Van allerlei uit de Men- schelijke samenleving. TWEEDE BLAD, Binnenlandse!» Nieuws, Dinsdag 12 Mei 1925. G8ste Jaargang. No. 7635. and. Ie 61 in, sen ANONIEME BRIEVEN. Een tijd als de onze kent in vele opzichten geen precedenten. Grootendeels, omdat ons tegenwoordig leven zoo geheel anders, zooveel samengestelder, te gelijk zooveel drukker en rumoeriger is dan onze voorouders het gekend hebben en zich konden voor stellen Wanneer wij spreken over vereenigen en vergaderen, dan omvatten wij daarmede ongetwij feld een geheel ander begrip dan geslachten voor ons hebben gekend, wijl zij nimmer hebben* kun nen gelooven aan een zoodanige opleving van de boekdrukkunst, van gesproken en geschreven woord als wij thans in eigen en anderen kring zien afspe len. Wanneer wij spreken over het groote-stadslevén, dan bedoelen wij daarmede geheel iets anders dan r|ti een twee honderd jaar geleden als zoodanig werd UI I betiteld. Wat wij nu daaronder verstaan, bestond Ijl toen niet en dateert ook eigenlijk slechts van de 1 laatste halve eeuw. De trek naar de groote eti daarvan gedeeltelijk de oorzaak, maar ook de name van verkeer, de 'ontwikkeling in zeer bep. de richting van geheel "het maatschappelijk leven nDit alles, en nog voel meer, is er oorzaak van ge- 5 peest, dat dit maatschappelijk leven een geheel an deren vorm heeft aangenomen, in niets meer gelijkt op dat wat het vroeger was, althans kon zijn. Wij Nederlanders staan er voor hekend. dat wij van el kanders familie en voor-familie nauwkeurig op de hoogte zijn, en dat wij bij kennismaking de neiging hebben om te informeeren tot grootvaders en over grootvaders toe. Wanneer wij deze neiging bij het te genwoordig levend geslacht constateeren, hoe moet het dan wel niet geweest zijn 'n paar eeuwen geleden, toen alle lieden in een zelfs voor dien tijd groote «tad elkander meer dan bij naam kenden, toen de swden veel meer dan tegenwoordig een stuk samen leving vormden? In die tijden moet het bijna onmogelijk zijn ge weest om het moreele misdrijf te bedrijven, dat in den modernen tijd meer en meer is ingeslopen: dat van de anonieme brieven. Men zou te gauw bekend zijn geweest; de tal van middelen, die het tegem woordig verkeer schenkt om' zich aan ontmaskering onttrekken, waren er toen niet. Is het niet duide lijk gebleken nauwelijks een jaar geleden in dat klei ne Fransche plaatsje, dat door een voortdurenden re gen van anonieme enJ tegelijk lasterlijke brieven werd overvallen, waar de samenleving klein was en de menschen elkander goed kenden en toch de schrijf ster dier anonieme brieven er langen tijd in slaagden zich, dank zij de middelen van1 het moderne verkeer, eau aller ontdekking te onttrekken, Maar ook in dit opzicht brengtactie nu eenmaal reactie mede; naarmate 'het gemakkelijker is anonieme brieven te In' schrijven en als schrijver verborgen te blijven, gaat de sport er af; bovendien, naarmate het meer en ge- IQ bakkelijker geschiedt, verdwijnt ook het gewicht, *3 dat men er vroeger aan hechtte. Dat is één zijd® van de zaak. Er zijn landen, waarin de wet aan de verantwoor delijke leiders der couranten den plicht oplegt, zorg 'te dragen, dat elk artikel, in hun blad opgenomen, ook is onderteekend met den vollen naam van den .steiler. In het algemeen is voor zulk een bepaling zeker iest, neen veel te zeggen, omdat zij een ieder dwingt, in het openbaar de gevolgen te dragen van de mindere of meerdere loslippigheid van zijn pen. Doch daarnevens moet worden erkend, dat het hij die bijdragen, welke voornamelijk het redactioneel ge deelte betreffen, meer de bescheidenheid of de ge woonte van den naar huiten niet bekenden schrijver is. die leidt tot hot niet onderteekend opnemen van zijn artikel, dan dat daaruit de stille wensch mag 'worden gelezen, om zoodoende aan de gevolgen van zijn geschrijf te ontkomen. Zulks is in veel sterker mate liet geval bij de rubriek der ingezonden stuk ken, welker vrijwillige medewerkers, die zich laten recruleeren uit allerlei en alle standen en rangen, dikwerf een bepaalde reden hebben, om hun naam te verzwijgen, maar niettemin de gelegenheid niet on gebruikt. laten om bestaande instellingen aan. te tas ten of hatelijkheden te slingeren naar andermans hoofd. Die dus van de courant zich bedienen om te arbeiden onder een anonymiteit, welke in zeker op zicht een bepaald stelsel is geworden, welke juist naarmate onze schijnbare beschaving toeneemt en. onze maatschappelijke gemakken zich uitbreiden, [dieper insluipt in het sociale leven. Men mag zulk een verschijnsel treurig noemen, ontkennen kan men het niet. en weerspreken even min. dat zijn invloed zich van alle middelen weet te bedienen om zich krachtig te maken. En toch is langs dezen weg do anonymiteit niet de meest gevaarlijke; daar bijna elke redactie weigert een ingezonden stuk op te nemen, indien de schrijver haar onder het zegel der volstrekte geheimhouding zijn naam niet heeft medegedeeld, moet er althans jtën persoon zijn, die daarmede bekend is, een feit, dat den steller der bewuste regelen allicht tot voor zichtigheid aanmaant. Anonieme brieven dat is 6 ware weg voor hen, die hun overkropt gemoed illen uitstorten, en het dan ook kunnen doen, recht reeks tegen hem, wien het verwijt betreft. Misschien is er in dit opzicht een psychologisch nut roiet aan te ontzeggen, omdat ze dan dienen als een soort veiligheidsklep, die hier voorkomt, dat woede zich ophoopt tot zulk een gemoedsaandoening, dat daaraan alleen kogel of vitriool ontspanning zou kunnen geven. Of dit nut echter aan het minder waardig systeem een boter cachet schenkt, Is oen heel andere vraag. Want dergelijke brieven kunnen on schadelijk zijn, maar dat zijn ze niet altijd ,en voor al niet dan. wanneer daarin getracht wordt iemands eer of goeden naam te belasteren. Do ontvanger beH hoeft geenszins te gelooven aan de onomstootelijke waarheidsliefdo van don ongenoemdon correspon dent, maar geheel zonder gevolg blijft zulk een waarschuwing slechts zelden. Onwillekeurig kijkt men er den besten vriend, den trouwste® echt genoot of echtgenoote anders op aan, al acht men hem of haar te hoog staande om ze van het laffe bericht mededeeling te doen; er is dan maar een enkelo ongelukkige omstandigheid noodig, om den argwaan te vermeerderen, en het ellendige wantrou wen te laten ontstaan. Bovendien, de romans loeren maar ai te zeer, dat niet altijd anonieme mededeelingen, zonder gewicht en zijn de onwaarschijnlijkste romans vreem der dan hot leven zelf? I Er is in de overvloedige tooneelliteratuur van deze dagen een stuk van een niet geheel onbekenden JJurtschen auteur, dat aan die anonieme brieven de yoorname, zij het ook lijdende rol in de verwikkeling toekent. Het is de tragische liefdesgeschiedenis van een getrouwde „zij" en een ongetrouwden „hij" De Jtouw is een jonge, bloeiende schoonheid, niet g©- ïSi v en baar niaar toch grootendeela door den wil harer oudere getrouwd met den veel ouderen, veg i» adellijken echtgenoot, wfen dj wel achting en ge negenheid toedraagt, maar voor wien rij daarom geen liefde gevoelt; de man is een vriend uit haar jeugd, arm en, om fortuin te maken, naar de Nieuwe We reld vertrokken, en thans teruggekomen, zijn vroe gere apeelgenoote, die hij innig beminde zonder dat xy het wist en hij het haar durfde zeggen, gehuwd vindende. Op 'n badplaats heeft hij het echtpaar ont moet en is door den gastvrijen'landheer ten zijnent genoodigd. Hij maakt er wandelritten met de be minde vrouw; hij houdt haar gezelschap wanneer haaf man zich met het beheer zijner bezitingen be zighoudt; hij doet er de kleinzielige Ckletstafel van hefc stadje, in welke onmiddellijke nabijheid het slot is, gisSen naar de verhouding, die er fcuswhen hem en de vrouw bestaat. En als dan een der de sociëteit en zichzelf vervelende leegloopers er be hagen in schept, met groote yoorziohtighoid df® edelman anonieme brieven te doen toekomen over de opvallende vriendschap tussohe® zijn echtge noot© en den vreemden gast, dan vangt het drama aan. De gewaarschuwde man werpt de brieven vol verachting in den papiermand, wil er niet aan ge looven, maar kan toch niot nalaten, op oen de? dagelijksdhe wandelingen hot paar na te gaan en tv bespieden. Om dan het is een tooneelwerk - juist te hooren, dat de schoone vrouw eindelij^ begrijpt de liefde, die de ander haar steeds heeft toegedragen, en beweent het geluk, dat voor haar is verloren gegaan; om eohter tevens te vernemen, dat beiden, ata eerlyke menschen, gevoelen van elkander afscheid te moeten nomen, voor eeuwig. De man, met een groote ziel, treedt niet fcusschen- beide, maar rijh leven is gebroken. Niet altijd behoeft het zoo treurig af te Soepen, natuurlijk, ein niet altijd ook zijn de anonieme brieven de eenigechuldige in de ontwikkeling van ben onflit, dat zij' mede hebben helpen uitlokken. Integendeel, in ander opzicht hebben ze maar al te vaak ean komischen, schoon toch ergerliik-kocmi schen jfca®t ten grondslag. Dat is wel vooral dan het geval; wanneer de beleedigde partij! zelf de pen opneemt, om zich te .richten tot den beieediger, doch dat, ter vermoerdering van het uiterlijk ef fect, doet\ onder den schijn alsof anderen spreken, en voor heem of haar ter bedhormingl opkomen. jEfoü komische van zulk .,eon poging ligt vooral hierin, dab zelfs het minst geoefend oog al heel spoedig bestaat, omdat de stellers van *zulke anonidme 1brieyen zich altijd verraden door veel te groote heftigheid, en een verontwaardiging toonen, die wij, egoïstische kinderen van de practische twin tigste eeuw, zelfs voor onze beste vrienden niet verspillen. En dan nemen Zn de verdrukte onschuld meestal nog in hun hoede, door zich in een bepaald debat op vakkundig terrein te begeven, hetwelk de steller van den brief, stond hij' werkelijk zoozeer buiten den strijd, als het wordt beweerd, onmoge lijk zoo knap zou kunnen bewandelen. Terwijl ten slotte het is het onafwijsbaar recept van jano nieme brieven in dien trant, dat wfj Mag uit kracht van ervaring kunnen geven, den zoogènaamdeu beleediger immer een hatelijkheid naar het hoofd wordt geslingerd, een vraag wordt gedaan betref fende zijn bekwaamheid of bevoegdheid. Doch daartoe komt de beleedigde schrijver eerst na lan gen omhaal, want Jaijt moet toch niet -laten merken, dat het hem daarom -alleen te' doen is (geweest., Alsot het niet reeds lang is bemerkt, en alsof niet de arme ongelukkige boosdoener by'i zichzelf de vraagt voelt opkomen, waarom men zich nog de moeite geeft, om hem rijn schandstreken onder het oog te oren- gen, hauw die toch immers tot oordeelen onbevoegd is. r Het is met dezen komischen kant van anonieme brieven, dat de journalist meestal kennis maakt. Och, eigenlijk kan men moeilijk beweren iets te befceekenen in rijn vak, wanneer men.niet herhaalde malen akh door vriendelijke b4efsdhrijvorS heeft hooren verwijten, dat men is onbillijk, oneerlijk"; dat men daar of daar eens moest gaan zien; dat men zijn opleiding in dat opzicht moest voltooien; dat men dezen of gepen ironisch bedoelde raad moest opvolgen. Soms trachten de briefschrijvers ook venijinig te zijn, en dan wordt hun epr ~'/1 dubbel aanfe.ekkeüjk. Want i diegenen, die zi h aa.i. de sport der anonymiteit overigens niet dq minst gevaarlijke 6port, die soms, wel pens te ver gedreven, in erger mate niet het openbaar gezag in aanraking komt dan rijwiel- of voetbalsport overgeven, zich overgeven met waren hartstocht dikwerf, diegenen behooren niet altijd tot de hoog ste kringen der intelljeetueelen en gaan zich in hun ijver om niet alleen boos, maar ook sarcas tisch te wezen, dikwijls te buiten aan^ zoogenaamde grappigheden, wélke in haar grofheid alleen nog maar lachwekkend zijn. Trouw speculeeren ze altijd op uw oommeroieelen zin, door zföh. tot u te richten uit naam van meerdere, ja soms tal van abonné's Alsof het mogelijk ware, vooral bij bladen met oplagen van vele duizenden exemplaren, te voldoen aan elk verzoek, dat weinige lezers tot u richten. Men tracht daarnaar, maar zoo ooit, dan is hier het bereiken moeilijk. Werkelijk anonieme brieven schrijven is niet al leen een -laf, maar ook een .dom bedrijf. Want (men toont er alleen mede, wel degelijk groote waarde te hechten aan een stukje, dat men mJefc „zot ger schrijf" of iets dergelijks betitelt, zoo groote waar de zelfs, dat men er menigmaal een geschrift aan •wijdt, dat de sporen van onvermoeide® en Iangduri gen arbeid in zich draagt. Hoewel men het juist graag anders doet voorkomen. Dat neemt intus- schen niet weg, dat zich heel enkele gevalle® kun nen voordoen, waarin anonieme brieveh gerecht vaardigd, misschien zelfs goweneoht rijfa. Men kan een man of een vrouwl, die op het punt staat iit een huwelijk te treden willen waarschuwe® en men kan met dien anoniemen brief niet andeuG willen bereiken, dan dat hif of rij nadenkt over yien te ondernemen stap, en inüehtingen inwint Het geval kan zich' voordoen, dat ae persoon.' die den anoniemen brief schrijft, een der weinige® is. die tot waarschuwing in staat is, en die zich, [het zij uit te_ vreezen vooroordeel, hetzij om andere redenen niet bekend Jcan maken. In een dergelijk geval is een anonieme brief gelijk te stellen met feen leugen om' bestwil', die over elk geval op zich zelf beschouwd dient te worden. Maar, wanneer men geneigd is pm in een zoodanig geval dien ano niemen brief te'wettigen, wel, da.n spreekt daaruit toch ook duidelijk, dat men nu, ini hefc verleden en in de toekomst, dit gewettigd karakter van Ide anonymiteit uitzondering en het o®toelaatbare er van regel acht. NIEUWE BOND VAN ZUIVELFABRIEKEN. In de bovenzaal van café Koetsveld aan het Waag- plein te Alkmaar, werd Vrijdagmiddag de algemeen© vergadering gehouden van den Nieuwen Bond van Zuivelfabrieken. De vergadering was niet druk bezocht De voorzitter, de heer J. Met, sprak een welkomst woord en uitte den wensch dat de besprekingen tot heil van den bond zouden strekken. Spr. was van meening, dat er alle reden was over de kaasprijzen tevreden te zijn. De voorraden in de pakhuizen zijn nagenoeg verkocht en de prijzen zijn weder reeds dichter bij de f50. Toen enkele weken de prijs tot beneden de f 40i daalde, dacht spr.: „watgnoet dit voor den landbouw j worden", maar thans staat het zoo, dat een daling niet behoeft te worden gevreesd. De door den secretaris, den heer C. den Hartigh gelezen notulen werden onveranderd goedgekeurd. De rekening en verantwoording van den .penning meester werd vastgesteld in ontvangst op f207152. uitgaaf 1939.82%, alxoo een saldo van 1113150%, waarvan f 95(8.74 saldo van het vorig Jaar. Uit het Jaarverslag bleek, dat 2 leder bedankten, waarvan 1 wegens opheffing. Het aantal leden be draagt 24, dat van de buitengewone 20. Herinnerd werd aan de pogingen om de beide bonden te vereeni gen, hetgeen niet gelukte. De gemeenschappelijke aan koop door leden van den bond nam toe. Aan drie vereemgingen, ilE de Vakschool voor Kaasmakers te Hoorn, het Station voor Melkonder- zoek te Hoorn en de vereeniging tot bestrijding van de T. B. C. onder het rundvee, wordt subsidie ver leend, aangezien deze organisatie® zich bewegen op het gebied van' den zuivel. Het verslag eindigde met den wensch, dat het den zuivel goed zal gaan en dat de bond in bloei zal toe-1 nemen. De heer V. Kaij Jz. hield hierop een inleiding over „de onmondigheid' der kaasfabrieken bij de kaas controle". Spr. was van meendng dat men in Den Haag met hel kaasmerken geen oplossing weet te vinden. De meerderheid is voor opheffing van do wet. Do handel ondervindt groote moeilijkheden met de wet, maar de regeering moest eon aantal baantjes- gasten op straat zetten. Spr. gelooft, dat het merken wol zal blijven. De laatste vergadering van de Kaascontrole, die slecht bezocht was, leverde weer het bewijs, dat men steeds voor gesneden koek staat. De fabrieken zijn onmondig. Spr. wees daarop reeds bij; de oprichting, toen men tegen art. 7 protesteerde. Spr.'s grief was, dat het onjuist is, dat de fabrie ken zoo weinig hebben te zeggen en critriseerde het feit, dat in 'het bestuur één lid door den Ouden Bond wordt aangewezen, die slechts tweederde van de fa brieken vertegenwoordigt. Spr. stond stil bij de door hem en anderen gedane pogingen om meer inzicht in de financiën te krijgen. Te Hoorn werd met groote meerderheid besloten de art. over het salaris van het personeel en den direc teur en over uitgaven^boven f 1000.voor de lokali teit, te wijzigen. De uitvoering van deze besluiten is nog steeds hangende, wegens ongesteldheid van den directeur-generaal va® landbouw. Spr. vond het vervelend, d,at schijnbaar de verga dering van bovenaf wordt tegengewerkt. Hij herinnor- de dat dit 'besluit buiten, don Haag wel kan worden doorgevoerd en wees op hetgeen in Zuid-Holland ge schiedde. Het bestuur was tegen de wijzigingen en spr. ver onderstelde, dat het bestuur het wel aangenaam vindt, dat zoo getraineerd wordt. De uitvoering berust blijkbaar bij- den Ouden Bond in den persoon van den heer G. Nobel. Spr. meende dat getracht moet worden het besluit doorgevoerd te krijgen of dit in te trekken, en deelde mede, dat hij de zaak in een volgende vergadering wederom naar voren zal brengen. Hij hoopte dat de leden, die zijn inzichten deeleri,- dan aanwezig zullen zijn. Zoo noodig -wil spr. bij den minister stappen in de gewenschte richting doen. De heer Oudejans was met den heer Kaij van meening, dat al die hooge reserves niet noodig wa ren. Een tariefsverlaging oordeelde ook hij beter. De heer Snijders vroeg of het niet op den weg van den Nieuwen Bond lag in deze richting steun te ver- 1 oenen, door er als bond op aan te dringen in deze richting een voorstel op de agenda van het Kaascon- trolestation te krijgen. De voorzitter wist niet bepaald, waar het haperde. Hij meende echter wel, dat hun die betalen zeggen schap toekomt en was er voor dat het bestuur over weegt, hoe aan den ongewenschten toestand een ein de te maken. Aldus werd besloten. Op voorstel van den. heer Kaiji werd besloten een commissie van kaasmakers in te stellen om' de nieu were methodes van machinale kaasmakerij te on derzoeken en daarover rapport uit te brengen. Dit voorstel werd aangenomen, onder bepaling dat aan het bestuur een blanco crediet wordt verleend voor de kosten van deze commissie, die zal bestaan uit twee kaasmakers. Als derde lid zal Dr. Scheij worden aangezocht. De kaasmakers zullen in overleg met Dr. Scheij door het bestuur worden aangewezen. De heer Kaij vernam gaarne hoe de andere fabrie ken handelen met de melk van mond- en klauwzeer- beesten. Zijn fabriek behandelt bij het optreden van het mond- en klauwzeer de melk apart, maar kan dit niet doorvoeren bij een veelvuldig optreden. Uit de mededeelingen van andere fabrieken bleek dat men een extra verzuren van de wei toepaste. Men oordeelde overigens dat de wei het mond- en klauwzeer niet overbracht. Er ware® ook fabrieken die er niet® meer aan de den, Deze melk maakt geen slechte kaas. Als de wei het mond- en klauwzeer bracht, dan moesten de beesten die de wei drinken, het mond- en klauwzeer het eerst krijgen. Dit is in de practijk niet het geval. De heer Schrooder deed mededeeling van een te Heilo toegepast middel tegen het mond- en klauw zeer va® den lieer Wentink, die im Denemarken groo te resultaten bereikte en ook in Heiloo succes had. Het middel komit in den handel. S|pr. wenaohte aandacht aa® dit middel te schen ken, aangezien daarmede bereikt wordt, dat de ziekte- sneller doorwerkt. De heer Lakeman vroeg of de crisiswet ten eeuwige dage gehandhaafd blijft «n of 't niet op den weg van ■den bond lag steeds op afschaffing aan te dringen. Spr. begreep niet waarom die niet werd beëindigd, maar zijn persoonlijke meening was, dat men vrees de. dat de menschen, die nu noodgedwongen bij de kaascontrole zijn aangesloten, niet zullen blijven wanneer blijkt, dat het buitenland de ongemerkte kaas als die er uit mag, evenzeer op prijs stelt. Men moet een wet handhaven of niet. De crisiswet mag echter niet langer voortduren. De voorzitter had reeds lang tegen het verplichte kaasmerken gevochten. Het bleek echter dat de men schen van het Landbouwcomité grooten invloed heb ben. Uit een dezer dagen ingekomen antwoord op het schrijven van 13 October 1924 blijkt dat de minister van Arbeid, Handel en Nijverheid handhaving van de bepalingen nog noodzakelijk acht. Niet ten onrechte concludeerde de heer Grondsma dat men in Den Haag hoorende doof en ziende blind is. Besloten werd in deie nog een afwachtende houding aan te nemen. De voorzitter sloot hierop de vergadering met een speciaal woord van dank aa® den heer Kaij. Alkin. Ct. DE OLYMPISCHE SPELEN. Nadat het comité, hetwelk de Olympische Spelen m 1928 zal organiseeren, besloten had, ook na de wei gering van het Olympisch subsidie zijn arbeid voort te zotten, hébben de ministers van buitenlandsche zaken e® va® onderwijs, alsmede de voorzitters van de Eej*te en de Tweede Kamer van de Staten-Geae- raad zich bereid verklaard, zitting te nemen in het eere-comdté voor de Olympische Spelen in 1928. BROEK OP LANGENDIJK. Vergadering der leden van „GroentencultuuT hoofdzakelijk van verbouwers va® vroege wortelen, in het café M&rktzicht van den heer Jc. Vijzelaar. jL, Vrijdagavond. Na opening door den voorzitter, werden de notu- lpen voorgelezen, en op verzoek van den heer P. Timmerman, met nog eene' kleine bijvoeging, goed gekeurd. De heer S. Wagenaar bracht daarop naar voren, dat het zoo goed gegaan was met de duiven, betref fende het oppikken van het uitgestrooide zaad. De voorzitter antwoordt hierop, dat, dank zij de maat regelen door den Burgemeester genomen, men er ook niets geen last van gehad heeft. De voorzitter deelde mede, dat, voor men de zaken bespreken g^g, waarvoor men was bijeengeroepen, Sr nog eerst iets anders was. Wij hebben den heer Wassenaar in ons midden, die als tuinbouw]eeraar onze jongens in de cursussen ónderwees. doch voor taan dit niet meer zal doen; gaarne stellen wij de gelegenheid open, nu voor hen, die hem' nog toespre ken willen, zoo aanstonds moet hij vertrekken. Hier van maakten dé h.h. C. Ooijevaar, S. Wagenaar en C. Slot gebruik. De heer Ooijevaar, erkennende, onvoorbereid in de gelegenheid gesteld geworden te zijn, toch dankbaaT te wezon het to mogen doen.. Spreker dankte den heer Wassenaar, die als man van ervaring alle krach ten gegeven had om de cursussen' wel te doen slagen; prees de goede verhouding die er bestaan had on drukte zijn spijt uit over zijn heengaan. Do heer Wagenaar, welke in een oud schrift van ■hem (dateerende van omstreeks 1900), gevonden had, dat destijds voorgesteld wa® door den 'heer Hazeloop om cursussen in het leven te roepen, die dan ook tot stand zijn gekomen, bracht ook gaarne persoonlijk zijn dank nu aan den heer Wassenaar, leider der cursussen van thans. Twee veteranen hebben wij nu op dit gebied, nl. inijnh. Porto van vroeger en nu mijnh. Wassenuar. Zelf eenige ervaring gehad heb bende inzake cursussen, kennende het werk der leeraars, zullen wij, evenals mijnh. Porte, ook niet u vergeten, mijnh. «Wassenaar. De heer C. Slot hoopte, dat de heer Wassenaar een goede oude rustige dag nog mocht genieten, na al hei werk door hem verricht als tuinbouwieeraar. Onze jongens gingen gaarne uwe lessen bijwonen, en wij kunnen er op wijzen dat zij 4n goede® leeraar in u gehad hebben. De heer Wassenaar dankte het bestuur, en de hee- ren, voor de hartelijk toegesproken woorden cn de vriendschap, in Broek op Langendijk ondervonden. De voorzitter deelde mede, dat eenige leden bij hem geweest waren om to spreken over den wortelen* bouw, naar aanleiding van het verslag in de N. L. Crt., over do vergadering van „Koophandel", waar gesproken werd: over betere sorteering onzer worte len, enz. Men wilde onzen wortelen-bouw weer om-, hoog heffen; de oen wilde ruimer wieden, de ander dikker bossen. Doch, als de een dit en een ander weer dat doet, dan krijgen wij verschillende variaties op de markt, wat niet gaat, vandaar deze vergadering, om tot een resultaat te komen. Het bestuur advi seert: ruimer wiedon, dan krijgt men betere worte-. len. De heer C. Slot zegt, dat voor dikke bossen, b.v. 40 of 50 er aan, ons soort wortelen niet deugt, men zou dan ander soort hebben moeten; wil men dus dikker bossen, evengoed 20—25 er aan. dan zal men ze rui mer moeten wieden. De heer A. Slot P.Az. gaat hiermede accoord. Voor den heer S. Wagenaar is dit nog een probleem, spreker denkt, dat Engeland dikke bossen met veel tel er aan hebben wil, doch Duitschland dikker wor telen en onze gewone bossen van tel. De heer P. Timmerman acht in aansluiting met het Westland, ook eerst dikke bossen van 40—50 mis schien goed, en later als de wortelen zwaarder wor den, de gewone bossen, men zou de ietwat latere dus ruimer kunnen wieden. 'De voorzitter zei, met het oog op hoe vroeger onze- wortelen door Engeland afgenomen worden, met 12 13 stuks aan een bos, dat wij zoowel voor Engeland als Duitschland beste moeten hebben. De heer A. Slot P. Az. zegt, dat verleden jaar onze eerste wortelen naar Duitschland gegaan zijn, doch een strop geworden is voor den handelaar, omdat zij te dun ware® en te licht. Enkelen beoogden meer de totale opbrengst, als wel het uitmaken van dikker of dunner bossen. De heer C. Slot zei, dat men als producent rekening moet houden met den consument. Do heer H. Glas zou de eerste vroegste, wel dikke bossen van 4050 willen zien, om eens een proef to nemen. Verschillende heeren gaven hunne meenin gen te kennen, zonder positief tot eene oplossing ie komen. De heer A. Slot Pz. pleitte voor goede sorteering. Do voorzitter sloot de discussies, nadat ten slotte gebleken wa9, dat men algemeen gevoelde, hoe goed het zou zijn do wortelen netje», of iets ruimer te wie den. met goede sorteering. De voorzitter deelde daarna mede, dat tot 25 Mei gelegenheid bestond om aanvrage te doen voor het keuren van zijne te veld staande aardappelen, bij Jc. Kostelijk-(Noord). Een schrijven was ingekomen van St. Pancras tot het wegdoen van overgebleven stron ken, enz., ter voorkoming van verbastering der uit staande koolzaadgewassen. O]) de vraag van den heer C. de Groot, hoeveel het keuren van aardappelen per snees zou kosten, kon do voorzitter geen bepaald bedrag noemen. Daarna sluiting. OUDE NTEDORP. De collecte alhier gehouden, ten behoeve der Na tionale stichting „Tehuis voor alleen staande blin den" (Wolfhezen) heeft opgebracht f 46.90. ANNA PAULOWNA. Zaterdag trad, namens de Vrije Groep „Ontwikke ling" als spreker op de heer A. G. Constandso. Na dat de heer G. Vergaaij van Breezand de niet druk bezochte vergadering had geopend, en /.eer in 't kort het streven van „Ontwikkeling" had uiteengezet, be- handeldo de heer Constandso, die zich daarbij als een goed en onderhoudend spreker deed kennen, de vraag: „Wie moeten wij kiezen?" waarvan de be antwoording hierop neerkwam, dat men niemand moest kiezen. Niet uit laksheid, of onverschilligheid, maar uit overtuiging, dat niemand onze belangen be^ ter kan behartigen dan wijzelf. I® een bijna twee uur lange rede zette sprekor dit uiteen, waarbij hij nader zijn anti-parlomentaristische, anti-militairistischo en anti-kapitalistische denkbeelden uitvouwde, om te besluiten met een samenleving te schotsen, waarnaar z.i. gestreefd moest worden, een samenleving zonder dwang, een maatschappij, waarin niemand zijn wil aan een ander zou kunnen opleggen. Van de gelegenheid om vragen te stellen of met spreker van gedachten te wisselen, werd geen ge bruik gemaakt. WIE ZAL HET KRIJGEN? Er is, zoo seint Reuter, een hevige atrijd gaande tuaschen Engel sche, Hollandsche en Duitsche scheepswerven, om de bestelling ter waarde van 42 millioen gulden, van acht koelschepen voor do Blue Star-lijn machtig to worden. Naar verluidt, is de laag ste Engelsche inschrijving 240.000 gulden per schip •hooger dan de laagste Hollandsche en Duitsche. De Engelsche scheepsbouwers bewegen intussachen hemel en aardo om de bestelling, te krijgen. VALKKOOG, Maandagmiddag to ruim één uur werden onze bewoners opgeschrikt door het roepon van brand". Hefc huis bewoond door den heer li. Boontjes Stond in liohto laaie. De Vrouw va® den heer 'Boontjeslwas na® het vet smelten (zoo# word onfl ver teld), toen plotseling de vlam in hot kokende vet sloeg. Zoo gauw kon men dit niot koeren, of de A'lammen hadden reeds rondom zich gegrepen, en in minder da® gfoen tyd wad het pand oen en al vuur. Slechts weinig kon worden gered, alleen eem naaimachine, oen tafel, een kastje en een. paar stoelen. Om half drie lag alles Wen den grond en kon de spuit, die toe® arriveerde, het nog smeulende restje dooven. Wat echter niet eens zoo gemakkelijk ging. Eerst gescharrel om een plaats te vindon voor de pomp en toen er water was, geraakte het mond stuk eenige^ koeren va® de slang, dus voorspoedig ging dat niet. Huis en inboedel waren verzekerd. Bij het bccin van den brand vreesde men eerst voor de boerderij van den heer Wit, die daar schuilt tegenover .staat en een flinke vonkenregen ten doel vieL Gelukkig was derietbedekking van het huis nat en kon men zeilen spannen, zoodat daar het gevaar spoedig geweken was.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 5