NERINGDOENDEN! Éujul I* DERDE BLAD. Brieven uit Rome. n. i, FEUILLETON. E FATALE 13 WEGENS 1 X Staatsloterij» DAARVOOR IS ADVERTEEREN IN DIT BLAD DE BESTE MANIER Akker's AbdijsifOOP Binnenlandsch Nieuws. he talerdag 22 Augustus 1925. 68sle Jaargang. No. 7694. HUI$ inden èn 298ten Juli was het 25 jaar geleden dat Urn- UygjTó I, genaamd ,J1 so buono" rde goede koning. In iza door een anarchist vermoord werd. Elk jaar dt een plechtige mis in het Pantheon, waar zijn lelijk overschot rust, gehouden. De JOe .Maart is 1 deze herdenking vastgesteld, omdat in het mid- ivan den zjmjr 'iet hoi en di; beige beambten m-* lome zijn. Dit jaar zou echter op den sterfdag zelf plechtige herdenking plaats vinden. |ctor;..Einanuel II, die men „Vader des Vaderlands" ite en "zijn zoon Umberto rusten tegenover elkan- in dien ontzagelijken tempel, die door Agrippa, V00! schoonzoon van Augustus, ter verheerlijking van plein, die zijn vriend was, gebouwd werd. In het van Rome zeif 8taat dit monument, dat de eeu- a. trotseeren zou, want na tweeduizend jaren he lderen we daar nog dat gedenkteeken, dat spreekt ..Romeinsche wilskracht en onwrikbaar evenwicht. 'Hel de eens zoo hecht geformeerde staat ook door grf van zeden, door oververzadiging van het volk L. j Boor Se Aanvallen der barbaren ineen, de gewel- J ringmuur, die een met koperen platen bedekten 73o|)el droegen, een stralende zonneschijf midden in ^Volkrijke Urba, deze bleef overeindstaan, maar dè fQrJ!azen en marmeren versierselen werden door kei- ij [Iji en pausen geroofd en de tempel werd niet meer li de voornaamste goden, maar aan de koningin aan Maria gewijd. De godenheelden wer- i er in <le eerste christelijke eeuweni uit verwij- d, terwijl een der pausen er acht en twintig kar- l vol £¥aHab met beenderen, uit de katakomben in raveti liet'; feoo werd dus het monument dat voor werd, een christelijke kerk. Ook was veel veranderd, maar nog beheerschte het 3de*4 .wereld., minder door de macht der wapenen dan '- de spiritueels kracht, die er van. uitging, e eenegroote beschavingsperiode volgde hier de (ere hetzelfde pantheon rust de asch van ael Sanzio, de prins der Renaissance schilders en - passé*? „verder staat de bronzen kist met het ge- igf\iÉ3le van den tweeden koning, van het jonge konink- v-4^4-het derde Italië genoemd is. Want eerst domi- nier den geest van het oude Romeinsche rijk. dan ivixkelt zich de macht der Pausen zóó geweldig, vpisbfiöèiaer van Duitschland dwingt om barre ls naar Canossa te gaan en zich voor den Paus „fernede^ïi; daarna drenkt de geest van de Renais- I r|ce, met haar fijne beschaving van kunst en lette- van ^eel Europa; nu ontwikkelt zich r weer het Italië dat aan de Piave en Isonzo over- en het groeit in -zelfbewuste kracht. Dit jonge föfcoirat zijn nieuwe gedenkteekenen op den bo- L.yan liet oude Rome en voelt er zich nog na zoo- '^eeuwen nauw aan verwant, aar wat is hier nieuw en wat is oud? Rome niet ..de eeuwige stad" heeten als het heden en ecCén er niet zoo innig aan elkander verbonden en. Telkens ontbloeien hier nieuwe takken aan het [rei van het koninklijke hert. De geschiedenis van i is voor ons als een grandiose muzikale schep- waarin de eene melodie zich oplost in de andere, zssolini liet op het kapitool het kruis plaatsen. In 1 schaduw, op den top van dien historischen heu- staat het geweldige standbeeld van Marcus Au- jus. keizer zit op .zijn strijdros en de rechterarm iruit strekkend groet hij zijn heirsoharen, 'n geste, j de fascisten zich nu uitgekozen hebben, het oud- .meinsche saluut, die zij bij alle gelegenheden te brengen. En -nu denken wij in het bizonder aan avófi'd van Umberto's sterfdag, aan /ia kort.©, ar indrukwekkende plechtigheid, die toen plaats id op Piazza Venezia, voor het „Altaar van het [Ierland", het nationale monument van het derde lië, waarin de onbekende soldaat werd neerge- 4 d. Dichte drommen van militairen en belangstel den waren er in dit uur gekomen om den ver orden vorst nog een eere-saluut te brengen, 'e midden van een doodelijke stilte besteeg de 2 'gemeester van Rome de trappen van het monu<- nt ?,n ^ep me^ luider stemme, alsof hij den .JRe ono" wilde opwekken uit de eeuwige slaap: „Um. to di Savoia, 'Re d'Italial Waarop alle aanwezi- de rechterarm uitstrekten, roepend: „Presente!'"" rg door HAWLEY SMAKT. HOOFDSTUK IV. ïlet boseh wordt aJ&ejaagd. o.Morgen, mijnheer Piloher, morgen, mijnheer,* EP Chatterson tegen een m ageren gespierden man ikleed half als geestelijke, half ii* jaohtcostuum, q 6 net erf voor den stal' kwain oprijden. „Het is «n mooie dag voor het kreupelbosch, niet waar?* «Ja, het wild zal van middag te krijgien zijn, wij maar willen. Wie heeft Sir Jasper nog „Allen goede geweren, behalve een vreemde mijn er. Ik denk met, dat hij schieten kan, maar ik zal m naast u plaatsen, mijnheer Pilcher, misschien ltu dan wel' voor hem zorgen.'' „Ik zal mijn best doen, Chatterson, maar ik >et even naar binnen gaan en de dames goeden S zeggen. Ik veronderstel, dat wij gauw op het gaan, hè?*' „Zoodra Sir Jasper het sein geeft/' Toen hij omliep naarhet huis, vond Parson PiT ör Sir Jasper en zijn jachtgezelschap bij de deur rzameld. „Bij u te zien," nep de baronet, terwijl elkaar de hand gaven. „U kent iedereen behalve tóf patroceni. Laat ik de heeren even met elkaar [kennis brengen.'' Het kreupelbosch, waarop het heden gemunt was, stond uit verscheidene kleinere partijen kreupel- j ut aan den oever van een flinken forellenstroom i keerde een dag jagen op, Zoo goed als men Hècihts verlangen kon. Chatterson plaatste ziijn jh ron rond een verwijderd struikgewas midden m |r hnd zijnde daar de plaats waar men in denj kei begon en ging daarop met zijn drijvers wild daaruit opjagen. Parson Pii'cher was ge kitst tusschen den heer Glanfield en den graaf, I groot leedwezen van .eerstgenoemde; de heer ij bpfield had meer dan eens zijn meening uitge keken, dat Parson Pilcher niet schoot, zooals het jt-amde. Glanfield, zelf een zeer goed schutterJiad een hekel aan, jalóersch te_ schieten en toch "neer men- Parson Pilcher niet op die manier -ndelde, was men zeker zijn tasoh sléchts karig ld te krijgen. Het was een voortdurend in rit maken op het tiende gebod, een aanhouden- Poging om zijn buurmans vogels weg te kapen, [j* was Glanfield, een echte Arabier op het punt gastvrijheid en nooit zou hij een vreemdeling Deze verzekering: Ik hoor u en ben op het appèl, moest aan Rome en ver daarbuiten verkondigen: Umberto, de goede koning is nog onder ons; hij is er getuige van geweest, dat wij, gestreden en geleden en overwonnen hebben!" Het moderne Rome bewaakt met grooten eerbied de kunstschatten die hier in de dagen van zijn glo rieus verleden te samen werden gebracht. Met eer bied volgde het in de maand Mei, de kerkelijke plechtigheden en tienduizenden vulden in die da gen de S. Pieter om er de 'Zalig- en Heiligsprekin- gen bij te wonen, en den ^Pentifex Massimus" toe te juichen. Rome is groot en oneindig veel werd er hier geleefd en gedacht en gecreëerd op alle gebied. Weelderig groeit de laurierboom in de aarde, die gedrenkt werd door het bloed van zoovele martela ren; de eeuwenoude steenen zijn hier als gepati- neerd door veel lijden en door de gebeden van de vromen die ten einde toe vasthielden aan hun ideaal. We voelen bij toename de (bekoring die er over deze zeven heuvelen ligt en hoe de steenen hier tot ons gaan spreken. Wie kan de geheimzinnige aan trekkingskracht van zulk een omgeving verklaren? of zelfs maar even benaderen? Als de maan hoog aan den hemel staat, werpt zij haar glanzend licht binnen die indrukwekkend ste aller tempels, op de vloer van het Pantheon, wiens koepél in het midden een groote opening ver toont.. Het schijnt ons een groot oog. dat naar bin nen kijkt. Het licht streelt in het voorbijglijden de portiek met de majestueuse zuilen, waardoor Augus tus schreed, het grafteeken boven het gebeente van den onsterfelijken 'Rafael, de frissche bloemen, die de koning en de koningin-moeder neerlegden op de kist van hun vader en echtgenoot, het kruisbeeld op het altaar, waar de plechtige trouwmis opgedragen werd. Met een groote blik vol liefde omarmt het hemel licht al deze dingen, het weet niet van tijd, noch ruimte en niet alleen koning Umberto, maar alle grooten en goeden, die in de eeuwige stad leefden, schijnen in dat nachtelijk uur ons tog te roepen: Wij zijn er nu en, altijd: „Presente!" .Presente!" ETHA FLES. Trekking van Woensdag 19 Augr. 3eKlasse. 3e Lijst. No. 15495 f-25.000. No. 18895 f-1500. -Nos. 6 4260 14995 elk f-1000. No. 19173 f400. Noe. 1176 5395 12500 dik f200. Nos. 14629 17043 elk f100. Prijzen van f45 13 26 41 268 315 356 368 390 427 457 460 462 482 521 551 561 582 607 619 653 734 743 875 909 955 993 1087 1131 F89 1199 1207 1251 1270 1469 1307 1757 1872 1941 1993 1994 2010 2098 2123 2125 2139 2167 2187 2235 2277 2285 2308 2411 2416 2459 2465 2430 2512 2515 2602 2638 2718 2721 2750 2773 2804 2871 2901 2996 3038 3044 3050 3054 3154 3218 3225 3231 3368 3405 3438 3465 3572 8587 3806 3856 3858 3860 3869 3886 3908 3956 4003 4013 4025 '4036 4046 4093 4206 4219 4350 4393 4435 4440 4461 4465 4766 4773 4797 4830 4342 4861 4879 5006 5036 5045 5083 5126 5172 5234 5271 5302 5426 5467 '5471 5487 5492 5493 5509 5573 5581 5584 5617 5626 5652 5700 5932 5971 6102 6111 6264 6284 6341 6371 6427 6434 6538 6538 6547 6599 6631 6660 6681 6835 —54 —94 6902 6918 6942 6947 6950 6978 '6983 7048 7090 7094 7129 7178 7284 7298 7303 7328 7359 7383 7413 7433 7450 7463 7591 7593 7625 7637 7642 7741 7772 7833 7834 8041 8064 8112 8146 8203 8263 3323 8355 8362 8413 8415 8416 8467 8477 8538 8571 8584 8663 8666 8692 8832 9104 9131 9132 9269 9288 9356 9393 9449 9499 9528 9594 9608 9634 9665 9666 9737 9750 9788 9807 9820 9889 9963 9983 10082 10129 10153 10197 10269 10296 10300 10354 10392 10423 10476 10478 10483 10554 10711 10738 10788 10828 10837 10846 10893 10970 10986 11119 —133 —135 —136 11252 .11285 11389 11418 11462 11500 11501 —549 —560 —627' 11686 11723 11/31 11736 11776 11828 —865 11904 11992 12074 12102 12121 12316 12320 12333 12372 12383 12432 12446 12509 12528 12537 12397 12709 12710 12747 12781 12796 12807 12926 12947 13014 13035 13087 13102 13137 13175 13312 1 3333 —398 —442 —533 13562 13652 13695 13711 13815 13865 13890 13892 13924 13978 13980 13981 14041 14071 14184 14247 14262 14275 14303 14335 14343 14357 14388 14490 14517 14525 14533 14694 14818 14833 14842 1 4857 14888 14962 15039 15044 15056 15070 15092 15104 15118 15126 15130 15149 15205 15370 15424 15505 15519 15524 15558 —559 —571 —584 —614 15647 15724 15783 15817 15854 15870 15971 16021 16030 "16048 16055 16144 16178 16194 1623» 16273 16303 16406 16431 16458 16476 16534 16571 16610 16626 16688 16794 —821 —834 16847 16948 16958 16972 16986 16998 17085 17153 17155 17188 17203 17207 17222 1723» 17253 17336 17599 1 7688 17756 17774 17822 17873 17916 17953 17970 17971 17985 1810» 18262 18355 18388 18469 18508 18959 18565 18586 —624 —685 —806 —858 —882 18891. 18899 18916 18918 19000 19094 19157 19159T MET DE WINKELWEEKFEESTEN KOMEN DUIZENDEN MEN8CHEN IN ONZE GEMEENTE I WILT GE BIJ DIE VELEN UW ZAAK AANBE VELEN P HUN UWE WAREN TOONEN P - ZOO JA I LAAT DAN IEDER WETEN, DAT GE ER ZIJT, EN WAT GE VERKOOPT 1 - T onhoffelijk behandelen tenzij hij 'door dezen werd fetarfc. Het was dan ook met afkeer dat hij arson Pilcher volgens diens oude gewoonte een haas bijna vlak voor den graaf zag neerschieten- Patrooem ;keek een weinig verbaasd, doch maakte niet de minste opmerking; maar een paar minuten daarna toen eem steil' opvliegende fazant recht boven het hoofd van den eerwaarden Bob vlloog en deze niet onmiddellijk afschoot om den vogel zoo mooi mogelijk te nemen, ging het geweer van den graaf ar, de vleugels van het beest sloegen ineen en een bal van lévenlooze voeren viel bijna in den mond van Parson Pilcher. „Verdmompelde Chatterson, „te denken dat een vreemdeling een vogel' van tien heer Pilcher heeft weggeschoten. Ik zou wel wellen weten of hij het met opzet gedaan heeft.'* Het was van dit laatste raadsel', dat Glanfield' ook gaarne de oplossing wilde weten. Was Patro- oem een uitstekend schutter of was dit meer het gevolg van het toeval? Hoe ook, het was een mooie gelegenheid om JParson Pii'cher eens te plagen, iets waarvan Glanfield bij ondervinding wist, dat zijn eerwaarde er volstrekt niet tegen kon. t „Je wordt een beetje langzaam Pii'cher,'* zeide hij chertsend; „het is een groote fout om met schieten te talmen. Als je niet vlug bent in deze dagen, ben je niéts waard. Dit .was olie op het vuur; het denkbeeld, dat iemand aan hem, Parson Pilcher, wenken gaf om trent het afschietem van zijn geweer, deed hem tril len van woede. Vol wraakzucht brandde hij los op een 'konijn, dat voorbij Glanfield rende, maar dit vervolgde ongedeerd zijn weg, totdat het door een schot van Glanfield voorover buitelde, juist een oi twee seconden voor Pilcher uit zijn tweeden loop vuur gaf. Maar naarmate de dag voortging, werd het aller duidelijkst dat het dooden van dien steil' opvliegen den fazant geen gelukje geweest was. De graaf toonde, dat hij een even vlug als zeker schutter was en wat den heer Pilcher betrof,niet het minste bezwaar had om diens wild voor zijn neus weg te schieten, hetgeen des te meer opmerkelijk was wegens de bijzondere hoffelijkheid, welke hij te genover 2ajn# medejager aan de andere zijde in acht nam .Niemand kon dit beter waarnemen dan de heer Glanfield, die piets anders deed dan on der drukt lachen over Parson Pil'cheris ^nederlaag. De eerwaarde Bob had iemand gevonden, die tegen hem opgewassen was. De heer Glanfield was, gelijk wij weten, niet op vreemdelingen gesteld, maar hij verfoeide Robert Piloher en smaakte^ groote voldoening, dat deze op dergelijke wijze m zijn eigen netten gevangen werd. Hij veranderde geheel van stemming jegens Patroceni en wa® bereid met hem vriendschap te sluiten, zoodra de gelegenheid zich zou voordoen. De dames hadden zich thans bij de jagers ge voegd om tegenwoordig te zijn bij 'het opvliegen der fazanten uit 't.bosch aan de Westzijde, daarna zou de jacht gestaakt worden om te lunchen. De heer Glanfield aanschouwde deze voorberei dingen met innig, welbehagen; hij had zijn oordeel' over het schieten van den vreemdeling reeds lang gevestigd en laohte in zichzelf, bij de gedachte dat Parson Pilcher een vervelend kwartiertje zou hebben als hij te zorgen had voor hetgeen Patroceni miste. Er vloog menige fazant op, maar zooals de heer Glanfield voorzien had, den een na den ander werd door den graaf geschoten, alleen de oogenblikken wanneer Patroceni nieuwe patronen in zijn loopen moest doen, kreeg de heer Pii'cher een kleine kans om aan de slachting deel te nemen. „Ik moet u gelukwensehen graaf,''* zei mevrouw Fullerton toen ae heeren zich bij de dames voegden om te gaan lunchen. „Ik weet niet, hoe u het overige deel van den morgen «het er hebt afge bracht. maar bij dit laatste boschje hebt u ontegen zeggelijk het leeuwenaandeel van de buit.'- „Het geluk diende mij, mevrouw. Het leeuwen aandeel van de vogels kwam in mijn richting. Het eenige was, dat ik de goede gelegenheid niet ongebruikt heb laten voorbijgaan, hetgeen ik Zelden doe. Ik vrees, mijnheer,'* vervolgde hij zich wen dende tot den eerwaarden Bob zonder het minste teeken van triompf op zijn gelaat, „dat u weinig goede gelegenheden gehad hebt.'* Parson Pilcher werd vuurrood van verontwaar diging, terwijl Sir Jasper hartelijk lachend uit riep: „Neen, graaf ik zou niet veel geven voor de gelegenheden die na u komen. Indien u in uw leven zoo weinig hebt gemist als heden morgen, fazanten, dan moet u al1 een bijzonder voorspoedig man geweest zijn.'* „Dat had ik kunnen zjjn,* Sir Jasper, uidien ik mij in andere richting bewogen haa dan de her vorming van mijn vaderland; indien men daartoe werkzaam is, hangt men af van vele bondgeïooten.'* „Ik heb nooit geweten dat je zoo goed schieten kon, graaf," zei Hammerton toen hij na de lunch zijn sigaar opstak. „Ikheb heel wat ambachten moeten 1'eeren, waar van men niet zou zeggen, dat ik op de hoogte was.l antwoordde Patroceni. „Niets leert beter schieten dan wanneer je leven er van afhangt en dat is bij mij 'dikwijls het geval geweest." Zijn toehoorders keken hem vrij verbaasd aan, maar er was geen spoor van blUf in zijn optreden 19167 19373 19600 19897 20111 20578 20806 19169 19457 19737 J9905 20167 20662 20814 19238 19492 19752 19924 20190 20734 20871 19291 19530 19769' 19947 20279 20739 20902 19818 19830 19367 19547 19585 19598 19784 19804 19880 19948 19963 20066) 20340 20400 20487 20760 20762 20777 20974 20999 Trekking van Donderdag 20 Aug. 3e Klasse. 4e Lijst No. 17372 1-1000. Prijzen van f-45. 47 -424 661 853 1461 1609 1747 1987 2060 2266 2912 3120 3133 3322 3483 3507 3534 3579 3707 3836 3921 4301 4593 466Q 4897 4961 5138 "5400 5833 6061 6062 6279) 7061 7161 7280 8371 8816 8894 9000 9047 9200 9235 9408 9601 9688 9977 9978 10016- 10243 10545 10684 10667 10784 10741 11091 11659 11783 11850 11858 12249 12469 126(17 12789 12754 12990 13229 18329 13388 13564 13784 15176 1563S 15757 .16113 16467 167Z7 16758 16822 16960 16Ö78 17096 17268 17310 17634 17910 18015 f8184 18389 18513 18625 18857 19100 19177 19493 19501 20040 20126 20238 20316 ...Die telkens terug eerende asthma-aanvallen vernielen Uw hart. Voorkom dus dat de taaie slijm zich vastzetGe- bruik daarvoor de beproefde SCHOORI* Evenals bijna overal, zoo hebben ook de kinderen der o. 1. school alhier hun fee-st weder gehad. Eerst togen de vorige week die leerjingen der beide hoog ste klassen naar Zandvoort en Woensdag 1.1. werd voor de lagere klassen een plaatselijk feest georga niseerd. In de eerste uren met de bussen van Glas en, de Jong naar het strand te Kamperduin, waar dolveel pret werd gemaakt, en daarna weder terug naar het terrein achter de Roode Leeuw, waar tulband, cho colade en limonade een gretig onthaal vonden. Dit alles tot hiertoe heel gezellig, doch ook heel gewoon en het genre, zooals wij in ons dorp dagelijks honderden/ kinderen van heinde en verre ditzelfde feestje zien genieten. Doch nu volgde het ongewone, de attractie, waarnaar groot en klein met verlangen reeds dagen lang had uitgezien. We bedoelen hier de vertoouing met de poppenkast door den heer Kellenbach, onderwijzer in den Haag. Deze heer heeft met dit werk zijn sporen] verdiend, beeft zelfs in 1916 een wereldreis ermede onderno men, en met die reis in de oorlogsjaren ontzettende ervaringen opgedaan, en lang altijd geen aange name. Doch met dit al, en bovenal doordat het poppen spel werd benut ten dienste van de paedagogie, beeft de beer Kellenbach het tot eene volmaaktheid gebracht waardoor het voor de kinderen der lagere scholen, en heusch ook nog wel voor grooteren, een hooge opvoedkundige waarde heeft gekregen. Dikwijls ontaardt de poppenkast, zooals wij die kennen van op de kermissen, in het banale. Welk een tegenstelling daarmee is het spel van den heer Kellenbach. Al dadelijk vindt hij 't contact tusschen zijn poppen en de kinderen. Wanneer b.v. in het spel van „Zwaan kleef aan", de oude vrouw tweemaal haar .ondeugenden zoon roept, en hij. dan nog nieit komt, vraagt ze aan de kinderen of hun moeder .ook altijd tweemaal moet roepen, en dan klinkt door de zaal als uit één mond: neen hoor! En zoo gaat 't door. 't Lijken geen poppen meer, doch heusche menschjes en heel de zaal zingt mee „Zwaan kleef aan". Wanneer de koning ten tooneele komt »n door alle kinderen plechtig wordt begroet met een „dag majesteit", dan buigt die koning tot de zaal en zegt plechtig, gelijk het een majesteit pas: „dank U, mijn volk!" Deze majesteit is dan althans verze kerd dat heel zijn volk met hem meeleeft, de com missie en de ouders incluis. De heer Kellenbach is wèl een paedagoog, en wèl een kindervriend, om zóó zijn vrije uren aan dit moeilijk werk te besteden, doch hij heeft er plei- zier van, alles schatert en zingt mee, en voelt zich één met zijn spel. 't 'Is mooi geweest, beschaafd en leerzaam en we kunnen iedere schoolfeestcommissie ten volle den heer Kellenbach aanbevelen. HEEKHUGOWAARD. Dit jaar mochten ook de leerlingen der R.-Kath. school in het noordelijk deel der gemeente het ge noegen smaken een rijtoer te maken. Voor een deel en hij toonde "ook geen neiging nadere mededeelin- geü omtrent zichzelf te doen; voor de zooveelste maal gevoelde Hammerton .zich. niet op zij'n gemak over deun geheTTTiriTFpigvin vreemdeling, dien hij te Wrotssley had geïntroduceerd. De graaf geraak te hoe langer hoe meer bij iedereen in de gunst, met uitzondering natuurlijk van onzen eerwaar den Bob. Er was dien avond niemand anders te Wrofctsleiy buiten de familie en logés en allen waren in vroor lijke en opgewekte stemming met één uitzondering, namelijk Hammerton. Deze was uiterst terneerge slagen. Hij was daarheen gekomen met het bepaal de doel om de zaak met zijn nioht te regelen en tot zijn woede bevond hij, dat deze jonge dame ook! bezig was haar zaak te regelen, doch met een ander. Fred had reeds sedert geruimen tijd de avonden te Wrottsley verveleend gevonden; ditmaal had hij een doei voor oogen, hertweik voor hem allernood zakelijkst ten spoedigste moest worden bereikt en waarvan, gelijk ook reeds aan Patroceni was op gevallen, de vejwezenlijking thansmoeilijker scheen dan ooit. Geen wonder dus, 'dat hij gedrukt en stil was en weinig geneigd deel te nemen in 't gesprek. Toen de dames vertrokken waren en de heeren zaten te praten rond het bl'ad met avonddrahken, riep Hammerton plotseling uit. „Laten wij' nog een kaartje leggen voor wij naar bed gaan. Doet het ten mijnen genoegen, want ik kan niet slapen, als ik Zoo vroeg naar bed ga. Kom, Wheldrajie^ jij bent mij nog revanche schuldig.'* ,iAlTes wat ie wilt voor een of twee uren,'* ant woordde Wheldrake vroolijk. ,yJe doet ook mee, niet waar, graaf? Dan kunnen wij een klein bacoaratje léggen.'' „Ik doe zoo mogelijk almd wat de anderen doen en iedereen kan baccarat speTen/* antwoordde de graaf. „En u, mijnheer Glanfield „O, ik wil ook wel,'* zei deze, Jndien gij het niet te hoog maakt/* „Dan zal het baccarat zijn/' riejy Hammerton, terwijl hij aan de speeltafel ging Zitten. HOOFDSTUK V. Hij heeft mij noodig. Het baccarat van dien avond deed niemand veel kwaad. De inzet was niet hoog en Wheldrake en Glanfield waren geen van beide spelers. Doch wat hieruit groeide, was, dat eiken avond baccarat werd gespeeld. Hammerton stelde het steeds voor. Wheldrake als winner want zijn Homburgsoh geluk had hem nog niet verlaten v wilde met weigeren en de anderen maakten ook geen bezwaar Glanfield omdat het hem amuseer de en Patroceni omdat hij altijd deed, wat de anderen wilden. In een opzioht verschilde de graat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 9