VOOR DE KINDEREN.
Bram's Uitvinding»
Even Lachen.
Het Dagboek van Hansje Teddybeer en Mimi Poesekat
BOj
ldo
eet]
jdi
Ml]
dq
lbl
DE MODERNE JEUOD.
KorstJonge dame: „Je had niet moeten voorstel
len, om hierheen te gaan. Ik geloof dat het hoole-
lïmal geen geschikt stuk la voor Grootvader."
Twoode Jonge dame: „O, het zal hom geun kwaad
dooit. 11 ij Is te oud om het te begrljpon,"
DE PLAATSVERVANGSTER.
Vrouw (dlo haar man onverwachts op zijn kan
toor bezoekt); „Je had me verteld dat Je nlouwe ty
piste een oude vrijster was."
Man: „Te se ook, schat. Maar se Is ziek vandaag
en heeft d'r kleindochter gestuurd."
DAT WAS NOG GEKKER.
l Jan vraagt ln de Diorgaarde aan z'n vader:
.„Waarom zou O. L. Heer die giraffen toch zoo'n lan
gen nek en zulke korte voorpooten gegeven heb
ben?"
„Ja Jan", zei z'n vader, „daar zal Hij wel een be
doeling mee g*had hebben, want als de voorpoo
ten van een giraf zoo lang waren als nu z'n nek en
z'n nek zoo kort als nu z'n Voorpooten, zou 't toch
nog veel gekker staan."
GOED GEANTWOORD.
Hetr ln sin restaurant: „Wat heb Jt voor goed»
vandaag!"
Ober: „Prachtige kalfatong*
Heer: „Dank Je wel, lk belief niet wat oen ander
ln z'n bek gehad heoft."
ZIJ KENDE HAAR ECHTVRIEND.
„Moodor", vroeg klelno Hans, „beginnen alle
sprookjea mot „Kr waa oons..,."
„Niet altijd Jongen", zei moeder met een vaelbe-
foftokennnden blik op haar man, „dikwijls beginnen
zij ook mot; „Move Schnt, Ik moot vandaag twoo
uur langer op kantoor blijven
DAT SPREEKT VANZELF.
„Voor dat wij getrouwd waren, Jan", zei de vrouw
vorwijtend, „gaf Jo mij altijd mooie geschenken."
„Zekor, vrouw, dat is ook zoo", zei Jan, „maar heb
Je ooit gehoord dat een vlsacher zijn vlsschon nog
aas gaf nadat hij ze gevangen hadT"
MOEDER HAD GELIJK.
„Wllly" zei moeder. Je mag niet met Je vingers
eten."
„Zeker wel, modder", antwoordde Wllly, „want
vader zei pas nog dat de vingers er waren vóór de
vorken."
..Maar jou vinge-s niet, Willy."
WARE WOORDEN. Da Londensche Vllegeniere-club heaft geen kamer
B.ttr onbttergd. oud.rfom dan „n onb.. J**.U1» >>Ul»looTjf* vr... voor b.t <mg.lulMg.Ul
zorgde Jeugd.
hebban tij op no. 12 laten volgen 12a an 14
Het is een toeken van ware beschaving, wanneer
een vrouw ovengood slch thuis gevoelt ln da lin
nenkamer als ln hot salon.
De luiheid sleopt zich too langzaam voort, dat da
armood* haar gemakkelijk achterhaalt.
De herhaling van een dwaling ia aen misdaad.
Een kind la oen kleine man; oen man la een groot
klndi
Wanneer men waarlijk liefheeft, kan men zich
rilot voorstellen, zonder het voorworp zijnor liefde
te kunnen leven.
Kleine Bijzonderheden.
Egyptische vrouwen hebben een buitengewoon gra
cieus© houding, maar zijn niet schoon van gelaat.
De kop van een volwassen Nijlpaard weegt meer
dan 200 Kg.
■■■■■■■■■Hl
In 1582 werd de straatweg van Den Haag naar
Delft aangolegd un Iets vroogor de eersto geplaveide
weg in ons land, van Utrecht naar Do Rilt.
Kikt» Inwoner der Voroenlgde Staten rookt per Jaar
gemiddeld 088 sigaretten. In Zweden U het maar
gemiddeld 184 per hoofd.
Hoog# hakken onder de schoenen vinden vele da
mes mooi. Maar laten zij bedenken, dat te hooga
hakken ruggegraataverkrommlng en andere kwalon
kunnen veroorzaken.
De zalm legt ongeveer 8600 elerefi per Jaar.
Om de lastige vliegen weg te houden uit de kamer,
hangt mon ln Engeland wel brandnetels aan den
zolder.
In Australië loopt een spoorlijn over een afstand
van 300 mijl in lijnrechte richting, zonder een enkele
kromming.
1
De beruchte Londensche mist is heel vaak bijna
niets anders dan rook. M.
'j.y
m
n
W=M
177.
Ik lig ln m'n bed, maar ik kan niet
alapcn. Ha, wat huilt de wind. En de
regen klettert tegen de ruiten.
178.
Het wordt al maar erger en ik word
een beetje bang. Daar vliegen warempel
de pannen al van het dakl
179. 'a Morgens gaan wij naar bulten om
te zien wat er gebeurd ia. Wij zien een
groot gat ln het dak.
180. Maar ln het dal tuaachen de heuvala
ia het gewoon verschrikkelijk. Daar ia al
les overstroomd, en met een bootje moe
ten de menschen zich reddenl
il lei
7. a
|v<M
t z
mi
Qpe
181.
't Is Zaterdagmiddag en we gaan fijn
naar de bioscoop. Moeder heeft me geld
meegegeven en nu koop ik deftig aan
't loket twee plaatsen, een voor Mimi
en een voor mij.
182.
Wat een mooie, groóte zaal. WIJ heb
ben prachtige plaatsen en kunnen goed
zien. Er zijn een heeleboel kinderen van
school. Nou stil, de muziek begint al.
183.
Daar heb je Billie Ritchie. Die maakt
altijd zulke leuke grappen. Kijk es, wat is
hij hang voor dien anderen meneer. Hij
loopt hard weg op zijn grappige groote
schoenen.
184. O, wat moeten we vreeselljk lachen!
Blllle Ritchie werd achterna gezeten sn
hij wist niet waar h|J zich bergen moest.
Hij vliegt zoo maar met zijn hoofd naar
beneden in een tont
Uzi
VREEMDE POSTZEGELS.
Van mevr. Wed. A Pool-Stapel, Pillanlelbün, Cass
36, Chili, Z. Amerika, kreeg ik weer een heeleboel
vreemde postzegels, die ik namens jullie in groo-
ten dank aanvaard.
Ik zal jullie, die er om gevraagd hebben, in de
volgende week toezenden.
Wie Hollandsche postzegels heeft, kan ze aan bo
venstaand adres zenden, dan zorgt Mw. Pool-Stapel
voor ultdeeling aan Chileensche verzamelaars. Dat
is een aardig Idee, nietwaar?
Doen jullie 't va9t?
CORR ESPONDENTrE.
A. v. V., Helder. Zie boven!
J. M., Kalverdijk. Zie boven. Jullie hebben een
mooie dag gehad! Amsterdam is een reuzestad, hè?
C. Rezel, v. Ewijcksluis. Zie boven, 't Komt voor
elkaar. hoor!
htl
r d
Correspondentie zenden naar L. ROGGEVEEN,
Loet 42. SCHAGEN N.-H.
Een onwaarschijnlijke geschiedenis
door L. Roggeveen,.
Vervolg.
„Maar de laatste won niet weg", ze lGrietJe, „dat
was zoo'n enge vent, met van die rare scheeve
Oogen."
Dacht lk 't niet?" zei Bram. „Kon Je 'm verstaan,
Grietje?"
..Nlet erg." zei Grietje,, „maar lk begreep wel, dat
'e om uwe» ultvlndlnk kwam. Ja," zoo vervolgde ze,
toen ze Bram'» gezicht zag. verwonderd, dat Grietje
óók al op de hoogte bleek, „we weten 'r alles van. en
wo praten d'r allemaal over. We vinden 't een fijne
Ultvlndlnk van uwes Jongeheer, Wel gefieleseteerd!"
Rram lachte en ging naar zijn kamer. Die Iwan
Paehukoff zat hem nog dwars. Rram wist nlst, hoe
'l kwam, maarhij vertrouwde dl# man voor
geen halve cent.
•.HIJ lachte veel te valsch", zei Bram, tegen Brl-
ulo. „en Ik weet bijna zeker, dat 't hem alleen om
wijn geheim te doen la. Maar hij krijgt 't nltt, nooit,
nooit!! Daar kun je zeker van zijn!"
Hij had nog niet lang gezeten, of z'n vriend Henk
kwam binnen.
„O Bram", riep Henk, „wat ben jij een reuzevent,
zeg! JU bent beroemd, jó, reken maar! Heb je de
krant van vanavond al gelezen, zog? D'r staat e en
reuzestuk over jou in! Vader en moeder hebben 't
ook gelezen en ze willen straks op viait» komen, om
je te foliciteeren! Zeg, waarom heb je me d'r nooit
iets van verteld? En waarom heb je 't me nooit eens
laten zien? Toe Bram, laat nou eens kijken, hoe je
't gemaakt hebt, en waar 't is?"
„Je kunt 't toch Immers niet zien", zei Bram.
„Nou ja, je weet toch heel goed. wat ik bedoel, hé?
Toe, jó, dat zou ik zoo aardig vinden! Als JU dan be
roemd bent, kan ik altijd zeggen: ik heb H eerst op
z'n kamer gezien, hoe hij 't gemaakt heeft!"
„Ga dan maar mee!" zei Bram.
De twee vrienden ging naar Bram's laboratorium.
Henk keek met open mond naar de grijswitte plek
op de tafel, waar de onzichtbare fleech stond.
MaarBram zag wat anders! Hij zag. dat t
dakraampje wijd open stond en dat had hij steeds
dicht gehouden. Hij zag ook, dat de stoelen ver
plaatst waren en dat 't kleine kastje open stond!
„Hier moet Iemand geweest zijn", dacht hij,
„Iemand heeft hier gesnuffeld, maar is waarschijn.
'Ijk gestoord geworden. Zou 't om de Abrovi t* doen
geweest zijn? Als dat zoo ls. dan ls 't Pashukoff of
een van z'n helpers geweest. Wat zal 'k doen? Vader
waarschuwen? Nee, dat niet! Moeder mocht eens
ongerust worden! Nee. Ik zal zélf goed opletten! Om
*o beginnen, neem lk de fleech en 't boek mee naar
mlln slaapkamer. Daar komt toch niemand."
Rram pakte do onzichtbare TW*ch met zijn plotse
ling onzichtbare hand beet. Henk gaf een schreeuw
van verwondering!
,Bram, Brammetje. hoe heb Je 't toch r^o uitge
vonden? Jó, wat ben JIJ toch een reu/avem, zeg!"
„Ga mee", zol Bram. Ze gingen weer terug naar
Bram's kamer.
Om Henk te plezieren haalde Rram nog een stel-
lotje grappen uit..
Henk zat heurtellngs ln stomme verbazing en dan
weer in uitgelaten pret te kljk-ml
Toen ging hij weg.
'sAvonde kwam er werkelijk visite
Henks vader en moeder bleven nle* lang. zt kwa
men meer uit vriendschap en belangstelling dan wel
Na een hartelUke felicitatie 't Is nacht, één uur.
Bij notaris Vingerling slapen alle menschen.
uit nieuwsgierigheid,
gingen ze weer weg.
Maar er kwamen nog neer menschen. die jc nooit
a.nders ziet dan bij verjaardagen; géén familiele
den, maar kennissen, die Je wel móét ..ntvangep,
omdat het onbeleefd zou wezen, om ze te weigeren,
maar die Je eerlUk gezegd, net z» lief voorbij de
deur zag gaan!
En zoo kwam er ook een oude kennis van vader,
met zUn vrouw, mUnheer en mevrouw van Strum-
pelen.
Het w-as een kwelling voor Bram. Mijnheer sprak
heel beschermend over Bram's vinding en zei, dat
hij er patent op moest nemen, terwUl mevrouw pro
beerde. om op allerlei mogelijke en onmogelUke ma
nieren Bram aan zijn verstand te brengen, „dat het
toch eigenlijk niets bijzonders was!" „Want, Bram",
zei ze, „er is nooit iets nieuws onder de zon ge
weest, nietwaar man? En laatst las lk 'nog in een
dik boek, een geleerd boek van één perfesser, wie
was 't ook weerafijn, *t was dan een geleerd
boek uit de leeszaalwe lezen altUd uit de lees
zaal, mevrouw, want 't la te duur, om al die boe
ken te koopen, maar me man zeit, dat je voor boe-
ken nóóit genoeg ken uitgeven, nlewaar man? Me
man ie ook altijd erg In de geleerdheid geweest,
Bram, hij heeft ook nog voor perfesser gestudeeerd,
nlewaar man? Maar door een ziekte op z'n maag ls
Ie niet doorgegaan. Jammer, hè?"
„En 't boek. mevrouw?" vroeg Bram. z
„O Ja", ging mevrouw van Strumpelen verder,
..dat boek. daar stond in, dat Je ook een* porfeaaer
gehad hebt, die óók de heels wereld onzichtbaar ge-
mnakt had, gut.... hoe heette die ook weer.... was
't niet eene Remhrang?"
„Rembrandt waa toch begon Bram.
„Juist, die was het", zei mevrouw, „RembTtndt,
die was hetl"
„Rembrandt was een schilder," zei Bram.
„Ken schilder? Nee Bram, nou bon je toch abuis,
I Jongen! Nee, nee. die was hetl En die maakte zoo-
gezeg de heels boel weg, nlewaar man? Niks bleef
er over, hahaha!"
Bram zag ln. dat hij beter deed te zwijgen!
Toen do visite weg was, en Bram naar boven ging,
mompelde hij in zichrolf: „Perfesser Rembang!
Trotech ben lk nlat. maar ik weet toch, dAt niemand
gedaan heeft Wat lk heb gedaan! En van de Abrovi
blijven ze af."
Bram ligt In. zijn bed met de onzichtbare flsaeh
onder zijn onzichtbare hoofdkussen,
Om 11 uur ls hU naar bed gegaan, vol gedachten
over de gebeurde dingen en over 't dakvenster, dat
I openstond.De deur van zijn slaapkamer heeft
hij op elot gedaan, 't Heeft lang geduurd, eer hij
sliep, maar eindelijk ie de oude vriend uit zijn
kindertijd. Vadertje Slaap, bij hem gekomen, heeft
hem ln zijn armen genomen en is met den jeugdigen
beroemden uitvinder op reis gegaan naar H onmete
lijke Rijk van de Droomen....
Niet iedereen slaapt. In de groote stad suizen de
auto's nog heen en weer, trams tinkelen door de
nog vrij drukke straten, overal loopen wandelaars,
door de koelte van den korten zomernacht
Een groote zwarte auto glijdt zacht ronkend door
de Parketraat. de Mauritskade op....
Bram alaaptEen gelukkige glimlach ligt op
zijn jongensgezicht, nog zonder lijnen van verdriet
of pijn....
De zwarte auto rijdt een zijstraat in en blijft
eventjes later staan.
Twee donkere mannen komen er uit....
„Attentlon", fluistert de één; wat hij mser zegt.
pnat verloren.
„Qui. compris!" antwoordt de andere.
Ze verdwijnen ln t donker van den nacht....
Bram slaaptHIJ hoort niet. dat zacht het raam
van zijn slaapkamer wordt opengeschoven; hU ziet
niet de twee gemaskerde gezichten
Twee mannen komen doodstil binnen. Kén bindt
met een nik den alapenden Jongen een doek voor
den mond zoodat hij niet kan schreeuwen; de on
der wikkelt hem in dekens....
Bram schrikt..,., grijpt instinctmatig onder zijn
kussen naar de fleech; gelukkig, die ls er nog, Bram,
houdt de fleech krampachtig tegen zfch aange
drukt!
Do eene man gaat door 't rayn naar bulten; de
nndere pakt Bram beet, geeft hem ala een lichte
lust over.... Bram ziet het grijnzende gezicht van
Paehukoff. HIJ schrikt en terwij! hij een ladder af
wordt gedragen.,., drinkthij..,., da.,flssch...
Abrovi,... loegil
Bram vsrlieet zijn bewustzijn
Wordt vervolgd.