Bram s Uitvinding. VOOR DE KINDEREN. -=»<»> ft bier heb je de nieuwe Sint Nicolaasraadsels. Ik te maar weer niet. te moeilijk maken. fel jachtterrein werd bij voorkeur zoo gekozen, bet eindigde in dicht geboomte. Naar die plaats Pht men öerst de wa8,en3 en daar 8I)ande men icheii de boomen netten, van stevig touw ge. ept. fln den tegenovergesteliden kant begon dan de bt. Jafi>ers te Paard> voorafgegaan door de bon- trekken over de geheelei afgezette breedte op. oit [er luid geschreeuw en geblaf worden de wolven en ajaagri. In steeds wilder vaart gaat het in de it'fog'van de netten. De honden richten een ware ihtlng aan onder de1 wolven. De pijlen der jagers ben door de lucht en menige pijl treft een roover. Kis grooter wordlt het aantal opgejaagde en vluchtende dieren. Aan ontkomen Is geen denken. De wolven, die op zij uit trachten te ontkomen, won den door de haag van menschon teruggedreven of vallen onder de slagen der bijlen, vlegels en knup-. pels, of worden aam de vorken geregen. Al 9heller gaat het in de richting van de gespan nen netten.' Steeds opwindender wordt de wilde jacht. En ten slotte, inn de nabijheid de;* netten, als er geen ontkomen meer aan is, eindigt de jacht in een ge weldig' bloedbad. De buit wordt op de wagens geladen en men keert terug langs denzelfden weg, dien men gekomen is. De terugweg ligt bezaaidl met doode wolven, die alle op de wagens geladen worden. Het einde is de ver deeling van den buit. Ieder ontvangt een paar hui den mee naar buis, waarvan de vrouw een warmè winterpels krijgt, on de man zich na looiing een leeren pak laat maken. Voorloopig is men dan weer wat veiliger, tot een nieuwe wolvenbevolking van de streek wederom een drijfjacht noodig maakt. Gedurende de Middeleeuwen was ons land nog vrij dun bevolkt. Later, toen de bevolkingsdichtheid toe nam, werd de wolvenplaag allengs minder, totdat na het midden der 18de eeuw van geen plaag meer gesproken kon worden. Wel kwamen er zoo nu en dan nog eens enkele wolven voor, maar die hielden zich gewoonlijk schuil, ver van de menschelijke woningen. Zelfs in de vorige eeuw vertoonden zich zoo nu en dan enkele exemplaren in onze Oostelijke provinciën doch dat waren dan verdwaalde dieren uit Duitsch- land!, waar zij langer stand gehouden hebben. De herinnering aan die vervlogen tijden is toch nog bewaard gebleven langs omz9 Oostelijke grens De verhalen over ontmoetingen met wolven kan men op de verspreide hoeven in de achterlijkste streken nog hooren. Vooral 's winters bij' den warmen haard schijnen zulke griezelverhalen, waarbiji de kinderen met bleeke gezichtjes toehooren, een aangename tijd- passeering te zijn. M. dl i: ml •en. iets on. he- lad nen >vd! En. I ge. ara dit elkt de; ge. idee bier ge. Het Dagboek van Hansje Teddybeer en Mimi Poesekat Daar zie je Mimi aan U haken. Ze maakt een mooie wollen dais voor Hans en nu telt zo de toeren, wamt ze gelooft dat-ze 'klaar ia. Ja dat is ze en het is prettig en gauw gegaan. 334. Zoo, Mimi rolt de das tevreden op ën moeder bergt haar im de kast' tot de avond1 van de verrassingen daar zal zijn. ,Dat heb je netjes gedaan, hoor, Mimi", prijst ze. 335. Het is al bijna bedtijd, maar toch gaat Mimi im haar nachtponmet je gauw nog een paar Liedjes zingen voor den schoor steen. Ze mag haar schoentje ook al neer zetten, met 'n beetje hooi voor 't paard Mimi zingt eerst van „Zie ginds komt de stoomboot varn Spanje weer aan". „Simt Nicolaas, goed' heilig man" en nog allerlei andere liedjes, die ze ook -wel kent. En dan stopt moeder haar onder de dekens. We hebben voor den schoorsteen ge zongen, moeder Teddybeer zette' choco lade en we kregen elk 'n zakje pepermou ten en nu- spelen we fijn met het' ganzen bord. 338. Als 't bedtijd is en Mimi maar huis is gegaan, zetten Bob en Bill en ik onze schoenen onder schoorsteen en zan gen; „Zie ginds komt die stoomboot van Spanje...." 339. Dan gauw met z'n drietjes het groote bed im, Droomen dat we vannacht doen! Want als .we morgenochtend wakker wor den 1 340. Ja ihoorl De Sint heeft gereden. Onze schoenen zitten vol. We duikelen maar voren om alles toch maar gauw te zien. Fijn, zoo'n Sinterklaasdag! ui epeE voor nterklaasje, kom maar binnen met je knecht,- zelfie zitten allemaal even recht, sschien heb je wel eveü tijd, >ordat je weer naar Spanje rijdt e. kom maar even bij ons aam, raani laat -je paardje maar.buiten staan! /olgi ■n de ieder leert aan kleine George het versje van Sint- lai Voor de Kinderen. En George staat met groote oogen bij landdier, vol aandacht om het versje te leeren. Over dag of wat komt Sint Nicolaas ook bi| hem, moeder hem verteld, en nu wil hij1 heel graag, hij een mooi versje kan zingen, als de girootd daar is. Misschien komt de goede Simt ook wel vroe-hem op school, net als verleden jaar, bij zijn dete Doortje. Doortje zei: „En toen kwam zwarte binnen. ,Hij had een groote zak en daarin zaten heeleboel pepernoten. Opeens gooide hij wel erd ppernoten door de klas em alle kinderen Dlven b het roote tijd -èpoi grim, even. helden, wat ze Ikand'en. De meester deed1 ook f uit en hij had' er vier. Toen sprong Zwarte Piet op- van boven op de 'bank, en zoowaar, als de meester niet vastgehouden had, was hij In de gasbuis eren. de lamp geklommen. Jaantje 'begon hard te oeien en, want ze was erg ondeugend geweest en. nu bi' il ze vast en zeker, dat Zwart^ Piet haar in den <1, dat wou meenemen." lijf i zoo zullen jullie ook allemaal op school of thuis ms iets meegemaakt heibben. nietwaar? gelegenheid van het komende Sinterklaasfeest de Schager Courant vijf mooie prijzen besohik- voor d'e goede raadseloplossers. Ige week hebben we de eerste gehad. Ze wa. [nogal- niet moeilijk, hè? Ik heb op 't oogenblik werf niet alle oplossingen bij elkaar, maar ize zullen bla. komen, De oplossingen van Zaterdag 14 Nlovemi- S'taak je hier. Ze zijn: rlijke enlo, sint Nicolaas en Hoorn, naakt klem- mid- ossen. niet drijf- edood uit huD arden, beide bij' rmpdf oesteE oplossingen van do eerste Sint NJcolaasraadi- zijn: Schager Courant. (Och, nat, geur, rui). Zooals hot klokje thuis tikt, tikt het nergena te ooren heeft om te hooren, hij hoore. een medeklinker, b laag water, o s niet vast. a 1 bitter. n een voorzetseL een klinker. I' al» lamon van de goede oplossers vindt Je achteraan. Vul in: 1. Een medeklinker. 2. E'en voorzetsel 3. Zit bij je mond. 4.. F.'eni bang viervoetig dier. 5. Zit, aan je hoofd. 6. Deel van een mast. 7. Medeklinker. De beginletters vormen een plaatsje in de buurt van Schagen. 2. Boer Willems: Waar ga je heen, Kees? „Boer Kees: Ja, man, ik ga eens een. fijn reisje' ma ken. Waarheen? Dat zeg ik je niet. Ik heb ge hoord, dat er in 't Noorden van Noord-Holland zulke knappe kinderen wonen, en nu zullen die je wel eens vertellen, waar ik heen ga! Willems: Dat vind ik aardig. Laat maar eens hoo ren: Kees: Kijk eens: ik loop door ons dorp en stap bij he+ stop de trIk kom langs een heele boel plaatsen, en na drie kwartier bij een stad), •biji Dat is waar ook, daar hebben ze nog zoo'n aardig gezegde van, Zoo is bet: Van A .Dat is nog een gezegde uit den tijd' toen we ohadden met SipDe Sp sloegen, het beleg om. de stad, maar de Al weerden zich dapper en joegen ze op de vül Nou, en als ik dan verder reis, kom ik langs Hen en Dan zie je verder de plaatsen1 langs de Zveel bs, je komt over de Hen eindelijk kom je in A Daar stap ik uit, en ik wandel d'e stad in. Wat een reuzestad, wat een menschen, wat een ge bouwen! Al gauw kom ik langs die Bde B..... en het Pop den D..... Ik wandel door de Ken kom eindelijk, na nog een paar straten op het RDaar staat een stvoor onzen beroemden schilder R' Kees zwijgt. Willems: En zouden alle kinderen, die dtit lezen, dat pre'cie9 weten in tef vullen? Kees: Reken maar! En als ze het niet precies we ten, mogen ze 't gerust aan vader of moeder vragen. Een beetje hulp is niet erg! Tedereen beeft hulp noodig en waarvoor leven w$ anders, dan om elkaar te helpen? Willems: Je hebt gelijk! En volgende week kijk ik dadelijk in de krant, of Bram Vingerling al weer thuis is, en of iedereen' jouw reis goed begrepen heeft! Onlossincren zenden naar L. Roggeveen, Maretak straat 54, den Haag. Max blafte luid. Moeder pakte den zak uit zijn bek en keek, maar er zat niets in. Vader kwam en zei te gen Moeder: „Ik heb palingen gekocht. Max hadden zak in zijn bek." -Moeder zei: „Ik heb den zak uit zijn bek gepakt, maar er zat niets ih." Let op 't nieuwe adtrës. Vergis je mietl I Marietje 9chrijft: i VADER GTNG NAAR DB MARK*. Tk ging met vader naar de markt. Vader kocht' ze ven palingen. Max was bij ons. Max mocht den zak van vader dlragen. Mn.x li ep h ard naar huis. Oh d er- weg kwam. er een scheur in den zak. Er viel telkens een paling uit die scheurMa* dacht: ..Wat licht wordt die zak". ElndelUk kwam. hij thuis. Moeder keek met groote oogen en zei: „Wat heb jij daar?" Eén ongeloofelijke historie door L. Roggeveen, Vervolg. ^Geacht publiek", vervolgde d'e Directeur, „ilk nam het kleine geraamte in mijn armen. Jaren verzorgde ik het,,, wat mij groote moeite kostte. Doordat het wezen geen, ingewanden had, moest het op een bij zondere wijze gevoed worden. Ik bond1 stukken vleesch en brood op de ribben, enlangzaam verdween het voedsel. Als ik nu een brood tegen het magere skelet houd, verdwijnt het opeens, en den volgenden morgen is het wezen een centimeter ge groeid." De Directeur hield even op en vervolgde toen: „Ik heb het vreemde schepsel een naam gegeven. Het Iheet Nebucadnezar, genaamd dë Koning der Skeletten, Ik vraag uwe grootste aarïdacht, want wat U zult zien, is werkelijk eenig op aarde.* De Directeur verdween, achter een gordijn. Iedereen zat ademloos te kijken. Ook de andere artisten, voor al Johnson, zaten in spanning. Daar kwam de Directeur weer binnen, en achter hem liep werkelijk een geraamte, een levend ge- raam'ttlül „Guatemala, Peru, Chili", zei de Directeur. Canada, Soesoehoenan" antwoordde Bram.' het levende geraamte. „Nebucadnezar., laat het geachte publiek zien., dat gij leeft in waarheid, dat gij geen fantasie- zijt, en nok geen bedrog. Loop lanigs de rijen zoodat het geachte publiek door Uw ribben kan kijkenl Bram deed, wat de Directeur hem beval. En de een voudige menschen wisten niet, of ze waakten of droomden. Johnson, de athleet, stond met een onge- loovig gezicht te kijken. Eh des avonds na de voor stelling stond hij weer te midden van zijn makkers te praten over 't eigenaardige geval. Tim Tam, de neger/ dio meende, dat een of andere geest hem kwam plagen, zag vaalgrauw van schrik. Alleen de oude clown, die al zooveel gezien en mee gemaakt had, zweeg. Eindelijk zei hij: „Billy, denk aan een paar avonden geleden. (Be moei je niet met dingen, die jou niet aan gaan. Hoor, zie, werk en zwijg!" .Ja ouwe jongen", antwoordde Johnson, „ik zal' ine e.r niet mee bemoeien, maar ik weet ml- één ding vast en zeik er., en dat is, dat onze Directeur iemand is die veel meer kan> en veel meer weet, dan wij1 met z'n allen tezamen»" „Dat klopt", zei de oudei clown. „En nou: welte rusten." i Dien avond lag Bram, het levendl geraamte, met een bly gevoel op zijn eenvoudig leger van zakken. „Hei, begint gelukkig", zei bij, „of liever gezegd: het eindigt. Ik word' weer zicht'baarl Fijn weer zicht baar! O, 't leek zoo aardig, om onzichtbaar te zijn, maar 't was lastig en moeilijk! Maar nou La 't geluk kig voorbij! Morgen schrijven aan vader en moeder!" Heel gauw sliep hij. Een paar dagen later ontving Notaris Vingerling m den Haag een oude smoezelige briefkaart, met een onleesbaar poststempel, waarop geschreven stond met haastig geschreven potloodletters: „Lieve moeder en vader 1 Het begint te komen. Ik word' weer zichtbaar! Gauw ben ik bij u! Alle be kenden hartelijke groeten. Dagl Bram,"' Wordt vervolgd* i Wel, wel, wat heb ik al veel goede Sinterklaasopu lossingen ontvangen. En nogl steeds komen er meer. Voorloopig noem ik de vólgende namen: Jan Gootjes, Schagen; Renske Mlnkema, Nieuwer- kerk, Zeeland; Annie en Engeltje Wey, Groote Kee- ten; Gepke Bron, Hem; Ali Druif, Hauwert; Grietje Tigchelaar, Julianadorp; Jan' Haringhuizen, Heer- hugowaard; Jannes Bos Opperdoes; Adriaan. Beem- ster, Schagen; Agatha de Boer, Zuidscharwoude; de nichtjes Tini Wallings en Jeanette Lamers, Otter- sum (Limburg); C. Bregman, Winkel; A. de Wit, Oudkarspel; Louwtje van Zoonen en G. v. Nuland, Julianadorp; R. Swierts, Schagen; Annie de Moor, Warmenhuizen; Jan Lont, Wieringen; N. Wezel, Bur gervlotbrug; 'Marietje Dekker, Laged'ijk, Schagen; Aafje de Vries, Schagen (gelukkig, daar is ze weer!) N< Ve'rwer, Koedijk; Gor Koster, H.H.waard; Wilh. Stompedissel, Julianadorp; Jan Middelkoop, Haring buizen; Jacob van Scheijen, Groote Koeten; Vrouw tje Houtkooper, Krabbendam'; H. Kuiper Julianadorp; Nelie Kossen. Callantsoog; P. Kuiper, Kalverdijk; A. C Smit, Dirkshorn; J. Bakker, Kolhorn; Age de Vries Lutjewinkel; Marietje Kooij, Schagefbrug; Joop van Balen Blanken, Oudesluis; Drie gezusters Ali, Rika, en Nellie in 't Veld; Aafje Nieuweboer, Winkel; Dik Graaff, Schoorl; Gretha Swan, Sint Maartensvlofbrug Johannes Wisse, Anna Paulowna; Adriaan Lange- dijk, Oudkarspel; Trientje en Annie Vetbman, Win kel; Ap Nobel, Oudesluis; Jansje Nobel, Oudesluis. Ziezoo, dat zijn er nog al wat, hè? Volgende week nog zoo'n serio en dan" gaan we debo eken verloten. Dus vriendjes en. vriendinnetjes, hou Je taa.il Eigen haard is goud waard. Een vogel in de hand is heter dan tien in d'e lucht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 21