DAMRUBRIEK. m W. m m M 0 m M wa m W' m m m m m m 0 M m 0 w 0 y't m B üf 11 és* IV 1 üf II ■i w. 9 11 11 B 11 ^8 1H 11 ,J| li m if§ nuf fl t§ §H dfe n Hf a 11 8 8 CS IS 9 Éi 31 8 ff De Wereld der Vrouw* mor, verplaatst zich gemakkelijker over den grond dan door de boomtoppen. Bij het gaan over den grond beweegt hij zich selden rechtop, meestal op alle vier de ledematen. De Gorilla is een planteneter, zooals we reeds schreven, maar in gevangen staat verandert hij zijn gewoonte. Dan neemt hij ook vleeschvoeding, waar hij spoedig aan gewend en zelfs de voorkeur geeft. Eenzaam levende mannetjes-Gorilla's zijn vaak erg boosaardig en overvallen onverwacht -menschen, die in de bosschen loopen. Is er zoo'n exemplaar in de nabijheid, dan zijn de negers steeds op hun hoe de en gaan niet gemakkelijk alleen of ongewapend door de bosschen. M. EEN SPELLETJE. James Rothschild wilde aan de Londensche Bank een wissel disconteeren. Het lukte hem niet, want dat deed de Bank niet met onbekende personen. Den volgenden dag verscheen Rothschild met 'n knecht, die oen zware tasch droeg vol vijf pond biljetten aan de Bank, waarvoor hij goud verlangde. Telkens legde hij een briefje neer. Zeven uur lang duurde t in wisselen. Den volgenden dag begon dat spelletje op nieuw en nog eens. Bij 't laatste zei Rothschild, dat hij in staat was, drie maanden zóó door te gaan. Toen kreeg de Bankdirectie kippenvel, want in dat geval zou de meneer met die ontzaglijke massa banknoten in staat zijn, de Bank te doen staken en dus onbetrouwbaar te maken. Den vierden dag werd den heer Rothschild toegestaan opnieuw zijn wissel aan te bieden, en met d'e meest mogelijke voorkomendheid trokken de beambten aan 't discon- teeren.' MARK TWAIN. Mark Twain is de schuilnaam van den Engelschen humoristischen schrijver Samuel Clemens. Hij werd zeer vereerd om zijn schitterende gaven en ontving dikwijls uitnoodigingen tot groote feest malen. Op een dier diners, waar zeker 800 a 900 gas ten aanwezig waren, was Mark Twain uitgenoodigd. Het was de eerste keer, dat hij op zoo'n groot diner aanwezig was en hij voelde zich niet recht thuis te midden van al die voorname lieden. Voor men aan tafel ging werd een lijst voorgele zen van d!e voornaamste gasten. En wanneer dlani den naam opgeiezen werd van een algemeen geacht persoon, begonnen de aanwezigen te applaudiseeren. Onder hert voorlezen was Mark Twain in druk ge sprek geraakt mot een heer, die toevallig naast hem zat en een goed prater bleek te zijn. Zij waren juist aan een bijzonder interessant onderwerp bezig, toen er extra druk geapplaüdiseerd werd. Mark Twain schrok op en dacht, dat die hulde zeker een bijzonder voornaam mensch moest zijn en hij klap te dapper mee. HQ merkte, dat anderen naar hem keken, en hem aanmoedigden met vriendelijke knikjes. Dit maakte hem nerveus en hij klapte nog harder. Toen vroeg hij plotseling aan zijn buurman: Voor wie applau diseeren we zoo? En het antwoord kwam prompt: Voor Samuel Clemens, in Engeland beter bekend als Mark Twain. M. MAKEN DE KLEEREN DEN MAN? Neen, antwoordt de Voss. Ztg. De kleeren maken den man niet integendeel, de psychologie van den mensch weerspiegelt zich in zijn kleeding. Zelfs j wanneer men de wetten der mode volgt, dragen de kleeren altijd een stempel van het individu dat ze draagt ook wanneer men niet uit een ruime beurs kan putten en de mode niet geheel kan volgen. Langjarige waarnemingen van een Engelschen mo dekunstenaar hebben tot verscheidene ontdekkingen gevoerd, waarvan wij hier eenige vermelden: in de eerste plaats zijn de modekleuren afhankelijk van de stroomingen van den tijd, van de stemmingen, die op dat oogenblik overheerschend zijn. Op het oogen- blik, nu de groot-industrieelen .de kooplieden een leidende positie innemen, ziet men grijze en blau we kleuren grijs, de stemming van de werkplaat sen. blauw, de hoop op zegen. Pessimisten, menschen, die niet veel van het le ven verwachten, dragen zelden gestreepte dassen, al schrijft de mode het ook nog zoo voor. Wij zien hen met een klein dasje van één kleur; het dasje hoeft niet altijd zwart te zijn maar is nooit een zelf- strikker. Want zwartkijkers hebben geen lust meer voor den spiegel te gaan staan en moeite te doen cm zich mooi te maken. De ambtenaar schematiseert en ook zijn kleeding wordt een schema. De gewezen officier verloochent zich evenmin als de onderwijzer of de klerk. Gezins hoofden dragen een parapluie. Jonge lieden die nog geèn zorgen hebben en kinderlooze echtgenooten ver mijden dit instrument, zelf9 wanneer zij over het al gemeen niet kunnen bekostigen bij een plotseling opkomende regenbui in een taxi te stappen. We spraken onlangs over den vorm van de vrou wenvoet ook de voeten der mannen of liever hun schoeisel hebben hun eigen psychologie. Men ve telt dat Edison,, die al zijn medewerkers zelf kiest, eens uit een schare candidaten een jongen man koos, die noch .bizonder goed, noch bizonder elegant was gekleed. Maar zijn schoenen spraken boekdeel n. Zij waren niet nieuw, maar uitstekend verzorgd en buitengewoon keurig dichtgemaakt. De glan* van het ieer verborg oen goed herstelde scheur, hak en vorm waren daarentegen feilloos. De man die deze schoenen droeg werd later tsn van Edison's bekendste modewerkers. En inderdaad de schoen is het puntje op de (of juister: <}e komma onder de c) van de kleeding. Door een goeden, verzorgden schoon kan men den indj-uk van man van de wereld maken, ook al zijn die schoenen niet nieuw of volgens de laatste mode. Het schoeisel wordt gecompleteerd door de kous of de sok. Bij ernstige mannen ziet men onverwachts bonte en helle sokken. Een man met witte slobkou sen is uit op veroveringen maar heeft weinig succes. De voetbekleeding van den werkenden man is de laars, zoowel 's zomers als 's winters. De spits toe- loopende, opvallend moderne lage schoen behoort tot de fluitende jeugd.* ROOD HAAR. De tijd, dat rood haar in de mode was endat iedere dame het haar rood wilde verven, is voorbij. Even zoo de tijd. dat men nog allerlei min gunstige ge volgtrekkingen maakte omtrent karakter en eigen schappen van den roodharige. Toch bestaat er altijd nog eenlg vooroordeel dienaangaande en slechte kunstenaars deelen deze geringschatting niet. maar beschouwen rood haar Juist als het ideaal bij hun kunstvoorstellingen. Vele mannen en vrouwen van beteekenis hadden rood haar, de geschiedenis geeft daar menig voorbeeld van: Vooraan staat bijvoor beeld Alexander de Groote, die lichtrood haar had. Julius Cesar was eveneens roodharig en de dictator Sulla onderscheidde zich door dezelfde haarkleur. Columbus, de ontdekker van Amerika, had óók rood haar, evenals Olivier Cromwell, die allerbelangrijk ste persoonlijkheid in Engeland. Ook Engeland's grootste dichter Shakespeare, behoordle tot de rood- harigen en Torquato Tasso was eveneens roodharig. De jonkvrouw van Orleans en de onwrikbare konin gin Eli'S&beth van Engeland, evenals de beruchtste vrouw van Italië: Lucretia- Borgia, waren allen ge tooid met rood haar. Rood was ook het haar der on gelukkige koningin Maria Stuart, wier groote macht in de kracht harer persoonlijkheid lag en rood haar omlijstte het gelaat van keizerin Katharina van Rusland. Maria Antoinette, Frankrijk's koningin en martelares had eveneens rood haar en madame Ré- camier, die in dat rijk zoo enorm grooten politie- ken invloed uitoefende, was eveneens roodharig. LIVREIBEDIENDEN. iS'ir R obert Steel e had eens een aantal gasten uit de hoogste kringen ten eten gevraagd. Men was eenigszins verwonderd over 't groote anatal bedien den in livrei. Na 't dessert, toen deze heeren zich te rug trokken, vroeg iemand' aan Sir Robert, hoe hij 't klaar speelde er zoo'n geweldig aantal bedienden op na te houden. De gastheer antwoordde vroolijk: Het zijn schurken, waarvan ik dol graag ver lost zou worden. En waarom ontslaat u ze dan niet? Ze ontslaan Dat gaat nieit gemakkei ijk I Het zijn politiemannen, die bij mij moeten blijven tot mijn schuldeischers binnen hebben wat ik betalen moet. Omdat ik ze niet kan wegjagen, heb -ik ver zonnen ze vanavond livrei te doen dragen. Nu hel pen ze me een handje en ik heb geen last van mijn crediteuren. De vrienden van Sir Robert lachten om de zonderlinge livreibedienden en ze betaalden na 't diner zijn schulden! I EEN LÏKKEBROER. Eèn fijnproever snoefde In gezelschap, dat hij blindelings alle likeuren kon proeven. (Men besloot om de proef te nemen en men bond hem een doek voor de oogen. Men gaf triple-sec, sherry-brandy, chartreuse, cor- diol, medoc enz., en de man bleek waarheid gespro ken te hebben, want hij noemde dadelijk de likeur bij de eerste teug. To engaf een grappenmaker hem een glas met water. Weer proefde de man met tyennis, maar hij aar zelde. De anderen dachten natuurlijk, dat hij het merkte. Maar plotseling zeide de man: „Dit is de eerste keer in m'n leven, dat ik een drank niet thuis kan brengen. Dit heb ik van m'n leven nog niet gedron ken." Verzoeke alles betreffende deze rubriek te zendien aan C. Amals Wz, WinkeL Deze week een 2-tal problemen van den bekenden problémist A. F. Hoogvelt uit Haarlem* I PROBLEEM No. 15. -Auteur A. F. Hoogvelt, Haarlem. ZWART. '/aw/. WM. W' s li m wm, w< SE' Wr%, 'V7T&/, M WIT. Stand Zwart, 13 schijven, op: 3 7 tot 10 12 19 20 23 2i 29. Stand Wit, 13 «chljven, op: 21 22 28 31 36 38 39 40 42 43 49. PROBLEEM No. 16. Auteur A. F. Hoogvelt, Haarlem. 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 13 U 32 33 ZWART. Jlf vim'/ Stand 23 Stand 38 WIT. Zwart, 13 schijven, op: 4 8 10 tot 14 24 31 34. Wit, 13 schijven, op: 15 22 27 30 32 39 41 42 43 47. 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 18 19 35 36 OPLOSSING PROBLEEM No. 11 Wit: 27-22, 49-44, 28-23, 22 4, 46 37 en wint OPLOSSING PROBLEEM No. 12. Wit: 22—18, 32—28, 34—29, 31—27. 38 20, 35 2 en wint. Goede oplossingen ontvangen van: H. v. Apel doorn, Schagen, D. Olie Ai., Nieuwe Niedorp, J. Sterk, Hoogwoud, P. Beers, Noordscharwoude, J. v. <L Welle, Kolhorn, A. Wit, G. Wit, K. C. Troostheide, C. Wit Hz., Lutjewinkel, T, Mantel, 1b. Mantel, C. Honlngh, Winkel. M. Grootes, Langereis. Van probleem No. 11 ontving lk nog de volgende mooie bij-oplossing: Stand Zwart, 8 schijven, op: 2 3 7 10 20 29 40, dam op 14. Stand Wit, 10 schijven, op: 11 13 17 27 28 37 46 49 50. Wit speelt als volgt: 13-9, 27—21, 9—4, 4 :38 wint... PARTIJSTAND. Stand Zwart. 20 schijven, op: 1 tot 10 12 tot 1| 23 25. Stand Wit, 20 schijven, op: 26 28 32 tot 43 45 tot 50. In bovenstaande opening speelde Zwart 7—11, waarop Wit de beruchte kettingslag toepaste. Wit 28-22, Zwart 17 28, Wit 33 28, Zwart 18 27, Wit 32:21, Zwart 16:27, Wit 34—30, Zwart 2534, Wit 40 18, Wint met schijf 27 tnee 3 schijven. touv: l'a vrov Isa: „I Jud vro ir in e idt): „C dat v iouverr A jij nu Fri ongstj* ibenl" te nac' nier zi jar in leer di roo ju eind. 1 bu je* „K go Het practische huishoudjaponnetj e links op de teekening bestaat uit grijs cretonne, bewerkt met zwarte en wit-roode motieven. Het kan worden aan gedaan over het hoofd. De zoomen van dit japon, nptje zijn afgewerkt met rood lint; verder is er geen enkele garneering op aangebracht. Het knippatroon is verkrijgbaar onder nummer 238a, in de maten 43, 44, 46 en 48 en kost 50 cents. Rechts vindt men de afbeelding van een schortje voor het theeuurtje. Het kan worden vervaardigd uit eenvoudig kunstlinnen, maar ook van een fijnere stof en staat bijzonder aardig in rose of zacht geel. De linten en borduursel kieze men dlan in mauve. Het knippatroon voor dit. schortje kan eveneens in verschillende maten worden aangevraagd onder num mer 239 B en kost 30 cents. MOEDERS EN HAAR KINDEREN. Leeren van de kindere.n. Een moeder zegt: „Voor alles, waarover ik de kinderen zoo hoor pra ten, tracht ik ook belangstelling te toonen, en als de oudere kinderen weieens tot mij spreken over iets, waarmede ik niet bekend ben, dan zoek ik dadelijk alle bijzonderheden bijeen, om op die wijze tenminste ook te begrijpen waar 't precies om handelt. Ik ben geen moeder, die vroeg of laat op zijde geschoven wil worden,en moet daar dus voor waken. Ilc probeer dan ook met mijn kinderen nog verder mee op te groeien." Nuttige Wenken» BIJ DE TOILETTAFEL. Hoe schitterend gepolijst de vingernagels ook mo- geri zijn, zij zullen niet den indruk maken dien men. verwacht, als zij niet tevens volkomen schoon zijd. In d'e tweede plaats behooren zij vrij1 te zijn van vleeschrandjes rond' den bovenkant, natuurlijk mag een goede nagelring niet ontbreken, maar het .vast hechten van 't vleesch moet voorkomen worden. Om de nagels 9choon te houden aan den bovenkant waar men dikwijls slechts moeilijk bij kan komen is het beste eiken morgen even een puimsteentje te gebruiken. Indien dit steentje goed glad geschaafd is, zal beschadiging van de nagels uitgesloten zijn, Vooral bij de hoeken moet men goed wrijven, waar door nagels en huid beide behoorlijk gereinigd wor den. De vingernagels kunnen glanzend gehouden wor. den zonder gebruik van nagelpolish, dóór ze goed in de palmen van de handen te wrijven en daarna te poetsen met een stukje zeemleder. Het gebruik van cream is natuurlijk niet schadelijk en men kan er daarom ook wel iets van op het zeemleer doen, maar noodig is het beslist niet. Integendeel, de glans die in het eerste geval ontstaat is veel natuurlijker dan anders. Het gebruik van cream of polish is alleen dan aan te bevelen, ais de nagels zeer week zijn, b.v. na het keukenwerk, of dreigen te scheuren. Voor het schoonhouden der nagel9 onder de opper vlakte moet men natuurlijk de meeste zorg over. hebben, maar wij willen er* even op wijzen, dat het gebruik van scherpe voorwerpen hiervoor zeer ge vaarlijk kan zijn. Maar al te vaak ziet men in de kleine „manicure" doosjes, mesjes en priempjes, welke men beter niet kan gebruiken. Door het klein ste prikje kan door deze instrumentjes infectie ont. staan en hoe gevaarlijk bloedvergiftiging kan zijn* behoeven wij niemand te vertellen. Bovendien kan men door het gebruik van de mesjes dikwijls in den rand van de nagels snijden, waardoor men in plaats van goed 'onderhouden handen slordige verkrijgt, Het beste gereedschap voor de nagels bestaat uit ivoren instrumentjes met botte punten. l VOOR DE HUISHOUDING. Men zal hebben opgemerkt, dat hoog gepolijste of glanzend geboende voorwerpen, spoedig aanslaan. B.v. stoelen en tafels; hoe dikwijls zijn zij met met een grijzig waas bedekt. Om dit te voorkomen moet men de meubels wasschen met een spons en lautf water en afdrogen met een vochtige zeem, uitge wrongen in koud water. Men beweert wel eens, dat dit schadelijk is voor de meubels, maar dat is abso luut onjuist. De damp zal er door verdwijnen en an ders niets. Voor het zeil op de vloeren, doet men na het boe nen een paar druppels olie op een zachten doek. Hier. mede strijkt men vluchtig en licht over de opper vlakte, waarna men deze behandeling nog eens her- j haalt met een drogen doek. Een gemakkelijke manier om een kachel glan-l zend en mooi te houden, is om haar te bestrijken j met een paar oude kranten. Men doet dit alsof men de kachel poetst. Na de kranten polijst men de ka chel nog eens met een lap fluweel. Dit alles moet ge.[< schieden, terwijl de kachel brandt. Qke ar p >nde laar Iet Hier Vul X X X X X X X X X De 1 flikt 0pl< Roi Wie kaai Öpli aan De lovei e v( t>a i aar gin ront )zie Ju' tt 't

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 16