Courant
a°I
fan allerlei uil de Men-
schelijke samenleving.
Langs eeuwenoude heirbanen.
DE GELUKKIGE HELD
'00,- "7rk*»fAan IVFpcarf- 1Q2fi.
Zaterdag 13 Maart 1926.
69ste Jaargang. No. 7809.
A0/,
Tweede Blad.
■/in
der grootmeesters van de oosten.
rijksche muziek: joseph haydnj
\Teencn is het muziekcentrum bij uitnemendheid,
aar heeft Beethoven geleefd en gewerkt; daar
jeft Schubert zijn meestentijds treurig leven door
bracht; daar werd Mozart als wonderkind door
oq aria Theresia ontdekt; daar zijn Zoovelen geboren
n getogen, die later de wereld mét hun muzikaiie
«enten hebben verrijkt en verrukt. Daar ook is
net oogenblik Richard Strauss werkzaam; daar
efde zijn voorneef de Walskonrng, vandaar stamt
[ahler. het door Mengelberg aan de wereid ge' wn- j
e nieuwe muzikale genie. Maar onder al die Wee-
er en Oostenrijksche componisten is er een, die een
leciaal karakter heeft, èn door zijn 1'evén, èn door j
jn werkhet is de goede oude vader Haydn.
[genaardig, dat de groote „men", wanneer deze
oh Haydn voor oogen tracht te brengen, in den
(gel niet aan den jongen, maar aan den ouden
ïaydn denkt. Aan 'dien ouden Haydn, voor wiens
lederige woning de Fransohen, toen zij ten eersten
tale Weenen binnentrokken onder Napoleon, een
jrewacht plaatsten.
Deze Joeeph Haydn, 31 Maart 1732 te Rohrau
Siboren, was de zoon van een armen, maar rijk
iet kinderen gezegenden wagenmaker. Hij toonde
jer jong. groote muzikale talenten, wier eerste
^wikkeling werd toevertrouwd aan Frankh, den
i rector van de school te Haiihburg. Deze onderwees
en knaap in de eerste beginselen van den Zang en
1 iet bespelen van enkele instrumenten; hoe dat ging,
kunnen wij afleiden uit de eigen woorden van
laydn: „Ik dank, den man nog in zijn graf er-
yoor, dat liij mij zoo tot arbeiden heeft aangezet, al
o j [reeg ik ook meer slaag dan eten." Van 1740 tot
1750 zien wij Haydn als koorknaap, verbonden aan
do Stephanuskerk te Weenen. Toen hij in de jaren
der stemwisseling kwam, was hij voor den dienst
onbruikbaar en werd ontslagen; hij leerde toen
moeilijke tijden kennen, en moest in zijn onderhoud
1 voorzien, door mee "te werken in orkesten en kerk-
koren; ook door het geven van piano-ondeirieht.
1 5ijn voornaamste leerjaren bracht hij door bij den
tijd door den beugel boaden; opdrachten vervul
len, 'die in strijd waren met Zijn opvattingen van
kunstenaarschap.Onwaardige en vernederende werk
zaamheden werden echter Haydn door zijn „heer"
niet opgelegd. Integendeel, zijn streven de kapel
te verbeteren, en haar op steeds hooger peil 'te bren
gen, werd door den vorst krachtig gesteund. Uit de
bezetting van de symphonieën van Haydn is óp te
maken, hoe de kapel van Esterhazy gaandeweg uit
gebreid en daardoor yan beteekenis werd. Ook het
werk van Haydn uit dien tijd kenmerkt zich door
een steeds groeiende belangrijkheid; dit komt voor
namelijk uit in zijn symphonieën en strijkkwartet
ten. Omstreeks 1790 werd de kapel van Esterhazy
ontbonden en Haydn gepensionneerd. Hij was nu
vrij en zijn eigen meester, kon daardoor dc aan
biedingen vap den violist Salomon aanvaarden, die
hem voorstelde naar Londen te gaan, om ftaar
expresselijk te componeeren symphonieën to di-
rigeeren.
Die reis naar Londen is in het leven van Haydn
een belangrijke gebeurtenis; op een leeftijd, die aan
anderen de rust van den ouderdom brengt, werd
aan zijn talenten en geestesgaven een prikkel ge-
gegoven, die ze tot hernieuwde kracht bracht. Die
„Londensche" symphonieën behooren tot het beste
wat Haydn geschreven heeft. Gedachten, instrumen
tatie, vorm en inhoud, alles staat vergeleken met
zijn vorige werken op hoogeren trap. Haydn werd
te Londen zeer gewaardeerd: Hem werd alle moge
lijke eer bewezen; hij kwam. .te gast bij de grooten
der wereld en verdiende veel geld; eerst hier ging de
eenvoudige man beseffen, wat hij waard was, hoe
groot zijn beteekenis was. Nog een tweede maal is
Haydn naar Engeland gereisd; naast vele andere
eerbewijzen, werd hem. door de universiteit te Oxford
het eere-doctoraat verleend.
Teruggekeerd van zijn tweede Engelsche reis.
schreef Haydn zijn „Schöpfung" (die op 29 April
1798 voor het eerst werd opgevoerd) en daarna nog
„Die Jahreszeiten", welke Weenen op 25 April 1801
leerde kennen. De tekst van het eerstgenoemde werk
is van Lindley, de vertaling in het Duitsch van Van
Swieten, een. te Weenen wonend medicus van Neder-
landsche afkomst. Het succes was enorm,, ook gelde
lijk. Daarom zocht Van Swieten naar een tweeden
tekst, dien hij vond Jn „The Seasons" (Die Jahres
zeiten) van Thomson. Dit laatste werk overtrof de
„Schöpfung" nog in jeugddge frischheid en kracht
van uitdrukking.
In de laatste jaren van zijn leven kwelde Haydn
de zwakte van den ouderdom, maar zijn oude dag
was vrij van zorgen. De reizen naar Engeland had-
lerocmden Italiaanschen zangmeester" Porpora.
Terwijl hij, door liet bijwonen van de lessen van
Porpora, een 'grondige kennis van de menschelijke
(tem en haar behandeling verwierf, bestudeerde hij
n zijn vrije uren met ijver, de theoretische werken
ran Fux, Matthcson en Ph. Em. Baoh. Hoe tovre-
hij zich gevoelde in die bescheiden levensomstandig-
ieden. blijkt uitlijn verklaring: „Als ik op mijn
'U. dakkamertje, voor mijn door wormen opgegeten
:lavier zat. benijdde ik geen koning om zijn gel__.
HS^Een benoeming tot leider der muziek bij den graaf
lorzin. verbreedde zijn werkkring en verruimde
ijn blik; de eerste strijkkwartetten en de eerste
rmphonie dateeren» uit dien tijd. In 1761 komt
nydn in de veel' belangrijker betrekking van ka-
iêlmeester bij den graaf Esterhazy. die een privé-
apel van niet alledaagsche hoedanigheid er op na
Zulke liefhebberijen kwamen meer voor bij den
'ermogendenOostenrijkschen adel, en het nut, dat
leze instellingen voor de kunst hebben afgeworpen,
nogen wij gerust hoog aanslaan. Ook de man, die
lan het hoofd geroepen werd, kou er danig van
irofi toeren voor zijn ontwikkeling als kunstenaar
n het algemeen en als musicus m het bijzonder,
ïij had immers het recht dagelijks met zijn orkest
i kunnen werken; leerde grondig alle instrumen-
n in hun karakter en eigenschappen kennen: deed
ondervinding op aangaande de mogelijkheid van
verschillende instrumentale combinaties'; kon zijn
composities hooren, dadelijk, nadat hij ze op pa
pier had gebracht, en zoodoende de werking van
zijn muzikale gedachten aan het oor toetsen; be
woog zich voortdurend in de praktijk van het diri-
geeren. kreeg daardoor en zeer groote routine en
leerde zijn taak volledig beheer-schen.
Maar achter, die zoo .lichte voorzijde, lag een
■Édonker-beschaduwde keerzij! De dienstbetrekking
^^tot zulk een buasi-grootheér was niet altijd, aange
naam; meestal moest de kunstenaar naai' zijjn pijpen
12 dansen, crifcisdhe opmerkingen hooren, die met al
ig
den hem zooveel opgebracht, dat hij' van dat geld,
gevoegd bij het pensioen, dat gTaaf Esterhazy hem
schonk, in zijn eigenhüis een genoeglijken ,'onbezorg-
den levensavond kon genieten.
Trouwens, onbezorgdheid, nsief-kinderlijke, en on
bevangen vroolijkheid waren steeds zijn beste eigen
schappen; zelfs de Xantippe, die hij ter kwader ure
tot zijn echtgenoote had gekozen, was niet in staat
zijn goed humeur duurzaam te Verstoren. Hij' vond
daarbij steun in een kinderlijk-godsdienstig, geloof;
zelf verklaart hij: „Nooit was ik zoo vroom, als toen
ik aan mijn „Schöpfung" werkte; dagelijks viel ik
op mijn knieën, en bad God, dat hij' mij kracht sou
geven het werk gelukkig te voltooien." Dien aard,
die soort van vroomheid weerspiegelt ook zijn kerk
muziek. i
Be naïviteit,, hei humoristische het schertsende,
dat zijn muziek ten deele (niet altijd!) kenmerkt, is
oorzaak dat velen in Haydn zien een goedig oud
heertje, dat knusse muziek wist te schrijven; van
daar de fatale bijnaam „Papa Haydn". Wie hem al
leen van dien kant beschouwt, kent hem slecht en
waardeert zijn muziek slechts ten .halve.
Diepgevoelig, ernstig, smartelijk zelfs kan Haydn,
schrijven, zoo goed als de andere groote meesters; dat
bewijst menig adagio uit strijkkwartet of sympho-
nie; en van tijd tot tijd gaat het in de doorwerking
van zijn allegro's ja zelfs van zijn menuetten
zóó toe, dat men eer denkt aan fonkelende oogen om
der gefronste wenkbrauwen dan aan bloemzoete
glimlachjes. Haydn is, als componist, buitengemeen
vruchtbaar geweest; daarin evenaart hij vele andlere
groote meesters Veel is bekend; veel ook niet! („Wan
neer wij' zeggen, dat van zijn 125 symphonieën, slechts
15 a 20 geregeld worden gespeeld, zullen wij niet ver
van de waarheid zijn, de overige zijn en blijven on
bekend... Het is waar, dat daaronder ook behooren de
zoogenaamde .ddvertimenti", maar ook daarbij zijn
enkele nog zeker het spelen waard. "De 175 stuk
ken voor bariton (een verouderd, en 'in onbruik ge
raakt strijkinstrument, het lievelingsspeeltuig van
vorst Esterhazy^ zal men wel nooit te hooren krijgen"
Het pleit ontegenzeggelijk voor de groote beteek^
nis, die er te allen tijde van Haydn is uitgegaan, dat
zijn muziek nog programma-muziek is van de beste
soort. Meermalen weten de nakomelingen den kun
stenaar beter te eeren dan door de tijdgenooten ge
schiedde. Van Haydn kan dit niet in alle opzichten,
maar .toch wel grootendeels gezegd worden. „Men
kan er Haydn, die zoo innerlijk vql levensvreugde is
gebleven, tot aan het einde van zijn leven toe, slechts
te meer om waardeeren.
'teensl eiken morgen
Toen ik gisteren ochtend wakker werd, deed ik,
zooals ik als jongen ook steeds op een dag aan een
tocht gewijd, gedaan had, sprong uit bed en keek
naar het weer. Storm eu regen van den vorigen dag
hadden plaats gemaakt voor een praohtigen, strak-
blauwen ItaEiaanschen hemel, maar een koude wind
blies» mij in het gezicht. De „Tramontane", do koude
wind varr over <le bergen, deed zich weer eens in
Rome voelen. Over het algemeen denkt men in de
wereld veel te gunstig over het klimaat van Italië
in het algemeen en yan Rome in het bijzonder.
We denken altijd aan: „das Land, wo die Citro-
nen blühen" en toen ik dan ook, - nadat ik hier een
paar dagen was, begon met een flinke verkoudheid,
mopperde ik tegen Goethe, zijn WilhelmMeister,
lieve Mignon en al! het „Ges'öhwarm" met Italië.
Hoe langer 'ik hier eenter ben, hoe meer kom ik
in Goethe's schuitje en 'begin ik van Italië en vooral
van Rome te houden.
Ik b$n tot de conohisie gekomen, dat men als
toerist een geheel verkeerden indruk van Rome
krügt. Ik ben hier een paar 'jaar geleden als toerist
geweest, heb in een minimum van tijd een maxi
mum van dingen gezien enwas teleurgesteld.
Ik begrijp dat nu best: Rome moet men heel! lang
zaam zien, zich .vootraT niet te veel vermoeien, eiken
dag zich aan een bepaald bezoek wijden, dan neemt
men alles In zddh pp en geniet er van, dadelijk
en later.
Gisteren ochtend was ik "bijzonder verheugd om
goed weer te kunnen constateeren, want toen ik
naar bed ging, woedde een storm en duidde alles
op regen.
Nu het mooi weer was, kon onze tocht door
gaan, wel' zagen wij met het oog op den kouden
wind tegen 'de open Char a bancs op, maar ziet,
toen wij tegen negen uur aan de verzamelplaats*
het plein voor de S. Trinita del' Monte, kwamen,
stonden daar tlvee dichte auto's. De organisateur
van onzen tocht, Dj. Hoogewerff (1) van het Ne-
derlandsch Historisch Instituut, had aan alles ge
dacht en oogstte dan ook dadelijk de dankbaarheid
zijner acht toohtgenoöten: Holïandsche dames en
heeren.
Even later rolden onze wagens over de Monte
Pincio, daalden naar de Piazza del' Popoio af jen
reden de Porta del! 'Popula door de Via Flami-
nia op.
'si en
'oon-
door A. S. M. HTJTCHINSON.
HOOFDSTUK VII.
Het huis in Londen verhuurd en het kasteel' voor
goed betrokken.
1.
Binnen korten tijd werd die wensoh vervuld.
Het 'huis jn Mountstreet werd verhuurd en het
[kasteel voor goed betrokken.
Het begon met een bezoek, dat Lady Burdon,
zeer uit haar humeur, aflegde bij Mr. Pemberton
op het kantoor. De verhouding tusschen Lady Bur
don en den kleinen ouden zaakwaarnemer was
totaal veranderd sinds hun eerste ontmoeting op
Alillers Field. Mr. Pemberton, die langzamerhand
alle zaken aan zijn zoon overliet, behalve die van
zijn dierbaar Burdon, was er al' lang achter, dat het
vermoeden, dat bij zijn eerste bezoek zijn gunstigen
mdruk van Lady Burdon verstoord had, gegrond
was geweest. Hij kende nu de macht, die zfy over
haar toegefel'ijken echtgenoot uitoefende: hij had
er zich bij neergelegd na een zwakke poging tot
verzet. dat het beheer van het goed
m haar handen was. Hij had de gevolgen voorzien
*an de koppigheid yan een vrouw, die uit haar
evenwicht was 'gebracht door het plotseling erven
van zulk een goed: de vruchten er van waren nu
geplukt en daarom wilde hij de Burdon zaken Zelf
blijven behecren.
Hij kon de gedachte niet verdragen deze aan zijn
zoon over te geven en hem met een fronsirig van
wenkbrauwen te hooren zeggen: JVader, ik
heb de boeken doorgezien, maar de stand van za
ken is nog al leelijkik begrijp niet
Die gedachte kon hij niet verdragen. Vandaag,
toen Lady Burdon, ontstemd en wantrouwend op
het kantoor kwam, was de verhouding gespannen.
'm weet het, ik weet hot," zei Mr. Pemberton.
.Maar Lady Burdon, U moet de mogelijkheid on
eer oogen zien in deze omstandigheden de drin-
genue noodzakelijkheid, dat al keurt Lord Burdon
tot in de kleinste bijzonderheden g >ed. wat U nx>-
üig vindt om uit te geven of niet uit te geven
Even later, nadat wij de renbaan en het Stadion
rechts van ons hadden laten liggen, passeerden wij
een kleinkerkhof met een marmeren beeld, van
San Stefano; Vroeger, zelfs twintig jaar geleden,
lag dit plekje nog midden in een landelijke omge
ving, maar thans, tengevolge van de snelle uitbrei
ding der stad, doet het vreemd aan, zooals het
daar ligt, als wil het om verontschuldiging vragen,
dat het nog bestaat.
Daar komt de Ponte Miivio, een brug, die reeds
Weeduizend jaar geleden de reizigers naar en van
Rome over de Tiber geleidde. Een mooie brug,
maai- niet meer geschikt voor het moderne verkeer
met eleotriisohe trams en auto's. Halt, daar staan
we: opstopping. Een muilezel kan de zware stee-
nenkar niet uit de rail krijgen en staat dwars over
den weg en stremt alr het verkeer. Omstanders
helpen een handje, de gewillige ezel trekt, daar is
de baan vrij, en tuffen wij verder, slaan by een
splitsing van den weg Ti-nks af, de Via Marcia op.
Even later, juist bij net graf van Nero, schiet de
Vrind uit en waait de helft van onze motorkap de
straat op. We stoppen en bekijken even den steen
klomp en de .inscriptie. Het zonderlinge is, dat
Nero hier heelemaaf niet begraven is. Nero werd
begraven op de huidige Piazza delf Popoio, onder
een grooten vijgenboom. Later spookte het daar,
en reizigers, die 's avonds laat naar Rome kwamen,
deden ij sein ke verhalen, tot eindelijk in 1099 Paus
Gregorius Vil begreep, dat bandieten het lieten
spoken op deze eenzame plek, waarmede de naam
van Nero verbonden was, den vijgenboom deed om
kappen en op de plaats zelve een kerk stichtte, de
huidige S. Maria del Fopolo. Daar hij tevens een
klooster aan de kerk verbond, was net spoedig
met spoken gedaan, daar zorgden de broeders
wel voor, de roovers hadden in de buurt der gees
telijke heeren niet veel kans.
We rijden verder, langs den ouden heirbaan der
Romeinen en zien van tijd tot .tijd tusschen de heu
vels vierkante torens. Het .zijn signaaltorens uit de
Middeleeuwen. Vanaf de zee tot aan Rome waren
deze torens gebouwd, teneinde in het geval, dat
een vijand uit zee naderde, overdag door rook, 's,
nachts door vlammen het gevaarsein door te geven.
Het landschap waar wij doorreden, is niet mooi,
de bodem zeer droog en vulcanisoh, was dun be
volkt. Interessant was het, om te zien, dat men
door en langs oudö kraters reed en fraai was wel'
het vergezicht op de met sneeuw bedekte Abbruzzen
Onze auto gaf steeds afwisseling. Eerst vloog
weer de helft van de motorkap er af, later ook
nog de tweede .helft, zoodat het zaakje ten slotte
met touw bevestigd moest worden. Dc luchtpomp
op den benzinetank raakte lrek en toen alles weer
marcheerde, gaf de chauffeur Zelf nog .eens af
wisseling, idoor Zijn pet te laten afwaaien. Na een
poos kwam hij met zijn pet Terug en beduidde ik
hem, den stormband te gebruiken, hetgeen hij wel
deed, maar met tegenzin. De andere auto, die
voor ons uitgereden was, is tot twee keer toe terug
gekeerd .om ons te zoeken, wel een bewijs, dat wij
veel .tijd verloren hadden door al die aardigheden.
Wii lieten ons echter niet uit ons goede humeur
brengen, door zulke kleinigheden en al t 1
naderden wij een curieuse, bevestingde sti
oude Nepi.
Hier in Nepi boerSdhion vroeger dë Borj
hadden niet alleen de stad versterkt, doch
den een burcht, waarin volgens de overlevering,
Lucretia Borgia gewoond heeft.
Het was ons niet om de vesting of om dit
vervallen kasteel van Alexander VI te doen, maar
om een paar antieke fresoo's en om de crypt on
der de oude Domkerk.
De fresoo's vielen tegen, die waren te veel! over
schilderd „en wel door onartistieke Heden, de crypt
daarentegen was Steel' 'fraaier en'interessanter dan
wij .vermoeden konden. Men had hier te doen met
een bouwwerk uit den Karolingischen tijd,_ grootsch,
trotsoh en rijk opgezet. Ik zal hier niet in details
treden, want daartoe ben ik niet bevoegd. Laat ik
U echter meenemen bij onze wandeling door het
stadje naar het kerkje, waar zich de hierboven
genoemde fresco's in een oude onaanzienlijke crypt
bevonden. Vlak bij het kerkje speelden kinderen,
een klein ding van vijf jaar, trok mijn aandacht
door een schortje, waarop geborduurd Was: Cer-
netfci P. Ik vond! het zoo'n klein schat je, dat ik
haar Cernetti noemde en grapjes maakte. De
leuke donkere oogjes lachten en er kwamen kuiltjes
in de bruine wangen, die overigens behalve bruin
een gezonden rozen tint hadden. De kinderen lie-
Cons overal nu, niet hinderlijk, maar dol in
schik met die vreemdelingen, die alles bekeken
en druk praatten en soms heel aandachtig luister
den naar 'n meneer, die vertelde. Wij hoorden Zelfs
zeggen, dat wij een school waren, waarop wij Dt.
Hoogewerff plaagden met Zijn 'vele oudere leer
lingen, behalve dan de enkele jongeren. Toen wij
later een vrouwtje, die ons voortgeholpen had, wat
wilden geven, antwoordde Zij: geef liöver wat aan
de kinderen, maar ook die weigerden. Och, och, en
dan ons Marken en Voléndam, ons JElburg of Hui
zen. We praatten nog wat met de kinderen, die
ons uit Zich zelf vertelden ,dat zij op school gin
gen, in welke klas zij zaten en wie zusjes, broer
tjes. neefjes en nichtjes waren.» Wat een lier, vrien
delijk volk. We zochten onze auto's orp, dachten aan
de ongereptheid der streek, waar geen spoor of
tram den stedelijken invloed' gebracht heert, toen
opeens de idylle verstoord werd door een modern
monument, waarop een dertigtal' hamen van ge
sneuvelden! Zulk een klein plaatsje én tooh nog
zooveel oorlógsslaohtoffers. Wanneer zal men nu
eens eindelijk vrede in de wereld krijgen? Zullen
nu die aardige kinderen ook weer moeten strijden
of lijden door een oorlóg, waarvan zij niets be
grijpen?
De auto's brachten ons langs het 15e eeuwsobe
stadhuis, daalden den berg af en voerden t ons, na
van den grooten heirbaan afgeslagen te zijn, door
ten voordeelë van de eigendommen, hij niet lan
ger aocoord zal' kunnen gaan met de gang van zar
ken en er op aan zal' dringen, dat er aan het
uitgeven een einde wordt gemaakt. Ik heb hen*
herhaaldelijk geschreven. Maar dc antwoorden zijn
steeds van u
Ze opende, even haar lippen om iets te zeggen,
maar hij begreep hoe haar antwoord zou zijn en hij
ging haastig voort: „Ik weet het wel'. Lord Burdon
neert ons beiden gezegd, dat hij een hekel' heeft aan
zaken en dat hij n graag uw gang- laat gaag. Dat
kan ook, Lady Burdon. Dat is met ons punt van
verschil. Ik vraag echter, in hoeverre mag Lord
Burdon toegeven aan dien afkeer om zich met de
zaken te bemoeien? Hoe lang mogen wij hem in
onwetendheid l'aten? Ik vind, dat dit niet langer
zoo blijven mag. Daarom ben ik van pla,n oen be
zoek te brengen.^ Ik doe "dit, omdat ik geloof, dat
Lord Burdon's invloed, als hij den toestand be
grijpt, u tot rede zal brengen, terwijl mijn beweeg
redenen u slechts boos maken" Hij wees op de pa
pieren, die op de tafel' verspreid lagen.
„U ziet den toestand. Ik zeg u nog eens met al
den ernst, waarover ik beschikken kan, dat de
krach even "dicht bij is, als ik nu naast u zat. Ik
zeg u dat deze niet te vermijden is, als niet voor
een i gen tijd enkele jaren het huis in Mount
Street wordt opgeofferd. Het Zal' dadelijk verhuurd
Zijn voor een korte termijn. En dit zal afdoend
helpen. Het zal U veel uitgaven besparen, die u nu
als noodzakelijk beschouwt."
Plotseling- barstte zü uit: „Het zou hier nooit toe
gekomen znin0 als al' aat geld niet uitgegeven was
voor die afwatering op Burdon. Dat is uw schuld
geweest ,van y, en Mr. Maxwell. Ik zeg u nog eens,
ik was verbaasd, hoogst verbaasd, toen ik het hoor
de.'
„Ik breng u in herinnering, Lady Burdon, dat
toen ik er met u over wilde spreken, u mij ver-
zocht hebt er u niet mee lastig te vallen. Ik was er
dikwijls over begonnen en dien keer hebt u gezegd
dat u het geheel aan ons overliet aan Maxwell
en mij-"
„Ik zal' het contract verbreken, het werk is nog
niet begonnen. U moet maar zien dat u er afkomt.
Kalm zei hij: „Dat hangt van u af natuurlijk.'?
Hij hield op en toen ze niets zei, ging hij voort:
,,U Zult toch geen proces .willen beginnen, dat u
toch zult verliezen. Maar ik zeg u, onze firma, kan
niet betrokken zijn in een proces tegen het huis.
dat wo geslachten lang gediend hebben." Hij ging
zachter voort, meer tegen zichzelf dan tegen haar:
„Neen, dat nooit.w
Hij keek haar aan en zei vriendelijker: „U moet
aan uw zoon denken, Lady Burdon,aan de toe
komst. Dit irrigatiewerk is een dringende eisch
voor het goed, het land schreeuwt er om. Als u het
huis in 'Londen voor een paar jaar opgeeft, zal uw
zoon reden hebben om u dankbaar te zijn alh hij
zoover is, dat hij den titel' overneemt. Als u er
toe besluit j>
Ze stond haastig op: „Ik moet weg."
Mr Pemberton wolgde haar strompelend naar
beneden om haar naar het rijtuig te Brengen. Ei-
blies een scherpe wind. De koetsier reed op en neer.
De palfrenier wachtte in dé gang, een plaid over
den arm Hij liep haastig de straat op en wenkte
den koetsier. Lady Burdon sloeg het jij tuig g-ade, ze
stampte met haar voet op den grond en fronsde
ongeduldig haar wenkbrauwen. Een groot stuk rose
papier werd Jangs het trottoir geblazen telkens
eeu luchtsprong makend op een belachelijke ma
nier, telkens kopjebui telend .als een geboren duike
laar. „Koud," zei Mr. Pemberton, terwijl hij zich.
de handen wreef, „erg koud."
Ze gaf geen antwoord. Ze was veel te boos. Ze
voelde zich van alle kanten bedreigd, en vond het
vreeseljjk, om het Jeven .in de stad te moeten op
geven. Ze kwam in opstand tegen Mr. Pemberton,
omdat hij zoo gehecht was aan haar mans familie;
hij had haar bel'eedigd door de manier, waarop liij
haar bedreiging óm. het contraot te verbreken had
opgenomen, en door zijn wijzen op Rolïo had hij
haar nog meer geprikkeld. Het vliegende stuk .pa
pier, een bulletin van een courant, bleef op een
paar meter afstand liggen. Het was eindelijk tot
rust en de hoeken van het papier spreidden zich
uit zooals een uitgeputte de armen. Het rijtuig
reed voor.
Met een voet op de trede, Zei ze: „U hoeft
Lord Burdon niet te bezoeken voor ik u schrijf
om den dag af te spreken." Mr. Pemberton gaf
ten antwoord: „Ik wacht uw brief af, Lady Bur
don." Ze zette zich op de bank .en trok haar bont
om zich heen. Het was een trillend oud mannetje,
dat bleef staan, gerimpeld, gebogen, zijn enkele
witte haren wuivend op den wind. „Het nuis Bur
don is mjj dierbaar," ging hij voort. „U moet toch
gol'ooven, dat ik werkelijk handel in uw belang", cn
zo gaf den palfrenier, die zich. omgekeerd had op
den bok, een wenk en het rijtiiig reed voort. Het
rose papier kwam weer in beweging, en buitelde
weer met een belachelijk air van uitputting. „On
geluk in het Hoogerhuis" las ze nog even.
2.
Lady Burdon reed regelrecht naar huis, om daar
te hooren, dat zij betrokken was-bij het „Ongeluk
in het Hoogerhuis", waarvan het rose papier al dui
kelend door de straten gesproken had. Toen het
rijtuig stilhield, kwam een dienstbode haastig de
stoep af en begon: „De baron"het meisje hijgde
naar adem „do baron is ziek geworden in net
Hoogerhuis; is uit de bank gevallen een flauwte
en is thuisgebracht in het rijtuig van Lord 'CoT-
wyn en toen naar boven gedragen en altijd
nog bewusteloos, of de dokter is er."
Lady Burdon trachtte^ al die verwarde zinnen
te begrijpen. Onbewegelijk staarde ze het meisje
aan. Bewusteloos of
Ze wierp de plaid terug en vloog uit het rij tuig.
Een courantenjongen bonsde bijna tegen haar aan
en ze moest even op zij gaan om hem langs te la.ten.
Haar oog viel op het rose pa.pier met'de woorden:
Ongeluk in 'het Hoogerhuis.
O God! Dat ongeluk was hier. Ze ging haastig de
stoep op en de trap naai* boven. Bij de deur van
Lord Burdon's kamer, kwam het oftneil' haar tege
moet als een levend wezen, zoodat ze een stap
achteruit deinsde en den knop niet om durfde
draaien.
Bewusteloos, of
Ze hield haar hand tegen haar borst,
haar arm hart bonsde. Ze had een visioen, dat
hij dood naar boven was gedragem En ze zag plot
seling voor zich. hoe moe hij er uit gezien had na
de lunch en ze herinnerde zich, hoe ze gezegd
had: „Je ziet er wel elegant uit zooals je daar ligt.
Ga naar het Hoogerhuis. Daar kan je ook wel'
slapen." En zo hoorde zijn antwoord: „Ik ga
al', kind."
Daar slapen? Had Ze hem er toe aangezet om
daar te sterven? Bewusteloos of -
Ze kwam de kamer binnen. Een man in een ge-
kleede jas stond bij de. toilettafel. Ze staarde langs
hem neen naar het bed. Ze bracht haar
hand naar haar keel en met moeite zei zé: „Man-
rits." De man keerde ziclh om en begon tegen haar
te spreken. Zc vloog langs hem heen naar het bed,
nam Lord Burdon's hand en drukte die tegen haar
wang Z,o barstte in snikken uit, de tranen vielen
op do hand, die zij omklemd hield. Op den drempel
had Zij de oogen geopend gezien, een spoor van
een glimlach van vaarwel op het bleeke vermoeide
gelaat: Hij leefde! Dat was voldoende. Voor net
oogenblik in haar eerste wanhoop wenschte zij niets