ROMMELKRUID-
De Wereld der Vrouw.
Ware woorden.
„En wat la er van de Jonge vrouw gewordenf'
vroeg Ik gespannen.
„Ach, die arme, Jonge vrouwStel U voor, aij
la waanzinnig."
„Waanzinnig?"
„Ja. haar man bracht haar hier, om haar te ver
strooien en bewaakte ze onophoudelijk. Zij* heeft
heelemaal niet begrepen, wat er gebeurd ls. Wij
hebben op haar gepast, tot haar familie haar kwam
halen. En dan heb ik er mij niet meer omi bekommerd
wat er mot haar gedaan ls."
il>e hotelhouder verwijderde zich en ik bleef als
verdoofd achter, onbekwaam, mij te verroeren. Da
ongelukkige, voor wlo, ik mij- zoo levendig had ge
ïnteresseerd, was dus eon krankzinnige. Was waar
lijk alles, wat zij mij, In dien nacht had toevertrouwd
slechts waan? Of had zij haar verstand pas verloren
nan dezen onverwachten dood, bij de harde aankon
diging van haar bevrijding?
En ik een moordaar?Was ik een wreker? Alch,
ik weet het niet
ETEN EN DRINKEN.
Eeten en drinken konden onez voorouders bij uit
stek goed. Bij belangrijke gebeurtenissen werd veel
al een maaltijd gegeven, waarbij de matigheid nim
mer gepredikt werd.
Toen Philips de Goede in 1454 te Rijsel een feest
maal gaf, werden er 800 pasteien van kapoenen ge
reed gemaakt, 1600 braadvarkena, 400 wilde vogels,
1400 konijnen, 90 pauwen, enz.
Op de bruiloft van Prins Willem van Oranje met
Anna van Saksen werden 1600 vaten bier getapt
Bier was de tafeldrank bij uitnemendheid. Men
dronk Hamburgsch, Delftsch, Dordtsch, Haarlomsch
en het zware Groningsche cluyn-bier. Men zong:
Bier is dranck voor alle man
Bier drinckt wat maer drincken kan.
Naast bier werd natuurlijk ook veel wijn gedron
ken. Op een feest, dat de Russische resident Von
Brands te Amsterdamgaf ter eere van den vrede
van Nijstadt, werden 2400 flesschen wijn leeggedron
ken.
Zoo ging het bi| feestelijke gelegenheden, maar
ook gewoon, op alle dagen, werd er flink gegeten en
meest zwaren kost. Op de ontbijttafel was allerlei
90ort brood: mastelluin (van tarwe en roggemeel
door elkaar), mik van fijn roggemeel, dove katers
vap fijn tarwemeel, krentenbrood. Met boter en kaas
was men niet zuinig, maar elk afzonderlijk, want
zuivel op zuivel gold voor oveTdaad. De drank was
meestal bier. Zelfs brandewijn, anijs- of kaneelwater
en jenever werden als morgendrank gebruikt. Op t
einde van de 18de eeuw schrijft mej. Aga'.ha Deken
nog van een „goede slok vaderlandsche morgen
drank, een glaasje klinkklare jenever". Maar tqen
kwamen ook reeds koffie en chocolade meer in ge
bruik, evenals melk.
Om 12 uur gebruikte men het middagmaal. Hoofd-
voedsel waren vleesch, wildbraad! en visch. Groente
gebruikte men aanvankelijk nog maar we'nig. In
1485 heette het nog, dat de menschen dat voor den
zondvloed aten, zooals de beesten nu gras eten.
Voor onbemiddelde studenten aan de hoogesehool
te Franeker was de spijslijst in 1501 als volgt: een
soppe, grof vleescfy hutspot, goed boter en kaas, een
weytenbol voor elke acht personen, grauwe erwten,
gezoden bier en brood, stokvisch, pekelharing of
versthe visch, gebraden kalf- of schaponvleesch. Tn
1716 waren er volgens een spijslijst aan d9ze;fde hoo-
gosi'hool te Franeker meeer lichtere spijzen en groen
ten; toen stonden vermeld rijstenbrij, witte boontjes
rapen, kool, wortelen, roomsche boonen, gepelde
gerstenbrij, hutspot met limoensap.
In de 17de eeuw maakte men in gegoede kringen
meer werk van nagerechten, als flensjés, taarten,
bladen, "marsepein, en allerlei suikergoed.
In de 18e eeuw nam de weelde zeer toe en werd
ook de tafel overvloediger. De heeren van de Leid-
sche weeskamer, die in 1733 met de stadsjacht een
driedaagsch reisje naar Amsterdam ondernamen,
brachten o.a. in rekening een lamsbout van 9H
pond, twee hoenders, allerlei visch, brood, boter,
kaas, koekjes, krakelingen, sinaasappelen en citroe-
nen.
Tafellakens en servetten gebruikte men wel reeds,
maar vorken om mee te eten kwamen in ons land
heel laat in zwang.. Wel gebruikte men ze om de
gerechten er mee uit den schotel te nemen, maar het
eten werd met de vingers naar den mond gebracht,.
In 1739 nog schrijft van Effen in zijn Spectator in
afkeurenden zin over het aangrijpen van de spijzen
met een vork en het drinken van ieder uit zijn eigen
glas. Als men met vreemden aan tafel zit kan het
er nog mee door volgens Van Effen. „Doch wanneer
men met eerlijke en reine lieden eet, vind ik het ge
bruik der vingers, en van hetzelfde glas, de geringste
reeden van afkeer niet. Wat belet handen, die be
hoorlijk ge reinigt zijn, zoo zuiver te wezen als een
geschuurde of gewasse vork?'
Tegen een uur of drie gebruikte men het middag-
stik: brood, boter en kaas; het avondeten tegen 8 a 9
uur. Dit bestond vaak uit het overschot van den mid-
dagdisch, of rijstenbrij, zoete melk met brood, brood
met boter of kaas, echapenhutspot met gestoofde
pruimen, of visch.
In de 18de eeuw en ook reeds in de 17de gingen
er stemmen op, om meer do matigheid te betrachten
en goede tafelmanieren in acht te nemen. Wat het
laatste betreft, op het einde der 17de eeuw schreef
een buitenlander nog, dat de Nederlanders met den
hoed op aan tafel zaten, dat zij met vuile vingers
aten en hoorbaar smakten. En wat onmatigheid aan
gaat, ,een zekere Aernout van Overbeke at op één
keer een warme ham van acht pond op met het noo-
dige bnood en bier. Maar toen moest de veeleter dan
ook drie dagen vasten omi weer op verhaal te komen.
Op de Rotterdamsche kermis verorberde hij 84 wa
felen, „gebootert, gesuyckert en snikheet".
Dit zal wel een uitzonderingsgeval wezen, maar
als regel werd er toch veel gegeten en zwaar gedron
ken. Vooral vleesch werd veel verorberd. Wel gin
gen er stemmen op tegen het vele gebruik van
vleesch, maar invloed hadden die waarschuwingen
haast niet, zooals ook blijkt uit een aanteekening
van Huygene in zijn dagboek. Hij* vermeldt daar dat
'n zekere Koenraad v. Beunlngen geen vleesch at en
acht dit een bewijs vcor zijn krankzinnigheid, M.
V0EDING8» EN GENOTMIDDELEN.
Genotmiddelen in den meest ultgebrelden zin van
het woord zijn die producten, die geen of een onbe-
teekenende voedingswaarde hebben, maar die de
mensch nuttigt om bepaalde invloeden op de smaak
on reukzenuwen, de maag- en darmfuncties, op her.,
senon of hart uit te oefenen. In deze rubriek beboe
ren dus thuis: mineraalwater, specerijen (peper, ka
neel, vanille enz.), koffie en thee, vlooschextract, eoep
kruiden, alcoholica en tabak.
Do gTens tussohen voodings- en genotmiddelen is
niet altijd scherp te trekken. Zoo gaan bij het berei
den van chocolade (de drank) uit cacaopoeder de
voedende bestanddeeleji in den drank over; daaron-
togen bevatten koffie en koffie-surrogatcn geen voe
dingsstoffen van beteekenis. Thee is vrij van voeings
stoffen. Bereidt men cacao, koffie en thee met sui
ker, en melk, dan krijgt men dranken met hoogere
voedingswaarde. Ook de vruchtsiropen (met suiker
ingekookte natuurlijke vruchtensappen) en de daar
uit bereide vruohtenlimonades, limonades en limo-
nettes hebben een met het suikergehalte overeenko
mende voedingswaarde,, Zoete wijnen moeten tenge
volge van hun gehalte aan niet-vergiste suiker an
ders worden beoordeeld, dan „droge" wijnen.
Ook moet aan alcohol een bepaalde voedingswaar
de worden toegekend, omdat hij voorzooverre hij in
matige hoeveelheden wordt genoten, in het lichaam
verbrandt, (tot koolzuur wordt geoxydeerd) en hier
bij evenals vet en suiker warmte levert. Maar
in tegenstelling tot de werkelijke voedingsstoffen
oefent de alcohol tegelijk Invloed uit op hersenen en
andere organen. Daarom moet men principieel geen
alcoholische dranken aan kinderen geven. De tabak
is, in alle vormen, waarin ze wordt genoten, zuiver
een genotmiddel. Ze behoort dus niet tot de elemen
taire genotmiddelen, niet dus tot die genotmiddelen,
die middellijk of onmiddellijk met de voeding in ver
band staan.
Tot de genotmiddelen behooren niet meer de nar
cotica, die door sommigen als genotmiddelen worden
misbruikt, zooals opium, morphine, cocaïne, en
aether. Tegen het gebruik van dergelijke stoffen kan
niet ernstig genoeg worden gewaarschuwd, omdat ze
de gezondheid al spoedig kunnen vernietigen. Het
speciale gevaar van, overmatig gebruik van alcoho
lica is algemeen bekend. De onschuldigste en sma
kelijkste dranken zijn natuurlijk e en kunstmatige
minerale wateren., voorts mengsels van vruchten-
siropen met water of koolzuurhoudend water, limo
nades en limonettes van deugdelijke samenstelling
en bouillon (toebereid met deugdelijke blokjes).
TE DIK
,De dikste koning, die ooit bestaan heeft zal waar
schijnlijk Frederik I van Wurtemberg zijn geweest.
Toen hij, die van keizer Napoleon z'n koningstitel
hadl verkregen 't huwelijk bijwoonde van den Fran*
schen keizer met Marie Louise moest men in de ta
fel een halvén cirkel snijden om den gast aan tafel
te laten zitten. Ook Marius de tegenstander van
Sulla was zeer dik, tot zijn geluk. Eens wilde Sulla
hem laten vermoorden; de slaaf die met deze op
dracht belast was, werd zoo bang voor die vleesch-
mossa, dat hij aan den haal ging.
OVER CONTINENTEN EN OCEANEN.
Weinige boeken hebben in den laatsten tijd een
stimuleerender invloed geoefend op het wetenschap
pelijk denken dan Alfred Wegener's werk over den
Oorsprong van Continenten en Oceanen.
In een overzicht 4at dr. R. Lloyd Praeger van diens
werk geeft, zet hij uiteen dat Wegener's theorie
hierop neerkomt, dat de continenten niet noodzake
lijk een vaste positie innemen, maar veeleer drijven
op een zwaardere laag van de aardkorst en in staat
zijn zich te bewegen op dezelfde manier als ijsschol-
len op water: en verder dat de continenten hun te-
genwoordigen vorm en ligging hebben gekregen door
het uiteenbreken van één enkele groote landmassa,
die eenige millioenen jaren geleden bestaan moet
hebben. Wegener heeft echter niet verklaard, waar
om dat oorspronkelijke .,super"-continent begonnen
is zich te splijten in1 tijden die, geologisch gesproken,
niet zoo heel lang geleden zijn.
Professor J. Joly heeft nu echter een merkwaar
dige verklaring gegeven, die op minder geruststellen
de mogelijkheden het vooruitzicht opent. Hij herin
nert eraan, dat de hitte die in het inwendige van
den aardbol ontstaat door het uitvallen van radio
actieve stoffen, naar alle waarschijnlijkheid, grooter
is dan de warmte die verloren gaat door uitstraling
van het aardoppervlak zoodat onze aarde, inplaats
van af te koelen, metterdaad warmer zou worden.
Wanneer deze verhitting een zeker punt bereikt, zal
de laag, waarop de continenten liggen en welke tot
dusver hechtheid genoeg heeft bezeten om de land-
massa's op hun plaats te houden, zachter worden
tot de stukken land vrij zijn om zich te bewegen on-
der den Invloed van de kracht, die de getijden be
paalt en van andere krachten,.
De landmassa's zelve zullen ook zachter worden
door de intense hitte die eronder heerscht, en vervol
gens hun samenhang verliezen. Ei- zullen zich scheu
ren vertoonen, er zullen groote vulkanische uitbar
stingen ontstaan, aardbevingen en allerlei soorten
van omwoelingen, tot de opgehoopte energie ten
slotte verbruikt zal zijn. Daarna zullen de rotsen
weer hard worden, de continenten weer „stollen" in
de posities waarin zij gekomen zijn, en het geheele
proces zal opnieuw van voren af aan beginnen.
De theorie zal nog verder getoetst dienen te wor
den, maar vormt althans een schrandere verklaring
voor een verschijnsel dat Wegener nog niet had we
ten op te helderen.
i
AMERIKAANS CHE AUTOSTATISTIEKEN.
Ainerikaansche auto-statistieken zijn altijd belang
wekkend en een autoriteit op dit gebied die in de
New Yorksche Llterary Digest wordt aangehaald, bo-
handelt de cijfers ervan op een nieuwe manier.
Californtö vormt, wat auto-„dichiheid" betreft,
naar daarbij blijkt, een klasse op zichzelf, aangezien
er één automobiel aanwezig ls op elke 3 Inwoners.
Daarna komt Iowa met 4,1. Nevada met 42 en Kan
tas., Nebraska en Oregon met 4.4 elk. „Nleuw-Eng*.
land" (de Staten aan de Oostkust) schijnt, een eind
achteraan te komen in vergelijking met deze rijke
Westelijke Staten. Vermont komt hun het dichtst
nabij met 5.7, terwijl in het Zuiden sommige Staten
nog zoo arm zijn, dat zij slechts een auto op elke
tien bewoners bezitten.
Hoe kloln en nederig uw hul» ook zijn moge, bo
denk, dat er nog ruimschoots plaats 1» voor goluk en
tevredenheid.
Zoolang er nog goed 1» te doen en kwaad te hm
(tellen, 1» het leven nog van belang en te levon L
plloht.
Vertrouwen draagt don meneoh vooruit en 04
hoog; vree* trekt hem omlaag.
Do eerate leerbank van een kind moet de schot
der moeder iljn.
liet ls met uw leven als met een geldetuk: 'tHeet
pas waarde ala gij het uilgeeft.
Veel Meden zijn trotsch op hunne voorouder», doe
vergeten daarbij dat de nakomelingschap evcn«i „t
trotsch op hare voorouders tou willen zijn.
Y
i*? -
„PARIJSCHE MODE",
De grijswollen ripsjapon, links op de illustratie,
is gecombineerd mot geplooide, tomaat-kleurige crêpe
de-chine. Een stukje zilvergallon is in het front op
een onderstukje van grijs en zwart gekleurde suède
aangebracht en geeft een aardige- afwerking aan het
geheel.
Een knip-patroon voor deze japon is verkrijgbaar
in de maten 42, 44, 46 en 48, onder nummer 248a
Kosten 70 cents.
De andere japon is gemaakt van zwarte satijn ei
gegarneerd met een met een gouddraad bestiktei
band, waaraan bovendien nog twee zijden kwastjf
hangen. De rug van deze japon is volkomen glw
terwijl in het front drie strooken aan den ondei
zoom komen. 4
Het patroon is verkrijgbaar onder nummer 249a,
<d$ maten 42, 44, 46 en 48. Kosten 70 cents.
„MOEDERS EN HAAR KINDEREN".
„F e e s tc h u i m p j e s"
Een moeder zegt:
„AJs ik voor een ver jaarfeestje en dergelijke wei
eens kinderen uit de buurt bij ons genoodigd heb,
vinden zij mijn feestschuimpjes altijd een zeer aan
gename snoeperij. Ik maak deze schuimpjes als
volgt. Het wit van drie eieren wordt geklopt tot het
goed licht en droog is, daarna wordt er een kop fijne
suiker aan toegevoegd. Dit mengsel ^jardt dan weer
geklopt tot het geheel stijf is. Dan neem ik kleine
stukjes schoon perkamentpapier, waarop ik telkens
een theelepeltje van het goedje doe. Deze hoopjes
worden dan op het perkament in den oven gebakken
en als zij klaar zijn ook zoo opgediend."
breien, zullen gaarne de volgende wenk van
„vak-vrouw" onthouden, daar ook zij dikwijls genoA_
in last zullen zijn met het winden van de wol. Ofll
raadgeefster zegt: In plaats de hulp van een twei
den persoon in te roepen, of mijn wol over de leunij
gen van twee stoelen te hangen, zooals grootmoodi
deed, leg ik de streng wol om de halzen van tw
leege inmaakflesschen, welke ik voor mij op tafel u
ongeveer driekwart meter van elkaar.
Een andere wenk is deze: Gebreide en gehaakl
stukken zullen spoedig hun oorspronkelijk mod
verliezen, wanneer men ze aan een. haak ophang
Veel beter is het de kleedingstukken een beetje
hun model te vouwen en trekken en ze dan pi
gevouwen weg te bergen in een. la of kast.
VLOERBEDEKKINGEN.
ila!
piel
y iet
't
riol
fff:
trdj
Nuttige Wenken»
KOFFIEVLEKKEN.
Vlekken van koffie'op een laken of op eenig ander
artikel, zijn moeilijk geheel te verwijderen, tenzij
men ze onmiddellijk na het ontstaan behandelt. Met
kokend w^ter kan men natuurlijk de grootste vlek
ken vrijwel geheel laten verdwijnen, door de stof te
laten koken, maar wanneer de vlekken reeds oud zijn
en geheel door de stof heengedrongen zijn, is het
beste middel ze te bestrijken met gelijke deelen gly.
cerine en eierdooier. Men late dit mengsel op de v'ek
drogen, waarna het met water afgewaaschen wordt
GEBREIDE KLEEDINGSTUKKEN.
Dames, die veel eigen kleedingstukken haken of
Chineesche matten behooren tot de beste, aant)
kelijkste, warmste èn duurzaamste soorten vloerlL
kleeding. Goed onderhouden is het eerste voorschr
want wanneer de verzorging ontbreekt, zal het ifli
werk spoedig breken, kreuken en rafelen. Zorgt
er echter goed voor, dat zulks niet passeert, dan i!
de Chineesche vloermatten geweldig sterk.
Wanneer de mat op verschillende plaatsen is vi
sleten, kan men de mooie stukken uitknippen
rechthoekig maken, waarna zij op zwakke plaati
van het vloerkleed kunnen worden gelegd en ds*
dan niet alleen zullen beschermen, maar tevens fl
len staan, daar zij in veel kamers warmer oogen, d"
een vacht. Kleinere stukjes van de verknipte n:ett<
kunnen voorts zeer goed dienst doen om onder i
pooten van stoelen, tafels, kasten enzoovoorla
worden geplakt of gelegd. Al klinkt het vreemd
is, dat een kleed of een tapijt het hardste slijt ond
i de pooten der kasten en andere meubels, welke ti
den verplaatst worden. Een extra versterking
het duurzame Chineesche mat is daaram wel aan
bevelen. Wil men de ringen en gaten in een kleed
heel en al voorkomen, dan ls het echter beter op
gelmatige tijdstippen alle kasten, tafels, zware
len, kachels, enz. te verzetten.
PIANO-TOETSEN REINIGEN.