De Wereld der Vrouw over een zoo sprekend uithangbord. Baron van P., een der bitterste tegenstanders van do Fransche heerschappij hier te lande, had dit een en ander van een der officieren in 's keizers gevolg vernomen en schreef na de gebeurtenissen van 1815 ^en brief aan generaal Bertrand, die zijn meester in ballingschap volgde, hem in bedenking gevende, om, indien zijn keizerlijke majesteit nog geen naam gevonden had voor de nieuwe woning op St. Helena, die -in herinnernig aan zijn Holland- sche reis „Nooit Gedacht" te noemen, een benaming, waarmee hij zich vroeger zoo geamuseerd had. EEN GEVECHT TUSSCHEN EEN ORANG-OETAN EN *N KROKODIL. Van mijn hoofdbureau ce Batavia had ik een te legram gekregen, dat. ik naar den Sad-jin-gan, op West-Boraeo, toe moest, om daar te onderzoeken, of de grond geschikt was voor het aanleggen van rubberplantage». |(j (fi! |;j, Ik gaf last ,de noodige sterke dragers aan te ne men en den volgenden dag maakten wij ons voor de expeditie gereed. Om onzen weg te bekorten, gin gen wij met kano's den Sad-jin-gan, met des stroom mee af. Opeens hoorden wij een ongelooflijk gebrul, wij brachten onze bootjes aan land en gingen daarna met geladen geweer langzaam voort, om te zien wat er in het oerwoud gebeurde. Een oogenblik stonden wij versteld, want voor ons uit zagen wij een reus- achtigen Orang-oetan, bijkans anderhalve meter groot, met armen van ongeveer twee en een halve meter, die met een krokodil aan het vechten was. Ik klom in een boom om vandaaruit naar den strijd te kijken, en zag hoe de krokodil met zijn langen muil links en rechts om zich hoen hapte, om zich tegen den Orang-oetan, te verdedigen. eMt allerlei sprongen ontweek de Orang-oetan eerst den muil, greep den krokodil daarop van achteren en drukte met zijn achterste pooten den nek van den krokodil plat op den grond. Daarna pakte hij met zijn voorpooten den muil van den krokodil, spalkte hem op en rukte hem uit elkaar. Ten slotte slinger de hij het dier eenige malen tegen een boom tot de krokodil den laatsten adem uitgeblazen had. De OTang-oetan schudde zijn lijf en liep triomfeerend om zich tegen den Orang-oetan, te verdedigen. Met wissen, dat de krokodil werkelijk dood was. Ik klauterde voorzichtig uit den boom naar bo lleden en verstopte mij' achter dicht struikgewas. Door mijn kijker kon ik alles goed zien. De Orang- oetan sprong in zijn nest, 'dat tien meter boven den grond uit takken en gebladerte gemaakt en aan een boom bevestigd was. Hij schepte een oogenblik adem, wreef met zijn pooten langs zijn snoet, krab de onder de oksels en sprong op een manga-boom, om een paar vruchten te eten. Nadat hij zijn wangzakken voldoende met man ga's gevuld had, sprong hij weer in zijn nest. Nu kon ik zijn lichaam goed zien. Hij maakte met zijn lange vingers zijn nest in orde. Opmerkelijk was de kleine duim en zijn vingers waren niet behaard. Terwijl ik hem nog nader stond op te nemen, stootte het bèest een vreeselijk gebrul uit en ver dween in de rimboe van het oerwoud. Wereldkroniek,. DICHTER EN 6-ENERAAL. Turgenjew gold na de publicatie van zijn jachtge- schiedenissen voor een uitstekenden kenner van het dierenleven. Nu was hij in dien tijd. eens op een partij uitgenoodigd, waar ook een koud buffet stond opgesteld. Iedere gast bediende zich zelf en zocht dan een rustig plaatsje op. Turgenjew had spoedig zijn bord gevuld en zich in een stil hoekje terug getrokken. Een generaal, die in vol ornaat op de partij aanwezig was, was echter minder gelukkig. Met zijn volle bord in de hand kon hij nergens meer een onbezet plaatsje ontdekken. Toen hij echter den stil voor zich uitkauwenden dichter gewaar werd, meende hij dat deze eenvoudige burger hem wel zijn plaatsje zou afstaan. De generaal ging vlak voor hem staan en om de opmerkzaamheid van Turgenjew te trekken vroeg hij: „Kunt u mij ook zeggen, wat de mensch van het vee onderscheidt?" „Zeker, generaal*1, antwoordde de dichter, zonder zich van zijn plaats te verwrikken. „De mensch eet al zittenfl, het vee echter doet dit staande!" ONDER GOUDWASSCHERS. Geheel OosUAfrika is vervuld van geestdrif over de nieuwe, groote goudvelden, die aan de Lupari- vier in de nabijheid van Tikuju in het gebied van Tanganjika zijn ontdekt. Verscheidene goudwas- schers zijn ook reeds onderweg naar het nieuwe dorado, maar slechts weinigen zijn tot dusver te ruggekeerd. Thans evenwel is een vroegere Engel- sche majoor, een farmer van de Tenjakolonie, met aldaar verworven goud te Nairrobi aangekomen en heeft een uitvoerige schets gegeven van het leven der goudwasschers in dit nieuwste goudgebied, Vol gens zijn mededeelingen is do reis naar de Lupari- vler, die van Kenja per auto, tenminste eeni week duurt, loonend; zij kost ongeveer 1200 gulden, maar men kan er per jaar tusschen 8600 en 10.000 gulden verdienen. Doch slechts enkele gelukkigen vinden groote hoeveelheden goud, zoodat zij1 met groote sommen gelds den terugweg kunnen aanvaarden. Het goud bevindt zich aan de oevers van twee ri vieren, de Lupa en de N'gwasiba, die 25 KJVt van de Lupa is verwijderd. Tegenwoordig bevinden zich ongeveer 120 mannen in dit gebied, die afkomstig zijn uit alle deelen van Oost-Afrika en uit alle klassen van de blanke kolonisten. De methode van hot goudwasschen is zeer eenvoudig en wordt onge veer op dezelfde wijze toegepast als in do lang ver vlogen dagen van de Californische goudkoorts. De blanken laten den arbeid voor het grootste gedeelte door inlanders verrichten, die een kleine premie krijgen, wanneer zij voldoende succes heb ben. Op de goudvelden zijn geen steden, alleen een aantal kampementen, die bestaan uit. houten hutten met daken van gras. Eenigen van de oudste bewo ners hebben deze hutten voorzien van glazen ramen en van deuren; dat is svenwel de hoogste mate van comfort. Daarentegen zijn rondom de hutten kleine boerenbedrijfjes tot stand gekomen; men houdt koeien, geiten en kippen. Vleesch wordt om den anderen dag door Somsli-kooplieden aangevoerd1 en dan ontwikkelt zich een kleine markt. 'Melk kan in het naburige zendingsstation worden verkregen, en boter wordt aangebracht door twee farmers, die on geveer 30 K.M. verwijderd wonen. Men moet veel geluk hebben om werkelijke schatten te verzamelen, maar ook voor het. overige is het goudwasschen wel toonend en daardoor vooral is het voor menigen avonturier, die eldera toch niet veel te verliezen heeft, aantrekkelijk. De onmogelijkheid, alcohol te verkrijgen, heeft een invloed ten goede op het leven in het gouddelverskamp en men kan des avonds gewijde liederen hooren zingen, die door de inlan ders worden ingezet. Die hebben namelijk in de zendingsschool gewijde liederen geleerd en daar zij zeer muzikaal zijn en mooie stemmen hebben, laten 9+i PARUSCHE MODE. 1 De japon van deze illustratie werd vervaardigd van zwarte travers en gegarneerd met georgette van een korenblauwe kleur. De strip in Het front is aan het einde mei een weinig handborduursel afgewerkt. Een knippatroon is verkrijgbaar onder nummer 293a, in de maten 42, 44, 46 en 48. Kosten 85 cents. De mantel is gemaakt van lichtblauwe velours de laine en langs'kraag en manchetten afgewerkt met langharig grijs bont. De plooien aan de beide zij kanten zijn eenigszins ruim genomen. De sluiting geschiedt door middel van een grooten knoop, doch kan eventueel nog verbeterd worden door eenige idrukknoopen aan den binnenkant -van den mantel. Het knippatroon kan men bestellen onder num mer 294a, in de maten 42, 44, 46 en 48. Kosten 80 ct. MOEDERS EN HAAR KINDEREN. Prentenboeken maken. Een moeder zegt: „Om mijn kleinen jongen, die nog niet naar school gaat, bezig te houden, Iaat ik hem dikwijls uit. de illustraties van de week allerlei plaatjes knippen Zoo heeft hij b.v. al een massa koeien en schapen van foto's uitgeknipt., welke hij: netjes leert opplakken In een goedkoop plakboek. Dit boek noemt hij, zijn „boerderij" en als het vol is, gaat hij een boek voor de „scheepvaart" maken. Met dit werkje is hij altijd in gespannen aandacht bezig; iets dat vooral op drukke dagen voor mij heel aan genaam li." I Nuttige Wenken. 0M EEN GAT IN WEED TE STOPPEN. Om een paar draden in tweed of een andere wol lige stof te stoppen is dikwijls niet gemakkelijk en vooral bij de zware stoffen kan het zelfs moeilijk zijn. Maar onmogelijk is het nooit en elke huis houw kan met een weinig geduld en goeden "wil een resultaat verkrijgen. Mien begint natuurlijk met eenige draden te ontrafelen uit de opslagen of om slagen van don mantel, jas, broek of welk ander ar-< tikel men behandelen wil. Deze draden tracht men zonder breken uit bun voegen te trekken en maakt ze zooveel mogelijk kreukvrij. Nu neemt men een stukje wit papier en legt dit onder het gat of het losgetornde gedeelte, terwijl' men het door middel van een paar spelden op zijn plaats houdt. Tijdens het werken moet men nu opletten of de stof goed plat ligt en ook of er niets verschuift. Nu neme men een hoofdhaar, (liefst een lange) en deze haalt men met een stopnaald dpor de stof over het getornde plekje of over het gat. Daarna stopt men met de uit gerafelde draden het gat over de haar of haren. Hoofdhaar is zeer sterk en het gestopte plekje zal dan ook zeer solide zijn en bovendien vrijwel on zichtbaar. HET SCHOONMAKEN VAN FLUWEELEN HOEDEN. Havermout is een zeer geschikt middel om een vuilen fluweelen hoed schoon te maken. Grove ha vermout, welke met 'n schoone, droge borstel op den hoed gebracht wordt, neemt al het vuil ip zich op. De havermout moet telkens worden verwijderd van den hoed en er daarna weer worden opge bracht, waarbij men slechts te zorgen heeft, dat alle plaatsen goed geraakt worden, daar men anders vlekken of strepen houdt. Na de behandeling moet de hoed. nog eens goed worden nageborsteld om alle sporen van de havermout te verwijderen en de na tuurlijke kleur weer op te halen. GEEN KODDE VOETEN. Het is zeer ongezond om met koude voeten naar bed te gaan en het ware te wenschen, dat men over dit kwaaltje minder klaag#» en er meer tegen deed. In het algemeen moet men waken tegen het koud worden der voeten, des daags evengoed als des nachts. Koude voeten werken zeer nadeelig voor de gezondheid en laten dikwijls niet na een min of meer ernstige ziekte te veroorzaken. Congesties of een catarh zijn niet zelden gevolgen van een slech te verzorging, der voeten, speciaal voor zoover het de koude betreft. Er zijn echter vele middelen om de voeten warm te houden. Men moet natuurlijk steeds zijn aandacht schen ken aan de voetbekleeding. Puntige schoenen zijn niet zoo goed en men doet dan ook verstandig in dit opzicht, niet al te zeer „met de mode mede te gaan." De voeten moeten in ruime schoenen geslo ten zijn, zoodat zij vrij kunnen bewegen en tijdens het loopen ook een weinig kunnen schuiven, Dit bevorderd in hooge mate een goede bloedsomloop. Bijkoud en nat weer zijn dikke zolen onontbeerlijk! Veel wandelen is natuurlijk ook zeer goed en indien men dit niet geregeld tan doen, blijven er nog wel kleine exercities in huis te maken. Des avonds bij het naar bed gaan, als men last van koude voeten heeft, moet men een poosje „hak en teen" oefenen of op den rand van het bed gaan zitten en vlug met de beenen rondzwaaien. Lang behoeven deze oefe ningen niet te duren, daar de voeten zeer vlug warm zullen worden. Dikwijls helpt het wrijven met de handen over enkels en voetzolen ook wel, maar in dien de voeten al te koud zijn, moet men beslist een drukke beweging zoeken, ïn ieder geval moeten zij warm zijn voor men naar bed gaat en men moet voorkomen, dat de koude voeten iets gewoons wor den. Kinderen hebben dikwijls de gewoonte stilletjes hun kousen aan te houden. Alhoewel niet "frisch is dit zoo erg niet, mits de kousen schoon en goed droog zijn. Bij grootere kinderen moet men deze gewoonte natuurlijk tegengaan, maar bij de klein tjes, mag men voor een enkele maai dit euveltje wel door de vingers zien. zij iederen avond de oude gezangen hooren, w&u, mede de goudgravers dan met eenigszins ruw{ri geluiden instemmen. HONDSDOLHEID. Dl lx j ir ou |«|0 0' Teneinde te verhinderen, dat hondsdolheid in 'Eu. geland zal gebracht worden, bestaan er zeer i maatregelen ten opzichte van het invoeren van hoi den. Eyke hond moet onverbiddelijk 6 maanden fc quarantaine, de mooie St. Bernard van Lloyd Geor. ge, al was die toen Eerste .Minister, ook. De Ameri kaansche dames, die Engeland bezoeken, trachten als goede Amerikanen de wet te ontduiken en 1 schoothondje binnen te smokkelen. Op .een goeden dag arriveert weer een boot u|| Amerika, de passagiers moeten de douane passee- ren., Een ambtenaar zegt tegen een Amerikaanse!» dame: 'Mevrouw mag ik U beleefd attent maken het bij de Engelsche wet verboden is honden in voeren 1 De dame antwoordde dadelijk: Maar denkt U wel, ik heb geen hond bij mij, waarop ambtenaar heel leukjes zei: Moet ik dan aannei dat de staart, die achter onder uw mantel uitk< van U is, mevrouw? EVA'S APPELBOOM. Onder de oude botanische merkwaardigheden welke het eiland Ceylon rijk is, bevindt zich ook^ boom, die „Eva's appelboom" genoemd wordt. Deze boom heeft een prachtige bloesem en vrucht ongeveer gelijk aan een appel. Uiterlijl beeft zij een oranje-kleur en van binenn is zij schar lakenrood. Elke afzonderlijke vrucht heeft daarbij, nog merkwaardige kenteeken, alsof er een stuk is uit gebeten. Dit zeldzame voorkomen en ook het feit,dat dt vrucht vergiftig is, heeft tot de meeniqg geleid, dj| men hier te doen heeft met de verboden vrucht het Paradijs. Vandaar Eva's boom. CHARMANTE LIEFDADIGHEID. Jean de Reszke, de beroemde Fransche zan hield er niet van in de concertzaal op te treden, et slechts bij hooge uitzondering was hij! er voor vinden. Eens, toen hij weer voor 't eerst na langen t| ter wille van zijn vrienden en vereerders op Paasch-concert, waarvan de netto opbrengst een liefdadig doel was bestemd, een paar aria's ta beste had gegeven, kwam het bestuur hem in dl pauze dank zeggen voor zijn bereidwilligheid, vaar. aan men een uitverkochte zaal had te danken. Di presidente overhandigde den zanger tevens een iw ren ei, waarin een aantal goudstukken zaten, zijudi het honorarium voor zijn concert. Jean de Beszké nam met een beleefde buiging U\ geschenk in ontvangst, maakte het ei open en Kt- Mevrouw, laat ik beginnen met u hartelijk danh zeggen voor uw vriendelijkheid. Aangezien ik ed 4er iü verband met mijn stemverzorging, alleen V wit van een ei gebruik, verzoek ik u beleefd i\ eeel besteden voor het weldadig doel, wa&rta uw concert dienstbaar werd gemaakt. STAMBOOM! Alexander Dumas père had een grootvader, dii zijp afstamming van 't donkere ras niet verbergen kon. De beroemde schrijver bevond zich eens in gezelschap, toen een jongmensch hem op een vee': te vrijmoedige manier vroeg: Is u meneer Du mas? Om u te dienen. Neem me niet kwalijt is 't waar dat uw vader een mulat was? Omni! dieren. Dus dan was uw grootvader een neger! Om ti te dienen. Ein uw overgrootvader? Een aap meneer. Mijn stamboom begint daar, waar de uwe eindigt! KLEINE BIJZONDERHEDEN. Voor het vervoer van alle menschen op aarde zou den noodig zijn 120.000 goederentreinen, elk van W wagens. De harmonicaspelers op de Parijsche jazz-bandJ verdienen van 75 tot 200 francs per avond. Nederlanders houden, blijkbaar niet erg veel poëzie: zelfs van de allerbeste dichtbundels wortó meestal niet meer dan 100 a 150 exemplaren kocht In de Vereenigde Staten is op elke 6 inwoners auto, in Canada op elke 14, in Nederland op elke^ j in Frankrijk op elke 69; in België op elke 82, I Duitschland op elke 272 en in China.... v op 39675 inwoners. Engeland telt 149 vrouwelijke begrafenisonder mers, 500 vrouwelijke schippers, 23 vrouwelijke J* key's en 73 vrouwelijke bookmakers. Den vorigen winter is in Zweden roode sne gevallen, een gevolg van de aanwezigheid van klfl roode wormpjes in de sneeuw. Het beste plaatkoper voor het vervaardigen instrumten komt uit Frankrijk. 'a Na ihnso n D Mi Een leek, „We Jk oders apte »oog leek Johi A'oi foc .Va i* ftn Kot, ta .W« ,ïk Ah, den 1 in lork: en i De E'ngelsche huismoeders zijn over 't Ind niet erg bedreven in de kookkunst. Te Birmingham ontvangen de chauffeurs, di twee jaar geen ongeval hebben gehad, een daille. Tn 1924 waren er in ons land 134693 dienstb# waarvoor belasting betaald werd. Er waren 21 lastingplichtigsn, die 10 of meer dienstboden den. Te Parijs worden 123388 automobielen geb»*1 Dt 'ei Jn •tn Wn h. •Ml „Zo .0r i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 16