De kleine partijen.
Het Geheim van Bernard Brown
Uitgevers i N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schageo.
Woensdag 29 Juli 1925
G8ste Jaargang. No. 7680.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiön nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. no. 20.
Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels fl.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij de jongste Kamerverkiezingen is weer eens dui
delijk naar voren gekomen, de vraag, of de z.g. „klei
ne" partijen wel recht van bestaan hebben, of zij
niet beter zouden doen, te verdwijnen of zich op te
lossen in andere, grootere partijen, welker bestaans
recht en levenskracht ten eenenmale bewezen i& door
de feiten.
Dezo vraag zonder meer ontkennend te beant-
woordep, zou een onbilliijkheid inhouden. Doch aan
dacht aan het euvel te wijden, wil ons niet overbodig
schijnen, temeer nu een dier partijen bij monde van
haren leider onomwonden verklaard heeft, dat hetj
beter is. voortaan maar als „afgedaan" beschouwd
te worden.
Wanneer wij zeggen: de kleine partijen moesten i
maar weg zijn, zij moesten verstandiger zijn, dan
stellen wij ons op het standpunt, dat zij een kwaad
vormen, dat hoe eerder hoe beter, uitgeroeid dient
te worden. Doch er is nog een ander standpunt, nl.
dit, dat zij bestaansrecht bezitten, ja zelfs moetan.
hebben, echter met. de voorwaarde, dat zij bij ver
kiezingen niet bijdragen tot een nuttelooze en vaak
jammerlijke stemmenversnippering. Want thans is
dit laatste het geval! De verkiezingen zijn er, om
het te bewijzen. De kleine partijen, welke veelal uit
sluitend bepaalde Delangen voorstaan en als zooda
nig een hoogst enkele keer reden tot optreden heb
ben, wijl. dit zijn nut ka» afwerpen, zien slechts zel
den resultaat van haar bemoeiingen. Ten hoogste
wordt één zetel behaald, hij uitzondering twee.
Nemen wij als voorbeeld b.v. de Democratische
Partij, In wazen slechts weinig verschillend -van
den Vrijz. Dein. Bond. Sterker nog, een partij, die
bijna één met den V. D. B. was geweest en dus
tot versterking had bijgedragen en niet tot versnip
pering ware het niet geweest, dat de fusie om een
naam ware afgesprongen! What is in a name? Ook
hier alweer een punt van1 strijd!
Deze Democratische Partij, bezield met voor haar
goede bedoelingen', daaraan twijfelen wij niet, be
reikte 1 Juli slechts dit, dat zij enkele honderden
stemmen meer behaalde dan in 19221). stemmen van
kiezers en kiezeressen, die vóór den verkiezingsda
tum wel vrij zeker zouden zijn, dat geen persoon
hunner lijst in aanmerking voor een Kamerzetel zou
komen.
Heeft zulk een partij nu reden van bestaan? Men
versta ons niet verkeerd: wjj zeggen niet „recht"»
maar „reden".
Voor haar, die slechts zoo weinig verschilt met
een zusterpartij, die zegevierend uit het strijdperk
trad, bestaat slechts één oplossing: zqo spoedig mo
gelijk te verdwijnen van het politiek tooneel. Den
dag, waarop zij daartoe overgaat, zal zij een goede
daad verrichten, welke haar slechts tot eere kan
strekken, temeer waar zij ertoe overgaat de gelede
ren van grooteren te versterken. 2)
In den aanvang van dit artikel herinnerdenf wij
reeds aan de uitspraak van een partijman; wij
doelden hier op de partij-Kolthek, de Socialistische
Partij. Scherper veroordeeling voor de kleine par
tijen is moeilijk denkbaar. Want, zoo schrijft de
heer K., van oordeel zijnde, dat zijn partij vernieti
gend is geslagen:
„Dit feit is van zooveel beteekenis, dat wij nu
geen oogenblik aarzelen om te verklaren, dat
het verder voortbestaan der S. P. als politieke
partij geen zin heeft. En wij kennen genoegzaam
den geest van onze menschen, om te durven
voorspellen, dat de partij als zoodanig ook spoe
dig verdwijnt."
FEUILLETON.
29.
door E. PHILLIPS OPPENHEXM
We zullen afwachten, wat de S. P. van plan is. Er
is meer direct na een ongunstigen verkiezingsuitslag
een dergelijk geluid gehoord. Maar deze menschen
geven althans blijk hun fiasco te hebben begrepen. 3)
Voortgaande, zouden wij nog een tiental kleine
ren kunnen opsommen, die 1 Juli een droevig figuur
sloegen. Eln onder ben zijn er, die 't niet den eersten
kever waagden, maar die een herhaalde poging in het
werk stelden.
Zoo ooit, dia» ia thana him falen bewezen!
Wat daartegen te doen? Moet het onmogelijk, abso
luut onmogelijk gemaakt worden, dat zij wederom
schade aan anderen toebrengen? Moeten zij in hun
pogingen belemmerd worden, m.a.w. moeten zij aan
nog zwaardere eischen meer dan 75 pet. van den
kiesdeelervoldoen dan thans? Daarop zou men
slechts „neen" kiinnen zeggen, hetgeen vrijwel on
mogelijk is, laat staan' onbillijk.
Terugkomende op de vraag, of de partijen reden
van bestaan hebben, gelooven wij het antwoord aan
onze lezers te kunnen overlaten. Sommigen zullen
zeggen ja, anderen zullen een tegenovergestelde mee
ning zijn toegedaan.
Nemen wij de eerste. Hun meening zal ongeveer
hierop neerkomeq.
-In de Kamer zal zulk een partij-man meestal al
leen staan. Wil hij iets zeer positiefs doen, een spe
ciaal belang behartigen, dan kan hij zijn toevlucht
nemen tot een initiatief-voorstel, dat óf aangenomen
óf verworpen wordt, 't zij; in Tweede of Eerste Kamer.
Doch ook andere, tot grootere groepen behoorende
leden, zouden zulk een voorstel kunnen indienen.
Maar wanneer kan een initiatief--voorstel wet wor
den? Niet dikwijls en bij uitzondering voor gewich
tige aangelegenheden. Stel dus, dat zulk een kleine
partij-afgevaardigde de voldoening zou «maken, erin
geslaagd te zijn een onderwerp van „belangen"_aard
tot stand gebracht te hebben, dan is dat zeer zeker
van gewicht. Maar een argument vod* het bestaan
van zijn parij levert het toch geenszins.
Bovendien en beperken we ons hier tot de
Volksvertegenwoordiging dan zit die afgevaardig
de in de Kamer toch niet uitsluitend voor initiatief
voorstellen? Hij heeft rekening te houden met on
derwerpen van de meest uiteenloopend'en aard, waar
bij hij als eenling veelal niets bereikt, en waarbij hij
de steun noodla heeft van menschen van de groo
tere partijen, die meestal tot een bevoegd oordeel in
staat zullen zijn, en met evengroote kennis van za
ken het hunne er van kunnen zeggen. 4)
Thans de meening van hen, die zeggen: hun optre
den moest achterwege blijven. Tot dezulken wem
schen ook wij gerekend te worden. Maar wij besef
fen, dat het hier helaas een utopie is, eni dat er maar
één wensch, één mogelijkeid is, nl. deze, dat dezelfde
menschen, o.w. dikwijls verschillende „Streber",
moreel, zooveel zelfrespect willen hebben, dat zij bij
een volgende Kamerverkiezing niet meer zelfstan
dig zullen optreden, doch hun steun zullen geven
aan hen, die slechts weinig met hen verschillen.
Wordt dit voorhands bereikt, dan is reeds veel be-
reikt. En men vergete dan ook niet, dat hun beo
gen beter behartigd zullen worden» dan bij geen ver
tegenwoordiging.
Dan zal geen vijf procent van het uitgebrachte
aantal stemmen meer op die kleine partijen worden
uitgebracht.
Als dat bij een volgende Kamerverkiezing bereikt
wordt, dan zal ons politieke leven in betere sferen
zijn gekomen, het algemeen belang er bij gebaat zijn.
VAN RIJ SWIJK'S
SCHOENHAND EL.SCHOENMAKE HIJ.
WATERDICHTE SCHOENEN, MET EN ZONDER
NEUS, MET EN ZONDER ACHTERNADEN,
PRIMA, VANAF f 5.75.
2) In het laatste nummer van „De Democratie",
het orgaan van „de Democratische Partij", bespreekt
de heer Heeres wel de uitslag der verkiezingen,
maar getuft hij nog niet aan, wat zijn partij verder
van plan is.
3) Nadat dit artikel geschreven was. bereikt ons
„Recht voor Allen", waarin de beer Kolthek mede
deelt, dat het partij ^orgaan wordt opgeheven. Over
de zaak van het partijverband zal de partij zich nog
nader uitspreken. De liquidatie van de S. P. schijnt
dus te beginnen.
4) Hier blijft het geval-Braat inzake den zomertijd
buiten beschouwing, daar het algemeen „belang",
dat daarbij werd vooropgesteld, bij belanghebbenden
geenszins onverdeeld vaststond.
1) In 1925: 10880; in 1922: 9209.
Binnenid^dsch NteuwSo
NOORDSCHARWOUDE.
Marktoverzicht. Zoo langzamerhand gaat de
aanvoer van aardappelen iets minder worden, hoe
wel het aantal soorten'aardappelen, toeneemt. Goed
geteld zijn tot op heden reeds 10 verschillende bena
mingen van aardappelen aangevoerd.
Wordt de aanvoer ven aardappelen minder, de
aanvoer van kool begint toe te nemen, zoodat in to
taal de aanvoer sinds de vorige week niet vermin
derd is.
Van de Schotsche muizen waren de prijzen door
een genomen iets minder dan de vorige week, doch
de geheele week vrij stabiel. De hoogste markt was
Zaterdag, toen we f 8.30 konden noteeren.
De schoolmeesters liepen bijna dagelijks even op
zoo, dat er in den loop van de week een verschil van
ongeveer f 1.20 kwam. De hoogste markt was f 6.30.
De prijzen van de eigenheimers waren eveneens
de geheele week vrij vast, doch noteerden lager dan
de vorige 'week.
De zilvernep deed hot niet best Liepen ze de eer
ste paar dagen vrij wat op, de laatste dagen gaven
meer teruggang, dan de eerste dagen vooruitgang
gaven. Was b.v. de hoogste noteering Maandag
f 19.20 en Dinsdag f 23.50, Zaterdag was dit slechte
f 15.30.
Ook de prijzen van de ril veruien en drielingen
waren niet hoog, al waren ze in veifcel ijking tot de
nep beter.
Maandag was de markt Jaag in vergelijking tot de
-efgeloopen week, doch de week gaf van dag tot dag
een geleidelijke vooruitgang, waardoor de hoogste
noteering Zaterdag 12 gulden tegen Maandag f 850
was. De aanvoer van zilveruien was veel grooter
dan de vorige week.
Dank zij het warme weer was ook de aanvoer van
bloemkool nog grooter dan de vorige week, wat ech
ter niet belette, dat de prijzen zich best bielden, al
kwam er dan ook in den loop van de week eenige
verlaging. De hoogste markt was achtereenvolgens
f 12.50, 1950, f 25, f 18,50, f 16.60 en f 16.20 per 100
stuks, wat een beste prijs genoemd kan worden.
Roode kool werd iets meer aangevoerd dan de vo
rige week, doch de prijzen gingen met reuzenspron
gen omlaag. Was Maandag de noteering nog f 5.60—
7.1Q, na een dagelijkschen teruggang was dit Zater
dag slechts f 3.60—4.50 en Vrijdag nog lager.
De witte kool gaf in nog sterker mate hetzelfde
verschijnsel te zien. Do aanvoer was bijna dubbel zoo
groot als de vorige week en de prijs, die Maandag
nog f 7.80—f 8.20 was. daalde dagèlijks zeer sterk,
zoo, dat Zaterdag slechts i 2.60—3.70 genoteerd kon
worden.
Gele kool werd voor het eerst de laatste drie dagen
aangevoerd. Deze' brachten tusschen f 8 en f 1050
op.
Peulen, tuinboonen, spercleboonen en snijboonen
%erden in zeer kleine hoeveelheden aangevoerd en
voor het eerst was er enkele malen eonige aanvoer
van gewone blauwe aardappelen, graafjes en kroten.
Gele nep werd de laatste dagen aangevoerd. Deze
brachten een beste prijs op. De laagste prijs was
f 1350 en de hoogste f 18.
Met de-boswortelen, die de laatste dagen aange
voerd werden, ging het best. De laagste prijs was 6
cent en de hoogste 10>4 cent per bos.
Zoo was het dooreengenomen geen schitterende
week voor onze tuinders. De lage prijs van de kool
vooral werkt i^iet zeer bemoedigend voor de komendo
dagen, die zeker een groote aanvoer van dit artikel
zullen brengen. Over de prijzen van de aardappelen,
j wat tot heden nog de hoofdaanvoer is, valt gelukkig
niet te klagen.
I Aangevoerd werden ruim 153 wagons aardappelen,
ruim 7 uien, bijna 4 wagons roode, uim 7 wagons
1 witte en 2000 Kg. gele kool, 92 Kg. peulen, 433 Kg.
tuinboonen, 850 Kg. spercieboonen, 880 Kg. kroten,
210 Kg. snijboonen, 34600 stuks bloemkool, en 0170
bos wortelen, in totaal ongeveer 175 wagons pro
ducten.
De aardappelenaanvoer was te Broek op Langen-
dijk 97 wagons en te Warmenhuizen bijna 47, zoodat
aan de 3 markten totaal deze week 297 wagons
aardappelen verhandeld zijn.
De aanvoer van kool was in Broek ruün 36 wa
gons, te Noordscharwoude 11 wagons en in War
menhuizen 2000 Kg., in totaal al zoo 48 wagons, wat
in de derde week van Juli zeer belangrijk genoemd
kan worden.
BEKNELD GERAAKT.
Dezer dagen geraakte te Helmond een 5-Jarlg
meisje met haar been tusschen de ophaalbrug be-
j kneld. Het been werd verbrijzend. De toestand van
bet kind is levensgevaarlijk.
Zoo voortgaande, kwamen zij op de gronden, die
bij het „Court" behoorden, en toen dacht zij aan iets
anders, dat zij moest zeggen.
„We hebben een gast, Bernard, één maar, doch ik
geloof dat je niet bijzonder op hem gesteld bent".
Hij vermoedde wie het zou zijn. Hij bleef even stil
staan.
„Toch niet Allan Beaumerville?"
Zij knikte van ja.
„Ja Het spijt mij zoo. Hij heeft zichzelven uitge-
noodigd en ik moet je iets van hem vertellen."
Zijne eerste opwelling was haar te beletten verder
te gaan. maar dat was dadelijk voorbij, na een blik
in Ellens ontsteld gelaat.
„Kijk niet zoo verlegen", zeide hij, flauwtjes glim
lachend. „Ik ben niet bang voor bom, Wat wilde
je me van hem vertellen?"
„Tïij ging eens op een dag alleen uit, om wat te
botaniseeren", zeide zij. „Weet je waar ik hem zag?"
„Neen. Waar?"
„In jou huis. Ik zag hem aan jou tafel zitten-, ik
zag hem naar buiten gaan. Hij zag er ontzettend
oDtsteld uit, alsof hij eene groote ontdekking had
gedaan".
Hij scheen geenszins zóó verrast, als zij dacht dat
hij zou zijn.
„Het is verwonderlijk hoeveel menschen in mijne
zaken belang stellen", zeide hij. met spijtige luch
tigheid.
„Niemand zoozeer als ik", fluisterde zij' zacht.
„Bernard. ik moet je iets van mijn vader zeggen. Ik
had het bijna vergeten".
,yGoetL Heeft hij ook een recht als landheer uitge
oefend?"
„Natuurlijk niet, maar, Bernard, de menschen pra
ten en hij heeft het gehoord en
Hij verdenkt mij ook?" Dan kan ik hem zeker
niet vragen mijn gastheer te worden."
Zij greep zijne beide handen en keek hem smee-
kend aan.
„Wees niét zoo dwaas. Bernard, lieveling, toe. Ik
zei niet dat hij je verdenkt. Maar de menschen heb-
bi-n gepraat en natuurlijk laat dat een indruk na.
Je moet vrienden met hem worden, weet je. Zou je
niet eens wat kunnen vragen, misschien?"
Hij keek een weinig blozend ter zijde en hij was
overwonnen..
„Heel goed, hoor, lieveling, ik zal komen", zeide
hij. Maar zeg, je moest hem dadelijk zeggen hoe
het tusschen ons ia en als hij mij liever niet tot
gast heeft, dan moet je het mij komen zeggen. Ik
wil niet onder eenige bedinging aan iemands ta
fel zitten", voegde hij er met eene plotselinge
trotschheid aan toe
„Hij zal het heel prettig vinden je te zien", zeide
zij eenvoudig! „Een paar woorden van mij zullen
voldoende zijn".
„Je gebied strekt zich, schijnt het verder uit dan
over mijn hart", zeide hij lachend. „Daar komt je
vader aan uit de stallen. Laten wij hem te gemoet
gaan."
Zij ontmoetten hem in de gang.
Toen hij zag. wie met zijne dochter daar aan
kwam. keek hij een oogenblik ernstig. Maar hij had
al de hoffelijkheid van een edelman van oude af
komst, en ofschoon hij buiten anders kon gehandeld
hebben, nu was die man onder zijn eigen dak en
moest als gast behandeld worden. Daarom stak hij
zonder aarzelen zijn hand uit.
.Ik ben blij u te zien, mijnheer Maddison. Wij be
gonnen te vreezen dat u ons hadt verlaten', zei hij
„Ik ben larnger weggebleven, dan ik eerst van
plan was. .antwoordde Bernard Maddison kalm.
„U blijft toch dineeren, natuurlijk", vervolgde de
heer Thnrwell weggaand. ,.U zult Beaumerville in
de bibliotheek of in het salon vinden. U weet den
weg. is 'tniet? Mijn jachtmeester wenscht mij even
te spreken. Het zal niet lang duren."
Hij stak de gang over en ging zijn eigen kamer
binnen. Ellen stak haar arm door dien van haar ge
liefde en voerde hem in tegengestelde richting, door
een lange gang naar het andere eind van het huis.
„Dit is eene groote eer, die je te beurt valt, hoor",
zeide zij1 met de hand op den knop van o'en der eer
ste deuren. „Je bent het eenige mannelijke wezen,
behalve mijn vader, dat ooit' hier toegelaten is"
Zij voerde hem in eèn sierlijk gemeubelde woon
kamer, met al die kleine kenteekenen van een vrou
wenverblijf, welke voor den man, die de bewoonster
bemitn, eene eigenaardige en eerbiedige belangstel
ling als het ware, inboezemt. De versiering van de
kamer was eenvoudig genoeg en toch sprak alles van
beschaving en kunstgevoel en bovenal van een groo
te, vrouwelijke bekoorlijkheid die hem als kunste
naar en als minnaar trof. Zij trok een gemakstoel
naar het vuur, én toen hij zat, kwam zij voor hém
staan.
.Ik hoop dat mijn kamer je bevalt," zeide zij
zacht, ..Is het zoo?"
„Zii .is als jezelve bent", antwoordde hij; „zij is
volmaakt."
MIDDENSTAND SRAAD.
In de laatste vergaderingen van den Midden-
standsraad zijn o.m. ae volgende punten besproken.
Weeldewet. Dc raad erkende, dat door de wijzi
gingen, welke de minister van financiën in het
ontwerp-Weeldewet heeft aangebracht, verschillen
de bezwaren, die tegen het oorspronkelijke ontwerp
bestonden, zijn vervallen. Tal van voorstellen, ter
zake door den Middenstandsraad gedaan, heeft de
minister in het gewijzigde ontwerp overgenomen
De hoofdgrief echter, welke de inddenstandsraad
tegen het oorspronkelijke ontwerp had, is niet
vervallen.
Het voorstel van den raad om de. zegelbelastingi
bij de bron te heffen, heeft de minister niet over
genomen en als gevolg daarvan is behouden ge-
j bleven de geheele rompslomp van inning waartegen
de .middenstand overwegende bezwaren heeft.
Onbegrijpelijk was het den raad, waarom de mi-
jiiister ten slotte er de voorkeur aan gaf, om b.v.
voor een gramofoonplaat zogelbelasting te heffen
bij 'den detailhandel, terwijl het toch zooveel voor-
deeliger is, deze belasting te heffen bij den invoer
o± bij den eventueel binnonlandsohen fabrikant.
De raad droeg aan een uit zijn midden benoemde
commissie op, haar werkzaamheden terzake voort
te zetten en met name erop aan te sturen, dat de
heffing v;in de zegelbelasting, waar zulks moge
lijk is, zal' geschieden bij dfe bron.
Zij bleven daar een half uur samen en toen klonk
de kleedbeL Zij sprong op eens uit haar kleinen stoel-
j naast hem op.
„Ik moet weg, om orders voor je kamer te geven."
I zeide zij. Natuurlijk logeer je bij ons. Ik heb al
'bedacht, waar je slapen zult. Roberts zal je binnen
vijf minuten naar je kamer brengen.
„Kleeden kan ik mij niet", merkte hij op. „Ik heb
geen kleeren bij mij."
„O. dat zullen we je vergeven", lachte zij. „Na
tuurlijk verlangde je te zeer om hierheen te komen,
dan dat je aan kleeren dacht Dat was zooals het
behoort. „Dag! wees niet langzaam".
Hij was gedurende ecnigen tijd alleen. Toen
klopte een bediende op de deur en bracht hem naar
zijne kamer.
Hij keek rond en zag nog meer blijken van haar
zorg voor hem. In de zitkamer, die aan een kant
(open ging, was eene groote vaas met verschgeplukte
bloemen, een stapel nieuwe boeken en eene photo-
graphie van haarzelve. De kamers waren de rnooi-
Isten van het huis. De met eikenhouten paneelen in
gelegde wanden waren met tapijten behangen en
ieder meubelstuk was een antiquiteit. liet was een
slaapkamer voor een VoTSt en werkelijk een ko
ninklijk vorst had* eens in dat vreemde, hooge bed
met zijn uitgesneden, eikenhouten pilaren, en ou-
derwetsche gordijn geslapen.
Het was Bernard Maddison alsof hij droomde, toen i
hij rondwandelde en alles bezag, zoo n heerlijke
droom scheen het dat hij het ontwaken vreesde.
Het luide gpschel van de tweede bel voerde hem
evenwel tot de werkelijkheid terug. Hij bracht
haastig zooveel mogelijk meer netheid in zijn uiter
lijk aan en ging naar beneden. In de gang ontmoet
te hij Ellen, die zich had verkleed in een dun. crème
diner-toilet en hem opwachtte.
„Bevalt je kamer Je?" vroeg zij.
„Bevallen? Zij is volmaakt". antwoordde hij
kalm. „Ik had niet gedacht dat Thnrwell zóó oud
was. Jij bevalt me ook", voegde hij er aan toe, haar
goedkeurend bekijkend en haar hand vattend.
Geen tijd voor complimenten, hoor!zeide zij
lachend, „wij moeten nu naar het salon; mijnheer
Allan is daar alleen".
Hij volgde haar door de gang en ging met haar
de kamer binnen De heer Allan zat met den rug
naar hem toegekeerd aan de piano en speelde zacht
een stuk van Chopin voor zichzelven. Op het geluid
van het opengaan van de deur keek hij om.
„Mijnheer Allan. hier ziet u nog een bezoeker, die
zich over ons ontfermt", zeide Ellen.~,.U kent mijn
heer Maddison. is het niet".
De muziek, die de heer Allan met zijn rechterhand
had vervolgd, hield plotseling op en gedurende
eenige minuten bleef hij" bewegingloos zitten. Toen
stond hij' op en boog even. „Ik had het genoegen",
zeide hij kalm. „De heer Maddison is uw buurman,
is het niet? Ik ontmoette hem, zooals ge u herinne-
j ren zult, bij eene zeer droevige gelegenheid".
.„Wil u voortgaan jnet spelenr' vroeg zü, neer
zinkend op een laag stoeltje, «wij willen graag
toeluisteren
1 Hij ging weer zitten en jnet halfgesloten oogon
begon hij het stuk weer. Ellen en Bernard Mad
dison zaten naast elkaar en spraken nu en dan
i zacht te zamen. Er was geen algemeen gesprok.
totdat de heer Thurwell binnenkwam «en daarop
werd het diner bijna .onmiddellijk opgediend.
Toen was er geen gaping meer in net gesprek.
Eerst werd het hoofdzakelijk gevoerd tusschen
den heer Thurwell en den neer Allan Beaumer
ville, maar toen Maddison een vragen den blik
van .Ellen zag, wierp hij plotseling het stilzwijgen
af. „Als Maddison spreekt," had eens een van zijne
bewonderaars -gezegd, „danfluistert,' ieder ander
en jvas dit nu juist niet hier het geval, dan
kwam dit omdat, hij de kunst verstond om ieder,
dien hij wilde, in hot gesprek to trekken en te
maken dat het scheen alsof zii het groter aandeel
daarin haddon dan werkelijk waar was. Jlet scheen
een onderhoudend gesprek to zijn, waarin Maddi
son de leider en de achtergrond was.
ITet gesprek was gevoerd over Italië en do Re
naissancekunst. Do heer Thurwell had eenige opmer
kingen gemaakt over enkele minder bekende steden
van het Noordon en Bernard Maddison had dit
onderwerp met vuur opgenomen.
„Ik kom juist terug uit een van haar,'' zeide hij.
„Ik zal trachten dit stadje te beschrijven.''
En hij beschreef het. Hij vertelde hun van de
afgebrokkelde paleizen, prachtig in hun /ölmaakton
Venitaanschon bouw, maar nog schooner nu in
hun langzaam groot verval', waarin al de majesteit
van diepe rust doortrokken was met gedachten aan
verganen roem. Hij 6prak van de stille, heldere
lucht, de fijne tinten van het zacht gekleurde iand-
landelijkeH eenvoud van de streek er omheen, fiin
en koei als de flauwe morgenzonnestralen over de
dalen (|n de wijngaardhellingen lagen, rijk en
idroomerig en kwijnend als de voilé glans van den
middag of de geurige duisternis van den bestardon
1 nacht.
Wordt vervolgd.