E
Bram's Uitvinding»
VOOR DE KINDEREN.
un lafheid: fn. hun «manie mat branderig vet; So.
im verglfttfhoid. Het gebruik van eieren van kip-
en, die met vleeechmeel gevoerd zijn, maakt dëet
it an de vergiftigheid. Daarom acht hij het goed,
erlijk en rechtvaardig „do kippeneieren in het alge-
|pen vrij te pleiten van de onbillijke verdachtma-
jngen en beschuldigingen die zeker welmeenende,
laar slecht op de hoogte zijnde geneesheeren ertegen
enten".
'Jet artikel eindigt echter in een treffenden epiloog,
ien wij onzen lezers niet willen onthouden.
„Langen tijd beschouwd als een kunst en zij is
it werkelijk is de bereiding der spijzen ook een
wetenschap. Ik wil zeggen dat zij. naar mijn meening,
iet voornaamste deel van de ziektebehandeling cn
ien voorwaarde voor een lang leven is. Leefregelen
rijn verfoeilijke larie, bedacht door menschen die de
eente beginselen «ener getonde voeding niet kennen.
De beste leefregel is die, welke niet alleen getonde,
maar smakelijke vleezen voorschrijft, in geon geval
bevroren, ik geloof niet, na er ondervinding van
opgedaan te hebben, aan de uitmuntendheid van 'be
vroren vleesch en ik zal deze hulde der bewondering
rooit aan onze Amerikaansche broeders brengen -
uitgelezen wild, goed gebraden in den geschikten tijd,
zoo versch mogelijke groenten (om zoo te zeggen van
den moestuin in de pan) en vooral goed droog wa
ter, dat akelig is in het glas, is ellendig op het bord
goed aangemaakte salade, volmaakte olie, boter,
idem, en thuis ingelegde augurken en ramenas. Om
dit alles goed klaar te maken is -een culinaire tradi
tie, een fijnproeverscultuur en een arm noodig die
mayonnaises en aïolis (een saus van knoflook, olijf—
olie enz.) goed weet aan .te maken. Drink daar onver- j
snaden wijn bij, wijn van bulten, óf besteld bij den
producent, óf bij den kleinen wijnkooper in de pro
vincie., waar de producent voor instaat. Voor brood,
de basis van de voeding on bij gebrek waaraan er
van de tafel niets terechtkomt, moet men zuivere tar
we tot bloem malen. Men vindt voortreffelijke bloem
in heel Frankrijk, en zelfs te Parijs.
Al het andere beteekent gevaar, suikerziekte, inge
wandsaandoening, vermoeidheid, bloedarmoede, sto
ring van de spijsvertering, kanker, tuberculose, weg
kwijning en vergiftiging, waarbij men zich wel zal
bevinden:
lo. Nooit een uitnoodiging aannemen om te komen
eten (het déjeuner is &ver het algemeen iets ver
moeiends, niet iets genoegelijks) bij personen die men
niet culinair kent.
2o. Zich nooit aan een leefregel onderwerpen, wei-
kan ook.
3o. Nooit in «en „palace" hotel eten, behalv® indien
gij den kok kent of een alledaagsch gerecht bestelt.
4o. Enkel natuurlijke voedingsmiddelen beproef
de recepten gebruiken. De cuisine heeft geen .oor
uitgang en geen enkele nieuwigheid noodig."
Aldus de geestige Franschman, wiens voorschrif
ten men nochtans, ondanks zijn bevoegdheid, goed zal
doen met een „korreltje zout" te nemen. Wanneer hij
bijvoorbeeld verklaart dat men zich nóóit aan een
leefregel moet onderwerpen, zegt hij nog niet dat een
medicus geen leefregel mag voorschrijven. Maar de
patiënt die er zich geheel aan onderwerpt^ wordt er
de slaaf van, iets'wat ook de medicus gewoonlijk
niet verwacht. Gelijk elke regel, dient ook een lééf-
regel uitzonderingen toe te laten, mits de uitzonde
ringen maar niet de leefregel worden. W.kr.
C0
Het Dagboek van Hansje Teddybeer en Mimi Poesekat
197. We- varen tot we langs modderige kus
ten een groot hol zien. Misschien zou 't
ons anders een muizengaatje lijken, maar
nu we zoo klein zijn geworden, vinden we
't reuzengroot.
808.
Door de duisternis varen we naar binn
men. 't Is er pikzwart, „Griezelig", vindt
Mimi en kruipt tegen me aan.
Vreemde pilaren rijzen op uit het. wa
ter. „Dat zijn wortels", vertelt Kabouter
koning „en kijk in de verte brandt licht."
400.
Ja, daar is de landingsplaats. Het schuit
je meert, en een -hooge trap rijst voor ons
op. „Die voert naar mijn huis", zegt onze
vriend.
01. Lange rijen kabouters hebben zich op
gesteld om ons te ontvangen. Wat zien
ro er grappig uit met hun roode mutsen
en puntschoenen!
402. Dan gaat de koning in zijn gemakkelijke!» 403.
stoel zitten en we mogen links en rechts
van 'm plaats nemen. En we zien maar
rond!
Een tafel wordt gedekt en 'skonings
kok en 'skonings koksmaatjes beijveren
zich om allerlei heerlijkheden op te dra
gen. Mimi en ik likken onze lippen,
404. „Gebraden eikels met boschbessenmoes
is m'n lievelingskostje", zegt de koning.
„En kijk in die kruik zit wijn, gemaakt
van honing en dauw. .daarvan mogen jul
lie ook proeven"
Een ongelooflijke historie door
L. Roggeveen.
Vervolg.
„Pashukoff', riepen oom, tante en Willy gelijk ui\
„Ja, Pashukoff! Kennen jullie dien naam?"
„Dat zal waar zijn", antwoordde oom. „Dat was
inze buurman'in ons hotel. Zijn kamer lag vlak
least de onze. Tien keer op een dag zagen we hem.
•n altijd keurig netjes en beleefd!"
„En die Pashukoff 'heeft. Bram meegenomen?" riep
ante.
„Zoo is het", vervolgde de notaris.
De Commissaris van politie die, zooals ieder wel
egrijpen zal, nieuwsgierig had geluisterd, vroeg nu:
„En kunt U me verder niets van dien Pashukoff
sm'ellen, mijnheer?"
,Wat' zal ik U zeggen?" antwoordde oom. „In t be
gin bemoeiden .we ons niet veel met hem. Maar op
fen keer had hij iets noodig en aangezien hij moei-
ijk Fransch sprak, begreep de kellner hem niet goed.
k heb hem toen geholpen, en zoo kwam de zaak vqop
Ikaar. Na deze gebeurtenis hebben we de vriena-
Chap aangehouden. 'Af en toe ontmoetten we elkaar
de concertzaal of op het strand."
„Welken indruk maakte hij op U?"
„Een heel goeden! Hij had eigenaardige manieren
oms zagen we hem een heelen dag niet. Dan ver-
cheen hij pas in den avond, met een'heelen stapel
ranten bij zich, die hij nauwkeurig van A tot Z
is, zonder er bij te spreken. In een klein notitieboek-
e maakte hij aanteekeningen. Wij dachten, dat hij
en zakenman was, die voor zijn firma,' of voor zich
elf zaken deed."
„Hoe zag hij er uit?"
"n kleeren 'bedoelt U? Altijd keurig netjes! Dik-
ijls in een jacquet en ook veel in een colbert, don-
trbluuw, meen ik. In zijn knoopsgat had hij steeds
en eigenaardige versiering, een soort ridderorde,
acht Ik. Bij de eerste ontmoetingen violen dadelijk
ijn scheefstaande oogen op!"
Hm! Weet U anders, niets van hem?" vroeg de
immiösaris verder.
„Niet! Alleen, dat hij af en toe iemand bij zich .haa,
e er, wat gezicht betreft, bijna netzoo uitzag als hij!
praatten samen en dan verdween do vreemde weer
een goeien dag kwam Pashukoff afscheid nomen.
IJ ging weer naar zijn vaderland, naar Ruslana,
ertolde hij."
„Wanneer was dat? Kunt U zich dat nog herinne-
in?"
,DAt moet, dan, volgens mijn berekening, geweest
ijn in de eerste dagen, dat Dram zijn onzichtbaar
akende stof had uitgevonden. Tenminste, dat
fiftk'en we op uit de berichten in de kranton die
p later lazen."
„Dat komt uit", zei de Commissaris. „Hij is toen
naar den Haag vertrokken en heeft hier kamers ge
huurd. Hier heeft hij van Bram's uitvinding gehoord.
En die uitvinding was voor hem een welkome aan
leiding om èen nieuw avontuur te beginnen, dat
hem gelukkig mislukt is. Ik wil u wel even kon
vertellen, dat de vliegmachine, waarmee Bram la
j ontvoerd, geland is in Duitschland en bij die landing
heeft Pashukoff een ongeluk gehad; ook z'n helper
en de bestuurder. Bram niet! Hierover Tater, Pashu
koff en z'n helper zijn toen in arrest gehouden en....,
na eenige dagen spoorloos verdwenen. Ik heb nu- ech,
ter aan uw inlichtingen weer nieuwe aanknoopinga-
punten en zal mijn onderzoekigen naar dien hoos
wicht weer hetzelfde hervatten. Dit kan ik U wel zeg- j
igen: de heer Pashukoff is een van Europa's gevaar.
lijkste misdadigers. Heeft U niets gemist in Oosten
de?"
„Goeie genade", zuchtte tante, „had ik dat geweten!
En hij is nog wel bij ons in onze eigen kamer op
visite geweest! O, wat een schavuit! En we zijn
ook nog met hem mee geweest naar dat concert
van Jascha Heifetz. O, als ik dat geweten had, ik zou
hem
„Ik vrees, dat onze nasporingen wel vruchteloos zul
len blijven", zei de Commissaris. „Als hij kans ge
zien heeft om naar Rusland te vluchten, zien we
hem waarschijnlijk nooit meer terug. Enfin, ik zal
zien, wat ik kan doen."
„Maar nou komt hij terug", zei Brams moeder.
„Wie? Pashukoff?" vroeg tante.
„Welnee, Bram natuurlijk, onze eigen "Bram", lachte
de notaris. „En die Pashukoff kan, wat mij be
treft
Half drie! Groote drommen menschen loopen door
den Haag. Uit alle richtingen stroomen ze bij hon
derden toe, uit de Veenestraat, uit 't Westeinde, uit
de Hoogstraat, van de singels, uit 't Bezuidenhout.
kwartier, overal kwamen ze vandaan. En zóó vulden
de groote menschendrommen de straten, dat de
trams met de grootste moeite konden rijden. Auto's
toeterden onophoudelijk, om toch maar héél lang
zaam op te schieten. Fietsers waren afgestapt, en ston
den met n.ijdige gezichten, hun rijwielen aan de
hand, aan den kant van de straten.
Verkeersagenten te paard, trachtten zoo goed moge,
lijk het verkeer te regelen. 1
Vrachtauto's, volgepropt met menschen, reden aan.
Sommigen hadden oranje, of rood-wit.blauwe mut
sen opgezet, alsof 't Koninginnedag was. Luid zin
gend bij de pieperige tonen van een harmonica, hos
ten troepjes Jongens door de straten. De YBCo-wngon.
tjes maakten goede zaken. Een handige straatventer
liep met „oranje-nationaal" en hij verkocht nog heel
l wat.
Bovenop een groote vrachtauto zat de muziekver-
eeniging „Klein zijn wo, maar wo hebben lef!" D©
jeugdige leden bliezen uit alle macht!
Fel scheen de zon op de woelige, kleurige, rumoe-
r!gc menschenmassa, die langzaam vooruitschoof in
de richting van de 8taatsspoor.
Wat was er dan aan de hand? Wel, Bram Vin
gerling zou terugkomen, 'Bram Vingerling die, het
geheim van de onzichtbaarheid ontdekt 'had, Bram
Vingerling, die zoo beroemd was, dat alle kranten,
Hollandsche en buitenlandsche over hem schreven!
Beroemd? Ein of! Etn als je 't niet wou gelooven,
dan moest je maar eens gaan kijken bij de Rijn
straat, Daar hadden ze een groote eerepoort opgericht
Als straks Bram van 't station zou- komen, moest hij
onder die poort door. Met vuurroode letters- stond
daar te lezen:
WELKOM^ BRAM.
En ',t muziekgezelschap „K.Z.W.M.W.H.L." zou hem
een fanfare toeblazen, als hij onder de poort door
kwam. En in de straat, waar 'Bram woonde, hadden
ze óók een «©erepoort gemaakt, Ja, en die werd
's avonds electrisch verlicht!
Bram beroemd? Wie 't nog niet gelooven wou,
moest dan maar eens voor vijf centen 't extra-num
mer van de „Express" koopen, waarin 'n heeleboel
te Jezen stond over den vader van Bram, die zooveel
van zuurkool hield, en die uitsluitend Parijsche das
sen van de fijnste zijde droeg, zwarte met witte bal,
letjes en die (hoe toevallig) juist vandaag, mét zijn
vrouw, z'n zilveren bruiloft vierde
„Nou hebben ze warempel die heele onzin er toch
ingezet", zei Notaris Vingerling driftig tegen z'n
vrouw en den Commissaris die naast hem in den
auto zaten, „daar, lees eens!"
En hij overhandigde z'n vrouw de extra-middag
editie van de „Express" die een krantenjongen (hem
in de handen had geduwd.
„Eigen schuld", zei Bram's moeder, en ze moest het
heel luid zeggen, want juist zetet het muziekgezel
schap „K.Z.W'.M.W.H.L." het alombekende lied in:
Eikenhou-t is eikenhout,
Eikenhout is hout!
Eh dat lied werd door de heele massa meegebruld,
zoodat hooren en zien je verging.
Een vliegmachine zoemde over de massa en wierp
strooibiljetten naar beneden. Eén fladderde in den
auto van den Notaris. Hij las:
Bram Vingerling was onzichtbaar,
Wij maken de vlekken in Uw.
kleeding onzichtbaar!
Firma Anton Franschman.
„Och, och, och", zuchtte de Notaris.
Wordt vervolgd.
De oplossingen van de raadsels zijn:
1 Saar Het geheel is: Schemerlamp:
asCh
Hoop
kEes
raaM
IE er
Rook
kooL
lel As
Moor
raaP
2. Moor, zwart, Room, wit
3 Een e 1 is goed voedsel voor iedereen.
Goud is een duur metaal.
Saar is een meisjesnaam.
Een haai is een gevaarlijke zeevicsh.
Een degen gebruikt men bij 't schermen.
Een woerd is een eendenechtgenoot.
EJ1GEN HAARD 1S> GOUD WAARD.
Goede oplossingen (ook nog van de vorige week)
zenden: Grietje Pot Heerhugowaard, Rita .Schoenma
ker, Heerhugowaard; Marietje Pater en Dieuwertj©
Grootes, Héerhugowaard; P. Kossen, Lutjewinkel. Aga
tha van Bernèveld, Heerhugowaard; P .W. K. Dek
ker, Sint Maartensvlotbrug; Jacoh Rentenaar, Veen.
huizen; Louwtje van Zoonen, Julianadorp; Gerrl©
Boontjes, Arkel; Leunis Faasse, Petten; Jacob Kos
ten, Schagen; Trijnie Schoorl, Harenkarspel; nog
eens Gerrie Boontjes; Gepke Bron, Hem; Gerrit
M'oeijes, Winkel; Marietje Cornelissen en Corrle
Blom, Anna Paulowna.
(Rest volgt volgende week.)
Een lezeres uit Chili (Santiago lees ik op 't post
stempel), ons allen welbekend, stuurt me weer een
stelletje postzegels, waarvoor ik haar, uit jullie naam,
I hartelijk dank zeg. Wie er wat van hebben wil,
schrijft het me maar, met een postzegel voor ant
woord.
i
NIEUWE RAADSELS.
1. Welk spreekwoord kun je hieruit lezen?
i g g r i z
n e i e n e
tb je tb
2. Kaas Zet, nevenstaande woorden zóó onder el.
Boos kaar, dat van boven naar beneden gelezen,
Glas een nuttig en in winterdagen onontbeerlijk
Rede meubel voor den dag komi.
Anna
Berg
Raak
Kool
Oplossingen zenden naar L. RÖGGE/VEIEN, MlARE-
TAlKISTRlAiAT 54, DE/N HAAIG.
GORR. L. G. Dit is niet in een paar woorden te
zeggen. Gewoonlijk gaat er veel tijd mee heon, want
er komt veel bij kijken. Wat de twoede vraag be
treft, dat valt. buiten 't kader van deze rubriekl