De Wereld der Vrouw* ste hygiënische elsch. Maar pas wanneer stedelingen eens heelemaal buiten vertoeven in een onbesmette door zon, wind en geboomte gezuiverde atmosfeer, nemen ze met hun in de stad afgestompte reukorga nen pas waar, hoe „lekker" werkelijk frissche lucht ruikt. Want dat lucht, hoewel zij1 in volmaakt zuive ren toestand reukeloos is, „ruikt" en dus met den neus waarneembaar is, komt, omdat zij niet alleen slechte, maar ook heilzame, verkwikkende stoffen in zwevendon toestand; kan bevatten. De voor velen op wekkende zilte zeelucht vertoont dat verschijnsel zeer sterk. SPONSVORMIO IJZER, De productie van eponevormig ijzer, een vorm waarin hot metaal voor sommige metallurgische en chemische toepassingen van belang is, is nu door on derzoekingen van hot Bureau of Mines mogelijk ge maakt. Het proces herust op het feit dat de meeete ijzerertsen oxyden van ijzer zijn en dat Indien do zuurstof bij zóó lage temperatuur wordt onttrokken, dat het metaal niet smelt, het ijzer in een fijne spons achtige vorm achterblijft. Het proces opent ook de mogelijkheid voor de verwerking van ertsen met laag gehalte. Gedurende, het afgeloopen jaar was één oven volgens het nieuwe proces te Silver City in Utah aan den gang en produceerde drie ton spons- ijzer per dag. De productie van sponsvormdg ijzer door reductie van de ertsen bij lage temperatuur is reeds lang be kend en op dit punt is het bericht zeer vaag. 'Even eens blijft onvermeld, waarvoor deze gToote' hoe veelheden, sponsijzer noodig zijn. Het feit echter, dat het Bureau af Mines hier achter, zit, geeft echter weer meer vertrouwen aan het bericht. LEVE DE DRAADLOOZEL De rechtbank te Koningsbergen heeft een merk waardige uitspraak gedaan in een klacht tot verwij dering van een antenne van het dak van een huis. De eigenaar van het huis had de rechtbank verzocht den huurder te gelasten deze antenne te verwijde- ren, op grond, dat deze eenige schade aan het huis had toegebracht en een gevaar vormde voor het dak, daarvan de soliditeit niet voldoende was. De rechters beslisten, dat de kleine beschadigingen die veroorzaakt waren door de plaatsing van de an tenne en voor haar onderhoud niet de verwijdering daarvan wettigden. Hoewel de plaatsing van een an tenne op een dak onderworpen is aan' de toestemming van den eigenaar van het gebouw, was de rechtbank van oordeel, dat, gegeven de tegenwoordige beteeke- nis van de draadlooze het verstrekken yan zoo'n ver gunning beschouwd moet worden als een plicht. I VROEG OPSTAAN". Het is gezond; vroeg op te staan, voor den geest zoowel als voor het lichaam. Een geleerde beweer de zelfs, dat hij geen enkel groot man kende, die 's morgens laat in bed bleef. Het schijnt, dat men vroeger eerder opstond dan tegenwoordig. In de veertiende eeuw waren de winkels te Parijs reeds 's morgens om vier uur open. Een Fransche koning dineerde 's morgens om 8 uur en ging reeds 's avonds om 8 uu* naar bed. Gedurende de regeering vahi Hen drik VIII ontbeten de aanzienlijken om 7 uur 'amór gen en gebruikten vervolgens om 10 uur het middag maal. Langzamerhand werd het later. In den tijd van koningin Elisabeth dineerde het hof en de* adel om 11 uur en men gebruikte reeds 's middags tus- schen vijven en zessen het avondmaal. Bij' vroeg op staan behoort vroeg naar bed gaan, want men moet de noodige rust hebben, wil men gezond en opge wekt blijven. i HET VOORBEHOEDMIDDEL. Na den vrede in Frankfort reisden enkele officie ren van den Pruiaischen staf door den Elzas om militaire opmetingen te doen. Zg kwamen .in een klein stadje, waar zij een zeer oude kerk gingen be kijken. De Maire begeleidde hen en toonde hun on der andere antiquiteiten ook een zilveren muis, die indertijd een verschrikkelijke muizenplaag zou heb ben afgewend. De officieren lachten om het bijgeloof van den ouden heer, maar deze merkte fijntjes op: Als ik het geloofde, zou ik allang voor een zil veren Pruis gezorgd hebben! VRIENDENDIENST. Eens ging een orgeldraaier juist onder het raam van Rossini staan en begon zoo slecht mogelijk een fatasie uit „Willem Tel", te spelen. Razend van woe de over de verminking van zijn werk, wierp de comr ponist hem een geldstuk toe en verzocht hem drin gend ergens anders den menschen het trommelvlies te gaan verscheuren. Plotseling kwam hij op een lu mineus idee. Kunt gij „La Juive" van Halévy ook afdraaien? vroeg hij. Natuurlijk. Goed. Hier hebt ge nog wat geld, maar daar voor moet ge dadelijk naar Halévy's woning gaan en onder zijn venster een stuk uit die opera spelen. Dat kan ik niet doen, meneer Rossini, antwoord de de fatsoenlijke orgeldraaier, want meneer Halévy heeft me juist hierheen gestuurd. I DE KOE VAN JENNER. De herleving van de pokkenvrees in Engt.-^," "i:. een aantal revaccinaties tot gevolg heeft gehad, heeft den naam van Jenner, den ontdekker van de koe pokinenting weer op den voorgrond gebracht. Maar welke meening men ook over het vóór of tegen van vaccinatie moge koesteren, er kan geen twijfel aan bestaan, of de koe waarvan Jenner zijn eersten voorraad lymphe verkreeg, was een merk waardig dier, want, volgens een mededeeling in het British Medical Journal, moet zij ten minste vijf horens gehad hebben. Een dokter in Yorkshire heeft een paar horens, waarvan hij staande houdt, dat Jenner ze zelf aan een voorvader van hem geschon ken heeft als authentiek afkomstig van zijn eerste koe. Eeni mijnheer Turner heeft een tweede stel schrif tel ijk gewaarborgd door Jenner's bloedeigen zoon. En het Royal College of Physicians bewaart één horen van Jenner's eerste pokken-koe als een heilig reli- quie. In één opzicht was de koe echter een ordinair dier. Zij had maar één huid en deze is het kostbaar bezit van St. George's Hospital te Londen, VZOOLTJEa Viooltjes behooren tot onze mooiste en meest ge liefde bloemen. De wilde viooltjes op het veld en de gekweekte in onze tuinen, beide zijn zeer gezocht door de bloemenliefhebbers. Aan het kleine blauwe welriekende viooltje, dat menigvuldig aan den rand van een boech groeit, is een aardig verhaaltje verbonden. Eens, heel lang geleden, was er in Polen een oude koning. Hij had zijn gansche leven oorlog gevoerd met naburige volken. Maar ten slotte werd hij te oud eri zwak om zelf het leger aan te voeren in denl strijd. Daarom droeg hij zijn zoon Fioleck op, zich aan het hoofd van het leger te plaatsen. Veel lust om oorlog te voeren had de Jonge prins niot. Hij was een klein en nietig kereltje en door do verwijfde opvoeding van zijn moeder was hij niet bestand tegen eenige ontbering en vermoeienis. Na oen langen en vermoeienden marsch zat hij: op zekeren avond tusschen de legertenten achter de wachtvuren. Door de onaangename geuren van do walmende vuren en do niet al te zindelijke soldaten werd hij bewustleoos. Voorzichtig droegen de soldaten hem buiten de wachtvuren en legden den bleeken prins op het zachte mos aan den rand van het bosch. Toen hij daar een poosje gelegen had, verspreidde zich plotseling een heerlijke verfrisschende geur over het groene mos. De prins kreeg hierdoor het bewust zijn terug en keek vreemd op naar de ruwe soldaten, die om hem heen stonden. Ook den krijgslieden was het niet ontgaan, dat de lucht zoo heerlijk rook. En op de vraag, van den prins, vanwaar die heerlijke geur toch kwam, gingen zij den omtrek verkennen en vonden na lang zoeken een groot aantal kleine bloempjes tusachen het mos en het gras. Zulke bloempjes had men nog nooit eerder gezien en, de Polen noemden -het nieuwe bloempje naar hun prins Fioleck. Het kreeg den naam Fiola of Viola. De prins nam er eenige mee naar de hoofdstad Krakau, waar zijn moeder ze in den tuin plantte, uit dankbaarheid voor de yonderlijke redding van haar zoon, welke zij toeschreef aan de nederige blauwe bloempjes. Van Krakau uit werden ze over de heele wereld" verspreid. Beter bekend ddn het welriekende viooltje is het in onze tuinen gekweekte driekleurige viooltje, door de Duitschers Stiefmoedertje genoemd. Vraagt men, waarom zij het bloempje zoo noemen, dan plukken ze er een af en vertellen U het volgende verhaaltje Deze bloem is een ongelukkig huisgezin, waarin een booze stiefmoeder de baas speelt. Het grootste blad van de bloemkroon is de stiefmoeder zelf. Zij is prachtig gekleed en neemt een ruime plaats in. Aan weerszijden pronken haar beide dochtertjes in haar keurige jurkjes met fluweelen kragen. Dök zij hebben behoorlijke ruimte omi te zitten. Maar daar naast zitten de belde stiefdochtertjes, lang zoo mooi niet gekleed en samengedrongen, op een plaats, die vóór één nauwelijks ruimte genoeg biedt. De man heeft zich verscholen tusschen zijn vrouw en kinderen. Hij zit op den grond en heeft zijn beenen in een diepen zak gestoken, den honingspoor. De vergroeide helm knoppen der meeldraden dienen hem tot een dun manteltje. De ongelukkige vader ziet er ziekelijk en bleek uit, durft zich nooit te vertoonen en wordt al leen zichtbaar als de pronkende vrouw en haar eigen kinderen het huis verlaten hebben. Dit aardige verhaaltje vertelt men Jn Duitschland ora den naam Stiefmoedertje te verklaren en ook in onze Oostelijke provinciën heeft men het verhaal overgenomen. M- NAMEN VAN GEMEENTEN EN DORPEN. Wanneer men de lijst van tNederlandsche ge meenten en gehuchten nagaat, valt het als een merkwaardigheid op, dat er zooveel gelijknamige bestaan. Men vindt 'b.v. tweemaal Hengel#, driemaal Aalst, viermaal Beek, vijfmaal 'Hoorn, zesmaal Laar, zevenmaal Nes of de Nes en wel elf maal Loo of 't Loo. Er zijn vriendelijke en onvriendelijke namen (b.v. Onze Lieve Vrouwen Parochie en Valom). De cijfers spelen een rol: Eenrum, Tweewegen, Drie bergen, Vierverlaten, Vijfhoek, Zesgehuchten, Zeven bergen, Achtkarspelen (negen is vacant)^ Tienraai, enz. Er zijn ook malle namen bij. Als ik b.v. van êan slecht, gehuwd man zeg: ,,'t Is echt een vrouwenvèï- driet, een kraantjelekl Zijn vrouw, die dacht met hem als 't waar een hemelrijk binnen te gaan ohé, ze kwam in een hel, «In plaats van nummer één telt hij ze voor nummer dertien", dan heb ik de namen van 12 plaatsen genoemd, al.: Echt in Limburg, Vrou- wenverdriet tusschen Zaandam en Westzaan, Kraan tjelek bij Overveen, Hem bij Venhuizen N.-H., en Zuiden van Leeuwarden en Wei duin, 't Waar bezui den Nlewolda (Gron.), Hemelrijk tusschen Dungen en Schijndel, Ohé bij Steveneweert, de Hel bij Wil lemstad, Nummeréén bij Breskena en Nummerder tien bij Stadskanaal. Men zou ook de volgende geographische puzzle kunnen gebruiken op een examen voor onderwijzer: „Binnen welken tijd kan een goed chauffeur, tuf fend met een vaart van gemiddeld 40 K.M. per uur, van Nederland uit een bezoek brengen aan Frank rijk, Denemarken, Napels, Engeland, Rome, Turkije, Groot-Zwitserland, Oostenrijk en Amerika?" Het antwoord luidt: binnen 24 uur. Hij gaat dan uit van Nederland (boven Blokzijl), rijdt naar Frankrijk (boven Harderwijk), naar Na pels (bij Winschoten), naar Engeland (boven Beek bergen), naar Rome (ten O. van Zalt-Bommel),, naar Turkije (tusschen Oostburg en IJzendijke, jaaar Groot-Zwitserland (boven Maastricht), naar Oosten rijk (tusschen Dorst en Tienraai) en ten slotte naar Amerika (tusschen Helmond en Venlo). DOODGRAVERS IN HET DIERENRIJK Er is een groep onder de kevers die den weten schappelijke n naam van Nekrophorus „doodgraver" draagt. Waar ergens het lijk ligt van een dier, be vinden zich spoedig vijf of zes van deze kevers te zamen. Berst monsteren zij het lijk en den gornd, die niet altijd voor begraafplaats geschikt is, Is dit ech ter wel het geval, dan plaatsen de diertjes zich op zekeren afstand van elkaar en beginnen den grond onder zich weg te graven. Op die manier ontstaat een wal rondom het steeds dieper wegzinkende lijk. Stokt het werk soms om de een of andere reden, dan gaan eenige diertjes zien, waar de fout zit en voor zichtig door middel van hun voelhorens gaan tij na van welken aard het euvel is. Stooten zij b.v. op een plekje harden grond, dan gaan meerdere kevertjes naar dezelfde plek en gezamenlijk wordt de grond door hen afgegraven. Deze arbeid vordert zoo snel, dat men na korten tijd niets meer van het doode dier ziet, alleen een klein hoopje aarde duidt het graf aan. Dit is echter ook spoedig verdwenen. In weeken bo dem verzinken de lijken soms tot op 80 cJd. diepte. De kevers werken moest 's nachts en zijn daardoor zeer moeilijk bij hun werk waar te nemen. De bota nicus Gleditsch, die op het terrein der econoipie naam gemaakt heeft, heeft deze doodgravers in het dierenrijk vaak gadegeslagen en hij vertelt, dat in den tijd van vijftig dagen door de kevers werdon be graven twee mollen, vier kikvorsohen, drie kleine vogels, twee sprinkhanen, do ingewanden van een visch en twee stukken leer. WARE WOORDEN. Hst is wel eigenaardig, dat de mensch dikwijl) verlangt naar datgene, wat, eenmaal in zijn beiii zijnde, voor hem niet de minste waarde meer heelt Ledige hoofden en ledige harten hebben voortdü rend behoefte aan afleiding. De mensch schept vreugde in de sprake zijn monds; goed echter Is een woord, op tijd gesproken Iemand veroordeelön ls heel ^gemakkelijk, hem beoordeelen is moeilijker. Vermijd iedere inmenging in de leiding van h« huishouden. De vrouw heeft er meer slag van d huishouding met de beschikbaar gestelde bedrage te doen dan de man. Voor deze gekleed» japon werd als stof oud) blauw crêpe romaine gebruikt. De mouwen, althans de onderste stukken benevens het half opstaande kraagje zijn van. georgétte in dezelfde kleur. Het bor duursel, dat als garneering; spaarzaam is aangebracht werd uitgevoerd! in zilverdraad. Heb knip-patroon voor dit model is verkrijgbaal in die maten 42, 44, 40 en 48. Nummer 252a, kosten 70 cents. Moeders en haar Kinderen. EXTRA PANTALONS. Een moeder ze git: Voor het kleine jongetje, dat reeds groot genoeg is om pakjes bestaande uit een losse broek en een los buisje te dragen, maar nog niet zooveel verstand be zit om den kolenboer en den aschman uit de buurt te blijven, is het" beslist noodzakelijk "bij een buisje twee broeken te maken. Men kan dan niet alleen dikwijls een anderen .broek bij het buisje geven, maar men behoeft ook niet zooveel te waÉtehen. Met twee buisjes en vier broeken ls elke jongen schitterend In gericht en moeder heeft er het meeste plezier van. Nuttige Wenken. HOE MEN EEN SPLINTER VERWIJDERT. Om een splinter, welke ifch onder een vingernagel heeft vastgezet te verwijderen, is dikwijls zeer moei lijk. Om echter de plaats, waar de splinter zich be vindt, gemakkelijk te, kunnen zien, houde men in een donkere ruimte den vinger op do lens van een electrische zaklantaarn. Door deze behandeling wordt het .vleesch van den vinger als het ware door zichtig, waardoor men den splinter even duidelijk kan waarnemen dan beenderafwljkingen door middel van x-stralen. TEGEN PIJNLIJKE BRANDWONDEN. De pijn van brandwonden wordt zeer verzacht door onmiddellijk na het gebeuren van het ongeval, do I gebrande plaats in koud water te dompelen voor I minstens een kwartier. Ook echter kan men de won- do met fijne bakpoeder bedekken en daarna met eec nat lapje of zwachtel omwikkelen. Wanneer de huid ernstig is aangedaan, handelt men het verstandigst door de brandwond te bedekken met zoete olie, vi seline, lijnolie, of cream, uitgewreven op een zuive stukje linnen of katoen. De wond zelve moet zoo mü mogelijk in de open lucht gehouden worden. Een bijzonder goed middel voor blaren verkrijg men ook door een hoeveelheid fijn krijt (het gewon poetsgoed uit de keuken dus) te vermengen met zoel< olie of lijnolie of zelfs water, tot het geheel een dikfc brei wordt. Dit mengsel brengt men op de wond door middel van oen stukje zeemleer. Men drag hierbij zorg, de blaar niet te <breke.n. Na deze behan deling verbindt men den vinger op. de gewone wij* met linnen of zwachtel en houdt hem verder stoed goed schoon. HET VERWIJDEREN VAN VLEKKEN. Vlekken van medicijnen verdwijnen meestal n een behandeling met zuiveren alcohol. "Vlekken van - heete of warme voorwerpen, b: kachelplaten, verdwijnen door het wrijven met zui veren alcohol op een wollen lap. Vlekken van vleeschjus verwijdert men door bi wasschen in koud water en daarna behandelen mi zeep. Vlekken op zeer fijne stoffen verwijdert men n* chloroform, welke vloeistof nimmer „kringelf maakt. Indrukken door schroeien zullen veelal weggai door uithangen in zonlicht, doch dit geldt slecht voor licht geschroeide plekken. Melk en roomvlekken kunnen gemakkelijk wol den verwijderd door wasschen in schoon, koud trt ter, gevolgd door een goede zeepsop. Voor Jodium-vlekken maakt men gebruik van e« weinig ammonia in een kopje, waarin men de g» vlekte déelen telkens even doopt. Intusschen wrt vó men zorgvuldig en de vlekken zullen verdwijnei Tenslotte zorgt de gewone wasch voor de rest. EEN MOOIE ZWARTE VERNIS. Een brillante vernis voo rkachelschutten en f« r.uizen tijdens den zomer kan worden gemaakt doe ren flinke hoeveelheid gewone schellak vernis vermengen met zooveel ivoorzwart, dat het- mei even dik wordt als verf. Men schildert hiermede de zwarte voorwerpen een tijdstip dat de kamers volkomen stofvrij en laat hen daarna goed drogen. k

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 16