ROMMELKRUID*
De Wereld der Vrouw
Even Lachen.
daaraan schuldig is staat thans, ik wü er wal aan
toevoegen, helaas vast".
De jonge vrouw zag den president met trillend»
lippen aan plotseling barstte zij in snikken uit en
verborg haar gezicht in do handen.
„We komen thans", vervolgd» de president, „tot
het 'hooren van den detective Herbert Porter" De
deurwaarder ging naar buiten en kwam met den op
geroepen getuige terug. Aller oogen vestigden zich
op den beroemden man, met zijn kaarsrechte, krach
tige gestalte en zijn scherp-geteekend, intelligent ge
zicht, waarin geon trek verried van wat er in hem
omging. Hij was 't, die do eerste, fijnste draden van
doze zaak gevonden had en die ze had aaneenge
knoopt en menigeen zag hem aan; met ontstemming,
met stil verwijt als hij van deze vastberaden, wils
krachtige figuur keek aar den beklagenswaardigen
schilder en zijn bekoorlijke jonge vrouw.
„U zult ons niet veel nieuws meer te ventelleni heb
ben, Mr. Porter", zei de voorzitter. „U bent de laatste
getuige die gehoord wordt en de beklaagde heeft be
kend."
„Het is inderdaad niet veel, wat ik te zeggen heb,
mijnheer de president", zei de detective, op zijn droog
sten toon, „een kleinigheid maar. De beklaagde is
onschuldig."
De president, de rechters en de gezworenen richt
ten zich op in hun zetels, als door een plotaelingen
schok getroffen, en staarden den man aan, die daar
met onbewogen gezicht voor hen stond en deze on
begrijpelijke mededeeling deed. Op de publieke tri.
bun» was heftige emotie, hoorde men onderdrukte
kreten.
„Watl zegt U daar? Onschuldig?" herhaalde de pre
sident in stomme verbazing.
„Ja, mijnheer de president."
„Etn kunt U dat bewijzen?"
vHet zal me niet moeilijk vallen het bewijs tJe leve
ren. De beklaagde moet de daad die hij bekent, ge
pleegd te hebben, hebben verricht met een revolver
die ik hier ter tafel zie liggen en die hij pas den
dag na den moord op Baron Goldoni gekocht heeft."
„Hè?" zei de president, thans op het toppunt van
verbazing, terwijl de verrassende verklaringen van
den beroemden speurder, zoowel door de rechters en
de jury als op de publieke tribune met ademlooze
spanning werden gevolgd.
„Ik zal het U nader verklaren, mijnheer de presi-i
dent", zei Herbert Porter, met iets triomfantiijks in
zijn stem, terwijl zijn scherpe gelaatstrekken zich
verzachtten en een begin van een glimlach in zijn
grijze oogen twinkelden.
„Het misdüjf werd gepleegd op 15 Augustus,
's middags om twee uur."
„Dat is ons hekend.."
,jDe revolver echter, waarmede de beklaagde het
feit zou hebben gepleegd, is op 10 Augustus, 's mor
gens om half elf gekocht in den wapenhandel van
Mr. Curtiss in Regent Street, Daaruit volgt dus on-
omstootelijk, dat beklaagde op het moment van het
misdrijf het wapen nog niet heeft bezeten."
„Wat heeft de beklaagde hierover op te merken?"
vroeg de voorzitter.
,jDat is een vergissing. De wapenhandelaar moet
zich een dag vergist hebben."
„Dat is buitengesloten", antwoordde de detective
onverstoorbaar. „Toen Mr. Kennedy de revolver
kocht, kwam er juist een kassierslooper die zaak bin
nen om een wissel te presenteeren. Die wissel had
toevallig 16 Augustus als vervaldag en is ook prompt
op dien dag voldaan."
„Daarvoor zullen we bet getuigenis moeten heb
ben van den wapenhandelaar. Curtiss en van den
kassierslooper."
„Dat spreekt vanzelfIk heb dé beide heeren al
mee hier naar toe gebracht."
„Ze kunnen binnenkomen."
Slot volgt.
DAMES AAN T STUUR.
Onlangs las ik, aldus schrijft een Hollandsche
briefschrijfster uit Washington in een Nederlandsch
blad, dat er bijna twee en een kwart miüioen rijwie
len in ons goede vaderland zijn. De rijbewijzen, uit
gegeven onder de motor- en rijwielwet, hebben voor
die verrasende statistiek het materiaal verstrekt. Re
latief zijn er zóóvele automobielen nog niet in de
vermachineerde Vereenigde Staten; zelfs niet zoo
vele auto's, plus fietsen. E!n fietsen, ze raken er hoe
langer hoe meer in onbruik, nu de goedkoope Fords
en Chevrolets, wier fabrieken telkens maar weer
baar productie uitbreiden, op afbetalingsvoorwaar-
den van 2 dollar per week letterlijk het publiek
worden opgedrongen
De wetten van het verkeer worden dus hoe langeT
•hoe belangrijker in de Staten. Een gehéél leger spe
ciale verkeers-politiemannen moet voor het handha
ven dier wetten zorgen. Speciale rechtbanken, die in
de grootste steden óók haar nachtzittingen hebben,
wérden voor het uitsluitend berechten van verkeers
delicten ingesteld. En de boeten, door die „traffic-
cours" opgebracht, loopen in de millioenen dollars
elk jaar. Waarvan weer het voornaamste gedeelte ge
bezigd wordt tot het versterken van de fondsen voor
het verbeteren der mooie auto-wegen in U.S. Ai.
Gedurende de laatste maanden heeft de kwestie
hoe kunnen auto-ongelukken beter voorkomen wor.
den, de Amerikaansche autoriteiten bezig gehouden.
Het intrekken van een rijbewijs wordt véél vlugger
toegepast nu, dan óóit te voren. Zoo werden er tus-
schen 1 Juli 1924 en 1 Januari 1925, alléén in1 de stad!
New-York over de duizend rijbewijzen ingetrokken.
Daar een analyse van te maken, na te gaan, wat
soort menschen zoo al ernstig de verkeerswetten
overtreden, leek de traffic-politie wel van belang. Al
gemeen werd gemeend, dat het vooraldames-
chauffeurs waren, die zich aan allerlei overtredin
gen tegen de verkeerswetten bezondigden. Eto wat
bleek uit 't eerste onderzoek? Dat er slechts twaalf
zegge twaalf vrouwelijke delinquenten onder
de duizend van het ingetrokken rijbewijs te vinden
waren
De hééle Amerikaansche pers maakte zich daar.tp
van dit onderzoek meester; 'n kolfje naar de hand
der Yankee-kranten 1 Een bekende amateur-pers-
detective sprong in zijn ever-ready karretje, om 'n
„psychologischo studio" van het autoverkeer cp den
grooton weg te gaan maken Een dag later staat zijn
eerste rapport, onder *n dikke headline, in zijn blad.
„De wagen voor ons uit schijnt maat matig doel
bewust. Wij hebben niet den minsten lust tot een
race, maar zouden toch wel 'ns die kar vóór ons wil
len passeeren. Want, ten slotte, waren we voor iets
bepaalds op den weg, wat heelemaal niet het geval
scheen met dien andere
Die wagen vóór ons, breed en massief, hield' al weer
zoo ongeveer 't midden van den weg. Aan weerskan
ten was er een droge greppel maar de bermen
dor rijkswegen en greppels gebruik je toch bij voor
keur maar nietl Do open weg is je plaats, ais chauf
feur: greppel-acrobatiek laat ik aan anderen over!
We hielden het doen-en-laten van dien chauffeur
■vóór ons goed in de gaten; en kwamen tot de con
clusie, dat hij nuchter moest zijn En lang niet alle
automobilisten in ons „droge' Amerika zijn nuchter!
Er was géén zig-zag-slingerlijntje bij dien man wat
ik altijd nog een grooter euvel vind, dan water in je
carburateur. Want met water in je carburateur, is
je wagen ten minste wei zóó wijs, paf-stil te gaan
staan!
Eindelijk kwamen we bij een kruisweg; en toen
de wagen vóór ons rechts afdraaide, konden we vrij
komen.
„Een maniak,, of een nieuweling aan 't wiel van
die bus", zei ik.
„Of een vrouw", gromde mijn vriend.
„Waarom 'n vrouw?' vroeg ik.
En jawel! Daar zaten we direct midden in een ge
weldige geredeneer, waarvan eigenlijk de vraag was:
kan 'n vrouw chauffeeren? Kan1 'n dame niet even
goed 'n auto besturen, als een man?
Daaromtrent heeft Dr E. 01 Bergman;, van de
Columbia universiteit van N'ewJYork, een vermaard
psychologist,- zijn meening gezegd, nu de kwestie een
lekker onderwerp voor den komkommertijd gewor
den is.
„Ja, welke proeven zouden we moeten nemen
om op die vraag een antwoord te kunnen geven?"
zei de man van de wetenschap. „Wij hebben hon
derd jongens en honderd meisjes aan precies dezelf
de mechanische proefneming onderworpen ik be
doel, aan proefnemingen, door middel van een wer
ken met een mechanisch apparaat. Wij vonden, dat
een jongen van twaalf zeker zoo tot mechanische
controle in staat was, als een meisje van vijftien.
Maar dat wil volstrekt niet zeggen, dat een vrouw
beter of slechter in staat zou zijn, om een auto te
besturen. Niets, in eenig wetenschappelijk onderzoek
onzerzijds, wettigt in de verste verte eenige meening
daaromtrent.'
Toen ik dat alles verwerkt had1, dacht ik terug aan
mijn vriend Patrick de W'ashingtonsche verkeers
agent. Vijf dagen in elke week stond hij op 't druk
ste punt van Dupont Cercle. Hij placht te zeggen:
.„Omdat dit plein al weer méér op de Wester-gren-
zen der stad' ligt, beginnen ze al te jakkeren op d'e
graote avenues, vóór ze mij moeten passeeren. Diaar
ben ik dus op voorbereid. Maar toch iheb ik minder
last met de dames" eigenlijk zei Patrick: met
chauffrettes; maar 'k permitteer mezelf, zijn traffic-
copsch Engelsch te omschrijven dan met mannen;
en met mannen op leeftijd, bedoel ik! Op de eerste
plaats kwamen er minder vrouwelijke bestuurders
voorbij. Maar op de tweede plaats is een vrouw, of
ze nu al minder of méér geroutineerd is in t drijven
\an haar wagen, toch altijd1 voorzichtiger, dan een
man Maar ze is niet zoo koelbloedig; en véél agres
siever en strijdlustiger dan een chauffeur, wanneer
er eens wat gebeurt. Ze heeft instinctmatig minder
vrees van den politierechter in de traffic-court, dan
'n man.
„En dan, je kunt onmogelijk vrouwen en man
nen op de zelfde manier behandelen! Als ik mijn
hand ophoud, tegen het verkeer van' Noord en Zuid,
zie ik soms een wagen, die niets om m'n signaal
geeft. Veronderstel, dat er 'n man aan 't stuur is. In
regen van de tien gevallen zal hij trachten nog ach
teruit te krabbelen, z'n mond te houden en'n be
keuring te ontloopen. Maar wanneer 't een dame is...
Ook zij wil achteruit. Maar ziet ze dan overal auto's
dicht om haar heen, zoodat ze zich niet meer bewe
gen kan. dan wordt ze direct kwaad. Kwaad op de
auto onmiddellijk achter haar; en natuurlijk, kwaad
op mij!
„Wat denk je dan wel, dat 'k aan 't doen' ben?"
zal ze boos uitroepen, als' ik haar beleefd op een
overtreding wijs. „Denk je, dat ik 't met opzet doe,
hè? 'k Zag je signaal niet, vóór dat 't te laat was
stil te houden. Waarom blaas je ook niet op je
fluitje, of waarschuw bij tijds, of zoo iets?"....
Dan moet 'k kalm blijven
„Madame", begin ik, „'k heb mijn signaalfluitje
geblazen,, tot ik er hoofdpijn van heb gekregen, 'k
Zal u een bekeuring moeten geven
„Nee, maar..., de brutaliteit!" roept ze dan
opgewonden, met een hoofd als 'n boei. En wanneer
ik haar dan mijn briefje geef, kan ze tegen me zóó
tekeer gaan, zooals je nooit iets gehoord! 'hebt. En
wat er tegen te doen?
Maar toch zal, in den regel, een dame beter uitkij
ken. Ik denk altijd, dat vrouwen voelen, dat het pu
bliek haar nog niet vertrouwt. En dat maakt haar
voorzichtiger, dan mannen. Maasbode.
OOK DIERENBESCHERMING?
In de veeartsenijkundige hoogeschool van1 New
York werden bij een voordracht honden en geiten
vertoond, welke men door een eenvoudige operatie
stom gemaakt had. Door de Amerikaansche vereeni-
ging voor dierenbescherming waren pogingen ge
daan om honden het leven te redden, welke men
wilde dooden, omdat zij door hun voortdurend blaf
fen het den buren lastig maakten. In verband hier
mede waren de operaties verricht
't Is echter de vraag, of dat nog wel onder dieren
bescherming gerekend mag worden.
MET ZIJN GELD VERLEGEN.
De 85-jarige Amerikaansche filantroop Leopold
Schett weet niet, hoe hij voor zijn dood van zijn geld
moet afkomen. De meeste menschen gelooven dat
't niet zoo moeilijk is, aan geld, ook al heeft men
veel daarvan, een bestemming te geven. Schett weet
dit en heeft zich dan ook tot de bladen gewend, op
dat die den lezers vragen, hem bij zijn menschli9-
vende plannen behulpzaam te zijn. Voor eenigen tijd
stichtte Schett een fonds van 2V$ millioen dollar voor
arme knapen, maar er zouden nog wel dozijnfin zul
ke fondsen moeten komen om Schett van zijn geld
te verlossen. Wat zal het publiek nu voorstellen?
DE TAXI'S IN JAPAN.
In Japan bestaat ten aanzien van het autoverkeer
de eigenaardige bepaling, dat de chauffeur van een
huurauto nog een mécanicien naast zich moet heb
ben. iDit brengt uit ren aard der zaak onnoodige ex
tra-kosten voor taxi-ondernemingen mede, zoodat
men dan ook tot voor korten tijd slechts zeer on-
oogelijke en ouderwetsche huurauto's zag rijden. De
Shinko Automobiel Maatschappij heeft het echter
thans toch aangedurfd met oen twintigtal moderne
Fordwagens den strijd1 met de particuliere auto's
(waarvoor geen exra mécanicien wortd verlangd) aan
te binden en streeft er naar, opheffing van de aan
bet begin vermelde onmoderne bepaling te Yerkrij,
gen.
VÓÓR HET TITLAAT IS!
Vrouw: Als je werkelijk als oorlogsbericht er naar
den Balkan gaat, stuur me dan dadelijk een Turk-
sche sjaal, voor je iets overkomt.
ALS T ZOO WARM IS.
Landlooper: „Verekskuzeer, juffrouw; ik zie dat
hier de gemengde baden zijn. Kan ik nou *n gemengd
bad in m'n eentje nemen of mot ik eerst een dame
als maat zien te krijgen?'1
Dit hoogst eenvoudige mantelpakje van marine-
olauwe rips heeft een kraag, en manchetten van
fijne beige georgette. De rok valt op den rug glad,
maar een weinig ruimte wordt toch verkregen door
de smalle plooien van het paneel in het front. De
garaeering bestaat uit manchetten, zakken en een
enkelen knoop. Het donkerblauwe strooie hoedje is
afgewerkt met zijde en koordlint in dezelfde kleur.
Een knippatroon iis verkrijgbaar in de maten 42,
44, 46 en 48, onder opgave van het nummer 272A
Kosten 85 cents.
MOEDERS EN HAAR KINDEREN.
„Netjes op de kleeren"
Een moeder zegt:
„Ik heb mijn kleinen jongen gelukkig geleerd: zijn
kleeren uit te spreiden en goed neer te leggen alvo*
rens hij in zijn bedje klimt. Hij heeft natuurlijk een
hoop werk er aan en komt er slechts snuivend en
proestend mee klaar, maar dat hindert niet, want
wij hebben daardoor een vroolijk kwartiertje en hij
leert tenminste wat netjes en goed; is. Jong ge
leerd, oud; gedaan!"
Nuttige Wenken»
WAT IEDEREEN BEHOORT TE WETEN.
Een goed onderhoud van den mond en de tanden
is noodig om van een goede gezondheid' verzekerd te
kunnen zijn Het is onbegrijpelijk, dat er nog steeds
zoo vele menschen zijn, die met deze waarheid in
het geheel geen rekening houden. Wij zouden kort
af willen zeggen, dat men alleen met een schoonen
mond werkelijk gezond1 kan zijn. Iemand, die tan
den en mond niet onderhoudt, zal niet in staat zijn
te bemerken, dat hij ziek wordt, voor het zoover met
hem is, dat hij het bed moet houden of op andere
wijze last van zijn slechte gezondheid krijgt. Een be
kend verschijnsel is immers het droog worden van
den mond of het beslaan van het verhemelte, zoo
dra er iets met ons niet in orde is. Maar om dit da
delijk te kunnen opmerken, is het noodzakelijk dat
men steeds een frissche mond heeft, waarin tanden
en 'tandvleesch terdege verzorgd zijn. Hierdoor alleen
kan men opmerken, dat de adem niet goed is of een
ieelijk smaakje voor den dag komt.
Oefening van het lichaam tijdens de kinderjaren
verzekeren een goede fundeering voor onze latere
gezondheid Het is bekend, dat de gezondheid en ook
de lichaamskracht der menschen al sedert eenige
eeuwen niet meer is wat ze feitelijk moet zijn. De
laatste jaren verandert dit weer eenigszins ten goe
de, hetgeen ongetwijfeld aan de toenemende sportbe
oefening te danken is, maar heelemaal in orde is
het nog lang niet. Eén jongetje, dat op veertienjari-
g enleeftijd naar kantoor gezonden wordt en danj
jarenlang niets anders doet, dan voorover zitten
overdag en de avondscholen bezoeken als de dag.
taak afgeloopen is, wordt wel knap, maar ook tevens
een wrak van een man. De kinderen moeten daarom
zoolang zij kinderen zijn, lichamelijk zoo goed moge.
lijk worden ontwikkeld. De zwaarste oefeningen zijn
meestal nog niet zwaar genoeg voor den mensch.
want niets is voor zooveel ontwikkeling vatbaar als
de lichaamskracht, mits men bij goede oefeningen
ook het gezond verstand weet te gebruiken.
Hoofdpijn is een waarschuwing der Natuur, dat de
menschelijke -machine niet goed loopt. Iedereen heeft
weieens hoofdpijn ten gevolge van een al te druk
ken dag, na groote warmte en dergelijke, maar
iemand, die voortdurend van hoofdpijn te lijden
heeft, is ziek. Welke ziekte dat is, zal alleen een
knappe dokter kunnen zeggen, maar zooveel is ze
ker, dat men een waarschuwing der Natuur nimmer
in den wind mag slaan en in geval men dagenlang
door hoofdpijn geplaagd wordt, is een visite bij den
dokter noodzakelijk. Veel menschen zijn er, die ge.
regeld des Zondags 'hoofdpijn krijgen; zij werken in
de week te hard of gaan des Zaterdags te laat ter
ruste. Vele brillendragers' hebben- des Maandags een
stekende hoofdpijn. Zij hebben des Zondags te lang
in het felle zonlicht gewandeld. E'en blauwe bril oi
een hoed met zeer breeden rand kunnen hier helpen.
Vele winkeliers hebben na het opmaken der étalage
felle hoofdpijn Dit komt omdat zij te lang achtereen
gebukt op een verhooging staan, hetgeen duizeiig.
held- ten gevolge heeft. Zooveel mogelijk huiten de
étalage staan tijdens het opmaken is het beste.
Eén slecht humeur is meestal een bewijs van een
slechte gezondheid. Dit geldt natuurlijk niet voor
menschen, die weieens uit hun „hum" zijn, maar
hoofdzakelijk voor hen, die niet eens hartelijk la
chen willen en altijd' knorrig zijn. Vele knorrige en
stille menschen zijn in hooge mate overspannen, een
feit, waarvan zij zelve moeilijk te overtuigen zijn,
omdat overspanning „meestal" uit- driftbuien blijkt
Toch is dit niet zoo; de zenuwen van den stillen
mensch zijn dikwij-l® meer yan streek dan die van
bewegelijke en drukke personen. Een werkelijlf
slecht humeur, de stemming waarin iemand ver.
keert, die nooit een grap anders dan flauw vindt,
het kind van de huren niet wil hooren schreion,
knorrig wordt als men een onderwerp aanroert, dal
hem niet al te zeer interesseert en al dergelijke be
wijzen van een echt onaangenaam humeur, wijzen
een verborgen maar dikwijls ernstige riekte. D«
rraag vooral, blijkt bij dergelijke menschen vaak uil
in orde te zijn.