DERDE BLAD. an allerlei uil de Men- schelijke samenleving. gen EK 'EB: ts. FEUILLETON. E GELUKKIGE HELD Zenuw-TaLiciicn .75* Laxeer-Taoietten .60« Hoofdpijn-Tabletten 60<* Zaterdag 13 Februari 1926. 69sle Jaargang. No. 7793. i. WAT INDIë VOORTBRENGT EN UITVOERT. ondet af« tfen moge zeggen wat men wil; men moge spreken n de langzamerhand spreekwoordelijk geworden; .verschilligheidi van Nederland) (jegens zijn kolor ile gebieden een gunstige kentering valt terdege te merken. Indië is voor den gemiddelden Nedier- ider iets meer geworden dan een klank; al keilt de aardrijkskunde van de vier groote en de tal- ce kleine eilanden, die daar in den Indischen Ar- - pel bijeenliggen, nog niet als hij die van zijn en land kenti of misschien ook niet kent hij, et er toch heel wat meer van dan vroeger; hij It er toch meer belang in, en bovenal, hij erkent er beteekenis ini veel thoogere mate van. De 'belang- I Hing gaat uit naar land en volk; naar kunst en /knographie, maar gaat vooral uit naar watt Indië Wtbrengt, zoowel voor eigen als voor anderer ge- uik. Want Indië is vandaar de goede omstandig- den, waarin het verkeert exportland bijl uit- mendheid. Indië iaivooral land vani den landbouw. Maar voor L overgroot deel zijn het de Europeesche groot- idbouwbedrijven. die aan den vruchtbare^ (bodem, foed dooi( een bij' uitstek gunstig klimaat, zijn irtbrengselen ontnemen; d.w.z. bedrijven, opge- ht met Europeesch kapitaal, aangevangenl op Eu- >eesch initiatief' en staande onder Europeesche iei)- ig. met werkkrachten van Inlandschen aard nog >chts voor die onderdeelen, die den massa-arbeid/ iffen. De suikerfabrieken met de grootje rietarea- in de laagvlakten; de thee- en koffietuinen in de reken; de met tabak beplante oppervlakte op imatra's Oostkust, zij geven teekening aan het In- sche landschap. De Inlander verbouwt daarnevens lijn rijst, en de sawah's met haar kulnstigen irriga- ie-aanleg vormen den bekenden schilderachtigen. ihtergrond voor zoo menig echt 'Indisch landschap tooneel. De Directie van het Holland Huis te ussei heeft de' verdienstelijke gedachte gehad om vijftal groote cultures: suiker,, tabak, rubber, ee en koffie voorts het zoo belangrijke petroleum- irijf, en het typisch Xnlandscbe larnjdbouwbedrljf'' n rijstwinning. in een aantal artistiek uitgevoerde >rama's in beeld te brengen. )e Javasuikerindustrie is bijkans drie eeuwen oud; eerste Hollanders, die op Java kwamen, vonden aan het einde der zestiende eeuw de suikerbereir ïg reeds in werking. Maar het waren kleine, vooral Dr Chineezeri gedreven fabriekjes, die weinig) éver- ïkbmst vertoonden mell de geheel moderne com- >xen van thans. Gedurende de Oost-Indische Oom- gnie, die zoowel tegenover de suiker als tegen- ir de koffie economisch beleidvol optrad, bleef het ndaard-type dezer fabriekjes onveranderd; earst den aanvang der negentiendie eeuw, tioen van den sch zijn Cultuurstelsel aanvatte, kwam er meer. pjifiring in het suikerbedrijf. Het werd in de jaren an het Cultuurstelsel gaandeweg vsibetérdi, vooral, at betreft de verwerking van riet tot suiker in de brieken. Eerst dank zij' de agrarische wetten, van 71 ontstond de vrije suikercultuur, die al spoedig crisis van 1884, vooral ontjstaan tenge'volge van de |orme toeneming der beetwortelsuiker had te TStaan. Her pleit v -r de levenskracht der Java- ikerindustrie. dat zij niet het hoofd in de schoot de, c vk niet toen ae gevaarlijke serc-n z ekte te- ijk het riet aantast'e. Maar dat zij integendeel in rbetering harer installaties en economiseering van ar bedrijf haar kracht zocht. Zoo is in veertig 'en tijds, dank zij1 moeizaam streven, ontstaan de 'asuikerindustrie van thans, een tetiaal van om- nt 180 grootere en kleinere fabrieken met een tiareaal van gemiddeld 1.000 bouws. Onder deze fa- eken is Djatiroto van de Handelsivereeniging „Am- rdam" met haar ongeveer 9.000 bouws de groot- en wel degene, die den grooten omvang der baansche suikerfabrieken benadert. Tusschen Ja- en Cu'ba(, den plotseling opgekomen ernstigen con tent bestaat dit verschil, dat d'e Java-fabrikant dooi A. S. M. HUTCHINSON. :S Uil, Maar juffrouw Erps was niet bij' machte den nieu- A en schok te verhinderen. Deze zou in direct ver- nc* ?taan met dat »^a R°ly" dat Maggie gehoord /v/ d. Na eenige dagen van hooge koorts en ijlen, was A t alsof zij wakker wordende, zich een besluit her- Ob lerde' dat zij genomen had, en zoodra de koorts v/" ar toeliet weer geregeld te denken, ging"zij door op t besluit dat met de woorden: „Ja Roly" verband ild. van ;e i f 5. was in een natuurlijken slaap- gevallen, die het ide van de koorts beloofde te worden Toen ze wak- r werd, ging ze overeind in bed zitten. Ze was een. Slechts één gedachte hield haar bezig ze nid op en begon zich aan te kleeden. Haa-r geest be- -jerschte haar'zwak lichaam. Ze voelde haar xwak- i'd. evenmin als iemand, die dn een gevecht getrof- i wordt, oogenblikkelijk zijn wonden voelt. Ze wist icies wat ze doen 'moest. Ze vond haar beurs op i schoorsteenmantel, nam die mee en verliet het is zonder dat iemand het merkte. Ze dacht er niet er om te zeggen, dat ze uitging, slechts één ge- ihte beheerschte haar. licht bij het huis, kwam ze een rijtuig tegen. Ze- ipte in: „Lady Burdon, M'ount streef', zei ze te il den koetsier. Ja Roly", dat was haar antwood geweest, toen haar in die oogenblikken van gevoelloosheid zoo «lelijk voor oogen had gestaan, toen ze gevraagd d haar alleen te laten om met hem te kunnen pra- toen had hij haar gezegd, naar zijn grootmoeder gaan, om haar te troosten en zelf geroost te wor- n. h 6* De oude huisknecht liet haar binnen. De gebeurte- •sen 'van deze laatste week hadden den ouden man zijn doen gebracht. A'cht dagen geleden zou de Ur niet zijn opengegaan voor een jonge vrouw, die ar Lady Burdon vroeg en haar naam niet wilde wen. *u echter was het hem genoeg, dat ze zeide: „De ain doet er niet toe. Lady Burdon zal blij zijn mij zien". Öe deur ging open en zij werd ini de bibliotheek ge- Set was de dag nadat de nieuwe Lord en Lady iraon met de oude Lady waren komen kennis ma tegel Ijk planter en fabrikant is, terwijl de Cutoa- fabrikant het planten van het riet aan zijn colono's overlaat. Bedenkt men daarbij, dat de Javasuiker bijna uitsluitend gewonnen wordt op van de Inlandf- sche bevolking gehu-urden grond, dan beseft, men hoe zeer het vraagstuk van verkrijging van de noodige gronden voor den Javasuikerfabrilkant, gezien ook dje toeneming der bevolking op Java, een moeilijk vraagstuk vormt. Een gemiddelde (Javasuik)eroogst bedraagt thans 32 a" 36 millioen picols; de Javasui kerindustrie voorziet in ongeveer 1/12 van geheel de wereldsuikerproductie en ongeveer 1/8 van de uit sluitende rietsuikerproductie. In 1920, het topjaar uer suikerindustrie, dat wel nimmer zal worden her haald, bedroeg do waarde van den suikeruitvoer on geveer 47 van den uitvoer van geheel Indië; in 1922 bedroeg dit aandeel 27 gelijk het ter Jaar beurs te Milaan, met 100 autotjes van kinderspeel goed, zoo aardig en pakkend is voorgesteld! In 1920 bracht de suiker niet minder dan bijna 29 van het totale Staatsinkomen op, en dit niettegenstaande heit jaarlijks door de suiker in beslag genomen areaal niet meer bedraagt dan 1/15 van alle op Java aanwe zige sawah's en 1/45 van alle op Java aanwezige bouwgronden! Het kapitaal, in de suiker gestoken, wordt op een 600 mill. Holl. guldens geschat, die vrijwel uitslui tend in Hollandsche handen zijn. Da Javasuikerin dustrie geniet mede bekendheid door haai* geest van samenwerking, welke spreekt -uit. de verschillende organisaties, die haar vertegenwoordigen: Algemeen Syndikaat en Javasuikerwerkgeversbond' op maat schappelijk en sociaal-economisch terrein, eh het be kende Proefstation, Ühans te Pasoerbean gevestigd), als een bewijs, hoezeer de suiker aan de medewer king der wetenschap groote waarde heeft gehecht en hecht. Terwijl de oppervlakte, waarover de suikerarealen zich uitstrekken, in den loop der jaren gieen groote uitbreiding heef» ondergaan, .is het anders met de rubber, die ook de jongste der groote cultures in Indië is. Wel begon men reeds jaren geleden in In dië met de rubbercultuur, en uil deze pogingen ont stond ook het belangrijk. Gouvemoinentscaoutchouc- bedrijf, maar eerst nadat men in 1898 van uit Ceylon had vernomen, dat daar in den Botanischen Tuin, proeven waren genomen met het tappen van hevea in tusschenruimten van eenige weken, verkreeg de rubbercultuur een begrijpelijke groote uitbreiding, De in Z.O. Azië met hevea beplante oppervlakte steeg van 11.000 acres in 190Ö tot 126.000 acres in 1907. Op het oogenblik is de totale oppervlakte, dooij de rubbercultuur bezet, ongeveer 3115.000 H.A., waar van 150000 op Java en ongeveer gelijke oppervlakte op de Oostkust van Sumatra. Van deze 375.000 HA zijn 235.000 in productie; het andere deel der aanplantingen is te jong om reeds product te leveren. Het in de rubbercultuur gestoken kapitaal wordt op 500 mill. Holl. guldens geschat, waarvan 190 mill: van Britsche, 50 mil. van Fransch-Belgische en 27 mill. van Amerikaan- sche afkomst. In 1920, nog voordat de algemeene malaise zich kenbaar maakte, maakte de rubbor- evenals in 1911, een crisis door, die, bedenkelijk verschijnsel, aan, overproductie werd geweten. De rubberprijzen daalden onheilspellend, rubberplan ters zagen zich in hun bestaan bedreigd. Aan den eeneni kant vroeg men om beperking der productie, hetzij vrijwillig, hetzij gedwongen; anderzijds was men daartegen gekant, wijl men- wenschte, dat de zwakke, niet levenskrachtige ondernemingen 4 ten gevolge van de crisis automatisch tam gronde zouden gaan; het voornaamste bezwaar tegen gedwongen beperking school en schuilt nog in de belangrijke Inlandsche rubbercultuur, die zich meer en meer gaat ontwikkelen; die te weinig geregistreerd is om in de beperking te worden begrepen. De u-itvoer van Inlandsche rubber wordt op 40 a 50.000 ion per MIJNHARDTs Bij Apoth. en Drogisten» ken. Dien ochtend nog had de oude knecht de ver gissing begaan om iemand van Miller's Field Weg te sturen, die beloofd had de nieuwe Lady Blurdon te komen vertellen hoe het met den kleinen Rollo ging. En het bezoek was te zeer onder den indruk geweest van de deftige manieren van den knecht, om uit te leggen wat ze kwam doen. Ze had toen een brief ge schreven. De knecht bracht dien aan zijn meesteres, die hem las en hem naar de nieuwe Lady 'Burdon zond. Het briefje was heel gebrekkig geschreven. En de nieu we Lady Burdon, die zich hier nog heelemaal niet op haar gemak voelde, kreeg een vuurroode kleur bij de gedachte, dat iemand het gelezen had. Van het begin afl aan, zelf vijandig gezind en voorbereid op vijandelijkheden, had ze een hekel aan dezen ouden man, en ze sprak onvriendelijk en uit de hoogte te gen hem, zooals hij niet gewend was te worden toe gesproken. Na de les. die hij door dit vooi*val gekregen had, liet hij' Audrey zonder meer toe. Ze hoorde niet tot de kennissen van zijn meesteres. Ten eerste kende hij die allen, en ten tweede kwa men die nooit op het onmogelijke uur van half ze ven 's avonds, en ook zagen ze er nooit zoo vreemd uit, bleek, wankelend en met bevende stem. Hij ging 'het bezoek aankondigen bij de nieuwe Lady Burdon. „Heeft ze geen naam opgegeven?" ,iNeen, ze zei, dat mevrouw blij zou zijn haar te zien". Lady Biirdon aarzelde een oogenblik. Ze streed met haar vijandig gevoel tegenover dien man en ze vroeg zich af. of hij verwachten zou, dat ze hem te rug zou sturen om den naam te vragen. Ze wist het zelf niet, en ze had hierom des te grooter hekel aan hem en vroeg zich in stilte af, wat hij denken zou van haar besluiteloosheid. Ze zocht een oplossing. „Het is goed hoor"', zei ze met een lachje; „ik geloofl, dat ik wel weet wie het is." Toen ging ze naar de bibliotheek. HOOFDSTUK V. Wat Audrey Lady Burdon bracht. 1. Het was dónker in de bibliotheek. Midden in de kamer werd licht verspreid door een hoogen kande laar. In den grooten haard brandde een vuu;. De rest was in schaduw gehuld. Lady Burdon liep haastig naar de bibliotheek, maar in de deur bleef ze staan en Audrey, die op het punt was haar tegemoet te gaan. de woorden gereed op de lippen, bleef ook staan. Er waö iets vreemds in dat meisje, dacht Lady Burdon en ze zocht naar de re jaar geschat; alleen DDjambl voert per jaar 15000 ton uit, zijnde zoowat de helft van geheel den- uitvoer van Java. De waarde van de in 1920 totaal uitge voerde 'hevea werd op een f 200 mill. geschat. Rubber vormt een soort overgang tusschen laag land- en bergcultures en wordt dan ook veel in ge mengd bedrijf uitgeoefend. Tot de echte bergcultures behoort wel in de eerste plaats de koffie. Dit pro-: duet is niot minder met do geschiedenis van kolo niaal Indië samengeweven als de suiker, en wie de beteekenis voor de Nederlandsche schatkist wil na gaan van de koffie gedurende hot Cultuurstelsel, behoeft er, gelijk bekend, is, „Max Havelaar" van Multatuli maar op na te s'-aan. Evenmin echter als voor suiker of- rubber, vormt Indië het land van afkomst der koffie. Men heeft Arabië als zoodanig beschouwd, doch later is gebleken, dat Kaffa* het. Zui delijk deel van het tegenwoordige Abessynië, dit land; van afkomst- is en dat vandar de koffie haar weg heeft gevonden naar Perzië, Arabië en Voor- Indië. Reeds Pieter van den Broocke bracht in 1616 uit Mokka de eerste koffie naar Nederland; tegen het einde der zeventiende eeuw ontwikkelde zich de koffieproductie op Java, die door de Oost-Indische Compagnie al everi willekeurig werd geleid als met de suiker het geval was. Onder het Cultuurstelsel echter werd de koffiecultuur ter hand genomen en naarmate de gedwongen cultuur later afnam, ont wikkelde zich de vrije cultuur. Werd voorheen op Java slechts de coffea arabica. de z.g. Javakof- fie geplant, men moest daarvan afzien, toen ziek te in de planten dit belette. Daarna is gekomen de bloeitijd der QLiberia-koffie en eerst daarna de te genwoordig vooral gangbare Robusta-koffie die het overgrooto deel van de tegenwoordige koffieproductie omvat. De productie omvatte in 1923 ongeveer 993.000 picols, waarvan niet minder dan 841.000 tot de Robusta-koffie behoorden. Java heeft voor de kof- j fie de overgroots belangrijke beteekenis, ook Su-ma- -tra en Celebes geven wat koffieaanplant, maar te genover Java van onbeduidenden aard. In den uit voer speelt Nederland nog altijd een belangrijke rol; j werd echter in 1921 43 pet. voor uitvoer naar Ne-1 derland bestemd, in 1923 was dit 17 pet. Eigenaardig is hert wel, dat door Nederlands zorgen de koffie- plant naar West-Indië en naar Zui-d-Ame-rika is overgebracht en dat juist vandaar Brazilië met zijn koffieaanplantingen de grootste concurrentie thans aan Java aandoet. Naast de koffie, de thee» ook 'n artikel bijnt uitslui tend van Javaanschen bodem. Bontekoe heeft ons reeds verteld-, van het nut van de thee als genees middel; het. is bekend, dat gedurende de zeventiende eeuw thee in kraampjes aan den openbaren weg in den Ilaag en andere belangrijke -Nederlandsche plaatsen,* werd geschonken. Maar de echte Ja va- theecultuur ontstond eerst in den aanvang der negen tiende eeuw, nadat Jacobson, de bekende expert, de fabricatie der thee in China had bestudeerd en, zijn handboek over de theeproductie schreef, dat nog tien tallen van jaren daarna zijn waarde behield. Aan vankelijk werd de thee cultuur, ten tijde van 'het Cultuurstelsel, door do Regeermg verzorgd; later kwam daarin verandering, en in 1865 verliep het laatste contract, dat. de Regeering met theeonderne mingen had. Van dat oogenblik af werden de vroe ger in contract, werkende thans voor een deel nog bafttaande ondiernemingen, waaronder het bekende Parakan -SalaJk in deni Preanger, verhuurd. In den loop der laatste kwarteeuw echter onderging niet alleen het aantal ondernemingen, maar ook de be reiding van de thee een geweldige verandering. In plaats van de primitieve fabrieken verrezen groote, uitstekend ingerichte etablissementen. De Preanger is, voor Java, het th'èegehied bij' uitnemendheid en telt niet minder dan een 150-ital ondernemingen; voorts worden zij in de residenties Batavia en Che- ribon aangetroffen, terwijl in Midden-Java de resi denties Pekalonggan, 'Semarang en Kedoe en in Oost-iJava de 'hellingen van den Smeroe en- van den Kloet, den zetel van zoodanige ondernemingen vor men. Was tot voor weinig jaren de Indische thee productie béoerkt tot Java, sprak men slechts van Javathee, sedert 1915 is de theecultuur zich ook over Sumatra gana uitstrekken. IDe theelanden der Holland sche en Engelsche maatschappijen, die zich Siantar tot terrein van werkzaamheden hebben gekozen, zijn vele. en de uitvoer van de Oostkust van Sumatra is van ongeveer 600 ton in 1915 tot 7500 ton in 1923 opgeloopen. In 1923,brachten Java en 'Sumatra samen 48 mill. Kg. thee tér markt, waarvan Java bijna 41 mill. De uitvoer bedroeg naar Engeland 121/4, naar Australië 11, naar Nederland 11K en naar de Ver- lenigde Staten bijna 4 millioen. De verschepingen naar Nederland namen juist in het paatste jaar niet onaanzienlijk toe, en in verband daarmee wordt het betreurd, dat het. nieuwe recht op Indische thee naar men verwacht, daarin verandering zal brengen. Komen wijl tenslotte tot de laatste der Europeesche cultures, het luxe-artikel tabak. Wij denken daarbij aan Deli, dat voor de tabakscultuur in 1863 'doojn Nienhuis. den ondernemenden stichter der Deli- Maatschappij, is „ontdekt"' en later door Cremer is gemaakt tot het „land van onbegrensde mogelijkhe den". De Deli Maatschappij, schoon op lange na niet meer de eenige groote maatschappij, die daar werkt, heeft in deze halve eeuw haar vooraanstaande posi tie behouden; met 27 ondernemingen staat zij voor aan boven de Deli Batavia met 17, de Senombah mei 16, de Maatschappij, Arendsburg met 6 onder nemingen. Totaal zijn er thans op Sumatra's Oost kust een 81-tal ondernemingen tegen 114 in 1898. Dat schijnt eeii achteruitgang, maar is het in werkelijk heid niot. Want bij de dringend noodig gebleken reorganisatie zijn slechts die tabaksondernemingen gehandhaafd, waarvan met zekerheid was te ver wachten, dat zij voldoen aan den hoofdeisch: om een goed dekblad te kunnen produceeren. En de door de rubbercultuur geboden gelegenheid om zich op an dere cultures toe te leggen-, is door meer dan een zwakke tabaksonderneming met twee handen aan gegrepen. De waarde van den tabaks oogst bedroeg in 1898 f 33 mill.. in 1913 was die waarde voor een slechts ietwat grooteren oogst tot f 50 mill. gestegen en in 1916 bedroeg die waarde zelfs f 67 mill. Men zou intussc'hen verkeerd' doen, wanneer men Sumatra het eenige Indische land van de tabak i schatte. Integendeel, nog daargelaten, dat Java aanmerkelijk oudere rechten kan doen gelden, stond b.v. tegenover den Suinatra-oogst 1916 van 237.000 pakken een Java-oogst van 681.000 pakken. Maar was de Opbrengst van den Sumatra-oogst ruimi f 66 mill., do opbrengst van den Java-ougst was slechts f .78 mill. Java heeft twee tabaksgebieden, en wel de Vorstenlanden en Oost-Java (Besoeki). In de Vorstenlanden is de tabak de plaats gaan innemen van de indigo-cultuur, die het tegen de doodende concurrentie van het in Duitschland vervaardigde kunstproduct moest afleggen. Hier geschiedt de cultuur 'door Europeanen, die Inlandsche arbeidsn kr-aóhten hebben. In Bes'oeld echter is d'e cultuur overgelaten aan de Inlanders en bepalen de Euro peanen zich tot het .opkoopen van de meer oS minder bewerkte tabak, de Krossok, voor verdere bewerking, sorteering, verpakking en transport deZe zorgen! Geen cultuur, maar t een uitermate belangrijk bedrijf vormt de winning van petroleum, thans, voor wat geheel Indië aangaat, in handen van "de Koninklijke, die in nauwelijks dertig jaren van oen begm-lnaa.techa.ppij is uitgegroeid ,tot een concern van wereldbeteekenis. Van den aanvang af heeft bij de stichters van de Koninklijke de bedoeling voor gezeten, de talrijke Indische petroXeumondernemin gen onder controle te verkrijgen. Daartoe waren tankschepen en 'tankinrichtingen in een belangrijk deel' van Z.O.-Azië gebouwd. Deze politiek van voorzienigheid deed zich gelden, toen de aanvanke lijk door de Koninklijke bezeten terreinen op Su matra uitgeput bleken. Toen is voor de Koninklijke een nieuwe periode van werkzaamheid geopend, die twee belangrijke hoogtepunten telt: de oprichting der Asiatia, een eerste combinatie metde Shell (Engeland) en de Russische Rotschild-belangen in 1900, de oprichting nevens elkander van de Bataaf- sche en de Anglo-Saxon in 1907, die tot het tegen woordig zoo belangrijke Engelsch-Nederlandsche concern heeft ^geleid. Vooral' kort voor en na den oorlog heeft dit concern zijn invloed in verschillen de werelddeelen^zien vermeerderen, zoodat het nu is geïnteresseerd .in ondernemingen in Serawak, in Egypte, in Rusland, in Roemenië, in Polen, in JoechoSlavië, in Californië, in Mexico, in Venezu ela, in Zuid4kuierika, en elders, ja zelrs in Noord- Am erika, waar het de vroeger zoo gevreesde Stan" dard-Oil op "bigen terrein bestrijdt. Terwijl in Indië omstreeks een tiental jaren 'geleden .1633.440 ton pétroleum gewonnen werd, was dit over 1922 2.323.792 ton, waarvan Tarakan 695.0000, Borneo 741.000, Sumatra 564.000 ton leve ren. Aan den anderen kant bedroeg de stijging van de productie van 1921 tot 1922 in Nederlandseh Oost-Indië# sléchts circa 1 pot., in Roemenië daaren tegen 22, in Mexico 36, in de Midden-Staten ^a-n Amerika 69, in Britsch-Serawak 102 en in Californië zelfs 153 pet. De dagproductie uit de gezamenlijke ondernemingen wordt thans op ongeveer 43.500 ton geschat, hetgeen een jaarproductie van 16 mill. ton vertegenwoordigt. Ondanks den geweldigen om vang dezer cijfers kan men desalniettemin aanne men, dat Indië in de belangen van de Koninklijke- Shell nog'immer een niet weg te cijferen rol speelt. Of deze petrolëumbelangen, vooral Interna.tionaal- den, waarom ze eenigszins bang voor haar «was. Audrey van haar kaDt voelde, dat er iets niet in orde was, ze begon te beven. Een kort oogeniblik, dat Au drey en Lady Burdon beiden een eeuwigheid leek, door de achterdocht, waarmee ze elkaar aanzagen. Er werd van de bibliotheek verteld (Mr. Ambers levensbeschrijvingen vermelden het), dat in de dagen toen de edellieden nog 'n zwaard aan hun zijde droe gen. hier een duel had plaats gehad, dat er drie vu rige aanvallen werden gedaan, elk eindigende met een bloedigen steek van een der beide partijen, en dat tusschen eiken aanval de tegenstanders hijgden naar i adem van pijn en vermoeienis. Een strijd van woor den de eerste aanval. Lady Burdon sloot de deur; ze ging een stap naar Audrey toe en keek «haar vra gend aan. Audrey met trillende handen, onzeker op haar beenen, hakkelde: „Ik wilde graag Lady Burdon spreken". •Vreemd was haar blik en vreemd klonk haar stem. En waarom beefde zij? Zooals 'snachts in stille straten een kreet van alarm weerklinkt, zoo klonk het in haar binnenste: „Pas op". „Ik ben Lady Burdon", zei ze. De eerste aanval. Audrey greep zich vast aan een stoel,, die naast haar stond. De moreele schok, dien zij kreeg, toen zij inplaats van Roly's grootmoeder, een vreemde vrouw zag binnenkomen, deed haar lichaam trillen. Was dat Lady Burdon? Voor het eerst voelde zij hoe zwak zij was. Alles draaide om haar heen. De tweede aanval.. Lady Burdon vroeg: „Wie bent u?" Een gevoel van duizeligheid maakte zich opnieuw van Audrey meester. Haar gedachten waren als de krampachtige bewegingen van iemand, die op het punt is te verdrinken. Ze deed haar best om te be grijpen. Dit Lady Burdon? dan was dit niet Roly's huis.dan? Waar was dan Lady Burdon? Was haar heele leven met Roly een droom geweestbad dat leven nooit Voor de derde maal klonk 'het: ,jWie bent u? Waar om antwoordt u iniji niet?" Ze deed een poging om te spreken. Zacht klonk het: „Hoe kunt u Lady Burdon zijn?" Geen verwonding nog slechts een schram, maar het vermeerderde het gevoel van onbehagen, dat Lady Burdon sinds ze de kamer was binnengekomen, steeds sterker had voelen worden. Op hèAr beurt wachtte ze even; ze maakte zich gereed voor den derden aan val. „Ik zie, dat u me niet begrijpt", zei ze. En toen Audrey: „O vergeef u me. Neen, ik begrijp het niet, I ik hen ziek geweest, ik ben nog ziek". „Maar ik vrees, dat ik u niet begrijp. Als u me I zeggen wilt, wie u bent, wat u wilt, dan kunnen wfl verder praten". Audrey bleef haar aankijken met iets droevigs vra gen ds in haar oogen. Lady Burdon las daar weer dat zelfde: «„Hoe kunt u Lady Bürdoni zijn?" en deze vraag en dat stilzwijgen boezemden baar een vagen onberedeneerden angst in. Ze bracht dien in verband met baar achterdocht. Ze werd boo3 en scherp zei ze: „Nu móet u me antwoorden. Wat is er toch, ik vraag u eenvoudig hoe u heet?" Mr. Auibers 'verslag van het duel luidt, dat de eene partij de andere de geheeie kamer door joeg en hem aan den muur nagelde. Het was Audrey niet mogelijk het gevoel van zwak te te beheerschen deze onvriendelijke vraag trol! haar als een verbijsterende slag. Toen Roly haar den vo- rigen avond verschenen was, en zij hem geantwoord had: „Ja Roly", had hij haar gezegd, zoo duidelijk, alsof hij voor haar stond, wat zij tegen Grootmoeder moest zeggen. Ze had die woorden op de lippen. Plot seling schoten ze haar te binnen. „Ik ben Audrey", zei ze eenvoudig. Mr. Ambers verslag van het duel luidt, dat de eene partij', toen hij zijn tegenstander had vastgenageld van schrik in het zwaard van den ander liep. Lady Burdon:Audrey? Wat zeg je Audrey? Ben je hier bekend?" Zii liep in het zwaard van den ander. „Ik ben Audrey. Roly's vrouw." 2. Zooals een vreeselijke slag de geslagene ,de handen' voor bet gezicht doet slaan, terwijl bij wankelend zijn weg: zoekt, of zooals een dronken man, ^ie plotseling in de frissche lucht komt, niet. weet waar bij is, zoo verwarden zich Lady Burdon's gedachten bij' dafy „Ik ben Audrey ik ben Roly's vrouw". Verwarrende vermoedens maakten zich van haar meester. „Getrouwd? wat dan?" Ze bewoog haar handen ze nuwachtig. en haar hoofd was loodzwaar. De eerste woorden,., die ze uitbracht, waren juist wat ze niet had willen zeggen. Haar stem klonk ge smoord: „Hij was niet getrouwd", zei ze. En zacht klonk het antwoord: „We hadden het aan niemand verteld." Eh op haar „waarom niet?" volgde een even zacht: „Roly wilde het liever niet." Heesch klonk het: „En waarom kom je dan nu hier?" En Audrey met een lichten snik: „Omdat hij1 dood is." Toen zei Lady Burdon stroef. „Het is beter, dat u heen gaat"; ze zag den schrik in Audrey's oogen en herhaalde forscher: „Het is beter, dat u heengaat dadelijk." En nog eens riep ze „Vlug" met luider stem en een beweging van baar arm. Ze had zich-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 9