De Plaatselijke Waschlijsf. Bhmenlandsch Nieuws, gelijking met dien In andere gemeenten, met de on- zo overeenkomende sn ook mot grootere gemeenten ie de vergelijking niet ongunstig. Bovendien «taan onze gomeentefinantiën er gun stiger voor. dan. ze zich voordeden, toen de begroo ting voor 1925 werd opgemaakt. We hebben gerekend op de volle gemeentelijke bijdrage aan de provincie voor krankzinnigenverpleging, terwijl het bedrag met f 100 per patiënt is vorlaagd. We hebben bovendien een paar krankzinnigen minder gekregen, een voor deel, dat gerust op een paar duizend gulden mag worden begroot. Wo hebben een post straatwerk van f1200 op de begrooting, die nog niet is uitgevoerd, n.1. vanaf de Landbouwstraat tot de Roggeveenstraat. Ik vind 't niet erg dien post af te voeren, niet met de be doeling om het werk niet uit te voeren, maar om het met het straatwerk, grondaankoop bij de Re gentenstraat enz. aan te pakken. Straks krijgen we te behandelen een voorstel over wat straatwerk bij het R.K. Gestioht, in de vorige vergadering heb ik reeds gewezen op den toestand van de S-poorlaan, die een grondige verbetering be hoeft en welke verbetering straks een uitstekende werkverschaffing is. Welnu, wanneer het bovenge noemde straatwerk van de begrooting werd afgevoerd zou voor al die uit te voeren werken een geldleening kunnen worden aangegaan, die in een klein aantal jaren zou zijn af te lossen. Daardoor zou) de rekening over 1925 een gunstiger beeld geven. Ik heb U, mijnheer de voorzitter, vanmorgen mede gedeeld, dat ik' van plan was om enkele inlichtingen te vragön bij den gemeente-ontvanger over den stand der ontvangsten. Die mededeelingen zijn mij verstrekt geworden, 't Is bekend, dat in 1924 de ont vangsten tegenliepen, ten aanzien van marktgelden en staangelden. En al mogen de 4 afgeloopen maan den van 1925 geen zuiver beeld geven voor het ge- heele jaar 1925, de gang tot dusver geeft de hoop, dat 1925 een andere, betere uitkomst zal geven. Bedroeg in de 4 eerste maanden van 1924 de opbrengst van de belasting op publieke vermakelijkheden ruim f 700, voor 1925 was die opbrengst ruim f 1000, de opbrengst der waaggelden was in 1924 ruim f250, in 1925 ruim f 460, de markt- en staangelden van stalletjes van 19 markten plus 1 paardenmarkt bedroegen in 1924 ruim f 3200, in 1925 waren ze voor 18 markten en paardenmarkt ruim f 3400. Uit deze cijfers mag dus een vooruitgang geconstateerd worden. Eln al mogen wo, deze cijfers bij elkaar tellende, nu niet tot een sluitende rekening over 1925 komen, het geeft toch een zooveel gunstiger idee en de kans is groot, dat 1925 aan het eind van het jaar een heel ander beeld zal geven dan de theoretische becijfering nu aangeeft, mits natuurlijk bij B. en W. en den Raad de grootst mogelijke zuinigheid wordt betracht. Dat wat het jaar 1925 betreft en r 1926- en 1927 zal men dit voordeel hebben, dat waar 1925 bv. begon met een belastingbedrag over de eerste vier maanden van f 7696. deze beide jaren het geheele 1/3 bedTag van bet geschatte bedrag der Gem. Ink. belasting, zijnde f 22949, in hun rekening zullen kunnen boe ken. Spr. wijst er nog op. dat bij een vermenigvuldigings- cijfer van 2 de opbrengst zal zijn naar de tegenwoor dige maatstaf ongeveer f 84000, met 1.75 f 74000, dus een verschil van f 10000 ongeveer. En als wij nu in oogenschouw houden, dat wat het belastbaar inko men betreft, het slechtste jaar hoogstwaarschijnlijk achter den rug is, wij mogen aannemen, dat het schatte bedrag aan Gem. Ink. Belasting van ru f 76000, ook in werkelijkheid zal worden bereikt. En tevens mag nog gelet worden op dit feit, dat het jaar 1924 een oorspronkelijke raming van Gem. Ink. belasting gaf van f 67751.96K, later verhoogd bij sup- pletoire begrooting met f3334.47, tezamen dus f 71086.4314. De opbrengst der belasting ls echter niet hooger geweest dan f 65072.49, dus ruim f 6000 min der. En ondanks deze tegenvaller zal de rekening over 1924 geen nadeelig saldo geven. Wel een bewijs dat er in elke begrooting nog wel wat muziek zit, als zuinigheid wordt betracht Zekerheid kan spr. aan de hand van deze becijferin gen voor de toekomst niet geven, natuurlijk niet, maar toch durft hij het college van B. en W. in over weging te geven, nog even verder te gaan en een verraenigvuldigingscijfer te nemen van 1.75. En waarom zou ik, zoo gaat spr. voort, het percen tage ook op 1.75 willen bepalen? Ik zal het vierkant erkennen, dat het vorig college een fout heeft begaan met vorige jaren het vermenigvuldigingscijfer op 1.25 te bepalen. Dat had het niet moeten doen., het had moeten voorstellen om het toenmalige vermenigvul digingscijfer van 1.75 op 1.50 te brengen. Met enkele cijfers zal ik u'eenig inzicht geven van de zeer groote belastingverlaging die toen daardoor heeft plaats gehad. Werd er in 19201921 en 1922 ruimi f 100.000 Hoofd. Omsl. opgebracht, in 1923 zakte dat en kon in verband met onze geldmiddelen de H.O.-opbrengst teruggebracht worden tot f 68000. Die zeer groote verlaging werd, zooals het gewoonlijk gaat, door de burgerij stilzwijgend geaccepteerd, ter wijl een verhooging van belasting altijd verzet on dervindt." Het is verstandig als te groote schomme ling in het heffingspercentage tet voorkomen. In een plaatsje als het onze zijn we wat belasting betreft, aan strenge grenzen gebonden. In ver gelijking met andere plaatsen, die verschillende voordealen aan de burgerij kunnen aanbieden, moe ten Wij de vlag strijken. Wij bieden minder comfort en minder natuurschoon en daar 'om is het zoo noodig dat wij daar iet» tegenover kunnen stollen dat de trek naar onze plaats kal* bevorderen en dat is dan een lagere be.asting. En dan fcrot ik dezer dagen in het Noordhollandsoh Dagblad een berekening van den heer Keeeom, over de belastingheffing te Hoorn, Alkmaar, Puf- \merend, Schagen en Enkhuizen en daarbij maakte Behagen oen Dij zonder goed figuur. Als wij nu een vermonigvuldigingscijfor van 2 gingen in voeren, zouden we dio gunstige plaats moeten mis sen. Ook ton aanzien van het heffen van opoenton verkeert Sohagen in een gunstige conditie, wat geïllustreerd kan worden met een vergelijking te maken, b.v. met de gemeente Kromenie. In Krommenie worden geheven 80 opoenten op ge bouwde eigendommen, in Sohagen 40 opoenten, Krommenie 20 opcenten op ongebouwd, Scnagen 10, Krommenie van 50 tot 100 opcenten op de personeele belasting, Schagen 50 opoenten, Krom menio 48 opcenten op de dividendbelasting, beha gen 30. Blijkens de toen nog niet behandelde begrooting wordt te Krommenie de burgerij belast met een op brengst van f 94000 aan gemeentelijke inkomstenbe lasting, plus nog f 54000 aan andere belasting, in Schagen is dat f 76000 inkomstenbelasting plus f 23000 aan andere belastingen. Laten we dis, n ge positie zooveel mogelijk trachten te behoüfö'A en ons een paar jaar bepalen tot een heffingspercentage van 1.75. Een beleid als de heer Van Nuland wil, waarbij men zal verkrijgen een groote schommeling, een enorme stijging, zou ik niet tot de mijne willen maken. Mocht het blijken dat ik een te optimistische kijk heb gehad, dan kunnen B. en W. volgend Jaar altiJO nog met hun voorstel terugkomen. Uitbreidingen enz., al de straatwerken welke spr. opsomt, hebben wij steeds uit de gewone middelen betaald en in tijden waarin dat kon, is het ook zeker aanbevelenswaardig maar wanneer de omstandigheden, waaraan nie mand schuld heeft, dit niet langer mogelijk maken, waarom zouden wij die politiek dan niet wijzigen en evenals de meeste gemeenten doen, een leening sluiten voor dergelijke uit te voeren werken. Ik be veel de door mij voorgestelde finantieele afwikke ling in de welwillende overweging van B. en W. en den Raad aan. Voorzitter dankt den heer Trapman zeer voor diens belangrijke rede. De heer Trapman heeft ons een hart onder den riem gestoken, zegt spr. en ik kan volledig met zijn voorstel, om het vermenigvuldi gingscijfer op 1.75 te bepalen, meegaan, en ben be reid, als de wethouders er mee Accoord gaan, het voorstel van den heer Trapman over te nemen. De heer Gorter zegt dat bij hem het motief heeft gegolden, dat wanneer over 2 jaar hier een ander college zou komen te zitten, de gemeentefinantiën in een gunstiger toestand zouden verkeeren. Spreker kan zich neerleggen bij> het voorstel van den heer Trapman, omdat het meer in overeenstemming is met het voorstel van B. en W. dan het voorstel-Van Nuland. De heer Van Etp kan zich er niet mee vereeni gen om de winst van de gasfabriek in de gemeente kas te storten en evenmin om de leening der gas fabriek ten laste van dat bedrijf te brengen. De ge meentekas wordt dan wel ontlast, maar op andere wijze zal het geld moeten worden opgebracht. De heer Trapman is wel zeer optimistisch en ik wil wel vertrouwen stellen in de door hem meegedeelde cijfers over de marktgelden enz., maar er zullen toch ook wel posten zijn die een nadeelig slot aan wijzen, als rente en aflossing muziektuin en meer dingen die ik niet naar voren zal brengen. Voor spr. is het door den heer Trapman aangevoerde, nog geen bewijs dat een vermenigvuldigingscijfer van 1.75 voldoende is. Spr. hoopt van wel en daarom zal hij zich met het voorstel van den heer Trapman vereenigen, maar spr. wil wijzen op de mogelijkheid dat de beschouwing te optimistisch is geweest. De heer Van Nuland heeft alle respect voor de uitvoerige redevoering van den heer Trapman, maar spr. zou het een fout vinden als de winst van f2500 der gasfabriek in de gemeentekas werd ge stort. Spr. acht dat zeer gewaagd, we zullen later ook weer nieuwe retorten hebben te bouwen. Wel kan spr. zich vereenigen met het voorstel de gas- fabriekleening ten laste der gasfabriek te bren gen, maar dat is nog maar een besparing van f 1200. Bij voorbaat zegt 6pr. zich te verzetten tegen het idee-Bregman om het percentage voor hoogere inko mens hooger op te voeren. Daardoor zullen de groo te inkomens te veel worden getroffen en wat aanlèi- ding zou kunnen geven tot kapitaalsvlucht, wat spr. bejammeren zou. Betalen uit de gewone middelen acht spr. een betere politiek dan geldleeningen te sluiten, want dan moet rente en provisie betaald worden en spr. belast liever niet het nageslacht, maar wil liever een schoone lei hebben. Ook de ka9- geldleeningen, al zijn ze dan noodzakeljlk, acht spr. een fout, en die ontstaan doordat de afrekening der inkomstenbelasting te klein is. Misschien is spr. te pessimistisch, en is 2.50 te hoog, maar spr. acht een vermenigvuldigingscijfer vast te stellen op 1.75 een te -ewaagde stap. Voorzitter antwoordt den heer Van Nuland, dat hij het niet erg vindt voor bestrating een' geldleening aan te gaan en het is niet anders dan billijk het nageslacht voor een deel hiermee te belasten. Wat de opmerking over de kasgeldleeningen betreft, dat kan niet als argument gelden, want het kan bij de rijkste gemeenten gebeuren, dat men tijdelijk ge brek aan kasgeld beeft. De heer Trapman erkent, dat natuurlijk elke be grooting en rekening schommeling geeft te zien en zekerheid kan spr. niet geven, dan zou hij: onbe taalbaar wezen. Spr. wijst er nog eens op dat boe het vermenigvuldigingscijfer ook wordt gesteld, het op de rekening van 1925 geen invloed zal hebben. Wanneer er nieuwe retorten moeten worden ge bouwd, kunnen die dubbel en dwars uit het ver nieuwingsfonds der gasfabriek worden betaald. Het storten van de winst in de gemeentekas wil spr. niet elk jaar herhalen, maar alleen bij uitzondering doen, terwijl toch vele gemeenten zelfs drijven op de in komsten die zij putten uit hare bedrijven. Spr. ziet in die uitzondering geen bezwaar en hij zou het niet voorstellen als bet gasbedrijf niet gezond was. Spr. dankt B. en W. voor hun tegemoetkomende houding. De heer Gorter merkt nog op, dat de overdracht der winst aan do gasfabriek wellicht bezwaar kan opleveren, in verband met de belegging van het vernieuwingsfonds, n.1. een geldleening aan het electriciteitsbedrijtf. Een vernieuwingsfonds dient uit liquide middelen te bestaan. De heer Trapman zegt, dat het geld er is en het is aan B. en W. om dat te regelen, wat absoluut geen moeilijkheden zal opleveren. De heer Hopman kan zich met het voorstel van den heer Trapiman vereenigen en zou het bejamme ren als voor één jaar de belasting zoo omhoog zou worden gedreven. Met de middelen die de heer Traü- man heeft aangegeven om dit tegen te gaan, kan spr. zich best vereenigen. Hij heeft er indertijd niet erg mee gesympathiseerd' dat de gemeente een geldleening der gasfabriek overnam en nu de gas fabriek sterk staat, volgt daaruit dat de geldleening naar de gasfabriek wordt teruggebracht. Ook de winstuUkeering aan de gemeente, daar ziet spr. geen kwaad in en bet aangaan van een geldleening voor uit te voeren werken, spreekt vanzelf. We zijn hier steeds in de gunstigste omstandigheden geweest dat die kosten uit de gewone middelen konden worden betaald, maar dat behoeft geen vaste regeling te wezen. Het voorstel-Trapman om het vermenigvuldigings cijfer op 1.75 te bepalen, wordt door B. en W. over genomen en daarna met algemeene stemmen aan genomen. Voorzitter zegt nu, persoonlijk geen voorstander te zijn van het idée-Bregman, maar hij zal het in stemming brengen. De heer Bregman zegt het idee in overweging te hebben gegeven en waar voorzitter meent dat hij: volgens het reglement van orde het voorstel-Breg- man in stemming behoort te brengen, zegt de heer Trapman dat indien het vorig college van B. en W. een zaak in overweging werd gegeven, het col lege zoo beleefd was het in studie te nemen. Spr. veronderstelt dat het tegenwoordige college van B. en W. niet minder hoffelijk zal wezen en bovendien kunnen de raadsleden ook nu moeilijk een oordeel over het idée-Bregman vellen. De heer Bregman wijst er nog op dat in 1921 de zelfde kwestie ter sprake is geweest en zijn idee houdt niet zoo'n verzwaring voor de groote inko mens in. De heer Van Nuland maakt nu nog bezwaar te gen de storting van f2500 winst van de-gasfabriek in ae gemeentekas, terwijl ook de heer Van Erp niet accoord kan gaan met deze financieele regeling. Zoowel Voorzitter als de heer Trapman wijzen er op dat die finantieele regelingen vatszitten aan de vaststelling van het vermenigvuldigingscijfer. Voorzitter brengt dan nu nogmaals in stemming *t voorstel om het vermenigvuldigingscijfer® op 1.75 te brengen, waaraan dan vastzit de finantieele regeling als door den heer Trapman voorgesteld. Dit voorstel wordt nu aangenomen met 7 tegen 2 stemmen, tegen de heeren Van Nuland en Van Erp. Wordt aangeboden een 2e suppletoirs begrooting dienst 1925, betreffende de aangegane kasgelaleenlng. Wordt vastgesteld tot een bedrag van f17000. Volgt benoeming lid plaatselijke commissie van toezicht op het lager onderwijs, vacature mevr. Roos- Breed. Aanbeveling is: 1. mevr. A Roggeveen-Ploeger, 2. MeVr. M. Zijdewind-v. d. Horst. Mevr. Roggeveen-Ploeger wordt met 8 stemmen be noemd, terwijl 1 stem wordt uitgebracht op mevr. De Boer. Tot lid van de schattingscommissie, vacature mevr. Roos-Breed, wordt bij tweede stemming benoemd de heer Bregman, die de benoeming in beraad wenscht te houden. Daarna is aan de orde benoeming veilingmeester der eierenveiling. B. en W. bieden de volgende aanbeveling aan: 1. P. Raat, 2. A de Heer, 3. A. Beers. Er waren 16 solli citanten. De heer Raat wordt met 6 stemmen benoemd, ter wijl 3 stemmen werden uitgebracht op den heer A. da Haar. D&urna stemming ambtenaar van dan Burgerlijken Stand, vacature P. Trapman. De aanbeveling van B. en W. luidt: 1 W. F. Gorter, 2. O. Huiberts, Nadat aan den beer Trapman als zoodanig eervol ontslag was verleend, wordt de hoer Gorter met 8 stemmen benoeimd, 1 stem werd blanco uitgebracht. Volgt vooretel tot wijziging van de Verordening op het heffen van gelden voor het gebruik van open bare gemeentewerken, bezittingen of inrichtingen. B. en W. stellen den Raad voor, voor het genot van het hebben van een benzinepomp op den openbaren weg, een recht te heffen van vijf gulden per kwartaal en de verordening bovenbedoeld aan te vullen met een dienovereenkomstige bepaling. Zonder bespreking goedgevonden. Daarna het voorstel met betrekking tot de veibree- ding der Molenstraat. Naar aanleiding van deze aangelegenheid deelon Burgemeester en Wethouders den Raad mede, gelijk uit de bijgevoegde correspondentie blijkt, dat de on derhandelingen omtrent den aanleg van trottoir, ver plaatsing der hekken, enz. aan de Molenstraat op het doode punt waren gekomen. Burgemeester en Wethouders hebben toen genoemd Bestuur nogmaals tot een bespreking uitgenoodigd, waarbij is gebleken, dat het Kerkbestuur reeds het voornemen had den vrijgekomen grond ter breedte van 1 Meter van den openbaren weg af te scheiden door een ijzeren hek, waardoor de verbreeding van de Molenstraat illusoir zou worden, terwijl genoemd Bestuur deed uitkomen, dat bij de indertijd gehouden bespreking, de meening bij' hen had: postgevat, dat de gemeente de kosten van bestrating, verplaatsing der hekken, enz., voor hare rekening zou nemen. Burgemeester en Wethouders hebben toen den Ge meente-Opzichter opgedragen een nieuwe begrooting te ontwerpen, waaruit blijkt, dat het geheele werk is uit te voeren voor f650. Waar thans het R.K. Kerkbestuur de gemeente voor de keuze stelt het werk voor rekening der ge meente te doen uitvoeren of de verkregen verbree ding bij het terrein van het Ziekenhuis te trekken, stellen Burgemeester en Wethouders voor het werk voor gemeenterekening te doen uitvoeren, mits de af braak van de bestaande poort aan de gemeente ten goede komt. Voorts stellen Burgemeester en Wethou ders voor den vrijkomenden grond, behoudens hoo gere goedkeuring voor de gemeente over te nemen voor de som van een gulden. Zonder bespreking wordt overeenkomstig het voor stel van B. en W. besloten. Bij de rondvraag- informeert de heer Hopman, hoe jB. en W. staan tegenover de monsohen die hun peroeelen nog niet hebben aangesloten bij de Wa terleiding. Er is al eens drang tot aansluiting uit geoefend en dat heeft tot gevolg gehad, dat men seden die geldelijke beswaren hadden, hun per oeelen hebben laten aansluiten. Er ztjjin echter mensohen die dat niet hebben laten doen en. voor wie het finantieel geen bezwaar behoeft te zajtn. Daarin nu schuilt een xmbilRjkheid en spr. vraagt hoe de 'houding van B. en W. In detzJen, Voorzitter zegt dat in het vorige college van B. en W. deze zaak meermalen basipraken is en besloten is om eenige clementie toe te passen. Wel is spr. aJs hoofd van de politie bevoegd, zelfs verplicht, om te zorgen, dat de' veroraeningiein, worden nageleefd, maar in dit geval heeft spr. z5jn eigen oordeel' wel achteraf willen sohuiven. De menschen van Lagedijlk willen graag water leiding hebben en het ls eigenaardig dat er in de kom mensohen dUo/die geen aansluiting wenschun. Wanneer er nu ^stemmen opgaan om1 tot vervolging over te gaan, dan wil spr. dat wed doen. De heer Hopman 'tegt, dat hét wat anders ia Om nu direct tot vervolging over te gaan. Het blijkt i nu wel uit de medodoolingen van don voorzitter* i dat het do wensoh van hot vorige ooi lego van B, en W. was om niet vervolgend op to treden on spa-, deelt nu mede, dat hem iets ter ooro was geko men, wat hu zelf niet wilde getoovou, nl7 als zou een der vorige wethouders, neg wel Voorzitter van do Gezondheidscommissie, tot nu toe geweigerd hebben rijn perceel bij de waterleiding te doen aansluiten. Spr. wijst nogmaals op do groote on billijkheid, dat niet kapitaalk.aohtige mensohen go volg hebben gegeven aan den drang tot aansluitLgV terwijl anderen nog niet hebben aangesloten. Voorzitter wil op 2 dingen wijzen: in de eerste plaats is niet besloten om nooit tot vervolging to zullen overgaan, maar oordee.de het vorige ooi lege van B. en W. het beter het een tijdje aan te zien. Spr. herinnert aan de privaten-kwestie, hoe daarbij ook clementie werd toegepast. In do tweede plaats krijgt spr. iedere maand een opgaaf van het Waterlmaingoedrijf over de aangesloten perceeien en uit die opgave b-ijkt dat het aantal aangesloten perceelén langzaam toeneemt. En hls -angzamerhand. de peroee.en worden aangesio ten, zagen B. en W. dat liever, dan dwingend op te treden. De heer Trapman zegt ook dat juist het versodfin sel dat het aantal aangesloten perceel dn steeds giooter werd voor het vorige college van B. en W. een reaen was om te zeggn, het gaat ook gooa zonder vervolging. Bloemendaal is, wat ons per contage van aangesloten perceelen betreft, zeer tevreden. Schagen is een der gemeenten mat hét grootste percentage aansluitingen. Om die reden meende het college het voorloopig aan de raen- j sdhen zelf te moeten overlaten. Van hetgeen de heer Hopman mededeelt over de niet aansluiting van het perceel van een der vorige wethouders is epr. niets bekend, in geen enkele vergadering van B. en W. is dat ooit opgenoemd. Voorz.tter zegt» daarvan ook niets to hebben geweten. •De heer Hopman herhaalt, gezegd te hebben, dat hij (het ook met kon gelooven. De heer Van Erp zegt, dat het juist is, dab de heer Helder niet genegen was zijn perceel' té doen aansluiten. Vooratter doet de toezegging de aansluiting^ kwestie nog eens in B. en W. te bespreken. De heer Overtoom wifat op de hekken in do Landbouwstraat, die voorzien zijn van zeer ge voorlijke punten, zooalè bijv. bij de ftijksland- bouwwintei-school. Spr. zou graag zien dat B- en W. hieraan hun aandacht eens wilden schenken, want die scherp gesneden punten zlijn zeer gevaar lijk. Prikkeldraaaafscheiding aan den openbaron weg is verboden, maar deze scherpe punten zijn nog wel zoo gevaarlijk. Voorzitter doet toezegging het punt in overwe ging te nemen. Als het nietig in de politieverordening is opgenomen, zou het er fcussöhen gevoegd moeten worden en anders zou getracht moeten worden langs den weg van overreding een oplossing te krijgen. De heer Gorter heeft juist opgemerkt dab bij sommige ingezetenen de scherpe punten van de hekken zijn afgeslagen. De heer Overtoom informeert nog of bij do verbouwing van een perceel in de Molenstraat rekening gehouden is met voldoende open I eggende n grond. Zijn B. en W. Zoover gegaan als zo konden gaan? Voorzitter zegt, dat het perceel aan 2 straten ligt, aan het betrekkelijke voorschrift hebben B. en W. steeds streng de hand gehouden. De hoer Trapman zegt, dat het bedoelde perceel een hoekhuis ia. Hierna sluiting. In bovenstaand verslag komt bij de bespreking over de U.L.O.School bij monde van den wethou der Van Erp een leelijke verdachtmaking voor aan het adres van den Verslaggever der Shager Courant over een van de vorige raadsvergadering gegeven verslag. Wij meenen in dit geval nlot royaler te kunnen De Schager Courant vermeldde: De heer Trapman zegt dan, dat aan de U.L.O.- school 4 onderwijskrachten zijn, waarvan 1 leer kracht als zijnde boventallig, door de gemeente wordt betaald. De cursus is een 3-jarige en op pervlakkig bekeken zou men meenen dat 3 onderwijskrachten aan die school voldoende wa ren. Maar het schijnt dat het onderwijs aan de openbare lagere school niet geheel aansluit aan het onderwijs aan de U.L.O.-school en dat de vier de leerkracht als 't ware noodig is om de kin deren, die op de U.L.O.-school komen, pasklaar te maken voor het onderwijs daar. Spr. zou gaarne willen, dat B. en W. met de •beide hoofden van scholen en den inspecteur vergaderden en eens nagingen in hoeverre hier verandering gewenscht was en mogelijk was. Spr. acht het noodig, dat de Raad weet of die 4e leerkracht overbodig ia, of op ee«*ondere, wel licht betere wijze kan worden productief ge maakt. Men heeft spr. meegedeeld, en hij zegt het hier met schroom, omdat hij het niet heeft kunnen onderzoeken, dat de heer Kleiterp geen voldoende emplooi heeft en zijn lesuren niet alle bezet zijn. In een rapport zouden de hoofden der scholen en de inspecteur hun meening in deze kunnen neerleggen. doen dan naast elkaar af te drukken, le. het door de Schager Courant gegeven verslag van het door het raadslid Trapman gesprokene en 2e. een uit treksel uit de officieele en door den Raad goedge keurde notulen, waar de heer Van Erp zich zelf in het onderhavige geval op beriep, als de onverdachte bron. De officieele notulen vermelden: de Heer Trapman zegt dat aan de U.L.O.School 4 leerkrachten zijn verbonden, waarvan één als boventallig voor rekening der gemeente komt. De cursus is een driejarige en oppervlakkig zou men meenen, dat drie onderwijzers aan die school voldoende zijn. Het schijnt echter, dat het onder wijs aan de o. 1. school niet geheel aansluit aan dat aan de U.L.O.School en dat de 4e leer kracht a.h.w. noodig is om de kinderen voor het onderwijs aan de UA.O.School pasklaar te ma ken. Spreker zou gaarne zien dat B. en W. imet de beide hoofden der scholen en den Inspecteur eens nagingen in hoeverre hier verandering mogelijk en gewenscht is. Spreker acht het noodig dat de Raad weet of die 4e leerkracht noodig is en misschien op een andere wellicht betere wijze productief kan worden gemaakt. Men heeft spreker medegedeeld, en hij zegt het hier met schroom, omdat hij .het niet heeft kun nen onderzoeken, dat de heer Kleiterp geen vol doende emplooi heeft en zijne lesuren niet alle bezet zijn. In een rapport, zouden de Hoofden der scholen en de Inspecteur hunne meening kunnen neerleggen. Schagen, 18 Mei 1925. Voor uittreksel conform, De Secretaris van Schagen, (w.g.) ROGGEVEEN. Het zal den aandachtigen lezer nu wel duidelijk zijn, del van den beer Van Erp steeds even betrouw- dat deze beide verslagen eensluidend zijn en hiermee dus de bakerpraat van den hooggeachten wethouder volkomen is weerlegd. Meer zullen wij er niet van zeggen, maar toch nog den wensch uitspreken dat de handel en waa- baar en eerlijk zal blijken te zijn als onze verslagen, met evenveel gerustheid als hij dan z ij n waschlijst aan het openbaar oordeel zal kunnen prijsgeven als wij de onze. DE UTTG. WINKEL. Begunstig door prachtig warm zomerweer, had hier Zondag de 2de landdag plaat» van de Fede ratie Hollands Noorden van den Bond van Staats pensionnoering. Ongeveer 1 uur namiddag werd de aangekondig de optocht in elkaar gezet en onder een, opgewekte marsch van „de Kléine Kapel' van Broek op Langendijk zette de stoet rioh in •beweging; achter -muzikanten, federatie- en afdelingsbestuur, liad/ den verschillende voreenigingen rioh aangesloten, meevoerende hunne vaandels en diverse spreuken, betrekking hebbende op het doei' van den land dag. 't was inmiddels heet geworden en do op tocht, die ridh bewoog van Oost naar West en in de Boech tot (net armenhuis, ondervond daarvan de gevolgen't was een geveeg van belang, maar toch werd er lustig op los geblazen. Op net terrein terug gekeerd, verzamelden zich enkele honderden belangstellenden om te hooren wat men daar te zeggen had. De muziek speelde enkele vaderlandseho liede ren, en daarna opende de hoer de Boer van Anna* Pauiowna als vooratter der federatie, met een toepasselijk woord van welkom de meeting. Spreker wees er op, idat deze landdagen frijn bedoeld &L» propaganda voor de aanstaande ver kiezingen voor de Tweede Kamer en wekt alle kiezers op, te stemmen op éen oandidaat, voor stander van Staatspensioen, zonder premie. Voorts hen, die nog geen lid van den Bond zijn, anti noodigende alsncg toe te treden. Als dan de meeting geopencr Is verklaard, worden door de damesafdceimg dergymnastiekvoroeniging Sparta' enkele knotsoefoningen gegeven, on dan is do beurt aan de Zangveroonqring „Excelsior'' van Schagen, die op iverdionste.nko wijze oen tweetal liederen ringt en als derde nummer voor Semeensohappelijke zang, een strijdlied, doch van e gemeenschappelijke zang kwam niet veel, 't was voornamelijk ae veroeniging, die zong. Het wooi d is daarna aan aen hoor van Meurab van Amsterdam. Spreker wijst op het moci'ijke, te spreken bij' ontwapenden zomer over staatspensi oen, omdat niemand voor z'n plcrier .pensioentrokt. omdat dit beteekent dat de levensavond is begon nen en den besten tijd achter don rugr is en knoopt daaraan vast het recht dat ieder die door work; hetzij met 'hoofd of hand heeft geholpen de maat schappij in stand te houden en zelf niet voor zich kan zorgen, een. oribezorgdem ouden dag heeft De arbeidersklasse wordt ouaor, dank riji gunstiger arbeidsvoorwaarden en uitvoering van sociale maatregelen. De zorg voor esm onbezorgden ouden dar worden grooter en noodzakelijker. Spreker wijst op de berekeningen bestrijding

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 6