"Wyïberi DERDE BLAD. Van alledei uïi de Men- schelijke samenleving. tegen Pijnen Rheumatiek, Gewrichtspijn, Ischias, Jicht, Griep, Verkoudheid, Influenza, Slapeloosheid, Hoofd- en Zenuwpijn. FEUILLETON. De dingen om ons heen. Zaterdag 21 November 1925. 68sle Jaargang. No. 7746. gïEMMEN UIT *£ET DONKERE WERELDDEEL. Het donkere werelddeel', voor onzen tijd Ia liet Afrika. Ondanks het feit, dat de meest oaroömftel (ptdekkingsreirigers van den modernen tijd zich karteen hebben begeven; daaraan Juin krachten veelar hun leven hebben gewijd, blijft nog- altijd een deel van Afrika voor ons het donkere wereld deel. Waarbij in hot bijzonder Frankrijk, maar vooral 'Enge.and economische en politieke belan gen heeft Geen wonder dam ook, dat Minister Tho mas, die het Departement van Koloniën te Londen' beheerde in den tijd van hot Labour-kabinet. een Commissie uitzond, bestaande uit "drie Parlements leden, die de drie partijen in het Engelsche Parle ment maar drie, Is dat geen ideaaltoestand vertegenwoordigden, om een onderzoek in te stellen naai- de problemen, vooral op het gebied van de inboorlingeiripolitiek, die zich in Britsch- Oost Afrika voordoen. Vijf verschillenden aaneen- grenzende gebieden heeft het onderzoek dezer Oom missie, dat nu bekend is geworden en belangwek kende bijzonderheden aan Jiet licht heeft gebracht bestreken, liet Noordelijkst liggen üganda on Kenya; het Zuidelijkst Nyassal'and en Noord-Bho desia; tusschenin het groot© gebied van Ta/ngaoyi- ka, dat vóór den oorlog Duitsch was en bekend stond onder den naam van Duitsch Oost-Afrika. Tezamen hebben die 5 gewesten een oppervlak van vele malen dat van de Britseho eilanden, en de be volking wordt geschat op 12.000.000. Hot rapport van de drie Parlementsleden hooft de aandacht ge- trokkon. De pers heeft tijd gevonden om, bij al d© problemen, waaraan het in het over dein aardbol verspreide Britsche rijk nooit ontbeekt, een oogen- blik stil 'te staan bij die van Oost-Afrika. Een van die vijf gewesten is trouwens al' lang het middel punt van een zekere politieke aandacht, meer ver moedelijk dan liet zelf zou verkiezen. Dat is Kenya, en wat de oommissie daaromtrent te. ver tellen heeft gehad, is ai aanleiding geweest tot een debat in liet Hoogerhuis. Maar ook do andere vier koloniën, die niet zoo aoute moeilijkheden op leveren, zijn het onderwerp van voel discussie en besohou wiegen. Midden-Afrika, waarvan heel1 de Oostelijke helft in Engelsehe handen is,, terwijl' de Westelijke helft door Frankrijk, België en Portugal gedeeld wordt, is nieuw land bij uitnemendheid. Een genferatie terug' en het was het donkere, onbekende, dat voor do buitenwereld njot bestond, waar negerstammen elkaar eindeloos bevochten, geteisterd door kauii- buJisino i*ii wioectaardig bijgeloof. Nu heooan ae blanken er orde en rust gebracht en de vruchtbare bodem begint oogsten op te leveren, die •aeqccil 111 op do wereldmarkt. Koffie, mais, koren uit Kenya, 'katoen uit Uganda, planteuoiie, rubber ©n wat al mef. Tiet productievermogen van die streken bLijkt rerbazena te zijn. Laucashire rekeuit al op fien om tb leemte te vervullen, die het geleidelijk afnemen van den katoenuitvoer van Amerika in dan laat- Bterv tijd veroorzaakt heeft ook de landen on. middellijk grenzende aan de vijf gezegde Dost Afrikaansche koloniën, de Soedan ten Noorden en Znid-Rhodesia ten Zuiden, blijken geschikt voor den katoen bouw, ja men gelooft, dat (te tijd niet ver is, waarin Amerika voor zijn eigen katoennij verheid een deel van de grondstof uit Oost-Af rika aai betrekken. Tot zoover is het alles heai mooi. Maar de me daille heeft oen keerzijde. Het leven is voor de inboorlingen veiliger en rustiger geworden- ln» som mige stroken, waar zij zelf als planter optreden, is hun welvaart ook treffend. En toch hapert eer iets. Volgens de boste berekeningen neemt de neger bevolking in heel dat gebied af. Datzelfde ver schijnsel doet zich in don Belgischen Kongo voor. Do slaapziekte, die door de beruchte tse-tse vlieg verspreid wordt, is niet alleen nog lang niot bes dwongen maar tast gedurig nieuwe districten aan. Er wordt voor de bestrijding van die en andere 1500 Dokters-attesten In 6 maanden. Togal-tabletten kssstn het urinezuur op, het gif dat gewrichten of •pieren stijf en gezwollen maakt, en de verschrikkelijke pijnen ver oorzaakt. Togal-tablettcn verdrijven de hevigste pijnen, maken ge wrichten en spieren weder los, lenig en normaal, en genezen U gega randeerd. Doktoren en publiek - ziju eenparig in hun lof, alle uttcsten beschrijven Togal als een snel en zeker werkend geneesmiddel tegen In klinieken is door doktoren de samenstelling der Togal-tabletten onderzocht en beproefdde groote geneeskracht en pijnstillende werking van het preparaat Is daar gebleken. Verrassende resultaten werden door vele doktoren verkregen, zelfs in gevallen waar andere middelen volkomen faalden. Togal wordt voor het lichaam nimmer behoefte, is geheel onschadelijk en gemakkelijk in te nemen. Groote geneeskracht Dr. F. Q, te K. schrijft; Voor mij en voor mijne patiënten is het een buiten gewoon aangename gewaarwording de pijnstillende werking van dit prachtige ge- necsmiddel mede te maken. In vele ge vallen is de snelle genezing verbijsterend." Absoluut pijnverdri]vend Dr. E. fe S. schrijft: „Tot nu toe heb ik Togal bij gevallen van rheumatiek en ischias dikwerf voorgeschreven en daarbij merkwaardig snelle genezingen waar genomen." Soortgelijke attesten bereiken ons dagelijks, ook van particulieren. Dit helpt Stop nu eens eindelijk met het slikkeD van minderwaardige preparaten die Uw gestel sloo- pen en U toch niet genezen. Togal Is het eenigste genees middel dat ziekten, door koude vatten ontstaan, direct bestrijdt en geneest, Togal lost het urine zuur op, weert koorts en kal meert de zenuwen. Bij alle apoth. en drog. f 0.80 en (3 X gr.Jf 2.- Dat niet Importeur: Pharm. en Chem. Groothandel A. J. AMEYE, Amsterdam wenselijke ziekten, waaronder tropisch Afrika lijdt, wol v«eoi gedaan, maar volgen» do commissie der drie Parlementsleden nog iniet genoog. Meer overleg tusschen de onderscheiden koloniën raden /.ij aan en zij maken melding van één beschamend feit. liet beroemde \verenscnappeiijke Araaiu'-instituut staat leeg en verlaten. „De laboratoria gesloten, de. kost bare inrichting ontmanteld, do woon vleugels aan het vervallen, de schitterende en met geen geld moer te bctaien verzameling boeken en wetenschap pelijke aanteokeningen en specimina en praeparaten ongebruikt. In plaats van do vijf kolo men in het bijzonder en heel de wetejibeJiappelijke wereld: in het algemeen met bijdragen bot dq kennis van tropische planten, bodemgesteldheid, insecten te verrijken, zendt het tegenwoordig niets anders uit dan stiuverspakjes met zaden". Dat instituut dagboeken t uit den Duitschen tijd.... Maar de ernstige moeilijkheid is gelegen in de verhouding tusschen de inboorlingen- en de blanken, en zij concentreert zich in liet algemeen tropische, maar wei specifiek Amerika ansche arbeidsprobleem. De negers zii niet gewend aan geregelden arbeid, Vanouds was het zede dat de mauinen zich klaar hielden voor den strijd en don veldarbeid overlie ten aan de vrouwen. Nu er voocr hun krijgshaftig*- heid geen afzet meer ,te vinden is, zijn de iaanjAetij tgch nog geneigd hiuln dag .liever te verluieren dan zaoh met geregeld werk in te spannen. De blanke re geeringen berusten daar niet in, de Engelsqh© zoo oiin als de Belgische eii Fraiiseho. Zij heffen een hoofdelijke belasting, die ten doel hoeft den werk lust te prikkelen en omtrent hot beginsol van die politiek bestaat weinig verscliil' van moering. Zij wordt ook in het rapport van de drie Parlements leden goedgekeurd. Maar daarmee is de eigenlijke 'mooiMjjdieia niet opgelost. De inboorlingen: hebben in veel gevallen van de zegeningen van het blank l>ewind, aafc orde en reohtszekerheid schept*» geprofiteerd door zelf op eigen l'and voor de groote markt te gaan werken. Dat zien de Europeesohe ba- dei-nemers, die hun. kapitaal1 in die streken gewaagd heblxm, met leede oogen aam Zij bobben goedkoope arbeidskrachten .noodig, elk jaar meer, en als do inboorling de kaai» heeft oin .zelfstandig te werken, gaan de foonen de hoogte in. Tekort aan arbeids krachten belemmert het Europeesch kapitaal! in heel' dat gebied, ma.ar nergens doet zich da,t zoo scherp gevoelen als in Kenya, waag zioli op de gezonde hoogvlakten in de laatste jaren een paar duizend Encolsche kolonisten .neergezet hebbenfc Die menschen verkeeren in oen uiterst geprikkel de stemming. Zij wijten hum. moeilijkheden aan de humanitaire politiek van. de rogeeriiog, die hun .be langen, inaar zij beweren, altijd bij die van de ne gers achterstelt. Een jaar of wat geleden hebben zu zingen aangewend om het bestuur van do kolcmive handen te Krijgen, maar In het mooier land wist men waarom hel nun te doem. was en in 1923 heeft de regeering uitdrukkelijk verklaard, dat zij zich verplicht achtte de toekomst van de kolonie voor de oorspronkelijke bevolking te reserveeren. Nu worden de blanke inederzetters van..hoogerhand niot tegengewerkt. Er wordt andei-ziids dikwijls genoeg kritiek geoefend op de gemakkelijkheid waarmee hun land wordt toegekend. Maar zii zelf vinden dat het bestuur hun aan goedkoop© arbeids krachten behoort te helpen. Zij geven bitter af op de zelfstandige inlandsche landbouwers, die niet economisch iverken en die van de kolonie nlooit zullen maken wat rij er van zouden kunnen maken als men het hun maai* niot zoo moeilijk maakte om aan koelies te komen. Zij hebben het vooral pp Engelsche ambtenaren begrepen, „jongelui van de universiteit, gedrenkt in democratische en socialis tische begrippen", onhandelbare jongemannen, die, gedreven door bolsjewistische en anti-blanke denk beelden, tegen de bedoelingen van de regeering in gaan.7 Zoo spraken kolonisten op de vergadering die zij zelf georganiseerd hebben, toen hun koloni aal zelfbestuur geweigerd werd. Er waren er. die trouwens ook die de schuld in Engeland zochten, waar de regeering zich nog steeds door „the inou- coufcrmist concience7' zou laten leiden. - lader-daad zijn de kolouilsten van Kenya ia hot Parlement meer da,n eens aJLeronvriend(.Jijkst be sprokon en er zijin, het moet gezegd, schandalen ont huld van de behandeling die sommigen hunn'or zwarte arbeiders deden ondergaain, waaruit men zou afleiden dat ©enige ambtelijke bescherming van de negerbevolking geen overdaad was. Dc dn© parlementsleden ziin nu weliswaar teruggekeerd met zeer gunstige berichten omtrent het algemeen karakter van dlo nederzetters en in het Hoogerhuis, waar een debat over heel de kwestie gehouden is, heeft Lord Balfour het uit naam van do rogeeriing nog eens uitdrukkelijk voor hen opgenomen.. Zeker zou het onbillijk rijn de vergrijpen van onkelen' op heet den stand te verhalen en er is door, die menschen iin korten tijd een onjtginningsiwork ver- richt, dat er zijri mag. Maar als men ai toegeeft dat zij aanspraak ,mo- Sen maken op de sympathie va/n hun lUndgenooton, an is daarmee nog niets uitgemaakt omtrent de. politiek die ton opzichte van de negers gevolgd moet worden. Niemand zal 'hier durven betoogen wat or in Kenya ook aan het geprangd gemoed van don blanken nederzetter e-n enkele maal moge ontsnappen dat men do negers tot loorldion-t dwingen mag, omdat de Engelsche planters ander hun Tand niet rendabel weten te maken, of zelfs omdat op die wijze de kolonie het best ten bate van de wereldmarkt productief gemaakt kan worden. Maar men kan betoogen, dat net voor de negers zelf beter is als men hun dienstnemen op plantages aanmoedigt. Dit nu wordt, zij 7t niet heef nadrukke lijk, betoogd in het rapport van de drie Parlements leden. Dwang wordt verworpen. Maar er wordt beredeneerd, dat „aanraking met blanke neder zetters, als vertegenwoordigers van een hoogere beschaving, nuttig i9 voor de inboorlingen- Ai& dat inzicht inga.ig vond, zou het bestuur niet meer hoeven te doen dan zelfstandigen landbouw van de zwarten tegen te werken, door belastingstelsel, grondwetgeving, ©nzoovoorts: dat zou „dwang7' ge noeg zijn om het doei' te bereiken. Een van de drie rapporteurs, en bevreemdend genoeg niet de „labour7'-man, maar de liberaal, maakt zioh in een afzonderlijk onder teekend. naschrift echter van die beschouwing' los. Aanraking met blanken op de wijze als hier bedoeld, werkt, naar het oordeel van veel ambtenaren en zendelingen, enkel deraocrati- seerend en Ontbindend op het maatschappelijk leven van den inboorling. De tegenovergestelde politiek van j,tribal contror' verdient daarom aanbeveling"- Het is de politiek die toegepast is in de Weofc-Afri kaansche koloniën en daar is gebleken dat met behoud van het traditioneel© leven van de negers tevens „een veel1 groober voortbreagst van land bouwproducten voor uitvoer verkregen kan warden dan onder eanig stelsel' van blanke nederzetting cxf Hoe men deze kwestie, die wel spoedig een poli tieke kwestie zal' worden, tot oplossing brengt, is nog niet te voorzien. Er ritten daaraan verschil lende kanten vast, die in bovenstaande uiteenzet tingen, ooitleend aan een Engelaohe correspondent tic van bekwame hand iin een onzer Indische bla den, wel blijken. Natuurlijk is deze correspondentie niet geheel en al' zoinder eenige ironie; meni zou vergelijkingen kunnen trekken tusschen wat in Brifcsoh Oost-Afrika en b.v. in Onze eigen gebieden ver over zee blijkt. Wat echter niet behoeft te geschieden, omdat, een en ander op zichzelf al vol doende belangwekkend ié. Tabletten, Tabletten, tegen hoest Oorspronkelijk roman door LOUISE B. B. 10 „Je vergeet", zei 'Betty, ijrig: „dat ik een van Eysingen ben V' „Ja juist, en daarom hen jij een freule en ik olijf zoo ordinair mogelijk ©on juffrouw! En toch hebben wij dezelfde moeder. En nu weet ik wel, ik oen uiterlijk een echte Bartels, maar het water j'ftn de zee .wascht niet af dat mijn moeder een barones is. Een Hoogduynen oog wel! Dat feit heeft me mijn. geheel© leven plezier gedaan, en oo meer dan ooit. Ik houd van de Hoogauynens, ik aweep met ze, vooral als zij donkere oogen hebben oen snoreen lange snor, zacht als zijde. ben ik dol op, op een Vrijer met een snor!7 «n moest Betty toch even lachen: „Kind, je ratelt als een bliksemslag!- Je extase heeft tot basis om vage herinnering en oen pórtret...., een, stukje carton.7 •.0, lach maar! Wacht tot dat ik hem zie van ^gezicht tot aangezicht. Dan ben ik zeker weg.... Wedden?' ..Bank je,7 zei Betty en rommelde in do laatjes' Van haa.r werktafeltje: „de zaak is feitelijk te ernstig om als ecu relletje behandeld tte worden.7' „Boe-oeh....kwam Bietje. „Preek je weer? En wat zoek je daar toch in dien donkeren hoek?7' „liet strengetje gouddraad, dat ik vanmiddag Kocht omdat ik er niet genoeg van had.7' „Neen, maar.... ezelskop! Kijk* wat haal ik hier °Mer je werk vandaan!7' Triomfantelijk hield rietje een dun pakj'e in wit vloei in de hoogte, waarin het schijnbaar vermiste gouddraad wals .Och, zei Betty, nu weer geheel zich zelve, rus- haar plaats innemend onder het lichtrier lamp: „tiat komt van .al ons gebabbel; Iaat ons toch voortmaken, wij komen nooit klaar!7' Zij begon weer ijverig te werken. Ln een heele poos was het weer stil in die groote Kamer, waar de twee meisjes met gebogen hoofden jjten over haar handwerk, dat af moest voor den leosMag van morgen. „fesjjt....!7 Weer was het Fietje, die do stilte verbrak. in a ^stordei1 gespannen, de naalden oohoudenfl im'ia (^rpu rus*w»de handen, de gozichtcji, jnet u'^ruku-ing. gokeerd naar de doui*. Vv«r- ©h]k.kraakten voetstappen op de trap..... TOera het rijwiel destijds zijn groote populariteit begon te krijgen, smeedde iemand de gelukkige term van „rijpaard der democratie". Dit woord is dadelijk ingeslagen en is gangbaar geweest in vele landen tot fiets het in populariteit begon af te leggen tegen het motorrijwiel en de^ kleine auto. Nu is geloof ik de Ford de Rolls-Royce van den kleinen man. Of iets dergelijks. Niettemin is de gedachtegang van dit gevleugeld woord gebleven, omdat de uitdrukking zoo juist en pregnant was. Naar analogie zijn, toen de DTeadnoughts en Su~ pierdi;eadnougbts voor kleine landen onbetaalbaar werden, de duikboot 'en het watervliegtuig het vecht- wapen van den kleinen man geworden. Men kan er betrekkelijk dan overal mee ko men. Kan er in gegeven omstandigheden even secuur mee moorden en vernielen als met 'n Ilood of Iron Fietje vloog op, gierend van pret, liep hoen en weer met haar ineengefrommeld haadv.vrk, zoe kend naar een goede schuilplaats er voor; einde lijk stopte zij het achter een der overgordijnen., Betty, bedaarder, wist zoo gauw niet weg tq ko men met het hare, een voetenzak, omvangrijker dan de pantoffels waaraan. Fietje werkte, liet met plots besluit allés van haar schoot glijden onder de tafel en trok er het tafelkleed overheen; Zij bleef zitten, ongewoon oiiledig, evenals Fietje tegenover huar, die maar niet tot bedaren kon komen van het proestende lachen. Harde voetstap pen kwamen nader. „Dat is niet vaders slepende stap! zeide Betty eindelijk. „Noen. t is Jaap maar!7 zei Fietje. tegelijker tijd word de kamerdeur geopend en trad Jaap b.u- nen. Uitbarstend in wilde vroolijkheid, terwijl Betty wachter meelachte om beider schrik, riepi Fietje: „Nu, broertje, daar heb je ons.een konden schrik op 't lijf gejaagd!7' „Wat is er dan?7 vroeg -Jaap met zijn rustige stem. zwaar stappend naar de tafel loopend. Tot alle antwoord bukte Betty zich'onder tafel, dook het groote pak op, waarin haar handwerk geborgen zat. terwijl Fietje in drukke-vroolijkheid het hare weer terughaalde van achter zijn schuilplaats. Tri omfantelijk lachend toonden zij de smokkelwaar aan Jaap, die als altijd met geheim genot luister de naar den zaohten lach van Betty, met dien klank er in als van zilveren klokjes, zooveel voller, me- lodieiiser klinkend dan Fietjes hooge, schrale, nog kinderachtige .lach. Even lachte .Taap mede:. „Ik vind jullie erg schrikachtig", zeide hij, tusschen de 'beide meisjes in plaats nemend aan dc ovale tafel, en reikend naar de couranten die nog dichtgevouwen op een hoop lagen op het donkerrood© tafelkleed. „Het is wel theetijd, maar vader blijft immers toch bo- <ven, en vooral' vandaag daar kan je op aan.'' Jaap's stem klonk somber. Maar Sof ie, bedrij vig, zeide: „En al blijft hij boven, wij mogen toch wél even rusten, zou ik meonenOef je .wordt wee van al die kleine priegelsteekjes. Weet je wat Betty, ik ga even naar boven, mijn boek halen!' Softe, druk en in levendig beweeg van blond haar en rood© blouse, verdween uit de kamer. Een opvallende stilte versomberde plots de kamcrruim'- te, Betty drukte onwillekeurig, zoodra Botje de deur achter zich dicht sloeg op net el'ecti-JScsli bellet- tjo dat van do lamp afhing. Zij hervatte dadelijk jiaar werk. Jaap verdiepte zich in de courant..Hot dienstmeisje kwam binnen met ae theestoof, die zo naast. Betty neerzette. Uit h**t buffet haalde zij het thi^eblar) en plaatste het onder hot bereik van Bet- f.v's haM; toen vroeg zij, bescheiden: „Nog wat, 1 ixeuie?" „Neen, 'dank je, Maria", antwoordde Betty na eem'ir nadenken; het speet haar dat zij «iets wist om het verblijf van het dienstmeisje in de kamer te rekken. Zij spiedde naar Jaap, die, als altijd wdinig spraakzaam, met de armen, geleund op tarel, de courant opengespreid voor zich,strak zat te lozen. Toch scheen dat stroeve gezicht met zoo hopeloos verdrietig als de yorige dag-en, maar zij vroeg niets, zwoeg gaarne, omdat zij vreesde, den klaren blik zijner grijze, oogen, zoo scherp, zoo dringend op zich gevestigd te zien... Wat bleef Fietje lang weg! Die was stellig, ouder gewoonte, boven, leunend tegen kast of tafel, iu haar boek verdiept geraakt en vergat nu de wereld om zich. Zij werkte ijverig voort, toen zij opeens zonder 'óp te zien, Jaap's blik op zich gevestigd voelde. Dieper nog boog zij het hoofd. „Betty?'' Zij schrikte, moest wel opzienin de heldere grijze oogen, met dien stil teederew blik er in, die zich daarin, genesteld had. De voort durende angst, dat hij ten tweeden male woorden zou spreken, die haar bedroeven en hem verbitte ren zouden, overmeesterde, haar weer. Een verlichting was het, toen hij met buitengewoon stemgeluid vroeg: „Betty, wat moet ik morgen geven aan vader?7' Zij glimlachte: „Maar Jaap, dat is toch jou zaak! Weet. je mets? Nu, ik ook niet. Vader heeft/ zoo alles, zoo weinig sohik in iets nieuws tegenwoor dig.... Het eenige wat morgen ontbreekt zijn eigen lijkbloemen.77 0 Bloemen? Moet ik die geven aan vader? Bloemen van een man aan een man! Betty, dat. is niets voor vader en mij!7' „Ooh, je hebt gelijk. Maar ik weet heusch mets anders. Het was ook eigenlijk....7' „Wat eigenlijk?7' vroeg hij dringend, toen zaj aarzelend zweeg. „Ocli niets, eigenlijk een idee een behoefte vain mij. Er zijn in zoolang geen bloemen m huis ge weest en het is toch een feestdag morgen; ik kreeg zoo oen verlangen naar bloemen..... I Maar je hebt gelijk, het zou awaas staan, als jij ze gaf, en vader zal ze niet'eens begeer en.7' „Ik*zal zorgen, dat er morgen bloemen zijn, ot vader er blij mede is-of niet?' antwoordde Jaap, en hij voelde zich beloond door den verheugden! glans op Betty7s gezicht. Zij dankte hem met ©en blik en nam naald en draad weer op. Jaap ver diepte zioli in de courant. Zij zwegen weer. Eindelijk kwam Fietje binnen, met haar open geslagen bfvek in de hand. Zij zotte zich dadelijk op haar plaats tot lezen neer. Betty schonk de thee in, reikte ieders kopje aan- Juist wilde zij weer gaan zitten, toen Jaan olotwiing van houding veranderd^ een gesmourden vloek oreveM», die oogen do1* l beide meisjes op hein deed richten. Het was Betty die kort een blik opving, onbewaakt, vol liefde, maar met nog meer onrust erin. Zij schrikte, kon het beven harer handen, den blos van haar wangen niet onderdrukken, toen het volgend oogen blik! Jaap.voorlas: „Aan baron R. O. van Hoogauynön, legatie-attaché fe Rome, is een maand verlof toe gestaan.7' En zij wist niet waar zij zich bergen moest, want zij voelde hoe Jaap haar plotselinge ontroering gadesloeg.... Dankbaar was Betty, dat ditmaal het onstuimige zusje uitriep: „Zie j'e wel, dat ik gelijk had, nu hoor je het officieel.7' waardoor de aandaoht van Betty werd afgeleid. „Nu komt Ruud toch vzeker! Hij is er al misschien...., nicht Elize sprak zoo iets van een nachtreis... O, zalig... dol!7' „Jij".!' antwoordde Jaap verbaasd, „wat behoef juist jij je aan te stellen als Rudolf overkomt, dat vat ik niet!7' Maar.Fietje lachte luider nog in haar zenuwach tige bb'jdschap: „O, jij weet uog niets, Jaap, ik heb het alleen nog maar aan Betty verbeid! Maar hoor eens, ik word verliefd op Rudolf van Hoog duynen! Ik ben het al, op mijn herinnennglan aan hem, op zijn nieuwste portret.... op zijn mooie snor, op zijn baronschap! Smoorlijk word ik' op hem1, zoodra ik liem weerzie, dat beloof ik plechtig.7 Jaap, met verbazing in zijn grijsblauwe oogen, hield zijn blik voortdurend op Betty gevestigd, maar deze zat. diep gebogen het mooie kopje, in hulpelooze ontroering, met bevende vingers den zijden draad werktuigelijk te halen door het blauwe laken van. haar handwerk. En niettegenstaande de pijn der jalouzie plotseling zijn^ ziel doorsnerpte, overmeesterden hem1 een yreemdé drift en woede, waarvan hij. zich geen rekenschap kon gevefti, en die hem tegen zijn.wil dwong, tegen het jongja, gezonde, luidruchtige kirid, in die brutaal ldeurigo blouse, dat in dartelen overmoed en onbewust egoïsme trap te op de teere ziel van wat hem het liefste was op de wereld, ruw uit te vareu: „Je kakelt als een) kip zonder kop, houd toch je snater!'" Fietje lachte luider, overmoediger nog: „Och wat, buffel., Waar bemoei jij je nu mee! O, t is waar ook, je hebt van kina af aan niet goed cmet ^Ruud kunnen opsohieten! Nu, jullie zijn ook anti poden, jij en Ruud. Zeg, is dat omdat, hij zoo'ni knap uiterlijk heeft en baron is? Ben je bijgeval jaloorsöh van hem?7' Jaap sloeg op de tafel, zoodat de courant onder zijn vuitslag ritselde en -de theekopjes rinkelden: „Zal je eindelijk ophouden met je kinderachtig ge kwaak, over Rudolx Hoogduynen! Hij en ik staan boven jou idiote veronderstellingen, begrepen, klein wicht I7' „Roe-oeh!7' kwam Fietje nog even, alleen om te toonen. dat zij niet bang was het laat>te woord te eisohen, ofschoon zij innerlijk in haar schulp

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 9