ROMMELKRUÏD- De Wereld der Vrouw VALSCHE MUNTERS. Op het maken en uitgeven van valsche munten en bankbiljetten staat zware straf. Van tijd tot tijd leest men ervan in de dagbladen. Meestal worden bankbiljetten nagemaakt, omdat dit de moeite be ter loont. Vroeger bestonden er nog geen bankbil jetten en beperkte de vervalsching zich tot de mun ten, maar dit bedrijf werd vaak op groote schaal beoefend. En de straf, er op gesteld, was steeds zeer zwaar. Reeds bij' de Romeinen werden de valsche munters levend verbrand. Gedurende de Middeleeuwen en daarvoor lieten de steden hun eigen munten slaan en ook de hertogen, graven en bisschoppen deden insgelijks. De ver scheidenheid der munten was zeer groot en dit is waarschijnlijk oorzaak geweest, dat zoo dikwijls val sche munten in omloop gebracht werden, van veel slechter allooi. Vooral de Batenburgsche munten stonden in een slecht blaadje, trouwens ook die van een aantal andere kleine heeren, die de grafelijke, hertogelijke, bisschoppelijke en stedelijke munten namaakten. De muntmeester van Batenburg kwam in 1434 op de een of andere wijze in handen van den magistraat van Deventer. Om een voorbeeld te stellen werd hij „up sente peters avent ad vincula" met den ketel geëxecuteerd. HHji werd dus tot de straf van den ke tel veroordeeld; d w.z. hij werd levend gekookt, zoo als hier te lande en ook in Duitschland en Frankrijk te doen gebruikelijk was. Omdat de oude ketel, dien men vroeger gebruikt had, versleten was, werd te Deventer in 1434 een nieuwe koperen ketel gekocht, die 72 K.G. woog. Na de executie werd de ketel openlijk ten toon gehangen aan een der zijmuren van de Waag. Het koken geschiedde in „siedenden olie en water". De Batenburgsche muntmeter werd na het koken in een ton gestopt en zoo begraven. Soms ook werd het lijk met ketenen aan de galg gehangen om in de lucht te vergaan. Geld namaken was dus streng verboden en de overtreding van het verbod werd zwaar gestraft Uit liefhebberij' mocht men het evenwel wel doen, als men de nagemaakte munten maar niet voor echt uitgaf. Zulke nagemaakte munten als kunstvoor werpen verkoopen, was geoorloofd. In verschillende muntenverzamelingen worden dergelijke munten aangetroffen. M. HET ANTWOORD. De aanstaande referendarissen in Berlijn boften, toen professor Rubo hen eens achter den rug van den examinator voor zei. Zoo fluisterde hij een on wetend candidaat, wien gevraagd werd welke kei zer de „pijnigende rechtsvordering" had nagelaten, het antwpord toe: Keizer Karei. „Keizer Karei", her haalt de candidaat. Maar welke Keizer Karei? Rubo lei zijn hand op den blanken schedel en spreide zijn vijf vingers uit, om Karei V te bedui den. De candidaat, die alleen oog had voor den glim- menden bol van zijn vriendelijken helper, roept stralend: „Karei de kale". OM DE ONSTERFELIJKHEID. Toen de dichter Lee te Bedlam in het krankzinni gengesticht ter verpleging was, ging een zijner vrien den hem opzoeken. Lee had nu en dan zeer heldere oogenblikken en de vriend dacht, dat de dichter zoo goed als genezen was. Zij wandelden samen door het •huis, door de tuinen, ja zelfs beklommen zij de Bel védère die zeer hoog was. Terwijl zij samen het pa norama onder hen bewonderden, greep Lee eensklaps zijn vriend onder den arm en sprak: maken we ons onsterfelijk en springen we naar beneden. De vriend antwoordde met de grootste koelbloedig heid: Naar beneden springen kan iedereen, hierdoor zullen we ons niet onsterfelijk maken-.maar late^ we naar beneden gaan en probeeren we samen van de laagte naar de hoogte te springen. De gek, wien dat nieuwe idéé subliem voorkwam, geleidde zijn vriend langs de trap naar den tum. Onze vriend was wat blij, vasten grond onder de voeten te hebben! De ongelukkige dichter kreeg na dien dag een idéé fixe en was er maar niet af te brengen, dat hij om zich onsterfelijk te maken, d :n dom van Bedlam van de laagte naar de hoogte moest bespringen. Hij was sedert ongeneeslijk. VARXENSOOREN. Keizer Karei IV kwam eens hongerig en dorstig te rug van de jacht en bezocht het klooster Lehnin in de verwachting van een goeden maaltijd. Nu waren de monniken in groote verlegenheid want hun voor raad was gering; iets buitengewoons den keizer waar dig, was niet te verschaffen. Slechts één van hen ver loor de tegenwoordigheid van geest niet; hij stelde den broeder keukenmeester voor den kloostervarkens dc ooren af te snijden en deze in erwtensoep te kofeon. Daarmee was een nieuw gerecht gevonden; vroeg-x toch had men de varkensooren als oneetbaar wegge gooid. De uitvinder Dietrick Kogelwid, kwam daar door bij den keizer in groote gunst. DE BETALING DER SCHULDEN DOOR VERKOOP VAN KOLONIES. Het is wel opmerkelijk, dat, nu Frankrijk sinds eenigen tijd een andere houding is gaan aannemen in de quaestie van de betaling van zijn Angelsaksische schuldeischers, die in beginsel daaraan vasthouden, en meer en meer tot een business-standpant schijnt te komen, in het besef, dat een redelijke regeling ten slotte meer goed aan den stand van den frank rriiet doen dan voortzetting van de thans bestaande vage verhouding, tot zijn crediteuren, weer van enkele zij den de raad opduikt het land uit den brand te helpen door verkoop van kolonies. Voorioopig büjrt dit alk-s nog is&ar getlseomawetf en zal men eerst nog wel trachten de zaken op andere wijze voor elkaar te brengen. Maar dat de quaestie besproken wordt, verdient toch wel even nog de aan dacht. Dezer dagen besprak José Germain in de „Ere Nou velle" de mogelijkheid van betaling van het buiten land door den verkoop van enkele kolonies. Thans ant woordt Armand Charpentier den schrijver met een be toog, waarin hij uiteen zet, dat Frankrijk zich au fond in een nog ernstiger toestand bevindt dan na de oorlogen van Lodewijk XIV en Napoleon. Hetgeen ook wel niet anders mogelijk was: Normann Angell heeft het reeds in zijn bekend standaardwerk betoogd, dal do overwinnaars het nog zwaarder te verantwoorden zouden hebben dan de overwonnenen. En de feiten hebben hen in het gelijk gestold. Het nationale bloc verwijten te doen, helpt niei. De zaak is, dat betaald moet worden. Maar de schat kist is leeg en er is een geweldige binnenlandsche schuld. Wat te doen? Moeten wij nog méér schulden maken, bij Pietje leenen om Jantje te betalen, en dan weer bij Jantje leehen om Pietje te betalen? Men zal ongetwijfeld dien weg kiezen, maar daarmede zal men een zwaren last laden op onze schouders en op die van onze nakomelingen wel een eeuw lang. Maar het geweten heeft hier ook een woordje mee te spreken. Reeds is een misdaad begaan tegenover al die dui zenden slachtoffers van den oorlog moet die mis daad vergroot worden, door de toekomst zoo zeer ta bezwaren, dat voor onze kinderen en kindskinderen het leven tot een straf wordt? NEDERLAND IN DEN VREEMDE. „Wijsneus" schrijft in het Rdbld. over de „bescha ving", welke van vele Nederlanders op reis uitstraalt. „Ergerlijk voor den buitenlander, die hun moppen niet snapt maar wien hun lawaai hindert; en nog veel erger voor den landgenoot, die hun moppen wel snapt en dien zij dus dubbel hinderen. Dit schuim is niet uit één volksklasse opgeborreld het is een mengsel van allerlei typen. Daarnaast ook allerlei soorten bedaarde Nederlandsche werk lieden, winkeliers, renteniers, kooplieden en ambte naren op reis. Maar die verdwijnen uit het oog door hun ordelijkheid. Scène: de grot van Han Diepe mystiek om den eenzame; kathedralen met eindelooze zijgebouwen vol zuilen en lichtkronen. Uit gindschen poel zal straks de lichthyosaurus oprijzen, die hier sinds honder-i eeuwen zijn koud, duister leven leidt. Uit gindsche zij gangen zullen straks de holbewoners in berenhuiden tredende eeuwen wijken De gids: Jci nous nous trouvons dans une espaee, que 1'on croit avoir 1'age de.... ,,'t Laakt me kil der wil, Mien, maor d'r is gain waan in." Hi-hi-hi-ho-ha echo't de kathedraal. De gids: Chaque annéeeé ces colonnes s'agrandis- sent (Tune quart millimètre(wordt vertaald). Nou maar dan wor jai toch vail gauwer vit. Haan Hu, hai hiloeit het door de verre zuilengangen De gids: En vain on a t&chó de sonder ce lac formé par la rivière sousterraine(wordt vertaald). Nouw, Jen, was 't maor klaore, den sou jai 't wil gauw laig hibbe. Hi, hi, hu, hu. rolt het in de donkere spelonken, waarin de rivier verdwijnt In het stikdonker vaart men naar den uitgag. over een meerde luidruchtigheid sterft af in angs+ tot feeëriek het licht daagt van een groen zomerpa- norama aan het groteinde. Kaak, Janssie, ailiktra gaot an En zij verlaten de grot, na hun medereiziegrs to taal belet te hebben iets te genieten van mystiek, we renschap of natuurwonder. EEN BELASTING OP VRIJGEZELLEN. Naar de „Daily Mail" meldt, is door den mmlstcr van Financiën van den Ierschen Vrijstaat een besluit geteekend, waardoor in het vervolg nieuw aan te «tel len vrouwelijke ambtearen hetzelfde salaris als naar ongehuwde mannelijke collega's zullen ontvaneen. De nieuwe salarisregeling brengt voor de ongehuw Jp mannelijke ambtenaren een vermindering van 25 mede. Deze beweren, dat zij hierdoor tot het aangaan van een overhaast en ongelukkig huwelijk zullen worden genoodzaakt. Tot 25 jaar verdienen manne lijke en vouwelijke ambtenaren onder de nieuwe re geling evenveel; daarna ontvangen gehuwde manne lijke ambtenaren een vrij belangrijken opslag. Vrouwen, die in het huwelijk treden, moeten ont slag vragen en zullen dan een bruidschat ontvangen, waarvan de grootte evenredig zal zijn aan het aan tal dienstjaren. Volgens een officieele verklaring van regeerings- wege is het de bedoeling, de egoistische vrijgezellen, die thans hun geld tijdens de vacantie in het buiten land uitgeven, er van te overtuigen, dat een gehuwd man voor den staat van meer waarde is dan een vrij gezel. OVER REINIGING VAN OESTERS. Oesters zijn af en toe de verbreiders van typhus- bacillen; deze kunnen in den oester geraken, als deze in bezoedeld water leeft. Men heeft gemeend de oesters te kunnen reinigen,-als men ze vóór den ver koop een achttal dagen in schoon water legde, dan zouden de typhusbacillen gedood zijn. Drie Fransche onderzoekers, Coster, Hovasse en Boyer, hebben dit nog eens nader onderzocht en zijn tot de conclusie gekomen, dat op deze reiniging lang niet altijd kan vertrouwd worden. Vooral als een oester sterft, kan de typhusbacil zich in het doode lichaam verder ontwikkelen en zoo het omringende water weer besmetten. Daarbij; meenen zij, dat de typhusbacil ook voor den oester zelf schadelijk is en er bij aanwezigheid van dezen bacil en het 'omrin-, gende water vaak oesters zullen sterven. Geheel en al overtuigend zijn de proefnemingen van deze auteurs niet, omdat hun experimenten in het laboratorium zijn verricht en dus in vele opzichten andere verhoudingen opleveren dan het gebeuren in de vrije: natuur. Mhar in ieder geval is het de moeite waard, dat deze quaestie die ook voor ons land van belang is, nog eens nader onderzocht wordt. DE DAPPERE KAPITEIN. Op zekeren dag waren aan een maaltijd met gou verneur-generaal Daendels een aantal officieren ge zeten. De adjudant van Daendels drinkt diens gezond heid. Alle gasten staan op, behalve een kapitein, die, hoe men zijdelings ook pleegt hem mede te doen op staan, blijft iittun. "VVat was het geval? Eenige dagen geleden \yas op een andere plaats eveneens een diner gehouden, maar de kapitein, die bij een bevordering gepasseerd was door den gouverneur, had daar mode geweigerd een dronk te drinken op gouverneur Daendels. Een gedienstige geest had het overgebriefd aan DaendeLs „PARIJSCKE MODE". De eerste van deze beide half-officieole avondjapon nen is uitgevoerd in zware satijn. De' zijden drape rie en de lange sjerpen zijn omzoomd en gevoerd met rosé satijn, terwijl fantastische bloemmotieven in rose en zilverkleur op de schouders en in de taille zijn aangebracht. Van dit toilet kan men een knippatroon bestellen onder opgave van nummer 273a, in de maten 42, 44, 46 85 cent. en 48. Kosten 85 cent. De andere japon is van grijze georgett'e, druk maar toch smaakvol afgewerkt piet fijne grijze kant. Het paneel in het front is eveneens van dezelfde, grijze ge- orgette'-stof, maar effen, terwijl de rest van de japon zeer fijn gepliseerd is. Ook van deze japon is een knippatroon verkrijgbaar onder nummer 274a. Maten 42, 44, 48 en 48; kosten „MOEDERS EN HAAR KINDEREN." Een „geteekende" brief!'1 Een moeder zegt: „Mijn kleine meisje wil zoo gaarne haar vader brieven schrijven, als hij voor zijn werk en zaken cp reis is, maar schrijven is voor zulk een klein kind zeer zwaar werk Daarom mag zij de kleine plaatjes uit de geïllustreerde, oude bladen knippen. Daarmee kan ze een „brief" maken als een rebus half teekeningen en half woorden. Het zoeken naar plaatjes, welke precies haar bedoeling weergeven, is efen mooie bezigheid als zij voor het slechte weer in huis moet blijven en haar v|>gge kinder-verstand zoekt dikwijls verbluffend aardige combinaties bij el kaar!" Nuttige Wenken* DE MAALTIJD ONZER KINDEREN. Dikwijls krijgen de kinderen vooral in de groo- tere steden meer vleesch dan goed of noodzakelijk voor hen is en hun' spijsvertering is naar verhouding slecht. Een goede, zuivere pudding, gemaakt van ra barber, kruisbessen of appelen, bedekt met een laagje niervet en opgediend met suiker en melk of room en boter, is even goed. Een dergelijke pudding bevdt alle goede, voedzame en zuiverende stoffen en de spijsvertering der kinderen zal er véél' vlotter door I zijn dan bij het vleesch eten het geval was. Men moet een pudding als deze echter niet als na-gerechtje be- j schouwen, doch beslist als hoofd-schotel, hetgeen de kinderen trouwens lang niet onaangenaam zullen I vinden. DE HOUTEN LEPEL EN HET KOKEN. Een houten lepel is in de keuken een voorwerp van veel grootere waarde dan een metalen lepel. De laatste zal meermalen van zichzelf een smaak af scheiden naar het voedsel, dat ermee klaar gemaakt werd. Ten tweede krabt men met een metalen lepel stukjes van het émaille uwer pannen, hetgeen niet alleen zondt is maar ook zeer gevaarlijk voor de gezondheid. Bij het gebruik van lepels moet men als regel hou den steeds in dezelfde richting te roeren. Het plotse ling omdraaien met den lepel Veroorzaakt stolten en klonteren; vooral bij het maken van sausen en vla. Hierbij zorge men vooral steeds „rond en rond" te gaan, en houde den lepel voortdurend op den bodem van de pan. Het midden van de sauspan heeft meer kans op oververhitting (dus: aanbranden) dan de bui tenkanten hebben. OM VERF TE REINIGEN. Voor het reinigen van verfwerk is het gebruik van witkalk op een flanellen lap te verkiezen boven zeerp. doch soms kan men de geverfde deelen ook heel goed met enkel water schoonmaken. Zeep schijnt witte verf een beetje geelachtig te maken, doch daartegenover zijn de goede kwaliteiten zeeppoeder beslist onscha delijk, zelfs aan te raden, mits men ze met groote voorzichtigheid gebruikt Om verf van kleeren te ver wijderen, gebruikt men terpentijn en daarna benzine. Is de verfvlek erg hard geworden, dan helpt een op lossing van één deel koolzuur-soda op drie deelen wa ter. MAAK DE RESTJES OP! Zoo dikwijls worden restjes van kostelijk eten on achtzaam weggeworpen, terwijl zij in zoo vele geval len toch nog vaak voor het maken van smakelijke ditjes of datjes gebruikt hadden kunnen worden. Restjes van vleesch kunnen worden gehakt en door een gemengd met wat zuur en wat sier van selderij of pieterselie, om zoodbende een aardig vóórgerechtje te krijgen. Overgeschoten stukjes kaas zijn nog uitstekend ge schikt en tusschen twee kleine driehoekjes wittebrood te worden gelegd en met peper en niosterd te worden gepresenteerd als sandwiches. De driehoekjes brood moeten héél dun zijn en mogen geen korstjes hebben. Citroen- en sinaasappelschillen kunnen gedroogd worden en zijn dan zeer geschikt om geur te bren gen in kleerkasten en tusschen linnengoed. Water, waarin rijst is gekookt, geeft de beste stijf sel van de wéreld! Overblijfselen van cake. koekjes, beschuit, enz, kunnen prachtig gebruikt worden bij het maken van pudding, mits zij tevoren in gelei, vla of rum gesopt zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 12