Sc!
rt
Een testament met een staartje.
Zaltrdog 1 Augustus 1925.
liösie Jiiari|a<ig. No. 7682.
DERDE BLAD.
Een interessante reis.
IV
ir
Spaander's Kleeding.
Binrtenlandsch Nieuws.
z?
VI.
st
cbl
We hobben reeds eenige uren gevaren en wij
i rolgeu steeds de rechtgetrokken lijn op de kaart.
1 |Biis nagenoeg geen wind. De zon is .prachtig- on
lergegaan, als een roode schijf is ze weggezakt
n do zee. I>o vu ige reflexen hebben den we ster
lemol nog eonigen tijd een wondermooie kleur
ègeven. Nu wordt 't wazig en ternauwernood is
e scheidingslijn tusschen luoht en water te hor
tonnen. Venus, de avondster, verschijnt. De maan
comt in .haar element, omdat zij haar .concurrente
•n haar voedster* de zon, niet meer naast zich heeft.
5ij heeft 't rijk thans alleen en om haar hoon)
verschijnen allengs meer hare gezellinnen. Telkens
vertoonen weer nieuwe sterren haar gelaat, 't
,Vordfc een gepinkei en getwirikel vanhonderden
ichtoogjes.
0, dit is een genieting om stil bij te worden.
Nu naar boven, naar het hoogste dek. Niet slapen
jaan vóór dat we nog eenmaal in eerbiedige oe
vondering en verrukking van dat heerlijke hebben
genoten. Met ons drieën Jopie en Ko gaan mee
trekken we naar boven -naar den achtersteven,
yang hangen we daar over de reeiing en zien
iu eens naar boven, dan weer naar omlaag. Boven
>ns de heerlijke hemel, een donkere koepel, waarin
le maneluchtor hangt en de ontelbare gloeilichtjes
likkeren. Beneden ons de door ons schip fel-
loorbröken waterspiegel. We zeggen 'Weinig. Slechts
nkele opmerkingen. Dadr staat „de groote beer*',
at is „Cassiopea", dódr fonkelt de „Poolster"
Ve zouden nu niet luidruchtig kunnen weaen.
Iet zijn gewijde oogenblikken, oogenblikken, waar-
n iets groots doorleefd wordt, en waarin de kleine
aensch zich een eeuwigheidswezen gevoelt. Een
>anale opmerking, een grap, is nu misplaatst.
Ang blijven we dezen nacht boven, 'fc Is Iaat,
Js we onze hutten opzoeken en noode afscheid.
emen van den hemel en de zee
Den volgenden morgen sta ik op en Sis ik door-
Ie open patrijspoort kijk, bemerk ik, dat 'fc heerlijk
reer is en bladstil. De .zee is precies aóó, als ik
ens op een zomerdag de Brasemermeer zag. Eén
ïanzend vlak van onzegbaar mooie kleur. Wat is
Ne toch heerlijk, mijn stralende bruid. Ik moet
ic bedwingen .om niet opnieuw haar pracht te
eschrijven. liet kost me moeite dit te doen.
Vil een verliefde niet altijd door van zijn ge
lelde spreken en anderen vertellen van haar
harme. haar schoonheid? En ik ben nu eenmaal
erliefd van de zee, zij heeft mijn hart, geheel en
inverdeeld.
Met eenige weemoed bedenk ik, dat 'fc de laatste
ag is. Gelukkig zal 't een schoone dag worden.,
i alle opzichten! Schitterend weer en groote
ezelligheid. 'fc Is de dag van hetafscheidsdiner,
raarover ik reeds heb geschreven in den tweeden
riet. Zooals steeds, vliegt ook deze laatste dag
oorbij en 'fc is bedtijd voor we er aan denken.
Sk slaap in met de gedachte, dat ik vroeg moet
rakker worden, want dan kan ik genieten van
iet gezicht op Genua. Mijn genius van den nacht
uit ine echter in. den steek, want als ik 's morgens
ntwaak. varen, wij de haven van Genua reeds
innen. Ik heb dus het mooie schouwspel gemist
m de stad langzaam uit de morgennevelen te
oor.schijn fce zien komen. Niettemin heb ik toch
en prachtig gezicht op de stad, die als van .uit
e zee schijnt op te rijzon. Maar ik moet mijn
offer pakken-... ik moet afscheid nemen van de
ohan de Witt, van dèn kapitein, van Oemar....
c moet nog eenige woorden spreken met enkelen,
ie zullon doorreizen naar Indië, ik heb behoefte
Ji en paar hartelijke wenschen daaraan toe te voe-
en.... Daar is voor mij altijd iet-s aandoenlijks
het afscheid nemen met de gedachte: zullen wij
kaar ooit weer ontmoeten? Zie ik den vriend e -
jken kapitein ooit weer? En Oemar? En de „Kar -
ouwen' en het handschoentje en... en...?
Met inijn gepakte koffer sta ik weldra .in de
ouaneloods. De visitatie is gemakkelijk. Dan ne-
ten wij met ons drietjes een rijtuigje en hobbelen
aar het hotel Savoja, waar wij, na heel wat
ieren en vijven kamers weten te krijgen in -een
épendance. We boffen daar eigenlijk mede. Die
*.pcndance blijkt een heel groot gebouw te wezen,
js in gebruik genomen en nog maar gedeelte-
jk voor de ontvangst vaji loge's ingericht. Wij
rijgen daar drie groote kamers. Een voor den
)taris met zijn vrouw, één voor Jopie en Ko en
in voor mij. .-Vil right! Wat nu? 't Is smoorheet.
enua ligt te braden en te roosterenvaji
andelen is geen sprake. Vlak bij ons hotel is
JqJc Cook's Office. Daarheen! In orde. We gaan een
jfj.utotocht maken naarPortefine en zullen dus
'en deel van de beroemde Italiaansche Riviera zien.
e zijn met zijn negenen, drie rijen van drie en
tfcen ruim in de groote open toeristen auto. De
d Karbouwen" on ae admiraal met zijn vrouw
i nog twee dames zijn bij ons. Doordat de Johan
ie Witt twee dagen in Genua blijft liggen, kun
on onze vrienden, die doorreizen naar Indië,
heerlijk van het verblijf genieten.
heb van de Riviera (de kuststreek langs de
[iddellandsche zee van Nizza in Zuid Frankrijk
ifc Spezia in Italië) veel gehoord en gelezen. En.
lin verwachtingen zijn hoog gespannen. De tocht,
illco wij gaan maken, zal ons voeren door een.'
ör schoonste oordpn der wereld.
Stel ik er mij niet te veel van voor? Zal ik niet)
neurgestold worden? Welnu, ik heb de Riviera.
ezien en reegis don eersten dag was ik in extase.
Is Adam dat geweten had, als hij eenig ver
oeden had kunnen hobben van de schoonheid
ina ïzei' streek, dan zou liij onmiddellijk, na uit hot
tiïadijs te zijn verdreven, hierheen zijn getogen
dan luid hij een ander paradijs teruggevonden,
aar over het natuurschoon van de Riviera zal ik
u niet schrijvenik zal 't doen in een volgenden
nef. Van onzen tocht over Nervi en Rapallo naar
ortefino vertel ik dus later, wanneer ik tevens
'I trachten iets te beschrijven van het jiafcuur-
ihoon van déze heerlijke kuststreek. Ik wil me
1 la-palen tot de stad Genua zelf. Zij draagt
Ln i Italië den bijnaam „La Superba'' en wie haar
ert kennen, moet toegeven, dat deze naam ten
t>üo verdiend wordt. Wanneer wo beneden aan don
aven staan zien we over groote breedte de stad
mfitheatorsgewijze voor ons oprijzen, boven op
11T e hergen staan nog de verouderde forten en wij
.leuren de oude muitrversterkingen. Ons oog wordt
cboeid door liooge huizen en prachtige paleizen,
?or oude kerken. Opvallend is terstond, dat we
ra-
uit
rijkdom, in de Steeds mooier wordende behuizingen
te demonsfcreeren. Zoo staan er thans -g i>V
zen uit zeer ouden tijd, b.v. het palazzo S. Giorgio,
hetwelk dateert uit 1256 en in den loop der tijaen
verschillende bestemmingen heeft gehad. In veler
lei opzicht doet Genua ons aan Amsterdam den
ken. Ook daar toont men ons nog op Heeren- en
Keizersgracht de troteche huizen aer.ou^e Amster-
dam sche handelspatriciërs, die er eer in stolden
voora± het Interieur hunner woningen zoo kost
baar mogelijk te maken. Zoo -nebben de rijke
Genaeezen eeuwenlang gewedijverd in het bouwen
hunner paleizen. En 2aj laten niemand minder
dan Galeazzo Aleesi. opvolger van den wereldbe
roemden genialen Michelangeio, komen om aan
hem op te dragen een^ gansche straat van palei
zen tc bouwen, do Via Nuova. Onwillekeurig dringt
zich de gedachte bij me op om zulk een paleis van
binnen te zien. De tijd en de gelegenheid ont
brak daartoe, maar ik hoop nog eens weer in
Genua to komen en dan op de een of andere wijze
't klaar te spelen om althans één dor particuliere
paleizer inwendig te bezichtigen. Waar een wii
is, is een weg. Zoo hoop ik ook don weg naad
deze schoonheid te vinden.
Opvallend is dat in deze paleizenstad tegelijk
opvallend nauwe straatjes zijn, zoo nauw dat men
er lijnen heeft gespannen over en weer uit dé
verdiepingen der zeer hooge huizen tegenover èl-
kaar, waaraan heel- genoegelijk de bonte wasch
to drogen hangt. Het is oen curieus gezicht. En.
deze uiterst nauwe straatjes vindt men niet in dc
achterbuurten, maar midden in het centrum dor
stad, vlak bij de groote straten en pleinen. Wij zijn
een paar van deze straatje® doorgewandeld om een
stuk volksleven van nabij te zien. Daarin zijn
typische volkswinkels en ec:hte> kroegjes. Toch krij
gen we geen omaangenamen indruk, al1 zag lang
niet alles er smakelijk uit. Ik weet niet hoe 't
komt, maar zou 't kunnen wezen, dat de menschen
in Zuidelijker landen een. donkerder gelaatstint
hebben en daardoor hun vuilheid anders uitkomt
of is de verklaring hierin te vindon, dat. zij min
der kleeren aan hebben en alles hun luchtiger
aan 't lijf zit?
Natuurlijk worden ook kerken bezocht. Hoe Zou
men een Italiaansche stad kunnen verlaten zonder
althans oen paar van hare kerken fce hebben bezich
tigd? En gedrieën fcreden we de stoep van een der
oude tempels binnen. Een oude kerkedienaar is
zoo vriendelijk ons de noodige uitleggingen te
geven en fce wijzen op de meest bijzondere din
gen. Het. is duidelijk, dat Italië het land der mar
mersoorten is. Ook deze kerk is van binnen voor
'fc grootste deel met marmer bekleed en prachtige
zuilen uit diezelfde edele steensoort dragen 't
'hooge gewelf. Het géheel is imposant.
Gansch andera is ae indruk van de tweede kerk,
welke wij bezoeken. De eerste was leeg, de tweede
gevuld met menschen. De eerste maakte een sobe-
ren, ernstigen, gewiiden indruk, de tweede deed me,
onaangenaam aap door hare akelige, banale versie
ring. Er werd juist dienst gehouden en vol vuur
sprak een nog jong geestelijke van den kansel.
Helaas ken ik geen Italiaan sch en kon ik dus heel
weinig verstaan van wat hij sprak. De menschen-
luisterden echter aandachtig.Vlak naast me werd
in dc kerk een handeltje in kaarsen gedreven.)
Maar wat me hinderde was do versiering dor kerk
met elecfcrisehe lichten, die als_ sterren en stralen
op en om en bij het altaar flikkerden. Ik kreeg
waarFjk den indruk in een steomcaroussel te wo i
zen. Het is toch een wonderlijke godsdienst bij
de zuidelijke volken. Ja, daar passen de processies
bij met bonte lappen en vaandels en vergulde
kruisen en kleurige poppen. Voor ons menschen
uit het Noorden, 'met wat minder termpora.monfc on
wat meer bezinning en nuchterheid is dat allc^
dwaas eu belachelijk. En het zou waarlijk fco
betreuren zijn, wanneer de processies weer hun
intocht hielden in ons land, wat de roomsoho kerk,
wel zou willen.
DRAAGT
ALKMAAR—HOORN.
Er is echter meer fce bewonderen in Genua. Mijn
hotel is gelegen aan de# Piazza Acquaverde, een
mooi, boomrijk plein. Midden op dat plein staat
het prachtige standbeeld van Oolumbus. den ont
dekker van Amerika, die in .Genua geboren is. Het
is uit marmer opgebouwd en maakt een voornamen
indruk. Op een ander plein, de Piazza Corvefcta
'treft ons een groot ruisterstandbeeld van Victor
Emanuel I. Ook de beroemde Mazzini, van wien
ik eer. mooi werk in mijn boekenkast heb staan,
en voor wien ik altijd oen groote vereering liejb
gehad, is niet vergeten. Hoog op een zuil staat zijn
beeld, dat doet denken in houding en kleeaij
aan het beeld van Thorbecke in Amsterdam. Dat
beeld van Mazzini doet me trouwens aan andere
dingen nog denken, en ik vraag mezelf af of ik
nu werkelijk in het land van Mussolini ben, als
ik me voor den geest roep dat dit standbeeld is
opgericht voor iemand met de ideeën van Mazzini.
Dat ook de Italiaansche populaire held Garibaldi
hier een standbeeld heeft, ligt voor de hand. Het
staat op het plein, dat 'fc middelpunt van Genua
vormt, de Piazza Deferrari.
Maar 'fc wordt tijd, dat ik u ga vertollen van
het allermerkwaardigste, het, allerberoemdste wat i
Genua te zien geeft. Want hierop kunt go aan, als j
er gesproken wordt over Genua, dan is altoos do I
eerste vraag: hebt go do „Campo Santo'" gooien? j
Om deze Campo Santo te zien, ben ik, langer dan) I
oorspronkelijk mijh bedoeling was, in Genua ge
bleven en heb ik een brandende hitte gefcroti
6eerd. En 't heeft mij niet berouwd.
Met de elecfcrisehe tram ben ik naar het be
roemde kerkhof, hetwelk dezen naam draagt, ge
togen met Jopie en Ko. We komen er juist aan do
poort tegelijk met een begrafenisstoet. Terstond
treft 't ons dat de lijkkoets niet zwart maar
wit is. Bovenop liggen ae bloemen. Wit is de jas
van den koetsier en wit met verguld zijn de klee-
den, welke de paarden dekken. Later zie ik een
zwarte lijkwagen. Misschien verschil ïn klasse?
Of speelt cle leeftijd van den overledene een rol?
Intusschen zijn we het hok binnen gegaan en-
wij bevinden ons op do plaats, welke geldt voor
een der bekendste bezienswaardigheden van Italië,
ik vertelde reeds van den ouden geest der Genu-
eezen om hun rijkdom te demonstreeren in hunne
bouwwerken. Welnu, deze geest leeft nog en
heeft van dit kerkhof, hetwelk dateert uit dé eer
ste helft dér 19de eeuw, een museum van beel
dende kunst gemaakt, van onvetrgelijkelijke schoon
heid. Toen in genoemdep tijd het begraven in de
kerken werd verboden, word door de prachtlievenda
stadsbestuurder van Genua aan den architect Re-
fasco de opdracht gegeven een plan te maken voor
een monumentaal kerkhof, dat niet mocht afsteken
bij de overige bouwwerken van de stad. Ik zou to
uitvoerig worden, als ik een bescliriiving" ging
geven van 'den aanleg dezer begraafplaats, waar
men uren aohtereen kan rondgaan, om telkens 1
vol bewondering stil te staan. Ik wil' slechts iets
vertellen van wat het allermooiste deel is van deze
doodensfcad. Dit is een lange overdekte galerij,
waar »aan weerszijden rich de graven bevinden
Deze graven worden verkocht en ieder, die een
graf koopt, neemt daartoe de verplichting op rioh
binnen Bepaalden tijd een monument op te rich-
ten. Welnu, het zijn juist deze monumenten, welke
het kerkhof van Genua bekend en beroemd hebben
gemaakt. Monumenten, waarin zich openbaart de
ïjdolheid der menschen, welke anderen willen over
treffen. maar waarin tegelijkertijd eerste rangs
beeldhouwers de gelegenheid krijgen om het besté
fce geven, wat zij kunnen. Is dit kerkhof voor hen
niet een -permane fce tentoonstelling'' B'\;m aï'e
monumenten zijn in C-ararisch marmer uitgevoerd,
enkele in brons. Er zijn symbolische voorstellin-
lingen bij. maar ook treffende weergaven van
de werkelijkheid. En zeer bijzonder is 't, en 't
doet ons bezoekers in 't eerst wat vreemd aan,
dat wij dikwijls de beelden der nog overlevenden
in marmer gehouwen zien.
Om eenigszins een indruk te geven van deze
grafmonumenten zal ik pogen er enkele die mij
bijzonder troffen, te beschrijven, al weet ik. dat-
mijn beschrijving nooit zóó kan zijn, dat daardoor
het beeld voor 'fc oog van den lezer verrijst in rijn
volle, heerlijke schoonheid, kl begin met te noemen
een bronzen groep. Ik denk dat' de figuren iets
meer dan levensgroot zijn. De groep heet „dramma
oterno' (het eeuwige treuspel) en is het werk van
den beeldhouwer Monteverde. De dood gehuld in
een doorzichtigen sluier, omvat oen jonge vrouw:
met dc magen* vingers van zijn linkerhand grijpt
hij haar rechten>ols vast. terwijl hij zijn rech
terhand slaat om het middel van '-fc nux)io, gezonde
bloeiende vrouwenlichaam. Dat lichaam is achter
o vergebogen, waarin is weergegeven de afkoer
van den dood. De jonge vrouw wil niet sterven, rij
heeft 't leven lief maar onverbiddelijk is do
uitdrukking op den omfloersten doodonkop. Dit is
werkelijk iets van ontroerende, tragische schoon
heid. -
Mooi van gedachte en uitvoering is het beeld
door Saccomauo gehouwen ter oere van de nage
dachtenis van den Genueeschon recdor Erasma
Piaggio. 't Stelt een grijsaard voor, symbool van
den tijd, maar die kop met langenibaard is zoo
zeldzaam prachtig, dat men z'.n oogen er niet van
kan afhouden. Nog nooit zag jk oen kop, waaruit
zoo sterk het ernstig, rustig peinzen spirak. Gansch
ónders is het marmeren monument van den beeld
houwer Cosfca. Een jonge vrouw heeft zich op haar
sterfbed opgericht en zit, steunend op haar lin
kerarm in prachtige plooien vallen do dekens
men zou ze voor echt houden de reohtera^rimi
strekt zij uit naar haar zuster, die reeds gestorven
ïs, maar .thans haar komt halen. De gestorven zus
ster, met bloemenkrans om 't hoofa, wiist naar
l>oven met de linkerhand, terwijl haar reenterhand
't kruis vasthoudt. De uitdrukking van de beide
figuren is subliem. Het gezicht van de gestorven
zuster spreekt van een zalig weten en op 'fc gelaat
van haar die sterven gaat, lezen we de stille,
geloovige overgave. Dit alles is van een verheven
heid, een adel, een voornaamheid zonder weerga.
Van gansch ander karakter zijn de gedenkteeke-
nen, welke ons de beeltenissen geven van de fcreu-
rend-achfcerblijvenden. Heel typisch is b.v. het Mo
n urnen to Drago (door den beeldhouwer Rivalta).
Het geeft ons het levensgroot beeld te zien van een
weduwnaar die staat aan het graf van zijn gestor
ven vrouw. Nu moet ge bedenken, dat in hert graf
werkelijk het lij'k der vrouw ligt. Na haar dood
heeft de man zijn eigen beeld laten houwen uit
marmer. Precies zóó als hij gekleed is, met een
colbertjasje, staat hij daar, ae eene hand voor
'fc gelaat om zijn tranen te verbergen, de andere
op don rug de hoed vasthoudend. Voor ons lijkt
't bijzonder vn^emd. zichzelf zóó alsxbeeld bii 't
graf van een overledene te rtlaafcsen. Maar mooi.
Als ik dit schrijf, ligt de foto naast me, de fpto
van een marmeren beeld en toch toch is 'fc of
de min leeft en ieder oog^nblik^van houding kan
veranderen. Heel merkwaardig is ook het monu
ment» Caselïa door Benetti. Hier ligt de man
hegraven, zijn portret in marmer is op den wand
van 't graf aangebracht en pu heeft de weduwe zich
zelf en haar beide kinderen laten beeldhouwen even
eens in prachtig- marmer en geheci naar de mode
gekleed. En toch maakt de groep geen belachelijken
indruk. Integendeel. De moeder heft 'fc jongste
kindje op om 't lieojd va,n vader fco laten kussen eh
wo zien hoe rfc kleintje de handjes naar 'fc boelld
van vader uitstrekt. Het andcro meisje ligt geknield
op den grond en ziet naar haar overleden, vader.
Tk mag niet teveel van het geduld mijner lezers
vergen, anders zou ik nog heel lang door kunnen
gaan, want er zijn tientallen van deze prachtige
monumenten. Men moet deze zien of tenminste
-als goede foto voor zich hebben, om er de voRe
sohoonheid van te genieten. Maar één enkel mo
nument wil' ik tot besluit nog noemen. Hot is
het monument, dat mij 'fc meest getroffen heeft
als kunstwerk. Het is een herinnering aan T. Scrra.
Er zijn diepzinniger en grootsclier voorstellingen,
teaar dit Serra-monument is voor mijn bewustzijn
het allermooiste. En wel heel' merkwaardig was
mijn metgezel met zijn vrouw 'fc volkomen niet
me oens en vonden ook zij dit iets zeer bijzonders..
E11 toch was de voorstelling zeer simpelbij hot
graf staat een witmarmeren monnik zijn brevier te
lezen. Dat is alles. Maar 'de devote houding van
den monnik, de stille aandacht waarmede hij leest,
de fijne kop met den langen baard, de plooien,
van het gewaad, de handen, alles, alles is van zoo
uiterste distinctie, dat men vol verbazing bliiffc
staan. Is dat marmer? Is dat steen? 'fc Is of aie
oogen, die handen, die heele figuur leeft, liezield i£
Zal die monnik straks het boekje dichtslaan een
kruistekken maken en weggaan. Men moet wel
een buitengewoon artiest wezen om zoo iets te kun
nen scheppen, om zóó de doodo stof to bezielen;
en fce doen leven.
0; om de Campo Santo wil ik nog eens weer
(naar Genua. En dan koop ik dat 'fc minder warm
zal zijn, zoodat ik zal kunnen genieten, Jang, heel
lang van wat de nobele beeldhouwkunst mo daar
to zien geeft, om te ondergaan do ontroering van.
waarachtige schoonheid. Toch mag ik mijn beschrij
ving niet eindigen zonder te gewagen van een te
leurstelling welke ik op ditzelfde prachtige kerkhof
ondervond. Welk een schril contrast tusschen de
Ïirachtige beeldhouwwerken on de allerijselijkste.
ampen en kandelaars en kransen welke men ter
eere van de dooden bij diezelfde kunstwerken!
plaatst. En ik heb mezelf bij voortduring afge
vraagd, hoe is 't mogelijk, dat dezelfde menschen,
die zulke heerlijke beelden, zulke verheven symbo
len oprichten voor hunne afgestorvenen, tegelij
kertijd zulke nare prullen daarbij kunnen dulden.
Laat ik tot besluit nog vermelden, dat we m de
groote, koepelvormige kapel op het kerkhof ook
juist een lijkdienst konden meemaken, maar -deze
maakte zoo weinig impressie, dat we het 'einde
niet eens hebben afgewacht.
Inmiddels begint fc uur om Genha te verlaten
te naderen. We nemen derhalve afscheid van dc
Campo Santo. Juist bij den uitgang Joor>en wo
de „Karbouwen'* nog tegen 'fc Ujf. vye zien hen.
nu voor de allerlaatste maal. Dienzeliden avond
zullen ze koers zetten naar hot nieuwe vaderland,
dat hun wacht. Nog een hartolijken handdruk!.
Adieui
dAt hij de opdracht tot vorming van een nieuw mi
nisterie aanvaardt.
Het gerucht, dat het departement van onderwijs,
kunsten en wetenschappen zijn zelfstandig bestaan in
het nieuw te vormen kabinet zou verliezen en onder
gebracht zou worden bij een der andere departemen
ten van algemeen bestuur, is niet juist.
Van hei nieuwe kabinet zullen negen ministers
deel uitmaken. De portefeuilles van binneblandsche
zaken en landbouw (éen departement) en van Justi
tie zullen aan Christelijk-Historischen worden toe
vertrouwd; die van financiën en van onderwijs (dat
na rijp beraad zijn zelfstandigheid behoudt) aan
anti-revolutionairen. Aan het hoofd van het minis
terie van landsverdediging en van dat van arbeid
zal een Katholiek komen en minister Van Karnebeek
blijft met de leiding van buitemandsche zaken be
last Omtrent waterstaat en koloniën bestaat nog
eenige onzekerheid; siellg zal aan het hoofd van een
dezer beide departementen een Katholiok komen, en
het is niet onmogelijk, dat het andere een anti-re-
volutionnair tot chef krijgt Dienaangaande schijnt
echter nog geen zekyheid ie bestaan.
DE HAAS ALS HUISDIER
Door iemand te Oude water werd ruim elf jaar ge
leden een jong haasje, welke in een sloot was geraakt
gevangen.
Het beestje heeft al dien tijd het leven van een ko
nijn geleden, was voor de huisgenooten volkomen
•tam, liep door het huis rond on ging gemoedelijk
met hond en kat om. Ongeveer 4 maanden geleden
is het blind geworden en in den loop van deze week
gestorven.
Als curiositeit vermeldt het „U. D.M hierbij dat de
maximum.leeftijd van een haas in de natuur onge
veer 10 jaar kaïn bedragen.
VOOR DEN MINISTER ZIJN BROEK GESCHEURD.
Bij een onlangs te Barneveld gehouden openlucht
meeting, waar minister Colijn als spreker optrad, had
een der vurigste propagandisten 't ongeluk zijn pan
talon aan 't prikkeldraad te scheuren.
Deswege heeft dit jongmensch nu by de A 'R. Pro-
pagandaclub, die het initiatief voor deze meeting
had genomen, oen vorzoek ingodiend om schadever
goeding: „wegens het scheuren van zijn Zondagsehe
broek voor den minister." u. D.
TABAK VERHAGELD.
Onder de gemeente Driel is door een hevige hagel
bui groote schade aangericht in het tabaksgewas. Van
sommige planters is het geheele gewas vernield.
OPLICHTER-RE CIDIVIST.
Zekere R., die al enkele vonnissen wegens oplich
ting en verduistering op z'n kerfstok had en in Jan.
weder uit de gevangenis was ontslagen, kwam toen
als smidsknecht in dienst van den wagënmakerspa-
troon T. te Roosendaal, die omtrent h8t verleden van
R. totaal onbekend was..
Spoedig wist R. het vertrouwen van den nieuwen
patroon te winnen, waarvan hij op ergerlijke wijze
misbruik maakte, zoowol ten nadeele van zijn pa
troon als van diens cliënten, waarbij hij zelfs een
arme weduwe niet ontzag.
Onder schijnschoone voorwendsels werdeji verschil
lende eenvoudige lieden voor grootere en kleinere be
dragen door hem opgelicht, terwijl hij voorts zich
schuldig maakte aan valsehheid in geschrifte en ver
duistering. Hierbij eigende hij zich een bedrag toe. dat
een voerman zou overbrengen naar Breda, om daar
uit te betalen aan een ijzerhandelaar, waarvoor hij
een valsche kwitantie schreef en deze aan den pa
troon afgaf Ook op andore wijzen, door uitschrijven
van rekeningen, wist hij van sommige klanten geld
!os te maken.
Intusschen kreeg de justitie weer de lucht van zijn
"handelingen en wijl hij beducht was weer in haar
handen te vallen, nam hij de vlucht en hield zich
schuil. 0
Gisternacht echter bleek* hij weer te Roosendaal te
vertoeven, waar hij in beschonken toestand door pa-
trouilleerende marechaussees werd aangetroffen en
gearresteerd. Bij onderzook bleek, dat van het ont
vreemde geld zoo goed als niets meer over was.
VECHTPARTIJ.
In een woning aan dc WeerdJ eestraat te Arnhem,
werd. naar de „N". Arnh. Ct." meldt, een verjaardags
feestje gevierd. Eten der bewoners, de 23-jarige S.,
die onder den invloed van sterken drank verkeerde,
snelde op een gegeven oogenbiik het huis uit en viel
een niets vermoedenden voorbijganger aan, dien hij
een slag in het gezicht.gaf.
De wandelaar koos de verstandigste partij en liep
door. S. bleef echter om hem heen springen met een
geopend mes in de hand.
Een der buurtbewoners, de 29-jarige R. bemoeide
zich met het geval en wees S. ?r op, dat 5 t toch
niet aanging om den wandelaar die niet? gedaar. had
aan te vailen. Nu richtte S. zich tegen R. die daar
op de vlucht nam naar een naburigen stal. S ach
tervolgde hem én juist toen R. de staldeuren achter
zich dicht trok, gelukte het S. om zijn slachtoffer
met het mes een diepe snede over de hand te ge
ven.
De verwonding liet zich aanvankelijk ernstig aan
zien en R. moest zich in het Gemeenteziekenhuis on
der geneeskundige behandeling stellen. Later bleek
dat hij er nog vrij schappelijk van at was gekomen,
S. werd tenslotte in het huis in de Weerdjesstraat,
de woning van zijn broer, door do politie en recherche
gearresteerd. Hij werd naar het hoofdbureau van po
litie overgebracht; tegen hem is procesverbaal opge
maakt.
VEENHUTZEN.
Naar men ons mededeelt, heeft de heer Mes, café
houder alhier, het Intern Tooneel van Bergen uitge-
noodigd Kermis-Maandag een tooneelopvoering te
geven met de „Doodende Straal" De uitstekende pers-
beoordeelingen in de Schager Courant over de ver
schillende tooneelwerken door dit gezelschap in den
omtrek voor het voetlicht gebracht, belooft ook hier
voor tooneelliefhebbers een prachtavond.
Na afloop het traditioneele bal met. vrij cabaret,
aangeboden door eenige dames en .heem* van boven
genoemd gezelschap.
STAKING.
Bij de Vereenigde Lucifersfabrieken te Eindhoven
is een staking uitgebroken, die ongeveer 250 arbeiders
omvat. De werknemers eischen 8 pet. loonsverhooging
en uitbetaling van de z.g. heilige dagen.
TRAP VAN EEN STIER.
To Noordbroek bi) Winschoten i* de landbouwer
Meerten Boer zóó door een stier getrapt, dat hij kort
daarna is overleden.
TEGEN EEN BOOM.
De heer H. uit Vries is gistermiddag te Peeloo
(gem. Assen) met zijn motor tegen een boom gere
den. Hij kreeg een schedelbreuk en overleed onmid
dellijk.
VALSCHE RIJWIELPLAATJES.
Te Amsterdam is een 39-jarige man aangehouden,
verdacht van het vervaardigen van valsche rijwiel-
belastingmerken.
DE KABINETSCRISIS,
De minister van financiën, de heer ("olijn, heeft
gisteren te Soestdijk aan de Koningin meegedeeld,
Degenen, die enkele maanden geleden mijn aan
wijlen den Markies Curzon of Kodleston gewijd arti
kel gelezen hebben, zullen zeker wel do overtuiging
gekregen hebben, dat Lord Curzon een morkwaardig
en tevens een eigenaardig mensch is geweest.
Deze beide eigenschappen treden weer sterk op
den voorgrond bij het lezen van het testament van
den man, die èn Onderkoning èn Minister van Bui-i
tenlandsche Zaken geweest is.
Lord Curzon was een rijk man en kon zich daar
om ook het verzamelen van oudheden en kunstvoor
werpen permitteoren. Reeds bij zijn eerste reis om de
wereld, als jongmensch verzamelde hij te het Verre
Oosten fraaie kunstvoorwerpen en antiquiteiten en
logde aldus den grondslag voor eone mooie verzame
ling van kunstschatten.
Liter kocht hij eene Napoleon-collectie en een
Nelson-collectie op.
Ten slotte kocht hij twee historische kasteelen:
Tattershall Castlo in Lincolnshire 'r Tkriiam Castle
in Sussex.
Bij uiterste wilsbeschikking laat Lord Curzon nu
deze schauen als volgt na.