Zaterdag 18 Juli 1925.
68ste Jaargang. No. 7674.
Ï¥IIDE BLAD,
Een interessante reis.
Indrukken uil de Poolsche
Republiek.
niet tegen opzagen. om. door 't geven van rabche
lichtsignalen de schepeling-en te misleiden en zoo
moedwillig schipbreuk te veroorzaken. Alen moet de
steile, geweldige rotskusten hebben gezien om
zich een voorstelling te vormen van wat er gebeurt
als met een woedende zee het schip tegen deze
steenmassa's wordt geworpen.
Wanneer we Ouessant zijn gepasseerd stevenen we
IV.
Nu ga ik de zee tegemoet, de wijde, wijde zee.
Nu zal ik varon over den Atlantisch en Oceaan.
O. ik weet, dat ik zal genieten van haar machtige
schoonheid van het spel' harer golven, wanneer zo
/dartelen als stoeiende kinderen of hoog zich ver-
hoffen als toornende titanen. Ik zal genieten wan-
neer do zon aan 'de zoo haar Hchtefrocten groeft, j
wanneer de maan haar glansbaan over de water- j
vlakte toekent, wanneer do grauwe luchten als pon
Bombore dreiging over ons heen koepelen. Want
eeuwig-schoon is de zee. Ook om haar stem. Is daarin
niet oen oneindigheid van nuances? Zacht kan ze
fluisteren, nauwelijks hoorbaar, maar die haar lief-
hebben, weten wat zij zingt en het resoneert .in
hunne zielen als teere muziek en opent La hen
een diep verborgen wereld van de allersubtielste
gevoelens. Maar diezelfde zee kan daveren en don-1
deren, zóó dat 't den mensch bang» te moede wordt, I
dan geeft zo haar stormooncert, dan werken al i
hare krachten samen, dan is 'fc huilen en giereh en
krijischon en brullen en gillen dooréén, dan wordt
'fc alles tezamen tot een geweldige symfonie.
Is het wonder, dat velen de zee hebben bezon- j
gen moest zij niet, spreken vóór alles tot die
zeer gèvoeligen, welke de dichters zijn? Ik denk
aan wat mevr. RolandHolst in haar „Verzonken
grenzen' zingt:
De zeepaarden rennen aan
over de waterblinkbaan,
de zeepaarden steigeren, melkwit
schuimt hun zilver gebit.
Het schip snijdt snel i*n recht
door borrelénd schuim gevecht
vooruit; daar achter blinkt baan
waaroveb het heen is gegaan;
ver over het zeegelaat1
ligt die strak-getrokken straat.
Is dit niet prachtig van beeldspraak? Is met
schitterend gevonden aie vergelijking van de hoog
op bruiöchende golven met ae woeste steigerende
paarden. Hebben we zoo de zee niet aanschouwd.,
bewonderd? Maar evenzeer hebben wij haar gezien 1
als een schier onbewogen vlakte. Eigenlijk zien
we haar telkens anders. Het gelaat van de zee is
vane ouwige wisseling én omdat haar eigen karakter
voortdurend verandort én omdat de haar over
wolvende lucht haar steeds nieuwe kleuren geeft.
Daarom verveelt de zee nimmer, althans niet (Ufo
hen. die haar schoonheid kunnen proeven. En ik,
ik heb haar ai zoo lang lief gehad. Ben ik niet in
een zeedorpje geboren en heb ik niet van kind af
aan haar gestreefd met mijn oogen? Ken ik haar
dus niet reeds jaren ,en jaren lang als de schoone,
maar ook wispelturige, onberekenbare en ondoor
grondelijke, welkó cms telkens .een nieuw gelaat
'vertoont?
romen, laat zij zich
immers onze
waarmede
jou, stoeien, omdat we haar
loeren! Wanneer ik den
te.ebben geslapen, opsta, dan
en wordt voortdurend
nog die interessante kaap. Want dié* dacht men
vroeger immers het einde der wereld. (Fini9 terrae
ds fin de la terra is einde der aarde). En nu zou
ik daar langs varen. Een afstand van 381 zeemij
len ófigt tussschen Ouessant en Finisterre. Links
de golf van Biskaje, rechts do Atlantische oceaan.
Dit wil zeggen, dat wo gedurende een groot etmaal
geen land meer zullen zien, slechts lucht en water.
Eentoning, volgens velen. Maar voor wie de zee
liefheeft, voor wie haar schoonhe'd kent. voor wie
hare kleuren bewondert, voor wie haar zang ver-
g bewo-.
Ooos6Ö Apoth pn diotfr.fen
geen
ng. Voor hem is er slechts het genieten, nu
eens zich uitend in explosies van extase, dan weer
in een zalig wegsoeoen als onder begeleiding vah
't wiegelied eoner sirene.
Met spanning volgen we een ander schip, dat
we op ©enigen afstand speuren. Wij varon sneller,
Straks stoornen we voorbij. Een zailschip wordt go
passeerd. Dat is iets zeer moois. Daar zit teekemng
in. Soms .zien we drie, vier grooto schepen tegelijk, j
De kijkers gaan voor de oogen en we trachten don
naam ^an het schip vast te stellen en dc natio
naliteit Vooral bij avond maakt een verlicht passa-
gierssch.p een fantastisehen indruk. Dan ineen» j
krijg ik weer een besef van nietigheid. Op zulk een
schip zijn menschen als wij ze amuseeren zich
en gevoelen* zich misschien heel gewichtig maar
wat is toch eigenlijk zulk een drijvende mensch en-
kolonie tegenover die geweldige zee, tegenover dien
immensen hemel, vanwaar de ster-en op ons
neerzien?
Wanneer wij 381 mij Kén van Ouessant naar Fiüi
sterra hebben afgelegd, hebben we eerst de N.W.
Spaansche kust aan bakboordzijde en dan volgt lia
de uitmonding van de rivier Minho de Portugeescho
kust, welke even oostwaarts naar binnen buigt.
Mijn aardrijkskundige kennis wordt op de proef
gesteld. Ik geloof niet, dat ik nog een voldoende
cijfer kan halen. Maar met olkaar weten we ofte
toch te oriënteeren en wij vullen de wederzijdsche
leemten in de kennis gemakkelijk aan.
Nu varen we vlak langs kaap Rooa. Schilder'
achtig ligt een dorpje op ae rots als het reu zennest
van een geweldige zeevogel. De zon schijnt heerlijk.
Bx>u er nog iets van Lissabon, Portugal'» hoofdstad
te zien zijn? Geen kans. Lissabon ligt landinwaarts
aan een baai: Vroeger werd Lissabon aangedaan, nu
moeten 'de toeristen dit missen en hebben ze geen
gelegenheid een kijkje te nemen in deze stad en
iets tezien van het leven van dat roerige Portu-
geesohe volkje, waar zoo nu en dan eéns een re
volutie uitbreekt. In vele opzichten is er overeen
komst tusschen do Portugeezen en de Hollanders.
Ook zij hebben evenals wij een tijd gekend van
grootheid op de zoo en menige koeno zeevaarder
en ontdekker draagt een Portugoeëchon naam. Ik
denk echter dat in de Portugeezen meer tempera
ment zit, want in het revohitiomaken zijn ze ons de
baas. Zou het komen omdat elk volk iets gaat aar
den naar den bodem, waarop het woont? In dó
vette klei zit nu eenmaal niet veel explosieve
kracht. Zou onze taaiheid, onze volharding, onze ge
duldigheid daarmee samenhangen?
vrijhaven werd toebedeeld. Eenige keeren .heeft
Spanje nog getracht het aardrijkskundig ongetwij
feld haar toekomende gebied te heroveren, maar
tevergeefs. In 1783 wordt bij de vrede van Yersailles
het bezit van deze ongeloofelijk sterke plaats op
nieuw voor Engeland Bevestigd. En nóg wappert
daar de vlag van GrootrBritannië.
Als later op don dag do morgennevelen verdwij
nen on de zon in volle glorie haar licht en warmte
on« toezendt, dan varen we langs Spanje^ Zuid
kust. De silhouetten van de Siërra Nevada (het
gebergte in Z.-Spanje) toeken en zich mooi af tegen
ae lucht. Duidelijk zien wij de besneeuwde toppen,
die ais stompe kegels de lucht inboren. De kijkers
doen weer goeden dienst bij de verkenning. Daar
moet Malaga liggen,'een der grooto steden van de
provincie
De Middellandache zee is mooi van kleur en wo
treffen 't nu. Ai het leed van de goli van Biskaje
is vergeten. Zieke menschen zijn er niet. Hét water
is ternauweriiood iu beweging, alleen wat Hei
ig. Het is merkwaardig noo
mensch
ie narigheid vergeet, als zij eenmaal" achter den
rug ia en plaats heeft gemaakt voor het aangename.
PMIMMMMMM
Op de Atl«vl .9c{ie Oceaan gekomen, 1
gelden als cerf nukkigebruid. Ze is ii
bruid gedurendb 'dfr reis, onze bruid,
we willen laafaety
Ze ial
liefhebben.
27sten Mei, iniLg
is do wind aqp_
sterker. Er zit weel
wat gewennertf aan
't zelfde gewoéI> dat
op een schommel' zi
Malligheid l Ik denk Je'
gijig in het schip. Ik moet
ingeren en heb dikwijls 1
ad als kind, wanneer ik
'Zal ik zeeziek worden?
niet aan; ik heb mezelf
pelig
de n
rug ia en plaats heeft gemaakt voor het aangename.
Wie denkt ornu nog aan zeeziekte. Bohagolijk doet
ons de Zuiderzonnewarmfco aan. Alk wo nu eens
een zonnebad namen op 'fc bovenste dek. En weldra
lig ik op mijn rug in ae zon te koesteren. Ik krijg
qcn doms gratis medicijn van dien grootsten vijand
van alle bacteriën. En als ik- 's middags aan 'tafel
kom zie ik er uit als, een Roodhuid en de kapi
tein maakt de opmerking, dat mijn vrouw me ter
nauwernood zou kunnen herkennen. Wij gaai)
thans recht het Oosten in. Morgen ochtend vroeg
zullen we de Afrikaansche Noordkust zien en dan
op Algiers aan. Met do gedachte aan deze stad
ga ik s avonds naar kooi. Algiers. Afrika. De
'Bekoring van het nieuwe is toen altijd machtig.
Afrika! Nooit had ik gedroomd ooit een voet
op den bodem van dat werelddeel te zetten. Ik
zal gaan kennis makens met niet-Europeanen, ben
zien in eigen omgeving; hen, die ik slechts op
plaatjes had bekeken en van wie ik wel hens las.
Daar wonen de nazaten van de oude zooroovers^
dio in 't verleden zoo dikwijls de Hallaindscho
koopvaarders hadden lastig gevallen. Daar huizen
de afstammelingen van ae Mohnmodanen uit do
eeuw na Mohamod, die er op uittrokken om een
groot deei der toon bekende wereld aan zich te
onderwerpen. Daar heeft het „Allahoe Akbaroe''
gedaverd on hebben do cirkelvormige kromsabels
geglinsterd in do feilen zonneglans. Etn geweldig
verleden komt mij voor den geest. En ik val lang
zaam in slaap.
Den Volgenden morgen wijzen we elkaar de
Afrikaanscne kusten aan. De bergen naderen tot
j aan de zee. Er zit spanning in dé passagiers. De
J meeste toeristen zijn vor* verwachting*. Ik vermoed
dat er in allen iets dergelijks is ais in mij'. Wo
wijzen &kaar op mooie punten. Begroeido bergen,
bovenop soms een moskee jnet oen minaret, van
waar naar oud gebruik de geloovigeu worden óp-
geroepen om te bidden toe AHan. Want Allah
is groot.
't Is anders dan ik me had voorgesteld. Ik had
gedacht het verblindend wit van het neet geschoeide
zand te zien. De Sahar,J
platen en schilderijen -
mij een bepaalde voorstelling gesuggereerd. Daar
is öchter een rijkdom van hoornen en groen. Jlet
wordt ons oen belofte van wat we zullen zien,
ais we aan wai zullen zijn.
Het is ruim negen uur. Alvers is in zidhti Er is
aan de oevers van e«n kleine rivier, niet» La rioh
doet bemerken van de onrust, die het eenmaal over
geheel Europa heeft gebracht. Neon, men doet
het beste met van Warefohau naar het Zuiden te
trekken. Alen raat dan naar Czestoohowa, dat wei'
eens het Poolscne Lourdce wordt genoemd, en waar
heen inderdaad menige pelgrimstocht wordt ge
maakt. Niet alleen echter, zelfs niet voornamelijk
naar Czeetoohowa zelf. maar naar het onmiddellijk
nabij gelegen beroemde klooster van Gaana Gora,
woordelijk te vertalen door „Lichtende borg", pen
voorpoet van het katholiek geloof reeds in de 12e
of 13e eeuw, en in het bezit van kerkschatten, die
moeilijk haars gelijke kunnen hebben. Daar wordt
eiken ochtend, omstreeks 6 uur, met plechtigheid
en begeleiding van muziek liet allerkostbaarste
beidt, het beeld der H. Maagd, beladen met schat
ten. te zien gegeven. Het klooster Gas na Gom ligt
in het z.g. Paiatinaat aldus is de verdecling van
marmer-exploitatie. Daaraan grenst eenerzij ds het
Paiatinaat van Lodz, mot de hoofdstad van ge
lijken naam, die wei eens het Poolseh .Manchester
wordt genoemd, en die een groote, 450.000 inwo
ners oencrum van textielindustrie is. In de nabij
heid daarvan K&lisch, gelegen aan de Prosna, een
antiek stadje, dat reeds in den Roenu^nschcn tijd
een handelscentrum heeft gevormd. Aan don ando
ren kant ligt het Paiatinaat van Dublin, eveneens
met een hoofdstad van gelijken naam. die een
katholieke Universiteit bezit en in do geschiedenis,
van Polen een belangrijke rol hoeft gespeeld. Hiér
is men reeds do grenzen van het voormalig Galicië
genaderd.
Het vroegere Lemberg, dat thans Leopol of
Lwow genaamd is, is etui mooie stad met veel
gebouwen; met een Universiteit, dio van de zo
Ven tiende eeuw dagteekent en een PoiyteohhiscsUó
schooi; het is bovenal een gewichtig handelscen
trum. gelijk do Oosterscho jaarmarkten, die hier
gehouden worden, wel duidelijk aantoonen. Niet
ver daar vandaan ligt de vroegere vesting Przmysl,
dio in den grooton oorlog tusschen Russen en Oos
tenrijkers langdurig is bestreden, gólijk trouwens
in geheel dit gedeelte van de Karpathen de oorlog
geweldig heeft gewoed en de beroemde Macketnsfen
er niot zonder moeite in gestaagd is zióii hier een
doortocht te banen. Bij het Paiatinaat van Leopol
sluit zich, meer naar den Russischon kant dat van
Tarnapol en, ten zuiden daarvan, dat van Stanis-
lawow aan; vooral dit .laatste is oen oentrum van
fchen, dio do natuurlijke grenzen vormen
Polen «n T»j echo-ölowakije oouurrijai»; RoflinonW
anderzijds, hun hoogste kammen naar het zuiden
en dus niet naar Polen koeren, er valt ook op berg
gebied in Polen nog wel een en ander te waar
deert n. Vooral 'ten zuiden van Krakau, waar de
Poolsche grens oen stuk vooruitspringt, en waar
het beroemde Tatra-gcbergto te bezoeken ia, Aan
de andere zijde- van Krakau gaat de weg naan
Wilicza en naar Bochnia, centra va zoutmijnen*
die dusdanig bekend zijn, dat het bijna belachelijk;
schijnt ven Bezoek aan Polen te brengen en deze
te verzuimen. Wat men dan ook niet doet, al
levert het liezoek, zoo geheel en al voor vreemdé-
hngon voorbereid, weinig meer op dat* den ervaren
toerist eenige verwondering schenkt.
Tegen het Oosten, dus tegen het tegenwoordige
bolsjewistische Rusland en tegen de Ukraine aan,
zand te zien. De Sahara speelde mij door het hoofd, liggen die deelen van Polen, welke zich vermoedelijk
erijen uit 't woestijngebied hadden in karakter weinig onderscheiden
iets als ontroering in ons. We naderen ai meer.
Daar lis
van de aangren
zende deelen aan de Russische zijde Hier vindt men
de Palatinaten van Volhynic. van Grodno, van No-
wogrodek on van Wilna, Halverwege den weg lus-
schen Wilna en Warschau ligt Bialystok, in vredes
tijd,-gelijk men geneigd zou zijn zich uitte drukkeen,
een centrum van handel, maar in oorlogstijd het
voor ons. Een baai van oenigo kilo- hoofdkwartier van den Russischen aanvoerder. Deze
Öp het dek gekomen, ga ik naar de reeling en
wordt bekoord door 't spel der golven; ze rollen
elkaar achterna. Hoor hoe ze botsen tegen de
flank van ons Zeekasteel. Maar ik voel me lekker in
den frissohen wind. Ik heb er geen vermoeden;
van dat Neptunes, de God. der zeeën, op mij loert
en van plan is om mijn overmoed te straffen on mij
klein te krijgen. Zal 't hom gelukken? Ik kom tot
de ontdekking dat vele passagiers aan de lunch
mankeeren. Op mijn wandeling door de ganeen
naar mijn hut, hoor ik vreemde, benauwde gelui
den. Aha, dat zijn de erupties van do maag. Ik
ontmoet menschen met bfoeke gezichten. Op hel
dok staan er vel'en bedenkelijk voorovergebogen
over de reefing. Anderen liggen zwijgend in de luie
stoelen. Do oogen gesloten. Ik voel me nog béSt
en probeer sommigen wat moed in te praten. Kom,
Jopie, houd je taai.... Arme Jopie! 't Wórdt haar
te machtig, maar dapper verzet ze zich toch tegen
de opstandigheid van haar maag. Waar zijn „de
korten"? En de notarisvrouw? Waar is hot vrouwtje
van den „Karbouw?" Ze liggen in de hut, machte
loos. ziek. En.... Neptunes jubelt. Er wordt ge
offerd op zijn altaar. Maar mij heeft hij nog niet
klein gekregen, 't Wordt tijd voor 'fc diner. De eet
zaal is bedenkelijk leeg. Iets schijn ik toch te
gevoelen; do lucht van 't eten is me wat hinder
lijk. maar ik zet me toch dapper aan tafel.' Alij'n
bordje soep staat voor rae. 'fc Is soms of mijn
maag los ligt en in mijn lichaam de beweging van
de zee meemaakt. Ik gg de soep naar binnen
lepelen. Een. twee, drie vier schepjes... Stop. Wat
is or nu aan de hand? Toch maar even weggaan....
Tweo minuten lafcor sta ook ik aan do reeling en
kijk naar omlaag. Ik hoor de spotlach van Nepfcu-
nus. Hij heeft 't van me gewonnen.
Heel kort In-eft 'fc goduurd --- maar ik kan me
nu t*x;h zwjikjos voorsteden wat hot is, zeeziek
te zijn. -
En zoo ging ik als een stoute jongen dien avond
zonder eten naar bed.
Dat heeft do golt van Biskaje me geleveni.
Mot mijn leeg-e maag val ik spoedig in een
vorkwikkenden slaap. Als ik den volgenden dag
troeg ontwaak, ben ik weer geheel normaal en
ontbijt ais oen hongerigo wolf. En sedert heeft
Neptunes geen offer moer van mij gevraagd. Wat
ik hom ook in 't geheel niot gunde.
Nu kon ik weer genieten van de heerlijke, be
wogen zee. Maar eerst ga ik op ziekenbezoek. Daai
zijn er nog, die zich ellendig gevoelen- „Dat is
ééns, maar nooit weer", verzdcert mij een dame,
„dat noemen zo voor je plezier uitgaan.';
Neptunes is echter in goeden luim, nadat hij ziofy
eens goed heeft laten gelden. Hij is tevreden en
blijkbaar besloten .ons vorder ongemoeid te laten.
Langzamerhand wordt ieder normaal en de gezich|
ten krijgen weer de opgewekte uitdrukking van
menschen, die voor ontspanning op reis zijm
Ik woon op No. 44 aan bakboórdzijda Dat is een
gelukje voor me, want dat is nu de zijde waar
het meeste to zien valt. En wij komen weldra langs
het eiland Ouessant, dat do uiterste westpunt van
Frankrijk is. liet weer is beter geworden on we
hebben ruim „zacht''. 'Als ik door mijn patrijspoort
over de vlakte zie, dan ligt Ouessant vlak voor mè.
Ik zie de vuurtoren en onderscheid de kustrotson.
Daar achter ligt de k\jst van Bretagne, berucht
en gevreesd in vroegere tijden om de velé schip
breuken. Bretagne was immers 't land van ae
strandjutters on 'fc is bekend, dat deze heeron er
Do schoen flanst fraai
aan Uwen voet.
Zoo Oij met Erdal pool-
_sen doet.
.i*t 't V'
meters lengte. Over de ganache lengte is do enorme j oostelijke gebieden de streek om Grodno in het
stad gebouwd. Ze ligt daar to baden in 't licht bijzonder zijn bekend om de groote bosschen die
der zon. Iloog op togen de bergen ligrfc ze aange- j er voorkomen. Bialowicza, een klein hoofdplaatsje
vleid. De vele witte gebouwen geven aan het van een. Arrondissement in het Paiatinaat van Bialy-
geheei een sohitterend aspect. We kunnen öns niet stok, omvatte tot 1915 het nationale park van Polen;
verzadigen aan het overweldigend gezicht. Om tien j de wouden hier beschermden den Europeeschen bi-
uur ii^; do „Johan de Witte stil; een "drijvende j son en andere zeldzaam geworden vertegenwoordi-
steiger komt naast do boot. We zullen aan wal gers van de oorspronkelijke fauna. De houtvoorraad
gaan, wij zullen oen nieuwe wereld Ieeron kennen, Tn deze deelen van Polen was reusachtig en van een.
©en wereld, waarvan ik u in den volgenden briel ongelooflijken rijkdom; zij is dat ook nu nog, maar
zal vertellen.
n.
-poetst licht uit
Wat of zoo'n zeereis tot diepzinnige en gewichtige
overpeinzingen aanleiding geeft. Onder al dat ge
filosofeer hebben wij kaap Rooa ai weer ver achter
j ons gelaten 'en wo koersen naar kaap Sint Vin-
cent, de uiterste Z.W. punt van Portugal. Na
Sint Vncent zullen we den steven meer naar
het Oosten wenden om do poort op to zookon, waar-
door we van de Atlantische Oooaan zullen (komen
in do oude wereldzee, de Aliddellandsche Zee.
Die poort is de straat van Gibraltar. Die straat van
Gibraltar schijnt een zèldzame aantrekkelijkheid
.te bezitten voor de zeereizigers. Zij vormt het
onderwerp van de gesprekken, wanneer we Sint
Vincent voorbij zijn. En de groote vraag is of we
Gibraltar zullen passeeren in den nacht or overdag.
AÜerlei gissingen worden gemaakt. .Maar de kapi
tein weet 't wel. Heel, heel vroeg in don morgen,
>zai 't wezen. Hoe laat? Ongeveer ora vier uur.
Sapperloot, dat wordt vroeg o[«taan. En we willen
ons toch niet het interessante gezicht op die im
posante, geweldig militair versterkte rots, waar
Engeland zijn begeenge hand heeft opgelegd, laten
ontgaan. Er worden even bedenkelijke gezichten
gezet, maar ik lach in mijn binnenste en vind aio-
zalf oen reuzen boffer met mijn hut aan bakboord
zijde. Ik behoefde slechts uit mijn patrijspoort
te zien om de beroemde rotsen te aanschouwen.
Inderdaad is hot vier uur in den morgen als we
langs Gibraltar stoornen. Helaas, is 'fc wat heiïg
on daarom 'fc uitzicht niet helder. Toch krijg ik
een idee van de betoekenis van deze pl'ék, welkio
ik op mijn terugreis duidelijker zal kunnen waar
hemen. 'Gibraltar Is een stad van ongeveer 30.000
inwoners (het sterke garnizoen mtx^gerekond) en
ligt op een landtong, welke eindigt in oen iiooge
rots, ten Oosten van een binnenzee, de baai van
Algociras. Op deze rots landden in 711 de Ara
bieren, toen 2ij l>egeerig ora hun godsdienst, het
Alohemedanisme, te verbreiden, overstaken naar
Europa En op deze plaats bouwde de Arabische
veldheer Tarik een kasteel. "Sedert wordt de plaats
Dschebel al Tarik (Berg van Tarik, later verwor
den tot Gibraltar) genoemd. Eeuwen lang hebben
)do Moorcn (de Arabieren) hier geheerscht. Wet
wist Ferdinand IV van Oasrfcilië in 1302 do vesting
te veroveren, maar in 1333 verviel ze weder aan
de Mooren. die haar behielden tot het jaar 1462.
toen de hertog van Medina Sidonia haar voorgoed
aan de Mohamedaansche indringers ontrukte. Ik
zai de geschiedenis van Gibraltar niet verder ver
volgen. Zij hangt voor oen deel ook met onze
feschiedenis samen. Alleen wil ik nog vermelden
at in 1704 een Engelsche vloot Gibraltar heeft
genomen en deze stad in 1714 aan Engeland als
men zou een heel slecht opmerker zijn. indien men
niet bemerkte hoe de oorlog hier heoft huisgehou.
den en hoe datgene, wat nog voor vernietiging werd
gespaard in den oorlogstijd, later ten offer is geval
len aan de woede der bolsjewistische troepen. Trou
wens, ook in zooverre beoordeolen wij Polen toch wel
verkeerd, dat wij ons nauwelijks bewust zijn hoezeer
dit land gevaar heeft geloopen in 1920 te komen
«nder de overheersching van de Russische revolutie.
De. Russische vijand heeft gestaan tot voor de mu
ren van Warschau; verbitterd is daar, als meermalen
in de geschiedenis van .Polen, gevochten en de Po
len zijn er in geslaagd, dien vijand terug te dringen.
Maar beeft men wel eens bedacht wat. er van Euro-
Warschau is de hoofdstad van Polen. Zij is het
niet altijd geweest, is het eerst- ln den loop der
zeventiende eeuw geworden, maar daarna als Re
sidentie van de Poolsche koningen voortdurend
verfraaid. Alen moet dit in het bijzonder aan dc pa had kunnen worden, indien niet aldus ware ge
beide Saksische keurvorsten August den Sterke schied
on August III en wellioht nog meer aan den zwak Tegen Pruisen aan liggen uiteraard die Poolsche
ken iaafcston Koning August Poniataski, ter eero deelen, welke van de Pruisische provincie Posen met
nageven, dat zij moeite noch kosten hebben ge- de gelijknamige hoofdplaats, van West-Pruisen en
spaard om van^ Warschau oen verblijf te maken, den van Opper-Silezië zijn afgenomen. Posen is een ves-
Poolsohen Koning waardig. Maar wellidhfc daardoor, ting; behoort tot de oudste steden van Polen, gelijk
in elk geval mede tengevolge daarvan, heeft War j trouwens ook Tonin. in hot Duitsch Thorn genaamd,
schau verloren wat het aan Oostersoh karakter in waar niemand minder dan de groote Copernicus is
den aanvang bezat. Warschau is een moderne stad. geboren. Posen bevat verder het vroegere Duitsche
met - veel mooie gebouwen; met belangwekkende j Bromberg, waar de pogingen" tot germaniseering den
kerken en met twee hartade» van het verkeer: dè sterksten voortgang hebben gemaakt, en het bekend®
Marskalkouska, die de mooiste winkels dei stad i badplaatsje Hohensalza. dat over prachtige salines
bevat, en de Krakauerstraat, die, naar het bekende beschikt. Silezié is het middenpunt van wat Polen
voorbeeld van Genua, de paleizen van de groote aan mijnbouw, in het bijzonder aan kolenvoorra-
PooIeoHe geslachten aaneenrijgt. Daar ziin de gran den heeft. Men heeft in zooverre rekening gchoa-
diose woningen, waar deze Poolsche edellieden met den met het bijzonder karakter van het Siiezisohe
historische namen, in het bezit van onmetelijke land, dat daar niet alleen vertegenwoordigers voor
fortuinen en landheeren over goederen, dis den den Rijksdag worden gekozen, maar dat ook ver-
omvang eener Xederlandsche provincie benaderen, tcgenwoordigers worden gekozen .voor ocm eigen
hebben gwwoond^ ten tijde, dat het Hof in War- vertegenwoordigend lichaam van Silezië met Zekere
schaij verblijf hield. Enkele dezer historische wo medezeggenschap. Kóningshutte mrr 75000 inwo
ningen behooren nog aan de Ijctroffeide familie: Pers, Katowitz inet vijftig duizend mwo-
anderen daarentegen zijn ingericht voor openbare ners zijn Iner wel de voornaamste plaatsen, die, 't
diensten. Zoo vormde ae tegenwoordige ambtewo mijn bouwend karakter der# streek ook in haar
ning van den President van den Ministerraad vroe uiterlijk direct verraden. Dit is en blijft in zoo-
ger het paleis der Potooki's, dragers van een wel-vorrc voor de geschiedenis van Pruisen een histo-
bekenden naam in het Poolseh verleden en hc risch land, omdat men hier telkenmale stuit op
den. De Krakauerstraat loopt tenslotte uit op het namen en gebeurtenissen, die herinneren aan Fré-
plein voor het koninklijk kasteel, dat nog altijd, j derik den Grooton en de oorlogen^ dio hij ter ver
schoon het in den Russisehen tijd een weinig ib overing en tot behoud van Silezié heelt gevoerd,
verval is geraakt, een fraai gebouw is met histo - Aleer naar het Noorden ligt dat gebied van
...1. I .1 i. Vïrt* hfiAl T>,.l ..Tl A 'f\ t lm* ,ml. 1/^,1,*u mnf .vin 11 1 ll
kelijk gowiuw met e*?n reestzaai, aie zexor mei in gooiea is nier werxc
een der grootste, maar wel oen der meest l>elang van het vraagstuk-Dai
wekkende in Noord-Europa is. De Prrssidonfc van Poolseh g«-bio<r loont d
dó Republiei woont eon klein eindje lmiten War-j scheidt daardoor liet
-Danzig, wat zonderling. Het
>t door tot aan de Oostzee JBd
Republiek woont eon klein eindje buiten War I scheidt daardoor het aan DuitseIhand gebleven
schau; hij heeft het paleis Belvedère, dat vroeger Oost-Pruisen van het vorige Pruisen geheel af. Nu
bewoond word door <le Ru<.>ischo Gouverneur leidt dit w.-l t-.i zeer /.(inilerlinge gevolgen, wan-
'-1- L-"-- Danzig naar
oorst- over
kr behoort;
igens door;
ïr» de onmiddellijke omgeving ook van Warschau een klein stuk van dan z.g. Pooischen corridor, om
is de Citadel, waar men nog de cellen der aanvoer daarna weer in Oost Pruisen te komen on vervol
ders van den opstand van 1863 aanwijst. gens natuurlijk weer Polen in te gaan. Do vroeger
Wie echter zou rneenen in Warschau Polen en het aangelegde .spoorwegen heblxm uiteraard geen reke-
Poolsche loven te loeren kennen, zou zich ten ning kunnen houden met de ietwat zonderlinge
eenenmale vergissen. Zeker, Warschau is de zetel veraeeling. die men hier heeft ingesteld, en, even-
va u menige typisch Poolscne onderneming of Pool- zeer begrijpelijk, men heeft de sj>oorwegen niét
sche organisatie, maar het echte Poolache loven uknnen ombouwen naar aanleiding van deze nieuwe
met zijn tradities, zijn overleveringen, zijn veelal verdeeling. Zoo i» het reizen in dat gedeelte mot
romantisf'hc mystiek moét men daarbuiten waar Van moeilijkheden ontbloot, en zoo k >mt er bij. dat
nemen. Daartoe behoeft men niet geheel naar hét men bijv. uit Berlijn. Danzig hét beste kan berei-
Ooïten to gaan, naar Wilna, het aoor Polen van *ken door eerst door tc reizen tot Mariënburg. up
Lithauen verkregen plaatsje, dat, rustig gelegen don weg naar Koningsbergen gelegen, om vervol-