Sci Een interessante reis. öreif memals in ein Wespennest. Zalerdoy 29 Augustus 1925. 08ste Jaargang. No. 7698. T"WIT:DE BLAD. X. WaUneer ik op do „Tabanan" ben aangelniiid, i.4 m'n eerste gang* naar mijn hut. Dat trof ik weer lM»st Nummer 44 is mij toegewezen. Ofschoon niet z<to modern ingericht als de hut op de „Johan de Wift'hooft rij to'h iets op deze voor, omdat zij humor is. Ik heb zelfs behalve mijn bed nog een divan. Dit gezellige hokje zal dus mijn woning op zee rijn. gedurende de thuisreis. Op mijn gemak ga ik uitpakken. Hierdoor kom ik tot do ontdoking, dat een maai z uider vrouw toch wel een stimiperd is in sommige oprichten. Als ik mijn kostuum uit de koffer haai <om 't in de kast op te hangen, bemerk ik. dat het jasje aüervei-scihiikkelijkst gekreu- keJd is. En in dat jasje zal ik 's middags aan tafel moeten verschijnen en..... Jan van der Steen met zijn klccrmakers-atelier rit héél in Nieuwe Niedorp. Maar weer in het onvermijdelijke berustenI Als ik in mijn hut goed geïnstalleerd ben, ga ik 'naar boven om de „Tabanan" verder te inspccteeron. In "r. eerst-ondervind ik eenige teleurstelling. Ik vergelijk alles met wat ik zag op de „Johan de Witf en dan is alles iets minder. De afmetin gen rijn gering» t, de luxe is niet zoo groot, kortom *t is te bemerken, dat de „Tabanan'' kleiner en van ondieren datum is, dan net statige soliip, dat me paar Genua voerde. Als ik de „Johan deWitr' niet had. g rien, zou ik echter verrukt srijn go_ woest en oj rotogen. En spoedig zal blijken, dat ik op do thuisreis door de voortreffelijke zorgen van de Rotterdamseho Xloydj oen tijd van louter ook genieten heb doorgemaakt. Wanneer ik mijn boot bekeken heb, houd ik me l>ezig mot het gadeslaan van de laatste toebereidse len voor het vertrek. Eenige kooplui staan op den steiger, trachtend hun waar aan den man te brongen. Op 't laatste nippertje koob ik nog even oen flosch eau de cologne, welke hier zooveel goedkooper i.s jlan in Holland, dan worden da tv son losgegooid, do brug ingehaald en precies om elf uur verlaten wij Marsoille. Hoe zai 't zijn op zee? In welke stemming zai mijn geliefde bruid nu ziin? Hoe zal haar gelaat' staanr Rustig vtn zacht, humeurig, boos, toornig, kwaadaardig? Ik heb haar lief met heel mijn hart, maar 3k ken haar en woot dus, dat zo kuren on. streken lvoft. pn^ ja, daar heb je 't al. De zon verdwijnt, het blij gelaat dor zee betrekt en. de wind gaat opstoken. Erg wordt 't echter xflet, slechte zóó; dat do „Tabanan" oen aangename be- woging onderhoudt. Spoedig rijn we in volle zee; <le loods heeft ons verlaten. Weldra is 't tijd voor de lunch. Dit beteekent tevens do eerste kennis making met mijn tafolgonooten. Ik kan 't niet boter treffen. Ons clubje is niet groot, er blijven eenige plaatsen aan tafel open. Dit komt omdat de moeste passagiers, die uit Batavia zijn geko men. m Marsoille het schip hebben verlaten, om vorder over land naar huis te reizen. Daardoor levert de co waal op de „Tabanan" een heel ander gericht op dan dio fn de „Johan de ^Vitt", waar geen plaatsje onbezet was. Maar gezellig zal 't ook nu wezen, dat voel ik onmiddellijk; ofschooni niet zóó vroolijk, zóó algemeen opgewekt van stemming als op de.heenreis. Begrijpelijk. De heen reis werd grootendoels gemaakt door vacantie1 raensohen, nu rit ik met slechts enkele dlerier- reizigers temidden van passagiers, die ai ruim drie weken varen, die. op weg paar 't vaderland, verlangen naar 't einde van de reis, gepensioaneer- don. die -piekeren over de vraag of zo zich in Holland niet erg zullen moeten bekrimpen, ook enkele rioken, die om gezondheidsredenen ipet verlof gaan. Wat do maaltijden betreft iets van belang bij oen zeereis dat is weer prima, evenals op de ...Johan ,do Witt". En de bemanning ook hier voor beeldig. Ik heb nu »?on tafel, waaraan ook de eerste machinist aanziet Hij maakt z'n Iaateten tocht moe on gaat er uit. T)e oud-gediende gaat rost nomen. Do gezellige zeerob is #ijn gezelschap waard. En hij is zelfs zoo^ vriendelijk geweest om ons# persoonlijk rond te leiden door het schip, ter bezichtiging van de -machir.ekam.er en de verdere technisch lxdangrijke gedeelten van den stoomer. Ik denk, dat de zee oen- buitengewoon goeden in vloed op de iuonschen uitoefent 't Soliijnt wel of» rij allen even vriendelijk en voorkomend rijn. Zou 't komen, omdat zij daar niet zoo mét al dat geknoei in de maatschappij in aanraking komen? Natuurlijk maak ik ook kennis met den kapi hein. Alweer zoo'n echt type, een en nl voorkomendhedid en welwillendheid. De eerste dag op de Tabahan is vlug voorbij. De volgende dag is Zondag^ Ik heb lekker geslapen en als ik ontwaak, ontdok ik dat 'fc prachtig weer is. De zon is ons welgezind en schijnt, dat 't eera lust is. Nauwelijks uit bed. ga ik naar de badkamer en plons heerlijk in de met zeewater gevulde kuip. Geheel verfrisoht rit ik weldra in de eetzaal en smul van de op EngeLsche wijze bereide havermout, welke gezonde spijs ik door enkele delicatessen laat volgen. Dezen dag krijgen we ter eere van den Zondag een extra diner. Tot mijn spijt heb ik daarvan geen menu bewaard. Voor de aardigheid echtc-r zal ik hier een menu van een anderen dag laten vólgen. En dan geef ik den lezers van_ de Schager Courant den raad om, als ze jarig zijn b.v. ditzelfde menu eens door hunne vrouwen te laten klaar maken. ,Ze zuilen or geen berouw van hcbljen. Hier is 't menu van een door- dc-weekseliion dag: Caviar Malosol Potage Carmen Anguillo Meunière Filet de boeuf la Bouqetière Poularde Rotie, Compote fine Glacé Islandaiso, patisserie Fruita - Dessert et Iiquerajl Ik wil om een lief ding wedden, dat van de 10 huisvrouwen -in Hollands Noorderkwartier er wel 0 zijn, die niet precies weten wat dit alles is en er danig mee zullen zitten, wanneer ze foor den heer geniaal dit moeten1 koken. Maar ik geef hun £°vons de verzekering dat, als zij cLeZo sprijzeri hadden geproefd, ze vol bewondering zouden we- zen voor do bak- en braad- en kookkunst van den scheepskok. Den ganschen Zondag heb ik geprofiteerd van een neerlijk uitzicht; ae kopitein vaart, volgens gedane belofte, dicht langs de Spaansche kust. Des morgens gaan we tusschen de Balearen en de Pity- usen en den vasten wal van Spanje door en pas jeeren om 11 uur kaap Nao. Allés is duidelijk te onderscheiden. In den namiddag gaan we voorbij «aap Palos. We rijn vlak onder de kust. Aan de vermeerderde scheepvaart is ft goed te bomer- i (Lat we dicht bil land zijn. Van kaap Palos graat fc op kaap Gafca aan. Maar inmiddels is de ftvond. gevallen en is do maan, als een groote gele nallon aan den hemelkoepel opgehangen. De Zon dag is ten einde en weldra liggen alle passagiers rustig in hunne hutten. Allen verlangen, evenals ik, naar de tocht langs Gibraltar, door de straat van Gibraltar en zoo naar de Marokkaansche stad Tanger, waar we zullen ankeren- Nachts word ik wakker door de mistsignalen en do vrees bekruipt me, dat ik niets van deze beroemde doorvaart zal zien. Maar deze vrees is overbodig. Wanneer ik Maandagmorgen om zeven uur aa?i dek ben; is 'tl. nog wei niet volmaakt helder, maar Ji».es wijst er volgens de deskundigen op, dat de zon 't zal win nen. En rij heeft 't gewonnen op glansrijke ma nier, gelijk trouwens van een fatsoenlijke zon te verwachten is. Na oen poos zijn de nevelen ven dwenon en we varen 's morgens om een uur of tien do straat van Gibraltar door. Dat is inderda'ad een indrukwekkend gezicht. Rechts van ons rijst de oude historische rots uit de zee omhoog cn heb ben we Europa-punt; links verheffen zich de bergen van Afrika's Noordkust en kunnen wij Ceuta .onder don kijker nemen. De Zee is bijna vlak. We worden bij'_ ons verlaten van de Mid delland sche zee uitgeleide gedaan door verschillende troepjes bruinvissohen. dio or behagon in "schijnen te b< hoppen* om liun zwcmkui st voor oa-» te demonstrccren. Do dieren hebben suooee en als ze vatbaar zijn voor ijdelheid, zullen zo zeker dien dag heel wat moedto hebben gehad om nederig en natuurlijk te blijven, want aan toejui chingen ontbreekt 't niet, wanneer zij hun bui te lingen maken en soms boven 't water uitsprinjgon met hun gladde lijven. Langen tijd blijven Ze in onze nabijheid en geboeid door hun vrooMj'k spei stevenen wij den Atlantischen Oceaan op in de richting vaai Tanger. Eigenlijk geloof ik, dat het zeedeel, waaraan Tanger ligt, nog tot de straat van Gibraltar wordt gerekend, maar dan is 't toch in ieder geval in de Atlantische uitmonding dczJert straat. Te ongeveer twaalf uur, als de zon recht boven ons staat, liggen wij op de reqde van Tanger op oen afstand, van, naar ik gis, ongeveer vijfiion- ineter uit do wal. Met belangstelling merk ik op, hoe het ankeren op dc reode gaat. Er wordt heel langzaam gevaren en aan stuurboordzijde staat aan don buitenkant op een klein aangeltangwi platform oen matroos, dio op handige wijze het dieplood in zee zwaait en afroept hoeveel vaam water er staat. Dit herhaalt hij eenige koeren; het vamen wordt minder en dan komt 't oogenblik, dat 't aker neer wordt gelaten en wij liggen stiL De wind is nu hoelemaal verdwenen en tusschen ons en Afrika's kust glanst oem effen zeespiegel Maar op die spiegel komt spoedig beweging. Verschil lende bootjes varen in onze richting. Een derbootjes brengt een paar nieuwe passagiers aan boord, de andere voeren Mooreche kooplui met hun waren aan. Langs de aan bakboord uithangende trap. komen de passagiers met hun bagage en daarna de kooplui met hun negotie naar boven. Dat wordt een alleraardigst tafereel. De zwarte kerels, met hun kleurige kleeding en op bloote voeten, spreiden wat ze hebben aan te bieden op het promenadedek uit. Voor 't grootste deel lederwaren. Sommige din gen rijn zeer mooi. Enkele prachtig bewerkte loeren kussens merk ik op. En nu begint weer pre cies 't zelfde spel, waarvan ik in mijn brief over AJgier i vertelde. Een eindeloos loven on bieden- Er komt geen einde aan en als 't sein van vertrek gegeven wordt, ia nog een dei* kooplieden, «ui grooto prachtig gebouwde maai* niet bijstor aange naam riekende jonge kerel, druk bezig. De machi nist moet hem ton laatste min of moer hardhandig; naar de trap duwen. Hij rent met zijn geweldig grootc pak naar beneden, terwijl de trap reeds wordt opgehaald en het is meer vallen dan sprin gen, wanneer hij in rijn schuit terecht komt. En wij riem ook hetzelfde grappige tooneeltrie wat ons trof in Algiers. We varen reeds, als de negotie nog wordt voortgezet door roepen van bene den naar boven vice-versa, En waarachtig or wordt een "koop gesloten. Tusschen do naden van een dik touw worden de biljetten gestoken en naar» benedein gelaten en hetzelfde touw wordt naar bo ven getrokken met twee grootei kussens er in ge knoopt. Dan nemen wij afscheid van Tanger, dat met zijn vele witte gebouwen schilderachtig gelegen is. Overal in de- omgeving is geboomte. Het moet daèr een oord bij uitnemendheid zijn voor mensehen. dio behoefte hebben aan rust.... En achter Tanger, verder landwaarts in, daar woedt "de strijd, daar voert AbdélKrim zijn Kabylen aan, daar vinden vele Spaansche en Franscho soldaten den dood. Als we op "do reedeJLiggen, hooren we het schieten der kanonnen. En nu de Atlantische Oceaan op, <Lw.z. het volle genot van do ruime zee. Ik zie uit over de groote* plas en denk aan Oolunibus, die voor 't eerst deze plas tot het einde afvoer om te stuiten op Amerika. Gij herinnert u dit uit de geschiedenis en weet misschien ook, dat do inboorlingen, toen zo hem ^agen, bedroefd uitroepen: daar is Oolunibus, hoe lammer, nu zijn we ontdekt! En ik krijg opnieuw bewoudering voor do zeevaarders, vooral voor- dio in vroegere tijden, toen do kennis veel minder was en de werktuigkundo uiet op zoo hoog peil stond. Zoo ver lrnt oog reikt watter, water, niets dart water. Water in eeuwige wisseling van beweging en kleur. Maar ik wil niet in herhalingen vervallen, in mijne liefdesuitingen voor de zee en zal dus mijn ontboezemingen achterwege laten. Buiten dien is het weer ook veranderd. Op den dag na 't verlaten van Tangeer, ia er dikke mist Voortdurend brult do misthoorn en we "kunnen niets onderschei den van de Portugoosiche kust Maar van vervelen geen sprctke. Een Engolschman stelt me voor een ppartijtje schaak te spelen on weldra rit ik met mijn heele ziel daarin verdiept 't Is de man, over wien ik reeds vroeger schreef, dié me bij 't afscheid nemen zeido „but tliere is alwayS resting! somo influence". Den volgendon dag weer volop mist. Ik breng mijn dag door met praten, lezen en spelen en vóór we 't weten, zijn we in do golf van Biskayo. Maar wat is het water nu kalm; 't is of ik de Niedorper Rijd bevaar. Wanneer de 12do Juni is aangebroken, komt 't mooiste gedeelte van de thuisreis. I™ bon dien morgen om 5 uur reeds opgestaan, want ik wil volop de heerlijkheid van de tocht door de Siolentj smaken. 'Als ik ooit dankbaar geweest ben, omdat ik vroeg opstond, dan nu. Alles werkt mee om. deze tocht tot oeii «prookj estooht te maken. De wind js geheel gaan liggen; 't is bladstil', geon rimpelt jé op 't, wator. Er ï.q mist. tri aar torsTii dezer brieven eveneens eenig genot hebben geschon ken I N. J. C. Sk lucht. Zij teekenen onophoudelijk hun witte ara- en Ko, of den notaris en zijn vrouw of de „karbou- besken op het heldere blauwe fond. Ze zwaaien en wen" of „de pelsjagers"? Neen, daarvoor hebben wij diaaien, keeren en wenden, strijgen eni dalen, zweve het te gezellig gehad. Zijn wij niet nog eens heerlijk en zwieren, maar elke beweging is een openbaring jong en jolig geweest tezamen? Ik denk aan u allen van schoonheid en gratie en een meesch, die de terug op dit oogenblik met dankbaarheid en sympa- schoonheid liefheeft, die oog heert voor thie. omdat gij "allen er toe hebt meegewerkt mijn het mooie, dat kan rijn in kleur en vorm enlijn, reis tot een onvergetelijke te maken, wordt iiiot moe. van het kijken naar deze zilver- En nu leg ik mijn pen neer. Het schrijven dezer witte dieren in hun voortdurend bewegen. reisbrieven was mij een genoegen, omdat het mij Eindelijk komen dö Engolsche officicelo hoeren nog eens weer voor den geest heef' .-.'ctcoverd alles, en daarmede is het uur van afscheid van oen deel wat ik zag en waarvan ik genoot Al -ge het lezen der passagiers aangebroken. Ik druk mijn Engel- sche speelmakkers ge hand on begroet Air. Grant, oen ouden wereldreiziger, die na maandenlange omzwerving over do aarde woor naar zijn „homoi* terugkeert. Ik zeg speciaal ook de „Sultane^* vaar wel. 'Ik heb ai nog niet van haar verteld. De „SuF tano"' (ik bon zoo brutaal geweekt haar dezenj bijnaam te geven, omdat zii zulk een Oosterschi tvpe vertoonde) is epn Engclsche dame, welke in 'l anger aan boord is gekomen en met wie een, mijner reisvrienden op zoor vriendschappalijkers voet stond, wat jmijnerzijds natuurlik tot velerlei Slagerij voerde. De Sultane7' is een alleen-reizen-' o dame, die op zee en in Tanger haar vacantto hoeft doorgebracht, een echte onafhankelijke vrouw van, naar ik schat, ruim dertig jarigen leeftijd, dï3 geheel zelfstandig in Londen zaken doet Ik heb mo nog ai -5net haar bemoeid en met haar ge sproken. Het doet zoo prettig aan mensohen ,te ontmoeten van beschaving, dio over jrelo dingen verstandig kinmen sproken en ruim en broed van opvatting rijn. Vooral in de litteratuur waszij goed thuis. En zoo gaan koffers en mengchen over op Engelsche schip, dan maakt dit zich los van de ,,Tabanan;' en verdwijnt Er wordt nog geknikt gewuifd en weg zijn een deel onzer mecLepassa? giers, weg uit ons oog, weg uit ons leven. Wanneer wij 3t anker weer hebben gelicht, ver laten wij de reede van Cowes en beginnen aan hot laatste gedeelte onzer *eis. Wij" ontmoeten het reusachtige schip „Belgenland", waarbij 'de „Ta- banan' in "'t niet verziAt Die „Belgenland' is het groote passagiersschiep, dat een reis van eenige maanden maakte rondom de wereld. Het is reeds half drie,, als we het lichtschip de „Royal Sovereign" voorbijstoomen. Wé hebben een prachtig uitzicht op de witte kust van Engeland. Met den kijker is alles duidelijk te onderscheiden. Dan volgt de tegenslag. Een dikke mist komt opzet ten en a,le zicht wordt on^ ontnomen. De machines paan heel langzaam werken en ger; g-id brult, de misthoorn Met een zwaren klank komt 't geluid van do „Royal Sovereign" door de mist tot ons. Andere schepen geven signalen terug, 't Is opletten voor den kapitein, want we zijn thans in een druk beva ren gedeelte. Soms schijnt de mist te willen wijken of is 't of wij in een open plek komen tusschen twee nevelbanken, een soort van dal tusschen twee wazige grijze heuvels. Wij zoeken onzen troost bin nen, vooral ook omdat de mist 't koud maakt. Bui- K-ndien wijst alles er op, dat de reis, nu op bet ein de loopt. Eén matroos loopt met een verfpot rond om op 't promenadedek alle minder mooie plekken bij te verven. In don gang beneden is de looper opgeno men om te worden gereinigd; er wordt gepoetst en geschrobd, geveegd en gebezemd. Schoon moet het schip in 'Rotterdam aankomen en ieder van de be manning verlangt dan spoedig bij de zijnen te kun nen wezen; hoe minder er te doen overblijft, als een maal de „Tabanan" aan do kade ligt, des te eerder kan het schip verlaten worden! Van het invaren van den waterdweg naar Rotter dam heb ik niets gemerkt Als ik des morgens, wan neer we in Rotterdam zullen aankomen, ontwaak, zijn we al niet heel ver meer van de stad verwij derd en zitten we midden in de drukte van een we- Nieuw»® FAMILIEDRAMA. De heer G. J. S. zat gisteravond in een kamer van zijn huis op don Heemraadsingel te Rotterdam te lo zen, toen hij werd opgeschrikt door oen paar schoton. Hij snelde naar boven en trof daar zijn vrouw aan verwond door een kogel in den linkerschouder. Het bleek, dat zij een woordenwisseling had gehad inet haar moeder, mevrouw do weduwe J. N., die tijde lijk bij haar inwoonde, en dat deze op haar gescho len had. Daarna had do vrouw hot wapen op zichzelf gericht. Een te hulp geroepen geneesheer heeft haar dood vastgesteld. De vrouw van den heer G. J. S. is ter verpleging in het ziekenhuis opgenomen. Haar toestand is be vredigend. WEER EEN AUTO IN EEN SLOOT. Een auto reed op den 's Gravenzandschen weg bij Hoek van Holland in een sloot en sloeg om, De in zittenden werden eruit geslingerd, waarbij de heer P. C. Lievaart, wonende Valkenboschlaan te- Den Haag, een been brak. Na geneeskundige hulp werd hij naar zijn woonplaats vervoerd. WON ING HUREN. Naar Do Gids, het orgaan van het Ghrisbaliik Nationaal Vakverbond:, mededeelt, heeft het aJgo meen bestuur naar aanleiding van een uitgebracht rapport inzake waninghuren, besloten: le. bij de regeering aan te dringen, dat rij* don rentevoet der nieuw te verstrekken voorschotten verlaagt van 6 pet. op ten hoogste 5 pet. en <lo rente voor de reeds verleende voorschotten oven eens op ten hoogste 5 pot. bepaalt; 2e. de regeering te verzoeken om don steun in den vormT van bijslag op huur, voor zoover dit als gevolg van crisis-omstandigheden noodzakelijk is, te doen voortduren; 3o. bij 'de regeering aan te dringen om te bervor deren dat voor de met rijksvoorschot gebouwde arbeiderswoningen de huren zoodanig worden ver laagd, dat in het algemeen geen noogere huur verschuldigd is dan een bedrag gelijk aan 1/6 1/7 van het gemiddelde inkomen der arbeiders; 4e. do regeering mede te dealen, dat het onder 3e. gewensehte is te bereiken door de boekwaarde der woningen door afschrijving te verminderen .tot het peil der tegenwoordige waarde, door taxatie Je bepalen, en den rentevoet dor blijvende voor schotten tot oen normaal peil terug te brengen, en de lasten daaruit voortvloeiende tot 75 pet. ton Laste van 's rijks schatkist te brengen en 25 pet. ten laste der betreffonde gemeenten; 5e. den gemeenten te verzoeken, zoowel voor haar eigen woningen als voor die der vereenigrog te willen medewerken tot een algemeene huurver- laging tofrhot peil onder 3e genoemd: 6e. de betreffende gemeenten uit te noodigen, m verband mot do algemeone daling van den rente- voet en de prijsdaling in het algemeen, de beide grondslagen der reeds vastgestelde en eventueel' nog vast te stellen erfpachtcanons to herrien en zoodanig te regelen dat rij met een normalen groud- BjïUW1} vü uaio voo! w ,,d- prijs en rentevoet overeenkomen, alsmede tot ver reïdhaven. Bondom ons ™ts <fcm schepen van aller. Tan de terievea heffingen ovor te gaan. ajmelmg. Aan de Lloydkade gekomen gaan we wedke 20(>wel op den. boaw der WÜIUng.0„ de t water. Er is geen mist, maar toch is 't ïetsl nevelig..... de zon straalt, maar over 't water schijnt een dunne wazen sluier te hangen. Zeidén heb ik zoo iets moois gezien. Een dame met wie ik hot schouwspel bewonder, maakte de opmerking, dat alles etherisch, onwezenlijk schijnt. Ze heeft gelijk. De kustplaatsen, de huizen, de heuvelkam men op don achtergrond, alles is ^.ndérs dan ge woonlijk, 't is of 't niet zoo materieel ineor is. Dat is woer iets om stil bij te worden. Te ongeveer half zeven ankeren waj voor Cowes. Hier moeten wij geduldig wachten op do komst van de EfngeJsohe douane-ambtenaren en op 't vaartuig dat, met hen, de voor Engeland bestemde passagiers en huune goederen zat «vernomen, om allen en allés naar Southampton te transporboe- ren. De nevelsluier is langzaam opgetrokken en glorieus gaat de zon schijnen. Als we 't gelaat naar Cowes richten, hebben we 't Noordelijk ge deelte van 't edlaifd ^Vight vlak voor ons. Links ligt Osborne-house, vroeger buitenverblijf van Koningin Victoria, thans een rustoord voor officieren. Aan de overzijde staat 't huis van den beroemdeif Marooni. Om ons heen vliegen in sierlijke Iiinen de meeuwen. Ze weten wel, dat er wat pfvalt voor hen bij de groote schepen. De kok denkt er goed ovor vandaag. Ettelijke stukken vleesoh komen in zee terecht en worden door de vogels uit 't water weg gepikt on verzwolgen. Wat doen die elegant ge- i bouwde vogels 't mooi tegen de heerlijk blauwe vlak langs do „Slamat", een dor grootsto schepen van de Lloyd. Als ge bedenkt, dat de „Tabanan" een schip is van 5400 ton en de „Slamat" er een is van 6800 ton, dan zult ge 't verschil kunnen begrijpen. De „Slamat" ligt klaar voor de reis naar Indië. Wanneer onze inlandsche bedienden hunne kamera den op de „Slamat" langs de reeling zien staan, wor den hartelijke groeten gewisseld en gaan allerlei uit roepen over een weer, waarvan ik geen syllabe ver staan kan. Eindelijk zijn we dat kost meer moeite cn vereischt heel wat meer manoeuvreerkunst, dan de meesten vermoeden vast aan den wal. De brug wordt aangebracht eïi,-.na begroeting van den kapi tein en eenige anderen, verlaten wij de „Tabanan" niet zonder spijt, dat het einde van de zeereis geko- mon is Maar eerst moeten wij de douanepasseeren en on zen koffer openen. Dingen van eenige waardo voer ik niet in; mijn 'Marokkaansche sabel is te goedkoop, derhalve kom ik er zonder kosten af. Met een Haagsche echtpaar neem ik samen een auto en prach tig op tijd, juist even vóór 't vertrek van een snel trein komen we aan het station aan. Van den Haag, tvaar ik afscheid van mijn laatste bootvrienden neem, Teis ik alleen verder, over Haarlem naar Alk maar. Het is me vreemd in de trein, ik moet er wat aan gewennen, dat ik geen mcnschen om mij heen heb. Mijn ziel is nog op de boot en in de verre lan den. Telkens komen beelden en berinneringen uit de afgelegde reis voor me op. Daarnaast is in me de aangename gedachte, straks weer thuis te zijn, in eigen kring. Toch ook iets heerlijks! En zoo soezend kom ik in Alkmaar, en stap in de mooie autobus van Keetman om naar Nieuwe Niedorp te tuffen. In. eens treft me nu |do heerlijkheid van 't Hollandsche landschap; de hooilanden, gedeeltelijk reeds afge maaid, hebben een weelderig uiterlijk en sappig lig gen de weiden vol koeien om me heen. Wat een heerlijk vergezicht! Als een groote stolp staat over het wijde, ronde vlak een prachthemel, een zee van blauw, waarin de wolkenschepen drijven van allerlei grootte en vorm. Bergen zijn voor mij altijd oen ge not voor de oogen, maar ook de vlakte heeft toch haar schoonheid; vooral bij eenigszins bewolkte lucht en liefst niet al te feilen zonneschijn vind ik ons platte land bijzonder mooi. „Ziezoo u is weer thuis", zegt (Moejes, de chauf feur en opent 't portier. Vlug uitgestapt en dan zit ik ini de Niedorper pastorie. Aangename sonsatie weer in den eigen kring te zijn. En dan komt de drukte van vragen en antwoorden over en woer. Ansichten en platen worden voor den dag gehaald, de kleine souvenirs, die zijn meegenomen, worden uitgedeeld. Verteld wordt, kris kras dooreen, van allerlei, wat gezien en meegemaakt is Wanneer ik dit schrijf, ben ik reeds geruimen tijd thuis. Maar ik kan me alles nog zoo levendig voor stellen en indenken. Zou er wel één genieting wezen, waaraan men zóó veel heeft als aan reizen? Eerst heeft men de voorbereiding, het heerlijk vooruitzicht van wat komen gaat,- iMcn bestudeert de kaart, leest 't een en ander over de te bezoeken streken en zorgt zoo goed mogelijk voor do reis gereed te zijn. Dan heeft men do reis zelf. het zijn in nieuwe omgeving, onder nieuwe menschen, en het zien van andere streken, het los zijn van de dagelijksche zorgen, de daarmede gepaard gaande verruiming, verwijding van den geest en het terugwijken der bekrompenheid en kleinzieligheid- Ein daarna heeft men de heerlijke herinneringen en wat dit beteekent ,weet alleen hij, die 't genot van reizen bij ervaring kent. Ik kan lan gen tijd achtereen in gedachten met niets anders bezig zijn dan met m'n jeis en wanneer ik de kaar ten en afbeeldingen voor me heb, doorleef ik nog exploitatie erya.ii een nadeeligen invloed hebben. HOOGWOUD. Kattentrouw. De heer Jb. van Eeten te Hoog woud, bracht in een zak per rijtuig eene kat naar zijn broer te Wester-Blokker. Eén afstand van an. derhalf uur per rijtuig. Toen poes daar eene week was geweest, begon zij den terugtocht en een week later stond zij weer voor de deur van het huis te Hoogwoud. WIERINGERWAARIX Ter gemeentesecretarie alhier zijn inlichtingen te bekomen omtrent een bruinharig hondje, dat is ko men aanloopen. AANBESTEDING. Te Bergen is aanbesteed den bouw van eene chris telijke "school. Ingekomen 16 biljetten. Laagste in- schrijver P. den Das, Schoorl, voor f 16370. Toen ik mij'n tweede 'artikel over „Steenkool en Arbeiders'' schreef, heb ik er op gewezen, hoe ge vaarlijk het naar mijne meening was geweest van Baldwin om Zich op het uiterste oogenblik met het steenkooloonfliot te bemoeien en... toe te geven. Toegevpn kan men hét niet bepaald noemen. Baldwin heeft gedaan, zJooals ik als - jongen, in Amsterdam1 de beroemde politieagenten uit den tijd van commissaris Steenkamp heb rien doen. Er was ergens een relletje, de Amsterdammers, spreekwoordelijk nieuwsgierig, bleven etaan, gingen, kijken, "het relletje, beg-on als een verschil van mecning tusschen huiégonooten of buren, ham groo tere vormen aan. Daar kwam in de verte een agent aanah, een smeris, zei er een. Doch ziet, de smens een rijstrat of steegje genaderd, slaat daar in en verdwijnt van het tooneel zooals hij gekomen was. Het relletje ging dooa*, de Sgent iiad quasi niets gezien, maarLet prestige van de wettelijke rustbewaarders was weer geschokt en het aantal relletjes nam in Amsterdam toenmaals onrustba rend toe. Slappe autoriteiten scheppen onwillekeurig on rust en wanorde. Zoo gaat het. ook met Baldwin. Deze is als de agent, dien ik zóoeven geschilderd heb, oen zij straat ingeloopon, zoodra hij het rolletje Wat ge naderd was. Ik voorspelde reeds, dat de mijnwerkersleidcr Cook en zijne vrienden daarvan gebruik zouden maken en hot blijkt dat mijne voorspelling helaas juist is geweest. Doch niet slechts dat Cook on zijn vrienden in Baldwin's slappe houding hun eigen kracht zien, doch het Engelsche volk begint onrustig te worden. Hebt ge wel eens een vergadering ander leiding van een slappen voorzitter bijgewoond? Dan zult ge hebben kunnen oonstateoren, dat dan zelt'§ de móest rustige burgers rumoerig worden. Hot werkt op de zenuwen. Zoo gaat het nu hier bij ons in Engeland. Het publiek wordt zenuwachtig, omdat er dingen gebeuren, welke het niet9 "begrijpt. Engeland gaat gebukt onder geweldige lasten en toch heeft de heer Baldwin slechts één kans gezien om het Steenkooloonfliot te beëindigen, nl. het niet precies in cijfers te geven van een w brengen subsidié aan do mijnen. Ik schrijf beëin- eens weer de echoonheidssensatie, welke ik had bij digon, maar daar zit juist voor Jan Publiek het 't zien der werkelijkheid. En hoe menig keer ben ik1 groote mysterie: het confliot is niet beëindigd, doch in don geest weer op de boot. Ik zie do gezichten zoo 1 slechts 9 maanden verschoven, duidelijk voor mo. Mijn kapitein, de AmstordamscfteWat zal er in die negen maanden geschieden? dokter en zijn vrouwtje, de admiraal on zijn echt ge-Van do rijde dor -Regeering zal een prachtig rao noote, do beide „herten"! Rn zou ik jullie kunnen port, door groote experts uitgebracht het- Iiolvf zie vergeten trouwe kameraden, met wie ik zooveel ple.' Van de zijde der mijneigenaren? Dio laten hun zier heb gehad? Zou ik jullie kunnen vergoten, .Topie mijnen kal ia wien. w-Uur v.riMs to

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 5