Zaterdag 29 /\uguslu3 1925. öösle Jaargang. Mo. 7698. DERDE BLAD. Geestelijk Leven. Wat de uieixn doen. FEUILLETON. DE FATALE 13 NEGENS h. tL Hooikoorts i i Abdijsiroop Ingeladen Stukken. Gemengd Nieuws. 1. ,50. Midit'ii in do ontzaglijke uitgebreidheid van den tillen win, tufjschmi het geweldige vasteland ran Noord-Amerika n het Jnjmnsche eilendenrljk, u tU- Siiriiiwlrdt-eilauden. Thans behoorende il' de Vureenigde Stator; vormen zij een reusach- fe sterke iiitvalapoort 'bij een evontueelen oorlog gen Japan. 'Verschillende groote.ro en kleine ei- inden liggen daar in Q£n groep bijeen en worden la Ajneriknnüsch gebied aangeduid als Hawaï, laar het grootste dezer eilanden dat een opper- lakte hooft van 10398 vierkante kilometers en een evoiking van ongeveer 50.000 zielen. De bodern van lawaï is -rotsig. Hooge met sneeuw bedekte bergen teken hun toppen hemelwaarts. Daar rijzen op de dauna Kea (witte berg) en de Mauna Loa (groote terg), welke respectievelijk 4200 en 4100 Meter hoog lijn. De/,o borgen zijn geheel van lava opgebouwd •n hebben daarom een zeer langzame stijging. Aan ie Zuidkust van het 'eiland verrijst de Kilauea, velke to boschouwen is als een deel van de Mauna oh. oen nog werkzame vulkaan met een krater van 100 meter in doornsee en 12 kilometer in omvang, -elke altijd door met kokende lava is gevuld. Dit siland Hawaï en de daarbij behoorende groep, werd fcorst in het jaar 1778 ontdekt en kreeg toen den Haam van Sandwich-eilanden. De geschiedenis de/er ?ilum1on is dezelfde als die van zoo vele andere. Na korten of langen tijd worden zij de prooi van den een of anderen staat. Ik stel me voor dat zij, die dit alles lewn, zich zelf afvragen of er geen vergissing in 't spel is? Wat nu? Krijgen wij les In aardrijkskunde of ge schiedenis? Wat heeft dit alles met „geestelijk le ven" te maken? Ik zal 't u vorklaren. Ik las enkele dagen geleden en oude mythe en deze is van Hawaï afkomstig en oodoende werd mijn aandacht op dit eiland ge- estigd en toen ging ik op zoek om iets van het pi land en zijn bewoners te weten te komen. En mijn allerliefste, mijn trouwste vrienden, die alleen maar opreken, als ik hun wat vraag. d.i. mijn boeken. >b) ti mij niet in tien stook gelaten. Zij hebben me irtehl. wat ik wéten wilde, meer nog dan ik u erboven meedeelde. Dus eerst in 1778 is de „beschaafde" wereld te we ien gekomen, dat daar in die onmetelijke Oceaan deze andmig roep gelegen was! Dat Wil zeggen: honder den, duizenden eeuwefn misschien, hebben daar men schen geleefd, wier bestaan de overige wereld niet vendel Wat «1 vragen komen naar aanleiding daar- vnn bij 'oi' op. lJ.t.' zijn die menschen daar gekomen? lli'hben in abc zijden omgeven door de gewel- tii'-e zee. nig begrip gehad vap de aarde, eenig he se! van het bestaan van nog andere menschen? Die rr.cn hen zijn toch van dezelfde structuur als wij. Is huu geestelijke ontwikkeling daar ln de ver- erizninhc buiten het contact met <1e overige wereld, t onmogelijk geweest? De geestelijke ontwikkeling toch «leeds het resultaat van de wrjfvlng, de bot tine: der ineoniii 'mi en inzichten, die over héél de prenschheid zijn verdeeld. f.?t is ewn wonderlijke gedachte, dat duizenden Ja ren achtereen, daar menschen hebben geleefd, ge dacht 'leden, geliefd als wij. En in al die duizenden jaren heeft de wereld niet geweten, dat zij beston den. Wordt 't dan niet waarschijnlijk. dat de aarde er (rroecer. héél vroeger anders moet hebben uitgezien, daer landen moeten ziin geweest, waar thans de watermassa's woelen. Waar ter wereld komen deze eilandbewoners anders vandaan? Maar hierover wil ik niet verder fantaseeren. Tk wil u vertellen de mythe van de Kilauea als «een k-aijs dat overal de menschen in oude tijden een dichterlijke zief hebben bezeten en dat uit die ziel zoo veel i< voortgekomen, wat spreekt van de neiging (om Dij voorkeur het natuurgebeuren te zien als het \verk van goddelijke personen. Deze mythe van de Kilauea is als volgt: Pele. een maagd van groote schoonheid, heeft zich eens in de verschrikkelijke vuurzee in den krater ge- SFtovt. /.ij deed dit. omdat zij daardoor wilde ontsnap- pen aan de vervolging van een wanstaltigen minnaar. Van dat oogenhlik af ?s Pele geworden tot de ziel van J' krater en wordt zij beschouwd als de bescherm- 'iiiee niet alleen van Hawaï, maar van den ganschen rcliipel. Wanneer de Kilauea uitbarst, geschiedt dit kn 't vervolg niet buiten Pele om en zij is een lief tallige. zachte Godin,'want al« ooit ©on uitbarsting plaats heeft waarschuwt zij van te voren, omdat zij geen nv nsch ten verderve wil rijn, «elf» geen blank nu nsch. w iiineer wij do/.c mythe overdenken, kunnen we iat.s vau -haar mu- ar. begrijpen en wol. boel duide lijk Is onu dit, dat de kinderlijke mon.sch nipt» nog wetend van de natuur, haar geluiden ging beschou won als waarschuwingen en voorteekenan gegeven door or geziene wezom. En v loven óns weer in in de kinderlijko ziel van den primitieven mensch. waaruit zoovool is voortge komen, rijk aan beeldende kracht. En onmiddellijk ge voelen we, dat overal de mensch een ongeveer ge- Lijken ontwikkelingsgang heeft doorloopcn. Al die oude mythen en legenden en sagen spreken van een tijdperk, waarin de mcnschelijke fantasie de wereld bevolkte met geheimzinnige wezens, die de natuur verschijnselen bewerkten. Dit alles is volkomen be grijpelijk. als wo bedenken, dat nu nog ieder afzonder lijk mensch in zijn vroege jeugd (in elk individu her haalt zich de garischo monschheid8ge»chl«ienis!) pre tics hetzelfde doet. Als kinderen hebben we immetjs ook dergelijke fantastische voorstellingen. Daar ligt eon sterke bekoring in die primitieve ver beeldingen. Maar eens komt. de tijd dat we deze moeten prijsgeven, omdat wij ouder en wijzer worden. „Wij", d.w.z niet alleen de enkelingen, maar de menschheid in 't algemeen. Want steeds grootor wor den de kennis en het inzicht. Wij leereu al de ver schijnselen in de „natuur" boschouwen in hun onder linge» samenhang; wij doorgronden steeds meer de wetten, waarnaar alles, ook het schijnbaar toevallige, plaats grijpt en in onze wereldbeschouwing is geen plaats meer voor die heerlijke fantasie, welke de on sterfelijke mythen heeft gedicht, die ons bewaard zijn gebleven als waardevolle herinneringen aan de kinds heid der menschheid en dit, wijst op de eenheid van den menschclijken geest uit alle worelddeolen. Daar wordt wel eens geklaagd over het verdwijnen van veel poëzie uit het leven dor menschheid hij haar aldoor voortschrijdende ontwikkeling. Het wordt alles zoo nuchter. Waar zijn onze feeön en nymfen, onze besehermeude geesten en helpende heiligen? Wij leeren reeds als kinderen hoe de bergen ontstonden, hoe de sterren dwalen, de rivieren ontstaan en wat vulcanen zijn. Kn toch moeten wij daarin berusten. Want voor de menschheid geldt het bekende (gezegde: „toen ik een kind was, dacht ik als kind, maar nu ik een man (d.w.z nu ik volwassen) ben igeworden, heb ik afge legd Hetgeen des kinds was." Kn niettemin blijft de neiging om te fantaseeren en leeft voort in ons allen de behoefte aan poëzie. Is het wonder, dat wij op andere wijze daaraan trachten te voldoen? Ja. onherroepelijk is voorbij voor ons de tijd der mythenvorming, (maar is daardoor de werkelijkheid minder schoon? En kan zij niet evengoed ons verhef fen en diep ontroeren? Is een vuurspuwende berg min der grooüsch voor ons dan voor den oorspronkelijken bewoner van Hawaï, omdat wij zijn werking kunnen verklaren en de mythe van Pele niet gelooven? i De ware levenskunst brengt met zich mede, dat wij I do schoonheid leeren zien, welke om ons heen is op te merken. En ik denk hierbij thans in 't bijzonder aan de natuur welke, goed beschouwd, overal mooi is. Het hangt muar af van onze eigen geestelijke ge steldheid. Als wij do schoonheid* liefhebben, kunnen wij haar vinden ook daar, waar velen baar tevergeefs zoeken. En die'schoonheid blijft óók. als we niet meer in staat zijn als kinderen, daar sproken en mythen, legenden en sagen aan te verbinden. Dit is van onschatbare waarde voor de menschheid. 'Niet alleen als bron van geestelijk genot en innerlij- ken rijkdom, maar eveneens omdat dit den mensch moreel beter maakt. Hoe meer wij de schoonheid liefhebben, hoe meer wij ons ook aan het leelijke en wanstaltige en onharmonieuse zullen ergeren ook in de wereld der menschen. Poëtisch zijn de tegenwoor- dige verhoudingen zeker niet. Niemand zal er aan j denken onze samenleving mooi te vinden. De schoon- heidszoeker heeft daar geen vrede, mede enhij Ua&t droomen, fantaseeren, hij doet zooals de primitio- 1 ven deden, maar anders nu cribeter. Hij schopt zich geen geesten, geen mythische persoonlijkheden, maar hij schept zich een nieuwe wereld. Hij laat zijn verbeelding werken en ziet een nieuwe maatschappij voor zich oprijzen en deze is de schepping van zijn eigen geest. O! zegt nu in groote nuchterheid niet, dat dit ij lel. onvruchtbaar werk is. Dat die schepping een eeuwige utopie zal blijven. Want dit is onwaar. Zeker, de toe komst zal wel nooit geheel beantwoorden aan onzen droom, maar die droom zal niettemin de groote stuw kracht blijken van den vooruitgang. De droomers d w.z. de fantasierijken, de menschen met scheppende verbeeldingskracht zijn ten allen *'"ide de drijvers ge weest in de evolutie. Als we niet meer droomen kun nen. als wij onze fantasie hebben verloren, dan eerst zijn we tot volslagen armoede vervallen en hoeft hot loven zijn waarde Ingeboet. Want do fantasie opent ui» doorgezichten, waarna wij altijd weer opnieuw de handen uitstrekken en waarvoor we leeren werken nu t, ome gouache ziel. Eigenaardig dat hot lozen vnn een oude mythe, voortlevend op een eenzaam eiland in den g;ootfi« oceaan, mij dreef tot 't schrijven van dit artikei, Zou het komen, omdat wij in al wat van menschen komt, "in zelf terug kunnen vinden? AKTOn. Reclames. De moren vereisahen steeds onz© voile aandacht. Zoo lang zij gezond en kra.uht.ig rijn, dragon- doixi organen zuig voor do zuiverheid van 'liet oLoed en verwijderen rij urinezuur en andere aöhadeiiko uu ziuverht don uit het lichaam. Do meren ixslioodeh ous zoodoende voor talrijke pijnlijke en pnaangar namo kwalen. Doch wat gebeurt, nis do nieren traag werken en /.iuk vergiften in net oioftd ophoopen liet urine zuur kun zich dan in zulke Hoeveelheden aCaottou» dut het scherpe kirstaJLion vormt, die rhoumatiek veroorzaken, ot wel kan een onvoldoende hoe veelheid water aan net bloed onttrokken worden, waardoor waterzucht ontstaat Ook. andere kwalen kunnen ontreden, zooals urinostoomiasen, blaae- zwakte, nierz&nd en -steen, ischias, spit, hoofdpijn* durzeiigheid en zenuwachtigheid. Welke verschijnselen zich ook voordoen, gij kunt niet gezond worden, voordat uw nieren weder gezond zijn. Laat h'ostor's Rugpijn Nieren Pillen u bijstaan. Zij werken rechtstreeks op do oor zaken van uw kwaal, reinigen, de nieren, ea wek kon deze op, doch zij werken niet op de lever, maag ot. ingewanden. Vrouwen zoowel als mannen kun nen op Foetert JRugpijn Nieren Pillen vertrouwen- Let op de verpakking in glazen flacons met geel etiket (alom verkrijgbaar), Waardoor gij zeker zijt geen verlegen buitenlandach goed te ontvangen. Prijs f-1.75 per flacon. - |kunt gij bestrijden met AKKER'* j „De Hemel gave, dat zij hem nooit gezien had,1 antwoordde de baronet toornig, waarop mevrouw Fullertom geen antwoord gaf. HOOFDSTUK VIII. door HAWLEY SMART. 8. Toen Sir Jasper zag. hoeveel zin zuster reeds wi-t. vertelde hij haar de geheele geschiedenis £n deelde tevens mede, dat alles fcusschen Maude en heldrake uit was. „Het- is een ellendige geschiedenis, Clara, en ik u-u gaarne geheim gehouden hebban, maar het blijkt dat alles reeds bekend ie. Daarenboven, wat voor verklaring moeten wij geven van een engagement., dat de eene dag is aangegaan en den volgenden verbroken? Het is vre osei ijk: nauwe Jijks heb ik het jonge paar geluk en voorspoed ge- wenscyit. of ik ben verplicht dengeen, dien ik als schoonzoon had aangenomen, mijn deur te wijzen. En wat een knappe, jonge kerel. Wat voor krank zinnigheid heeft hem toch bezield?'' „Het is onverklaarbaar,'' antwoordde mevrouw Fullerton. Hij is .de laatste man, dien ik ooit van iets laags of tem eens zou verdacht hebben. Maar je zegt, dar de heer Glanfield in rijn Onschuld gelooft-?'' ..Ja,. Glanfield met rijn trouwe vriendschap voor Cyril. weigert de gelooven, wat rijn oogen gezien i hebben. Maar ga daar niet op door, Clara en laat vooral Maude net niet weten. ..Mijnheer Glanfield is anders lang niet dwaas, ofs 'hoon hij veel aan rennen doet.' antwoordde m<v tertOD, .cn hij is zoTdzaain oprecht. Ik geloof zelfs niet, dat hij d.e partij van oen vriend trekken zou, indien hij meende, dat deze onge lijk had.' „Zijn vriend»'hap verblindt hem." „Ik kan er geen tedèn voor geven, maar het Zou mij niet verwonderen, als liet uitkwam, dat Glan field gelijk had.'* Vlei jezelf maar niet met dat denkbeeld en nog eens. zeg er toch niets van aan Maude.* 0 hei.. daar behoef ik niets van te zeggen. Dacht Jasper, dat je haar aan de schuld van V lu'ldrako kunt doen geloovenr Neen, je- kunt haar verh"^5"fi met hem te trouwen maar je kunt haar •D°pit doen aannemen, dat haar minnaar slecht ^gehandeld hoeft. Zij za! er diep onder gebukt gaan; )e hebt er geen deukl>eeld van hoe rij aan hem gehecht is. De graaf noemt rijn prijs. Wanner Hammorfeon was bekend geweest met Patrooeni's overpeinzingen op rijn weg naar Londen zou hy zich zeker wel ongerust gevoeld hebben, dat hij zich zoo geheel in de maent van den graaf had gesteld. .Deze .toch was aan het overwegen op welke wijze hij rijn vriend het mm 0t zou kunnen afpersen voor den zeer twijfel achtigen dienst, welke hij hem bewezen had. „Niemand zal veronderstellen/' overpeinsde de graaf, „dat ik den toegang tot eon alleraange naamst buitenverblijf piissen wü voor niets. Vriend Hammerton, je zult ondervinden, dat ik een bekwame, maar tevens vrij dure hulp ben.' Het resultaat van de overwegingen van den. graat was dat Hammerton den volgende dag te Londen een bezoek kreeg van P&trooeni. „Wat zou hem hierheen voeren,' mompelde de kapitein, terwijl hij het kaartje van den graat bekeek: „waarom zou hij mij komen opzoeken? Ha, graaf, dat is een onverwacht genoegen.' „Ik kon de verleiding niet weerstaan je geluk te komen wenschen jneb den goeden, uitslag van je kleine komedie. „Welnn, graaf,'- zei Hammerton: „wat nu van mijn taktiek? Hot spijt mij, dat ik V drake heb moéten opofferonv maar waartoe is de dwaas tusechon mij en dertig duizend pond komen staan.'' „Nu, met hem heb je afgerekend. Als vroemde- lig weet ik niet precies, hoe het in jou wereld toegaat; maar ik vermoed dat, als deze zaak bekend raakt en besproken wordt, do heer Wheldrakei maatschappelijk ©en verloren man is?" .,Ja, ik Zal er mijzelf buiten houden, maar toch zorg dragen, dat hot bekend, wordt. Wheldrake is maatschappelijk vernietigd.' .Jlefc is handig overlegd, heer handig, waarde vriend. Je hebt ongetwijfeld Tn begunstigden mede minnaar van de baan geschoven maar zou je daardoor wel in de gunst ran je nicht gerezcv I zijn?' „Begrijp j© niet, dat in Mando's pogen ji j Het bent, ai© naar minnaar aa nde kaak gesteld heeft?'' „Je hebt gelijk. Eu wat je nu doen?'' I „Het is heel eenvoudig. Ik verschijn overal met ESPERANTO. Voor enkele dagen ontving ik uit Frankfort a.d. Main een keurig geïllustreerd boekje. Het bevat een uitnoodiglng om* aan de groot© najaarsbeurs (Messe); in genoemde stad te houden van 2—7 October, deel te nemen en is geschreven in de wereldhulpfaal Esperanto en het is daarom, dat ik er gewag van maak. Het bestuur van deze najaaisbeurs begint te recht "in te zien, van hoe ontzaglijk groot belang het voor internationalen handel is. wanneer over de ge heele wereld éénzelfde hulptaal wordt gebruikt, JMen bedeDke eens wat het al reeds beduidt, dat men op deze beurs een esperanto-afdeeling heeft. De han. dige. energieke handels- en industriemenschen van Duitschland zouden niet zoo doen, als .ze er geen groot belang in zagen. Kn zoo gaan wij toch lang ztiara vooruit en dringt steeds dieper door het be sef, dat 't dwaas is, zooveel tijd aan het leeren van vreemde talen te besteden, waar één wereldtaal voor 't internationaal verkeer voldoende is. Het zal nog wel heel lang duren eer ieder kind naast zijn eigon taal ook esperanto leert. Men stelle zich echter eens voor wat dit, zou beteekenent Dan ligt de gansche wereld voor ieder open, dan breekt 't tijdperk van 't internationalisme aan. Daarom wek ik leder op espe ranto to gaan leeren, want hoe meer dit geschiedt, hoe eerder de scholen 't als leervak zullen aanvaar den en daar iri o e t het op den duur heen. N J. C. S. Annna Paulowna, 26 Aug. Mijnheer de Redacteur, Mag ik naar aanleiding van hofc ingezonden stuk van don hoer Crum, ook oven een plaatsje voor een wederwoord? De heer Orum dan meent, dat ik óf niet goed op de hoogte óf opzettelijk onwaar ben geweest, toen in do raadsvergadering aandrong op behoud van de Zondagsbostelling,, want in AnHa Paulowna (met uitzondering van B. eozand) zouden niet één, maar drie I>e6tellers er Zondags op uit moeten, terwijl ook het kantoorpersoneel een g'-doelte van den Zondag mist. M. de R ik vermoed, dat deze woorden den heer Crum uit de pen zijn gevloeid, aar aanleiding van de volgende woorden in het raadsverslag voorko mende: „en oordeelt het niet goed dat, om éen hotelier ''s Zondag» rust to verschaffen, de inwo ners te noodzak'm naar het postkantoor te gaan om de couranten, voor velen bet ©enigste geestelij ke voedsel, af te halen". M. de R.. 't is mogelijk}, dat ik het z^ó Si-efc gezegd, en dan z >u in natuurli'k niet volkomen u'st. rijn geweest, want ook ik weet wel beter, dat. n*t. niet. o.m één bestfcller gaat. Maar de zaak. waar bét hier orn gaat, verandert er niet om, want de bedoeling van mijne woorden was slechts om in bot lidbt te rtoTIen, dat tetpwver ledoi-en persoon, aan wann on deze wjjflo Zondags rus' WOi'ot ver «oliaft. honderden staan, aftn wier. oen gedeelte van hun Zondagtruat wm*db ciutinottiM, Wetnu, \»ezo stelling "blijft, ook al ma ik hot pnvdns g"zrgd 'ueblwn, znoals in het vorsiag ataai, rolkojnoa «vhflaiir gw-tmi) Ook do luwr üruiu tast de»» «telling in g<on f'i.knl otAield; aan. muar had alJwn verwjumo, dat Ik hierin een- ander Candpunt WUl imiomrii. JIjj wijt het echter aan ei go n bol a,rvff! hetwelk oor- izaak zou rijn, dat ik do l/ulangon van andoren ovecr het hoofd zie. Eigen belang? Heb ik hier eigo.i lïriang v<x»rge- staan? Zeker, de heer Crum sou kllfthen zeggen: .Je wilt, dnt de blader} Zondags worden roodgc bracht. Welnu, daarbij behoodrt ook je eigon blad. Ergo. «preek te ook uit eijjen belang.' Maar nis hij eon dorgolijko rodeneeiing zou willen volgen, zou.h ij toch do werkelijkheid geneel op Zijn gop zotten. Want dan zou Iemand, die voor eon gemeen- schappoiijko zaak spreekt, al is die zaak nóg zoo f zuiver, het vhrwljt ktuu.en troffen, dat hij hot eigen belang voorstaat, want hijzelf is óók lid van die gemeenschap. IIeuech. dat- sohérmen met eigen belang, dat mij hierbij zou hebbon god reven, if» toch wol oen argument op oen koopje, vriend Crum. Trouwens, ik verwarviit niet anders, of U zult dit bij nader inzicht met mij eens rijn. Maar boven dien zult U hofc mot mij eens ziin ,dut het voor velen, vooral voor hen, voor wien d?n Zondag voor- anielijk don dag is van geestelijke ontepanminjg (en dut rijn ©r jammer genoog nog maar al te voel; een z.delijk'o inzinking zou kunnen beteekenen, wanneer hunne gewone Zondagsleetuur op dien dag door lion niet. werd ontvangen, "fc voegt niet altijd, om hot te halen, nietwaar? en tenslotte, raakt de slof er ook wel eens in), wat in vele gevallen voor hen »ou Ijeteckenon: ongelezen ter ?;ijde gelegd, omdat de werkdagen zipn slechts tot oen vmchtig overabht ieenen, Jn dkt licht dienen wij deze Zaak te boschouwen. En wanneer wij dat doen, dan kan het niet andera, of wij inbeten, met alle ener g-io waarover wij beschikken, vasthouden aan de Zondagmorgenbcitclling, ai blijft dan ook het feit bestaan n, aat enkele bestèllera op dien morgen dienst zullen moeten doen. 't Gaat hier om de geestelijke waarde van hot volk in liet algemeen, dat wij koo hoog als mogelijk is, dienen op te voeren. U, M. do R., beleefdelijk dankend voor plaatsing, teekent hiermede K. KEURIS AZ. EEN CYCLOON. De omstreken van Belgrado zijn getroffen door een cycloon, die o.a. groote verwoestingen heeft .aan gericht op het vliegveld van de Fransch-Boemeen- sehe luchtvaartmaatschappij, waar de loodsen om en weggewaaid zijn. Het toestel van den Franschen kapitein Weiss, die op zijn terugweg van Angora naar Parijs te Belgrado vertoefde, is vernield. Weiss en een Servisch mecanicien zijn bij hun pogingen om de vliegtuigen to redden licht gewond. Folders is een muziektent, waarin een militaire kapel speelde in elkaar gewaaid. Er schijnt echter niemand ernstig gewond te zijn. HEVIGE STORMEN IN ITALIë. Gedurende twee dagen heeft in Noord., en Zuid- Italië ecu hovigo atorm gewoed, v elke verscheidene slachtoffer» heeft geëischt. Vele daken zijn wegge slagen en tengevolge van de geweldige regens zijn groote gebieden ondergeloopen De oogst heeft ern stig geleden. Telefoon- on telegraaf lijnon zijn verbro ken on het trelnverkeor ondervond zeer vee' vertra ging tengevolge van omgewaaide boomen, die over de spoorwegen lagon. Ook op het eiland Corsica is groote schade aange richt. PE VERDRONKEN SCHOOLKINDEREN BIJ BOU LOGNE. Men herinnert zich dat enkele weken geleden een aantal schoolknapen van een R.-'K. vacantiekolonie uit Rtjssel, die in Boulogne gingen baden, door een vloedgolf werden verrast, zoodat er eenige verdron ken. De leider dezer kolonie, pastoor de la Porte, is door den rechter van instructie verhoord en in staat van beschuldiging 'gesteld wegens het veroorzaken van dood door onvoorzichtigheid. Hij zal voor de rechtbank te Boulogne terechtstaan. De aanklacht is gegrond op de volgende feiten: lo. wist iedereen, dat de plaats, waar de kinderen gin gen baden,-bijzonder gevaarlijk was; 2o. waren drie geleiders te weinig voor het toezicht over twintig badende jongens; 3o. verzekerden deze geleiders, na dat vijf kinderen uit het water waren gehaald, dat er geen meer ontbraken, terwijl er 's avonds nog tien lijken werden gevonden. EEN STAKING VEROORZAAKT DOOR—, EEN HOND. Veertig chauffeurs en conducteurs ran een auto busdienst in Ooet-Surrey hebben het werk gestaakt omeen hond. Dat kwarfï zóó. De chauffeurs en de conducteurs hadden eenigen. tijd geleden een be- mijn oom en nicht. Na korte tijd# laat ik in de couranten berichtjefl* opnemen: „Wij rijn gemach tigd mede te deelen, dat binnenkort kapitein Ham merton, Maudo, eenige dochter van Sir Jasper Eversley naar het huwelijksaltaar zal leiden,'' enz. Je begrijpt: het meisje zal gecomprorniteerd ziin in minder aan geen. tijd. Ik word gelukgewenscot natuurlijk ontken ik de waarheid dier berichten doch or» zulk een wijze, die beteekent, dat het nog niet officieel "bekend is; en wij weten beiden. da.fc een vrouw, die pas zulke teleurstellingen heeft on dervonden als mijn nicht, dikwijls op die manier gewonnen is.'' „Slim, bepaald heel slim; je plan is handig in elkaar gezet, vriend; doch vergun me, dat ik je wijs op éen gebrek er van.'' „Gaarne,'* antwoordde Hammerton nieuwsgierig; „ik zal gaarne elke opmerking van je ter harte nomen.'' De graaf liet rieh achterover vallen in zijn stoel, blies ©en dunne rookwolk uit en Zei toen kalm: ,'Je schijnt in het geheel niet aan. mij gedacht to hebben.'" „Aan jou.' antwoordde Hammerton met do grootste verba ring. „Ik begrijp je niet, wat bedoel je?'' „Beste vriend, om jo helpen de hardvan een allerliefst meisje te verkrijgen met dertigduizend pond heb ik er in toegestemd jn haar oogen en die van een paar achtenswaardige mannen in een afschuwelijk licht te verschijnen.'' „O, is dat de zaak, zoo?' hernam Hammerton ruw. Noem je prijs." „Een kwestie van cijfers," zei dc graaf kalm. „Vier duizend vijfhonderd f»ond. Verduiveld goed koop voor de schande, die ik op me geladen heb. heb/' m r „Over dat laatste zou ik maar met sproken, antwoordde Hammerton kortaf.^ „Wij kennen el kaar daarvoor te goed. De prijs is te duur, graat. „Mijnheer Wheldrake Zou vijfduizend pond om zij o goeden naam te herstellen en het medsjo, dat hij lief heeft, to krijgen met haar dertig dui&ndi pond, heel weinig vinden. Wees niet fjwaas, mijn beste Hammerton. en sla dadelijk toe. ..Zeg twee duizend pond de week voor het huwelijk en daarmee uit." „Je bent to ongeduldig vriend,'' merkte Pairoooni minzaam op; „maar «Js ik zeg, dat ik minstens vier duizend hebben moet of naar de tegenpartij overloop, zal je begrijpen, dat het de zaak is toe te geren," „Ik zie dat volstrekt niet in. Twee wil ik geven en niet meer." „Ik twi9t nooit over zulke kleinigheden als twe© duizend pond," antwoordde de graaf met de houding van ©on millionnair. Als ik het niet op de eene; manier krijg, dan op de andere." Hammerton gaf niet terstond antwoord op Pa trooeni's laatste Woorden; hij begreep dat hij in handen was gevallen van dein grootsten bandiet, die er op de aarde te bekenneöVas. Toch bezat hij een allerkrachtigst argument én dat was de abso lute onmogelijkheid om aan den eisch te voldoen. Patroceni had dit waarschijnlijk reeds vermoed en daarom het gevorderde bedrag met vijf honderd pond verminderd. Hammerton echter begreep, dat de ci9ch geheel vervallen moest, hij kon met den bestefi wü ter wereld geen vier duizend pond bij elkaar krijgen. i „Dwaasheid, graaf." antwoordde hij ten laatste „Twee duizend pond oootant de week voor mijn huwelijk en een wissel voor duiZond op drie maanden. Dat is het uiterste;, wat ik doen kou." „Is dat je laatste woord?'' Hammerton knikte. „Ik zal je een week geven om je aanbod' te veranderen en dan ga ik over naar de andere zijde. „Dat zai jo wel latei»; graaf/' riep Hammerton ruw. Ik zou denken, dat zelfs jij er nog wel voor solt terugdeinzen om jezelf vrijwillig als zoo'n doortrapten schurk te doen kennen.'* „Mijnheer riep Patroceni toornig. „Bah, graaf, er is geen reden waarom wij beiden dc zaken niet bij hun naam zouden noemen. A ij kunnen tegenover elkander openhartig spreken. Je ontmaskert me en brengt mij daardoor in dezelfde poeotie. waarin ik Wheldrake gebracht heb, als men je tem minste gelooft maar ie zult met mij op oen lijn worden gesteld. Hetzij men je gelooft of niet gelooft, je stort jezelf in hofc verderf/' „Kn teel»./- antwoordde dc oversteorbare Patro ceni; „is het juist dat. wat jij weigert te betalen om schande af te wenden.' Hammertoo boet rieh op zijn lippen; de kalme wij/.© waarop de graaf znn eigen woorden tegen, hor' koorde, was ondragelijk. Patroceni wachtte kalm rijn antwoord. „Er is dit verschil/' hernam Hammerton na eenig nadenken; „dat ik do duizend pond moot zien te» krijgen en dat jij or slechts van hebt af i te zien.' „Hoe iij dafc geld krijgt, is jou zaak. Ik wensoh i betaald to worden voor mijn «wijden over hetgeen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 9