.
Ditmaal1 zijn verscheidene conservatieve leden erg
fortuinlijk geweest, o.a. heeft het conservatieve lia
Mri. Macquisten een gunstig rangnummer •getrokt
ken, waarvan hij nu overmorgen een bijzonder ge
bruik gaat maken, door het indienen van een wets
ontwerp, waardoor het de En gel scha Vakvereenit-
gingen, de Trade Unions, onmogelijk gemaakt zal
worden het geld der leden voor politieke doeleinden
te gebruiken. Er wordt in Conservatieve kringen
heel verschillend over deze guaeetie geoordeeld, de
uitersten, waarvan de Mormng Post de spreekbuis
is, willen dat de Regeering de zaak tot »de hare
maakt, anderen betreuren, dat men met deze zaak
begint, want zij zien er nipts goeds uit groeien en
vreezen dat men van de leiders der Yakvereeingin
gen nog een soort martelaren laat maken. Nu, dat
behoeft heusoh niet, want met de leiders der vak-
ver eeni gingen behoeft men geen medelijden te
hebben, dat bewijzen de volgende cijfers wel.
Over het algemeen hebben de Engeisdhe vakven-
eenigingen een duur huishouden en iaat het géén
twijfel' of er heerscht vooral onder de niet socia
listische en niet communistische leden der Vakl-
vereenigingen een gerechtvaardigde verbolgenheid
over het leiderschap der vereenigingen in het al
gemeen en het gebruiken der gelden van alle leden
voor politieke doeleinden en wel voor de verkiezing
van z.g. Dabourcandidaten én dat wil' tegenwoordig
zooveel zeggen als Socialistische en zelfs somtijds
Communistische oandidaten.
Ieder mensch kan begrijpen, dat dit onder de
Conservatieve leden der Vakvereeniging verbitter
ring moet wekken,* het lijkt ook nogal wreed om
iemand te laten meewerken aan het vlechten van
den strop, waarmee men straks opgeknoopt zal
worden. Een tuinman van een buurman zei laatst
dan ook tegen mij, steit U eens voor, meneer, dat
de leiders eens conservatief waren en de gelden
van alle leden voor de verkiezing van conser
vatieve oandidaten zouden besteden, wat Zonden
die Socialisten en vooral die ülydesiders (dat zijn
de uiterste rooden, de leden uit Glasgow en om
geving, dus uit de districten rondom de Ctyde),
een keet opzetten.
Dat is natuurlijk volkomen waar. 'Het valt mij
altijd weer op, hoe sterk de Socialisten er in zijn,
om met twee maten te meten. Ik volgde onlangs
het verslag van het congres der S.D.A.P. te Amt
sterdam en het viel' mij weer op, hoe spoedig de
heeren .aan de bestuurstafel oj> hun teentjes getrapt
waren en spraken over oh behoorlijken toon dh
onbehoorlijk optreden van leden, die het niet met
het bestuur of met de Volkredactie eens waren,
terwijl diezelfde bestuursleden even daarna op aller
ongepaste wijze te keer gingen tegen andersden
kenden.
Dan denk ik weer aan mijn oude nicht, die ons
do re mi etc. liet zingen: Wat gij niet wilt» dat
geschiedt, doet dat ook aan een ander niet.
Trouwens, ook gedurende het melkdebat bleek, hoe
woedend de S.D.A.P.'ers waren op de zeer rake
opmerkingen der Vrijzinnig Democraten en van,
dient kant niets duidden, terwijl zij zelf (de vootv
zitter incluis zich allerlei permitteerden, dat
niet door den beugel kon. Dat mocht, want wat leen
§.D.A.P/er zegt is heilig. Dat is zeker, omdat Marx
een Duitscher was, een Duitsdher heeft ook aitijd
gelijk. 1
Om inu eens een piaar cijfers,te noemen. 'Er waren
in totaal'"leden aangesloten bij Engelsohe Vakverj-
eenigingen in 1918 5.250.000 met 2.100.000 pond st.,
in 1923 4.368.877 met 3.324.000 pu st. bedrijfskosten
hem bij ons komen, mijn liefste. Ik zal Sammy ér
dadelijk met een briefje heensturen. Maar jij moet
iiu eerst wat rusten. Je bent doodop.7'
Toen hij terugkwam, zag ze, waarin de veran
dering bestond, die ze in hem had waargenomen.
Achterover tegen de kussens geieimd, keek ze hem
glimlachend aan.
„Wat ben je mager geworden, Will/'
„Dat komt van het Indische klimaat," zei hij.
Maar zij wist wei beter. En hij* kon dit duidelijk
aan haar gezicht zien, af deed hij, of |hij het niet
opmerkte.
„En nu, Daisy, zal ik je naar bed 'dragen, net
s vroeger in Bimla weet je nog? tna de
geboorte van ons kindje. Arm' kereltje-/'' Zijn stem
kiönk gedempt, alsof hij weer naast het leege
wiegje stond.
„O, Will/ 'zei ze. zich in zijn armen werpend
"met een luiden snik, „als hij maar in leven was
gebleven.7'
Hij hield haar innig vast en fluisterde met zijn
lippen op haar zilverwit haar:
„Misschien later Daisy, wie weet/'
En door haar tranen heen glimlachend, fluisterde
ze terug: ;iO, Will, ik hoop het. Dat zon een
zaligheid zijn/'
HOOFDSTUK XLTV.
Een Mannenhart.
Het was een snikheet© dag. De wedrennen in
Ghawalkhand waren in vollen! gang.. Muriei Ros-
<coe leunde loom achterover tegen de zachte kussens
wan Lady Bassett's rijtuig en keek met verveelden
blik naar de woelende menschenmassa op het sport
terrein, tot ergernis yan haar gastvrouw, die haar
meer dan eens verzocht: „Kijk toch niet zoo koel;
kind/' wat Murief telkens met een nog onverschilli
ger blik antwoordde.
Hoe koel; ze er ook uitzag, merken deed zij dat
niet, want ze waren in het warmst van 't seizoen
en Ghawalkhand was een van de heetste plaatsen
in Britsch Indië. Sir Reginald was er kort geleden
tot Resident benoemd, om als raadgever dienst te
doen bij den jongen Radjah. En Murief was met
hen meegegaan, onverschillig waar ze heenging.
Ze 'had geen piéizier meer in het leven. 'Ze voelde
zich altijd even vermoeid en miste daardoor de
noodige animo om deel' te nemen aan de vermaken,
waarin ze verzeild was geraakt.. Er waren echter
slechts weinigen, die gisten welk verdriet ze achter
haar passief uiterlijk verborg. Zelfs Bobby Trasser,
een opgewekt celibatair, en een lieveling van de
dames, wiens scherpen blik gewoonlijk niets ontf-
ging, was zich hiervan niets bewust. Toch was het
zeker niet haar lévendige conversatie, die hem
haar gezelschap deed zoeken, zoodra hij haar alleen
zag. i v.
O ok nu kwam hij op' haar toe, om Aaar een
kopje thee te brengen, en b!'eef naast het rijtuig
wachten, tot ze het uitgedronken had.
,Kijk eens',,' zeide hij, wijzend naar een jookev.
die hen op de renbaan voorbij reed. „Hoe durft
die aan den wedstrijd meedoen? Zóó kan ik het ook
nog wéL Dat doet mij denken aan iemand, die ik
vroeger gekend heb Nick Rat... Rat.... zipn
Ti«.fl.Tn wil' mij op 't oogen blik niet te binnen schie
ten, maar dat doet er ook \niet toe (r— die ophec
In Hoilandsöh geld komt dat oc f5 per hoofd in
1918 en op f8.50 per hoofd .In 1923.
Dat is veel geld en kan men daarom foest bet-
grijpen, dat er lieden zijn, die voor de éer van lid
te zijn der vakvereeniging, stichtelijk bedanken.
Terwijl' er dan ook in 1920 totaal bijna 7 millioen
léden waren, liep dat in 1923 terug tot 4.300.000
leden, terwijl de totaatrinkomsten slonken van
16.000.000 pond sterling in 1920 tot 9.778.000 pond
sterling in 1923'. Een teruggang yan ongeveer 60
millioen gulden in drie jaar.
Wanneer men dan bedenkt, dat de uitgaven der
leiding inplaats van af- juist toenam, aan baart
de toestand der Vakvereenigingen in Engeland
inderdaad zorg.
Doch nu is de vraag: gaat dat buitenstaanders
aan? Dat is een heef moeilijke kwestie.
Degenen, die zeggen: ja, komen o.a. met de staking
der electriciens enz. als argument voor den dag en
zeggen: hier was een arbeider, een zekere Rew,
niet bereid om te blijven bijdragen aan de kas der
Vakvereeniging, omdat hij zich niet met de leiding
kon vereenigen en vond, dat het geld der arbeiders
weggesmeten werd.
De leiding der Vakvereeniging beantwoordt dit
door den man op de zwarte lust te zetten, hem be
smet te verklaren, hem du® broodeloos te maken. De
werkgever wil dat niet dulden, de man 'is een zeer
goed, bekwaam werkman, kwesties in do Vafcvofl-
eeniging gaan den werkgever niet aan. Rew biijft
dus werken. De leiders der V.V. beantwoorden
dit door het afkondigen eener staking. Waar is do
individueel© vrijheid van den borger? vragen dq
genen, die maatregelen willen zien genomd-i, dat
ae leiders der Vakvereenigingen niet met de kas
kunnen omspringen, zooais zij willen, dikwijls tegetn
den wil van vele leden.
Anderzijds echter wordt gezegd: dit is ten slotte
een quaestie, welke de arbeider onderling moeten
uitvechten en waarbij de Regeering slechts heeft
toe te zien, dat de rechten en wetten niet worden
aangerand; wij buitenstaanders moeten ons er dus
niet in mengen, Het eigenaardige is, dat zoowel
voor.- als tegenstanders van beperking der macht
der leiders ten opzichte der geldmiddelen het over
één zaak roerend eens zijn, ni. dat ér aan ihet be
staan der Vakvereenigingen niet getornd mag worg
den, dat het bestaan der Trade unions noodig is.
De Trade Unions zijn een onmisbaren factor in
het oeoonomisch verband geworden en men moet
wel heel bekrompen wezen, wanneer men niet
erkennen wil' dat een georganiseerde arbeidersbe
weging geheel' past in onze samenleving. De Vak,-
vereenigingen hebben ook enorm veel goeds tot
stand gebracht, geen mensfeh zal'dat ontkennef^
al' zullen velen hevige grieven hebben. Die grieven
zijn eigenlijk steeds het gevolg van fouten door
leiders begaan. Leiders van vakvereen gingen zijn
menschen en hebben als menschen ook alle goede
eigenschappen en fouten van den mensoh.
Heeft de leider meer goede dan slechte hoe
danigheden, dan strekt hij zijne vereeniging en, de
maatschappij uitsluitend ten zegen en verdient dan
eigenlijk heilig verklaard te worden. Nn is echter
heel jamm€g, dat bijna elke leider van een V.V.
zich zelf heilig vindt, terwijl hij erg mensc/helijk is.
Vandaar heef voel grieven yan de „Maatschappij''.
Nu is een der groote moeilijkheden de eigenaar
dige positie van den feider eener V.V. Als werk.-
linan heeft 'hijlg*een beteekenis meer, hij is zijn oude
ambacht ontgroeid, is te veel „heer" geworden, kan
praten en schrijven, is een vergaaermensdh géfc-
worden en moet natuurlijk leven van het ieideiv
pchap der V.V. Leven is duur, vooraf voor een
('vergadermiensch.
Laten wij nu eens zien wat In 1923 aan salarisoefc»
voor de leiders van eemige vakvereenigingen ju
•Engeland is uitgegeven.
laatste oogenblik meedong naar den Grooten Mp-
golsbeker te Sharapura; om een weddingschap,
geloof ik. Het paard, dat hij bereed was zoo mager
ais een skelet en verduiveld lastig, kortom het had
geen enkel' goed punt maar toch won hij de
race. Het was natuurlijk niets als zijn brutaliteit,
die hem redde. Ais (hij' eenmaal zijn zinnen op iets
gezet had, moest het gebeuren. Hij was de bru(
taaiste kerel, dien ik ooit ontmoet heb.
„Zoo herinner ik mij nog, dat, toen ik', nu jaren
geleden met dezelfde boot als hij naar indië gring,
ér op zekeren avond kaart gespeeld werd in het
salion, hij keek toe en zag dat een tyanlde dames
valsch speelde.. En zonder aarzelen nam hij zijn
sigarette uit den mond en stak daarmee haar japon
in brand. Vreeselijk riskant, nietwaar? Toen ter
tijd dachten wij stellig, dat het een ongeluk was,
pas later hoorde ik de ware toedracht. Er volgde
natuurlijk een geduchte opschudding; speeltafel
tjes werden omvergegooid dames kregen het op
de zenuwen en temidden van dat tumult doofde
onze held bedaard met zijn handen de vlammen uit
en bood de bewuste dames de noodige excuses aan.
Ze was echter zoo boos op hem, dat ze^hem de heele
verdere reis negeerde. Ja, daar heb je Mevrouw
Philips.. Ik moet haar even aanspreken. Adieu/'
„Je hebt toch, hoop ik, thee gehad, Muriei'?7 klank
de stem.van Lady Bassett, die even naar de 6tallan
was gaan kijken, achter haar. „Mooi zoo. Ik dacht
wel, dat Bobby Traser goed voor je zorgen zou.7'
En met een voldaan lachje ging ze naast Muriei
zitten. Het was haar eenige wensöh, Muriei' zoo
spoedig mogelijk aan den man te brengen, en ze
liet geen gelegenheid voorbij gaan, haar dit te
laten merken. In den laatsten tijd had ze zich 'ver
beeld, dat Bobby Traser meer notitie van haar nam
dan van andere meisjes, en daar -«e hem «n aüe
opzichten een geschikte partij voor Muriei vond,
moedigde ze zijn attenties ten sterkste aan, wat
deze zich zwijgend liet welgevallen. Muriei was
•blij, toen de wedrennen afgeïoopen waren én ze
eindelijk naar huis kon gaan, want ze snakte er
naar alleen te zijn. De verhalen van Bobby hadden
haar zonderling ontroerd. Niemand noemde ooit
Nick's Tifl-a.m tegen haar, zelfs Olga, haar trouwe
correspondente, vermeed dien in haar brieven. Als
een meteoor was hij door haar hemel géfbtst en
weer verdwenen; 1 een lichtend, onuitwischbaar
spoor achterlatend wei is waar, .maar verdwenen
was hij toch. En het kwam haar hoogst onwaan
scthijniijk voor, dat hij ooit weer haar pad zou
kruisen. En nu had ze iemand ontmoet, die haar
dingen van hem had verteld, waardoor ze in een
oogenblik zijn geheele krachtige persoonlijkheid
fweer voor zich zag. Ze had wel uren lang haar Boh-
by's verhalen kunnen luisteren. Alleen het noemen
van Nick's naam had haar poleen sneller doen
kléppen. f
Lady Bassett deed onderweg geen moeite met
haar te .praten, maar toen ze haar een "paar koper
stukken zag toegooien aan een ouden bedelaar,
die tegen net hek van de Residentswoning gé-
hurkt zat, kon ze niet nalaten haar een kleine
vermaning toe te dienen.
„Ik wou, dat je die menschen niet zoo aanmoe
digde kind. Men kan met de tegenwoord ge opstoot
jee met dergelijke sujetten niet voorzichtig gA
juiiei zei niet®, maar besloot bij richzefve, den
ouden man voortaan haar aalmoes te geven, als
Lady Bassett er niet bij was.
postpapier
naar de onderteekening te zien. Hij was van Wilil
Mjusgrave.
„Waarde juffrouw Rosooe/' schreef hij*. „Na lang
aarzelen -ben ik er toe oveigegaan, u een gunst te
vragen. Zooals u waarschijnlijk weet, is mijn
Vrouw eenige maanden geleden bij mij teruggektx-
pién. Ze if3 nog heei zwak en hooft den wensch te
kennen gegeven, u te zien. Ik geloof, dat -ze /u iets
te vertellen /heeft, dat haar zwaar op de ziel drukt,
en ik kan het gevoefhiet van miij 'afzetten, dat er
•veel' meer kans pp algeheel© genezing zou zijn,
als u haar daaromtrent zoudt willen geruststellen.
Ik weet, dat ik veel van u vraag, want het isr oen
lange vermoeiende reis naar hier, maar mooht u
,ér toe besluiten, dan ben ik gaarne bereid, u van
het spoor te halén en over de Vlakte te brengen.
Zoudt u zoo goed willen zijn, mij' uw antwoord te
seinen? Ik heb buiten Daisy om geschreven, omdat
zij meent het recht op uw vriendschap verbeurd to
hebben.
Met vriendelijke groeten,
W*. MUSGRAVE.
Nog dienzelfden avond zond Mnrief haar anb»
woord: „Vertrek morgen77.
HOOFDSTUK XLV..
In naam van de vriendscïiap.
Den volgenden morgen vroeg begaf Muriei zioh
op weg. Toen ze het hek'uitreed, keek )ze dit (het
raampje van het rijtuig, of ze den oaden bedelaar
t>ok zag, die daar den vorigen namiddag had ge
zeten. Hij was er niet, maar een eindje verder
kwam ze hem tegen, Van uit de plooien van zijn
ohudda scheen zijn witte baard haar om een aalmoes
te smeeken. En met een vriendelijken glimlach
gooide ze hem een muntstukje toe.
Als ze later aan haar reis terugdacht, vergat ze
de vermoeienis en verveling. Ze werd als- voorti-
gedragen op de vleugelen der liefde.
Volgens afspraak wachtte Will Musgrave aan het
station.
Hoewel in alles op haar welzijn bedacht, was
hij zoo stil en in zichteelf gekeerd, dat ér (haast geen
woord uit hem was te krijgen..
Bij bedankte haar hartelijk voor haar komst, zei,
dat Daisy's toestand nog dezelfde was en liet haar
verder bijna geheel aan de zorgen van de ayah, over.
Toen ze eindelijk hun bestemming naderden, ven-
brak WiH het zwijgen.
„Laat mij vooruitgaan om Daisy op uw komst
voor te bereiden,'7 zei hij. „Ik heb haar niet gezegd,
dat u komt. Ik vreesde, dat de spanning Wan het
wachten «haar kwaad zou doen."
Ze ontmoetten elkaar aan het hek van de bun^
galow, en levenslang herinnerde Muriei zich Daisy
zooals ze daar stond met het grijze haar, dat doods
bleek gelaat, die radeiooze uitdrukking in haar
oogen. Zonder een woord sloot ze haar in haar jonge
armen en hield haar langen tijd omvat.
Wordt gevolgd.