DERDE BLAD.
an allerlei uil de Men-
schelijke samenleving.
gen
EK
'EB:
ts.
FEUILLETON.
E GELUKKIGE HELD
Zenuw-TaLiciicn .75*
Laxeer-Taoietten .60«
Hoofdpijn-Tabletten 60<*
Zaterdag 13 Februari 1926.
69sle Jaargang. No. 7793.
i.
WAT INDIë VOORTBRENGT EN UITVOERT.
ondet
af«
tfen moge zeggen wat men wil; men moge spreken
n de langzamerhand spreekwoordelijk geworden;
.verschilligheidi van Nederland) (jegens zijn kolor
ile gebieden een gunstige kentering valt terdege
te merken. Indië is voor den gemiddelden Nedier-
ider iets meer geworden dan een klank; al keilt
de aardrijkskunde van de vier groote en de tal-
ce kleine eilanden, die daar in den Indischen Ar-
- pel bijeenliggen, nog niet als hij die van zijn
en land kenti of misschien ook niet kent hij,
et er toch heel wat meer van dan vroeger; hij
It er toch meer belang in, en bovenal, hij erkent er
beteekenis ini veel thoogere mate van. De 'belang-
I Hing gaat uit naar land en volk; naar kunst en
/knographie, maar gaat vooral uit naar watt Indië
Wtbrengt, zoowel voor eigen als voor anderer ge-
uik. Want Indië is vandaar de goede omstandig-
den, waarin het verkeert exportland bijl uit-
mendheid.
Indië iaivooral land vani den landbouw. Maar voor
L overgroot deel zijn het de Europeesche groot-
idbouwbedrijven. die aan den vruchtbare^ (bodem,
foed dooi( een bij' uitstek gunstig klimaat, zijn
irtbrengselen ontnemen; d.w.z. bedrijven, opge-
ht met Europeesch kapitaal, aangevangenl op Eu-
>eesch initiatief' en staande onder Europeesche iei)-
ig. met werkkrachten van Inlandschen aard nog
>chts voor die onderdeelen, die den massa-arbeid/
iffen. De suikerfabrieken met de grootje rietarea-
in de laagvlakten; de thee- en koffietuinen in de
reken; de met tabak beplante oppervlakte op
imatra's Oostkust, zij geven teekening aan het In-
sche landschap. De Inlander verbouwt daarnevens
lijn rijst, en de sawah's met haar kulnstigen irriga-
ie-aanleg vormen den bekenden schilderachtigen.
ihtergrond voor zoo menig echt 'Indisch landschap
tooneel. De Directie van het Holland Huis te
ussei heeft de' verdienstelijke gedachte gehad om
vijftal groote cultures: suiker,, tabak, rubber,
ee en koffie voorts het zoo belangrijke petroleum-
irijf, en het typisch Xnlandscbe larnjdbouwbedrljf''
n rijstwinning. in een aantal artistiek uitgevoerde
>rama's in beeld te brengen.
)e Javasuikerindustrie is bijkans drie eeuwen oud;
eerste Hollanders, die op Java kwamen, vonden
aan het einde der zestiende eeuw de suikerbereir
ïg reeds in werking. Maar het waren kleine, vooral
Dr Chineezeri gedreven fabriekjes, die weinig) éver-
ïkbmst vertoonden mell de geheel moderne com-
>xen van thans. Gedurende de Oost-Indische Oom-
gnie, die zoowel tegenover de suiker als tegen-
ir de koffie economisch beleidvol optrad, bleef het
ndaard-type dezer fabriekjes onveranderd; earst
den aanvang der negentiendie eeuw, tioen van den
sch zijn Cultuurstelsel aanvatte, kwam er meer.
pjifiring in het suikerbedrijf. Het werd in de jaren
an het Cultuurstelsel gaandeweg vsibetérdi, vooral,
at betreft de verwerking van riet tot suiker in de
brieken. Eerst dank zij' de agrarische wetten, van
71 ontstond de vrije suikercultuur, die al spoedig
crisis van 1884, vooral ontjstaan tenge'volge van de
|orme toeneming der beetwortelsuiker had te
TStaan. Her pleit v -r de levenskracht der Java-
ikerindustrie. dat zij niet het hoofd in de schoot
de, c vk niet toen ae gevaarlijke serc-n z ekte te-
ijk het riet aantast'e. Maar dat zij integendeel in
rbetering harer installaties en economiseering van
ar bedrijf haar kracht zocht. Zoo is in veertig
'en tijds, dank zij1 moeizaam streven, ontstaan de
'asuikerindustrie van thans, een tetiaal van om-
nt 180 grootere en kleinere fabrieken met een
tiareaal van gemiddeld 1.000 bouws. Onder deze fa-
eken is Djatiroto van de Handelsivereeniging „Am-
rdam" met haar ongeveer 9.000 bouws de groot-
en wel degene, die den grooten omvang der
baansche suikerfabrieken benadert. Tusschen Ja-
en Cu'ba(, den plotseling opgekomen ernstigen con
tent bestaat dit verschil, dat d'e Java-fabrikant
dooi A. S. M. HUTCHINSON.
:S Uil,
Maar juffrouw Erps was niet bij' machte den nieu-
A en schok te verhinderen. Deze zou in direct ver-
nc* ?taan met dat »^a R°ly" dat Maggie gehoord
/v/ d. Na eenige dagen van hooge koorts en ijlen, was
A t alsof zij wakker wordende, zich een besluit her-
Ob lerde' dat zij genomen had, en zoodra de koorts
v/" ar toeliet weer geregeld te denken, ging"zij door op
t besluit dat met de woorden: „Ja Roly" verband
ild.
van ;e
i
f
5.
was in een natuurlijken slaap- gevallen, die het
ide van de koorts beloofde te worden Toen ze wak-
r werd, ging ze overeind in bed zitten. Ze was
een. Slechts één gedachte hield haar bezig ze
nid op en begon zich aan te kleeden. Haa-r geest be-
-jerschte haar'zwak lichaam. Ze voelde haar xwak-
i'd. evenmin als iemand, die dn een gevecht getrof-
i wordt, oogenblikkelijk zijn wonden voelt. Ze wist
icies wat ze doen 'moest. Ze vond haar beurs op
i schoorsteenmantel, nam die mee en verliet het
is zonder dat iemand het merkte. Ze dacht er niet
er om te zeggen, dat ze uitging, slechts één ge-
ihte beheerschte haar.
licht bij het huis, kwam ze een rijtuig tegen. Ze-
ipte in: „Lady Burdon, M'ount streef', zei ze te
il den koetsier.
Ja Roly", dat was haar antwood geweest, toen
haar in die oogenblikken van gevoelloosheid zoo
«lelijk voor oogen had gestaan, toen ze gevraagd
d haar alleen te laten om met hem te kunnen pra-
toen had hij haar gezegd, naar zijn grootmoeder
gaan, om haar te troosten en zelf geroost te wor-
n.
h 6*
De oude huisknecht liet haar binnen. De gebeurte-
•sen 'van deze laatste week hadden den ouden man
zijn doen gebracht. A'cht dagen geleden zou de
Ur niet zijn opengegaan voor een jonge vrouw, die
ar Lady Burdon vroeg en haar naam niet wilde
wen.
*u echter was het hem genoeg, dat ze zeide: „De
ain doet er niet toe. Lady Burdon zal blij zijn mij
zien".
Öe deur ging open en zij werd ini de bibliotheek ge-
Set was de dag nadat de nieuwe Lord en Lady
iraon met de oude Lady waren komen kennis ma
tegel Ijk planter en fabrikant is, terwijl de Cutoa-
fabrikant het planten van het riet aan zijn colono's
overlaat. Bedenkt men daarbij, dat de Javasuiker
bijna uitsluitend gewonnen wordt op van de Inlandf-
sche bevolking gehu-urden grond, dan beseft, men hoe
zeer het vraagstuk van verkrijging van de noodige
gronden voor den Javasuikerfabrilkant, gezien ook dje
toeneming der bevolking op Java, een moeilijk
vraagstuk vormt. Een gemiddelde (Javasuik)eroogst
bedraagt thans 32 a" 36 millioen picols; de Javasui
kerindustrie voorziet in ongeveer 1/12 van geheel de
wereldsuikerproductie en ongeveer 1/8 van de uit
sluitende rietsuikerproductie. In 1920, het topjaar
uer suikerindustrie, dat wel nimmer zal worden her
haald, bedroeg do waarde van den suikeruitvoer on
geveer 47 van den uitvoer van geheel Indië; in
1922 bedroeg dit aandeel 27 gelijk het ter Jaar
beurs te Milaan, met 100 autotjes van kinderspeel
goed, zoo aardig en pakkend is voorgesteld! In 1920
bracht de suiker niet minder dan bijna 29 van het
totale Staatsinkomen op, en dit niettegenstaande heit
jaarlijks door de suiker in beslag genomen areaal
niet meer bedraagt dan 1/15 van alle op Java aanwe
zige sawah's en 1/45 van alle op Java aanwezige
bouwgronden!
Het kapitaal, in de suiker gestoken, wordt op een
600 mill. Holl. guldens geschat, die vrijwel uitslui
tend in Hollandsche handen zijn. Da Javasuikerin
dustrie geniet mede bekendheid door haai* geest van
samenwerking, welke spreekt -uit. de verschillende
organisaties, die haar vertegenwoordigen: Algemeen
Syndikaat en Javasuikerwerkgeversbond' op maat
schappelijk en sociaal-economisch terrein, eh het be
kende Proefstation, Ühans te Pasoerbean gevestigd),
als een bewijs, hoezeer de suiker aan de medewer
king der wetenschap groote waarde heeft gehecht
en hecht.
Terwijl de oppervlakte, waarover de suikerarealen
zich uitstrekken, in den loop der jaren gieen groote
uitbreiding heef» ondergaan, .is het anders met de
rubber, die ook de jongste der groote cultures in
Indië is. Wel begon men reeds jaren geleden in In
dië met de rubbercultuur, en uil deze pogingen ont
stond ook het belangrijk. Gouvemoinentscaoutchouc-
bedrijf, maar eerst nadat men in 1898 van uit Ceylon
had vernomen, dat daar in den Botanischen Tuin,
proeven waren genomen met het tappen van hevea
in tusschenruimten van eenige weken, verkreeg de
rubbercultuur een begrijpelijke groote uitbreiding,
De in Z.O. Azië met hevea beplante oppervlakte
steeg van 11.000 acres in 190Ö tot 126.000 acres in
1907. Op het oogenblik is de totale oppervlakte, dooij
de rubbercultuur bezet, ongeveer 3115.000 H.A., waar
van 150000 op Java en ongeveer gelijke oppervlakte
op de Oostkust van Sumatra.
Van deze 375.000 HA zijn 235.000 in productie;
het andere deel der aanplantingen is te jong om
reeds product te leveren. Het in de rubbercultuur
gestoken kapitaal wordt op 500 mill. Holl. guldens
geschat, waarvan 190 mill: van Britsche, 50 mil.
van Fransch-Belgische en 27 mill. van Amerikaan-
sche afkomst. In 1920, nog voordat de algemeene
malaise zich kenbaar maakte, maakte de rubbor-
evenals in 1911, een crisis door, die, bedenkelijk
verschijnsel, aan, overproductie werd geweten. De
rubberprijzen daalden onheilspellend, rubberplan
ters zagen zich in hun bestaan bedreigd. Aan den
eeneni kant vroeg men om beperking der productie,
hetzij vrijwillig, hetzij gedwongen; anderzijds was
men daartegen gekant, wijl men- wenschte, dat de
zwakke, niet levenskrachtige ondernemingen 4 ten
gevolge van de crisis automatisch tam gronde zouden
gaan; het voornaamste bezwaar tegen gedwongen
beperking school en schuilt nog in de belangrijke
Inlandsche rubbercultuur, die zich meer en meer
gaat ontwikkelen; die te weinig geregistreerd is om
in de beperking te worden begrepen. De u-itvoer
van Inlandsche rubber wordt op 40 a 50.000 ion per
MIJNHARDTs
Bij Apoth. en Drogisten»
ken. Dien ochtend nog had de oude knecht de ver
gissing begaan om iemand van Miller's Field Weg te
sturen, die beloofd had de nieuwe Lady Blurdon te
komen vertellen hoe het met den kleinen Rollo ging.
En het bezoek was te zeer onder den indruk geweest
van de deftige manieren van den knecht, om uit te
leggen wat ze kwam doen. Ze had toen een brief ge
schreven.
De knecht bracht dien aan zijn meesteres, die hem
las en hem naar de nieuwe Lady 'Burdon zond. Het
briefje was heel gebrekkig geschreven. En de nieu
we Lady Burdon, die zich hier nog heelemaal niet
op haar gemak voelde, kreeg een vuurroode kleur
bij de gedachte, dat iemand het gelezen had. Van het
begin afl aan, zelf vijandig gezind en voorbereid op
vijandelijkheden, had ze een hekel aan dezen ouden
man, en ze sprak onvriendelijk en uit de hoogte te
gen hem, zooals hij niet gewend was te worden toe
gesproken.
Na de les. die hij door dit vooi*val gekregen had,
liet hij' Audrey zonder meer toe. Ze hoorde niet tot
de kennissen van zijn meesteres.
Ten eerste kende hij die allen, en ten tweede kwa
men die nooit op het onmogelijke uur van half ze
ven 's avonds, en ook zagen ze er nooit zoo vreemd
uit, bleek, wankelend en met bevende stem.
Hij ging 'het bezoek aankondigen bij de nieuwe
Lady Burdon.
„Heeft ze geen naam opgegeven?"
,iNeen, ze zei, dat mevrouw blij zou zijn haar te
zien".
Lady Biirdon aarzelde een oogenblik. Ze streed
met haar vijandig gevoel tegenover dien man en ze
vroeg zich af. of hij verwachten zou, dat ze hem te
rug zou sturen om den naam te vragen. Ze wist het
zelf niet, en ze had hierom des te grooter hekel aan
hem en vroeg zich in stilte af, wat hij denken zou
van haar besluiteloosheid. Ze zocht een oplossing.
„Het is goed hoor"', zei ze met een lachje; „ik geloofl,
dat ik wel weet wie het is."
Toen ging ze naar de bibliotheek.
HOOFDSTUK V.
Wat Audrey Lady Burdon bracht.
1.
Het was dónker in de bibliotheek. Midden in de
kamer werd licht verspreid door een hoogen kande
laar. In den grooten haard brandde een vuu;. De
rest was in schaduw gehuld.
Lady Burdon liep haastig naar de bibliotheek, maar
in de deur bleef ze staan en Audrey, die op het punt
was haar tegemoet te gaan. de woorden gereed op de
lippen, bleef ook staan. Er waö iets vreemds in dat
meisje, dacht Lady Burdon en ze zocht naar de re
jaar geschat; alleen DDjambl voert per jaar 15000 ton
uit, zijnde zoowat de helft van geheel den- uitvoer
van Java. De waarde van de in 1920 totaal uitge
voerde 'hevea werd op een f 200 mill. geschat.
Rubber vormt een soort overgang tusschen laag
land- en bergcultures en wordt dan ook veel in ge
mengd bedrijf uitgeoefend. Tot de echte bergcultures
behoort wel in de eerste plaats de koffie. Dit pro-:
duet is niot minder met do geschiedenis van kolo
niaal Indië samengeweven als de suiker, en wie de
beteekenis voor de Nederlandsche schatkist wil na
gaan van de koffie gedurende hot Cultuurstelsel,
behoeft er, gelijk bekend, is, „Max Havelaar" van
Multatuli maar op na te s'-aan. Evenmin echter als
voor suiker of- rubber, vormt Indië het land van
afkomst der koffie. Men heeft Arabië als zoodanig
beschouwd, doch later is gebleken, dat Kaffa* het. Zui
delijk deel van het tegenwoordige Abessynië, dit
land; van afkomst- is en dat vandar de koffie haar
weg heeft gevonden naar Perzië, Arabië en Voor-
Indië. Reeds Pieter van den Broocke bracht in 1616
uit Mokka de eerste koffie naar Nederland; tegen
het einde der zeventiende eeuw ontwikkelde zich de
koffieproductie op Java, die door de Oost-Indische
Compagnie al everi willekeurig werd geleid als met
de suiker het geval was. Onder het Cultuurstelsel
echter werd de koffiecultuur ter hand genomen en
naarmate de gedwongen cultuur later afnam, ont
wikkelde zich de vrije cultuur. Werd voorheen op
Java slechts de coffea arabica. de z.g. Javakof-
fie geplant, men moest daarvan afzien, toen ziek
te in de planten dit belette. Daarna is gekomen de
bloeitijd der QLiberia-koffie en eerst daarna de te
genwoordig vooral gangbare Robusta-koffie die het
overgrooto deel van de tegenwoordige koffieproductie
omvat. De productie omvatte in 1923 ongeveer
993.000 picols, waarvan niet minder dan 841.000 tot
de Robusta-koffie behoorden. Java heeft voor de kof- j
fie de overgroots belangrijke beteekenis, ook Su-ma-
-tra en Celebes geven wat koffieaanplant, maar te
genover Java van onbeduidenden aard. In den uit
voer speelt Nederland nog altijd een belangrijke rol; j
werd echter in 1921 43 pet. voor uitvoer naar Ne-1
derland bestemd, in 1923 was dit 17 pet. Eigenaardig
is hert wel, dat door Nederlands zorgen de koffie-
plant naar West-Indië en naar Zui-d-Ame-rika is
overgebracht en dat juist vandaar Brazilië met zijn
koffieaanplantingen de grootste concurrentie thans
aan Java aandoet.
Naast de koffie, de thee» ook 'n artikel bijnt uitslui
tend van Javaanschen bodem. Bontekoe heeft ons
reeds verteld-, van het nut van de thee als genees
middel; het. is bekend, dat gedurende de zeventiende
eeuw thee in kraampjes aan den openbaren weg in
den Ilaag en andere belangrijke -Nederlandsche
plaatsen,* werd geschonken. Maar de echte Ja va-
theecultuur ontstond eerst in den aanvang der negen
tiende eeuw, nadat Jacobson, de bekende expert, de
fabricatie der thee in China had bestudeerd en, zijn
handboek over de theeproductie schreef, dat nog tien
tallen van jaren daarna zijn waarde behield. Aan
vankelijk werd de thee cultuur, ten tijde van 'het
Cultuurstelsel, door do Regeermg verzorgd; later
kwam daarin verandering, en in 1865 verliep het
laatste contract, dat. de Regeering met theeonderne
mingen had. Van dat oogenblik af werden de vroe
ger in contract, werkende thans voor een deel nog
bafttaande ondiernemingen, waaronder het bekende
Parakan -SalaJk in deni Preanger, verhuurd. In den
loop der laatste kwarteeuw echter onderging niet
alleen het aantal ondernemingen, maar ook de be
reiding van de thee een geweldige verandering. In
plaats van de primitieve fabrieken verrezen groote,
uitstekend ingerichte etablissementen. De Preanger
is, voor Java, het th'èegehied bij' uitnemendheid en
telt niet minder dan een 150-ital ondernemingen;
voorts worden zij in de residenties Batavia en Che-
ribon aangetroffen, terwijl in Midden-Java de resi
denties Pekalonggan, 'Semarang en Kedoe en in
Oost-iJava de 'hellingen van den Smeroe en- van den
Kloet, den zetel van zoodanige ondernemingen vor
men. Was tot voor weinig jaren de Indische thee
productie béoerkt tot Java, sprak men slechts van
Javathee, sedert 1915 is de theecultuur zich ook over
Sumatra gana uitstrekken. IDe theelanden der Holland
sche en Engelsche maatschappijen, die zich Siantar
tot terrein van werkzaamheden hebben gekozen,
zijn vele. en de uitvoer van de Oostkust van Sumatra
is van ongeveer 600 ton in 1915 tot 7500 ton in 1923
opgeloopen. In 1923,brachten Java en 'Sumatra samen
48 mill. Kg. thee tér markt, waarvan Java bijna 41
mill. De uitvoer bedroeg naar Engeland 121/4, naar
Australië 11, naar Nederland 11K en naar de Ver-
lenigde Staten bijna 4 millioen. De verschepingen
naar Nederland namen juist in het paatste jaar niet
onaanzienlijk toe, en in verband daarmee wordt het
betreurd, dat het. nieuwe recht op Indische thee
naar men verwacht, daarin verandering zal brengen.
Komen wijl tenslotte tot de laatste der Europeesche
cultures, het luxe-artikel tabak. Wij denken daarbij
aan Deli, dat voor de tabakscultuur in 1863 'doojn
Nienhuis. den ondernemenden stichter der Deli-
Maatschappij, is „ontdekt"' en later door Cremer is
gemaakt tot het „land van onbegrensde mogelijkhe
den". De Deli Maatschappij, schoon op lange na niet
meer de eenige groote maatschappij, die daar werkt,
heeft in deze halve eeuw haar vooraanstaande posi
tie behouden; met 27 ondernemingen staat zij voor
aan boven de Deli Batavia met 17, de Senombah
mei 16, de Maatschappij, Arendsburg met 6 onder
nemingen. Totaal zijn er thans op Sumatra's Oost
kust een 81-tal ondernemingen tegen 114 in 1898. Dat
schijnt eeii achteruitgang, maar is het in werkelijk
heid niot. Want bij de dringend noodig gebleken
reorganisatie zijn slechts die tabaksondernemingen
gehandhaafd, waarvan met zekerheid was te ver
wachten, dat zij voldoen aan den hoofdeisch: om een
goed dekblad te kunnen produceeren. En de door de
rubbercultuur geboden gelegenheid om zich op an
dere cultures toe te leggen-, is door meer dan een
zwakke tabaksonderneming met twee handen aan
gegrepen. De waarde van den tabaks oogst bedroeg
in 1898 f 33 mill.. in 1913 was die waarde voor een
slechts ietwat grooteren oogst tot f 50 mill. gestegen
en in 1916 bedroeg die waarde zelfs f 67 mill.
Men zou intussc'hen verkeerd' doen, wanneer men
Sumatra het eenige Indische land van de tabak
i schatte. Integendeel, nog daargelaten, dat Java
aanmerkelijk oudere rechten kan doen gelden, stond
b.v. tegenover den Suinatra-oogst 1916 van 237.000
pakken een Java-oogst van 681.000 pakken. Maar
was de Opbrengst van den Sumatra-oogst ruimi f 66
mill., do opbrengst van den Java-ougst was slechts
f .78 mill. Java heeft twee tabaksgebieden, en wel
de Vorstenlanden en Oost-Java (Besoeki). In de
Vorstenlanden is de tabak de plaats gaan innemen
van de indigo-cultuur, die het tegen de doodende
concurrentie van het in Duitschland vervaardigde
kunstproduct moest afleggen. Hier geschiedt de
cultuur 'door Europeanen, die Inlandsche arbeidsn
kr-aóhten hebben. In Bes'oeld echter is d'e cultuur
overgelaten aan de Inlanders en bepalen de Euro
peanen zich tot het .opkoopen van de meer oS
minder bewerkte tabak, de Krossok, voor verdere
bewerking, sorteering, verpakking en transport deZe
zorgen!
Geen cultuur, maar t een uitermate belangrijk
bedrijf vormt de winning van petroleum, thans,
voor wat geheel Indië aangaat, in handen van "de
Koninklijke, die in nauwelijks dertig jaren van oen
begm-lnaa.techa.ppij is uitgegroeid ,tot een concern
van wereldbeteekenis. Van den aanvang af heeft bij
de stichters van de Koninklijke de bedoeling voor
gezeten, de talrijke Indische petroXeumondernemin
gen onder controle te verkrijgen. Daartoe waren
tankschepen en 'tankinrichtingen in een belangrijk
deel' van Z.O.-Azië gebouwd. Deze politiek van
voorzienigheid deed zich gelden, toen de aanvanke
lijk door de Koninklijke bezeten terreinen op Su
matra uitgeput bleken. Toen is voor de Koninklijke
een nieuwe periode van werkzaamheid geopend, die
twee belangrijke hoogtepunten telt: de oprichting
der Asiatia, een eerste combinatie metde Shell
(Engeland) en de Russische Rotschild-belangen in
1900, de oprichting nevens elkander van de Bataaf-
sche en de Anglo-Saxon in 1907, die tot het tegen
woordig zoo belangrijke Engelsch-Nederlandsche
concern heeft ^geleid. Vooral' kort voor en na den
oorlog heeft dit concern zijn invloed in verschillen
de werelddeelen^zien vermeerderen, zoodat het nu is
geïnteresseerd .in ondernemingen in Serawak, in
Egypte, in Rusland, in Roemenië, in Polen, in
JoechoSlavië, in Californië, in Mexico, in Venezu
ela, in Zuid4kuierika, en elders, ja zelrs in Noord-
Am erika, waar het de vroeger zoo gevreesde Stan"
dard-Oil op "bigen terrein bestrijdt.
Terwijl in Indië omstreeks een tiental jaren
'geleden .1633.440 ton pétroleum gewonnen werd,
was dit over 1922 2.323.792 ton, waarvan Tarakan
695.0000, Borneo 741.000, Sumatra 564.000 ton leve
ren. Aan den anderen kant bedroeg de stijging van
de productie van 1921 tot 1922 in Nederlandseh
Oost-Indië# sléchts circa 1 pot., in Roemenië daaren
tegen 22, in Mexico 36, in de Midden-Staten ^a-n
Amerika 69, in Britsch-Serawak 102 en in Californië
zelfs 153 pet. De dagproductie uit de gezamenlijke
ondernemingen wordt thans op ongeveer 43.500 ton
geschat, hetgeen een jaarproductie van 16 mill. ton
vertegenwoordigt. Ondanks den geweldigen om
vang dezer cijfers kan men desalniettemin aanne
men, dat Indië in de belangen van de Koninklijke-
Shell nog'immer een niet weg te cijferen rol speelt.
Of deze petrolëumbelangen, vooral Interna.tionaal-
den, waarom ze eenigszins bang voor haar «was.
Audrey van haar kaDt voelde, dat er iets niet in orde
was, ze begon te beven. Een kort oogeniblik, dat Au
drey en Lady Burdon beiden een eeuwigheid leek,
door de achterdocht, waarmee ze elkaar aanzagen.
Er werd van de bibliotheek verteld (Mr. Ambers
levensbeschrijvingen vermelden het), dat in de dagen
toen de edellieden nog 'n zwaard aan hun zijde droe
gen. hier een duel had plaats gehad, dat er drie vu
rige aanvallen werden gedaan, elk eindigende met een
bloedigen steek van een der beide partijen, en dat
tusschen eiken aanval de tegenstanders hijgden naar
i adem van pijn en vermoeienis. Een strijd van woor
den de eerste aanval. Lady Burdon sloot de deur;
ze ging een stap naar Audrey toe en keek «haar vra
gend aan. Audrey met trillende handen, onzeker op
haar beenen, hakkelde: „Ik wilde graag Lady Burdon
spreken".
•Vreemd was haar blik en vreemd klonk haar stem.
En waarom beefde zij? Zooals 'snachts in stille
straten een kreet van alarm weerklinkt, zoo klonk het
in haar binnenste: „Pas op".
„Ik ben Lady Burdon", zei ze.
De eerste aanval.
Audrey greep zich vast aan een stoel,, die naast
haar stond. De moreele schok, dien zij kreeg, toen
zij inplaats van Roly's grootmoeder, een vreemde
vrouw zag binnenkomen, deed haar lichaam trillen.
Was dat Lady Burdon? Voor het eerst voelde zij
hoe zwak zij was. Alles draaide om haar heen.
De tweede aanval..
Lady Burdon vroeg: „Wie bent u?"
Een gevoel van duizeligheid maakte zich opnieuw
van Audrey meester. Haar gedachten waren als de
krampachtige bewegingen van iemand, die op het
punt is te verdrinken. Ze deed haar best om te be
grijpen. Dit Lady Burdon? dan was dit niet Roly's
huis.dan?
Waar was dan Lady Burdon? Was haar heele leven
met Roly een droom geweestbad dat leven nooit
Voor de derde maal klonk 'het: ,jWie bent u? Waar
om antwoordt u iniji niet?"
Ze deed een poging om te spreken. Zacht klonk
het: „Hoe kunt u Lady Burdon zijn?"
Geen verwonding nog slechts een schram, maar het
vermeerderde het gevoel van onbehagen, dat Lady
Burdon sinds ze de kamer was binnengekomen, steeds
sterker had voelen worden. Op hèAr beurt wachtte
ze even; ze maakte zich gereed voor den derden aan
val.
„Ik zie, dat u me niet begrijpt", zei ze. En toen
Audrey: „O vergeef u me. Neen, ik begrijp het niet,
I ik hen ziek geweest, ik ben nog ziek".
„Maar ik vrees, dat ik u niet begrijp. Als u me
I zeggen wilt, wie u bent, wat u wilt, dan kunnen
wfl verder praten".
Audrey bleef haar aankijken met iets droevigs vra
gen ds in haar oogen. Lady Burdon las daar weer dat
zelfde: «„Hoe kunt u Lady Bürdoni zijn?" en deze
vraag en dat stilzwijgen boezemden baar een vagen
onberedeneerden angst in. Ze bracht dien in verband
met baar achterdocht. Ze werd boo3 en scherp zei
ze:
„Nu móet u me antwoorden. Wat is er toch, ik
vraag u eenvoudig hoe u heet?"
Mr. Auibers 'verslag van het duel luidt, dat de eene
partij de andere de geheeie kamer door joeg en hem
aan den muur nagelde.
Het was Audrey niet mogelijk het gevoel van zwak
te te beheerschen deze onvriendelijke vraag trol! haar
als een verbijsterende slag. Toen Roly haar den vo-
rigen avond verschenen was, en zij hem geantwoord
had: „Ja Roly", had hij haar gezegd, zoo duidelijk,
alsof hij voor haar stond, wat zij tegen Grootmoeder
moest zeggen. Ze had die woorden op de lippen. Plot
seling schoten ze haar te binnen.
„Ik ben Audrey", zei ze eenvoudig.
Mr. Ambers verslag van het duel luidt, dat de eene
partij', toen hij zijn tegenstander had vastgenageld van
schrik in het zwaard van den ander liep.
Lady Burdon:Audrey? Wat zeg je Audrey? Ben je
hier bekend?"
Zii liep in het zwaard van den ander.
„Ik ben Audrey. Roly's vrouw."
2.
Zooals een vreeselijke slag de geslagene ,de handen'
voor bet gezicht doet slaan, terwijl bij wankelend zijn
weg: zoekt, of zooals een dronken man, ^ie plotseling
in de frissche lucht komt, niet. weet waar bij is, zoo
verwarden zich Lady Burdon's gedachten bij' dafy
„Ik ben Audrey ik ben Roly's vrouw".
Verwarrende vermoedens maakten zich van haar
meester.
„Getrouwd? wat dan?" Ze bewoog haar handen ze
nuwachtig. en haar hoofd was loodzwaar.
De eerste woorden,., die ze uitbracht, waren juist
wat ze niet had willen zeggen. Haar stem klonk ge
smoord: „Hij was niet getrouwd", zei ze.
En zacht klonk het antwoord: „We hadden het aan
niemand verteld."
Eh op haar „waarom niet?" volgde een even zacht:
„Roly wilde het liever niet."
Heesch klonk het: „En waarom kom je dan nu
hier?"
En Audrey met een lichten snik: „Omdat hij1 dood
is."
Toen zei Lady Burdon stroef. „Het is beter, dat u
heen gaat"; ze zag den schrik in Audrey's oogen en
herhaalde forscher: „Het is beter, dat u heengaat
dadelijk." En nog eens riep ze „Vlug" met luider
stem en een beweging van baar arm. Ze had zich-