Zaterdag 29 /\uguslu3 1925.
öösle Jaargang. Mo. 7698.
DERDE BLAD.
Geestelijk Leven.
Wat de uieixn doen.
FEUILLETON.
DE FATALE 13 NEGENS
h.
tL
Hooikoorts i
i Abdijsiroop
Ingeladen Stukken.
Gemengd Nieuws.
1.
,50.
Midit'ii in do ontzaglijke uitgebreidheid van den
tillen win, tufjschmi het geweldige vasteland
ran Noord-Amerika n het Jnjmnsche eilendenrljk,
u tU- Siiriiiwlrdt-eilauden. Thans behoorende
il' de Vureenigde Stator; vormen zij een reusach-
fe sterke iiitvalapoort 'bij een evontueelen oorlog
gen Japan. 'Verschillende groote.ro en kleine ei-
inden liggen daar in Q£n groep bijeen en worden
la Ajneriknnüsch gebied aangeduid als Hawaï,
laar het grootste dezer eilanden dat een opper-
lakte hooft van 10398 vierkante kilometers en een
evoiking van ongeveer 50.000 zielen. De bodern van
lawaï is -rotsig. Hooge met sneeuw bedekte bergen
teken hun toppen hemelwaarts. Daar rijzen op de
dauna Kea (witte berg) en de Mauna Loa (groote
terg), welke respectievelijk 4200 en 4100 Meter hoog
lijn. De/,o borgen zijn geheel van lava opgebouwd
•n hebben daarom een zeer langzame stijging. Aan
ie Zuidkust van het 'eiland verrijst de Kilauea,
velke to boschouwen is als een deel van de Mauna
oh. oen nog werkzame vulkaan met een krater van
100 meter in doornsee en 12 kilometer in omvang,
-elke altijd door met kokende lava is gevuld. Dit
siland Hawaï en de daarbij behoorende groep, werd
fcorst in het jaar 1778 ontdekt en kreeg toen den
Haam van Sandwich-eilanden. De geschiedenis de/er
?ilum1on is dezelfde als die van zoo vele andere. Na
korten of langen tijd worden zij de prooi van den
een of anderen staat.
Ik stel me voor dat zij, die dit alles lewn, zich
zelf afvragen of er geen vergissing in 't spel is?
Wat nu? Krijgen wij les In aardrijkskunde of ge
schiedenis? Wat heeft dit alles met „geestelijk le
ven" te maken?
Ik zal 't u vorklaren. Ik las enkele dagen geleden
en oude mythe en deze is van Hawaï afkomstig en
oodoende werd mijn aandacht op dit eiland ge-
estigd en toen ging ik op zoek om iets van het
pi land en zijn bewoners te weten te komen. En mijn
allerliefste, mijn trouwste vrienden, die alleen maar
opreken, als ik hun wat vraag. d.i. mijn boeken.
>b) ti mij niet in tien stook gelaten. Zij hebben me
irtehl. wat ik wéten wilde, meer nog dan ik u
erboven meedeelde.
Dus eerst in 1778 is de „beschaafde" wereld te we
ien gekomen, dat daar in die onmetelijke Oceaan deze
andmig roep gelegen was! Dat Wil zeggen: honder
den, duizenden eeuwefn misschien, hebben daar men
schen geleefd, wier bestaan de overige wereld niet
vendel Wat «1 vragen komen naar aanleiding daar-
vnn bij 'oi' op. lJ.t.' zijn die menschen daar gekomen?
lli'hben in abc zijden omgeven door de gewel-
tii'-e zee. nig begrip gehad vap de aarde, eenig he
se! van het bestaan van nog andere menschen?
Die rr.cn hen zijn toch van dezelfde structuur als
wij. Is huu geestelijke ontwikkeling daar ln de ver-
erizninhc buiten het contact met <1e overige wereld,
t onmogelijk geweest? De geestelijke ontwikkeling
toch «leeds het resultaat van de wrjfvlng, de bot
tine: der ineoniii 'mi en inzichten, die over héél de
prenschheid zijn verdeeld.
f.?t is ewn wonderlijke gedachte, dat duizenden Ja
ren achtereen, daar menschen hebben geleefd, ge
dacht 'leden, geliefd als wij. En in al die duizenden
jaren heeft de wereld niet geweten, dat zij beston
den. Wordt 't dan niet waarschijnlijk. dat de aarde er
(rroecer. héél vroeger anders moet hebben uitgezien,
daer landen moeten ziin geweest, waar thans de
watermassa's woelen. Waar ter wereld komen deze
eilandbewoners anders vandaan?
Maar hierover wil ik niet verder fantaseeren. Tk
wil u vertellen de mythe van de Kilauea als «een
k-aijs dat overal de menschen in oude tijden een
dichterlijke zief hebben bezeten en dat uit die ziel zoo
veel i< voortgekomen, wat spreekt van de neiging
(om Dij voorkeur het natuurgebeuren te zien als het
\verk van goddelijke personen.
Deze mythe van de Kilauea is als volgt:
Pele. een maagd van groote schoonheid, heeft zich
eens in de verschrikkelijke vuurzee in den krater ge-
SFtovt. /.ij deed dit. omdat zij daardoor wilde ontsnap-
pen aan de vervolging van een wanstaltigen minnaar.
Van dat oogenhlik af ?s Pele geworden tot de ziel van
J' krater en wordt zij beschouwd als de bescherm-
'iiiee niet alleen van Hawaï, maar van den ganschen
rcliipel. Wanneer de Kilauea uitbarst, geschiedt dit
kn 't vervolg niet buiten Pele om en zij is een lief
tallige. zachte Godin,'want al« ooit ©on uitbarsting
plaats heeft waarschuwt zij van te voren, omdat zij
geen nv nsch ten verderve wil rijn, «elf» geen blank
nu nsch.
w iiineer wij do/.c mythe overdenken, kunnen we
iat.s vau -haar mu- ar. begrijpen en wol. boel duide
lijk Is onu dit, dat de kinderlijke mon.sch nipt» nog
wetend van de natuur, haar geluiden ging beschou
won als waarschuwingen en voorteekenan gegeven
door or geziene wezom.
En v loven óns weer in in de kinderlijko ziel van
den primitieven mensch. waaruit zoovool is voortge
komen, rijk aan beeldende kracht. En onmiddellijk ge
voelen we, dat overal de mensch een ongeveer ge-
Lijken ontwikkelingsgang heeft doorloopcn. Al die
oude mythen en legenden en sagen spreken van een
tijdperk, waarin de mcnschelijke fantasie de wereld
bevolkte met geheimzinnige wezens, die de natuur
verschijnselen bewerkten. Dit alles is volkomen be
grijpelijk. als wo bedenken, dat nu nog ieder afzonder
lijk mensch in zijn vroege jeugd (in elk individu her
haalt zich de garischo monschheid8ge»chl«ienis!) pre
tics hetzelfde doet. Als kinderen hebben we immetjs
ook dergelijke fantastische voorstellingen.
Daar ligt eon sterke bekoring in die primitieve ver
beeldingen. Maar eens komt. de tijd dat we deze moeten
prijsgeven, omdat wij ouder en wijzer worden.
„Wij", d.w.z niet alleen de enkelingen, maar de
menschheid in 't algemeen. Want steeds grootor wor
den de kennis en het inzicht. Wij leereu al de ver
schijnselen in de „natuur" boschouwen in hun onder
linge» samenhang; wij doorgronden steeds meer de
wetten, waarnaar alles, ook het schijnbaar toevallige,
plaats grijpt en in onze wereldbeschouwing is geen
plaats meer voor die heerlijke fantasie, welke de on
sterfelijke mythen heeft gedicht, die ons bewaard zijn
gebleven als waardevolle herinneringen aan de kinds
heid der menschheid en dit, wijst op de eenheid
van den menschclijken geest uit alle worelddeolen.
Daar wordt wel eens geklaagd over het verdwijnen
van veel poëzie uit het leven dor menschheid hij
haar aldoor voortschrijdende ontwikkeling. Het wordt
alles zoo nuchter. Waar zijn onze feeön en nymfen,
onze besehermeude geesten en helpende heiligen? Wij
leeren reeds als kinderen hoe de bergen ontstonden,
hoe de sterren dwalen, de rivieren ontstaan en wat
vulcanen zijn.
Kn toch moeten wij daarin berusten. Want voor de
menschheid geldt het bekende (gezegde: „toen ik een
kind was, dacht ik als kind, maar nu ik een man
(d.w.z nu ik volwassen) ben igeworden, heb ik afge
legd Hetgeen des kinds was."
Kn niettemin blijft de neiging om te fantaseeren en
leeft voort in ons allen de behoefte aan poëzie. Is het
wonder, dat wij op andere wijze daaraan trachten te
voldoen?
Ja. onherroepelijk is voorbij voor ons de tijd der
mythenvorming, (maar is daardoor de werkelijkheid
minder schoon? En kan zij niet evengoed ons verhef
fen en diep ontroeren? Is een vuurspuwende berg min
der grooüsch voor ons dan voor den oorspronkelijken
bewoner van Hawaï, omdat wij zijn werking kunnen
verklaren en de mythe van Pele niet gelooven?
i De ware levenskunst brengt met zich mede, dat wij
I do schoonheid leeren zien, welke om ons heen is op
te merken. En ik denk hierbij thans in 't bijzonder aan
de natuur welke, goed beschouwd, overal mooi
is. Het hangt muar af van onze eigen geestelijke ge
steldheid. Als wij do schoonheid* liefhebben, kunnen
wij haar vinden ook daar, waar velen baar tevergeefs
zoeken. En die'schoonheid blijft óók. als we niet meer
in staat zijn als kinderen, daar sproken en mythen,
legenden en sagen aan te verbinden.
Dit is van onschatbare waarde voor de menschheid.
'Niet alleen als bron van geestelijk genot en innerlij-
ken rijkdom, maar eveneens omdat dit den mensch
moreel beter maakt. Hoe meer wij de schoonheid
liefhebben, hoe meer wij ons ook aan het leelijke en
wanstaltige en onharmonieuse zullen ergeren ook in
de wereld der menschen. Poëtisch zijn de tegenwoor-
dige verhoudingen zeker niet. Niemand zal er aan
j denken onze samenleving mooi te vinden. De schoon-
heidszoeker heeft daar geen vrede, mede enhij
Ua&t droomen, fantaseeren, hij doet zooals de primitio-
1 ven deden, maar anders nu cribeter. Hij schopt
zich geen geesten, geen mythische persoonlijkheden,
maar hij schept zich een nieuwe wereld. Hij laat zijn
verbeelding werken en ziet een nieuwe maatschappij
voor zich oprijzen en deze is de schepping van zijn
eigen geest.
O! zegt nu in groote nuchterheid niet, dat dit ij lel.
onvruchtbaar werk is. Dat die schepping een eeuwige
utopie zal blijven. Want dit is onwaar. Zeker, de toe
komst zal wel nooit geheel beantwoorden aan onzen
droom, maar die droom zal niettemin de groote stuw
kracht blijken van den vooruitgang. De droomers
d w.z. de fantasierijken, de menschen met scheppende
verbeeldingskracht zijn ten allen *'"ide de drijvers ge
weest in de evolutie. Als we niet meer droomen kun
nen. als wij onze fantasie hebben verloren, dan eerst
zijn we tot volslagen armoede vervallen en hoeft hot
loven zijn waarde Ingeboet. Want do fantasie opent
ui» doorgezichten, waarna wij altijd weer opnieuw
de handen uitstrekken en waarvoor we leeren werken
nu t, ome gouache ziel.
Eigenaardig dat hot lozen vnn een oude mythe,
voortlevend op een eenzaam eiland in den g;ootfi«
oceaan, mij dreef tot 't schrijven van dit artikei, Zou
het komen, omdat wij in al wat van menschen komt,
"in zelf terug kunnen vinden?
AKTOn.
Reclames.
De moren vereisahen steeds onz© voile aandacht.
Zoo lang zij gezond en kra.uht.ig rijn, dragon- doixi
organen zuig voor do zuiverheid van 'liet oLoed en
verwijderen rij urinezuur en andere aöhadeiiko uu
ziuverht don uit het lichaam. Do meren ixslioodeh
ous zoodoende voor talrijke pijnlijke en pnaangar
namo kwalen.
Doch wat gebeurt, nis do nieren traag werken en
/.iuk vergiften in net oioftd ophoopen liet urine
zuur kun zich dan in zulke Hoeveelheden aCaottou»
dut het scherpe kirstaJLion vormt, die rhoumatiek
veroorzaken, ot wel kan een onvoldoende hoe
veelheid water aan net bloed onttrokken worden,
waardoor waterzucht ontstaat Ook. andere kwalen
kunnen ontreden, zooals urinostoomiasen, blaae-
zwakte, nierz&nd en -steen, ischias, spit, hoofdpijn*
durzeiigheid en zenuwachtigheid.
Welke verschijnselen zich ook voordoen, gij kunt
niet gezond worden, voordat uw nieren weder
gezond zijn. Laat h'ostor's Rugpijn Nieren Pillen
u bijstaan. Zij werken rechtstreeks op do oor
zaken van uw kwaal, reinigen, de nieren, ea wek
kon deze op, doch zij werken niet op de lever, maag
ot. ingewanden. Vrouwen zoowel als mannen kun
nen op Foetert JRugpijn Nieren Pillen vertrouwen-
Let op de verpakking in glazen flacons met
geel etiket (alom verkrijgbaar), Waardoor gij
zeker zijt geen verlegen buitenlandach goed te
ontvangen. Prijs f-1.75 per flacon.
-
|kunt gij bestrijden met AKKER'* j
„De Hemel gave, dat zij hem nooit gezien had,1
antwoordde de baronet toornig, waarop mevrouw
Fullertom geen antwoord gaf.
HOOFDSTUK VIII.
door HAWLEY SMART.
8.
Toen Sir Jasper zag. hoeveel zin zuster reeds
wi-t. vertelde hij haar de geheele geschiedenis
£n deelde tevens mede, dat alles fcusschen Maude
en heldrake uit was.
„Het- is een ellendige geschiedenis, Clara, en ik
u-u gaarne geheim gehouden hebban, maar
het blijkt dat alles reeds bekend ie. Daarenboven,
wat voor verklaring moeten wij geven van een
engagement., dat de eene dag is aangegaan en
den volgenden verbroken? Het is vre osei ijk: nauwe
Jijks heb ik het jonge paar geluk en voorspoed ge-
wenscyit. of ik ben verplicht dengeen, dien ik als
schoonzoon had aangenomen, mijn deur te wijzen.
En wat een knappe, jonge kerel. Wat voor krank
zinnigheid heeft hem toch bezield?''
„Het is onverklaarbaar,'' antwoordde mevrouw
Fullerton. Hij is .de laatste man, dien ik ooit
van iets laags of tem eens zou verdacht hebben.
Maar je zegt, dar de heer Glanfield in rijn
Onschuld gelooft-?''
..Ja,. Glanfield met rijn trouwe vriendschap voor
Cyril. weigert de gelooven, wat rijn oogen gezien
i hebben. Maar ga daar niet op door, Clara en laat
vooral Maude net niet weten.
..Mijnheer Glanfield is anders lang niet dwaas,
ofs 'hoon hij veel aan rennen doet.' antwoordde m<v
tertOD, .cn hij is zoTdzaain oprecht. Ik
geloof zelfs niet, dat hij d.e partij van oen vriend
trekken zou, indien hij meende, dat deze onge
lijk had.'
„Zijn vriend»'hap verblindt hem."
„Ik kan er geen tedèn voor geven, maar het Zou
mij niet verwonderen, als liet uitkwam, dat Glan
field gelijk had.'*
Vlei jezelf maar niet met dat denkbeeld en
nog eens. zeg er toch niets van aan Maude.*
0 hei.. daar behoef ik niets van te zeggen.
Dacht Jasper, dat je haar aan de schuld van
V lu'ldrako kunt doen geloovenr Neen, je- kunt haar
verh"^5"fi met hem te trouwen maar je kunt haar
•D°pit doen aannemen, dat haar minnaar slecht
^gehandeld hoeft. Zij za! er diep onder gebukt gaan;
)e hebt er geen deukl>eeld van hoe rij aan hem
gehecht is.
De graaf noemt rijn prijs.
Wanner Hammorfeon was bekend geweest met
Patrooeni's overpeinzingen op rijn weg naar
Londen zou hy zich zeker wel ongerust gevoeld
hebben, dat hij zich zoo geheel in de maent van
den graaf had gesteld. .Deze .toch was aan het
overwegen op welke wijze hij rijn vriend het
mm 0t zou kunnen afpersen voor den zeer twijfel
achtigen dienst, welke hij hem bewezen had.
„Niemand zal veronderstellen/' overpeinsde de
graaf, „dat ik den toegang tot eon alleraange
naamst buitenverblijf piissen wü voor niets.
Vriend Hammerton, je zult ondervinden, dat ik een
bekwame, maar tevens vrij dure hulp ben.'
Het resultaat van de overwegingen van den. graat
was dat Hammerton den volgende dag te Londen
een bezoek kreeg van P&trooeni.
„Wat zou hem hierheen voeren,' mompelde de
kapitein, terwijl hij het kaartje van den graat
bekeek: „waarom zou hij mij komen opzoeken?
Ha, graaf, dat is een onverwacht genoegen.'
„Ik kon de verleiding niet weerstaan je geluk
te komen wenschen jneb den goeden, uitslag van
je kleine komedie.
„Welnn, graaf,'- zei Hammerton: „wat
nu van mijn taktiek? Hot spijt mij, dat ik V
drake heb moéten opofferonv maar waartoe is
de dwaas tusechon mij en dertig duizend pond
komen staan.''
„Nu, met hem heb je afgerekend. Als vroemde-
lig weet ik niet precies, hoe het in jou wereld
toegaat; maar ik vermoed dat, als deze zaak bekend
raakt en besproken wordt, do heer Wheldrakei
maatschappelijk ©en verloren man is?"
.,Ja, ik Zal er mijzelf buiten houden, maar toch
zorg dragen, dat hot bekend, wordt. Wheldrake is
maatschappelijk vernietigd.'
.Jlefc is handig overlegd, heer handig, waarde
vriend. Je hebt ongetwijfeld Tn begunstigden mede
minnaar van de baan geschoven maar zou je
daardoor wel in de gunst ran je nicht gerezcv
I zijn?'
„Begrijp j© niet, dat in Mando's pogen ji j Het
bent, ai© naar minnaar aa nde kaak gesteld heeft?''
„Je hebt gelijk. Eu wat je nu doen?''
I „Het is heel eenvoudig. Ik verschijn overal met
ESPERANTO.
Voor enkele dagen ontving ik uit Frankfort a.d.
Main een keurig geïllustreerd boekje. Het bevat een
uitnoodiglng om* aan de groot© najaarsbeurs (Messe);
in genoemde stad te houden van 2—7 October, deel
te nemen en is geschreven in de wereldhulpfaal
Esperanto en het is daarom, dat ik er gewag van
maak. Het bestuur van deze najaaisbeurs begint te
recht "in te zien, van hoe ontzaglijk groot belang het
voor internationalen handel is. wanneer over de ge
heele wereld éénzelfde hulptaal wordt gebruikt, JMen
bedeDke eens wat het al reeds beduidt, dat men op
deze beurs een esperanto-afdeeling heeft. De han.
dige. energieke handels- en industriemenschen van
Duitschland zouden niet zoo doen, als .ze er geen
groot belang in zagen. Kn zoo gaan wij toch lang
ztiara vooruit en dringt steeds dieper door het be
sef, dat 't dwaas is, zooveel tijd aan het leeren van
vreemde talen te besteden, waar één wereldtaal voor
't internationaal verkeer voldoende is. Het zal nog
wel heel lang duren eer ieder kind naast zijn eigon
taal ook esperanto leert. Men stelle zich echter eens
voor wat dit, zou beteekenent Dan ligt de gansche
wereld voor ieder open, dan breekt 't tijdperk van 't
internationalisme aan. Daarom wek ik leder op espe
ranto to gaan leeren, want hoe meer dit geschiedt,
hoe eerder de scholen 't als leervak zullen aanvaar
den en daar iri o e t het op den duur heen.
N J. C. S.
Annna Paulowna, 26 Aug.
Mijnheer de Redacteur,
Mag ik naar aanleiding van hofc ingezonden stuk
van don hoer Crum, ook oven een plaatsje voor een
wederwoord?
De heer Orum dan meent, dat ik óf niet goed
op de hoogte óf opzettelijk onwaar ben geweest,
toen in do raadsvergadering aandrong
op behoud van de Zondagsbostelling,, want in
AnHa Paulowna (met uitzondering van B. eozand)
zouden niet één, maar drie I>e6tellers er Zondags op
uit moeten, terwijl ook het kantoorpersoneel een
g'-doelte van den Zondag mist.
M. de R ik vermoed, dat deze woorden den heer
Crum uit de pen zijn gevloeid, aar aanleiding van
de volgende woorden in het raadsverslag voorko
mende: „en oordeelt het niet goed dat, om éen
hotelier ''s Zondag» rust to verschaffen, de inwo
ners te noodzak'm naar het postkantoor te gaan
om de couranten, voor velen bet ©enigste geestelij
ke voedsel, af te halen".
M. de R.. 't is mogelijk}, dat ik het z^ó Si-efc
gezegd, en dan z >u in natuurli'k niet volkomen
u'st. rijn geweest, want ook ik weet wel beter, dat.
n*t. niet. o.m één bestfcller gaat. Maar de zaak.
waar bét hier orn gaat, verandert er niet om, want
de bedoeling van mijne woorden was slechts om in
bot lidbt te rtoTIen, dat tetpwver ledoi-en persoon,
aan wann on deze wjjflo Zondags rus' WOi'ot ver
«oliaft. honderden staan, aftn wier. oen gedeelte
van hun Zondagtruat wm*db ciutinottiM, Wetnu, \»ezo
stelling "blijft, ook al ma ik hot pnvdns g"zrgd
'ueblwn, znoals in het vorsiag ataai, rolkojnoa «vhflaiir
gw-tmi) Ook do luwr üruiu tast de»» «telling in g<on
f'i.knl otAield; aan. muar had alJwn verwjumo, dat
Ik hierin een- ander Candpunt WUl imiomrii. JIjj
wijt het echter aan ei go n bol a,rvff! hetwelk oor-
izaak zou rijn, dat ik do l/ulangon van andoren ovecr
het hoofd zie.
Eigen belang? Heb ik hier eigo.i lïriang v<x»rge-
staan? Zeker, de heer Crum sou kllfthen zeggen:
.Je wilt, dnt de blader} Zondags worden roodgc
bracht. Welnu, daarbij behoodrt ook je eigon blad.
Ergo. «preek te ook uit eijjen belang.' Maar nis
hij eon dorgolijko rodeneeiing zou willen volgen,
zou.h ij toch do werkelijkheid geneel op Zijn gop
zotten. Want dan zou Iemand, die voor eon gemeen-
schappoiijko zaak spreekt, al is die zaak nóg zoo f
zuiver, het vhrwljt ktuu.en troffen, dat hij hot
eigen belang voorstaat, want hijzelf is óók lid van
die gemeenschap. IIeuech. dat- sohérmen met eigen
belang, dat mij hierbij zou hebbon god reven, if» toch
wol oen argument op oen koopje, vriend Crum.
Trouwens, ik verwarviit niet anders, of U zult
dit bij nader inzicht met mij eens rijn. Maar boven
dien zult U hofc mot mij eens ziin ,dut het voor
velen, vooral voor hen, voor wien d?n Zondag voor-
anielijk don dag is van geestelijke ontepanminjg
(en dut rijn ©r jammer genoog nog maar al te voel;
een z.delijk'o inzinking zou kunnen beteekenen,
wanneer hunne gewone Zondagsleetuur op dien dag
door lion niet. werd ontvangen, "fc voegt niet altijd,
om hot te halen, nietwaar? en tenslotte, raakt de
slof er ook wel eens in), wat in vele gevallen voor
hen »ou Ijeteckenon: ongelezen ter ?;ijde gelegd,
omdat de werkdagen zipn slechts tot oen vmchtig
overabht ieenen, Jn dkt licht dienen wij deze Zaak
te boschouwen. En wanneer wij dat doen, dan
kan het niet andera, of wij inbeten, met alle ener
g-io waarover wij beschikken, vasthouden aan de
Zondagmorgenbcitclling, ai blijft dan ook het feit
bestaan n, aat enkele bestèllera op dien morgen
dienst zullen moeten doen. 't Gaat hier om de
geestelijke waarde van hot volk in liet algemeen,
dat wij koo hoog als mogelijk is, dienen op te
voeren.
U, M. do R., beleefdelijk dankend voor plaatsing,
teekent hiermede
K. KEURIS AZ.
EEN CYCLOON.
De omstreken van Belgrado zijn getroffen door een
cycloon, die o.a. groote verwoestingen heeft .aan
gericht op het vliegveld van de Fransch-Boemeen-
sehe luchtvaartmaatschappij, waar de loodsen om
en weggewaaid zijn. Het toestel van den Franschen
kapitein Weiss, die op zijn terugweg van Angora
naar Parijs te Belgrado vertoefde, is vernield. Weiss
en een Servisch mecanicien zijn bij hun pogingen
om de vliegtuigen to redden licht gewond.
Folders is een muziektent, waarin een militaire
kapel speelde in elkaar gewaaid. Er schijnt echter
niemand ernstig gewond te zijn.
HEVIGE STORMEN IN ITALIë.
Gedurende twee dagen heeft in Noord., en Zuid-
Italië ecu hovigo atorm gewoed, v elke verscheidene
slachtoffer» heeft geëischt. Vele daken zijn wegge
slagen en tengevolge van de geweldige regens zijn
groote gebieden ondergeloopen De oogst heeft ern
stig geleden. Telefoon- on telegraaf lijnon zijn verbro
ken on het trelnverkeor ondervond zeer vee' vertra
ging tengevolge van omgewaaide boomen, die over
de spoorwegen lagon.
Ook op het eiland Corsica is groote schade aange
richt.
PE VERDRONKEN SCHOOLKINDEREN BIJ BOU
LOGNE.
Men herinnert zich dat enkele weken geleden een
aantal schoolknapen van een R.-'K. vacantiekolonie
uit Rtjssel, die in Boulogne gingen baden, door een
vloedgolf werden verrast, zoodat er eenige verdron
ken. De leider dezer kolonie, pastoor de la Porte, is
door den rechter van instructie verhoord en in staat
van beschuldiging 'gesteld wegens het veroorzaken
van dood door onvoorzichtigheid. Hij zal voor de
rechtbank te Boulogne terechtstaan.
De aanklacht is gegrond op de volgende feiten: lo.
wist iedereen, dat de plaats, waar de kinderen gin
gen baden,-bijzonder gevaarlijk was; 2o. waren drie
geleiders te weinig voor het toezicht over twintig
badende jongens; 3o. verzekerden deze geleiders, na
dat vijf kinderen uit het water waren gehaald, dat
er geen meer ontbraken, terwijl er 's avonds nog tien
lijken werden gevonden.
EEN STAKING VEROORZAAKT DOOR—, EEN
HOND.
Veertig chauffeurs en conducteurs ran een auto
busdienst in Ooet-Surrey hebben het werk gestaakt
omeen hond. Dat kwarfï zóó. De chauffeurs en
de conducteurs hadden eenigen. tijd geleden een be-
mijn oom en nicht. Na korte tijd# laat ik in de
couranten berichtjefl* opnemen: „Wij rijn gemach
tigd mede te deelen, dat binnenkort kapitein Ham
merton, Maudo, eenige dochter van Sir Jasper
Eversley naar het huwelijksaltaar zal leiden,'' enz.
Je begrijpt: het meisje zal gecomprorniteerd ziin
in minder aan geen. tijd. Ik word gelukgewenscot
natuurlijk ontken ik de waarheid dier berichten
doch or» zulk een wijze, die beteekent, dat het nog
niet officieel "bekend is; en wij weten beiden. da.fc
een vrouw, die pas zulke teleurstellingen heeft on
dervonden als mijn nicht, dikwijls op die manier
gewonnen is.''
„Slim, bepaald heel slim; je plan is handig in
elkaar gezet, vriend; doch vergun me, dat ik
je wijs op éen gebrek er van.''
„Gaarne,'* antwoordde Hammerton nieuwsgierig;
„ik zal gaarne elke opmerking van je ter harte
nomen.''
De graaf liet rieh achterover vallen in zijn stoel,
blies ©en dunne rookwolk uit en Zei toen kalm:
,'Je schijnt in het geheel niet aan. mij gedacht to
hebben.'"
„Aan jou.' antwoordde Hammerton met do
grootste verba ring. „Ik begrijp je niet, wat bedoel
je?''
„Beste vriend, om jo helpen de hardvan een
allerliefst meisje te verkrijgen met dertigduizend
pond heb ik er in toegestemd jn haar oogen en die
van een paar achtenswaardige mannen in een
afschuwelijk licht te verschijnen.''
„O, is dat de zaak, zoo?' hernam Hammerton
ruw. Noem je prijs."
„Een kwestie van cijfers," zei dc graaf kalm.
„Vier duizend vijfhonderd f»ond. Verduiveld goed
koop voor de schande, die ik op me geladen heb.
heb/' m r
„Over dat laatste zou ik maar met sproken,
antwoordde Hammerton kortaf.^ „Wij kennen el
kaar daarvoor te goed. De prijs is te duur, graat.
„Mijnheer Wheldrake Zou vijfduizend pond om
zij o goeden naam te herstellen en het medsjo, dat
hij lief heeft, to krijgen met haar dertig dui&ndi
pond, heel weinig vinden. Wees niet fjwaas, mijn
beste Hammerton. en sla dadelijk toe.
..Zeg twee duizend pond de week voor het
huwelijk en daarmee uit."
„Je bent to ongeduldig vriend,'' merkte Pairoooni
minzaam op; „maar «Js ik zeg, dat ik minstens
vier duizend hebben moet of naar de tegenpartij
overloop, zal je begrijpen, dat het de zaak is
toe te geren,"
„Ik zie dat volstrekt niet in. Twee wil ik geven
en niet meer."
„Ik twi9t nooit over zulke kleinigheden als
twe© duizend pond," antwoordde de graaf met de
houding van ©on millionnair. Als ik het niet op de
eene; manier krijg, dan op de andere."
Hammerton gaf niet terstond antwoord op Pa
trooeni's laatste Woorden; hij begreep dat hij
in handen was gevallen van dein grootsten bandiet,
die er op de aarde te bekenneöVas. Toch bezat hij
een allerkrachtigst argument én dat was de abso
lute onmogelijkheid om aan den eisch te voldoen.
Patroceni had dit waarschijnlijk reeds vermoed en
daarom het gevorderde bedrag met vijf honderd
pond verminderd. Hammerton echter begreep, dat
de ci9ch geheel vervallen moest, hij kon met den
bestefi wü ter wereld geen vier duizend pond bij
elkaar krijgen. i
„Dwaasheid, graaf." antwoordde hij ten laatste
„Twee duizend pond oootant de week voor mijn
huwelijk en een wissel voor duiZond op drie
maanden. Dat is het uiterste;, wat ik doen kou."
„Is dat je laatste woord?''
Hammerton knikte.
„Ik zal je een week geven om je aanbod' te
veranderen en dan ga ik over naar de andere zijde.
„Dat zai jo wel latei»; graaf/' riep Hammerton
ruw. Ik zou denken, dat zelfs jij er nog wel voor
solt terugdeinzen om jezelf vrijwillig als zoo'n
doortrapten schurk te doen kennen.'*
„Mijnheer riep Patroceni toornig.
„Bah, graaf, er is geen reden waarom wij beiden
dc zaken niet bij hun naam zouden noemen. A ij
kunnen tegenover elkander openhartig spreken. Je
ontmaskert me en brengt mij daardoor in dezelfde
poeotie. waarin ik Wheldrake gebracht heb, als
men je tem minste gelooft maar ie zult met
mij op oen lijn worden gesteld. Hetzij men je
gelooft of niet gelooft, je stort jezelf in hofc
verderf/'
„Kn teel»./- antwoordde dc oversteorbare Patro
ceni; „is het juist dat. wat jij weigert te betalen
om schande af te wenden.'
Hammertoo boet rieh op zijn lippen; de kalme
wij/.© waarop de graaf znn eigen woorden tegen,
hor' koorde, was ondragelijk.
Patroceni wachtte kalm rijn antwoord.
„Er is dit verschil/' hernam Hammerton na
eenig nadenken; „dat ik do duizend pond moot
zien te» krijgen en dat jij or slechts van hebt af
i te zien.'
„Hoe iij dafc geld krijgt, is jou zaak. Ik wensoh
i betaald to worden voor mijn «wijden over hetgeen