Abonnementsgelden, Het Geheim van Benard Orown één nacht DERDE BLAD. vóór 1 AUGUSTUS a.s De dingen om ons heen. FEUILLETON. Raad Oudkarspel. CORRICIDE Zaterdag 18 Juli 1925. 68sle Jaargang. No. 7674. Aan onze lezers buiten Scha gen doen wij het ver zoek het abonnementsgeld der Schager Courant over het tweede kwartaal 1925, ten bedrage van 11-85 (voor courant mei Zondagsblad 1238), aan ons Bureai\ te betalen, óf over te maken per postwissel óf over te laten schrijven op onze poot- rekening No. 23330. De laatste manier van vereffening raden wij ten zeerste aar., daar dit slechts 5 cents kost; formu lieren zijn aan alle postkantoren één cent verkrijgbaar. Per postwissel daarentegen zijn de kosten f0.10. Na genoemden datum wordt beschikt met f 0.14 verhooging. Toezending is dos voordeeligl Voor alle abonné's die gewoon zijn het couranten- geld aan onze Agenten (de plaatselijke kantoorkou- ders) te betalen, geldt dit verzoek niet Zij, die bij ons op De Prins, Het Nieuwe Mode blad, Gracieuse, of Kinderkleeding enz. zijn geabon neerd, kunnen eveneens het daarvoor verschuldigde abonnementsgeld 2e kwartaal 1925, op dezelfde wijze toezenden. Voor De Prins is het bedrag f2.33 Voor Het Nieuwe Modeblad f 1-25 Voor Gracieuse f 2.15 Voor Kinderkleeding f0.95 Voor Panorama 12-50 Voor Het Leven I2JW DE ADMINISTRATIE. Het knselt weer eens in Duitschland. Nu heet het weder, dat Stresemann als minister van buitenlandsche zaken zou verdwijnen, aange zien hij het niet kan vinden met de opvattingen vqji sommige zijner collega's ten aanzien van de nota aan Briand. Het zou verwonderlijk zijn. als het niet zoo was, daar deze aangèlegenheid natuurlijk verschil van meening tengevolge moet hebben. Immers thans staat voor Duitschland zeer veel op het spel. Heel de toekomst gedurende een reeks van jaren zal worden beslist door het al dan niet tot standkomen van het wederkeerige veiligheidsverdrag en van de al dan niet aansluiting van Duitschland bij den Volkenbond. Het een zoo min als het andere is .Duitschland gemakkelijk gemaakt en hpt antwoord aan Briand vereischt dus groot zeemanschap, om dat het eenerzijds krachtig moet opkomen voor de w«nschen ea verlangens der Duitsche natie en an derzijds toch niet zoo de puntjes op de i mag zet ten, dat Briand er de afwijking uit kan lezen, die men er te Parijs zoo gaarne in zou willen zien, teneinde dan bij voorkomende gelegenheden de han den vrijer te hebben en vooral om zulk een weige ring te kunnen uitkrijten voor bewijs eener onge wijzigde gemoedsstemming der Duitschers. Dus als grond voor wantrouwen. Nu spreekt het van zelf, dat de overeenkomsten op industrieel gebied tus^chen groote ondernemers aan beide zijden der grens ten gevolge moeten heb ben, dat de tegenstellingen niet meer zoo grof en fel kunnen blijven. Wel behoeft men geen vriend te zijn met hem met wien men zaken doet, doch aan den anderen kant is toch voor aanhoudend harrewarren en verdachtmaken van elkanders be doelingen minder plaats dan te voren. Doch: de industrieelen zijn de regeering niet en nog veel minder do parlementen en de pers. Zoolang de Duitschnationalen alles op haren en 22. door E. PHILLIPS OPPENHEXML Mijnheer Benjamin maakte eene plotselinge bewe ging en staakte zijne overpeinzingen. „Neen. niets nieuws, vader, ik dAcht over die Thurwellzaak. Geef mij de sleutels, wilt u?" Mijnheer Levy leunde achterover in zijn stoel en haalde uit zijn broekzak een rinkelenden bos sleu tels. Zwijgend nam mijnheer Benjamin ze aan, hij open de de brandkast en haalde er een pakje verschoten brieven uit., dat met een rood lint was omwonden. Hieruit nam h ijeen brief en legde de overigen be hoedzaam weer lenig. 1 ^Alweer dio brieven,'- merkte zijn liefhebbende va der met liefkozende stem uit. „Pas er op, Benjamin, pas er op. Zij zijn hun gewicht aan goud voor ons waard." „Zij zijn veel meer waard", zei Benjamin onver schillig. „Er is maar een ding, vader, dat mij een beetje in de war maakt". ..Het moet een raar ding zijn, dat jou in de war maakt, mijn jongen", zeide zijn vader, hem bewon derend aankijkend. „Ik prijs nooit onverdiend, maar ik moet dit zeggen. Benjamin, je hebt die Thurwell zaak prachtig behandeld prachtig! Kom, laat mij eens hooren, wat je te diep gaat." Hij stond op en keek' over zijn zoons schouder heen naar den brief, dien hij bezig was te lezen oen dun velletje buitonlandsch papier, bedekt mot dicht op elkaar geschreven regels, fijn, hoekig schrift en riekend zelfs nu nog naar fijne odeur. „Wat is het, Benjamin wat is het?" Zijn zoon legde den vinger bij een zin aan het eind van den brief en las hardop: „Wat die vrees voor mij is geweest, en wat zij is geworden gedurende mijn treurig, eenzaam leven, dat kan ik u niet doen begrijpen. Altijd die vreeselijke woorden van wraak in mijne ooren, zooals ik ze het laatst hoorde. Ze schenen te rollen over zee en land en in het midden van nacht en in de zonnige straat, nog hóór ik ze. Het is niet zoozeer voor jou dat ik vrees. Bernard, dan wel voor hem!" Mijnheer Levy luisterde en knikte goedkeurend. „Alles is duidelijk hier. Benjamin, vind ik. De be- teekénis is volkomen verstaanbaar," Mijnheer Benjamin legde zijn vinger bij den laat- sten zin. „Wat maak je daar dan uit, vader?" vroeg hij. Mijnheer Levy zette zijn bril op en las de woorden langzaam. „Het i sniet zoozeer voor Jou dat ik vrees, Ber- snaren zetten om de Volkspartij en Stresemann uit de regeering te dringen, hetgeen tengevolge zou heb ben, dat het element dat werkelijk streeft naar ver zoening üit die regeering zou verdwijnen, terwijl de uitgesproken of verkapte tegenstanders te Berlijn de boventoon zouden gaan voeren, is er natuurlijk geen sprake van een werkelijke toenadering. Opmerkelijk is in verband hiermede de oproep van een aantal Fransche intellectueel en. die niet schromen te kennen te geven, dat de paragTaaf van het Verdrag van Versailles, waarin Duitschland moest erkennen den oorlog op het geweten te heb ben en dus aansprakelijk te zijn voor alle scha den, herziening of schrapping verdient, wil men ein delijk komen tot een goede verstandhouding der twee volken en tot de kans op een werkeiijken vrede. Wij gelooven niet. dat deze oproep, zelfs al vinden wij er de namen onder van eenige Fransche gene raals, veel zal uitwerken. Al zou ongetwijfeld het schrappen van deze afgedwongen schuldbekentenis met alle gevolgen van dien. van groote beteekenis kunnen zijn voor betere verhoudingen. Zoolang de Duitsche politieke partijen zoo hopeloos verdeeld zijn aangaande hetgeen zij zelf wenschen en wat zij van hun regeering verwachten, is het niet wel aan te nemen, dat er veel komt van die verzoe ning. Het is weer voor de zooveelste maal het oude liedje, dat de Duitschers voor hun demonstraties steeds het verkeerde moment kiezen en een verkeerde toon aan slaan. Als zij de verklaring der Fransche intellectu— eelen hadden begroet in denzelfden geest, waarin deze was opgesteld en als zij hierdoor het bewijs hadden geleverd, dat de Duitsche republiek, met of zonder die afgedwongen schuldverklaring, bereid blijft haar ver plichtingen na te komen, zou het voor de onverzoen- lijken in Frankrijk veel lastiger zijn geweest om dit manifest terzijde te schuiven. Als men er echter op antwoordt met het heenzen den van den leider van buitenlandsche politiek, die oprecht naar verzoening streeft en die door zijn plan van wederkeerigheid Parijs toch reeds in zulk een moeilijk parket heeft gebracht, dan moet de moening in Frankrijk toch wel opnieuw en weder krachtiger postvatten, dat het met den ersnt van Duitschland maar zóó zóó staat en dat het dwaasheid zou zijn eenige meerdere tegemoetkoming te toonen, dan hoog noodig is. Veel zal natuurlijk afhangen van do for muleering. die de Duitsche regeering geeft aan het antwoord, dat heden Zaterdag te Parijs wordt overhandigd. Al is het dan hoogst merkwaardig, dat dit antwoord reeds \faandag en Dinsdag door den Rijksdag zal worden besproken. Nog voor dus de Fransche regeering het voldoende kan bestudecren en zeker voor men het in Engeland nog heeft gelezen. Hoe het antwoord ook luidt: grond tot kritiek bij tal van Duitsche partijen geeft het in elk geval en zoodoende kunnen Parijs en Londen er gemakkelijk alle zwakke punten uithalen en tevens met groote zekerheid nagaan, op - welke punten de rege8rings- opvatting door de partijen al dan niet wordt gesteund. Wat moet worden beschouwd als een spierinkje, uit geworpen naar een kabeljauw, wat als het absoluut maximum der Duitsche concessies. Door deze bespreking aan de orde te stellen voor men zelfs den indruk kent ln 't buitenland gewekt, verzwakt met ongetwijfeld zijn positie en wordt het nóg twijfelachtiger of er van het pact meer overblijft, dan van het protocol. En wie zal dan, na deze nieuwe mislukking, op nieuw een poging in het werk willen stellen? Men kan toch niet aan dSn gang blijven met zulke voorstellen, waarbij de partijen toch zoo op hun stuk blijven staan, dat een werkelijk verdrag, waaraan men iets heeft voor de wederzijdsche veiligheid naar alle menschelijke berekening onmogelijk is en blijft. UITKIJK. Vergadering van den Raad dezer gemeente op Donderdagavond halfacht. Allen aanwezig. 1 vaca ture. De voorzitter opent de vergadering en wenscht bij deze gelegenheid een kort woord te spreken. Toen we de laatste vergadering hielden, was onze geachte heer Bregman nog in ons midden. Het plotseling overlijden heeft ons allen getroffen. Steeds heeft hij zeker de belangen der gemeente naar zijn beste weten voorgestaan. Hij heeft B. en W. en ik geloof ook u ter zijde gestaan in het belang van de gemeen te. De herinnering zal ons bij blijven dat hij als lid van den Raad en wethouder de belangen van de gemeente behartigde. Naar aanleiding van de notulen, welke aan de le den zijn uitgereikt, merkt de heer Bakker op, dat, hoewel de notulen goed zijn weergegeven, de sluis- besprekingen niet voldoende zijn weergegeven, ^fee- gedeeld werd toen, dat het afdammen f 870 zou kos- N V. ALQEM. HOLL. HANDEL-INDUSTRIE MIJ DENNEWEG 140 - DEN HAAG Eenige Importeurs der Keene Co. te New-York. De heer P. Kroon: Je kan er soms niet over en niet* docr. Tenslotte wordt met algemeene stemman besloten om tot 1 April het verzoek toe te stean. Van Ged. Staten is de mededeeling ingekomen, dat. als de Raad het verhoogde bedrag voor den ontv&n- is wa! men noemt HET ONFEILBARE MIDDfL niet op de begrooting plaats», zij dit ambtshalve legen LIKDOOBNS. Verkrijgbaar bij uw drogisl. zu"cn Voor herziening achten ze geen termen aanwezig in verband met het schrijven van B. en W. vgn 2o Juni 1010. Ingekomen is het verslag over den toestand der provincie over 1024. Vastgesteld werd een suppletoiro begrooting op een 4 bedrag van 11709.43#. waarin ls opgenomen de f1009 ten, omdat de sleuven te dicht op elkander stonden voor onvoorzien. om er gebruik van te maken. Nu is gebleken,dat Af- en overschrijvingen worden geregeld op oen be- toch de sleuven gebruikt zijn, waardoor de kosten drag van f 71.69#. zeker minder zullen rijn geworden. De geloofsbrieven van het nieuwbenoemdo lid. de Voorzitter erkent dit en deelt mee. dat de inlich- heer Jb. de Boer, werden nagezien door de heoren tingen toen van dien 88rd waren, dat bij een volle Groen, P. Kroon en H Bakker en in volkomen orde ?en <*am van c.M. breed te smal was en bevonden, zoodat tot toelating werd geadviseerd en be- dit 80 c.M. zou moeten zijn. Een later onderzoek sloten. heeft uitgemaakt, dat met eenige bijkomende mid- Aangeboden wordt de gemeente rekening, welke sluit delen de dam van 22 c.M. voldoende was. met een nadeelig saldo van f8000. Wethouder Kroon merkt op. dat de schotten zijn De voorzitter merkt daarbij op, d*at van de gemeente geplaatst van geploegd en gemest hout. inkomstenbelasting van het Rijk nog slechts f 9000 Voorzitter zegt, dat een heele toer geweest is om ontvangen is en op een ontvangst van f21000 gerekend de schotten te houden. j kan worden. De heer Kostelijk zegt, dat men direct met het De ontvangsten zijn geweest f 59633.G&# en de uit werk begonnen is. nadat do dammen goplaatst wa- gaven f67158.63. ren. Beter ia het in zoodanige gevallen om een De ontvangsten en uitgaven van den kapitaaldienst paar dagen te wachten. waren f3125. De heer Bakker heeft inlichtingen verkregen dat De rekening van het armbestuur geeft aan een ont bét zelfs met 10 c.M. uit te voeren is. vangst van .'4276.87#. een uitgaaf van f4970.77#, al- Voorzitter: Wij zijn niet technisch en kannen er zoo een nadeelig saldo van f59ö.89#. dan ook moeilijk verder op ingaan. Dammen van 60 De exploitatierekening van het gasbedrijf geeft aan c-M. worden op de rivieren steeds gebruikt een ontvangst en uitgaaf van f 21027.78# met «en De heer Groen: Daar is toch ook de afstand veel saldo van f306.45. grooter. De rekening van het electrisch bedrijf geeft aan een Do notulen worden goedgekeurd. ontvangst en uitgaaf van f21067.78#. Ingekomen is het verslag over de malariabestrlj- Verder worden de diverse begrootingen aangeboden, ding over 1923—1925, het verslag van den keuringa. Volgt benoeming van een lid (tevens voorzitter) van dienst op waren en de begrpoting van den keurings- het Burgerlijk Armbestuur. dienst. De heer Bakker vraagt of het niet beter is te wach- Van den bond van autobestuurder» is een ver- te° totdat de Baad voltallig is. zoek ingekomen om adhaesie op oen door hen aan oorzitter dee't. mee, dat volg. na do wet binnen 20 de regeering te zenden adres tot het verkrijgen van dagen een lid benoemd moet worden, een wettelijk geregelden werktijd- I Do "eer Kostelijk vraagt of het niet gewenscht is een Voorzitter acht hier alles voor te zeggen. .wethouder te benoemen. De heer Kostelijk vreest, dat hot soms voor de J,°or*itter:. Daarin ls de Raad vrij. ondernemers moeilijk zal zijn. Spr. meent, dat hier stemming verkrijgt de heer Jb. Kroon 4 en de de werktijd goed is. ieer ^rlberg 2 stemmen,, zoodat Ie heer Kroon De heer Paarlberg is er zeker van dat de werk- 8«kozen is en de benoeming aanneemt, tijden hier goed geregeld zijn. Echter zal het in hetj 5on1?vraÏF' ,4 algemeen goed zijn, voor dit l>edrijf een wet- De heer Paarlberg merkt op, dat de motorspuit van iefijjt» regeling te maken. de gae'abriek nu reejU vanaf Vrijdag te St. Panera» Ook de heer Bakker is er voor. 18- Spreker acht dit niet verantwoord. De spuit is toch Het verzoek om adhaesie wordt met algemeene gekocht voor de veiligheid yan het bedrijf en voor st emmen aangenomen. versterking van blusch middel er. aan den LangendlJk. Van de tuinbouwvereeniging „De Eendracht" is "et niet verantwoord dat die spuit een heele week een dankbetuiging ingekomen voor het gebruik van w®£ 1S- kan. dure"- een schoollokaal ten behoeve van den gehouden Voorzitter zegt, dat 500 M3. water in den Ketei ge- tuinbouwcursus. bracht moest worden, wat met emmers niet mogelijk Op verzoek wordt aan P. de Jong afschrijving De spuit kon goede diensten bewijzen, verleend van hondenbelasting. C. Tuinman krijgt De heer I aar.bergi acht het onverantwoord. F.r wegens vertrek 2 maanden restitutie van school- dan tocn^ nog^ wel^ een ander ^rniddcl geweest. geld. Stel Je voor dat er aan de gasfabriek wat gebeurd Van de V.V.V.V.V. is een verzoek ingekomen om w^f* 14 geld of een medaille voor de te houden sportwed- oorritter: Dan hadden we de spuit uit St. Pan- 8trilden crfts De heer Paarlberg: In dien tijd lag do heele fa- Op voorstel van den heer Bakker wordt besloten ^riek plat. 10 gulden in geld beschikbaar te stellen. Spreker vraagt verder hoe het staat met de plaat- Namens de Diepsmeerbewoners met schoolkind e- gelijke spuit. Van genomen proeven heeft vrager ren is van den heer Jb. IJfs aldaar een verzoek in- j n{eta ontdekt. gekomen om voor het varen van de schoolkinderen ook den ijstijd en vacantietijd te vergoeden. De ge meente stelde f 950 per week beschikbaar, echter buiten die tijden. De betrokkenen betalen de rest. IJfs heeft verzuimd daarvan aan den heer Jansen, Voorzitter: De zaak is hier in orde. Wat de mo torepuit betreft geloof ik, dat het werk daar morgen af is. De heer P. Kroon vraagt hoe lang het werk bij de kerk nog duren moet. Wat zal dat daar een geld dio do kinderen vaart, mededeeling te doen. zoodat bosten. Wij staan toch voor de helft? nu een vol jaar betaald moet worden. Voorzitter: Neen, voor f500. Het werk zou f1000 Voorzitter stelt voor. om dit verzoek toe te staan jjoqten en daar geeft de gemeente de helft van. tot 1 April. Voor dien wordt dan een nieuw besluit; De hf,. Kostelijk: Het is treurig zoo lang als het genomen. daar duurt. De heer Paarlberg acht dit toch een eigenaardig Voorzitter zegt dat de zaak in handen van het geval. De Raad besloot, om deze tijden niet te ver- kerkbestuur is. Er zal tot spoed aangespoord wor- goeden en zal nu door een verzuim van IJfs op het besluit hebben terug te komen. Voorzitter wijst op onkunde, waarop de heer Paarl berg antwoordt, dat de Diepsmeer toch langer be staat dan vandaag. Voorzitter: IJfs woont daar nog niet zoo lang en heeft de regeling in handen. Jansen zal ook de kin deren halen als het over het ijs moet. Wethouder Kroon: Wij waren afgesproken dat niet uitgekeerd zou worden, doch nu ben ik er voor dit voorloopig wel te doen. De heer Bakker vraagt of de menschen daar over het ijs de kinderen zelve niet kunnen vervoeren. Ze hebben dan toch zooveel niet te doen. nard, dan wel voor hem." Hm. hm, dat is eenvoudig genoeg", verklaarde hij. „Deze vrouw, wie zij moge zijn, is bevreesd voor eene ontmoeting tusschen mijn heer Geoffrey Kynaston en mijnheer Bernard Mad- disson, om hem zijn waren naam te geven en zij zegt hier, dat zij voor hem bevreesd is en niet voor mijnheer Geoffrey. Volkomen terecht ook als men den toegenegen toon van deze brieven leest". „Ja, ik denk dat het zoo is," zei mijnheer Ben jamin overtuigd, terwijl hij den brief opvouwde en hem teruglegde, te midden van de overigen. Hij vroeg zich af of het gewenschto effect zou worden verkregen, als hij oen ouden, golen zakdoek te voorschijn haalde en deed alsof hij aangedaan was. toen zij een haastigen voetstap buiten hoorden. Beide keken nieuwsgierig op. Een vluchtig kloppen op de deur vernamen zij en een burgerlijk gekleed man in zwart gewaad trad binnen. „Wel, Leckson, wat is er voor nieuws?" vroeg mijn heer Benjamin snel. „Hij is afgereisd", was het onmiddellijke antwoord. „Vasteland. Namiddag trein Waterloo drie uur". Mijnheer Benjamin's oogen glinsterden. „Ik wist het!" riep hij zegevierend uit. „Aan je op dracht heb je voldaan, Leckson. Haal mij een rijtuig en ga naar het bureau om Je geld." „Je laat hem vertrekken?" schreeuwde mijnheer Levy spijtig. „Ik niet. Ik ga met hem mee, vader. Een vijftig- pondsbriefje uit de brandkast, vlug!" Mijnheer Levy gaf het met bevende vingers. „Nu, vgder, luister naar mij", zei Benjamin ern stig, zijne overjas van den kapstok afhalend. „Juf frouw Thurwell zal hier vandaag op den een of anderen tijd komen, daar ben ik zeker van, om te trachten die brieven te koopen. Ik ben van meening veranderd omtrent die brieven. Verkoop ze." „Verkoopen?" herhaalde mijnheer Levy verwon derd. „Ik dacht, dat wij dat niet zouden doen!" „Komt-er niet op aan, komt er niot op aan. Ik ga nu een beter spel spelen", vervolgde mijnheer. Benjamin. ,4k laat aan u den koop over. Niemand overtreft u daarin, weet je. vader". Mijnheer Levy nam zijn zoons compliment met een dankbaar lachje aan. „Wel, wel. Benjamin, wij zullen er maar niets van zeggen. Ik zal mijn best doen, daar kan je zeker van zijn", verklaarde hij met vuur. „He kan ook wel even zeggen dat ik precies weet, hoeveel geld zij heeft geörfd", ging mijnheer Ben jamin voort. „Zij heeft tot haar vader's dood vijf tienduizend pond. Wij zullen niet hardvochtig zijn. Laten wij zeggen op z'n minst vijfduizend, hé?" „Heelsroed. Benjamin, heelgoed". mommelde de oude man, zach zachtjes in rijn handen wrijvend. „Vijf duizend pond! Al mijn leven! En hoelang zul Je weg-, blijven?" „Dat kan ik niet precies zeggen, vader. Houd maar 1 een goed oog op onze zaak". „Ja, Ben, ja. En natuurlijk, je hebt nu geen tijd om het uit te leggen, maar maken die vijfduizend pond van die jonge dame geen eind aan het spelletje, zeg? En zoo ja, moet je dan dien mijnheer Maddison door aüo lafldoix nog- volgen, zeg? ken duro reds, Be. Je hebt dat vljftigponds-briefje ontvangen, weet je." Mijnheer Benjamin Levy was een uitgeslapen Jonge kerel, maar hij had een spannend oogenbllk dien middag, want toen hij het perron van Waterloo rond slenterde, wie zag hij daar een twaalf meter van zich' af? Mijnheer Maddison en Juffrouw Thurwell. Hij had juist den tijd in een derde klas wagon te springen en hield eene courant voor zijn aangezicht, vóór zij hem hadden gezien. .Ziezoo, we zijn weg. Tot zoover gaat het goed. Ik ga het winnen." Maar ongelukkigerwijze voor mijnheer Benjamin, was er een derde persoon in dien trein, dien hij noch mijnheer Maddison kende en die zeer veel belang stelde in den laatste. Had hij slechts zijn naam ge noemd. of een. kleine toespeling op zijn zaak op het Vasteland gemaakt, dan zou de heer Benjamin dade lijk van zijn tocht hebben aftrezien en was hij naar Londen toruggekoerd. Maar ni jdoed dit niet en zoo reisden zij alle drie verder, onbekend met elkander's doel. en de heer Benjamin was zeer dicht bij de grootr ste teleurstelling van zijn leven. HOOFDSTUK XII. Ellen- besluit om naa rhnls te gaan. Het vermoeden van mijbheer Benjamin Levy bleek waarheid te bevatten. Laat op den middag bezocht Ellen Thurwell dien dag -het kleine bureau op het „Strand" en toen zij het een uur daarna verliet, had zij een pakket brieven in haar zak en mijnheer Levy. een wissel in zijne brandkast en eene promesse voor vijfduizend pond. Beiden waren zeer tevreden: Mijn heer Levy met zijn geld. en Ellen met het bewust zijn, dat zij haren geliefde had gered van de gevol gen van wat zij nu als eene dwaasheid van zichzelve beschouwde Zij moest dien avond uit dineeren met haar tante maar toen het tijd was om zich te gaan kleeden. verontschuldigde zij zich door eene hevige: hoofdpijn en haalde mevrouw Thurwell, die eene goedhartige, kleine vroif was, over, een excuus van haar over te brengen. „Maar. lieve Ellen, je ziet er heelemaal niet ziek uit", waagde zij te zeggen, „en de Cullhamptons zijn zulke aardige menschen .Weet Je het zeker dat je niet wil meegaan?" ..Als H u blieft, tante." smeekte zij. ,.ik heb werke lijk behoefte om vanavond thuis te blijven". En me vrouw Thurwell was niet in staat aan den smeektoon van haar nichtje weerstand te bieden, zij ging dus alleen. Ellen bracht den avond door zooals zij Tan pian den. Wethouder Kroon zegt da» het werk vertraagd is door een staking van stcenwerkers in Alkmaar. Bo vendien was er verkeerd» teer aangekomen en had de smid het wat druk. Het hek zal nu spoedig klaar zijn. Voorzitter deelt nog mee. dat de brug over de sluis wel niet Zaterdag 25 dezer klaar zal zijn. Het werk loopt tegen, het afhakken van de muur hoopte men. in een dag klaar te hebben doch het duurt drio dagen. Het zal nu wel DonderdAg 39 Juli wor den. Hierna wordt de vergadering gesloten. was geweest. Zij nam haar werk mee naar de kamer, waar zij den vorigen avond hadden gezeten en waar dat wondervolle gebeurd was. Toen leunde zij achterover in haar lagen stoel denzelfden stoel en gaf zich over aan een wereld van gedachten, en als eene jonge vrouw dat doet ls zij ver weg. Het was alles zóó vreemd voor haar, zóó overwel digend, dat zij tijd noodig had om het als wezenlijk voor zich te zien. En toen zij daar zat, hare oogen vol van een zacht, droomerig licht en hare lippen geopend in een gelukkigen glimlach, voelde zij plot seling een verlangen om terug te zijn op de heide, de rotsen rondom ..Thurwell Court", buiten op het land met hare gedachten. Dit stads „season" met zijn eentonige vroclijkheid was thans niets meer voor haar. Meer dan ooit zag zij den aanblik van het ruime, heerlijke leven, dat voor haar aan zou breken, de kleinheid en verzwakkende dwaasheid van dit alles. Toen dan mevrouw Thurwell van haar diner thuis kwam en in haar kamer zat in een zeer bevallig avondkleod, gapend en denkend over do gebeurtenis sen van den avond, klonk er een licht kloppen op de dour en Ellen kwam binnen evonoeha in avondklee- aing. „Vertel mij als *t u blieft ovecjalles", vroeg zij, haar stoel hij het vuur schuivend.- „Mijne hoofdpijn is heelemaal weg .Dat zie ik", antwoordde mevrouw Thurwell, Je hebt er nog nooit zoo goed uitgezien. Wat heb je uitgevoerd, mijn kind? Je ziet er uit als Aphrodito, toen zij gebaad had in de Paphiaansohe bron". „Als u wilt zeggen, dat ik een bad gehad heb", lachte Ellen, „dan zeg ik ja. Vertel mij nu alles van de avondpartij." Dat deed mevrouw Thurwell nAtuuriijk en zij had veel te zeggen over de japonnen en over het menu. „En dan", zeide zij opgewonden, met een nieuws gierigen blik naar haar nicht kijkend. .Mijnheer Al- lan Beaumcrville was er ook en scheen erg teleüiy gesteld dat een zeker jong meisje niet aanwezig was." „Werkelijk!" antwoordde Ellen. „Dat was heel vriendelijk van hem. En nu, tante, weet u wat ik u kwam zeggen?" Mevrouw Thurwell schudde het hoofd. „Ik heb er geen idee van Ellen. Heeft iemand je gevraagd?" Ellen schudde het hoofd, maar een kleur kwam op hare wangen en zij nam r n. waaier alsof zij haar 2-ezicht tegen het vuur beschutten wilde. „Ik zou zoo graag naar huis willen gaan, tante, kijk niet zoo verschrikt als u blieft. Tk kreeg van ochtend bericht van papa, hij voelt zich niet trg we! en oom komt morgen terug, dus zult. u niet eenzaam zijn-, ik !>en vast besloten. De stad is heel aardig maar ik houd meer van het land „Ik houd van bet land in M*z«i mevrouw 'rhur- well gapend. „Mijn lieve kind. ben je krankzinnig geworden T" „Me* neelexnnal, tante", antwooriMe Ellen glim-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 9