DE 1 el n, n. TWEEDE ftLAia Ingezonden Stukken. 3k Het buitengewoon zachte weer, door geen enkelen iiag van eenigszins beteekenende vorsti onderbroken, naakt dat de onderhanden zijnde Zuiderzeewerken, sij het dan niet in hetzelfde tempo als in de zomer- naanden, toch regelmatig kunnen worden voortge- 1 op. )I 3. aaf, ons 25 25 30 20 12 12 Woensdag 4 Maart 1925. üöste Jaargang. No. 7598. Een tweede belangrijke factor, welke vooral van (eteekenis is voor het werk aan den afsluitdijk, is iet totaal afwezig blijven van zware Noordwesten, of s'oorder stormen gedurende dit winterseizoen. Wel rijn omstreeks Kerstmis en Nieuwjaar en nu ook veer gedurende de laatste weken, meerdere dagen ran bijzonder sterken wind voorgekomen doch meest- il was de windrichting dan uit het Zuidwesten of [Vesten. Zoodra de wind iets verder uitliep, vermin- ïerde zijn kracht, zoodat de nieuwe dijk nog geen enkele maal zware zeeslag had te verduren. Voor de aannemers mag dit als een ""niet te onderschatten juitenkansje worden aangemerkt, omdat zij hierdoor In de gelegenheid zijn geweest, de steenglooiing aan buiten- zoowel als aan de binnenzijde over hé- langrijken afstand geheel of nagenoeg geheel af te sverken en over die deelen dus, practisch gesproken, legen stormschade zijn behoed. Zoo is deze over de leeto breedte van het Amsteldiep, behoudens enkele j deinere gedeelten, waarvan nog slechts een smalle jovenrand moet worden gezet, aan beide zijden reeds tot op hoogte gebracht. Op het wad is dat even. jens het geval over meer dan de halve lengte. Vanaf de aansluiting aan den dijk buiten 't afwateroing.s- «n icheepvaartkanaal is de glooiing over eenige meters •eeds geheel gezet, terwijl men thans ook vanaf het Amsteldiep naar de landzijde bezig is deze aan te; >rengen en hoewel niet vlug (want het is daar de verzakkingen bij voortduring hebben plaatsgehad' en waar deze ook nu nog niet tot staan zijn gebracht) toch gestadig hiermee opschiet. Het onbedekte ge deelte zal aan de binnenzijde nog ongeveer 300 a 400 meter bedragen, terwijl aan de buitenzijde ongeveer 100 meter langer zal zijn. Wij deelden reeds, eerder mee, dat dit onbedekt zijn nog niet beteekent; dat daar de dijk geheel onbeschermd ligt, omdat de zijwaansche grondverschuivingen aan beide zijden van den dijk zoodanige opheffingen van den bodem tengevolge hebben gehad, dat het zeewater reeds tot een vrij hoog peil zal moeten stijgen, eer het tegen den dijk zelve staat. Een zoodanig peil zal alleen hij zéér hoogen vloed worden bereikt. Op verschillende )laatscn is men daar nu bezig het weggeschoven kei- eem weer uit te graven en dit weer tégen het zand- lichaam van den dijk aa.n te brengen. Op die wijze wordt, wel de kracht der weggeschoven grontimassa golfbreker verminderd, maar daarentegen wordt die voor den dijk des te grooter. Overigens blijft dit I opnieuw aanbrengen van het keileem nog steeds eene riskante onderneming, omdat nog altijd niet, zeker is, dat dit op den een of anderen dag niet nogmaals zal wegschuiven. Want, wij lieten dat hierboven reeds' blijken, tot staan' gebracht zijn de verschuivingen' look I nu nog niet. Nu eens gaan deze in buitenwaartsche, dan weer in binnenwaartsche richting, maar werking Is er nog voortdurend. De daar ter plaatse tot onge- peer 15 a 16 metor bededen den waterlijn reikenden kleilaag, die slechts was gedekt door eene 1—2 meter I dikke zandlaag en alleen door eene 1 meter dikke voenlqag werd onderbroken, blijkt van eene te weeke substantie, om de daarop neergestorte enorme zand massa te kunnen dragen en schuift daarom nu eens j in deze. dan weer in gene richting. Wij hebben dan! ook een vaag vermoeden, dat de ellende op deze plaats bij lange na nog niet geleden is, integendeel, dat nog labg nadat ook hier de dijk gereed en afgele verd zal zijn, grondverschuivinen zullen voor ko men, die op dit ongeveer 500 m. lange gedeelte een> voortdurend onderhoud zullen eischen aan glooiing; en grondwerk. Wanneer wij dit vermoeden uitspreken, dan is dat niet omdat wij een remmenden invloed op de voort- zetting £an het groote werk zouden willen uitoefenen. Integendeel, wij zouden het bejammeren., wanneer de op dit gedeelte bij herhaling voorkomende verzakkin gen een zoodanigen invloed zouden hebben. Want wanneer wij het geologisch lengteprofiel van den bo dem van den afsluitdijk Wieringen-Friesland op de j kaart gadeslaan, zien wij daarop nergens een punt, waarvan wij kunnen verwachten, dat verzakkingen daar in zoodanige mate als dat hier het geval is, kunnen plaats hebben. Wel is er nabij de Friesche kust eene zwakke plaats, omdat daar over een paar kilometer lengte eene 2 a 3 meter dikke veenlaag in den bodem zit, doch deze veenlaag zit daar overal betrekkelijk hoog en, strekt zich nergens meer dan 6 meter beneden den waterlijn uit. Overigens is de zee- j bodem op dat bijna 28 kilomter lange gedeelte van j eene hoedanigheid, dat verzakkingen, indien zij er al mochten voorkomen, waarschijnlijk van geringen omvang zullen zijn. Zelfs als de klei, welke daar in den bodem voorkomt, evenmin draagkrachtig zou blijken, als dat hier het geval is, mag worden veron dersteld, dat de verzakkingen, in vergelijking tot de hier voorkomende, veel minder omvangrijk zullen zijn, omdat bedoelde kleilaag op de meeste plaatsen slechts ongeveer een paar meter dikte heeft. Slechts op enkele punten bereikt zij eene grootere dikte (tot 6 a 7 meter). Waar echter de geologische profielkaart juist daar eene vermenging dezer klei met zand en schelpen te zien geeft, lijkt ook dat gedeelte ons niet bijzonder gevaarlijk. Bovendiij ontbreekt vanaf den Oever over eene lengte van meer dan 5 KM. deze kleilaag geheel en bestaat de zeebodem slechts uit fijn zand, grof zand' met grind, steenen of schelpen en keileem, evenals dit, met uitzondering der reeds ge noemde kleilaag en de bij de Friesche kust voor komende veenlaag, over de geheele verdere lengte het geval is. De prachtige resultaten, bereikt met den bouw van den afsluitdijk, door het Amsteldiep, waar de bodem eveneens bestond uit fijn zand, grof zand met grind en steehen en uit keileem, waar zich geen enkele verzakking heeft voorgedaan, doen ook voor het groote traje€t den Oever—Friesche kust de beste verwachtingen koesteren en geven op geen enkele wijze aanleiding tot pessimistische beschouwingen. Wanneer dit en vorige artikelen dus aanleiding zou den zijn, dat men zich ook over de verder uit te voe ren werken bezorgd zou gaan maken, dan zal het goed zijn, wanneer men ook bovenstaande uiteenzet ting aandachtig beschouwt, waaruit men dan zal kun nen concludeeren, dat het zoo vele malen reeds on derwerp van bespreking geweest zijnde traject der verzakkingen niet vergelijkbaar is mot eenig ander Gedeelte van do reeds gekomen afsluiting van het .msteldiep, nóch met het in plan aanwezige nog uit te voeren groote traject Wiering-Friesland, Na dit uitstapje, dat wij ons meenden te moeten veroorloven, om een/ zoo zuiver mogelijk inzicht in deze belangrijke zaak te verschaffen, keeren wij weer tot ons eigenlijk onderwerp: den stand der werk zaamheden op dit óogenblik, terug. Behalve keileem wordt ook een doel van het naar beide zijden weggeschoven zand weer uitgegraven, om hiermee de nog niet volledig op hoogte gebrachte of de gedeeltelijk ingezakte plaatsen weer aan te vullen. Dit aanvullen behoeft zich echter slechts te bepalen tot het erengeaoemde traject, omdat overi gens het zandlichaam op hoogte is en «taan blijft. Het gaat hier dus over ongeveer 500 meter. Nabij Van Ewijcksluls is reeds eene belangrijke hoeveelheid klei voor afdekking aangevoerd. Het buitentalud is daar reed9 gedeeltelijk afgewerkt., ter wijl ook een gedeelte van het breede bovenvlak met een dun kleilaagje is bedekt. Ook op het Amsteldiep gaat men regelmatig voort met het aanvoeren van klei, -dat echter nog meest langs den lijn van het werkspoor ligt opgestapeld. Voor wij van den afsluitdijk afstappen, om tot een ander onderwerp over te gaan, dienen wij nog even terug te komen op eene in een vorig overzicht door ons gemaakte opmerking. Wij deelden daar o.a. me-i de. dat in den afsluitdijk rijen kokers waren gesla-i gen, in welke de stand van het water in het dijkli-1 chaam werd gemeten, uit welke metingen bleek, dat vooral op het Amsteldiep de waterstand in den dijk j vrij' vlug die van het zeewater volgde. Wij concludeer-1 den daaruit „dat het dijklichaam ondanks de enormo zwaarte, nog niet die dichtheid heeft bereikt die aan andere, reeds lang bestaande dijken, eigen is en dus nog meer zal moeten „zetten", voor en aleer er van gezegd zal kunnen worden, dat het ondoordringbaar is". Wij voegden er aan toe, dit verschijnsel niet ver- j ontrustend te achten, „maar toch hadden velen ge-I dacht, dat dit hij een reuzen lichaam als deze dijk er j een is, niet of althans niet in belangrijke mate zou worden geconstateerd'. Inmiddels zijn ons nu van verschillende zijden, I waarbij o.a. van zeer deskundige, verschillende me-| dedeelingen gedaan, die onzen kijk op deze aangele-1 genheid aanzienlijk hebben gewijzigd en die wij dan ook meenen hier in 't kort te moeten weergeven. Toen tijdens den beruchten Januari-storm van het jaar 1916 het water tot nabij den kruin der dijken i klom, en de kammen der fel opgezweepte golven tel kens en telkens weer daarover werden gestort, werr den deze dijken aan de onbeschermde binnenzijde als doordrenkt van bet water, dat niet spoedig genoeg weggevoerd kunnende worden, den grond meer en meer tot een weeke massa maakte. Het gevolg daar van was, dat op vele plaatsen naar de landzijde ge richte grondverschuivingen plaats hadden en het zijn waarschijnlijk meerendeels deze grondverschuivin gen geweest, die de overstrooming van verschillen de aan zee gelegen polders hebben veroorzaakt. Niet dus in' de eerste plaats de kracht van het water op de buitenzijde (al is ook daar wel eens een gat geslagen) doch het niet spoedig genoeg kunnen verwijderen van het overgeslagen water. Sinds dien- heeft zich dan ook in waterbouwkundige kringen de idee ver breidt, dat een dijk niet alleen voldoende weerstand tegen zeeslag dient te bezitten, doch óók, dat even tueel binnengedrongen water (ook zware regenval kah gevaarlijk zijn, zie o.a. het spoorwegongeluk bij Weesp) op de snelste wijze dient te worden verwij- derd. Is dat resultaat met het gebezigde bouwmate-; riaal niet te verkrijgen, dan dient zulk® op andere wij-1 ze, bijv. door het aanleggen van speciale leidingen te worden bevorderd. Dergelijke leidingen (die bijv. uit eene flinke laag grove puin kunnen bestaan), dienen j vanuit het midden van hét dijklichaam naar den bin- nen teen te worden gelegd, opdat geregeld voldoend© water kan worden afgevoerd. Nu zijn op het wad, waar de ontwatering niet vlug genoeg geschiedde op verschillende afstanden zoodanige leidingen aange bracht. Op het Amsteldiep, waar de. waterafvoer zich veel vlugger voltrok (zie de hierboven aange haalde zinsnede) bleek dit niet noodig. Hieruit blijkt dus. dat datgene, wat aan velen (ook aan ons) opper vlakkig beschouwd een nadeel leek, dit in werkelijk heid niet was en wij hierin dus een verkeerd oor-, deel uitspraken. Wij hebben daarom gemeend; hierop terug te moeten komen, en doen dit bij deze gelegen heid, opdat alle lezers van onze overzichten hiervan kennis kunnen nemen. De dijk langs het afwatering»- en scheepvaartka-1 naai is voor eenige weken terug opgeleverd. Op dit oogenblik is men bezig er de noodige teelaarde op aan te brengen, waarna er graszaad enz. op kan wor den gezaaid, 't Lijkt ons echter toe, dat dit opbren gen van teelaarde tot heden nog niet bijzonder op schiet en, wanneer er nog dit jaar van beteekenende plantengroei sprake zal zijn, wa) wat vlugger voort gezet mag worden. Hei aanvullen der sluitput bij de nieuwe uitwate ringssluis, dat in het begin van dit jaar al heel slecht opschoot, gaat de laatste paar weken heel wat vlugger. Toch zal het nog geruimen tijd duren eer de beide dijken aan de bovenzijde der sluis aan zul-1 len sluiten. De oveukapping, waaronder de sluisdeu-[ ren zijn gemaakt, is, daar deze aan den grondaanvoer in den weg stond, afgebroken. Het afbreken dezer overkapping zal ook aan de aannemers van het verbindingskanaal ten goede.ko_. men, daar deze nu het voor de kanaaldijken benoo-1 digde zand rechtstreeks van het vorig jaar tegen den Balgdijk in het Balgkanaal gemaakte zanddepot zul len kunnen aanvoeren, zonder daarbij van de voor hen, zoo hinderlijken wissel op den Balgweg gebruik te moeten maken. Overigens schiet dit laatste werk flink op. De bei-1 de kanaaldijken zijn grootendeels gereed. Van den Noordwestelijken dijk moet echter nog een gedeelte, dat door den vergaarkom van het stoomgemaal komt te liggen, worden gelegd en men is dan ook reeds eenigen tijd bezig de dikke laag baggerspecie op de plaats, waar deze dijk zal komen te rusten, weg te ruimen. Dit gedeelte van het werk blijkt echter niet zoo vlug te gaan, als het tot heden gereed gemaakte, want de slappe specie loopt gestadig weer toe en hier van moet dus veel meer worden verwerkt, dan ver wacht was. Gedurende de laatste dagen schijnt het echter iets beter te blijven staan, zoodat nu iets meer vordering is te bespreuren. Voor de nieuw te maken brug over het verbindings kanaal komen reeds allerlei matrialen aan, terwijl een der leege woningen (die tijdelijk heeft gediend voor het onderbrengen van arbeiders, doch juist stond op de plaats waar de brug moet komen) is af gebroken. Voor de ontwatering tusschen de Van Ewijcksvaart en het nieuwe verbindingskanaal-zal een duiker van ijzeren buizen worden gelegd onder dit laatste kar naai en de beide dijken door. Men is thans bezig in de Oostelijkste dezer dijken de fundeering te alaan, waarop deze duiker zal komen te rusten. mtf toe. dat ook God. Staten van Noordholland er niet hoog mee loopen (zie .Schager Courant van 28 Febr. 1925), dat zijn toch fceeren, die meer hebben als een beetje boerenverstand. Wat U nu schrijft over mijn woordenrijkheid daar was U jaren geleden al blij mee, denk maar aan de goedkoope dakpannen, die ik voor U kocht. En nu, v. d. Plas, ziet U dat U dit weer te weten kwam doordat het in de Schager Courant stond. Waar U in het Polderbestuur zitting hebt, zou het zoo mooi zijn, als er vergadering van dat bestuur was, dat U dan de pers eens uitnoodig- de. Als ik dan eens vertiinderd ben, hoor ik ook eens wat en v. d. Pla9, als je een beetje boerenverstand hebt, leer Je er ook nog wat uit. Nogmaals dankend, Achtend, Uw dw.dn., P. C. OTTERVANGER. Heldor, 1 Maart 1925, Mijnheer de Redacteur, Vriendelijk verzoek ik U een klem plaatsje in uw blad als antwoord aan den heer v. d. Plas op zijn ingezonden stukje aan mijn adres, waarvoor ik u bij voorbaat dank zeg. Waarde oude buurman v. d. Plas, U schijnt vol gens uw schrijven in de Schager Courant niet te be grijpen waarom ik mij niet verder heb uitgesproken in de Poldervergadering over een boerenleenbank. Welnu dat ligt toch voor de hand dat U dat niet be grijpt. U zegt zelf dat U een klein beetje boerenver stand hebt. Zoo iemand begrijpt toch niets of het moest zijn zijn eigen belang bijvoorbeeld 2 fuücties waarnemen die betaald worden, maar dat kan toch niet oen man met een klein beetje boerenverstand. Zoo iemand moest geheel bedanken. Wat U nu ver der zegt, dat U veel te goed op de hoogte bent met den toestand van een zekeren bank en dat die toe stand zoo rooskleurig is, zoo zullen zeker velen met mij eens zijn, dat als iemand zegt als U met uw klein beetje boerenverstand, het niet te best is te gelooven. Want volgens mij, mag je wel heel veel verstand heb ben van bankzaken wil deip goed functionneeren, ge zien de vele faillissementert. En m.i. kan dan ook de eerste de beste leek maar niet spreken van roos kleurig en goed op de hoogte zijn. Wat nu mijn per soonlijke meening betreft, aangaande banken, dat is dit, dat ik daar niet hoog mee loop. Maar het schijnt ttitiunenlamlscft Nieuuvs HET SPOORWEGPERSONEEL EN DE DUURTE. Uit Utrecht, 3 Maart. Naar wij vernemen, heeft de minister van Waterstaat aan de hoofdbesturen der vijf samenwerkende spoorwegorganisaties medege deeld, dat hij, in zake de toekenning van een duurte- bijslag aan het spoorwegpersoneel, geen tusschen. komst bij de directie wenscht te verleenen, De hoofdbesturen zullen thans nader hun houding bepalen. DE EERSTE ZENDING TARWE UIT JAVA. De N.V. Stoom-meelfabriek „Holland" ontvangt uit Bandoeng per s.s. „Grotius" de eerste tienduizend' kg. tarwe, geoogst in het afgeloopen jaar. Het is daar na veel moeite gelukt een soort tarwe te kweeken, die voor de broodbereiding geschikt is. De directie van de „Holland" acht het een feit van beteekenis en is zeer benieuwd wat het onderzoek en de vermaling in de fabrieken opleveren. EEN VERBODEN LOTERIJ. Uit Utrecht, 3 Maart De recherche alhier heeft beslag gelegd op ruim 400.000 obligaties van de loterij onderneming „Utilé". Deze obligaties hadden betrek king op de 438e premieleening dezer maatschappij. Het waren stukken van f 3.50, te betalen in vijf maal 70 cent. Deze inbeslagneming staat in verband met reeds eerder opgemaakte processen-verbaal tegen de maat schappij wegens overtreding der Loterijwet. Tel. GEVALLEN. De schuitenvoerder Boonstra, in dienst van de Nieu we Rijnvaart Maatschappij te Amsterdam, is Zater dag bij de Koninkl. Nederl. Stoombootmaatschappij aldaar zóó ongelukkig gevallen, dat hij een rib brak I welke hem' in de lever drong. Gisternacht is de man i in het ziekenhuis'overleden. MISHANDELING* Uit Eindhoven, 3 Maart. Hedenmorgen is in de Heemskerkstraat in de Hemelrijken te Woensel, ean familiedrama ontdekt. De 15-jarige dochter van zeke ren Foliant, wonende in deze straat, werd hedenmor gen dood te bed gevonden. Het meisje zag er zeer vermagerd uit en bleek, ten gevolge van mishande ling te zijn overleden. Het kind zou des ochtends nog geslagen zijn. Naar wij hoorden moet het meisje ziek en niet in staat geweest zijn om te werken en iets te verdienen. Thuis meende men echter, dat zij er wel toe in. staat was geweest Dat schijnt de aanleidend© oorzaak te zijn geworden van dit drama. Er zou meermalen ru zie in huis zij geweest. Uit het medisch onderzoek is gebleken dat d'e dood van het meisje niet het gevolg is van mishandeling. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat de dood is verhaast doordat er werkelijk eenige mishandelingen zijn gepleegd op het meisje. Het meisje is gestorven ten gevolge van tuberculose (vliegende tering) en in haar doodsstrijd ijlde zij vreeselijk. Op dat moment werd zij door de moeder en door een broeder van het meisje mishandeld, zoodat de buurlui duidelijk haar gillen hebben vernomen en ook hebben kunnen gewaar worden het optreden van de moeder ten opzichte van haar kind. Uit alles blijkt, dat het kind zeer slecht werd opgevoed en grootendeels verwaarloosd.werd. EEN PRIJZEN CONTROLE-COMMISSIE. Geruimen tijd geleden 'is door S.D.A.P. en N.V.V. in een adres aan de regeering verzocht, met het oog op de toenemende prijsstijging van allerlei levens middelen, een commissie in te stellen, die der rogee- ring zou adviseeren en maatregelen voorste len. die op den loop.dezer prijzen invloed kunnen oefenen. In een onderhoud, dat vertegenwoordigers van bo vengenoemde lichamen met minister Aalberse had den, werden de bedoelingen van adressanten nader uiteengezet en toegelicht. Gisteren nu berichtte minister Aalberse, naar het „Volk" meldt, dat de regeering besloten heeft tot de instelling van een commissie, als in het bovenge noemde onderhoud was besproken. INTIATIEF-WETSONTWERP INZAKE ONTWA PENING. Bij de Tweede Kamer is ingeomen het initiatief wetsontwerp van den heer K. ter Laan, namens de sociaal-democratische fractie, inzake onrwapeuing. EEN SPOOKHUIS IN HET DORP LUNTEREN. Uit Ede, 2 (Maart. iAan den weg van Lunteren naar do Harskamp; zoo meldt, -de Tel., onder de feemeente Ede, woont het gezin van den ouden wegwerker Hendriks, Gedurende de wmtermaant- den zijn de bewoners hier op elkaar aangewezen. Dan brengt men de lange wïnteravdndön door met praten bij het vuur en weet men elkaar te verhalen over spookgeschiedenissen, geheimzinnige voorvaL I'en en gebeurtenissen van heel vroeger. jZoo ont stond het verhaal, dat het in hef huis van Hendriks spookte. De zoon, een imbeciel' volgens de buren, had het 't eerst gehoord. Er werd hard op de muren gebonsd. „Ja, meneer, dat de kalk er afviel, en ging je dan kijken, dan was er niets/' Familie etn buren kwam de geheimzinnige geschiedenis ter oore, en zy overtuigden zich van het vreemde gebeuren. Natuurlijk verspreidde de spookgeschie denis zich alis een loopend vuur en de verhalen er over werden steeds meer fantastisch. Ook tot de omliggende dorpen drongen zij door, vanwaar heele oiubjes zich per fiets, ja zelfs per autobus "s avonds naar deze buurtschap begaven, vooral wan neer het spook weer heef sterk van zich had doen sproken. Zoo druk was het er soms, dat gemeente ten rijkspolitie moesten optreden om de orde te handhaven. Twee veldwachters hadden zich er ook van overtuigd, dat het Spookte. Ze waren binnen jgenoodigd en ja, toen zij' een poosje hadden zittefi*. luisteren in spannende afwachting, hoorde ze het duidelijk. De jigoyten stelden een onderzoek- in van waar dat geluid kwam, maa rkonden geen oplossing vinden. Proeven werden genomen. Om het huis werd geharkt, maar geen voetstappen verrieden een inensohelhk wezen. Een prachtig terrein voor spiri tisten. Seances werden gehouden in het huis van deze eenvoudige lieden, aio daardoor nog meer van strook raakten. Alle onbestemde geluiden in den stilden avond werkten op hen in. Ja, zelfs ais een ander nieten hoorde, hoorden zij wat. Gewoonlijk hoorde de zoon het 't eerst. Ook een prachtige gelegenheid voor de boererv jongens in ae buurt om ook eens te gaan spoke&v doch zij werden betrapt door de politie en kregen een prooes-ver baal wegens het loopen op verboden grond*. Een paar weken geleden hoorde de zoon harmo nica*- en mondorgelinuziek achter den hooiberg en na enkele uren brandde deze door onverklaarbare T" e af. i u was het genoeg, meende het hoofd der schdbu uit de Valk, en htf wist de familie er toe te bewegen, 'den zoon het huis uit te doen en bif «en familielid onder dak te brengen. En thans, nu hij het hui3 .uit is, doet het spook zich hiet meer hooren en is (de rust weergekeerd. Hoe deze onnoozele hals het klaar gespeld heeft fcT die menschen te misleiden, is tot heden nog een raadsek MOERBEEK. Het boer'enbedrijfje van den heer K. Groen, is thans gekocht door den heer C. Wit te Wateringskant OUDKARSPEL. Nu de inzendingen voor de Huisvlijttentoonstelling hebben plaats gehad, blijkt pas hoe enorm de deel name is. Het aantal inzendingen is boven de 1100 en wat er is ingebracht op allerlei gebied bad veelal on ze volle bewondering. De commissie is reeds direct Maandagavond begon nen met het opstellen en wé waren er getuige van •hoe uiterst moeilijk het zal zijn, alles een goed toon bare plaats te geven. De geheele kolfbaan is bezet met stellages en de ruimte is zooveel mogelijk benut. Een heelo toer, doch we twijfelen er niet aan, of men zal slagen voor alles een goede plaats te vinden. Tot laat in den avond waren de bestuurs- en com>- missieleden bezig en men kwam niet half klaar, zoodat den geheelen volgenden dag nog noodig ia geweest om alles een plaats te geven. We weten, dat velen de huisvlijt beoefenen, doch dat men in staat zou zijn zóóveel en zooveel moois bijeen te brengen, heeft we moeten het eerlijk zeggen verre onze verwachtingen overtroffen. Zeer veel nieuws troffen we er aan, /dat we voor drie jaar terug niet zagen, weinig of geen zelfde ar tikelen zal men er vinden, wat trouwens ook van den aanvang af de wensch van het bestuur geweest is. Voor bijzonderheden, de regeling der tentoonstel ling betreffende, verwijzen we naar de advertentie* kolommen en natuurlijk vinden we nog wel een# gelegenheid op de tentoonstelling zelve terug te ko men. DE KONINGIN EN DE PRINS NAAR ZWITSER* LAND. Zooals indertijd gemeld werd, was de Koningin voornemens met den Prins voor korten tijd naar het buitenlandse vertrekken. Gisterenmiddag heeft het koninklijk echtpaar aan dit voornemen gevolg gegeven en zijn Koningin en Prins per gewonen S.S. van 4.46 uur, waarin zich de rijtuigen van den koninklijken trein bevonden, met klein gevolg naar Zwitserland vertrokken, vanwaar de vorstelijke personen over zestien dagen in de residentie terug verwacht worden, waarna het ko ninklijk gezin zich den 28en dezer op Het Loo gaat vestigen, DE EERSTE AARDBEIEN. Gisteren zijn te Beverwijk bij de veiling der R.K. Tuindersvereeniging „Kennemerland" de eerste aard beien aangebracht. Zoo langzamerhand komt er al heel weinig tijds ruimte tusschen de laatste en de eerste aardbeien 1 HOE UITGAVEN AANGROEIEN. Een der lezers schrijft aan het Hbld.: Jaren geleden vertelde mij een mijner vrienden hoe een uitgave van 25 cents per jaar in één jaar aan groeide tot meer dan tweehonderd guldien (f 200). Dat zat zóó. Over een klein, gekanaliseerd riviertje, dat gekruist werd door een rijksstraatweg, lag een ophaaJbrug. Ter bescherming van het vaste gedeelte van die brug stonden er aan weerskanten daarvan vier, zes of acht dukdalven. Deze moesten, voor hun behoud, jaar lijks, bij lagen waterstand, geteerd worden. Dit deed, voor het Rijk, de tolgaarder-brugwachter. Deze had de daarvoor noodige teer ter beschikking en huurde dan, op geschikte tijden, van een toevallig vóór (of achter) de brug „overnachtenden tjalkschipper het roeibootje. Dit bootje werd hem feitelijk telkens uit goeie buurschap, en dus gratis, verstrekt. Maar. om geen verplichting te maken en om'een kleinen weder- dienste te bewijzen, betaalde hij per keer de luttele som van vijf-en-twintig cent. Later kreeg hij dit ver schot van den Rijksopzichter over, het kanaal en over den straatweg wel weer terug. Maar op een keer kwam er een nieuwe Rijksop zichter met „ruime" denkbeelden. Wat was dat nu voor een bekrompen manier van doenl Een bootje i huren voor het Rijk? Neen, nu moest er voor Rijks rekening een flinke boot gebouwd worden 1 En toen die er was, moest er, tei^voorkoming dat de zuinig heid ook de wijsheid nog zou bedriegen, een boothuis bij komen. Dat kostte samen, als ik het verhaal goed onthouden heb. vijftienhonderd gulden, wat ongeveer gelijkstond met een jaarlijksche rente van f 75. T-oen het boothuisje klaar was, was de opzichter verliefd op de dochter van den tolgaarder en dit gaf den tolgaarder-brugwachter aanleiding om den op, zichter te verzoeken wel te willen bevonderen, dat aan zijn tolhuis een behoorlijk keukentje werd bij gebouwd. Hoe het met den opzichter en de dochter van den tolgaarder-brugwachter verder afgeloopen Is, Weet ik niet, maar wel meen ik te weten dat dit alles het Rijk op ongeveer vierduizend gulden is komen te staan, ongerekend nog de verplichting om jaarlijks een evenredig bedrag te besteden voor toezicht en onderhoud. Zou die oude tijd wel in alle opzichten zoo ver keerd geweest zijn als men hem ons wel eens uit schildert? OUDKARSPEL. De Hieer A. de Wïfc JTbz. alhier ia met ingang van 9 Maart benoemd als agent van politie te Amster dam. v t. WIE RIN GER WAARD. Eind goed, ai goed. Dit kon -men van den aufxv dienst SohagenEwycksliiis niet zeggen, ingevolge een advertentie in de Schager üourant, deed deze auto Dinsdag voor de laatste maai dienst. Op den terugweg naar Sohagen moeet hy op den Barsingen- weg uitwijken voor den vrachtauto van den heer Breed, docih geraakte met de reohterwielön m eén geul, welke pas met bagger was gevuld. De auto* waarin 2 passagiers zaten, hing in schuine nofv fbing, dodh t kwam goed af. Met behulp van <de auto van Breed kwam alles op zijn pootjes terecht. WIERINGERWAARD. Ter gemeentesecretarie alhier zijn inlichtingen te bekomen omtrent een paar gevonden iqotouj- handschoenen. NIEUWE NIEDORP. Vergadering van de Rundveefokvcreeniging „Vooruitgang'', Dinsdagavond 3 Maart gehouden, in 't lokaal van den (heer O. Groot. Voorzitter de (heer Jb. Kooij Oz., dievmet welkom de vergadering opent, waarna de notulen door don heer O. Strybis, secretaris, worden gelezen. Deze worden goedgekeurd. Een paar ingekomen stukken worden voor keov hisgeving aangenomen. Het jaarverslag, door den secretaris gelezen* wordt onder dank goedgekeurd. De penningmeester, de heer O. Strybis, doet ra- kening en verantwoording, die vooral door odn commissie is nagezien en in orde bovendeti, 55e sluit tn ontvangst op f763.44, in uiig. op fö7L50, voor deelig saiao f91.94 en wordt op deze cijfers goed gekeurd. Afgevaardigde naar de Bondsvergadering is de heer P. Donker vAn Hoogwoud. Tot plaatevervan- ger wordt benoemd de heer H. Rezelman.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 5