VAN DIT EN VAN DAT EN VAN ALLES WAT DAMRUBRIEK* m m m m m m 9 m m m m M m m m u m m m m m m m m m m m H 2 w P M m m i m m m ii m 2 m m p m m PANTOMIME Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 15 Augustus 1925. No. 7690. Dc Vallei der Verschrikking. IliJ ij ka iror 7a, >rd Do| ,rua ITLO eon, rok ide rop miv lom to fcoo- in n tels der nod op; tan- rijn enï Vrij bewerkt naar het Engelsch door J. M. (Nadruk verbodon.) Slot. De beide mannen traden met vasten tred en op- ïeheven hoofd voor het getuigenhokje. „U weet, waarover de zaak gaat, niet waar?" ita vvendclo de president zich tot den wapenhandelaar. „Wanneer hebt U de revolver, die ik U hier toon, 46$ aan den schilder Kennedy verkocht?" Op 16 Augustus 's morgens om half elf." „Hoe komt het, dat u dat oogenblik zoo precies eet?" „Omdat op het oogenblik dat mijnheer Kennedy ^^den winkel uitging, er eem wissel gepresenteerd werd van William Forman Cy, uit Manchester van j 40.die op 16 Augustus verviel." „Wie heeft U dien wissel gepresenteerd?" „Een looper van „The Exchango Bank". Hier staat hij en hier is de wissel." De president nam het papier aan en toonde het den banklooper. „U hebt gehoord wat Mr. Curtiss verklaard heeft. Is dat juist?" Ja", zei de kassiersloopeT. „Ik heb dessen wissel op |16 Augustus bij mijnheer Curtiss gepresenteerd. Toen ik de zaak binnenkwam, ging die mijnheer, die daar in de bank zit, juist weg." „Het komt. me voor", zei de president, „dat de zaak toch meer gecompliceerd is, dan we «oorspronkelijk dachten. Weliswaar bekent de beklaagde zonder voorbehoud. Maar dat zou niet het eerste geval van ,valscho zelfbeschuldiging zijn, dat ik beleef. Maar... Mr. Port er, wat is naar Uw meening de reden van dol deze zelfbeschuldiging?" De detective glimlachte. „Dat is, geloof ik, niet moeilijk te raden. Mr. Kennedy houdt zijn vrouw voor de schuldige en nam de schuld op zich om haar leze ina mi-* Z'JO leD Deze week do 2 volgende problomon van don heor Ronooij. WIT. Stand Zwart, 10 ach. op: 8 9 10 12 13 18 20 22 25 36. Stand Wit, 10 sch. op 29 30 33 34 37 38 39 42 47 50. PROBLEEM No. 4. ZWART. arj te redden." orii Do president vestigde do oogen op de zoenende Erj vrouw, die plotseling de zakdoek voor haar oogen wegdeed en verschrikt beurtelings naar den detecti- Iep: ve en naar haar man keek. au „Wat hebt U hierover te zeggen, mevrouw Kenne- dy?" „Als mijn man onschuldig is, zou dat voor mij een ontzettend gToot geluk zijn." ..F,n wat hebt U er over op te merken, beklaagde?" De schildeT zag naar zijn vrouw en zeide aarz^ lend: „Ik kan op het oogenblik niets zeggen, mijn heer de president." „Toen het spoor dat naar Mr. Kennedy voerde", ging nu de detective voort, „valsch bleek, heb ik een andere mogelijkheid overwogen. Voor een paar da gen ben ik nog eens naar de kamer gegaan waar de moord heeft plaats gebad en heb die nog eens grondig doorzocht. En in een hoek heb ik dit ge vonden Dij vouwde een zakdoek open en reikte die <fen president over. „Dit zakdoekje is gemerkt V.K." zei do president. „Dat. zal wel beteekenen Violet Kennedy. Is het van U, mevrouw?" Mevrouw Kennedy knikte bevestigend. „Dat zou dus een nieuw gezichtspunt zijn", zei de president aarzelend" Hot zakdoekje van mevrouw Kennedy op de plaats van het misdrijfniet waar mevrouw Kennedy, U had minstens evenveel belang bij den dood van Baron Goldoni als Uw man? Ja, eigenlijk nog meer, want U was niet alleen bang voor schandaal, maar ook voor een aanklacht we- gens diefstal. Et» al was U onschuldig. U wist ook j wel dat die onschuld moeilijk te bewijzen zou zijn l geweest. Zoo is het toch, nietwaar Mevrouw Ken nedy?" „Ja", zei de-jonge vrouw nauwelijks hooTbaar. „Dat zou het onderzoek in andere richting brengen en tot schorsing van dit proces aanleiding moeten geven", ging de voorzitter voort. „Het komt me voor dat we hier met een geheel nieuw, verrassend; ele ment te doen hebben." „Dat had ik ook gedacht", zei de detective op eenigszins meewarigen humoristischen toon. „Maar het is jammer genoeg niet zoo." „Wat bedoelt U daarmee?" „Wel, het kwam me een beetje onwaarschijnlijk voor," antwoordde de detective", dat ik zoo'n be langrijk bewijsstuk als deze zakdoek, bij het eerste onderzoek niet zou hebben opgemerkt. Maar ten slotte, een vergissing blijft altijd mogelijk." „Zeer juist", merkte de president op. „Maar toen viel mij iets in, dat alle combinaties in deze richting direct ontzenuwde." „En dat was? vroeg de presdent in spanning. „Als deze zakdoek iets met defi moord te maken bad,.... en alleen in verband'daarmee was het ding voor ons van belang dan moest het op 15 Augus tus, 's middags om kwart over tweeën, in de kamer van Baron Goldoni verloren zijn. Op dat oogenblik bestond er echter nog geen dame, die op haar zak doek de initialen V.K. kon hebben.... Mevrouw Violet Kennedy was op 15 Augustus, om twee uur s middags nog Mis® Violet Hubbard. Ik heb me in deze zakdoeken-aangelegenheid nog een beetje ver der verdiept en ik heb kunnen vaststellen «dait Mrs. Kennedy deze zakdoeken pas een maand later heeft laten makenMet andere woorden: ze heeft deze zakdoek pas later op een of andere manier op de plaats van den misdaad weten binnen te smokkelen om zóó zelf in verdenking te komen." »,Dat is een verwarring in het kwadraat", zei de Dc Kleine Jarige en dc Timmerdoos. president een beetje uit zijn humeur. „Welke reden zou M'rs. Kennedy hebben om die comedie met de zakdoek in elkaar te zetten?" „Wel, dezelfde reden die haar man 'had. Hij hield haar voor schuldig en nam de schuld op zich om haar te redden. Maar zij hield hem voor schuldig en probeerde op haar beurt ook voor hem de daad te boeten." „Is dat waar, wat Mr. Port er hier betoogt?" richtte zich de president tot de jonge vrouw. Ze gaf geen antwoord, hield de oogen strak naar beneden gericht. „Vertelt U me dan maar eens, Mr. Porter, wie van beiden dan eigenlijk de schuldige is." „Geen van beiden", zei de detective met zijn krach tige, aangename stem. Door het publiek op de tribune ging eon heftige beweging; klonk geluid als een onderdrukt gejuich. „Vertelt U dan eens hoe do zaak naar Uw meening in elkaar zit", zei de president mot een zweem van ongeduld in zijn stem, maar iets in zijn gezicht dat verried dat hij hoopte dat de detective zijn woorden zou kunnen waar maken. „Hoe de zaak in elkaar zit", zei Herbert Porter scherp, zal de secretaris van Baron Goldoni ons het best kunnen meedeelen." De president richtte zijn blik op Signor Ro9si. „De secretaris heeft al getuigenis afgelegd. Ik hem ge vraagd of hij er eenig idee van had, van welken aard de kwestie geweest kan zijn die er tusschen den baron en Mr. Kennedy heeft bestaan. Mr_ Rossi heeft daar op geantwoord dat hij daar absoluut geen idee van had." „Daii heeft mijnheer Rossi een valsche verklaring afgelegd", zei de detective doodkalm", want Mr. Ros si was vijf jaar bij den baron in betrekking en is van den diefstal van den voorhoofdband en de on derhandelingen met mr. Kennedy volkomen op de hoogte geweest." „Mijnheer Rossi", zei de president, „U hebt gehoord wat de detective, mijnheer Porter beweert. Ik vraag IJ nog eens: wist U, dat Baron Goldoni mijnheer Kennedy dreigde zijn vrouw te zullen aanklagen we gens diefstal?" Jaik wist het." „Waarom hebt U dan daarnet het tegenoverge stelde verklaard?" Do secretaris sloeg de oogen neer. „Ik deed het omdatomdat.... wel, omdat ik Mr. Kennedy niet wilde bezwaren", zei hij met toonlooze stem. Nu hij een bekentenis heeft afgelegd is die terughou ding van mij natuurlijk niet meer noodlg." D'e president keek den detective aan en deze be antwoordde dien blik. „In ieder geval heeft mijn heer Rossi een valsche getuigenverklaring afgelegd", constateerde de president. „Maar daarvoor zijn zeer verzachtende omstandigheden aan te voeren. Het was gemakkelijk voor hem geweest het verhaal van den diefstal te doen en daardoor Mr. Kennedy nog to bezwaren." „Hij zou hem niet bezwaard hebben", voerde Her- bert Porter daartegen aan. „Door de verklaringen van den hotelboy. was iederen twijfel aan de schuld van Kennedy buitengesloten. De rechtbank was immers volkomen van zijn schuld overtuigd?" „Dat mag dan waar zijn,maar welke reden kan mijnheer Rossie gehad hebben in het belang van. den beklaagde te zwijgen?" „WelMr. Rossi had de gelegenheid om op oen goedkoope manier zijn edel gemoed te toonen antwoordde de detective hoonend. „Laten we tot eon resultaat komenzei de voorzitter. „Wie is naar uw meening de dader, mijn heer Porter?' ^,D ie d a a r". Het gezicht van den detective ver strakte en met een streng gebaar wees hiji op Rossi. „En hoe de dramatische gebeurtenis zich heeft toe gedragen, wil ik u ook vertellen. Toen Baron Gol doni klaar was met het telefoongesprek, ging hij naar zijn kamer om zich te verkleeden. Daar wachtte zijn secretaris Mr. Rossi op hem om nog een paar brieven stenografisch op te nemen. Toen nu Mr. Rossi zijn blocnoot uit den zijzak van zijn col bert wilde halen, gebeurde hem een ongelukje: hij trok den verdwenen voorhoofdband tegelijik eruit. Op hetzelfde oogenblik zag Mr. Rossi in, dat hij een verloren man was. Het heele gebouw van leugen en bedrog en misverstaand stortte in; niet Miss Violet Hubbard had het sieraad gestolen, maarmaar „Signor Rossi?" viel do president hem in Spanning in de rede. „Neen, mijnheer de president, niet Mr. Rossi, maar Miss Betty Locko, de gezelschapsdame van Mi^s Hubbard. Deze jongedame staat namelijk In intime relatie met Signor Rossi. Ze had hem het sieraad gegeven en waarschijnlijk waren die twee van plan er zoo spoedig mogelijk mee naar het buitenland van door te gaan. Mr. Rossi wist toen hifi zich door den Baron betrapt zag, in één oogwenk, want hij is iemand die snel weet te denken en te handelen, dat het schot, waarmee hij, den baron neervelde, op rekening van Mr. Kennedy zou komen, die alle aanwijzingen tegen zich had. Hij meende het doo- delijk schot veilig te kunnen afvuren. Ik heb de eer, mijnheer de president, u te verzoeken te doen, wat uw plicht in deze voorschrijft". De president keek den beschuldigde streng aan en zei: „Wat hebt u hiertegen in te brengen, mijn heer Rossi?" Het is niet waar, stamelde deze. „Ilc was er op voorbereid", zei Herbert Porter glimlachend, „dat Mr., Rossi niet direct met veel in stemming mijn uiteenzettingen zou volgen. Daarom heb ik voor een getuige gezorgd. Beneden in een auto zit Miss Betty Locko, goed bewaakt door twee van mijn assistenten. En wat nog van meer belang is: de gestolen voorhoofdband heeft ze ook bij zich." De president bolde en gaf bevel de gezelschaps juffer voor hem te geleiden. Daarop richtte hij zich tót den secretaris: „Bekent u nu, mijnheer Rossi, of loochent u nog?" Luigi Rossi keek somber omlaag. Na eenige oogen- blikken zwijgen, zei hij'zacht: „Ik beken. Het is precies zoo, als Mr, Porter het heeft verteld. Maar hoe hiji dat allemaal weet, mag de duivel weten." „Ik wil wel bekennen", zei de detective", dat het grootste deel van mijn uiteenzettingen, voor zoover ze betrekking hadden op mijnheer Rossi. uitsluitend op combinatie berustte. Terwijl Mr. Rossi hier was om getuigenis af te leggen, heb ik Miss Locko een boodschap gestuurd en mij; daarbij de vrijheid ge permitteerd zijn handschrift na te bootsen. Ik had gelegenheid genoeg om mij dit bij het bestudeeren van de correspondentie van den baron eigen te ma ken. Mijn briefje luidde aldus: Wacht om twaalf uur op mij in een auto vóór het Paleis van Justitie. Breng-den band mee, We vertrekken direct naar Holland. Stond Zwart 9 sch. op: 3 7 12 14 18 22 23 27 30. Stand Wit 9 sch. op 25, 31 33 34 37 38 39 41 42. Wit speelt en wint, geldt voor beide problemen. Over 14 dagen de oplossingen van do 4 problemen. PROBLEEM No. 3. ZWART. 1 i 7 m éi 5 6 10 U n s 15 16 1 m 8 20 21 H pp^ HH 25 26 30 31 i§ B Hl jj 35 36 •SAW. 8 WÉ 40 41 mat, 18 Ë8 Hl 45 46 13 II n 50 5 10 15 WM. S! 20 25 30 35 VJé^ 40 8 45 50 WIT. Dat was, om het maifr eerlijk te zeggen, je rolnsto brutaliteit. Want ik wist absoluut niet of Miss Locko het ding in haar bezit had. Maar zij' had hot wer kelijk; dat kon ik vaststellen, toen zo precies om twaalf uur hier kwam aantuffen. Om met de voor- hoofdband in de hand, die ik netjes ingepakt in haar taschje vond, een volledige bekentenis van Miss Locko te krijgen, was niet zoo'n groote kunst. En evenmin was het moeilijk om met wat ik al wist als uitgangspunt, van Mr. Rossi gewaar te worden wat ik nog niet wist". Na een korte pauze ging de detectivo onder adem- looze stilte van al de aanwezigen voort: „En deze twee jonge menschen Herbert Porter keek met zijn grijze oogen van de schreiende jonge vrouw naar den man met zijn bleek, vermagerd gezicht, „deze beide jonge menschen hebben weliswaar on waarheid gesproken, maar deze onwaarheid kwam voort uit het edelste motief dat de mensch bezie len kan. Elk van hen beiden was bereid de schuld van den ander op zich te nemen, de schuld van den ander te boeten. In de eerste betoovering van hun jong geluk gebeurde hen het allervreeselijkste: ze moesten het geloof aan elkaar verliezen en ronddwa len in de vale landen der vertwijfeling. Met de bloe- semkrans van hun huwelijksfeest nog in het haar, moesten zij hun zonnig gehiksland verlaten en wer den zij gedreven in de vallei der verschrikking. Ik geloof dat zij ons innigst medelijden wèl verdiend hebben." De president verhief zich van zijn zetel en strekte mot een vriendelijk gebaar de hand uit naar Violet Kennedy, die nauwelijks begrijpond, do woorden van den detectivo had aangehoord: „Wenscht u uw man geluk, ik geloof niet dat iemand van de rech ters of de juryleden er bezwaar togen hooft dat ik u zeg: Uw man is in vrijheid gesteldv Op de publieke tribune hoorde men luid snikken Een deur werd' geopend en weer gesloten. Violet trad met wankelende passen tot voor den zetel van den president en hief haar slanke armen op naar den vriendelijken grijsaard die deze woorden gesproken had, deze woorden, die haar nog als ver warde klanken in honderdvoudige echo in de ooren klonken. Ze vouwde de handen, de fijne witte han den, als dankend, als in geb,ed De president schudde lachend het hoofd: „Uw dank, lieve mevrouw, komt, denk ik een ander toe.. De jonge vrouw wendde zich om. Herbert. Porter had de zaal verlaten. EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 11