ROMMELKRUID-
De Wereld der Vrouw
ik doen mag wat ik kan om Uw Jongen, <Jie ook
kunstenaar is, op hot toppunt van zijn room te bren
gen. Noe. Geon bedankjes. Geon woord, hoort En
huil nietl"
HOE ONZE VOOROUDERS REISDEN. I.
Wij zijn zoo gewoon geraakt aan de gemakkelijke
en vlugge manier van reizen met spoortrein en
stoomboot, die nu zelfs reeds een concurrent begin
nen te krijgen in het vliegtuig, dat we er gewoonlijk
niet aan denken, hoe nog geen eeuw geledon onze
voorouders zich moeston behelpen mot zeer primi.
tieve relsgelegenheden.
De eerste spoorlijn in ons land dateert van het
jaar 1839. Toen word do ijzeren weg van Amsterdam
naar Haarlem aangelegd, in 1842 gevolgd door de
lijn AmsterdamUtrecht. Geleidelijk aan hebben
daarna de verschillende provinciën een spoortrein-»
verbinding gekregen.
V'óór dien tijd was men aangewezen op trekschuit,
en diligence, of men ging te voet of te paard. Het
gebruik van zeilschuiten bleef beperkt tot die stre
ken, waar breede waterwegen waren en was boven
dien afhankelijk van den wind.
Het spreekt vanzelf, dat bij zulke gebrekkige mid.
delen van vervoer het maken van groote reizen tot
de uitzonderingen behoorde. Men ging niet ver van
huis. En een Hollander, die bijv. Groningen had be
zocht, of omgekeerd, was toen reeds een bereisde
Roel. Zoo'n reis duurde verscheidene dagen en kostte
een handvol geld, veel te veel voor den doorsnee-
burger. Bovendien bestond er ook weinig behoefte
om zoo ver van huis te gaan.
De boeren op de dorpen gingen zoo nu en dan naar
een kermis in een naburig dorp. Dan brachten zij
door middel van planken of banken eenige zitplaat,
sen aan in hun wagens en reden zoo naar de markt.
Wie het wat beter betalen konden, hielden er een
zoogenaamde „speelwagen" op na, die met vier
paarden bespannen werd. Ook bespanningen met
zes paarden behoorden niet tot de uitzonderingen,
als de reis wat lang was, want de wegen waren zeer
slecht.
In de steden gebruikte men koetsen of karossen,
die in riemen hingen en dus niet zoo geweldig
schokten als de boerenwagens.
Zoo was het in de 17de eeuw. In 1671 bijv. waren
er te Utrecht 83 inwoners, die een eigen karos hiel
den. Kort daarvóór waren er maar eenige, want een
eigen karos werd als een groote luxe beschouwd.
In den tijd van koningin Elizabeth van Engeland
waren er in geheel Londen nog maar drie wagens,
waarvan één de koinklijke wagen was, uit Vlaande
ren geimporteerd. Elizabeth gebruikte haar staatsie
koets evenwel maar zelden, omdat zij van het schok
ken hoofdpijn kreeg. Zij reedr liever te paard. 'Men
behoeft dus niet te vragen, hoe de toestand der we
gen toen was.
In den loop der 17de eeuw kwam' de koets meer
algemeen in gebruik. Het koetspaard bleef aanvan
kelijk het karakter van rijpaard behouden. Pas la
ter werd het paard van den bok gereden. Verschil
tusschen beide soorten bestond toen dus niet. Men
fokte rijpaarden, waaraan zeer veel zorg besteed
werd en die rijpaarden onder den man trokken ook
de koetsen in de steden.
Dat in dien tijd, toen het paard bijna uitsluitend
gebruikt werd voor gemakkelijk vervoer, veel zorg
aan het dier besteed werd, spreekt vanzelf. In 't be
gin der 17de eeuw heeft Simon Stevin reeds een
verhandeling geschreven over den meest doelmati-
gen „toomprang" die voor het paard het minst
wreed is. In samenwerking met prins Maurit9 heeft
hij een toom ontworpen, waarvan' al de stangen ver
schuifbaar waren, zoodat de druk ervan in den bek
van het paard geregeld kon worden naar de om
standigheden.
Als fokdieren gebruikte men in die dagen be
paalde hengsten en het zoogenaamde Friesche paard
was toen zeer gezocht als koetspaard.
Prins» Maurits interesseerde zich bijzonder voor de
paardenfokkerij in Friesland. Hij schreef zelfs een
verplichate hengstenkeuring voor. In 1610 verscheen
een oorkonde of charter, waarin de stadhouder Mau
rits en Gedeputeerden „verthoonden dat syne Ge
nade van verscheydene zo hierlandsche als ook
Frantzosche en de Duytsche en edelluyden is ver-
maendt werden datter ordre op 't bespringen van de
peerden mocht wesen gesteld, vermits voortaan sel-
den goede peerden ende d'zelve meerendeels slap
bevonden worden, gelijck sijne Genade 't zelve oock
inderdaet bespeurt ende verstaet".
Voldoende zorg bestond er dus volgens dezen char
ter niet voor handhaving van een goed ras. Maar de
gewestelijke regenten voelden zich vaak buitenge
woon zelfstandig en onafhankelijk, die geen lust
hadden de voorschriften streng te handhaven. De
hengstenkeuring werd dan ook niet overal doorge
voerd. ondanks herhaaldelijk voorgeschreven nieu
we bepalingen. Het Friesche ras is dan ook niet zui
ver bewaard gebleven.
De handel in paarden concentreerde zich hoofdza
kelijk op de paardenmarkten, die van tijd tot tijd
gehouden werden. Bekend was de groote paarden
markt te Valkenburg, waar in 1554 meer dan drie
duizend paarden aangevoerd werden. Van heinde en
ver trok men er heen.
Gewoonlijk ging de markt gepaard met een hard
draverij, de prijs voor den eigenaar van den snel-
sten draver was doorgaans een zilveren of een gou
den rijzweep.
Later kwamen de verschillende provinciale herfst-
markten, de knollenmarkt, meer in zwang. In het
najaar konden vele hoeren hun paarden beter ver-
koopen dan ze den heelen winter op stal te houden.
Op de voorjaarsmarkt kochten zij dan een of meer
dieren terug.
Om1 een druk bezoek te bevorderen, loofde de
baljuw van het dorp vaak verschillende prijzen uit.
De fokker, die met het grootste aantal eigen naar
der» ter markt kwam, ontving bijv. een zilveren ros
kam: de kooper of vorkooper van het mooiste span
koetspaarden een zilveren manekam; voor den
sneisten draver op de gelijktijdig met de markt ge
houden harddraverij was een zilveren zweep de prijs.
Een veel gebruikt vervoermiddel tot in 't begin
van de vorige eeuw was de «lede. Tegenwoordig
wordt ze nog zeer sporadisch gobrulkt in het boe
renbedrijf, waar de zand- of modderwegen naar do
akkers zoo week en slijkerig zijn, dat de wagenwie
len nr te diep in zoudon zakken.
In de stad gebruikte men naast do koets de toe
slede, door óén paard getrokken. Do toeslede diende
voor het vervoer van stlerert en kalveren en do ge
wone vrachtslede voor het vervoor der stadsvrach-
ten. Amsterdam heeft dit onpractische middel van
vervoer lang gehandhaafd, terwijl in andere steden
reeds wagens gebruikt werden, de sleeperskarren,
aanvankelijk met rollen in plaats van wielen.
Om de groote wrijving van de slede wat to vermin
deren, gebruikto men een in olie gedrenkte lap, «lo
smeerlap, door don sleoper heel behendig onder do
slede goworpon. De smeerlap was aan een lang touw
bevestigd en van tijd tut tijd werden de slodohouton
ermee gesmeerd.
Een overblijfsel van de slede van vroeger is do ar.
reslede, die 's winters nog wel eons in gebruik ge
nomen wordt. Bij strenge vorst worden nog wel
eens harddraverijen met de arreslede op het ijs ge-
houdon. Voor de paarden schijnen deze harddrave
rijen zeer vermoeiend te zijn, waarom ze bij paar
denliefhebbers niet gewild zijn. Ook het wedden
daarbij werd door sommigen streng afgekeurd. Een
zekere Klaas Bruin heeft zijn overkropt gemoed al
dus gelucht:
„Het- moedig paard gescherpt en voor de slee gebracht
Vliegt over 't ijs en wordt genoopt met zulk een
kracht,
Dat het in eenen dag genoeg heeft voor zijn leven,
Doch wint genoeg wanneer men meester is gebleven.
Ginds wordt een wedloop van veel Narren aangesteld
Elk bied uit al zijn magt, 't ontbreekt hier aan geen
geld.
Daar Janoom wel van vaart voor pand van goude
ringen,
En menig uurwerk, 't geen men vlugger weg ziet
springen,
Dan 't ros op zijnen draf doorbellen opgewekt,
't Geen zwijgend het verstand van zijnen Heer
ontdekt."
i
We hebben het tot nu toe in hoofdzaak gehad
over het persoonlijke vervoermiddel over korte af
standen de karos en toeslede in de stad, de boeren
wagen, later de tweewielige chais op 't platteland.
Deze vervoermiddelen waren voor persoonlijk ge
bruik van den eigenaar bestemd. Op snelheid kwam
het niet zoo zeer aan, want groote afstanden legde
men er niet mee af; bovendien kende men nog niet
de snelheidsmanie van den tegenwoordigen tijd.
Maar daarnaast heeft zich ook een soort georgani
seerd vervoer over grootere afstanden ontwikkeld,
waarvan gebruik gemaakt werd door verschillende
personen, onafhankelijk van elkander, en tegen een
vast tarief. Op dezelfde wijze dus als men tegenwoor
dig een kaartje neemt voor trein of boot. Dit ge-
mennschapsvervoer zullen we in een volgend artikel
onder de oogen zien, M.
ZURE VRUCHTEN.
Tn den Iaatsten tijd is het bekend geworden, dat
de lichaamvoehten een zeer bepaalden zuurgraad
hebben, die in normale omstandigheden eigenlijk niet
verandert. Daar het voedsel, dat de mensch eet een
zeer verschillende reactie heeft, moet er dus een re
guleringsmechanisme aanwezig zijn. daar anders de
reactie van het bloed na het eten belangrijk zou ver
anderen. Inderdaad is dit zoo; zuren worden aan
ammoniak, alkaliën aan phosphorzuur of andere zu
ren gekoppeld. Vandaar dat de urine en de faec.es an
dere bestanddelen hebben, naarmate het voedsel
zuur of alkalisch is.. Men moet echter oppassen met
zijn meening, dat een voedsel zuur of alkalisch zou
zijn, want de meeste stoffen worden niet als zoo
danig opgenomen, maar ondergaan vóórdat zij over
gaan in het bloed, dikwijls belangrijke veranderingen,
Zoo b.v. worden de meeste organische zuren geoxy-
deerd tot koolzuur en daar dit aan alkali gebonden
alkalisch en niet zuur reageert en het meeste kool
zuur bovendien door de longen het lichaam verlaat,
worden voedingsstoffen, die deze organische zuren
bevatten, onder de alkalische voedselsoorten gerang
schikt. Het hangt er echter van af, welk organisch
zuur aanwezig is; citroenzuur en appelzuur worden
totaal omgezet tot koolzuur, barnsteen- en wijnsteen
zuur slechts gedeeltelijk. Drinkt men b.v. groote hoe
veelheden sinaasappelsap, dan krijgt men geen zure,
maar alkalische urine.
Omgekeerd kan men door het eten van veel eiwit
ten, die op zichzelf heelemaal niet zuur zijn, zure
urine krijgen, omdat deze stoffen na verbranding in
het lichaam zwavelzuur en phosphorzuur opleveren.
Welke zuren zijn nu aanwezig in onze gewone
fruitsoortefi; zijn het citroenzuur en appelzuur. dan
geven deze dus alkalische urine; zijn het daarente
gen barnsteen- of wijnsteenzuur, dan kan de urine
wel zuur reageeren.
In Amerika heeft men dit nog eens nauwkeurig
nagegaan. De zuren van dc aarbei bestaan uit 90
citroenzuur en 10 linksdraaiend appelzuur; die van
de ananas zijn voor 87 citroenzuur en 13 links
draaiend appelzuur, hij de framboos vonden zij 97
citroenzuur en 3 appelzuur. Daarentegen bevat
ten druiven veel wijnsteenzuur (40 naast 60
appelzuur.
Men behoeft dus bij de gewone vruchten niet hang
te. zijn, dat het lichaam „verzuurt", integendeel wordt
de urine meest alkalisch na veel gebruik van
vruchten.
(„J., of the Am. Med. Ass.").
EEN TRILPROEF.
Tn een Amerikaansche stad was onlangs een beton
nen gebouw gereed gekomen. Het pleisterwerk ver
toonde scheuren en neiging om van de wanden te
vallen. De directie nam als vanzelfsprekend aan, dat
het werk niet behoorlijk was uitgevoerd. De aanne
mer weet echter de oorzaak aan trillingen, veroor
zaakt door het tramverkeer, dat in de nabijheid
plaats had op een slecht gelegd spoor.
De trillingen waren echter niet van dien aard, dat
men ze waarnemen kón. Er werd daarom een eigen
aardige nieuwe methode toegepast om het al of niet
plaats hebben van trillingen vast te stellen. Een
schaal, gevuld met kwikzilver, werd op de bovenste
verdieping op den vloer geplaatst en wel zoo, dat
het kwtkr.ilvervlak direct door de ron werd besche
nen. Men zag nu op een der wanden don woerschijn
die door het kwikzilver daarop word geworpen. Kr
bleek nu, dat deze woerschijn bij hot voorbij rijden
van een tramwagen zich moordoro contimotors bo-
woog. Hiermede werd de bewering van don aanne
mer voldoondo bewezen geacht un werd hij onthoven
van verdere verplichtihgon inzako het pleisterwerk.
VERBETERING VAN ACCOUSTIEK.
De accoustiek in een groot vergaderlokaal te Chi-
cago word met succos verbeterd door het aanbrengen
van een klankreflector in den vorm van een omge
keerde pyramide met concave vlakken. Hot raam
werk, bestaande uit regels met lntwerk, werd met
houtfinoor bekleed. Hierover werd een stofhespannlng
aangebracht, die meerdere malen met. schellak wef,1
hOstrokon.
De reflector, 0 M. In hot vierkant, en 4.20 M. hoog]
word met do spits ongeveor voor hot «prookgostocitffi
en 1.80 M. boven hot hoofd van den spreker gehangen. j,»i
Do geluidgolvon worden door do geljjogon vlakken
gereflecteerd en zonder echovormlng Sri allo doelen
vuil de toehoordersrulmte weergegeven.
Wnd
wek
mhbio
egoiio
-- IV
■ie
l
Do i
aval!
HET PORTRET.
Menzel zat eens aan zijn stamtafel Sn Kissingen,
toen hij voortdurend gefixeerd word door een domo,
die mot een heer tégenover haar, blijkbaar opmerkln'
gen wisselde over don kleinen schilder.
Kon
ïlngt
ns
k<>
{rond
u-m
»ltoh
de m
dlght
pill<
Da
mam
PARIJSCHE MODE.
Op onze teekening ziet men een ontwerp van een
zeer eenvoudige, maar ook tevens zeer mooie com-
bination, welke vooral bijzonder geschikt is om on
der gelegenheids-japonnen gedragen te worden.
Men kieze voor dit model stof en garneering naar
eigen smaak. Vrijwel elke kwaliteit stof en elke
soort van garneering kan men voor dit model ge
bruiken.
Het patroon, No. 276a is verkrijgbaar in de maten
42, 44, 46 en 48. Kosten 65 cents.
De nachtjapon valt in wijde en losse lijnen zeer
j goed om een eenigszins flink figuur. Het. model is
J speciaal ontworpen om uitgevoerd te worden in een:
|fijne stof, b.v. crèpe-<ie-chine en zal,, indien men
de •garnéering met eenigen smaak weet te kiezen en
aan te brengen, zeker bijzonder voldoen.
Een patroon is verkrijgbaar voor de maten 42, 44,
46, 48 en 50. No. 277a., kosten 70 cents.
MOEDERS EN HAAR KINDEREN.
Het bad van baby.
Een moeder zegt:
„Als ik mijn baby zijn badje geef, leg ik: altijd een
handdöek op den bodem van het kuipje, daar dit
het glijden voorkomt. Ook rol ik nog een handdoek
op en leg deze onder het hoofdje en onder de schou
ders, waardoor deze lichaamsdeelen boven water
blijven. Op die wijze behot|g|ik het gebruik van bei
de handen en kan ik het lastig werkje vlug en zon
der veel moeite verrichten."
Nuttige Wenken.
OM HET KRIMPEN VAN WOL TE VOORKOMEN.
Alvorens witte wol te gebruiken moet men haar
in een pan met koud water stoppon en dit langzaam
aan het koken brengen. Na deze korte behandeling
zal de wol niet meer krimpen wanneer do daarvan
gemaakte kleedingstukken worden gewasschen. Knok
steeds één streng tegelijk. Bind or eon stukje band
aan om de wol uit het heete water te kunnen trek
ken en laat haar haarna te drogen hangen. Het op
winden gaat zeer gemakkelijk.
OLIJF-OLIE IN DE HUISHOUDING.
In elk gezin behoort een fleschje olijf-olie aanwe
zig te zijn ter vervanging van de zooveel kostbaar
der cold cream. Men kan olijfolie gebruiken vnnr
alle doeleinden, waarvoor men cream aanwendt en
zelfs nog voor vele andere, bijvoorbeeld voor het
versterken der huidkleur. Jonge meisjes kunnen bo
vendien door wrijven met olijfolie haar hals
wangen een voller aanzien geven.
i
BEZUINIGING IN DE KEUKEN.
Houdt in de keuken steeds een kleine doos bij de
hand, waarin ge alle afgebrande lucifers en eindjes
kaars kunt werpen. De inhoud van deze' doos zal in
den winter zeer nuttig blijken voor 't aanmaken van
de kachels.
Een klein .stukje kamfer in de oliekom van een
lamp zal het licht veel sterker en helderder maken,
Gooi nooit verroeste gordijnhaken weg. Doe ze in
een potje met wét ammonia en laat dit een half uur
staar». Daarna roeren met. èen stok en de ammonia
langzaam afgieten. De haken zijn dan zoo goed als
nieuw.
HET LEGGEN VAN ZEIL.
Bij het leggen van nieuw zeil of linoleum mo
men er steeds voor zorgen, dat alle stukken los blij.
ven liggen. Gebruik nergens lijm of spijkei
daar het zeil zoowel als het linoleum eerst gedurei
de een week of drie flink moet „uitloopen", Daarnl
worden de stukken aan alle zijden bijgesneden ti
zij precie9 passen en eerst dan kan er worden over
gegaan tot vastspijkeren of vastplakken. Indien
men lang van linoleum wil profiteeren is het g«
wenscht over den geheelen vloer eerst een laag vilt-
papier te leggen en daar uw linoleum over.
OVER KINDERVOEDSEL.
Vele moeders klagen herhaaldelijk, dat haar kin
deren verschillende spijzen niet gemakkelijk verte
ren. Tn bijna alle gevallen is zulks een gevolg van
het feit, dat. do kinderen niet behoorlijk hebben loe
ren eten en onvoldoende kauwen. FJen eerste eisch
voor een goede gezondheid van het kind is; alle 0t®n
goed en lang kauwen. F.on ander belangrijk punt is
I de ongeregeldheid der maaltijden in sommige gezin
nen. Kinderen moeten steeds op vaste uren regel
matig gevoed worden. Niets is schadelijker dan het
verwaarloozen van dezen gulden regel! En ten slotte
vele ouders hebben hun kinderen te Hef, willen te
veel tracteeren. en geven koekjes en lekkers eT1
snoeperij in ongezonde hoeveelheden. Dit vooral is
'zeer schadelijk voor de jonge magen, die bij
degelijken warmen maaltijd véél meer haat zullon
vinden dan bij ponden snoeperij.