illllltl flitus- HTE'S WONDERE JAAR Dinsdag 24 Maart 1925 68ste Jaargang. No. 7609. Ullgevers i N.¥. v.h. TRAPMAN Co., Schtpa EERSTE BLAD. Ingezonden Stukken. FEUILLETON. 1 j Binnenlandse^ Nieuws. blad verschijnt viermaal por waak: Dlnsdas, Woenodao, Dondat- I an Zaterdag. DIJ lnsandlng tot 's morgens 8 uur, worden Advoc- dtn nog looveol mogalljk ln hot aarstultkomond nummer geplaatst. INT'. TELEF no. 20 POSTREKENINQ No. 28880. Prijs per 0 maanden <1.08. Lasso nummots 0 oont. ADVSRTBN- TI8N van 1 tot S regels <1.10, Iedere regel moet 80 eont (bewljsme. luhogrepeni. Gro.no lellero worden naar plaatexnlmts herekend. DIT NUMMER BESTAAT CJX KWEE BLADEN. A nna PauLowna, Maart '25. Manheer »de Redaofceur, ilag ik, naar aanleiding van het verslag van den ad alhier een zeer klein plaatsje? ooaïs algemeen gedacht werd, aangaande hot meetetiik „Aller zielen;\ is het bewaarheid: .de irgemeester heeft de Raadsleden overbluft met a argumenten. Eerst een mooie, zoetsappige^ eech over bezuiniging en HJoonomie, wat kléii* led en 'daarna het kardinale punt, de weggemoffel- opvoering van Allerzielen. De heer Keuris was deze keer die de kat de bel aanbond, ofschoon boter aan de galg .was. Het is treurig, dat zoo'n irgemeester alleen de baas kan spelen over din- n van zoo'n ingrijpenden aard, en toe kan staan, fc een sterke minderheid over een meerderheid n beslissen? Het wordt meer dan hoog tijd, dat akei 188 der Gemeentewet wordt gewijzigd, in er voege, dat een commissie, bestaande uit ge- senen in de gemeente zelve, die kan beslissen: of neen.' De macht van een Burgemeester kan in j'n geval rare dingen doen geboren worden. Ge- enteraadsleden zijn tenslotte niet meer dan zwij nde ornamenten. Verbeeldt eens, dat do Ohriste ten zich gingen ergeren aan voetbal op Zondag, de rooien zouden gaarne willen, dat het Broeder wn verboden werd, met zang en orgel die poppen ster ij op straat te Vertoonen hetgeen ik en ande 1 ergenijk vinden. Dit wordt echter keer op gestaag; ook hier beslist de minderheid over de terderh'eid. HET TWAALFDE B.AADSUJX Van Ewijekslhis, 20 Maart 1925. MSjhheer de Redacteur, Mag ik nog eenmaal een plaatsje in Uw blad., larvoor mijn dank. Ook ik wil nog eens terug iaën' op dien bewusten Nufcsavond. Alf tracht heer verslaggever Zijn^ fout nog zoo te verbloe- a, ik blijf er bij, het is niet zooals het behoort, ga altijd de verslagen na van dergelijke avonden, j&x bijna nooit zie je zooiets vermeld, staan. Om- it het op een klein plaatsje gewoonlijk niet kan. i dacht u, datt ik niet lezen kan? Nee, maar als beste hoor! En juist omdat ik zoo goed kan zen, was het zonder namen noemen, evengoed' )èd geweest. U dacht, dat ik het niet zetten kon, isschien als u mee zou Spelen. dat u zoo zou nke-n, maar ik niet, ik ben alleen opegkomen lor de rechten van a-l'le medespelenden, die zich mals ik, door uw verslag ten hoogste beleedigd yoelen, want er zijn er bij,'die al jaren en jaren «gespeeld hebben, en zouden,.die dan nooit eens n de eisoheü voldaan hebben? EEN DER MEDESPELENDEN. M. de R., Maandag 9 Maart, des avonds om negen uur, werd Alkmaar een briefkaart gepost, goed geadresseerd llkmerweg, St. Maartensbrug. Donderdag 12 Maart ïstreeks negen uur 's morgens kwam deze brief- art op zijn bestemming aan. Dat dit toch een treurige postbestelling is en spoe- g verbeterd wordt, is toch zeker meer dan tijd. X. Antwoord aan Veritas. Ik kan mij beet begrijpen, dat u ach zoo ven. baasd hebt over mijn te tukje in de courant. U hadt dadelijk bemerkt aan mijn stijl yan schrijven: wat is dat toch een domme man en die was goed raak ook, want inderdaad, ik ben stom, maar ik wil het weten ook. Ik ben ook maar arbeider, maar het is mijn schuld niet, waarschijnlijk uw schuld, of uw geloofsgenoten, dat ik zoo alouat onderwijs heb gehad. V-e r i t a s, je Veritas, wat beteekent dat. da, het is beroerd ook, alis men dom is, O, jaj, Veritas is Waarheid en ik zeg altijd waarheid boven godsdienst. U zegfo waarom moet in ieder dorp, waar de vrede onderling toch -zoo bitter noodigi s, juist Al'ler zielen'opgevoerd worden? 'Mijn vraag is:Waarom werd Allerzielen .2 jaar geledenin de nieuwe bioscoop te Schagen, ondar direotie van Vlaming, dus in -Roomsche handen, opgevoerd? Niet om de centen, o neen; niet om de spotternij', maar zeker omdat de roomschen zoo groot hielden van den grooten kunstenaar Herman Heiiermans. De vrede onderling is zeker verleden week pasi n den polder gekomen; of is u ziende bl'imd of hoerend doof. Er Is een voetbal vereeniging aan de Kleinesluis, daar waren R«. K. ook lid van. Hebben toen de andersdenkenden gezegd; jullie mow gon niet meespelen? Neen, die druk as yan den Roomschen kant gekomen, er moest een roomsche voetbalvereniging komen en zij kwam. Een groot bord aan den ingang geplaatst» met letters als koeien: Alléén toegang voor leden van Concordia. Maar dat duurde niet hang. De andersdenkenden mochten niet od het terrein, toen waren er een paar menschen die den moed hadden om tegen den roomschen kruidenier, slager enz. te zegU gen: Wij 'koopen niet meer van u, want wij mogen niet op het terrein van jullie. Zoo gaat het hier: Al wat diet xoomsch is en nipt christelijk is; deugt niet. Omdat de vrede onderling zoo goed is, heb ben wij hier al een roomsche dansclub ook. En dan hebben we nog een zeer góede vereemiging, dat is A.L.E.G.O., dat is om do kinderen na de schooft* uren nuttig (bezig te honden .met houtsnijwerk, enz. Al1 woer geprobeerd met de roomschen samen te werken, maar neen hoor. Zo loeren het hier in den polder nooit. U zegt. dat ik mijn neus in ander Ananszakensteek, ik koor het blaadje om en zeg, hoe is het mogelijk, dat u zoo brutaal bent dat te zeggen. Wijl andersdenkenden mogen oiis doel' en streven niet verkondigen in den vorm van tooneeelstukken enz. Wh zullen maar niet spreken van de pastoors. Deze bovengenoemde feiten zegt gen genoeg. Als je niet naar do kerk gaat, dan deug je niet, je moet te kerk gaan, daar wordt vrede op aarde gepredikt en als ze buiten zijn, dan wordt er maar haat gezaaid en der- menschen worden opgehitst tegen de andersdenkenden. En dan heeft u het over het 1/7 deel; als het was 8A dan zou men hier wat anders beleven, dan -was het hier niet uit te houden. En dan het ZondagsC werken, de Christelijken laten genoeg op Zondag werken, b.v. varkens naar de boot brengen en Zondags den heelen dag kraaien jagen enz. Veritas was jaloersch op den burgemeester, omdat die moed en karakter toonde, om ook voor 1/7 gedeelte wan zijn burgers vader te zijn. Dat is t oud nieuws, dat wist ik al. Zie mijn vorig artikel in do courant. Ik hoop dat binnenkort de burgemeester ook den moed heeft om het voetballon te verbieden. Zie je, dat is weer zoo'n hatelijk iets voor de volgelingen van Lubbert en dan komt opmerker weer meteen stukje en komt Veritas weer met een mooi woord, de burgemeester is een vader ook voor 1/10 gedeelte van zjjïn burgers. De Schager Courant is verboden om in roomsche gezinnen gel lezen te worden, maar jl. Vrijdag was het de liefste krant die er was, alleen over het raadsL Verslag. Ik heb het gehoord van roomsche an. bciders, want ja, waar het hart vol van is, loopt de mond van over. «Ze wisten al, dat het eerst zou worden toegestaan om Allerzielen op te voeren en dan zou worden ingetrokken. Wat is daarvan waar? Er heeft zeker toch nog een voorspel ook geèpteld. in de B. en W^vergadering, het is zoo gek, dat een wethouder Zoo laat ter raadsvergadering, komt. Ik ga woer met Mendelé arm en .arm naar den Haag, dat was een mooian dag. Groetend, OP1MHl W. KHï K|_ MfjUiheer de Redacteur, Ik verzoek U beléefd mjji eerfuge plaatsruimte ;af te willen staan voor het onderstaande, in het eerst 'uitkomend nummer van Uw veelgelezen blad. In het nummer van Dinsdag 17 Maart jlr. yan Uw blad komt een verslag voor van de uitvoering der Operettevereeniging „Euphonia" te Schagerbrug. De verslaggever brengt daarin alle hulde apu Metf, A. Bruiin, voor het vertolken van haar rol „Er- mini''. Ik ben het volkomen met den geachten ver slaggever eens: Mej. BruBn heeft goed werk ge leverd. Doch dat heeft toon ook zeker diegene ge daan, welke de rol van „Violet" vervulde, getuige het applaus, dat haar meer dan eens, bij open doek ten deel viel. De zang. welke zij ten gehoore bracht, was dat zeker ten volle waard. Heeft de ^Hertogin 'hare rol niet goed vervuld; en Zoo kan ik er nog wel meer noemen. Geachte verslaggever, ik raad u aan, 'bezig niet meer van die éénzijdige eritiek, dat zal' eer ten vóór- dan ten nadeelo van „Enphonia" zijn. ]U, M. de R., beleefd dankend voor de verleen de plaatsruimte, Hoogachtend, Iemand, die beide uitvoeringen heeft ftükewoond. ir MABEL BARNES—GRUNDY. voor Nederland bewerkt door ELLY HARTING. H rFDSTUK VL Het verdriet komt ook bij mij. Ik zet me neer tot schrijven, of liever, mijn boek gt voor me, gesteund door een kussen, en ik vraag af hoe lang het geleden is, sinds- ik naar zijn adzijden keek. Het maakt me 200 moehet 'nken. Ik ben nog meer in de war met de datums «1 vroeger. Ik weet, dat het Mei is, maar welk deelte van Mei? Ik kijk uit het raammijn bed ia er voor ge lden ik zie dat de kastanje gekroond is met itte kaarsjes en de bremstruik aan 't tuinhek met )uden bloemen getooid We zijn aan het einde in Mei, het moet wel bijna Juni zijn, want men Beft me verteld, dat het een late lente is en dat er eel koude en regen is geweest. Ik ben haast blij, it ik het niet geweten heb; Mei behoort lachend te jn en mooi, niet boos en onaangenaam. Vandaag eeit ze haar best gedaan, en met echt menschelijke srwaandheid beeld ik mo in, dat het ter mijner er is. Het is mijn „Welkom". „Zuster", zeg ik, „de ap- Blboom bloost roze en rood van pleizier over mijn roet van uit het raam." De zuster trekt haar mantel aan en zet haar muts- op om uit te gaan en vermaant me kalm te zijn a niet zooveel te praten. Ze vertellen me steeds raar weer, dat ik kalm moet zijn: doch ik ben moe an het stil zijn en moe van het gehoorzaam zijn. Ik vertelde dit gisteren aan dokter Renton, die achte en zei, dat het een toeken was van >beter- cnap. •»Maar ik ben al beter", antwoordde ik. „Wanner tog ik opstaan?" Hij zei, dat hij Woensdag terug komen zou om het «o te vertellen; nu is het pas Maandag, drie uur in rlen namiddag en ik moet nog achtenveertig lange ren doorworstelen voor ik het weet. De zuster is een heel klein beetje boos over mijn ^gedurigheid. Ze wordt kribbig als ik over opstaan Fprsek; ze vraagt me hoe ik het zou vinden, als ik F^n paar maanden zou moeten stilliggenik geef jflaar heelemaal geen antwoord. Dimbie zou immers onmogelijk langer kunnen, leven zonder mij, die hem op de hielen volgt en bet zou nog onmogelijker zijn voor mij om zoolang in een horizontale houding te verkeeren, terwijl een loodrechte 'die normale is. Toen ik pijn had1, was ik blij, plat neer te kunnen liggen. Pijn! Er was een tijd, dat iw niet wist, wat dat woord beteekende. Het klonk langs me heen en roerde me niet. Ik had ze gezien op de gezichten van sommige menschen en gedacht, dat het onte vredenheid was nu weet ik dat het pijn is ge weest. Hoe kunnen er menschen zijn die pijn moeten verdragenaltijd? Wil God hen beproeven tot ze niet meer kunnen, om ze dan zachtjes weg te leiden of ze te laten verzinken in gezegende vergetelheid? Ik bfn uren lang weg geweest in een vreemde we reld, vertelde de zuster mij, ik verroerde me niet toen ze me opnamen, wegbrachten en te bed legden om me over te laten aan de doktoren. En toch was ik zoo graag gebleven, had zoo graag mijn hoofd helder gehouden om Dimbie te helpen, toen Jiij me bevrijdde van de kapotte fiets (het lijkt wel of hij me altijd ergens van moet bevrijden) en me opraapte en wegdroeg van dien vreeselijken muur. O, ik wilde hem zoo graag helpen; .zijn spier wit, strak gezicht hield me nog een oogehblik terug uit het land der bewusteloosheid, ik fluisterde: „Dimbie, liefste....", maar hoorde geen antwoord: meer. De mist voor mijn oogen werd ondoordring bare duisternis en ik liet hem alleen met zijn ver driet. Ik weet nu niet meer wat ik hem zeggen wilde. Hij plaagt me, met lippen, die maar steeds willen beven en zegt. dat ik wou weten of müu hoed recht stond. „Jou gans", protesteer ik, „hot was iets in ver band met hert. zwarte kuikentje, dat onder de fiets kwam toen ik halsoverkop den heuvel afrolde. Ik probeerde er voor te wijkenhet was zoo'n lief zwart kuikentje, maar het ging ook opzij en... ik kon er -niets aan doen." De tranen bleven in m'n oogen, alleen van zwakte. „Ik geloof, dat ik je vragen wou, den heuvel op te gaan en het diertje te helpenwe waren er beiden even treurig aan toe." Tot mijn verwondering draait Dimbie mij den rug toe, gaat voor het raam staan en zegt, dat we regen zullen krijgen. Ais we zoo dikwijls regen hadden gehad als Dimbie ver speld heeft gedurende mijn ziek-zijn, dan zouden we ons als Noach in een ark hebben moeten bergen en voortleven al drijvende op de wateren. Ik ben nu heel vroolijk, ik word beter. Wat een groote vreugde, wat een heerlijke hoop houden deze woorden in oor hen, die ziek zijn geweest en in pijn. DE KERKELIJKE QUAESTIE TE PEPERGAS De correspondent van; het Hbld, te Leeuwardien meldit: De beide, sedert onheuglijke Jaren gecombineerde, Hervormde gemeenten te Peperga en Blesdijk©, die bediend' worden door één predikant, hadden elk een afzonderlijke kerkvoogdij, ieder beheerd door drie kerkvoogden. Het vorige jaar werd het reglement dat gold voor beide kerkvoogdijen, tegen den zin der overgroote meerderheid van de leden te Peperga gewijzigd en bepaald, dat de kerkvoogden haar zelfstandig karakter verloren en ond'er één beheer werden gesteld. 'Dientengevolge werd een. over beide kerkvoogdijen gesteld, college van drie kerkvoogden gekozen, dat zich, voor zooveel doenlijk, in het bezit stelde der kerkegoed'eren en o.m. beslag legde op gelden, die toobehoord'en aan de kerkvoogdij te Peperga. De oude kerkvoogdten daar ter plaatse, met uit zondering van één hunndf, die zich had laten kiezen in het nieuwe college, konden zich met dezen staat van zaken niet vereenigen en dagvaardden de nieu we kerkvoogden voor dien president der rechtbank te Leeuwarden en vorderden daarbij" handhaving van den ouden staat en erkenning, dat zij de eenige wettigo beheerders waren. Hun raadsman bétoogde, dat de reglementswijzi ging ongeoorloofd was, omdat aan de kerkvoogdij werd ontnomen het zelfstandig karakter, dat zij als stichting had en dat het in ieder geval onvereenig- b'aar was met de goede trouw, dat de stemgerech tigde lidmaten te Blesdijke, die in die meerderheid waren, een dergelijk besluit ala 't ware oplegden. (Namens hen, die zich noemden de kerkvoogden der gecombineerde kerkvoogdij van Peperga en Blesdijke werd aangevoerd dat het oude college van kerkvoogden niet meer bestond en dus niet meer kon optreden, terwijl verder de wettigheid der oru demomen wijziging werd staande gehouden.' Do pr^ident der rechtbank besloot, dat, totdat de rechtbank oen beslissing heeft gegeven, liet oude college aJs zoodanig moest, worden erkend. Spoedig zal dus een proces worden gevoerd, waar in o.m. de interessante vraag ter sprak© zal wor-, den gebracht, welk karakter een kerkvoogdij in een gecombineerde gemeente heeft en of met dit karak ter vereenigbaar is, dat de zelfstandigheid dér on derscheidene kerkvoogdijen als hot ware wordt op geheven. DE DUBBELE KINDERMOORD TE 'SUHERTOGEN- BOSCH. Inzake het drama, dat zich in Den Bosch heeft af gespeeld, kan nog worden gemeld, dat men op da leuning van een brug over de rivier de Aa de bo- venkleeding der moeder gevonden heeft en voorts een tasch, welke een brief bevatte, waarin de aan leiding tot de daad is vormeld. Tot nu toe is het lijk nog niet gevonden. BESBU.ITELIJKE ZIEKTEN. De hoofdinspecteur van de volksgezondheid (be» smettelijke ziekten) beeft ter kennis van de burge meesters gebracht Wenken ter voorkoming en be strijding van roodvonk en van buiktyphus en Maat regelen in acht te nemen bij het verplegen van lij, ders aan dteze ziekten. Hetgeen in de Wenken wordt meegedeeld* zal ala handleiding behooren te worden gebruikt voor de in de gemeenten te verrichten ontsmettingen. De hoofdinspecteur heeft aan de burgemeesters ver zocht, om. indien do aan hen door de geneeskundi gen uitgebrachte adviezen ten opzichte van de be>- strijding van de twee genoemde ziekten van de gege ven. Wenken mochten afwijken, daarover het oor* deel van den betrokken geneeskundigen inspecteur, in het bijzonder belast met het toezicht op de hand having van d© wetten betreffende besmettelijke ziekten, in' te winnen. Vobrts is den burgemeesters verzocht, van do Maatregelen eon exemplaar te doen uitreikon aan' t hoofd van1 't gezin waarin eon ge* val van oen der bedoelde ziekten is opgetreden* EEN GEMEENTELIJKE FILM. Het Hbl<L meldt, dat B. en W. van Amsterdam voornemens zijn bij den Raad eon crediet aan te vragen voor het vervaardigen van een film van ver schillende door de gemeente uitgevoerde werken en van de inrichting en de outillage van1 diverse diensten. Het ligt in de bedoeling te doen filmen, wat op bet gebied van de volkshuisvesting is be reikt; voorts onze havenwerken, nieuw ontstane stadsdeelen; de inrichting en organisatie van onzen Geneeskundigen en Gezondheidsdienst en menig an der object, voor de verspreiding van kennis in bet buitenland over onze stad van groote beteekenis. OMGESLAGEN. Zaterdagmiddag reed een autobus van de Kunst zijdefabriek te Ede tegen den hoogen berm van den weg tusschen EdeBennekom* waardoor zij om sloeg. De inziten^e meisjes werden door de glas scherven verwond. De chauffeur beweert door een hem passeerende bus van dezelfde fabriek te zijn aangereden, hoewel de mogelijkheid, dat het onge luk door het springen van een band is geschied niet is uitgesloten. Twee der meisjes zijn eenigszins ern stig verwond. De politie stelt een onderzoek in. EEN KOLENLAAG AANGEBOORD. Bij de boringen te Lievervelde bij Groenlo is een vrij dikke kolenlaag aangeboord. Gisteren, toen moedér weg ging, ctroogde ik mijd laatste tranen. Peter's brieven werden zoo onaangenaam, dat ik haar vertelde, dat ze gerust naar huis kon gaan. En toen ik een kushand wierp naar den achterkant van haar mooien hoed, toen ze door het tuinhek verdween, schreide ik om haar, niet om mijzelf. „Ik wou, dat ik met Peter had afgedaan voor al tijd, al was het alléén maar terwille van die arme, lieve moeder", mopperde ik woest. En de zuster die juist de kamer binnenkwam, zei: „U hebt zich be wogen." „Ja", gaf ik een1 beetje schuldbewust ten antwoord', „maar de pijn is nu ook bijna weg en ik dachi, dat het geen kwaad kon heel eventjes op te zitten en moeder na te kijken." „Hebt u opgezeten?" riep ze met ontzetting. ,Ja", ik zocht een prettig plekje op het kussen voor mijn hoofd, „ik zal nu maar wat gaan slapen, zuster." „Ik zal het aan Dr. Renton vertellen en aan mijn heer Westover." Haar stem klonk onverbiddtlijk. ..Als u dat doet, ga ik nog eens opzitten en ik zal geen bouillon drinken vanmiddag", dreigde ik, „bo vendien, klikken is heel leelijk." Ze klemde haar lippen vast opeen, terwijl ze wat bouillon in mijn eetschuitje deed. ,Als u nog eens op gaat zitten, vertrek ik onmid dellijk." Nu deed haar stem me denken aan oen steenen muur, waartegen ik gesmakt was; ik ver-, telde het haar, doch ze bleef "onbewogen. „Wilt u me op eerewoord beloven, dat u niet moer' overeind zult komen? Doktor Rento en dokter llo- vell stollen mij verantwoordelijk. Ik heb Dr. Rovell's patiënten al sedert jaren verpleegd en -ik wil zijn vertrouwon niet verliezen." Ze stond voor me, als een engel met een vlam mend zwaard „Ik hejoof het, zustertje-lief', zei ik gedwee, ..m,aar u mag mijn schrift niet wegnemen, ik kan heel goed liggende schrijven.... kijk maar, er is een stijf kaf oiuheer.." „Ja, dat kunt u wel houden", gaf ze toe. „Maakt u Fransche oefeningen?" „Neen", antwoordde ik ernstig „op het oogenblik maak ik „gedulds-oefeningen". Als ik schrijf ver geet ik, dat het nog zoo erg lang duurt voor mijn heer Westover thuis komt. Ik vergeet mijn rug. Ik vergeet generaal Maoïntosh en mijn andere moei lijkheden. Ik span me dan zoo in om de spelling goed te krijgen en geen taalfouten te maken, dat er nergens anders tijd' voor overschiet. Ziet u, als ik 1 mocht steik bedoel als ik eens heen mocht. 1 gaan vóór Dimbie, dan; zou hij deze oefeningen wil len lezen en ik zou niet willen, dat hij lachte over mijn fouten." U gaat niet heen, vóór mijnheer Westover", zei ze bruusk. „Al mijn patiënten denken dat ze dood gaan en dat is maar goed ook, aJs ze dat denken, dovn ze tenminste geen verkeerde dingen. Als zé niet zoo verdiept waren in het aanschouwen vaa hun echtgenoot, die zich in een vlaag van waanzin, op hun graf werpt (in hun verbeelding), zouden ze misschien aan hun verband morrelen of andere dom me dingen doen." Ik gichelde en verslikte me in den bouillon. Ik heb het land aan bouillon", zei ik, toen ik weer spreken kon, „het is ook alleen maar een op wekkend middel en geen voedsel." ,Hoe weet u dat?" „Ik zag het in moeders geneeskundeboek," ik zei hc» heel nonchalant Waar is dat?" haar stem klonk scherp* „Onder het bed." Ze dook en haalde het boek mot vaste hand van onder de matras te voorschijnik had er zooveel m< eite voor gedaan om het van moeder te stelen, had er Amalia voor omgekocht. „Hebt u er nog iets anders uitgehaald?" „Neen", zei ik, „ik heb er nog geen tijd voor ge had, ik snuffelde juist in den index, toen ik het woord bouillon zag staan." „Wat was u van plan op te zoeken,?" „Ruggegraat", gaf ik prompt ten antwoord, „ik wilde er eens wat meer van weten* omdat do mijne niet heelemaal in orde schijnt te zijn." „Ik bon hee^ blij, dat ik u bijtijds betrapt heb," kwam zo streng, „dat is een van de redenen,, waar om ik liever mannen verpleeg dan vrouwen. Man nen zijn te verschrikt door hun ziek-zijn om in ge neeskundige boeken te gaan snuffelen, maar vrou wen zijn zóó bespottelijk nieuwsgierig naar haar eigen geval, dat er geen houden aan is. Ze voelen haar eigen pols, ze nemen haar eigen temperatuur cp zoo gauw je je rug gekeerd hebt, ze stellen dui- zend en meer vragen, waarop geen enkele verstan dige verpleegster ooit antwoord zou geven." „Ik heb geen enkele vraag gesteld', weerstreefde ik. „Neen, omdat u tot nu toe er te ellendig voor is j geweest. Wat wilde u weten?" I „Wanneer ik mag opstaan", kwam ik begeerig. „Dat zult u in geen enkel geneeskundig boek vüfc- den, verwachtte u dat heusch?" „O neen, ik wilde eens uitvisschen, waarvan rug- gegraten gemaakt zijn en de ziekten waaraan ze on derhevig zijn", zei ik tamelijk terneergeslagen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 1