Abonnementsgelden,
Het Geheim van Benard Orown
één nacht
DERDE BLAD.
vóór 1 AUGUSTUS a.s
De dingen om ons heen.
FEUILLETON.
Raad Oudkarspel.
CORRICIDE
Zaterdag 18 Juli 1925.
68sle Jaargang. No. 7674.
Aan onze lezers buiten Scha gen doen wij het ver
zoek het abonnementsgeld der Schager Courant over
het tweede kwartaal 1925, ten bedrage van 11-85
(voor courant mei Zondagsblad 1238),
aan ons Bureai\ te betalen, óf over te maken per
postwissel óf over te laten schrijven op onze poot-
rekening No. 23330.
De laatste manier van vereffening raden wij ten
zeerste aar., daar dit slechts 5 cents kost; formu
lieren zijn aan alle postkantoren één cent
verkrijgbaar. Per postwissel daarentegen zijn de
kosten f0.10.
Na genoemden datum wordt beschikt met f 0.14
verhooging. Toezending is dos voordeeligl
Voor alle abonné's die gewoon zijn het couranten-
geld aan onze Agenten (de plaatselijke kantoorkou-
ders) te betalen, geldt dit verzoek niet
Zij, die bij ons op De Prins, Het Nieuwe Mode
blad, Gracieuse, of Kinderkleeding enz. zijn geabon
neerd, kunnen eveneens het daarvoor verschuldigde
abonnementsgeld 2e kwartaal 1925, op dezelfde wijze
toezenden.
Voor De Prins is het bedrag f2.33
Voor Het Nieuwe Modeblad f 1-25
Voor Gracieuse f 2.15
Voor Kinderkleeding f0.95
Voor Panorama 12-50
Voor Het Leven I2JW
DE ADMINISTRATIE.
Het knselt weer eens in Duitschland.
Nu heet het weder, dat Stresemann als minister
van buitenlandsche zaken zou verdwijnen, aange
zien hij het niet kan vinden met de opvattingen vqji
sommige zijner collega's ten aanzien van de nota
aan Briand.
Het zou verwonderlijk zijn. als het niet zoo was,
daar deze aangèlegenheid natuurlijk verschil van
meening tengevolge moet hebben. Immers thans
staat voor Duitschland zeer veel op het spel. Heel
de toekomst gedurende een reeks van jaren zal
worden beslist door het al dan niet tot standkomen
van het wederkeerige veiligheidsverdrag en van de
al dan niet aansluiting van Duitschland bij den
Volkenbond. Het een zoo min als het andere is
.Duitschland gemakkelijk gemaakt en hpt antwoord
aan Briand vereischt dus groot zeemanschap, om
dat het eenerzijds krachtig moet opkomen voor de
w«nschen ea verlangens der Duitsche natie en an
derzijds toch niet zoo de puntjes op de i mag zet
ten, dat Briand er de afwijking uit kan lezen, die
men er te Parijs zoo gaarne in zou willen zien,
teneinde dan bij voorkomende gelegenheden de han
den vrijer te hebben en vooral om zulk een weige
ring te kunnen uitkrijten voor bewijs eener onge
wijzigde gemoedsstemming der Duitschers. Dus als
grond voor wantrouwen.
Nu spreekt het van zelf, dat de overeenkomsten
op industrieel gebied tus^chen groote ondernemers
aan beide zijden der grens ten gevolge moeten heb
ben, dat de tegenstellingen niet meer zoo grof en
fel kunnen blijven. Wel behoeft men geen vriend
te zijn met hem met wien men zaken doet, doch
aan den anderen kant is toch voor aanhoudend
harrewarren en verdachtmaken van elkanders be
doelingen minder plaats dan te voren.
Doch: de industrieelen zijn de regeering niet en
nog veel minder do parlementen en de pers.
Zoolang de Duitschnationalen alles op haren en
22.
door E. PHILLIPS OPPENHEXML
Mijnheer Benjamin maakte eene plotselinge bewe
ging en staakte zijne overpeinzingen.
„Neen. niets nieuws, vader, ik dAcht over die
Thurwellzaak. Geef mij de sleutels, wilt u?"
Mijnheer Levy leunde achterover in zijn stoel en
haalde uit zijn broekzak een rinkelenden bos sleu
tels.
Zwijgend nam mijnheer Benjamin ze aan, hij open
de de brandkast en haalde er een pakje verschoten
brieven uit., dat met een rood lint was omwonden.
Hieruit nam h ijeen brief en legde de overigen be
hoedzaam weer lenig.
1 ^Alweer dio brieven,'- merkte zijn liefhebbende va
der met liefkozende stem uit. „Pas er op, Benjamin,
pas er op. Zij zijn hun gewicht aan goud voor ons
waard."
„Zij zijn veel meer waard", zei Benjamin onver
schillig. „Er is maar een ding, vader, dat mij een
beetje in de war maakt".
..Het moet een raar ding zijn, dat jou in de war
maakt, mijn jongen", zeide zijn vader, hem bewon
derend aankijkend. „Ik prijs nooit onverdiend, maar
ik moet dit zeggen. Benjamin, je hebt die Thurwell
zaak prachtig behandeld prachtig! Kom, laat mij
eens hooren, wat je te diep gaat."
Hij stond op en keek' over zijn zoons schouder
heen naar den brief, dien hij bezig was te lezen
oen dun velletje buitonlandsch papier, bedekt mot
dicht op elkaar geschreven regels, fijn, hoekig schrift
en riekend zelfs nu nog naar fijne odeur.
„Wat is het, Benjamin wat is het?"
Zijn zoon legde den vinger bij een zin aan het eind
van den brief en las hardop:
„Wat die vrees voor mij is geweest, en wat zij is
geworden gedurende mijn treurig, eenzaam leven, dat
kan ik u niet doen begrijpen. Altijd die vreeselijke
woorden van wraak in mijne ooren, zooals ik ze het
laatst hoorde. Ze schenen te rollen over zee en land
en in het midden van nacht en in de zonnige straat,
nog hóór ik ze. Het is niet zoozeer voor jou dat ik
vrees. Bernard, dan wel voor hem!"
Mijnheer Levy luisterde en knikte goedkeurend.
„Alles is duidelijk hier. Benjamin, vind ik. De be-
teekénis is volkomen verstaanbaar,"
Mijnheer Benjamin legde zijn vinger bij den laat-
sten zin.
„Wat maak je daar dan uit, vader?" vroeg hij.
Mijnheer Levy zette zijn bril op en las de woorden
langzaam.
„Het i sniet zoozeer voor Jou dat ik vrees, Ber-
snaren zetten om de Volkspartij en Stresemann uit
de regeering te dringen, hetgeen tengevolge zou heb
ben, dat het element dat werkelijk streeft naar ver
zoening üit die regeering zou verdwijnen, terwijl de
uitgesproken of verkapte tegenstanders te Berlijn
de boventoon zouden gaan voeren, is er natuurlijk
geen sprake van een werkelijke toenadering.
Opmerkelijk is in verband hiermede de oproep
van een aantal Fransche intellectueel en. die niet
schromen te kennen te geven, dat de paragTaaf van
het Verdrag van Versailles, waarin Duitschland
moest erkennen den oorlog op het geweten te heb
ben en dus aansprakelijk te zijn voor alle scha
den, herziening of schrapping verdient, wil men ein
delijk komen tot een goede verstandhouding der twee
volken en tot de kans op een werkeiijken vrede.
Wij gelooven niet. dat deze oproep, zelfs al vinden
wij er de namen onder van eenige Fransche gene
raals, veel zal uitwerken. Al zou ongetwijfeld het
schrappen van deze afgedwongen schuldbekentenis
met alle gevolgen van dien. van groote beteekenis
kunnen zijn voor betere verhoudingen.
Zoolang de Duitsche politieke partijen zoo hopeloos
verdeeld zijn aangaande hetgeen zij zelf wenschen en
wat zij van hun regeering verwachten, is het niet
wel aan te nemen, dat er veel komt van die verzoe
ning.
Het is weer voor de zooveelste maal het oude liedje,
dat de Duitschers voor hun demonstraties steeds het
verkeerde moment kiezen en een verkeerde toon aan
slaan. Als zij de verklaring der Fransche intellectu—
eelen hadden begroet in denzelfden geest, waarin deze
was opgesteld en als zij hierdoor het bewijs hadden
geleverd, dat de Duitsche republiek, met of zonder die
afgedwongen schuldverklaring, bereid blijft haar ver
plichtingen na te komen, zou het voor de onverzoen-
lijken in Frankrijk veel lastiger zijn geweest om dit
manifest terzijde te schuiven.
Als men er echter op antwoordt met het heenzen
den van den leider van buitenlandsche politiek, die
oprecht naar verzoening streeft en die door zijn plan
van wederkeerigheid Parijs toch reeds in zulk een
moeilijk parket heeft gebracht, dan moet de moening
in Frankrijk toch wel opnieuw en weder krachtiger
postvatten, dat het met den ersnt van Duitschland
maar zóó zóó staat en dat het dwaasheid zou zijn
eenige meerdere tegemoetkoming te toonen, dan hoog
noodig is. Veel zal natuurlijk afhangen van do for
muleering. die de Duitsche regeering geeft aan het
antwoord, dat heden Zaterdag te Parijs wordt
overhandigd. Al is het dan hoogst merkwaardig, dat
dit antwoord reeds \faandag en Dinsdag door den
Rijksdag zal worden besproken. Nog voor dus de
Fransche regeering het voldoende kan bestudecren en
zeker voor men het in Engeland nog heeft gelezen.
Hoe het antwoord ook luidt: grond tot kritiek bij
tal van Duitsche partijen geeft het in elk geval en
zoodoende kunnen Parijs en Londen er gemakkelijk
alle zwakke punten uithalen en tevens met groote
zekerheid nagaan, op - welke punten de rege8rings-
opvatting door de partijen al dan niet wordt gesteund.
Wat moet worden beschouwd als een spierinkje, uit
geworpen naar een kabeljauw, wat als het absoluut
maximum der Duitsche concessies.
Door deze bespreking aan de orde te stellen voor
men zelfs den indruk kent ln 't buitenland gewekt,
verzwakt met ongetwijfeld zijn positie en wordt het
nóg twijfelachtiger of er van het pact meer overblijft,
dan van het protocol.
En wie zal dan, na deze nieuwe mislukking, op
nieuw een poging in het werk willen stellen?
Men kan toch niet aan dSn gang blijven met zulke
voorstellen, waarbij de partijen toch zoo op hun stuk
blijven staan, dat een werkelijk verdrag, waaraan
men iets heeft voor de wederzijdsche veiligheid naar
alle menschelijke berekening onmogelijk is en blijft.
UITKIJK.
Vergadering van den Raad dezer gemeente op
Donderdagavond halfacht. Allen aanwezig. 1 vaca
ture.
De voorzitter opent de vergadering en wenscht bij
deze gelegenheid een kort woord te spreken. Toen
we de laatste vergadering hielden, was onze geachte
heer Bregman nog in ons midden. Het plotseling
overlijden heeft ons allen getroffen. Steeds heeft hij
zeker de belangen der gemeente naar zijn beste
weten voorgestaan. Hij heeft B. en W. en ik geloof
ook u ter zijde gestaan in het belang van de gemeen
te. De herinnering zal ons bij blijven dat hij als lid
van den Raad en wethouder de belangen van de
gemeente behartigde.
Naar aanleiding van de notulen, welke aan de le
den zijn uitgereikt, merkt de heer Bakker op, dat,
hoewel de notulen goed zijn weergegeven, de sluis-
besprekingen niet voldoende zijn weergegeven, ^fee-
gedeeld werd toen, dat het afdammen f 870 zou kos-
N V. ALQEM. HOLL. HANDEL-INDUSTRIE MIJ
DENNEWEG 140 - DEN HAAG
Eenige Importeurs der Keene Co. te New-York.
De heer P. Kroon: Je kan er soms niet over en niet*
docr.
Tenslotte wordt met algemeene stemman besloten
om tot 1 April het verzoek toe te stean.
Van Ged. Staten is de mededeeling ingekomen, dat.
als de Raad het verhoogde bedrag voor den ontv&n-
is wa! men noemt HET ONFEILBARE MIDDfL niet op de begrooting plaats», zij dit ambtshalve
legen LIKDOOBNS. Verkrijgbaar bij uw drogisl. zu"cn
Voor herziening achten ze geen termen aanwezig
in verband met het schrijven van B. en W. vgn 2o
Juni 1010.
Ingekomen is het verslag over den toestand der
provincie over 1024.
Vastgesteld werd een suppletoiro begrooting op een
4 bedrag van 11709.43#. waarin ls opgenomen de f1009
ten, omdat de sleuven te dicht op elkander stonden voor onvoorzien.
om er gebruik van te maken. Nu is gebleken,dat Af- en overschrijvingen worden geregeld op oen be-
toch de sleuven gebruikt zijn, waardoor de kosten drag van f 71.69#.
zeker minder zullen rijn geworden. De geloofsbrieven van het nieuwbenoemdo lid. de
Voorzitter erkent dit en deelt mee. dat de inlich- heer Jb. de Boer, werden nagezien door de heoren
tingen toen van dien 88rd waren, dat bij een volle Groen, P. Kroon en H Bakker en in volkomen orde
?en <*am van c.M. breed te smal was en bevonden, zoodat tot toelating werd geadviseerd en be-
dit 80 c.M. zou moeten zijn. Een later onderzoek sloten.
heeft uitgemaakt, dat met eenige bijkomende mid- Aangeboden wordt de gemeente rekening, welke sluit
delen de dam van 22 c.M. voldoende was. met een nadeelig saldo van f8000.
Wethouder Kroon merkt op. dat de schotten zijn De voorzitter merkt daarbij op, d*at van de gemeente
geplaatst van geploegd en gemest hout. inkomstenbelasting van het Rijk nog slechts f 9000
Voorzitter zegt, dat een heele toer geweest is om ontvangen is en op een ontvangst van f21000 gerekend
de schotten te houden. j kan worden.
De heer Kostelijk zegt, dat men direct met het De ontvangsten zijn geweest f 59633.G&# en de uit
werk begonnen is. nadat do dammen goplaatst wa- gaven f67158.63.
ren. Beter ia het in zoodanige gevallen om een De ontvangsten en uitgaven van den kapitaaldienst
paar dagen te wachten. waren f3125.
De heer Bakker heeft inlichtingen verkregen dat De rekening van het armbestuur geeft aan een ont
bét zelfs met 10 c.M. uit te voeren is. vangst van .'4276.87#. een uitgaaf van f4970.77#, al-
Voorzitter: Wij zijn niet technisch en kannen er zoo een nadeelig saldo van f59ö.89#.
dan ook moeilijk verder op ingaan. Dammen van 60 De exploitatierekening van het gasbedrijf geeft aan
c-M. worden op de rivieren steeds gebruikt een ontvangst en uitgaaf van f 21027.78# met «en
De heer Groen: Daar is toch ook de afstand veel saldo van f306.45.
grooter. De rekening van het electrisch bedrijf geeft aan een
Do notulen worden goedgekeurd. ontvangst en uitgaaf van f21067.78#.
Ingekomen is het verslag over de malariabestrlj- Verder worden de diverse begrootingen aangeboden,
ding over 1923—1925, het verslag van den keuringa. Volgt benoeming van een lid (tevens voorzitter) van
dienst op waren en de begrpoting van den keurings- het Burgerlijk Armbestuur.
dienst. De heer Bakker vraagt of het niet beter is te wach-
Van den bond van autobestuurder» is een ver- te° totdat de Baad voltallig is.
zoek ingekomen om adhaesie op oen door hen aan oorzitter dee't. mee, dat volg. na do wet binnen 20
de regeering te zenden adres tot het verkrijgen van dagen een lid benoemd moet worden,
een wettelijk geregelden werktijd- I Do "eer Kostelijk vraagt of het niet gewenscht is een
Voorzitter acht hier alles voor te zeggen. .wethouder te benoemen.
De heer Kostelijk vreest, dat hot soms voor de J,°or*itter:. Daarin ls de Raad vrij.
ondernemers moeilijk zal zijn. Spr. meent, dat hier stemming verkrijgt de heer Jb. Kroon 4 en de
de werktijd goed is. ieer ^rlberg 2 stemmen,, zoodat Ie heer Kroon
De heer Paarlberg is er zeker van dat de werk- 8«kozen is en de benoeming aanneemt,
tijden hier goed geregeld zijn. Echter zal het in hetj 5on1?vraÏF' ,4
algemeen goed zijn, voor dit l>edrijf een wet- De heer Paarlberg merkt op, dat de motorspuit van
iefijjt» regeling te maken. de gae'abriek nu reejU vanaf Vrijdag te St. Panera»
Ook de heer Bakker is er voor. 18- Spreker acht dit niet verantwoord. De spuit is toch
Het verzoek om adhaesie wordt met algemeene gekocht voor de veiligheid yan het bedrijf en voor
st emmen aangenomen. versterking van blusch middel er. aan den LangendlJk.
Van de tuinbouwvereeniging „De Eendracht" is "et niet verantwoord dat die spuit een heele week
een dankbetuiging ingekomen voor het gebruik van w®£ 1S- kan. dure"-
een schoollokaal ten behoeve van den gehouden Voorzitter zegt, dat 500 M3. water in den Ketei ge-
tuinbouwcursus. bracht moest worden, wat met emmers niet mogelijk
Op verzoek wordt aan P. de Jong afschrijving De spuit kon goede diensten bewijzen,
verleend van hondenbelasting. C. Tuinman krijgt De heer I aar.bergi acht het onverantwoord. F.r
wegens vertrek 2 maanden restitutie van school- dan tocn^ nog^ wel^ een ander ^rniddcl geweest.
geld.
Stel Je voor dat er aan de gasfabriek wat gebeurd
Van de V.V.V.V.V. is een verzoek ingekomen om w^f* 14
geld of een medaille voor de te houden sportwed- oorritter: Dan hadden we de spuit uit St. Pan-
8trilden crfts
De heer Paarlberg: In dien tijd lag do heele fa-
Op voorstel van den heer Bakker wordt besloten ^riek plat.
10 gulden in geld beschikbaar te stellen. Spreker vraagt verder hoe het staat met de plaat-
Namens de Diepsmeerbewoners met schoolkind e- gelijke spuit. Van genomen proeven heeft vrager
ren is van den heer Jb. IJfs aldaar een verzoek in- j n{eta ontdekt.
gekomen om voor het varen van de schoolkinderen
ook den ijstijd en vacantietijd te vergoeden. De ge
meente stelde f 950 per week beschikbaar, echter
buiten die tijden. De betrokkenen betalen de rest.
IJfs heeft verzuimd daarvan aan den heer Jansen,
Voorzitter: De zaak is hier in orde. Wat de mo
torepuit betreft geloof ik, dat het werk daar morgen
af is.
De heer P. Kroon vraagt hoe lang het werk bij
de kerk nog duren moet. Wat zal dat daar een geld
dio do kinderen vaart, mededeeling te doen. zoodat bosten. Wij staan toch voor de helft?
nu een vol jaar betaald moet worden. Voorzitter: Neen, voor f500. Het werk zou f1000
Voorzitter stelt voor. om dit verzoek toe te staan jjoqten en daar geeft de gemeente de helft van.
tot 1 April. Voor dien wordt dan een nieuw besluit; De hf,. Kostelijk: Het is treurig zoo lang als het
genomen. daar duurt.
De heer Paarlberg acht dit toch een eigenaardig Voorzitter zegt dat de zaak in handen van het
geval. De Raad besloot, om deze tijden niet te ver- kerkbestuur is. Er zal tot spoed aangespoord wor-
goeden en zal nu door een verzuim van IJfs op het
besluit hebben terug te komen.
Voorzitter wijst op onkunde, waarop de heer Paarl
berg antwoordt, dat de Diepsmeer toch langer be
staat dan vandaag.
Voorzitter: IJfs woont daar nog niet zoo lang en
heeft de regeling in handen. Jansen zal ook de kin
deren halen als het over het ijs moet.
Wethouder Kroon: Wij waren afgesproken dat
niet uitgekeerd zou worden, doch nu ben ik er voor
dit voorloopig wel te doen.
De heer Bakker vraagt of de menschen daar over
het ijs de kinderen zelve niet kunnen vervoeren. Ze
hebben dan toch zooveel niet te doen.
nard, dan wel voor hem." Hm. hm, dat is eenvoudig
genoeg", verklaarde hij. „Deze vrouw, wie zij moge
zijn, is bevreesd voor eene ontmoeting tusschen mijn
heer Geoffrey Kynaston en mijnheer Bernard Mad-
disson, om hem zijn waren naam te geven en zij
zegt hier, dat zij voor hem bevreesd is en niet voor
mijnheer Geoffrey. Volkomen terecht ook als men den
toegenegen toon van deze brieven leest".
„Ja, ik denk dat het zoo is," zei mijnheer Ben
jamin overtuigd, terwijl hij den brief opvouwde en
hem teruglegde, te midden van de overigen.
Hij vroeg zich af of het gewenschto effect zou
worden verkregen, als hij oen ouden, golen zakdoek
te voorschijn haalde en deed alsof hij aangedaan
was. toen zij een haastigen voetstap buiten hoorden.
Beide keken nieuwsgierig op. Een vluchtig kloppen op
de deur vernamen zij en een burgerlijk gekleed man
in zwart gewaad trad binnen.
„Wel, Leckson, wat is er voor nieuws?" vroeg mijn
heer Benjamin snel.
„Hij is afgereisd", was het onmiddellijke antwoord.
„Vasteland. Namiddag trein Waterloo drie uur".
Mijnheer Benjamin's oogen glinsterden.
„Ik wist het!" riep hij zegevierend uit. „Aan je op
dracht heb je voldaan, Leckson. Haal mij een rijtuig
en ga naar het bureau om Je geld."
„Je laat hem vertrekken?" schreeuwde mijnheer
Levy spijtig.
„Ik niet. Ik ga met hem mee, vader. Een vijftig-
pondsbriefje uit de brandkast, vlug!"
Mijnheer Levy gaf het met bevende vingers.
„Nu, vgder, luister naar mij", zei Benjamin ern
stig, zijne overjas van den kapstok afhalend. „Juf
frouw Thurwell zal hier vandaag op den een of
anderen tijd komen, daar ben ik zeker van, om te
trachten die brieven te koopen. Ik ben van meening
veranderd omtrent die brieven. Verkoop ze."
„Verkoopen?" herhaalde mijnheer Levy verwon
derd. „Ik dacht, dat wij dat niet zouden doen!"
„Komt-er niet op aan, komt er niot op aan. Ik
ga nu een beter spel spelen", vervolgde mijnheer.
Benjamin. ,4k laat aan u den koop over. Niemand
overtreft u daarin, weet je. vader".
Mijnheer Levy nam zijn zoons compliment met een
dankbaar lachje aan.
„Wel, wel. Benjamin, wij zullen er maar niets van
zeggen. Ik zal mijn best doen, daar kan je zeker van
zijn", verklaarde hij met vuur.
„He kan ook wel even zeggen dat ik precies weet,
hoeveel geld zij heeft geörfd", ging mijnheer Ben
jamin voort. „Zij heeft tot haar vader's dood vijf
tienduizend pond. Wij zullen niet hardvochtig zijn.
Laten wij zeggen op z'n minst vijfduizend, hé?"
„Heelsroed. Benjamin, heelgoed". mommelde de oude
man, zach zachtjes in rijn handen wrijvend. „Vijf
duizend pond! Al mijn leven! En hoelang zul Je weg-,
blijven?"
„Dat kan ik niet precies zeggen, vader. Houd maar
1 een goed oog op onze zaak".
„Ja, Ben, ja. En natuurlijk, je hebt nu geen tijd om
het uit te leggen, maar maken die vijfduizend pond
van die jonge dame geen eind aan het spelletje, zeg?
En zoo ja, moet je dan dien mijnheer Maddison door
aüo lafldoix nog- volgen, zeg? ken duro reds, Be. Je
hebt dat vljftigponds-briefje ontvangen, weet je."
Mijnheer Benjamin Levy was een uitgeslapen Jonge
kerel, maar hij had een spannend oogenbllk dien
middag, want toen hij het perron van Waterloo rond
slenterde, wie zag hij daar een twaalf meter van
zich' af? Mijnheer Maddison en Juffrouw Thurwell.
Hij had juist den tijd in een derde klas wagon te
springen en hield eene courant voor zijn aangezicht,
vóór zij hem hadden gezien.
.Ziezoo, we zijn weg. Tot zoover gaat het goed. Ik
ga het winnen."
Maar ongelukkigerwijze voor mijnheer Benjamin,
was er een derde persoon in dien trein, dien hij noch
mijnheer Maddison kende en die zeer veel belang
stelde in den laatste. Had hij slechts zijn naam ge
noemd. of een. kleine toespeling op zijn zaak op het
Vasteland gemaakt, dan zou de heer Benjamin dade
lijk van zijn tocht hebben aftrezien en was hij naar
Londen toruggekoerd. Maar ni jdoed dit niet en zoo
reisden zij alle drie verder, onbekend met elkander's
doel. en de heer Benjamin was zeer dicht bij de grootr
ste teleurstelling van zijn leven.
HOOFDSTUK XII.
Ellen- besluit om naa rhnls te gaan.
Het vermoeden van mijbheer Benjamin Levy bleek
waarheid te bevatten. Laat op den middag bezocht
Ellen Thurwell dien dag -het kleine bureau op het
„Strand" en toen zij het een uur daarna verliet, had
zij een pakket brieven in haar zak en mijnheer Levy.
een wissel in zijne brandkast en eene promesse voor
vijfduizend pond. Beiden waren zeer tevreden: Mijn
heer Levy met zijn geld. en Ellen met het bewust
zijn, dat zij haren geliefde had gered van de gevol
gen van wat zij nu als eene dwaasheid van zichzelve
beschouwde
Zij moest dien avond uit dineeren met haar tante
maar toen het tijd was om zich te gaan kleeden.
verontschuldigde zij zich door eene hevige: hoofdpijn
en haalde mevrouw Thurwell, die eene goedhartige,
kleine vroif was, over, een excuus van haar over
te brengen.
„Maar. lieve Ellen, je ziet er heelemaal niet ziek
uit", waagde zij te zeggen, „en de Cullhamptons zijn
zulke aardige menschen .Weet Je het zeker dat je
niet wil meegaan?"
..Als H u blieft, tante." smeekte zij. ,.ik heb werke
lijk behoefte om vanavond thuis te blijven". En me
vrouw Thurwell was niet in staat aan den smeektoon
van haar nichtje weerstand te bieden, zij ging dus
alleen.
Ellen bracht den avond door zooals zij Tan pian
den.
Wethouder Kroon zegt da» het werk vertraagd is
door een staking van stcenwerkers in Alkmaar. Bo
vendien was er verkeerd» teer aangekomen en had
de smid het wat druk. Het hek zal nu spoedig klaar
zijn.
Voorzitter deelt nog mee. dat de brug over de sluis
wel niet Zaterdag 25 dezer klaar zal zijn. Het
werk loopt tegen, het afhakken van de muur hoopte
men. in een dag klaar te hebben doch het duurt
drio dagen. Het zal nu wel DonderdAg 39 Juli wor
den.
Hierna wordt de vergadering gesloten.
was geweest. Zij nam haar werk mee naar de kamer,
waar zij den vorigen avond hadden gezeten en
waar dat wondervolle gebeurd was. Toen leunde zij
achterover in haar lagen stoel denzelfden stoel
en gaf zich over aan een wereld van gedachten,
en als eene jonge vrouw dat doet ls zij ver weg.
Het was alles zóó vreemd voor haar, zóó overwel
digend, dat zij tijd noodig had om het als wezenlijk
voor zich te zien. En toen zij daar zat, hare oogen
vol van een zacht, droomerig licht en hare lippen
geopend in een gelukkigen glimlach, voelde zij plot
seling een verlangen om terug te zijn op de heide,
de rotsen rondom ..Thurwell Court", buiten op het
land met hare gedachten. Dit stads „season" met zijn
eentonige vroclijkheid was thans niets meer voor haar.
Meer dan ooit zag zij den aanblik van het ruime,
heerlijke leven, dat voor haar aan zou breken, de
kleinheid en verzwakkende dwaasheid van dit alles.
Toen dan mevrouw Thurwell van haar diner thuis
kwam en in haar kamer zat in een zeer bevallig
avondkleod, gapend en denkend over do gebeurtenis
sen van den avond, klonk er een licht kloppen op de
dour en Ellen kwam binnen evonoeha in avondklee-
aing.
„Vertel mij als *t u blieft ovecjalles", vroeg zij,
haar stoel hij het vuur schuivend.- „Mijne hoofdpijn
is heelemaal weg
.Dat zie ik", antwoordde mevrouw Thurwell, Je
hebt er nog nooit zoo goed uitgezien. Wat heb je
uitgevoerd, mijn kind? Je ziet er uit als Aphrodito,
toen zij gebaad had in de Paphiaansohe bron".
„Als u wilt zeggen, dat ik een bad gehad heb",
lachte Ellen, „dan zeg ik ja. Vertel mij nu alles van
de avondpartij."
Dat deed mevrouw Thurwell nAtuuriijk en zij had
veel te zeggen over de japonnen en over het menu.
„En dan", zeide zij opgewonden, met een nieuws
gierigen blik naar haar nicht kijkend. .Mijnheer Al-
lan Beaumcrville was er ook en scheen erg teleüiy
gesteld dat een zeker jong meisje niet aanwezig was."
„Werkelijk!" antwoordde Ellen. „Dat was heel
vriendelijk van hem. En nu, tante, weet u wat ik u
kwam zeggen?"
Mevrouw Thurwell schudde het hoofd.
„Ik heb er geen idee van Ellen. Heeft iemand je
gevraagd?"
Ellen schudde het hoofd, maar een kleur kwam
op hare wangen en zij nam r n. waaier alsof zij haar
2-ezicht tegen het vuur beschutten wilde.
„Ik zou zoo graag naar huis willen gaan, tante,
kijk niet zoo verschrikt als u blieft. Tk kreeg van
ochtend bericht van papa, hij voelt zich niet trg we!
en oom komt morgen terug, dus zult. u niet eenzaam
zijn-, ik !>en vast besloten. De stad is heel aardig maar
ik houd meer van het land
„Ik houd van bet land in M*z«i mevrouw 'rhur-
well gapend. „Mijn lieve kind. ben je krankzinnig
geworden T"
„Me* neelexnnal, tante", antwooriMe Ellen glim-