VAN DIT EN VAN DAT
EN VAN ALLES WAT
El
EEN TREIN OP HOL
EiuiiiHiiimiaiuuiiiiiuiiiiyuiiiiiiiuiiiuuiuiaiiiiuiiiuiiiimujyiiuiiiuiuiiiuiiiuiiuiiuuiiiuiuiiuuiiiuiimuimiiiHHumiaiiiHuiimwiiiuiMBiii
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 3 October 1925. No. 7718.
PANTOMIME
ROMMELKRUID-
DE MAROKKAANSCUE GEUZEN.
AM' El Krim, ga Je verliezen,
Ben je een verloren man?
Tegen tanks én oorlogsschepen
Daar kun jij niet tegen anl
Frankrijk is modern en dapper,
Spanje slaat er lustig op,
Jij komt met je idealen
Van den regen in den drop 11
Idealen, beste makker,
Zijn voor ons slechts weggelegd,
Zeg dat aan je soortg^nooten,
Ook al strijd je lang niet slecht.
Daarvoor heeft het Fransche leger
Aan het Westerfront gestaan,
Blijf uit de belangensferen
Van ons spaarpotje vandaan!
Wil je ons maar niet begTijpen,
Kom, waar zit toch je verstand,
In Marokko is geen ruimte
Voor een rasecht vaderland 1
Denk maar even aan Egypte,
Aan den Congo, aan Transvaal,
Aan de Kaap, Oranje Vrijstaat,
Kruger ging toch aan den haall
Heel die droeve Boerenoorlog
Was hetzelfde, wat jij doet,
De koloniale koelie
Heeft geen recht op heldenmoed!
Jullie blijven tóch rebellen,
Ook al vecht je voor je zaak,
Ook al zwoeg je voor den opbouw,
Met een eigen levenstaak 11
Vrede kun je niet meer sluiten,
Want de vrede is je dood,
In de bergen ligt je glorie,
In do bergen blijf je groot!
Als je eenmaal wordt gegrepen,
Na dit erge oorlogsleed,
Staat de kooi van Abd El Kadir
Ook voor AM El Krim gereed!
Maar al moet je nu dan wijken
Woor de groote overmacht,
Voor do Westersche beschaving,
Die om jou is saamgebracht,
Toch neem 'k voor den geus der geuzen,
Die zoo'n Hollandsch voorbeeld ge*,
Toch neem 'k voor den Foch der Mooren
Stil m'n burgerpetje af ft!
Geen van de drie mannen op- den trein merkten iets tusschenpoos van nauwelijks een minuut tusschen het
bijzonders tot ze dichtbij Portsmouth (Lancashire) wa- passeeren van het eerste en van het tweede gedeelte
ren. Toen stootte Lockwood, de stoker den machi- van den trein voorbij het blokhuis .Schijnbaar werk-
nist tegen den arm en wees met een verschrikt ge- ren de remmen niet; de mist maakte de rails glibbe-
zicht naar achteren. „Ik ben bang dat er iets niet in rig.
orde is", riep hij uit". Ik kan de lichten van den De remmer besefte het gevaar, waarin hij verkeerde
goederenwagen niet zien." net zoo goed als de stoker en de machinist. Hij be-
„Wat! kan je de lichten van den goederenwagon hield echter zijn tegenwoordigheid -van geest: was
niet zien?", zei Smith ontsteld. Hij draaide zich om rustig en kalm, direct, toen hij zich van den kri-
October 1925.
Alle rechten voorbehouden!
KROES.
Naar het Engelsch van JOHN G. ROiWO.
(Nadruk verboden.)
Het was tien minuten voor eenen in den vroegen
morgen van .den 28en Februari 1920, toen) de goedereh
trein van de Lancashire en Yorkshire spoorweg uit
Rose Grove tusschen Buraley en Wakefield vertrok ln
de richting vaff de westelijke helling van de bekende
heuvelrijen die de scheidslijn vormen tusschen de
twee graafschappen, waarnaar de spoorweg zijn naam
draagt.
De trein werd gereden door William Smith; hij had
al twintig dientsjaren, waarvan hij er een tiental ma
chinist was geweest. Zijn maat, de stoker, heette Jo-
seph Lockwood en de remmer op de goederenwagen
achteraan heette William Severn. De trein bestond
uit drie en vijftig wagons en en een tientons goederen
wagen met remmen. Van de goederenwagens waren
er twee en twintig geladen en een dertig ledig. Het
gewicht was ongeveer drie honderd zes en tachtig
ton, een gewoon gewicht voor een goederentrein.
0!p een gegeven oogentolik begon de trein de heu
gels op te klimmen; een extra machine hielp tot de
zwaarste helling naar Copy Pit bereikt was. Smith
bracht zijn trein langzaam over den heuvel en liet
hem stoppen bij het begin van de daling om de extra
machine af te koppelen en van enkele wagens de rem
men aan te zetten. De mannen zetten vier remmen
aan achter de machine en Severn, de remmer, zette
de remmen van vijf wagens vast voor zijn goederenwa
gen; vier remmen met blokken op twee wielen en óén
met een blok op één wiel. Dit was het gebruikelijke
getal vobr een trein van dat gewicht op deze helling.
Juist op den top bij Copy Pit, staat een bord, waar
op: ^Goederentreinen moeten stoppen om de remmen
aau te zetten"; en er zijn strenge regels betreffende het
afrijden van hellingen, die echter allen opgevolgd wa
ren.
Toen de remmen, aangezet waren en alles gereed was
om verder te gaan, gaf de remmer het signaal voor
vertrekken en de machinist begon heel voorzichtig,
zonder stoom te rijden on zei tegen den stoker de
handremmen op den tender los te zetten.
6 heuvel, die ze juist waren opgeklommen, was
een °P zeven en zestig over een afstand van een
goede mijl en ze waren nu de steile helling aan het
afrijden.
was een stikdonkere nacht en bovendien
STADSGEZICHT.
Dc vrouwen en kinderen komen van vacantie thuis.
Nadruk verboden.
Het.
en staarde in den donkeren nacht. De stoker had
gelijk. Geen lichten volgden hen. „Wat zou er zijn?"
vroeg de machinist zich af en keek angstig zijn met
gezel aan.
„Wij zijn van den trein losgeraakt, dat is er", zei
deze. „Wij moeten full speed rijden, kerel. Die wagens
zijn in een oogenblik bij ons en op dezen heuvel..-..."
Hij1 eindigde zijn zin niet; dat hoefde ook niet,
want de stoker zag het dreigend onheil nu, evengoed
als hij zelf.
Zij waren op een Qnonderbroken-aflooponde helling
van zes mijl lengte. De zware goederentrein achter
hen, die nu nog maar langzaam achter hen aankwam
zou door zijn eigen gewicht en de helling steeds meer
zijn vaart versnellen en hun achterma razen en ja-
gén als een expresstrein.
De stoker, in ontzettende angst, zette tot razende
vaart aan en de locomotief vloog over den weg, tot
dat het verwijderde signaal voor Stansfield Hall zicht
baar werd. Tot onuitsprekelijke angst van de man
nen stond, het signaal veilig. Toen hij het signaal
voorbijreed met verminderde vaart, viel het juist en
hij vermeerderde direct zijn vaart weer.
De duisternis was intens. De machinist, noch de
stoker, al spanden ze ook hun oogen nog zoo in, kon
den zien hoeveel wagens nog aan de machine vast
zaten. Inderdaad, zij hadden geen andere aanduiding
dat er iets niet in den haak was...dat hun trein
was losgebroken.—... dan dat zij de lichten niet kon
den zien.
Toen de machine het lichtsignaal bij1 Stansfield Hall
passeerde, zag Smith de man van 't seinhuis uit het
venster hangen, die een groen licht zwaaide.
„Jelui zijn losgebroken!" brulde de man. „Rijd
Joor! De goederenwagens komen er al dan."
D'e machine vloog voorhij, de machinist zette de
machine weer op volle kracht. Toen hij achter zich
keek in doodsangst omdat hij vreesde, dat de
lichten uit de mist zouden komen opdagen ,zag de
stoker Lockwood, dat de man het signaal op onvei
lig had gezet en een rood licht buiten hing. Wat ge
beurde er nu achter op de wagens? Hoe zou het
met den remmer William Severn gaan? Toen zij uit
Copy Pit waren weggereden, was hij gaan zitten om
zijn boterham op te eten. Hij merkte niets bijzonders
en de trein reed ongeveer vijftien twintig mij'll rer
uur toen hij bil Portsmouth, zooals altijd, zijn hoofd
naar buiten stak. Tot zijn ontzetting zag hij een rood
licht.—., het onveilig signaal.uit het blokhuis.
„Jelui zijn losgebroken", waren de vreeselijke woor
den, die de man hem toeschreeuwde.
D'e wisselWachter had gemerkt, toen de machine
het blokhuis voorbijreed, dat er maar drie wagen3
aan vast zaten.tenminste niet meer dan vier, zoo
ais hij later zei. Hij kon de rest van den trein niet
zien, daarom gaf hij' onmiddellijk het „trein losge
broken" signaal aan het volgende blokhuis in Stans
field Hall. Hüj ging naar de telefoon en gafxhet bo-
richt aan de blokhuizen Todm orden No. 8 en 4 en hij
zette ook eenige mistsignalen uit. Toen hoorde hij dat
de losse wagens kwamen aanrollen. N
Hij zwaaide een rood licht dat de remmer in de
achterste wagen opmerkte. De baanwachter schreeuw
de hem daarop hét bovenstaande toe. Er was een
tieken toestand bewust werd. Hij zette zijn rem aan,
tct hij. haarmet geen mogelijkheid verder kon krij
gen, maar zonder resultaat.
ITij wist niet hoever de machine hem voor was; hij
kon er niets van zien. De eene hand had hij aan de
rem en met de andere hield hij een groen licht om
hoog, in de hoop dat de machinist het zien zou. Hij-
keek maar steeds uit on hield het licht voortdurend
omhoog. De wagens raasden met steeds woester vaart
voort tusschen de stations van Cornholm en Stans
field. Nog steeds hield Severn rijn hand op de rem
men. maar de helling liep vrij steil naar beneden en
de vier en veertig wagens voor hem deden zijn po-,
gingen op niets uitloopen. Toen de man in het blok
huis in Stansfield Hall de stoker Smith gewaar
schuwd had, dat hij afgekoppeld was en het roode
licht uitgehangen had, vloog h^ naar buiten en zette
drie mistsignalen op de rails op ongeveer vijftien
meter afstands van het blokhuis. Voor hij weer bin
nen was, donderde het tweede deel van den trein
voorhij en de mistsignalen ontploften. Hij berekende
dat het tweede gedeelte van den trein ongeveer een
halve minuut achter het eerste was en een vaart had
van ongeveer vijftig mijlen per uur.
Vonken vlogen uit den wagen waar de remmer op'
was en waarvan de wielen werden geremd.
Het was een vreeselijke rit. óp leven en dood tus
schen de machine en het achterste deel van den trein.
Maar de remmer dacht maar aan den1 kapitein van
een schip, die op zijn post bleef, wat er ook gebeurde.
Hij was al vijf en twintig jaar remmer geweest, maar
hij had zoo iets vreeselijks nog nooit beleefd. Hii
stond als een waanzinnige met zijn latóp te zwaaien
alsof hij den stoker tot meer spoed wilde aanzetten.
Hij wist niet waar de machine was, en 't was hem
beklemmend duidelijk dat niets een ongeluk kon ver
hoeden. Het was pikdonker en het leek hom of hij
door oen groote afgrond vloog. De remmer alleen op
zijn wilde trein met zijn dolle vaart, die iedero secon
de sneller en sneller reed zonder dat er. eenige kans
was om die te verminderen of om te stoppen, had het
ontzettende vooruitzicht ieder oogenblik met zijn war
gens op het gedeelte voor hem te pletter te kunnen
loopon. Zelfs als 't de mannen op de locomotief zou
gelukken om er af te komen, wat zou er met hem
gebeuren? Met onafwendbare zekerheid zouden de
voortrazende goederenwagens uit de rails vliegen en
cp en onder elkaar donderen. In een kort., helder,
vreeselijk oogenblik realiseerde hij zich dit alles. Hij
kwam in de verleiding om er af te springen om aan
do afmattende spanning te ontkomen, aan die folte
rende onzekerheid, aan dezen versóhrikkelijken rit.
Maar hij. wist de opflitsende gedachte te beheerschen
Nooit had hij een trein met zoo'n krankzinnige vaart
rien rijden. Hij' vloog een bocht in Stansfield Hall
door met zulk een snelheid, dat hij dacht dat de
trein uit de rails zxm vliegen.
Vier mijlen steeds den heuvel neergaand, duurde
die "vreeselijke jacht. Met oen vaart van vijf en twin
tig mijl per uur donderde de losgelaten goederentrein
met zijn hulpelooze passagier over de rails en pas
seerde blokhuis No. 4.
Juist toen de locomotief met de drie wagens de
Millwood tunnel zou inrijden, een drie honderd meter
voor den ingang, had de gevreesde ontmoeting plaats;
met donderend geraas botsten de goederenwagens op
het voorste treingedeelte. De heldhaftige remmer en
de tweo mannen op do locomotief hadden plots el-
kaars lichten uit de duisternis zien opduik011 0,1 z0
hadden geweten dat de ontzettende botsing niet meer
te vermijden was.
'De- geweldige schok werd over een grooten af
stand gehoord. De wagens werden hoog tegen elkaar
opgegooid, vulden de tunnel op, terwijl de locopotief
heelemaal naar het andere eind werd opgeduwd over
een afstand van tweehonderd meter. Wonderlijk ge
noeg werd hij! niet uit de rails geslingerd en hij kwam
pas tot stilstaan doordat de luchtrem beschadigd
werd. De machinist werd wonder boven wonder al
leen maar door elkaar geschud, de stoker Lockwood
echter werd van de machine af geslingerd en zwaar
gekwetst. Smith ging dadelijk van de machine af, de
tunnel binnen om den stoker te zoeken. Hij' vond hem
tien. A vijftien mijlen den tunnel in, toen hij probeer
de op te staan. Hij had zich schijnbaar alleen aan
het gezicht gewond. De remmer werd door den schok
van de treeplank afgeslingerd; het geluid van het
kraken der versplinterde wagens klonk in den zwar
ten tunnel in zijn ooren alsof de wereld verging. Hij
was voor 't oogenblik verdoofd, maar toen hij bij
kwam lag hij op zakken; die uit zijn eigen goederen-
wagen met de remmen gevallen waren. Hij werkte
zich tusschen de overblijfselen uit, probeerde met in
spanning van al zijn krachten overeind te komen.,
Hij slaagde er in blokhuis No. 4 te bereiken om te
zeggen, dat ze de treinen van Eastwood moesten op
houden, daar de overblijfselen van den trein hocjg
opgestapeld lagen, letterlijk tot aan 4e zoldering van
den tunnel, en er alle rails versperden. Hij kon niet
door den tunnel heen komen en kon dus niet vertel
len hoe het met de mannen op de locomotief gegaan
was, deze wisten ook niets van hem. De stoker klom
over den tunnel heen'en ging ook naar blokhuis No.
4 om den baanwachter te waarschuwen. Daar vond
hij den remmer in tamelijken welstand. De drie man
nen van den trein wa-ren spoedig weer vereenigd tot
hun eigen niet geringe verbazing. Zij1 hadden alle
drie den dood van aangezicht tot aangezicht 'gezien,
hadden oogenhlikken doorleefd, waarin zij met fatale
zekerheid wisten dat er geen ontkomen meer voer
hen was; oogenhlikken. die tot aan het eind van hun
leven onuitwischbaar in hun herinnering zouden blij
ven gegrifd, maar, waarvan de beklemmende angst
zou worden verzacht en ten slotte weggedoezeld door
het gevoel van eindelooze dankbaarheid voor het won
der dat hun levens gespaard had doen blijven.
KINDERMALEN.
ALS DE MAAN VOL IS, SCHIJNT ZE OVERAL
HANSJE IN DEN KELDER. DE MOEDER
OPDRINKEN.
De geboorte van een kindl wordt, doorgaans met
vreugde begroet. Van de vroegste tijden af zal dit
het geval geweest zijn. Men kan zelfs met vrij groo
te stelligheid aannemen, dat onze stamgroolouders
uit den Germaanschen tijd met nog meer vreugde de
komst van een nieuwen wereldburger begroetten,
dan hun hedendaagsche nakomelingen, die soms
vol zorgen zijn voor de oiïzekere toekomst hunner
spruiten. De Germanen wisten nog niet van al de
drukkende zorgen, die de toenemende beschaving
in steeds meerdere mate heeft gebracht aan de ove
rigens zich gelukkig voelende vaders en moeders,
zoo dikwijls hun een kind geboren wordt.
Met gejuich en gelukwenschen, met uitbundige
vroolijkheid is, vooral in vroegere eeuwen, in de
oudste tijden, de geboorte van een jonge spruit ge
vierd. Met vroolijkheid, dat wil zeggen: met eten en
drinken, met zingen en springen. En dat eeuwen ge
leden de bierkan daarbij de hoofdzaak was, kan op
gemaakt worden uit den naam kinderbieren, dien
men oudtijds aan die feestpartijen gaf. Later, toen
toenemende weelde aan het feestmaal Spaansche en
Rijn softe wijnen het bier deed vervangen, is ook de
naam- gewijzigd en sprak men. niet meer van kinder
bieren, maar van kindermalen.' In de 17de eeuw bleef
het bier bij de rijke burgers slechts een drank voor
den dorst, bij de boeren een feestdrank.
Dit, veranderde aan bet, wezen dier vroolijko feest
malen niets, dat bleef: ^deelneming in 't geluk en
de vreugde van anderen.
Het eerste kindermaal vond reeds plaats nog voor
het kind geboren was.
Aanvankelijk bleef de zwangerschap der vronw na
tuurlijk een zoet geheim voor haar eni haar man. en
de wederzijdsche moeders, zoo die nog leefden. Maar
na eonigon1 tijd moest de blijde verwachting toch we
reldkundig gemaakt worden. Een kernachtig
spreekwoord drukte deze noodzakelijkheid aldus uit:
„Als de maan vol is, schijnt ze overal."
De bekendmaking aan bloedverwanten en vrien
den moest met gepaste plechtigheid geschieden, en
daarom richtte de gelukkige aanstaande vader een
feestmaal aan, waarbij „Hansje in den kelder" ten
tooneele verscheen1.
.Hansje in den kelder" was de naam van een
eigenaardige drinkschaal, gewoonlijk van kunstig
gedreven zilvèr en met een fraai bewerkt voetstuk.
In 't midden der schaal was een hilve holle bol, die
aan don benedenkant eenige openingen had. Boven
bad) de bol ook een openJIng, door een licht dekseltje