ROMMELKRUID.
De Wereld der Vrouw
Ware woorden.
Even Lachen»
Leer uw kinderen nooit onnuttigs dingen te koo-
pen, alleen omdat zij goedkoop zijn.
Wie oordeelt zonder de tegenpartij gehoord te heb
ben, handelt onbillijk, zelfs als hij billijk geoordeeld
heeft.
Als men het naakte leven niet aan kleedt met het
verwarmend kleed! der idealen, dan wordt het ijzig
koud en doodskil.
I
Voor twee dingen moet men zich in het wereldsch
verkeer wachten, belachelijk en beklagenswaardig te
xljn.
Het oog van den meester verricht somtijds meer dan
«ijn belde handen.
kennersblikken bestudeerde hij de spijskaart en be
stelde na rijp beraad soep met sneedjes geroosterd
brood. Dadelijk werd ze gebracht, want Bemard: was
spoedig in Nizza bekend geworden en zoo'n gast
moest zorgvuldig bediend! worden. Opmerkzaam be
schouwde Bemard: de dampende soep, wenkte dan
den kellner en zeide met zijn neusstem:
Deze soep kan ik niet eten.
De kellner mompelde, dat het hem speet en vroeg
den humorist, of hiji soms andere soep wenschte.
Zooals je wilt, antwoordde Bemard.
De kellner noemde achtereenvolgens verschillende
soepen op: schildpadsoep, boonen_, eiersoep, lente
soep.
EEN PASSENDE VRAAG.
„Kijk, daar heb je zeepaardjes! Zouden die ook
door auto's vervangen worden?"
ZOOALS DE OUDEN ZONGEN.
..Zullen wij vader en moeder spelen?"
„Neen. dat kan niet, moeder heeft gezegd, wij mo
gen geen leven maken."
VOOR DE VORIGE GENERATIE.
„Kijk 's, moeder, wat ik daar gevonden heb. Wat
kan dat zijn?"'
..O. dat is een haarspeld, mijn kind. Breng haar
maar gauw naar je grootmoeder".
DE REKENMEESTER WEL.
Pas aangestelde jongs+e bediende (die een lange
kolom ciifers aan zijn patroon heeft overhandigd): „Ik
heb ze tien keer opgeteld, mijnheer."
Patroon: „Je bent 'n beste jongen".
Pas aangestelde jongste bediende (hem nog een
papiertje gevend): „En hier zijn de tien uitkomsten
mijnheer."
I
SAMEN IN DEN SPOORWAGEN.
Moeder: „Als je nou niè uitscheidt mit' dat raampje
op en neer te trekken, zei ik de man van de karetjes
roepen."
Zoon: „Ja, en dan zal ik 'm vertellen dat ik nie
meer voor half geld mag reize.".
AAN HET VERKEERDE ADRES*
Reiziger in kwakzalversmiddelen: „Kijk eens, meA
neer! Hier hebt u onze wereldvermaarde elixer. Na
gebruik van één fleschje garand eereri wij, dat u
heelemaal verjongd bent en zingende aan uw werk
gaat."
Heer des buizes: ,,'n Mooi iets zou dat zijnik
ben bedienaar ter'begrafenis!"
PRETTIGE WAARDEERING.
,,Tk weet niet., of ik schilder of dichter moet wor
den!"
„Wordt schilder f'
„Heb je mijn schilderijen gezien?"
„Nee, maar ik heb je gedichten gelezen!"
EEN SLIMMERD.
Keizerin Elisabeth van Rusland, overleden in 1622,
had een lijfjager, die Gawrila hqette. Hij 'was een
grappig jongmensch, door wien de keizerin zich gaar-
ne\ de waarheid liet zeggen. Op zekeren dag, toen
Gawrila naast de keizerin reed, nam hij een tabaks
doos van berkenschors uit den zak, om te snuiven.
Schaamt ge u niet, Gawrila, zei de keizerin,
uit zulk een doos te snuiven? Giji zijt toch lijfjager
van de keizerin.
Moedertje, zei Gawrila, ik heb geen betere.
Dan antwoordde Elizabeth, zal ik u een gouden
doos cadeau gevent.
Eienige maanden gingen voorbij1 Gawrila had zijn
doos nog niet gekregen. Waarschijnlijk had de keize
rin haar belofte vergeten. Op zekeren dag toen
Gawrila over de plaats ging, zag hij; een troepje
dienaren, die twist hadden. Hij kwam naderbij1 en
hoorde, dat de gerechtigheid en de waarheid het on
derwerp van het gesprek waren.
Och wat waarheid, wierp de lijfjager er tus.
schen, die bestaat niet. Zelfs de1 keizerin liegt.
Allen deinsden bij deze drieste woorden ontzet te.
rug en natuurlijk kwamen ze heel spoedig de kei
zerin ter oore.
Elisabeth liet den lijfjager roepen.
Waarom heb ik dan tegenover u gelogen, Gaw.
rila? vroeg ze.
Wel, antwoordde Gawrila, u hebt mij' een
gouden doos beloofd en tot nu toe hebt u ze mij' niet
gegeven.
Je hebt gelijk, ik heb het totaal vergeten, riep
de keizerin uit en keerde spoedig met een zilveren
zwaar vergulde doos terug, die zij den jager over
handigde.
Gawrila nam de doos, schudde het hoofd en zei
Het is niet precies in orde; u hebt mij een
gouden doos beloofd: en nu krijg ik een zilveren)!
Werkelijk, je hebt de waarheid boven alles
lief, zei Elisabeth, ik moet je dus een echt gouden
geven. Geef mij de eerste terug.
Neem moedertje, was1 het antwoord), wat een kei-
i zerin weggeeft, wil ze niet terug hebben. Tk kan im
mers deze voor de week houden en de gouden voor
de feestdagen.
Lachend gaf dé keizerin hem ook daarin gelijk en
haalde hem een gouden.
HIJ HAD ZE TE PAKKEN.
De Fransche humorist Bernard vertoefde een
maand' aan de Riviera. Op een avond dineerde hij
een der voornaamste restaurants van Nizza; met
Zooals Je wilt, antwoordde Bernard gemoedelijk
De kellner brengt lentesoep. Een poosje later word)
hij weer geroepen.
Wilt u den hotelhouder vragen, even te ko
men?
Deze verschijnt* en buigt als een knipmes.
Meneer, ook deze soep kan ik niet eten.
De hotelhouder zegt wanhopig:
i Maar meneer, ik verzeker u, dat zich nog nooit
iemand heeft geklaagd, wij) hebben een uitstekenden
kok en ik begrijp niet. hoe da t voor kan komen
Juist heeft iedereen deze soep zoo bijzonder lekker
gevonden.
Ik heb ook niet beweerd dai, d'e soep slecht is,
hernam Bernard vriendelijk. Ik zeg slechts, dat ik
haar niet kan eteni^omdiat ikgeen lepel helb.
[»t jBC
het e
du
icheu
opt.
en del
It. De
trekl
ier lui
(jeep
.tingr 1
hting
geu d
(ds gt
)f
koningin
PARUSCHE MODE.
Op- d,e linkerzijde van deze illustratie is eeni avonds-
japon van licht gcroené crêpe romein over een zilver
tissue onderkleed) afgebeeld Zeer fijn "zilverdraad is
gebruikt voor het borduursel op de ceintuur en die
smalle banen op dep. rok. De ceintuur wordt vast
gehecht; onder een grooten gesp, welke eveneens
van crêpe romain en zilverdraad vervaardigd werd.
Een knippatroon voor deze bijzonder fraaie japon
is verkrijgbaar onder nummer 296a in de maten 42,
44, 46 en 48. Kosten 85 cents.
De andere japon is gemaakt van zijden, georgette
in twèe tinten blauw; de donkere tint werd) gebruikt
vóór de zijbanen en de sjerp. Rijk borduursel van
gouddraad of goudkleurige zijde vormen een reeks
bloemmotieven boven de izijbanen en op' een der
schouders.
Het knippatroon voor deze japon is verkrijgbaar
onder nummer 297a in de maten 42, 44, 46 en .48.
Kosten 85 cents.
MOEDERS EN HAAR JpNDEREN.
„Vader's thuiskomst"
Een moeder zegt:
„Nooit zal ik mijn kinderen dreigen door te zeggen,
dat ik hun ondeugende streken aan vader vertellen
zal, als hij thuiskomt. Ik*wil dat zij des avonds vader
met vreugde in huis halen en niet zijn komst met
vrees tegemoet zien. Mijn man en ik, wij begrijpen
beide hoeveel wij in het belang van onze kinderen
tooeten doen) en om hun opvoeding, van waarde te
doen zijn, is noodig dat zij van ons houden. Niet air
leen van mij, maar ook van mijn man*'1
Nuttige Wenken»
HET GEBRUIK VANf HOUTSKOOL.
Vleesch, dat men enkele dagen bewaren wil alvo
rens het te braden;, blijft goed frisch als men het
met een weinig fijn houtskool' besprenkeld wegbergt.
Fen stukje houtskool, dat men in de pan doet,
waarin men kool' wenscht klaar te maken, zal voor
komen, dat er een onaangename geur, tijdens, het
koken1 opstijgt.
Houtskool absorbeert veel onzuiverheden en is dok
een uitstekend middel om bij het filtreeren te ge
bruiken. Stukjes houtskool in water, waarin men
bloemen bewaart, houden het water zoet.
WASCHDAG IN HUIS.
Men lost een pond wasch zeep op in water en daar
na giet men dit zeepwater bij ongeveer vier emmers
heet water. Hierbij voegt men een eetlepel ammonia
en een eetlepel terpentijn. Men roert nu totdat de
zeep goed gaat schuimen en men aldus een flinke
sop verkrijgt. Nu klopt men even de verschillende te
wasschen kleedingstukken uit en zet ze in dit water.
Men dekt de tobbe af en laat het goed ongeveer drie
uren staan. Daarna wringt men stuk voor stuk de
gewasschen voorwerpen terdege uit en boent op de
waschplauk alle vuile plekken weg. Nu wordt de
geheele wasch drie malen in koud) water doorgehaald,
waarbij; men er op bedacht moet zijn het laatste
spoelwater met blauwsel te vermengen. Daarna
wringt 'men de kleedingstukken of mangelt ze
j*n hangt Ze uit voor het dirogen.
Men kan de boven opgesomde verhoudingen na
tuurlijk vergrooten of vdMcleinen al naar de wasch
groot of kleiin is. Dé^e methode van wasschen .spaart
geld en tijd; de kleeijgn behoeven niet gekookt te wor
den. De klaargemaakte waschsop kan voor alle
soorten wit goed gebruikt worden, ook dus heddela-
kens en tafelgoed of zakdoeken. Dasgewénscht kan
men harde of zachte zeep gebruiken*
WENKEN VOOR DE HUISHOUDING.
Bij het wasschen van fijne mouseline kraagjes,
blouses of andere dingen, gebruike men borax lie
ver dan soda. Borax geeft in deze hetzelfde resultaat
maar is lang zoo scherp niet.
Zakdoeken moeten bij voorkeur in koud water wor
den geweekt, waartoe men ln dit koude water een
weinig zout heeft toegevoegd. Eerst daarna behoort
het wasschen plaats te vinden.
Als men hij het wasschen zinken tobbes gebruikt^
moet men na afloop der wasch beslist het zink droog
wrijven om roesten te voorkomen en te 'beletten dat
metaal'bestanddeelen de kleeren bederven.
Houten tobbes mogen nooit droog staan. Als men
ze niet gebriukt moeten ziji toch steeds een flinken
rand water bevatten; Dit om het werken van het
hout te voorkomen.
Indien men een wringmachine bezit, moet, men be
denken altijd na het gebruik de schroeven waarmede
men de rollen regelt, los te draaien. Hierdoor voor
komt men, dat op de rollen; roestvlekken komen,
waardoor de wasch vuil zou kunnen worden, en bo
vendien blijven de rollen dan niet al te langen tijd
in een gespannen toestand), hetgeen voor de machine
zeer schadelijk is.
Alvorens de te wringen stukken in de machine te
steken, moet men toezien dat alle deelen even dik
gevouwen zijn. Ook dit dient om te voorkomen, dat
de rollen op enkele plaatsen te strak gespannen wor
den.
MOOIE FAMILIE*
Hei i? al verscheidene jaren geleden
Victoria bestuurde nog het Brit9che rijk toen de
vorstin van de Hawaï-eilanden een bezoek aan
geland bracht. Zij werd door koningin Victoria Ij
particuliere audiëntie ontvangen, die bij. de out.
vangst verklaarde, zich bijzonder gelukkig te prijzen,
omdat ziji nu in de gelegenheid was kennis te maken
met de vorstin van een zoo veraf gelegen rijk.
De koningin der Hawaï-eilanden, Liloekalani, toon.
de zich niet minder verheugd en zei o.a., dat zij he:
een hooge eer achtte haar doorluchtige bloedverwant*
de hand te mogen drukken.
Koningin Victoria stond verstomd. Bloedverwan,
te? Was die bruine vorstin familie van haar? Hai
een harer voorouders misschien de wijk genomen
naar de Hawaï-eilanden? En was die daar getrouwd!
Hoewel zij met de familiegeschiedenis van het En.
gelsche koningshuis goed op de hoogte meende
zijn, kon zij zich toch niet herinneren, ooit iets ge
lezen te hebben van een verhuizing van een harei
voorouders naar dat eilandenrijk in den Stillen
Oceaan, en van een huwelijk met een bruintje.
Zij keek -koningin Liloekalani vragend' aan, dis
i zich haastte een nadere verklaring te geven, welks
als volgt luidde:
i „Mijn grootvader was nog, een kanibaal, die bij
I voorkeur menschenboutjes smulde. Eens heeft hij eet
officier van het Britsc'he rijk opgepeuzeld en sinds
dien tijd voelt ons geslacht zich door de banden dei
bloedis aan het Uwe verwant." M.
WOLVENJACHTEN.
Tot in het midden der achttiende eeuw kwamei
iiï ons land nog veelvuldig wolven voor, die sommigs
streken zoor onveilig maakten. Vooral d'e Veluwi
was een beducht wolvenland. Maar ook in Utrecht,
Drente, Overijsel, Noord-Brabant, Groningen
Friesland werden die roofdieren meermalen een ge.
vaar voor de bevolking. Holland, en Zeeland hadden
er minder last van.
Als de plaag, die vooral in tijden van oorlog hier
of bij onze buren in 't Oosten en het' Zuiden, groote
ren omvang aannam, in een of ander gewest weer
slachtoffers gemaakt had, werden er drijfjachten
jrganiseerd, om een aantal van die ongure beesten
onschadelijk te maken. Zoo vond nog in 1745
drijfjacht plaats op de Veluwe.
In de 17de eeuw waren zulke drijfjachten lm vet.
schillende provinciën zeer vaak noodig, om wat vei
ligheid' te verzekeren. Gedurende de perioden, dat ds
plaag minder ernstig was, loofde men premiën uit.
'.oor het vangen van een wolf. Die premiën liepen
nogal uiteen. In 't graafschap Zutphen bijv. werd) vooi ntei
een gevangen wolf 25 gulden betaald, in Utrecht zelfs ie z:
100 gulden en voor een teef 120 gulden. ssc
In 't laatst der 16e eeuw en in 't begin der zeven. icwd
tiende ondervonden vooral onze Oostelijke provinciën ie,
veel last. De menigvuldige oorlogen waren hieraan i le
niet vreemd1. Want steeds werden de legers gevolgd
door troepen wolven, dia hun honger silden aan de>edi
gesneuvelde sold'aien. Bekend is, hoe de terug, laa
trekkende legers van Napoleon in 1812 van Rusland ier,
tot ver in Duitschland door groote troepen wolven dai
gevolgd werden. Rusland is nog heden ten_dage hett m
wolvenland bij uitnemendheid. hij
En zooals nu de wolf een bewoner is van de groote da;
Russische vlakten en bosschen, zoo was hij het vroe ien
ger van d'e Germaansche wouden. In den tijd dere I
Batavieren en Friezen en in den- Franki9chen tijd bi*
was hij inheemsch in ons land. In het dieren.epos he
uit de Middeleeuwen komt de wolf voor als Isegrim, Ier
wat bewijst, dat hij slecht stond aangeschreven, >be]
Geen wonder ook, want steeds was hij op roof uit, er
's Nachts groef hij zich een gat onder den wand van b
de schaapskooi door en sloeg zijn slag ondef dei n
schapen. Geiten, hoenders en ganzen op de boeren, de
hoeven maakte hij; tot zijn prooi. Paarden en koeien en,,
zelfs waren niet veilig voor den alverslinder. Eto bij it j
felle winterkoude, uitgehongerd, gebeurde het wel, dat wc
hij zich toegang verschafte tot de hut van een lijf i z
eigene en het kind uit de wieg nam en verslond eei
Zelf? gewapende mannen waren op velden en we Jr
gen niet altijd veilig, diaar zij door troepen uitgehon
gerde wolven aangevallen en verslonden werden.
Steeds werd er jacht op de wolven gemaakt. M«
knuppels gewapend trokken de Middeleeuwsche mam
nen er op uit, om het roofdier te dooden. Of er wer.
den diepe kuilen gegraven, met dunne takken, bla
deren en mos overdekt. Een lokaas aan een staal
boven den kuil diende om Isegrim op de gevaarlijki Br>'
plek te krijgen, waar hij dan naar heneden stortte
en later weerloos met knuppels afgemaakt
werd). Of hij werd verschalkt in listig gezette klem
men en vallen. Maar onvoldoende bleven deze mid.
delen alle, om het land van de plaag te verlossen.
Zelfs de stadsweiden, even buiten de poorten, waren
soms zoo- onveiig, d'at de poorters er' hun vee niet
durfden laten grazen.
Van tijd tot tijd moest' men wel overgaan tot drijf,
jachten, waarbij soms honderdtallen wolven gedood
wenden.
E'en Middeleeuwsche wolven drijf ja-cht werd alsfiiu
volgt georganiseerd:
De Edelen en Vrijen met al hun onderhoorigen uit ze
een landschap kwamen bij elkaar en brachten husVi
bulhonden an groote herdershonden mee. Teven!
brachten zijl mede een aantal wagens en' paarden
Het gebied', dat men wilde afjagen, werd aan beid!
zijden afgezet, met gewapende mannen. Knuppels, bij
len, vlegel9 en vorken waren de wapenen, waarmedf
zij' eiken wolf, die onder hun bereik kwam, moesten
dood «laan.
zi
Ie