Van allerlei uit de Men-
schelijke samenleving.
TWEEDE BLAD,
Binnenlandse!» Nieuws,
Dinsdag 12 Mei 1925.
G8ste Jaargang. No. 7635.
and.
Ie 61
in,
sen
ANONIEME BRIEVEN.
Een tijd als de onze kent in vele opzichten geen
precedenten. Grootendeels, omdat ons tegenwoordig
leven zoo geheel anders, zooveel samengestelder, te
gelijk zooveel drukker en rumoeriger is dan onze
voorouders het gekend hebben en zich konden voor
stellen Wanneer wij spreken over vereenigen en
vergaderen, dan omvatten wij daarmede ongetwij
feld een geheel ander begrip dan geslachten voor
ons hebben gekend, wijl zij nimmer hebben* kun
nen gelooven aan een zoodanige opleving van de
boekdrukkunst, van gesproken en geschreven woord
als wij thans in eigen en anderen kring zien afspe
len. Wanneer wij spreken over het groote-stadslevén,
dan bedoelen wij daarmede geheel iets anders dan
r|ti een twee honderd jaar geleden als zoodanig werd
UI I betiteld. Wat wij nu daaronder verstaan, bestond
Ijl toen niet en dateert ook eigenlijk slechts van de
1 laatste halve eeuw. De trek naar de groote eti
daarvan gedeeltelijk de oorzaak, maar ook de
name van verkeer, de 'ontwikkeling in zeer bep.
de richting van geheel "het maatschappelijk leven
nDit alles, en nog voel meer, is er oorzaak van ge-
5 peest, dat dit maatschappelijk leven een geheel an
deren vorm heeft aangenomen, in niets meer gelijkt
op dat wat het vroeger was, althans kon zijn. Wij
Nederlanders staan er voor hekend. dat wij van el
kanders familie en voor-familie nauwkeurig op de
hoogte zijn, en dat wij bij kennismaking de neiging
hebben om te informeeren tot grootvaders en over
grootvaders toe. Wanneer wij deze neiging bij het te
genwoordig levend geslacht constateeren, hoe moet
het dan wel niet geweest zijn 'n paar eeuwen geleden,
toen alle lieden in een zelfs voor dien tijd groote
«tad elkander meer dan bij naam kenden, toen de
swden veel meer dan tegenwoordig een stuk samen
leving vormden?
In die tijden moet het bijna onmogelijk zijn ge
weest om het moreele misdrijf te bedrijven, dat in
den modernen tijd meer en meer is ingeslopen: dat
van de anonieme brieven. Men zou te gauw bekend
zijn geweest; de tal van middelen, die het tegem
woordig verkeer schenkt om' zich aan ontmaskering
onttrekken, waren er toen niet. Is het niet duide
lijk gebleken nauwelijks een jaar geleden in dat klei
ne Fransche plaatsje, dat door een voortdurenden re
gen van anonieme enJ tegelijk lasterlijke brieven werd
overvallen, waar de samenleving klein was en de
menschen elkander goed kenden en toch de schrijf
ster dier anonieme brieven er langen tijd in slaagden
zich, dank zij de middelen van1 het moderne verkeer,
eau aller ontdekking te onttrekken, Maar ook in
dit opzicht brengtactie nu eenmaal reactie mede;
naarmate 'het gemakkelijker is anonieme brieven te
In' schrijven en als schrijver verborgen te blijven, gaat
de sport er af; bovendien, naarmate het meer en ge-
IQ bakkelijker geschiedt, verdwijnt ook het gewicht,
*3 dat men er vroeger aan hechtte. Dat is één zijd® van
de zaak.
Er zijn landen, waarin de wet aan de verantwoor
delijke leiders der couranten den plicht oplegt, zorg
'te dragen, dat elk artikel, in hun blad opgenomen,
ook is onderteekend met den vollen naam van den
.steiler. In het algemeen is voor zulk een bepaling
zeker iest, neen veel te zeggen, omdat zij een ieder
dwingt, in het openbaar de gevolgen te dragen van
de mindere of meerdere loslippigheid van zijn pen.
Doch daarnevens moet worden erkend, dat het hij die
bijdragen, welke voornamelijk het redactioneel ge
deelte betreffen, meer de bescheidenheid of de ge
woonte van den naar huiten niet bekenden schrijver
is. die leidt tot hot niet onderteekend opnemen van
zijn artikel, dan dat daaruit de stille wensch mag
'worden gelezen, om zoodoende aan de gevolgen van
zijn geschrijf te ontkomen. Zulks is in veel sterker
mate liet geval bij de rubriek der ingezonden stuk
ken, welker vrijwillige medewerkers, die zich laten
recruleeren uit allerlei en alle standen en rangen,
dikwerf een bepaalde reden hebben, om hun naam te
verzwijgen, maar niettemin de gelegenheid niet on
gebruikt. laten om bestaande instellingen aan. te tas
ten of hatelijkheden te slingeren naar andermans
hoofd. Die dus van de courant zich bedienen om te
arbeiden onder een anonymiteit, welke in zeker op
zicht een bepaald stelsel is geworden, welke juist
naarmate onze schijnbare beschaving toeneemt en.
onze maatschappelijke gemakken zich uitbreiden,
[dieper insluipt in het sociale leven.
Men mag zulk een verschijnsel treurig noemen,
ontkennen kan men het niet. en weerspreken even
min. dat zijn invloed zich van alle middelen weet te
bedienen om zich krachtig te maken.
En toch is langs dezen weg do anonymiteit niet de
meest gevaarlijke; daar bijna elke redactie weigert
een ingezonden stuk op te nemen, indien de schrijver
haar onder het zegel der volstrekte geheimhouding
zijn naam niet heeft medegedeeld, moet er althans
jtën persoon zijn, die daarmede bekend is, een feit,
dat den steller der bewuste regelen allicht tot voor
zichtigheid aanmaant. Anonieme brieven dat is
6 ware weg voor hen, die hun overkropt gemoed
illen uitstorten, en het dan ook kunnen doen, recht
reeks tegen hem, wien het verwijt betreft.
Misschien is er in dit opzicht een psychologisch nut
roiet aan te ontzeggen, omdat ze dan dienen als een
soort veiligheidsklep, die hier voorkomt, dat woede
zich ophoopt tot zulk een gemoedsaandoening, dat
daaraan alleen kogel of vitriool ontspanning zou
kunnen geven. Of dit nut echter aan het minder
waardig systeem een boter cachet schenkt, Is oen heel
andere vraag. Want dergelijke brieven kunnen on
schadelijk zijn, maar dat zijn ze niet altijd ,en voor
al niet dan. wanneer daarin getracht wordt iemands
eer of goeden naam te belasteren. Do ontvanger beH
hoeft geenszins te gelooven aan de onomstootelijke
waarheidsliefdo van don ongenoemdon correspon
dent, maar geheel zonder gevolg blijft zulk een
waarschuwing slechts zelden. Onwillekeurig
kijkt men er den besten vriend, den trouwste® echt
genoot of echtgenoote anders op aan, al acht men
hem of haar te hoog staande om ze van het laffe
bericht mededeeling te doen; er is dan maar een
enkelo ongelukkige omstandigheid noodig, om den
argwaan te vermeerderen, en het ellendige wantrou
wen te laten ontstaan.
Bovendien, de romans loeren maar ai te zeer, dat
niet altijd anonieme mededeelingen, zonder gewicht
en zijn de onwaarschijnlijkste romans vreem
der dan hot leven zelf?
I Er is in de overvloedige tooneelliteratuur van deze
dagen een stuk van een niet geheel onbekenden
JJurtschen auteur, dat aan die anonieme brieven de
yoorname, zij het ook lijdende rol in de verwikkeling
toekent. Het is de tragische liefdesgeschiedenis van
een getrouwde „zij" en een ongetrouwden „hij" De
Jtouw is een jonge, bloeiende schoonheid, niet g©-
ïSi v en baar niaar toch grootendeela door den
wil harer oudere getrouwd met den veel ouderen,
veg
i»
adellijken echtgenoot, wfen dj wel achting en ge
negenheid toedraagt, maar voor wien rij daarom geen
liefde gevoelt; de man is een vriend uit haar jeugd,
arm en, om fortuin te maken, naar de Nieuwe We
reld vertrokken, en thans teruggekomen, zijn vroe
gere apeelgenoote, die hij innig beminde zonder dat
xy het wist en hij het haar durfde zeggen, gehuwd
vindende. Op 'n badplaats heeft hij het echtpaar ont
moet en is door den gastvrijen'landheer ten zijnent
genoodigd. Hij maakt er wandelritten met de be
minde vrouw; hij houdt haar gezelschap wanneer
haaf man zich met het beheer zijner bezitingen be
zighoudt; hij doet er de kleinzielige Ckletstafel van
hefc stadje, in welke onmiddellijke nabijheid het
slot is, gisSen naar de verhouding, die er fcuswhen
hem en de vrouw bestaat. En als dan een der de
sociëteit en zichzelf vervelende leegloopers er be
hagen in schept, met groote yoorziohtighoid df®
edelman anonieme brieven te doen toekomen over
de opvallende vriendschap tussohe® zijn echtge
noot© en den vreemden gast, dan vangt het drama
aan. De gewaarschuwde man werpt de brieven vol
verachting in den papiermand, wil er niet aan ge
looven, maar kan toch niot nalaten, op oen de?
dagelijksdhe wandelingen hot paar na te gaan en tv
bespieden. Om dan het is een tooneelwerk -
juist te hooren, dat de schoone vrouw eindelij^
begrijpt de liefde, die de ander haar steeds heeft
toegedragen, en beweent het geluk, dat voor haar
is verloren gegaan; om eohter tevens te vernemen,
dat beiden, ata eerlyke menschen, gevoelen van
elkander afscheid te moeten nomen, voor eeuwig.
De man, met een groote ziel, treedt niet fcusschen-
beide, maar rijh leven is gebroken.
Niet altijd behoeft het zoo treurig af te Soepen,
natuurlijk, ein niet altijd ook zijn de anonieme
brieven de eenigechuldige in de ontwikkeling van
ben onflit, dat zij' mede hebben helpen uitlokken.
Integendeel, in ander opzicht hebben ze maar al
te vaak ean komischen, schoon toch ergerliik-kocmi
schen jfca®t ten grondslag. Dat is wel vooral dan
het geval; wanneer de beleedigde partij! zelf de pen
opneemt, om zich te .richten tot den beieediger,
doch dat, ter vermoerdering van het uiterlijk ef
fect, doet\ onder den schijn alsof anderen spreken,
en voor heem of haar ter bedhormingl opkomen. jEfoü
komische van zulk .,eon poging ligt vooral hierin,
dab zelfs het minst geoefend oog al heel spoedig
bestaat, omdat de stellers van *zulke anonidme
1brieyen zich altijd verraden door veel te groote
heftigheid, en een verontwaardiging toonen, die
wij, egoïstische kinderen van de practische twin
tigste eeuw, zelfs voor onze beste vrienden niet
verspillen. En dan nemen Zn de verdrukte onschuld
meestal nog in hun hoede, door zich in een bepaald
debat op vakkundig terrein te begeven, hetwelk
de steller van den brief, stond hij' werkelijk zoozeer
buiten den strijd, als het wordt beweerd, onmoge
lijk zoo knap zou kunnen bewandelen. Terwijl ten
slotte het is het onafwijsbaar recept van jano
nieme brieven in dien trant, dat wfj Mag uit kracht
van ervaring kunnen geven, den zoogènaamdeu
beleediger immer een hatelijkheid naar het hoofd
wordt geslingerd, een vraag wordt gedaan betref
fende zijn bekwaamheid of bevoegdheid. Doch
daartoe komt de beleedigde schrijver eerst na lan
gen omhaal, want Jaijt moet toch niet -laten merken,
dat het hem daarom -alleen te' doen is (geweest., Alsot
het niet reeds lang is bemerkt, en alsof niet de arme
ongelukkige boosdoener by'i zichzelf de vraagt voelt
opkomen, waarom men zich nog de moeite geeft,
om hem rijn schandstreken onder het oog te oren-
gen, hauw die toch immers tot oordeelen onbevoegd
is. r
Het is met dezen komischen kant van anonieme
brieven, dat de journalist meestal kennis maakt.
Och, eigenlijk kan men moeilijk beweren iets te
befceekenen in rijn vak, wanneer men.niet herhaalde
malen akh door vriendelijke b4efsdhrijvorS heeft
hooren verwijten, dat men is onbillijk, oneerlijk";
dat men daar of daar eens moest gaan zien; dat
men zijn opleiding in dat opzicht moest voltooien;
dat men dezen of gepen ironisch bedoelde raad
moest opvolgen. Soms trachten de briefschrijvers
ook venijinig te zijn, en dan wordt hun epr ~'/1
dubbel aanfe.ekkeüjk. Want i
diegenen, die zi h aa.i.
de sport der anonymiteit overigens niet dq
minst gevaarlijke 6port, die soms, wel pens te ver
gedreven, in erger mate niet het openbaar gezag
in aanraking komt dan rijwiel- of voetbalsport
overgeven, zich overgeven met waren hartstocht
dikwerf, diegenen behooren niet altijd tot de hoog
ste kringen der intelljeetueelen en gaan zich
in hun ijver om niet alleen boos, maar ook sarcas
tisch te wezen, dikwijls te buiten aan^ zoogenaamde
grappigheden, wélke in haar grofheid alleen nog
maar lachwekkend zijn. Trouw speculeeren ze
altijd op uw oommeroieelen zin, door zföh. tot u te
richten uit naam van meerdere, ja soms tal van
abonné's Alsof het mogelijk ware, vooral bij
bladen met oplagen van vele duizenden exemplaren,
te voldoen aan elk verzoek, dat weinige lezers tot u
richten. Men tracht daarnaar, maar zoo ooit, dan
is hier het bereiken moeilijk.
Werkelijk anonieme brieven schrijven is niet al
leen een -laf, maar ook een .dom bedrijf. Want (men
toont er alleen mede, wel degelijk groote waarde
te hechten aan een stukje, dat men mJefc „zot ger
schrijf" of iets dergelijks betitelt, zoo groote waar
de zelfs, dat men er menigmaal een geschrift aan
•wijdt, dat de sporen van onvermoeide® en Iangduri
gen arbeid in zich draagt. Hoewel men het juist
graag anders doet voorkomen. Dat neemt intus-
schen niet weg, dat zich heel enkele gevalle® kun
nen voordoen, waarin anonieme brieveh gerecht
vaardigd, misschien zelfs goweneoht rijfa. Men kan
een man of een vrouwl, die op het punt staat iit
een huwelijk te treden willen waarschuwe® en
men kan met dien anoniemen brief niet andeuG
willen bereiken, dan dat hif of rij nadenkt over
yien te ondernemen stap, en inüehtingen inwint
Het geval kan zich' voordoen, dat ae persoon.'
die den anoniemen brief schrijft, een der weinige®
is. die tot waarschuwing in staat is, en die zich, [het
zij uit te_ vreezen vooroordeel, hetzij om andere
redenen niet bekend Jcan maken. In een dergelijk
geval is een anonieme brief gelijk te stellen met
feen leugen om' bestwil', die over elk geval op zich
zelf beschouwd dient te worden. Maar, wanneer
men geneigd is pm in een zoodanig geval dien ano
niemen brief te'wettigen, wel, da.n spreekt daaruit
toch ook duidelijk, dat men nu, ini hefc verleden
en in de toekomst, dit gewettigd karakter van Ide
anonymiteit uitzondering en het o®toelaatbare er
van regel acht.
NIEUWE BOND VAN ZUIVELFABRIEKEN.
In de bovenzaal van café Koetsveld aan het Waag-
plein te Alkmaar, werd Vrijdagmiddag de algemeen©
vergadering gehouden van den Nieuwen Bond van
Zuivelfabrieken.
De vergadering was niet druk bezocht
De voorzitter, de heer J. Met, sprak een welkomst
woord en uitte den wensch dat de besprekingen tot
heil van den bond zouden strekken.
Spr. was van meening, dat er alle reden was over
de kaasprijzen tevreden te zijn. De voorraden in de
pakhuizen zijn nagenoeg verkocht en de prijzen zijn
weder reeds dichter bij de f50.
Toen enkele weken de prijs tot beneden de f 40i
daalde, dacht spr.: „watgnoet dit voor den landbouw j
worden", maar thans staat het zoo, dat een daling niet
behoeft te worden gevreesd.
De door den secretaris, den heer C. den Hartigh
gelezen notulen werden onveranderd goedgekeurd.
De rekening en verantwoording van den .penning
meester werd vastgesteld in ontvangst op f207152.
uitgaaf 1939.82%, alxoo een saldo van 1113150%,
waarvan f 95(8.74 saldo van het vorig Jaar.
Uit het Jaarverslag bleek, dat 2 leder bedankten,
waarvan 1 wegens opheffing. Het aantal leden be
draagt 24, dat van de buitengewone 20. Herinnerd
werd aan de pogingen om de beide bonden te vereeni
gen, hetgeen niet gelukte. De gemeenschappelijke aan
koop door leden van den bond nam toe.
Aan drie vereemgingen, ilE de Vakschool voor
Kaasmakers te Hoorn, het Station voor Melkonder-
zoek te Hoorn en de vereeniging tot bestrijding van
de T. B. C. onder het rundvee, wordt subsidie ver
leend, aangezien deze organisatie® zich bewegen op
het gebied van' den zuivel.
Het verslag eindigde met den wensch, dat het den
zuivel goed zal gaan en dat de bond in bloei zal toe-1
nemen.
De heer V. Kaij Jz. hield hierop een inleiding over
„de onmondigheid' der kaasfabrieken bij de kaas
controle".
Spr. was van meendng dat men in Den Haag met
hel kaasmerken geen oplossing weet te vinden. De
meerderheid is voor opheffing van do wet.
Do handel ondervindt groote moeilijkheden met
de wet, maar de regeering moest eon aantal baantjes-
gasten op straat zetten.
Spr. gelooft, dat het merken wol zal blijven.
De laatste vergadering van de Kaascontrole, die
slecht bezocht was, leverde weer het bewijs, dat men
steeds voor gesneden koek staat. De fabrieken zijn
onmondig. Spr. wees daarop reeds bij; de oprichting,
toen men tegen art. 7 protesteerde.
Spr.'s grief was, dat het onjuist is, dat de fabrie
ken zoo weinig hebben te zeggen en critriseerde het
feit, dat in 'het bestuur één lid door den Ouden Bond
wordt aangewezen, die slechts tweederde van de fa
brieken vertegenwoordigt.
Spr. stond stil bij de door hem en anderen gedane
pogingen om meer inzicht in de financiën te krijgen.
Te Hoorn werd met groote meerderheid besloten de
art. over het salaris van het personeel en den direc
teur en over uitgaven^boven f 1000.voor de lokali
teit, te wijzigen. De uitvoering van deze besluiten is
nog steeds hangende, wegens ongesteldheid van den
directeur-generaal va® landbouw.
Spr. vond het vervelend, d,at schijnbaar de verga
dering van bovenaf wordt tegengewerkt. Hij herinnor-
de dat dit 'besluit buiten, don Haag wel kan worden
doorgevoerd en wees op hetgeen in Zuid-Holland ge
schiedde.
Het bestuur was tegen de wijzigingen en spr. ver
onderstelde, dat het bestuur het wel aangenaam vindt,
dat zoo getraineerd wordt. De uitvoering berust
blijkbaar bij- den Ouden Bond in den persoon van den
heer G. Nobel.
Spr. meende dat getracht moet worden het besluit
doorgevoerd te krijgen of dit in te trekken, en deelde
mede, dat hij de zaak in een volgende vergadering
wederom naar voren zal brengen. Hij hoopte dat de
leden, die zijn inzichten deeleri,- dan aanwezig zullen
zijn. Zoo noodig -wil spr. bij den minister stappen in
de gewenschte richting doen.
De heer Oudejans was met den heer Kaij van
meening, dat al die hooge reserves niet noodig wa
ren. Een tariefsverlaging oordeelde ook hij beter.
De heer Snijders vroeg of het niet op den weg van
den Nieuwen Bond lag in deze richting steun te ver-
1 oenen, door er als bond op aan te dringen in deze
richting een voorstel op de agenda van het Kaascon-
trolestation te krijgen.
De voorzitter wist niet bepaald, waar het haperde.
Hij meende echter wel, dat hun die betalen zeggen
schap toekomt en was er voor dat het bestuur over
weegt, hoe aan den ongewenschten toestand een ein
de te maken.
Aldus werd besloten.
Op voorstel van den. heer Kaiji werd besloten een
commissie van kaasmakers in te stellen om' de nieu
were methodes van machinale kaasmakerij te on
derzoeken en daarover rapport uit te brengen.
Dit voorstel werd aangenomen, onder bepaling dat
aan het bestuur een blanco crediet wordt verleend
voor de kosten van deze commissie, die zal bestaan
uit twee kaasmakers. Als derde lid zal Dr. Scheij
worden aangezocht.
De kaasmakers zullen in overleg met Dr. Scheij
door het bestuur worden aangewezen.
De heer Kaij vernam gaarne hoe de andere fabrie
ken handelen met de melk van mond- en klauwzeer-
beesten.
Zijn fabriek behandelt bij het optreden van het
mond- en klauwzeer de melk apart, maar kan dit
niet doorvoeren bij een veelvuldig optreden.
Uit de mededeelingen van andere fabrieken bleek
dat men een extra verzuren van de wei toepaste.
Men oordeelde overigens dat de wei het mond- en
klauwzeer niet overbracht.
Er ware® ook fabrieken die er niet® meer aan de
den, Deze melk maakt geen slechte kaas.
Als de wei het mond- en klauwzeer bracht, dan
moesten de beesten die de wei drinken, het mond- en
klauwzeer het eerst krijgen. Dit is in de practijk niet
het geval.
De heer Schrooder deed mededeeling van een te
Heilo toegepast middel tegen het mond- en klauw
zeer va® den lieer Wentink, die im Denemarken groo
te resultaten bereikte en ook in Heiloo succes had.
Het middel komit in den handel.
S|pr. wenaohte aandacht aa® dit middel te schen
ken, aangezien daarmede bereikt wordt, dat de ziekte-
sneller doorwerkt.
De heer Lakeman vroeg of de crisiswet ten eeuwige
dage gehandhaafd blijft «n of 't niet op den weg van
■den bond lag steeds op afschaffing aan te dringen.
Spr. begreep niet waarom die niet werd beëindigd,
maar zijn persoonlijke meening was, dat men vrees
de. dat de menschen, die nu noodgedwongen bij de
kaascontrole zijn aangesloten, niet zullen blijven
wanneer blijkt, dat het buitenland de ongemerkte
kaas als die er uit mag, evenzeer op prijs stelt.
Men moet een wet handhaven of niet. De crisiswet
mag echter niet langer voortduren.
De voorzitter had reeds lang tegen het verplichte
kaasmerken gevochten. Het bleek echter dat de men
schen van het Landbouwcomité grooten invloed heb
ben.
Uit een dezer dagen ingekomen antwoord op het
schrijven van 13 October 1924 blijkt dat de minister
van Arbeid, Handel en Nijverheid handhaving van de
bepalingen nog noodzakelijk acht.
Niet ten onrechte concludeerde de heer Grondsma
dat men in Den Haag hoorende doof en ziende blind
is.
Besloten werd in deie nog een afwachtende houding
aan te nemen.
De voorzitter sloot hierop de vergadering met een
speciaal woord van dank aa® den heer Kaij.
Alkin. Ct.
DE OLYMPISCHE SPELEN.
Nadat het comité, hetwelk de Olympische Spelen m
1928 zal organiseeren, besloten had, ook na de wei
gering van het Olympisch subsidie zijn arbeid voort
te zotten, hébben de ministers van buitenlandsche
zaken e® va® onderwijs, alsmede de voorzitters van
de Eej*te en de Tweede Kamer van de Staten-Geae-
raad zich bereid verklaard, zitting te nemen in het
eere-comdté voor de Olympische Spelen in 1928.
BROEK OP LANGENDIJK.
Vergadering der leden van „GroentencultuuT
hoofdzakelijk van verbouwers va® vroege wortelen,
in het café M&rktzicht van den heer Jc. Vijzelaar. jL,
Vrijdagavond.
Na opening door den voorzitter, werden de notu-
lpen voorgelezen, en op verzoek van den heer P.
Timmerman, met nog eene' kleine bijvoeging, goed
gekeurd.
De heer S. Wagenaar bracht daarop naar voren,
dat het zoo goed gegaan was met de duiven, betref
fende het oppikken van het uitgestrooide zaad. De
voorzitter antwoordt hierop, dat, dank zij de maat
regelen door den Burgemeester genomen, men er ook
niets geen last van gehad heeft.
De voorzitter deelde mede, dat, voor men de zaken
bespreken g^g, waarvoor men was bijeengeroepen,
Sr nog eerst iets anders was. Wij hebben den heer
Wassenaar in ons midden, die als tuinbouw]eeraar
onze jongens in de cursussen ónderwees. doch voor
taan dit niet meer zal doen; gaarne stellen wij de
gelegenheid open, nu voor hen, die hem' nog toespre
ken willen, zoo aanstonds moet hij vertrekken. Hier
van maakten dé h.h. C. Ooijevaar, S. Wagenaar en C.
Slot gebruik.
De heer Ooijevaar, erkennende, onvoorbereid in de
gelegenheid gesteld geworden te zijn, toch dankbaaT
te wezon het to mogen doen.. Spreker dankte den
heer Wassenaar, die als man van ervaring alle krach
ten gegeven had om de cursussen' wel te doen slagen;
prees de goede verhouding die er bestaan had on
drukte zijn spijt uit over zijn heengaan.
Do heer Wagenaar, welke in een oud schrift van
■hem (dateerende van omstreeks 1900), gevonden had,
dat destijds voorgesteld wa® door den 'heer Hazeloop
om cursussen in het leven te roepen, die dan ook tot
stand zijn gekomen, bracht ook gaarne persoonlijk
zijn dank nu aan den heer Wassenaar, leider der
cursussen van thans. Twee veteranen hebben wij nu
op dit gebied, nl. inijnh. Porto van vroeger en nu
mijnh. Wassenuar. Zelf eenige ervaring gehad heb
bende inzake cursussen, kennende het werk der
leeraars, zullen wij, evenals mijnh. Porte, ook niet
u vergeten, mijnh. «Wassenaar.
De heer C. Slot hoopte, dat de heer Wassenaar
een goede oude rustige dag nog mocht genieten, na al
hei werk door hem verricht als tuinbouwieeraar.
Onze jongens gingen gaarne uwe lessen bijwonen, en
wij kunnen er op wijzen dat zij 4n goede® leeraar in
u gehad hebben.
De heer Wassenaar dankte het bestuur, en de hee-
ren, voor de hartelijk toegesproken woorden cn de
vriendschap, in Broek op Langendijk ondervonden.
De voorzitter deelde mede, dat eenige leden bij
hem geweest waren om to spreken over den wortelen*
bouw, naar aanleiding van het verslag in de N. L.
Crt., over do vergadering van „Koophandel", waar
gesproken werd: over betere sorteering onzer worte
len, enz. Men wilde onzen wortelen-bouw weer om-,
hoog heffen; de oen wilde ruimer wieden, de ander
dikker bossen. Doch, als de een dit en een ander weer
dat doet, dan krijgen wij verschillende variaties op
de markt, wat niet gaat, vandaar deze vergadering,
om tot een resultaat te komen. Het bestuur advi
seert: ruimer wiedon, dan krijgt men betere worte-.
len.
De heer C. Slot zegt, dat voor dikke bossen, b.v. 40
of 50 er aan, ons soort wortelen niet deugt, men zou
dan ander soort hebben moeten; wil men dus dikker
bossen, evengoed 20—25 er aan. dan zal men ze rui
mer moeten wieden.
De heer A. Slot P.Az. gaat hiermede accoord.
Voor den heer S. Wagenaar is dit nog een probleem,
spreker denkt, dat Engeland dikke bossen met veel
tel er aan hebben wil, doch Duitschland dikker wor
telen en onze gewone bossen van tel.
De heer P. Timmerman acht in aansluiting met het
Westland, ook eerst dikke bossen van 40—50 mis
schien goed, en later als de wortelen zwaarder wor
den, de gewone bossen, men zou de ietwat latere dus
ruimer kunnen wieden.
'De voorzitter zei, met het oog op hoe vroeger onze-
wortelen door Engeland afgenomen worden, met 12
13 stuks aan een bos, dat wij zoowel voor Engeland
als Duitschland beste moeten hebben.
De heer A. Slot P. Az. zegt, dat verleden jaar onze
eerste wortelen naar Duitschland gegaan zijn, doch
een strop geworden is voor den handelaar, omdat zij
te dun ware® en te licht.
Enkelen beoogden meer de totale opbrengst, als
wel het uitmaken van dikker of dunner bossen.
De heer C. Slot zei, dat men als producent rekening
moet houden met den consument.
Do heer H. Glas zou de eerste vroegste, wel dikke
bossen van 4050 willen zien, om eens een proef to
nemen. Verschillende heeren gaven hunne meenin
gen te kennen, zonder positief tot eene oplossing ie
komen.
De heer A. Slot Pz. pleitte voor goede sorteering.
Do voorzitter sloot de discussies, nadat ten slotte
gebleken wa9, dat men algemeen gevoelde, hoe goed
het zou zijn do wortelen netje», of iets ruimer te wie
den. met goede sorteering.
De voorzitter deelde daarna mede, dat tot 25 Mei
gelegenheid bestond om aanvrage te doen voor het
keuren van zijne te veld staande aardappelen, bij Jc.
Kostelijk-(Noord). Een schrijven was ingekomen van
St. Pancras tot het wegdoen van overgebleven stron
ken, enz., ter voorkoming van verbastering der uit
staande koolzaadgewassen.
O]) de vraag van den heer C. de Groot, hoeveel het
keuren van aardappelen per snees zou kosten, kon
do voorzitter geen bepaald bedrag noemen. Daarna
sluiting.
OUDE NTEDORP.
De collecte alhier gehouden, ten behoeve der Na
tionale stichting „Tehuis voor alleen staande blin
den" (Wolfhezen) heeft opgebracht f 46.90.
ANNA PAULOWNA.
Zaterdag trad, namens de Vrije Groep „Ontwikke
ling" als spreker op de heer A. G. Constandso. Na
dat de heer G. Vergaaij van Breezand de niet druk
bezochte vergadering had geopend, en /.eer in 't kort
het streven van „Ontwikkeling" had uiteengezet, be-
handeldo de heer Constandso, die zich daarbij als
een goed en onderhoudend spreker deed kennen, de
vraag: „Wie moeten wij kiezen?" waarvan de be
antwoording hierop neerkwam, dat men niemand
moest kiezen. Niet uit laksheid, of onverschilligheid,
maar uit overtuiging, dat niemand onze belangen be^
ter kan behartigen dan wijzelf. I® een bijna twee uur
lange rede zette sprekor dit uiteen, waarbij hij nader
zijn anti-parlomentaristische, anti-militairistischo en
anti-kapitalistische denkbeelden uitvouwde, om te
besluiten met een samenleving te schotsen, waarnaar
z.i. gestreefd moest worden, een samenleving zonder
dwang, een maatschappij, waarin niemand zijn wil
aan een ander zou kunnen opleggen.
Van de gelegenheid om vragen te stellen of met
spreker van gedachten te wisselen, werd geen ge
bruik gemaakt.
WIE ZAL HET KRIJGEN?
Er is, zoo seint Reuter, een hevige atrijd gaande
tuaschen Engel sche, Hollandsche en Duitsche
scheepswerven, om de bestelling ter waarde van 42
millioen gulden, van acht koelschepen voor do Blue
Star-lijn machtig to worden. Naar verluidt, is de laag
ste Engelsche inschrijving 240.000 gulden per schip
•hooger dan de laagste Hollandsche en Duitsche. De
Engelsche scheepsbouwers bewegen intussachen hemel
en aardo om de bestelling, te krijgen.
VALKKOOG,
Maandagmiddag to ruim één uur werden onze
bewoners opgeschrikt door het roepon van brand".
Hefc huis bewoond door den heer li. Boontjes Stond
in liohto laaie. De Vrouw va® den heer 'Boontjeslwas
na® het vet smelten (zoo# word onfl ver
teld), toen plotseling de vlam in hot kokende vet
sloeg. Zoo gauw kon men dit niot koeren, of de
A'lammen hadden reeds rondom zich gegrepen, en
in minder da® gfoen tyd wad het pand oen en al
vuur. Slechts weinig kon worden gered, alleen eem
naaimachine, oen tafel, een kastje en een. paar
stoelen.
Om half drie lag alles Wen den grond en kon
de spuit, die toe® arriveerde, het nog smeulende
restje dooven. Wat echter niet eens zoo gemakkelijk
ging. Eerst gescharrel om een plaats te vindon voor
de pomp en toen er water was, geraakte het mond
stuk eenige^ koeren va® de slang, dus voorspoedig
ging dat niet.
Huis en inboedel waren verzekerd.
Bij het bccin van den brand vreesde men eerst
voor de boerderij van den heer Wit, die daar schuilt
tegenover .staat en een flinke vonkenregen ten
doel vieL Gelukkig was derietbedekking van het
huis nat en kon men zeilen spannen, zoodat daar
het gevaar spoedig geweken was.