PUROL 30'
MIS DE OUDEN ZONDEN..
lil hel hart van Holland.
eiti
DERDE BLAD.
De dingen om ons heen.
FEUILLETON.
Gemengd Nieuws.
>131
I in
ing
'en
el-
lus
en.
Zaterdag 5 December 1925.
68sle Jaargang. No. 7754.
gruwelijk knappe architect Berlage is blijkbaar
niet tevreden met het verknoeien van ons Buk
iof. Er is nog meer in de buurt, dat met maat»
en liniaal tot strakheid moet worden gedwongen,
an mo waarlijk niet begrijpen, hoe deze heer het
oogenblik uithoudt in Den Haag. waar, hoezeer
verminderd in getal, nog altoos boomcn staan
hier en daar nog een aardig stadshoekje is over_
,even. Me dunk', dit moet een nachtmerrie voor
i zijn: een boom, die niet vierkant is. een straat
niet volmaakt rechtlijnig naar den gezichtseinder
it, een gebouw, dat Diet den indruk maakt van
blokkendoos te zijn bij elkaar gestapeld
heeft-desen stadsbederver hier veel to veel
•ije hand gelaten en dit maakt hem en zijn me-
ilichtigen overmoedig. Nu- zijn wij al zoover dat
eilandje in den Hofvijver er ook aan moet ge
en. Omdat het een „smeerboel" is. De groote man
het zelf
.ten wij eens aannemen, dat dit eilandje, waar
.•lei vogels huizen, niet precies zoo- schoon en
lelijk is, als een paradehuis te Broek in Water-
Wat. dan nog? De Amsterdamsche Beurs is
et sluitingsuur ook wel eens minder zindelijk»»
dit zou op zich zelf geen motief zijn om die
tra weg te willen hebben. Het voornaamste mo.
daarvoor is de foeileelijkheïd van dit gebouw, j
bgstens kan de „smeerboel", zoowel van het
indje als van de beurs aanleiding geven om een
foonmaak te overwegen. Neen, denkt de heer
[lage blijkbaar, want vogeltjes zijn nu eenmaal
indelijk en zijn er niet op te d.resseeren, dat zij
ioorzaam als Hagenaars hun leven wagen in
Berlagiaansche ondergrondsche mannegelegen- I
d. Zelfs als het eilandje was schoongemaakt, zou-1
i die rakkers van meeuwen en eenden en ooie-
,rs het toch weer bevuilen. Du-s weg met het
indje. Aux grands maux des grands remèdes. Te-
vogeltjesvuil er op in met bijl en spade. Weg
den smeerboel. Later zal Berlage dan wel zot- J
voor een ander eilandje, een parallelogram met i
betonnen boomen, een op eiken hoek, met in
midden een hollen kubus met een vierkante
fcrt aan elke zijde, waaruit lang9 rails tusschen
choren hagen van beton, blikken eenden voor den
t komen, met vierkante zigzag halsen en lucifers-,
pvormige bekken. Deze eenden zullen, na te zijn
wonden, zich plechtig voortbewegen langs een j
Iraad. tot 35 centimeter van den walkant, waar- j
zij eenmaal de ronde van den vijver maken om
te worden geborgen in hun hollen kubus. De
„se van den Dom'te Straatsburg wordt aange-
Iht om een en ander te vertoonen, dan wel het
verk van de klok aldaar, zoodat de juiste me-
ische werking van een en ander is verzekerd.
tplaats van de meeuwen koopt Berlage voor de
leente vijftig mechanieke vliegtuigjes, die gega-
deerd zestig meter afleggen en deze goede recbt-
fige blikken dingen zullen eveneens bij goed we
eefis per uur worden opgelaten. Ik vergat nog
boven op den eendenkubus een betonnen ooie-
Jr komt, die in zijn kubieken buik een mecha-
ik heeft, waardoor hij „dada" kan zeggen
erder zal de heer Berlage dezer dagen ontdekken
er lang de gebouwen van het Binnenhof langs
m Vijver ook nog „smeerboel" is. zoodat daar bok
bet worden geschoren en gegraven en gehakt. Dan,
Jkend, naar dis gebouwen zelf, kan het hem on-
pgelijk ontgaan, dat deze niet geheel symmetrisch
|n. dat hun daken niet zuiver in de rooilijn staan,
Êer torentjes bij zijn, die niet een kubus of pyra-
e vertoonen en dus weg moeten.
Eet is jammer voor hem, dat die gebouwen niet
|n de gemeente zijn. zoodat. hij: er moet afblijven.
Iers zou je eens zien, wat een prachtig stuk be
en hardsteen er zou zijn neer te leggen en hoe
«ji het zou staan als er rechte roode en zwarte
izen overheen konden worden getrokken. Het is
wreed te bedenken, dat er nog zooveel te verknoeien
is en dat je het niet mag doen. Want wat zou het
mooi zijn, als het Mauritshuis. het Gemeentemuseum,
de Kamergebouwen en de oude huizen op den Vjj-
verweg eens allemaal in betonnen kubussen konden
worden veranderd, met strakke lijnen er over en ge
schoren en militair gedrilde heggetjes er voor.
Zoo iets moest Berlage eigenlijk vanavond van
Sinterklaas krijgen
Doch in vollen ernst nu: gaat het aan, dat een ge
meente haar stadsmooi geheel in handen geeft van
één man. vooral, nadat die heeft getoond zie het
Buitenhof niets te gevoelen voor het schildcr-
achtigè- en overgeleverde schoon? 1
De zeer kostbare inrichtingen, die daar volkomen
r.oodeloos zijn gefabriekt, het plein, dat hij levensge
vaarlijk heeft gemaakt, zonder eenige verbetering
aan te brengen, de wanstaltige rechtlijnerij, waar
aan hij zich met voorliefde te buiten gaat, dit alles
zou den Raad aanleiding moeten zijn dezen heer
plechtig te bedanken en af te zien van zijn verdere
adviezen.
Zeer zeker moet ieder Hagenaar zich verzetten te-
geii deze nieuwe poging tot verleelijking der stad,
zelfs al zou het Eilandje nog zulk een „smeerboel"
zijn. Liever een „smeerboel", waarnaar ieder met
welgevallen kijkt op de heeren Berlage en West-
broek na. dan een met beton en ander margarine
bouwsel omgeven vierkant ^vatérbassin, oogenlust
van deze heeren. A.
Gesprongen Winterhanden
Jeukende Wintervoeten
Ruwe, Schrale Huid
Springende Lippen
Bij Apoth. en Drogisten
oer
'65.
Eindelijk is dan toch het moment aangebroken,
waarop men in ernst zou kunnen gaan denken aan
een vermindering van ooni'ogstoer ustigqp
Want nu, ma de onderteekening van het pact,
hebben Frankrijk en zijn vrienden werkelijk geen
voorwendsel meer om er een groot lege op ma te
houden.
Dit was toch niet noodig sedert Duitschtarad
niet meer dan homderduizend man had zonder tech
nische hulpmiddelen vam beteekenis, maar de
angst voor ae mythologische wijl ongewapende
miilioenen andere Duitschers zat er toch zoo in,
dat Frankrijk met zijn vastelandsohe bondgenoo-
ten en de kleine Entente te zamen op vredesvoet
anderhalt millioen man noodig oordeelde om zich
zich die honderduizend Duitschers van het veege
lijf te houden.
Nu het bijzonder belangrijke veiligheidspact
plechtig is geteekend, zal de verhouding vam vijf
tien tegen een vermoedelijk wei niet meer noodig
blijken. Evenmin als de 1500 Fransche militaire
vliegtuigen tegen toul! Duitsche
Deze machtsontwikkeling, deze diefstal aam de
volkskracht, had sedert Versailles geen redelij
ken grond al kan, bij wijze van voorwendsel, gewe
zen worden op de geheime Duitsehe strijdkrachten
se mi-militaire organisaties, evenals op de ge
heame wapendepots, die maar niet te vinden waren
al speurde de ontwapeningscommissie n»g zoo zorg
vuldig.
Na het Pact is zelfs het voorwendsel vap het
gevaar althans voor Frankrijk en België geheel
verdwenen. Aithams voor hen, die Herriot en Bnatid
bewierooken wegens huip werk voor het onvolpre
zen tractaat.
Zij, die zoo hoog opgeven van de beteekenis dezer
parafrase van Versailles, zuilen er thans niet aai»
kunnen ontkomen! om het leger te verminderen.
Anders zou hun schijnheiligheid te zeer aan het
liohi komen.
Bovendien is h©fc heef hard noodig voor Frankrijk
en België, dat er ernstig wordt bezuinigd. Het
geen in de eerste plaats, thans, op de militaire
uitgaven kan geschieden.
België is begonnen «met die bezuiniging, hoewel
volstrekt met vrijwillig. Want de Amêrikaaosohe
bankiers, die warm aangezocht een ioening aan
België te verstrekken, hebben eerst de begrootiing
eens opgevraagd en die .eens duchtig' bestudeerd.
Toen dit onderzoek was afgelbopen, is er kortweg
gezegd, dati het nog nergens naar leek en dat er
nog .een reeks miilioenen af moest, alvorens de
genen, die het geld. zouden uitleenerv, redelijker
wijs zeker waren, niet voor -onaangenfaime verras
singen te zullen worden geplaatst.
Die wenk is in goede handen gekomen!
Men heeft in Brussel begrepen, dat de voorschot
gever hot reoht had, eenige eonfcról'e uit te oefenen
op do manier, waarop het geld zou worden besteed
en heeft toon duchtig de schaar gezet in 4o uit
gaven. Vooral' de militaire. Niet minder dan een
geheele divisie een derde van het leger ver
dwijnt en deze door de Amerikanen afgedwongen
meevaller voor het Belgische volk, verzekert te
vens het tot stand komen der leening. Zoodoende
komen er een twintig duizend 'haniden vrij voor
productief werk, vervallen de soldijenen onder
houdskosten dier manschappen. Dit is direct voor
den staat een groote besparing. Indirect is het
een voordeel doordien fr meer werk in het land
kan worden verricht, hetgeen zich natuurlijk zal
openbaren, zoowel op de handelsbalans door grooter
uitvoer en/of minder invoer, ais in de opbrengst
der belastingen.
Bovendien krijgt België thans het crediet, waar
aan hot behoefte hooft, zoodat hot zijn wisselkoers
kan verbeteren en stabil'iseeron- Men kan dus zeg
gen, dat de dwang door de Amorikaanscho bankiers
uitgeoefend aan alle kanten een zegen is voor onze
Zuiderburen, die nu de reconstructie van hun oiudo
welvaart mot te meer energie en kaïns op goed
resultaat ter hand nemen.
Zoover is het in Frankrijk 'nog heoFomaaf miet.
Integendeel, daar wordt de economische en vooral
de finanoieelè toestand bij den dag slechter- Het
geen zich. voor iedereen zichtbaar, uit in de daling
van den franc.
Het wanbeleid, vooral onder het bewind van
Herriot, doch ook de merkwaardige financieel*
gestie onder Poincaré, toen voortdurend word vol
gehouden. dat de Boche alles zou betalen, toen er
werd uitgegeven zonder to rekenen en de dekking
bestond uit memorieposten zonder eenig fonds,
wreekt zich thans.
Zelfs voor de gewone dageüjksche uitgaven, voor
Iple salarissen der ambtenaren is bijna geen geld
hieer. De oorlogjes in -Syrië en Marokko, die beide
volmaakt onnoodig zijn geweest, VersEndeni geld.
En op 8 December moet er geld zijn. voor de aflos
sing van dam vervallende schatlristbiljetten;- Is dit
geld er niet om het even of men dit moratorium
of gedwongen consolidatie noemt dam verkeert
de Fransche staat practisch in staat van faillisse
ment. Moet hij althans overgaan tot het aanvragen*
van surséance.
Het eenige middel om hieraan te Ontkomen is
leenen.
Maar bij wien?
Het Fransche publiek heeft duidelijk genoeg
getoond, weinig vertrouwen in het eigen bestuur te
hebben, toen er van de Bons de Défense slechts zes
inplaats van In dertig milliard ter consolidatie op
basis van goudinterest werd ingewisseld.
Het mogelijk crediet bij "de Banque de France
is opgesoupeerd.
Het buitenland denkt niet aan een léenlng en
het is zelfs zeer twijfelachtig of Pierpont Morgan
na hot mislukken van Caiüaux-' onderhand#
lm gen over do schuldregelingmet Washington;, per
missie van de schatkist zal krijgen om opnieuw geld
ot crediet te verstrekken.
Derhalve gaat Loucheur onder het motto: „nie
mand wil hier inflatie", over tot het middel, dat do
mark met zooveel' succes waardeToos heeft gemaakt.
Hij gaat! de Ba.nque de France machtigen nog acht
milliara papieren francs méér uit te geven, waar
van de staat er dan zes in voorschot krijgt. Gedekt!
naar hij zegt door anticipatie op de inkomj-
sten uit nieuwe of verhoogde belastingen-
„Naar hij zegt"!
Want, nu het zoo kort dag js, zaFde Kamer On
getwijfeld de vergrooting der circulatie (lees het
drukken van ongedekt bankpapier) wel goedkeuren!
ai wordt er eerst wat tegen gestribbeid.
Het zou ons mets verwonderen, afe men reeds aan
het drukken was.
Maar een geheel' ander ding #is, of 3e jiieuwe
regeering haar belastingplannen, ter hoogte van
ruim drie milliard, er ook doorkrijgt.
Voorai de senaat kan hier roet in het eten gooient
De verhooging der belastingen is inderdaad kras.
De belasting pp de opbrengst der mijnen wordt
verdubbeld, die op gebouwde en ongebouwde eigen
dommen en op den omzet met de helft verhoogd. De
inkomstenbelasting met een-vijfde. En zoo gaat
het door.
liet is niet twijfelachtig, dat de Fransche volks
vertegenwoordiging, die uiterst vatbaar is voor ont
stemming bij de kiezers, zeer veel' zal hebben aan
te merken op deze niéuwe lasten.
Vooral, omdat het publiek er niet aan is ge
wond, veel op te brengen op het aanslagbiljet-
Do kansen, dat Loucheur zijn voorste Jen er door
krijgt, staan derhalve niet bijster goed en hiermede
is aus ook de kans, dat net voorschot bij de Banque
de France sléchts van tijdelijken aard zal zijn,
vrij gering.
Dit wil zeggen, dat do inflatie, waartoe de Kamer
en Senaat wei reeds zullen hebben medegewerkt, als
Hit artikel verschijnt, er opnieuw zal toe bij dra
gen, om de Fransche francs vorder naar den kei-
dei* te helpen.
Natuurlijk is hierbij nog eenalternatief. Name-'
lijk het van de hand doen van een reeks monopolies
door den Staat, die thans verlies opleveren, doch in
de handen van particuliere zakenlieden winstgevend
zouden kunnen worden gemaakt.
In de eerste plaats de tabaksregie, op verkoop,
waarvan de parfumfabrikant Coty, die niet alleen
Senator, doch ook eigenaar is van Lo Figaro, reeds
'n jaar geleden aandrong.
Hij becijferde, dat de Staat aan de tabaksregie
jaarlijks circa drie milliard „aan verloren kans op
winst en direct verlies" ten, koste legt. Of in vijfen
twintig jaar genoeg om alle financieele moeilijkhe
den in binnen- en buitonland te boven te komen.
Het is duidelijk, als men met zulk een becijfering
van verlies begint, de particulieren niet zeer happig
zullen zijn om voor dit stropmonopolie een cent te
geven!
Maar in hun handen zou toch allicht eenige winst
mogelijk zijn, inplaats van dit enorm verlies.
Of er animo bestaat op dit voorstel in te gaan,
valt van hieruit moeilijk te zeggen.
Wel. dat er in ieder geval zeer veel tijd zal zijn
gemoeid met de onderhandelingen over den af
stand van dit monopolie.
Juist dit: tijd, kan de Fransche staat nog veel min
der missen, dan geld.
Dat een rijk volk als het Fransche, dat zichzelf vrij
wel kan bedruipen en zeer kostbare uitvoerartikelen
bezit, ten slotte toch uit de zwarigheid komt, ge-
lcoven wij zeer zeker. Doch „ten slótte" is een on
aangenaam woord als men over 'n dag of wat voor
de dringende behoefte aan vele milliarden staat, zon
der te weten wie ze zal kunnen of willen verstrekken.
Zelfs de demobilisatie op groote schaal kan hier
toe niet voldoende bijdragen om de oplossing van het
probleem te bezorgen.
UITKIJK.
16.
Oorspronkelijk roman door
LOUISE B. B.
arde poch hedenmiddag, terwijl' Betty zich gedwee en
eindelijk onderwierp aan haar omslachtige be-
oeting en zich plichtmatig interesseerde in. de
liegende aangetichtspijnën" van nicht Elize, de
Dnehitds van nicht Nancy en „de zinkings'" op de
en van nicht Glaasje, drong Fietje de gToep
mes voorbij, naar Ruud, die. toevend op den
ampel' van cle dubbele deur, de hooge zijden in
linker, reeds met opgeheven rechter wachtte,
j Betty vrij kwam, zijn oogen strak gevestigd op
Jjn oudste nichtje.
liDag Ruud, ken je mij niet meer?'" "Hard. schel,
[jonk Fietjes stem plots aan zijn oor. En zij Iach-
een kort, zenuwachtig lachje. Zij vond Ruud
1 mooier dan op zijn portret, zoo lang,, toog wel'
k- hoofd langer dan Betty, ön met zijn smal
lyaai gezicht, de donkere oogen, den gebogen neus,
■fwüfcsche uitdrukking om den goedgevormden
jöond, een heerlijk hooghartig, aristocratisch type-
Edd:ajn gesoigneerd kapsel, zijn costuum van een
pri zooals Ilollandsche kantoorheerön met droe-
*n. verhoogden in haar oogen de in het oog vaf-
nde voornaamheid, die van tijm persoon scheen
J te stralen.
JRudolf van Hoogduynen wendde zijn oog-en naar
p meisje, kort en dik, hoef mooi gekleed, dat
met zulke blijde scliitberoogjes opnam: „Ken
k SP*' nog"'
flens, tiens, tiensHet bakerkifndj'e van. de
fluhe in de lange kléeren! Sapperloot, wat ben
oud geworden, of wat ben jij gegroeid, petite
usine!"
Hij sprak met goedmoedige, neerbuigende, vrien-
i jid> hot een nog veeil jonger meisje. Hij
audde krachtig, kameraadschappelijk .de aange-
toen hand:. Hoe gaat het je. juffertje, u heet
^ersPietje, neen Fietje, niet waar?''
>,rardon, neef, Sofie werd ik gedoopt, en.ik ben
gentien geweest!'' antwoordde het meisje heel'
J°s- Zij schudde zijn hand af en draaide hem
ea rug toe. Zij hoorde Ruud lachen, terwijl tij
'nichten ging Begroete», deftig en- stiif.
£00 kwam Betty eindelijk vrij. Zij had den tijd
tonden haar gezicht te plooien tot den conveni-
>neel©n glimlach, waarmede men elkander be-
u\ d0 salons. Ook Ruud had weer den half)
toetenden, half onverschilligen trek op zijn ge-
IhA zo° dikwijls een masker is waarachter
on de ware gevoelens schuil houden. Een paar
jonden had Betty noodig zich te beheerseheiii,
ton zij in het knoopsgat van Ruud's lange zwarte
■»i eeü rose seerdahlia zag, als waaruit de
n r03^11^ die hij dien pchtond had gezon-
De bloemen waren dus voor haar bestemd.... j
DE LUKENYETLEGENDE.
In onze jongensjaren hebbe wij, aldus de N.R.Crt.
allen verhalen gelezen van schipbreukelingen, in
open booten, die, door gebrek gedreven, kanniba
len werden én onder elkaar lootten, wie beurtelings
den overlevendeto tot spijs zou dienen. Zulke schip
breukelingen dronken ook zeewater om hun. dorst
te lesschen. Een medicus heeft pas in een feuilleton
in ons'blad verteld van lijders aan een ernstigon
vorm van suikerziekte, die, als men hup het water
onthoudt om hun brandenden dorst te lessehen,
hun vuilé waschwater en inog erger vochten tot zich
nemen. Dit tijin illustraties ten bewijze, dat eén|
mensc-h uit echten nood d.i., door dwang" uit gebrek
aan iets onontbeerlijks, tot alles kan nomen.
In den oorlog hadden do Duitschers tengevolge vau>
de blokkade groot gebrek aanvet, aan vet voor
volk8woedsof en voor technische doeleinden- Er zijn
in dien tijd van nijpend gebrek, nahr het schijnt,
„Kadaver-Verwertungsanstalten'- 'door hen. opge
richt, om het vet van gecrepeerde paarden enz., ach
ter het frontuit de cadavers te smelten en voor
technisch gebruik te bestemmen. Daaruit was, ook
door misverstand over wat men met .„cadavers'' 'be
doelde, het gerucht ontstaan, dat het Duitsche ie»
gerbestuur last had gegeven zelfs het vet van de
lijken van gesneuvelde soldaten uit te' smelten!
Toen de Duitschers om strijd bleven verklaren,,
dat de blokkade hen niet ten onder kon krijgen (de
leuzen waren: „main wird doch satti' en „es>
reicht"), heeft de oorlogspropagandadienst van de
geallieerden, de verzekeringen der Duitschers met
het cadaver-verhaai trachten te weerleggen. Het
Duitsche volk vond dit verhaal, dat het de cadaver-
legrende noemde, een bijzondere smaadheid voor
zijn naam, omdat men 'de wereld ermee wilde
doen gelooven, dat de Duitschers zulk vet door eet
bare vetten heen mengden en zij "dus tot zoo iet?
walgelijks in staat waren. Men kan 3e zaak ook va l
een anderen kant bekijken en vinden dat de schaad-
in zoo'n geval niet op de mensohen, die, door
nood gedrongen, tot zoo iets hun toevlucht moeten.
En alleen Ruud hoorde de liohte beving van haar
stem: „Bonjour Ruud. je komst is wei -de aange
naamste verrassing op dezen dag!''
„Ma chère, petite cousineV' De diepe klank
van Ruud's gedempte stem deed B-etty, even, zwaar
ademhalen. Het visioen van dein vorigen avond
herleefde
Ruud, met dat tikje overdrijving, dat (lerden in
den waan moest brengen dat liij slechts een galante
scherts bedoelde, boog zich diep over het iiandje
in de zijne en bracht de bevende vingertjes aan
de lippen en kuste ze, langer dan met jütheemsche
courtoisie te rijmen viel1": „Ma.öhere cousine, ma
petite. reine, indien het van mij had afgehangen,
had ik „mes hommages'' eerder aan je voetjes
gebracht, geloof me!'"
Zijn woorden, zijn stem klonken overdreven,
tante Claasje lachte om de.begroeting: „Die malle,
malle, Ruud! Betty, Iaat je niet beetnemen hoor,
zoo is hij. nu tegen alle meisj'es... V'
Voor hij Bétty's -hand losliet, kuste Ruud haar
vingers nogmaals, en terwijl hij zioh oprichtte,
ving Betty zijn warmen, veefzeggenden. blik op...;
bevend over ai haar leden, zonderde zij zich vam
de anderen af bij 'het theetafeltje, druk in de
weer met rammelende kopjes en klikkende le
peltjes, het aan Eietje overlatend het gezelschap
j te plaatsen bij de canapé.
Betty zette thee- Met den rug stond zij naar het
gezelschap, maar welk een vreugde in het hart, een
1 weeldeduizeling in het hoofdRuud ademde met
haar in dezelfde kamer! En tochen toch. De
bittere druppel teleurstelling, verborgen onder
stralende blikken en warme handdrukken, maakte
den klaren jubel van het weerzien, even troebel',
"plvenalé telkenmale, zes jaar Lang, bij do eerste be
groeting, schenen mond eni oogen zwijgend te vra
gen: „Zal 't nu deze keer zijn?'" én evem zwijgend
telkens weer het anttfoord: „Helaas, neen, n(og
altijd niet!'*
Betty, h.n haar afgezonderd hoekje theeschen
kend voelde reeds voor zij* hem zag of hoorde, Ruud
opstaan van zijn plaats bij den haard, en toit haar
komen. Over haar schouder vroeg hij, zoo zacht
dat 'het gefluister geleek: „Eli Ken, hoe heb je
het gehad, Betty, ai dien tijd dat ik je moest af
staan aan anderen!'* O, de klank, de meening
van die 'doodgewone woorden
„Och, Ruud, heef rustig natuurlijk, wat gebeurt
er voor bijzonders in mijn leventje! Sofie is van
kostschool thuisgekomen en Jaap kwam1 een maand
geleden terug uit Londendat "is wel hét" voor
naamste!'* 'En weer haalde tij .kort afgebroken,
adem, verscheen er een roze schijn op haar wan
gen, toen tij zijn sohitterbfik opving, want slechts
met andere woorden had tij hem1 beduid: „Waar
vraag je naar, ik bewaar me immers voor jou.'*
„En jij, Ruud, jou leven is zooveel interessanter
dan het mijne, hoe had jij liet in Rome?''
Hij lachte. „Niet kalm, wel een. roezemoes van
allerlei mondaine drukten, eto.tocH de dagen tel
lend, die mij .scheidden van mijn verlof...., die mij
verwijderd hielden buiten den cirkel van jè lieve
oogen, ma trés belle cousine!"
Tante Claasje, die heel langzaam met kleine
rukjes haar stoef achteruit geschoven had en nu
vlak bij hen kwam te zitten, onderbrak hun. gefluis
ter: „Wast spelt dat galante heertje je voor
Betty; gedresseerd en vorderingen'gemaakt bij «de
Ital'iaansche schoenen, wa-lief?'
Ruud, met een onverschillig, verveeld gotioht
opeens, nam de gevulde kopjes aan van Betty en
bracht ze rond. Toen ging Betty zitten op do
plaats, die de wijze van schikking van Fietjo haar
had toegewezen: op de canapé, naast zioh Elize,
de moeder van Ruud, zoover mogelijk af van hem
die naast den haard zat en tot buurdame Fietje
had gekregen. Eerst toen tij in den kring had
plaats genomen, bemerkte Betty, dat er een zekere
e-edruktho'd heersohte onder de 1'eden van de fami
lie van Hoogduynen- Zij kom de gedachte niet on
derdrukken: „Het; is aïlsof tij gekibbeld hebben,
even voor tij hier binnenkwamen', over mij
en... over Ruud soms? Want waarom mogen hij en
ik geen woord met elkaar wisselen, of tante Claasje
mengt zich er tusschen?'* En tou merkte tij den die
pen rimpel op tussohen Ruud's wenkbrauwen.
Eindelijk is onze Ruud. dan thuisgekomen, lieve
kind'*, begon nicht.Elize in een apartje met Betty;
,0m je de waarheid te. zeggen, dat werd tijd! Jé
weet niet hoe duur zijn buitenlandsch verblijf is
voor ons allemaal!'''
Van uit den anderen kant der kamer klonk Ruuds
stem waarschuwend: „Och, mama, begint u nu
alweer
„Jawel, nfljn jongen, .ik begrijp wat je zeggen
.wilt, maar, zie je, hier in den Haag, bij ons, blij 1*.
je een 'tijdje, buiten schot, is het leven minder
couteus voor je dan....'*
„Moeder!''
„ElizeV'
.Schoonzuster
De nichten Nanoy én Claasje hieven* als bi] af
spraak automatisch de zwart gohandsohoende hand
jes op. Fietje dacht daarbij aan .een waarschuwend
wïsselsein op een spoorbaan- Maar mevrouw Elize,
het dikke blonde gezicht iets hooger gekleurd, de
dubbele onderkin begravend ilndo zwafte keellin-
tenstiik, antwoordde zenuwachtig: „Waarom er niet
over spreken, wij zijn tooh in familie!'*
Ruud, naast Fietje. streek snel' tijn vingers doö*
zijn snor. Daarop hief hij het hoofd op en zeido, een
glimlach om de lippen, met dat half onverschillige,
half schertsende gezelscih aps.toontje, alsof alles wat
gezegd werd, haast de moeite niet waard was ge
sproken te worden: „Och, lieve nichtjes... let .maar,
met op mijn goede mama! Het lieve mensch is. wat
van streek, en geen wonder; ik zou 't óók tijni, in
haar plaats en in het bezit van een jongen als
Ruud je, met z'n open, begeenge oogen voor alles
wat'mooi en goed is, in één woord: voor de luxe ito
dit aardschc tranendal. Jammer, dat mama volko
men do fantasie mist, zioh ook eens één dogeniblik
in mijn .plaats te denken: in dat van een jong-
mensch van goede huize, in een eervolle betrekking
in een luxe omgeving...., dan zou ze nog mijn bo-
trekkelijke Zuinigheid roemen!'
I „0, Rudoif V' Drie zwart gehandSclioende vingers
werden met een gehaar van protest opgeheven.
„Ja, ja, ik weet wel!' haastte zich Rudolf te ant
woorden: „Ik vergeet niets! Ik wil toet vurige Ita-
liaansche schilderachtigheid antwoorden: „Ik wen
tel me in het stof aan uwe voeten- uit dankbaarheid
voor al de opofferingen, die u allen tich getroost
om mij an de gelegenheid te stellen, mijni roe
ping te volgen.' AII right! Maar wat kan ik er voor,
dat olke goedronde eenvoudig-degelijke Ilollandsche
gulden met in to wisselen is voor eonj smoezelig
twintig lire papiertje, zoowat .de verhouding
van wat u mij. afstaat en wat .ik noodig heb, om
nog zonder eenige overdaad mijn stanld te kunnen
ophouden in den vreemde!"
„In elf jaar, van af dat onze "neef Rudolf als
student werd ingeschreven te Utrecht, hebben wij
geen eitje, geen koek meer bij ons ontbijt, geen
zoetje of vruchtje bij ons diner, dat tocih aï bed
eenvoudig ïs^ meer geproefd."
„Wij 'hebben af dien. tijd geen stuk nieuw gekocht,
altijd maar weer gediept in de koffers die mama's
en grootmama's garderoben bergden'lispelden
tante Nancy en Claasje, met zachte zuchtende
Stemmetjes.
„Ja," bromde Elize met bedwongen bitterheid:
.Zoo de Hoogduynens nog het fortuin bezaten van
voor vijf en twintig jaar en het niet met éém slag
moesten verliezen-...!"
Betty, de handen over elkaar, wreef tich zenuw
achtig'do. vingors. In tegenstelling met Fietje zocht
tij de nichten Hoogduynen nooit meer 'dan hoog
noodig op. Haar uiterlijk, haar omgeving, haar
woorden, verrieden bekrompenheid, zo© met armoe
de. En altijd en Betty vreesde, wel pons opzet-
telij*k kwam er een moment in het gesprek, een
klacht pf ..een zucht over vroegere welvaart. En
Bettv boog dan het hoofd als een schuldige- Het
was haar eigen vader, die deze slachtoffers maakte,
en tijzelVe, door het tweede huwelijk van haar moe
der, baadde zich in het huis haars stiefvaders in
weelde'Zij zat nu als op heete kolen, snakketad
naar een ander onderwerp van gesprek.
Fietje, achterover geleund in naar stoel, nam
met geamuseerde oogen de zenuwachtigheid omi zich
heen op. Ruud liet heel1.oven tijn geaffeeteerdeto
gezofschapstoon varen, zeide vlug. boos: „Mama
tantes..., genoeg woorden vermorst over wat brom
mende beren! Miin hemel, ik beto de eerste toch
niet die ze heeft!
„Ik dacht dat wilde beren in Italië niet be
stonden, neefje,'** merkte Fietje spottend op: „Je
kunt geld slaan uit dat merkwaardige bezit!"
Betty vond de scherts ongepast, maar Ruud, op
klarend, ging onmiddellijk er op in:
„Waren het maar brullende beertjes van vleesch
en been, ik. reisde er de kermissen mee af! Zeg,
kwam je kijken tegen dubbel' entrée maar „baroii
Rudolf, don beronbedwinger?"
Onderwijl zette mevrouw Elize haar apartje voort
met Betty: „Ik heb Rudolf al voorgeslagen, nu er
zoo weinig vooruitzicht is bij de diplomatie dat
hij dan maar overstag moetgaan
„Overstag...^ overstag, alsof dat zoo gemakke
lijk gaat!" Rudolf stond op en ging met tijiu