Zaterdag 18 Juli 1925. 68ste Jaargang. No. 7674. Ï¥IIDE BLAD, Een interessante reis. Indrukken uil de Poolsche Republiek. niet tegen opzagen. om. door 't geven van rabche lichtsignalen de schepeling-en te misleiden en zoo moedwillig schipbreuk te veroorzaken. Alen moet de steile, geweldige rotskusten hebben gezien om zich een voorstelling te vormen van wat er gebeurt als met een woedende zee het schip tegen deze steenmassa's wordt geworpen. Wanneer we Ouessant zijn gepasseerd stevenen we IV. Nu ga ik de zee tegemoet, de wijde, wijde zee. Nu zal ik varon over den Atlantisch en Oceaan. O. ik weet, dat ik zal genieten van haar machtige schoonheid van het spel' harer golven, wanneer zo /dartelen als stoeiende kinderen of hoog zich ver- hoffen als toornende titanen. Ik zal genieten wan- neer do zon aan 'de zoo haar Hchtefrocten groeft, j wanneer de maan haar glansbaan over de water- j vlakte toekent, wanneer do grauwe luchten als pon Bombore dreiging over ons heen koepelen. Want eeuwig-schoon is de zee. Ook om haar stem. Is daarin niet oen oneindigheid van nuances? Zacht kan ze fluisteren, nauwelijks hoorbaar, maar die haar lief- hebben, weten wat zij zingt en het resoneert .in hunne zielen als teere muziek en opent La hen een diep verborgen wereld van de allersubtielste gevoelens. Maar diezelfde zee kan daveren en don-1 deren, zóó dat 't den mensch bang» te moede wordt, I dan geeft zo haar stormooncert, dan werken al i hare krachten samen, dan is 'fc huilen en giereh en krijischon en brullen en gillen dooréén, dan wordt 'fc alles tezamen tot een geweldige symfonie. Is het wonder, dat velen de zee hebben bezon- j gen moest zij niet, spreken vóór alles tot die zeer gèvoeligen, welke de dichters zijn? Ik denk aan wat mevr. RolandHolst in haar „Verzonken grenzen' zingt: De zeepaarden rennen aan over de waterblinkbaan, de zeepaarden steigeren, melkwit schuimt hun zilver gebit. Het schip snijdt snel i*n recht door borrelénd schuim gevecht vooruit; daar achter blinkt baan waaroveb het heen is gegaan; ver over het zeegelaat1 ligt die strak-getrokken straat. Is dit niet prachtig van beeldspraak? Is met schitterend gevonden aie vergelijking van de hoog op bruiöchende golven met ae woeste steigerende paarden. Hebben we zoo de zee niet aanschouwd., bewonderd? Maar evenzeer hebben wij haar gezien 1 als een schier onbewogen vlakte. Eigenlijk zien we haar telkens anders. Het gelaat van de zee is vane ouwige wisseling én omdat haar eigen karakter voortdurend verandort én omdat de haar over wolvende lucht haar steeds nieuwe kleuren geeft. Daarom verveelt de zee nimmer, althans niet (Ufo hen. die haar schoonheid kunnen proeven. En ik, ik heb haar ai zoo lang lief gehad. Ben ik niet in een zeedorpje geboren en heb ik niet van kind af aan haar gestreefd met mijn oogen? Ken ik haar dus niet reeds jaren ,en jaren lang als de schoone, maar ook wispelturige, onberekenbare en ondoor grondelijke, welkó cms telkens .een nieuw gelaat 'vertoont? romen, laat zij zich immers onze waarmede jou, stoeien, omdat we haar loeren! Wanneer ik den te.ebben geslapen, opsta, dan en wordt voortdurend nog die interessante kaap. Want dié* dacht men vroeger immers het einde der wereld. (Fini9 terrae ds fin de la terra is einde der aarde). En nu zou ik daar langs varen. Een afstand van 381 zeemij len ófigt tussschen Ouessant en Finisterre. Links de golf van Biskaje, rechts do Atlantische oceaan. Dit wil zeggen, dat wo gedurende een groot etmaal geen land meer zullen zien, slechts lucht en water. Eentoning, volgens velen. Maar voor wie de zee liefheeft, voor wie haar schoonhe'd kent. voor wie hare kleuren bewondert, voor wie haar zang ver- g bewo-. Ooos6Ö Apoth pn diotfr.fen geen ng. Voor hem is er slechts het genieten, nu eens zich uitend in explosies van extase, dan weer in een zalig wegsoeoen als onder begeleiding vah 't wiegelied eoner sirene. Met spanning volgen we een ander schip, dat we op ©enigen afstand speuren. Wij varon sneller, Straks stoornen we voorbij. Een zailschip wordt go passeerd. Dat is iets zeer moois. Daar zit teekemng in. Soms .zien we drie, vier grooto schepen tegelijk, j De kijkers gaan voor de oogen en we trachten don naam ^an het schip vast te stellen en dc natio naliteit Vooral bij avond maakt een verlicht passa- gierssch.p een fantastisehen indruk. Dan ineen» j krijg ik weer een besef van nietigheid. Op zulk een schip zijn menschen als wij ze amuseeren zich en gevoelen* zich misschien heel gewichtig maar wat is toch eigenlijk zulk een drijvende mensch en- kolonie tegenover die geweldige zee, tegenover dien immensen hemel, vanwaar de ster-en op ons neerzien? Wanneer wij 381 mij Kén van Ouessant naar Fiüi sterra hebben afgelegd, hebben we eerst de N.W. Spaansche kust aan bakboordzijde en dan volgt lia de uitmonding van de rivier Minho de Portugeescho kust, welke even oostwaarts naar binnen buigt. Mijn aardrijkskundige kennis wordt op de proef gesteld. Ik geloof niet, dat ik nog een voldoende cijfer kan halen. Maar met olkaar weten we ofte toch te oriënteeren en wij vullen de wederzijdsche leemten in de kennis gemakkelijk aan. Nu varen we vlak langs kaap Rooa. Schilder' achtig ligt een dorpje op ae rots als het reu zennest van een geweldige zeevogel. De zon schijnt heerlijk. Bx>u er nog iets van Lissabon, Portugal'» hoofdstad te zien zijn? Geen kans. Lissabon ligt landinwaarts aan een baai: Vroeger werd Lissabon aangedaan, nu moeten 'de toeristen dit missen en hebben ze geen gelegenheid een kijkje te nemen in deze stad en iets tezien van het leven van dat roerige Portu- geesohe volkje, waar zoo nu en dan eéns een re volutie uitbreekt. In vele opzichten is er overeen komst tusschen do Portugeezen en de Hollanders. Ook zij hebben evenals wij een tijd gekend van grootheid op de zoo en menige koeno zeevaarder en ontdekker draagt een Portugoeëchon naam. Ik denk echter dat in de Portugeezen meer tempera ment zit, want in het revohitiomaken zijn ze ons de baas. Zou het komen omdat elk volk iets gaat aar den naar den bodem, waarop het woont? In dó vette klei zit nu eenmaal niet veel explosieve kracht. Zou onze taaiheid, onze volharding, onze ge duldigheid daarmee samenhangen? vrijhaven werd toebedeeld. Eenige keeren .heeft Spanje nog getracht het aardrijkskundig ongetwij feld haar toekomende gebied te heroveren, maar tevergeefs. In 1783 wordt bij de vrede van Yersailles het bezit van deze ongeloofelijk sterke plaats op nieuw voor Engeland Bevestigd. En nóg wappert daar de vlag van GrootrBritannië. Als later op don dag do morgennevelen verdwij nen on de zon in volle glorie haar licht en warmte on« toezendt, dan varen we langs Spanje^ Zuid kust. De silhouetten van de Siërra Nevada (het gebergte in Z.-Spanje) toeken en zich mooi af tegen ae lucht. Duidelijk zien wij de besneeuwde toppen, die ais stompe kegels de lucht inboren. De kijkers doen weer goeden dienst bij de verkenning. Daar moet Malaga liggen,'een der grooto steden van de provincie De Middellandache zee is mooi van kleur en wo treffen 't nu. Ai het leed van de goli van Biskaje is vergeten. Zieke menschen zijn er niet. Hét water is ternauweriiood iu beweging, alleen wat Hei ig. Het is merkwaardig noo mensch ie narigheid vergeet, als zij eenmaal" achter den rug ia en plaats heeft gemaakt voor het aangename. PMIMMMMMM Op de Atl«vl .9c{ie Oceaan gekomen, 1 gelden als cerf nukkigebruid. Ze is ii bruid gedurendb 'dfr reis, onze bruid, we willen laafaety Ze ial liefhebben. 27sten Mei, iniLg is do wind aqp_ sterker. Er zit weel wat gewennertf aan 't zelfde gewoéI> dat op een schommel' zi Malligheid l Ik denk Je' gijig in het schip. Ik moet ingeren en heb dikwijls 1 ad als kind, wanneer ik 'Zal ik zeeziek worden? niet aan; ik heb mezelf pelig de n rug ia en plaats heeft gemaakt voor het aangename. Wie denkt ornu nog aan zeeziekte. Bohagolijk doet ons de Zuiderzonnewarmfco aan. Alk wo nu eens een zonnebad namen op 'fc bovenste dek. En weldra lig ik op mijn rug in ae zon te koesteren. Ik krijg qcn doms gratis medicijn van dien grootsten vijand van alle bacteriën. En als ik- 's middags aan 'tafel kom zie ik er uit als, een Roodhuid en de kapi tein maakt de opmerking, dat mijn vrouw me ter nauwernood zou kunnen herkennen. Wij gaai) thans recht het Oosten in. Morgen ochtend vroeg zullen we de Afrikaansche Noordkust zien en dan op Algiers aan. Met do gedachte aan deze stad ga ik s avonds naar kooi. Algiers. Afrika. De 'Bekoring van het nieuwe is toen altijd machtig. Afrika! Nooit had ik gedroomd ooit een voet op den bodem van dat werelddeel te zetten. Ik zal gaan kennis makens met niet-Europeanen, ben zien in eigen omgeving; hen, die ik slechts op plaatjes had bekeken en van wie ik wel hens las. Daar wonen de nazaten van de oude zooroovers^ dio in 't verleden zoo dikwijls de Hallaindscho koopvaarders hadden lastig gevallen. Daar huizen de afstammelingen van ae Mohnmodanen uit do eeuw na Mohamod, die er op uittrokken om een groot deei der toon bekende wereld aan zich te onderwerpen. Daar heeft het „Allahoe Akbaroe'' gedaverd on hebben do cirkelvormige kromsabels geglinsterd in do feilen zonneglans. Etn geweldig verleden komt mij voor den geest. En ik val lang zaam in slaap. Den Volgenden morgen wijzen we elkaar de Afrikaanscne kusten aan. De bergen naderen tot j aan de zee. Er zit spanning in dé passagiers. De J meeste toeristen zijn vor* verwachting*. Ik vermoed dat er in allen iets dergelijks is ais in mij'. Wo wijzen &kaar op mooie punten. Begroeido bergen, bovenop soms een moskee jnet oen minaret, van waar naar oud gebruik de geloovigeu worden óp- geroepen om te bidden toe AHan. Want Allah is groot. 't Is anders dan ik me had voorgesteld. Ik had gedacht het verblindend wit van het neet geschoeide zand te zien. De Sahar,J platen en schilderijen - mij een bepaalde voorstelling gesuggereerd. Daar is öchter een rijkdom van hoornen en groen. Jlet wordt ons oen belofte van wat we zullen zien, ais we aan wai zullen zijn. Het is ruim negen uur. Alvers is in zidhti Er is aan de oevers van e«n kleine rivier, niet» La rioh doet bemerken van de onrust, die het eenmaal over geheel Europa heeft gebracht. Neon, men doet het beste met van Warefohau naar het Zuiden te trekken. Alen raat dan naar Czestoohowa, dat wei' eens het Poolscne Lourdce wordt genoemd, en waar heen inderdaad menige pelgrimstocht wordt ge maakt. Niet alleen echter, zelfs niet voornamelijk naar Czeetoohowa zelf. maar naar het onmiddellijk nabij gelegen beroemde klooster van Gaana Gora, woordelijk te vertalen door „Lichtende borg", pen voorpoet van het katholiek geloof reeds in de 12e of 13e eeuw, en in het bezit van kerkschatten, die moeilijk haars gelijke kunnen hebben. Daar wordt eiken ochtend, omstreeks 6 uur, met plechtigheid en begeleiding van muziek liet allerkostbaarste beidt, het beeld der H. Maagd, beladen met schat ten. te zien gegeven. Het klooster Gas na Gom ligt in het z.g. Paiatinaat aldus is de verdecling van marmer-exploitatie. Daaraan grenst eenerzij ds het Paiatinaat van Lodz, mot de hoofdstad van ge lijken naam, die wei eens het Poolseh .Manchester wordt genoemd, en die een groote, 450.000 inwo ners oencrum van textielindustrie is. In de nabij heid daarvan K&lisch, gelegen aan de Prosna, een antiek stadje, dat reeds in den Roenu^nschcn tijd een handelscentrum heeft gevormd. Aan don ando ren kant ligt het Paiatinaat van Dublin, eveneens met een hoofdstad van gelijken naam. die een katholieke Universiteit bezit en in do geschiedenis, van Polen een belangrijke rol hoeft gespeeld. Hiér is men reeds do grenzen van het voormalig Galicië genaderd. Het vroegere Lemberg, dat thans Leopol of Lwow genaamd is, is etui mooie stad met veel gebouwen; met een Universiteit, dio van de zo Ven tiende eeuw dagteekent en een PoiyteohhiscsUó schooi; het is bovenal een gewichtig handelscen trum. gelijk do Oosterscho jaarmarkten, die hier gehouden worden, wel duidelijk aantoonen. Niet ver daar vandaan ligt de vroegere vesting Przmysl, dio in den grooton oorlog tusschen Russen en Oos tenrijkers langdurig is bestreden, gólijk trouwens in geheel dit gedeelte van de Karpathen de oorlog geweldig heeft gewoed en de beroemde Macketnsfen er niot zonder moeite in gestaagd is zióii hier een doortocht te banen. Bij het Paiatinaat van Leopol sluit zich, meer naar den Russischon kant dat van Tarnapol en, ten zuiden daarvan, dat van Stanis- lawow aan; vooral dit .laatste is oen oentrum van fchen, dio do natuurlijke grenzen vormen Polen «n T»j echo-ölowakije oouurrijai»; RoflinonW anderzijds, hun hoogste kammen naar het zuiden en dus niet naar Polen koeren, er valt ook op berg gebied in Polen nog wel een en ander te waar deert n. Vooral 'ten zuiden van Krakau, waar de Poolsche grens oen stuk vooruitspringt, en waar het beroemde Tatra-gcbergto te bezoeken ia, Aan de andere zijde- van Krakau gaat de weg naan Wilicza en naar Bochnia, centra va zoutmijnen* die dusdanig bekend zijn, dat het bijna belachelijk; schijnt ven Bezoek aan Polen te brengen en deze te verzuimen. Wat men dan ook niet doet, al levert het liezoek, zoo geheel en al voor vreemdé- hngon voorbereid, weinig meer op dat* den ervaren toerist eenige verwondering schenkt. Tegen het Oosten, dus tegen het tegenwoordige bolsjewistische Rusland en tegen de Ukraine aan, zand te zien. De Sahara speelde mij door het hoofd, liggen die deelen van Polen, welke zich vermoedelijk erijen uit 't woestijngebied hadden in karakter weinig onderscheiden iets als ontroering in ons. We naderen ai meer. Daar lis van de aangren zende deelen aan de Russische zijde Hier vindt men de Palatinaten van Volhynic. van Grodno, van No- wogrodek on van Wilna, Halverwege den weg lus- schen Wilna en Warschau ligt Bialystok, in vredes tijd,-gelijk men geneigd zou zijn zich uitte drukkeen, een centrum van handel, maar in oorlogstijd het voor ons. Een baai van oenigo kilo- hoofdkwartier van den Russischen aanvoerder. Deze Öp het dek gekomen, ga ik naar de reeling en wordt bekoord door 't spel der golven; ze rollen elkaar achterna. Hoor hoe ze botsen tegen de flank van ons Zeekasteel. Maar ik voel me lekker in den frissohen wind. Ik heb er geen vermoeden; van dat Neptunes, de God. der zeeën, op mij loert en van plan is om mijn overmoed te straffen on mij klein te krijgen. Zal 't hom gelukken? Ik kom tot de ontdekking dat vele passagiers aan de lunch mankeeren. Op mijn wandeling door de ganeen naar mijn hut, hoor ik vreemde, benauwde gelui den. Aha, dat zijn de erupties van do maag. Ik ontmoet menschen met bfoeke gezichten. Op hel dok staan er vel'en bedenkelijk voorovergebogen over de reefing. Anderen liggen zwijgend in de luie stoelen. Do oogen gesloten. Ik voel me nog béSt en probeer sommigen wat moed in te praten. Kom, Jopie, houd je taai.... Arme Jopie! 't Wórdt haar te machtig, maar dapper verzet ze zich toch tegen de opstandigheid van haar maag. Waar zijn „de korten"? En de notarisvrouw? Waar is hot vrouwtje van den „Karbouw?" Ze liggen in de hut, machte loos. ziek. En.... Neptunes jubelt. Er wordt ge offerd op zijn altaar. Maar mij heeft hij nog niet klein gekregen, 't Wordt tijd voor 'fc diner. De eet zaal is bedenkelijk leeg. Iets schijn ik toch te gevoelen; do lucht van 't eten is me wat hinder lijk. maar ik zet me toch dapper aan tafel.' Alij'n bordje soep staat voor rae. 'fc Is soms of mijn maag los ligt en in mijn lichaam de beweging van de zee meemaakt. Ik gg de soep naar binnen lepelen. Een. twee, drie vier schepjes... Stop. Wat is or nu aan de hand? Toch maar even weggaan.... Tweo minuten lafcor sta ook ik aan do reeling en kijk naar omlaag. Ik hoor de spotlach van Nepfcu- nus. Hij heeft 't van me gewonnen. Heel kort In-eft 'fc goduurd --- maar ik kan me nu t*x;h zwjikjos voorsteden wat hot is, zeeziek te zijn. - En zoo ging ik als een stoute jongen dien avond zonder eten naar bed. Dat heeft do golt van Biskaje me geleveni. Mot mijn leeg-e maag val ik spoedig in een vorkwikkenden slaap. Als ik den volgenden dag troeg ontwaak, ben ik weer geheel normaal en ontbijt ais oen hongerigo wolf. En sedert heeft Neptunes geen offer moer van mij gevraagd. Wat ik hom ook in 't geheel niot gunde. Nu kon ik weer genieten van de heerlijke, be wogen zee. Maar eerst ga ik op ziekenbezoek. Daai zijn er nog, die zich ellendig gevoelen- „Dat is ééns, maar nooit weer", verzdcert mij een dame, „dat noemen zo voor je plezier uitgaan.'; Neptunes is echter in goeden luim, nadat hij ziofy eens goed heeft laten gelden. Hij is tevreden en blijkbaar besloten .ons vorder ongemoeid te laten. Langzamerhand wordt ieder normaal en de gezich| ten krijgen weer de opgewekte uitdrukking van menschen, die voor ontspanning op reis zijm Ik woon op No. 44 aan bakboórdzijda Dat is een gelukje voor me, want dat is nu de zijde waar het meeste to zien valt. En wij komen weldra langs het eiland Ouessant, dat do uiterste westpunt van Frankrijk is. liet weer is beter geworden on we hebben ruim „zacht''. 'Als ik door mijn patrijspoort over de vlakte zie, dan ligt Ouessant vlak voor mè. Ik zie de vuurtoren en onderscheid de kustrotson. Daar achter ligt de k\jst van Bretagne, berucht en gevreesd in vroegere tijden om de velé schip breuken. Bretagne was immers 't land van ae strandjutters on 'fc is bekend, dat deze heeron er Do schoen flanst fraai aan Uwen voet. Zoo Oij met Erdal pool- _sen doet. .i*t 't V' meters lengte. Over de ganache lengte is do enorme j oostelijke gebieden de streek om Grodno in het stad gebouwd. Ze ligt daar to baden in 't licht bijzonder zijn bekend om de groote bosschen die der zon. Iloog op togen de bergen ligrfc ze aange- j er voorkomen. Bialowicza, een klein hoofdplaatsje vleid. De vele witte gebouwen geven aan het van een. Arrondissement in het Paiatinaat van Bialy- geheei een sohitterend aspect. We kunnen öns niet stok, omvatte tot 1915 het nationale park van Polen; verzadigen aan het overweldigend gezicht. Om tien j de wouden hier beschermden den Europeeschen bi- uur ii^; do „Johan de Witte stil; een "drijvende j son en andere zeldzaam geworden vertegenwoordi- steiger komt naast do boot. We zullen aan wal gers van de oorspronkelijke fauna. De houtvoorraad gaan, wij zullen oen nieuwe wereld Ieeron kennen, Tn deze deelen van Polen was reusachtig en van een. ©en wereld, waarvan ik u in den volgenden briel ongelooflijken rijkdom; zij is dat ook nu nog, maar zal vertellen. n. -poetst licht uit Wat of zoo'n zeereis tot diepzinnige en gewichtige overpeinzingen aanleiding geeft. Onder al dat ge filosofeer hebben wij kaap Rooa ai weer ver achter j ons gelaten 'en wo koersen naar kaap Sint Vin- cent, de uiterste Z.W. punt van Portugal. Na Sint Vncent zullen we den steven meer naar het Oosten wenden om do poort op to zookon, waar- door we van de Atlantische Oooaan zullen (komen in do oude wereldzee, de Aliddellandsche Zee. Die poort is de straat van Gibraltar. Die straat van Gibraltar schijnt een zèldzame aantrekkelijkheid .te bezitten voor de zeereizigers. Zij vormt het onderwerp van de gesprekken, wanneer we Sint Vincent voorbij zijn. En de groote vraag is of we Gibraltar zullen passeeren in den nacht or overdag. AÜerlei gissingen worden gemaakt. .Maar de kapi tein weet 't wel. Heel, heel vroeg in don morgen, >zai 't wezen. Hoe laat? Ongeveer ora vier uur. Sapperloot, dat wordt vroeg o[«taan. En we willen ons toch niet het interessante gezicht op die im posante, geweldig militair versterkte rots, waar Engeland zijn begeenge hand heeft opgelegd, laten ontgaan. Er worden even bedenkelijke gezichten gezet, maar ik lach in mijn binnenste en vind aio- zalf oen reuzen boffer met mijn hut aan bakboord zijde. Ik behoefde slechts uit mijn patrijspoort te zien om de beroemde rotsen te aanschouwen. Inderdaad is hot vier uur in den morgen als we langs Gibraltar stoornen. Helaas, is 'fc wat heiïg on daarom 'fc uitzicht niet helder. Toch krijg ik een idee van de betoekenis van deze pl'ék, welkio ik op mijn terugreis duidelijker zal kunnen waar hemen. 'Gibraltar Is een stad van ongeveer 30.000 inwoners (het sterke garnizoen mtx^gerekond) en ligt op een landtong, welke eindigt in oen iiooge rots, ten Oosten van een binnenzee, de baai van Algociras. Op deze rots landden in 711 de Ara bieren, toen 2ij l>egeerig ora hun godsdienst, het Alohemedanisme, te verbreiden, overstaken naar Europa En op deze plaats bouwde de Arabische veldheer Tarik een kasteel. "Sedert wordt de plaats Dschebel al Tarik (Berg van Tarik, later verwor den tot Gibraltar) genoemd. Eeuwen lang hebben )do Moorcn (de Arabieren) hier geheerscht. Wet wist Ferdinand IV van Oasrfcilië in 1302 do vesting te veroveren, maar in 1333 verviel ze weder aan de Mooren. die haar behielden tot het jaar 1462. toen de hertog van Medina Sidonia haar voorgoed aan de Mohamedaansche indringers ontrukte. Ik zai de geschiedenis van Gibraltar niet verder ver volgen. Zij hangt voor oen deel ook met onze feschiedenis samen. Alleen wil ik nog vermelden at in 1704 een Engelsche vloot Gibraltar heeft genomen en deze stad in 1714 aan Engeland als men zou een heel slecht opmerker zijn. indien men niet bemerkte hoe de oorlog hier heoft huisgehou. den en hoe datgene, wat nog voor vernietiging werd gespaard in den oorlogstijd, later ten offer is geval len aan de woede der bolsjewistische troepen. Trou wens, ook in zooverre beoordeolen wij Polen toch wel verkeerd, dat wij ons nauwelijks bewust zijn hoezeer dit land gevaar heeft geloopen in 1920 te komen «nder de overheersching van de Russische revolutie. De. Russische vijand heeft gestaan tot voor de mu ren van Warschau; verbitterd is daar, als meermalen in de geschiedenis van .Polen, gevochten en de Po len zijn er in geslaagd, dien vijand terug te dringen. Maar beeft men wel eens bedacht wat. er van Euro- Warschau is de hoofdstad van Polen. Zij is het niet altijd geweest, is het eerst- ln den loop der zeventiende eeuw geworden, maar daarna als Re sidentie van de Poolsche koningen voortdurend verfraaid. Alen moet dit in het bijzonder aan dc pa had kunnen worden, indien niet aldus ware ge beide Saksische keurvorsten August den Sterke schied on August III en wellioht nog meer aan den zwak Tegen Pruisen aan liggen uiteraard die Poolsche ken iaafcston Koning August Poniataski, ter eero deelen, welke van de Pruisische provincie Posen met nageven, dat zij moeite noch kosten hebben ge- de gelijknamige hoofdplaats, van West-Pruisen en spaard om van^ Warschau oen verblijf te maken, den van Opper-Silezië zijn afgenomen. Posen is een ves- Poolsohen Koning waardig. Maar wellidhfc daardoor, ting; behoort tot de oudste steden van Polen, gelijk in elk geval mede tengevolge daarvan, heeft War j trouwens ook Tonin. in hot Duitsch Thorn genaamd, schau verloren wat het aan Oostersoh karakter in waar niemand minder dan de groote Copernicus is den aanvang bezat. Warschau is een moderne stad. geboren. Posen bevat verder het vroegere Duitsche met - veel mooie gebouwen; met belangwekkende j Bromberg, waar de pogingen" tot germaniseering den kerken en met twee hartade» van het verkeer: dè sterksten voortgang hebben gemaakt, en het bekend® Marskalkouska, die de mooiste winkels dei stad i badplaatsje Hohensalza. dat over prachtige salines bevat, en de Krakauerstraat, die, naar het bekende beschikt. Silezié is het middenpunt van wat Polen voorbeeld van Genua, de paleizen van de groote aan mijnbouw, in het bijzonder aan kolenvoorra- PooIeoHe geslachten aaneenrijgt. Daar ziin de gran den heeft. Men heeft in zooverre rekening gchoa- diose woningen, waar deze Poolsche edellieden met den met het bijzonder karakter van het Siiezisohe historische namen, in het bezit van onmetelijke land, dat daar niet alleen vertegenwoordigers voor fortuinen en landheeren over goederen, dis den den Rijksdag worden gekozen, maar dat ook ver- omvang eener Xederlandsche provincie benaderen, tcgenwoordigers worden gekozen .voor ocm eigen hebben gwwoond^ ten tijde, dat het Hof in War- vertegenwoordigend lichaam van Silezië met Zekere schaij verblijf hield. Enkele dezer historische wo medezeggenschap. Kóningshutte mrr 75000 inwo ningen behooren nog aan de Ijctroffeide familie: Pers, Katowitz inet vijftig duizend mwo- anderen daarentegen zijn ingericht voor openbare ners zijn Iner wel de voornaamste plaatsen, die, 't diensten. Zoo vormde ae tegenwoordige ambtewo mijn bouwend karakter der# streek ook in haar ning van den President van den Ministerraad vroe uiterlijk direct verraden. Dit is en blijft in zoo- ger het paleis der Potooki's, dragers van een wel-vorrc voor de geschiedenis van Pruisen een histo- bekenden naam in het Poolseh verleden en hc risch land, omdat men hier telkenmale stuit op den. De Krakauerstraat loopt tenslotte uit op het namen en gebeurtenissen, die herinneren aan Fré- plein voor het koninklijk kasteel, dat nog altijd, j derik den Grooton en de oorlogen^ dio hij ter ver schoon het in den Russisehen tijd een weinig ib overing en tot behoud van Silezié heelt gevoerd, verval is geraakt, een fraai gebouw is met histo - Aleer naar het Noorden ligt dat gebied van ...1. I .1 i. Vïrt* hfiAl T>,.l ..Tl A 'f\ t lm* ,ml. 1/^,1,*u mnf .vin 11 1 ll kelijk gowiuw met e*?n reestzaai, aie zexor mei in gooiea is nier werxc een der grootste, maar wel oen der meest l>elang van het vraagstuk-Dai wekkende in Noord-Europa is. De Prrssidonfc van Poolseh g«-bio<r loont d dó Republiei woont eon klein eindje lmiten War-j scheidt daardoor liet -Danzig, wat zonderling. Het >t door tot aan de Oostzee JBd Republiek woont eon klein eindje buiten War I scheidt daardoor het aan DuitseIhand gebleven schau; hij heeft het paleis Belvedère, dat vroeger Oost-Pruisen van het vorige Pruisen geheel af. Nu bewoond word door <le Ru<.>ischo Gouverneur leidt dit w.-l t-.i zeer /.(inilerlinge gevolgen, wan- '-1- L-"-- Danzig naar oorst- over kr behoort; igens door; ïr» de onmiddellijke omgeving ook van Warschau een klein stuk van dan z.g. Pooischen corridor, om is de Citadel, waar men nog de cellen der aanvoer daarna weer in Oost Pruisen te komen on vervol ders van den opstand van 1863 aanwijst. gens natuurlijk weer Polen in te gaan. Do vroeger Wie echter zou rneenen in Warschau Polen en het aangelegde .spoorwegen heblxm uiteraard geen reke- Poolsche loven te loeren kennen, zou zich ten ning kunnen houden met de ietwat zonderlinge eenenmale vergissen. Zeker, Warschau is de zetel veraeeling. die men hier heeft ingesteld, en, even- va u menige typisch Poolscne onderneming of Pool- zeer begrijpelijk, men heeft de sj>oorwegen niét sche organisatie, maar het echte Poolache loven uknnen ombouwen naar aanleiding van deze nieuwe met zijn tradities, zijn overleveringen, zijn veelal verdeeling. Zoo i» het reizen in dat gedeelte mot romantisf'hc mystiek moét men daarbuiten waar Van moeilijkheden ontbloot, en zoo k >mt er bij. dat nemen. Daartoe behoeft men niet geheel naar hét men bijv. uit Berlijn. Danzig hét beste kan berei- Ooïten to gaan, naar Wilna, het aoor Polen van *ken door eerst door tc reizen tot Mariënburg. up Lithauen verkregen plaatsje, dat, rustig gelegen don weg naar Koningsbergen gelegen, om vervol-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 5