chager Courant Neemt toch het beste Niestadt, Schagen ABDusïrOOP DE GELUKKIGE HELD Fotografisch Atelier vuur Portretten, Groepen, Genrebeelden, Architect- opnamen, en Foto's voor Industrie. Zaterdag 20 Maart 1926. 69ste Jaargang. No. 7813. Derde Blad. Kantongerecht te Schagen. Feuilleton. Dagelijks geopend - Ook Zondags le. rs. 'terechtzitting' op Donderdag' 18 Maart. ^.ST. WATERLEIDING. re beginnen met voortgezette behandeling van 3ak tegen Wilhelm Heinrieh Sehene, die op de (laatste zitting beweerde, wel aangesloten te aan de waterleiding. Beklaagde is nu afwezig; present is getuige W. J. Bel, voor het P.W.B. heeft het bewuste geval1 onderzocht en ver- nu, dat het perceel van Schone in'den zin het voorschrift van het P.W.B. niet aangeslb- te beschouwen is. De dienstleiding wordt door fc bedrijf 1 M. op het kadastrale perceel geleegd, lomdat dit perceel aan den openbaren weg1 staat, m de leiding onder de stoep van het huis door. t dienstleiding is aan het einde afgesloten, ten- het voor beid. nog niet mogelijk is, water af te ion, aangezien er .nog geen binnenleiding is d. Pas als de binnenleiding met de dienstlei- verboniden is, kan-do aansluiting geacht wor- bestaan. De O.v.J. oordeelt, aait hier door die voorgaf wel te zijn aangesloten een ;cerde voorstelling van zaken is gegeven, mis- ng dus. De uitspraak luidt overeenkomstig eisoh f 5 of 3 d. DE AANLEGKWESTIE 0P RIJKSGROND. |Als volgende beklaagde zou moeten verschijnen van den Stationsweg, wiens zaak vorige keer verdaagd werd Het gel'dt hier de vraag of de ling-aanleg in grond van de Spoorweg-Mij. aan oerd kan warden als een omstandigheid, wa&r- loor de tot aanleg verplichte hiertoe niet behoeft te gaan. De heer Bel geeft ook hier als getuige joodlge inlichtingen. Daaruit blijkt: le. dat er Ie voorschriften van het P.W.B. nergens staat het bedrijf verplicht is de leiding 1 M. op perceel1 te brengen. Het is dus, zooafe het be- dit wel'doet, zuiver op te vatten als een voor- jendheid ten 'opzichte van de aansluiters. De jr, Tiet verklaart, dat dit ook gemakshalve door P.W.B. zoo wordt .gedaan. Tit de verklaringen van den heer Belr blijkt, (dat L Aij gelijk heeft, als hij zegt, niet in den grond in het spoorwegbedrijf te mogen graven, de be dheid hiertoe heeft het P.W.B. van. de Spoor- •Mij. gekregen. Maar als de hoer. Aü gevraagd aan het bedrijf of het de leiding door den sgrond wilde leggen, aldus de heer Bel. zou het P.B. cLit dadelijk gedaan hebben. Van tö voren .er aanvrage dus, gaat het bedrijf hier niet toe Ook hier acht het O.M. een verkeerde voer ing van zaken door bek!1, gegeven en Aij krijgt vonnis Van) f 5 loif 5 d'agen bij verstek. 'tomas Kuiper, ook van dien Stationsweg, ook het zelfde gevalletje, ook afwezig, krijgt omdat it het P.W.B. de bedoelde aanvrage met heeft iht, een zelfde vonnis. >E BIJTERIGE HOND. J's volgende beklaagde verschijnt Arie Brak, van w Riipje, gem. St. Maarten, de eigenaar van den naker;fcd die Tobias Bakker, venter van beroep des- CallantfL. op 19 Oot. .in z'n nog dunne kuiten beet een scheur in z'n broek knauwde. Brak, doet zoo'n vriendelijk iemand met zoo'n kwaad it bevestigde het gebeurde. Geertje Schenk, k's 17-jarige dienstbode en tevens „niohie" was het moment van den aanslag op Tobias' kuiten ?t op de stoep aan het werk. Zo verklaart heel 5, op bijzonder aardige manier, dat ze plotse- <3en snauw hoorde en ja, toen was liet ge- rd. Ook zag ze de scheur in de broek, maar geval zelf zag zo niet. De beklaagde Brak zegt nog dat z'n hond spe- al 'belust is op bedelaars en venters: een aristo- at onder de honden misschien? Drie jaar go- en heeft hij eens een waarschuwing gehad. De O.v.J. eiseht f 10 of 10 dagen en toewijzing n civiele rechtsvordering tot f 2.50. Op 's presi- nten vraag of bek!, nog wat heeft te zeggen, «u S( H: ringen 34. door A. S. M- HUTCHINSON. 4. merkt Brak op, dat Bakker voorgegeven heeft, pp! z'n aanvraag hiertoe, geen schadevergoeding te hebben gekregen. Dit is niet zoo, hij heeft niet ge- Yraagd, z'n vrouw heeft de scheur gerepareerd juaj het gebeurde. De president geeft tenslotte, in aanmerking ne mend bekiAa-gde's houding, hem ten voordeel©, f 7 of 4 dagen, met toewijzing van oiv. rechtsvordering tot f 2.50 en de aanmaning, den hond niet los te laten. Beklaagde en getuige af, ze zijn er warm'van! EEN SCHUITJE OP DEN WAL GEHAALD. Dan zouden moeten verschijnen als beklaagden de jongelieden Pronk, Pie, Zut, Hoogoboom, Vlug en Ruiter. Ze hebben allemaal .„binkie" gestoken. Al leen getuige Hendrik \Barsingerhor n is aanwezig.1 Den beklaagden wordt ten laste gelegd, liet halen van een schuitje uit de sloot op don wal' in den nacht van .4 op 5 Ootober '25, baldadigheid dus. j Dit gobeurdo te W,armenhuizen. Met hot eerste kennismaken met getuige B. werd do indruk gewekt dat hij voor komiek wou spelen, aithans op de vraag van den president of hij deze personen kende, antwoordde hjjnee. Pres: Dus je kent deze personen niet. Get.: Ja, ja, ik ken ze allemaal Verwonderde gezichten, maar het raadsel wordt opgelost: getuige blijkt doof te zijn. Dan gaan we verder en Barsdngerhotra verklaart, het gebeurde te hébben gezien. Toen liij er bij kwam, stond: het vaartuig op den wal, en op z'n zeggen tegen z'n kameraden, dat het er weer in moest, heboen ze het er weer dadelijk ingeschoven, het was dus niet zoo erg. Het O.M. vindt het gebeurde ook niet erg, het is meer een J;aardigheidje uithalen'; en als zoodanig is het behandelen hiervan eigenlijk: „de sop is de kool' niet waard, maar daartegenover staat, dat eens een afschrikwekkend! yoorbeefd voor de voorkomen de baldadigheid dient te worden gesteld. Do eisch &SI: f 6 lotfl 1 week, met uitzondering van voor C. Pie, waarvoor f 6 «of 1 week tuchthuis wordt ge- eischt, wegens minderjarigheid. Do uitspraak is: f 3 ,of 3 dagen en voor C. Pie f3 of 3 d. tuchthuis. STROOPEN MET DE LICHTBAK. Dan verschijnen Jan Dirk Pool en J. van Teu- lingen voor de groene tafel. De eerste beklaagde is 52 jaren oud, vischventer van beroep, meer speciaal pafing venter, te Kplkorn. No. 2 is van beroep (ar beider in den Waa-rdpoMer en 25 jaar oud Zo zijn in den pacht van 23 op 24 Ootober jli gesnord, toen ze bezig waren met een lantaarn en geweer te jagen. Rijksveldwachter Bruinis ver klaart, dat ze als jagers zeer ongunstig bekend staan, ze stroopen Veel. En, zegt get., het wordt door do boeren daar, op prijs gesteld, dat ze eens gegrepen zijn, want er Bleef geen haas meer over. Het O.M. oordeelt dit een ernstig feit, als ze jagen willen goed, bet is een mooie sport, maar met de lichtbak is het ten oenen nialé met toelaat baar. De edsck is f 50 of 25 dagen en verbeurd verklaring van de „spuiten". Bekl. zegt, nooit'in den Waardpoïder te hebben gejaagd en als verweer geeft hij op, dat de stroo- perii geschiedde om z'n dochtertje dat in het sa natorium Egt. aan kleeren te helpen. De pres. meent terecht, als er dan geld noodig is, dat het niet als een verontschuldiging kan gel den voor dit geval, Met de hand achter z'n .oor Jook deze beklaagde is doof), mag hij aanhooren een vonnis tot f 40 of 20 dagen, wat ook voor z'n maat geldt, en tevens verbeurdverklaring van het benoodigde „gereedschap", als lantaarn en geweer. Ondertusscnen had beklaagde nog zin om tel kens met Bruinis te „bakkeleien" over de bewering van den rijksveldwachter, dat ze nu alweer aan het, stroopen waren. Maar de president stond dat na tuurlijk niet toe. Misschien komen ze, al zijn ze bekwaam in de sport, nog wel eens terug, oppas sen maar! OP ZONDAG GEWERKT. Dan verschijnt, zoo klein als ie is, Gerrit Krap, die ook wel' genoemd! kan worden „Krappie", wanc hij is dien naam, naar proporties van lichaam, 'zoo- wol als naar mate van venijnigheid ten volle waard. Gerrit, die half arbeider en half eigen land bouwer is (niet half visch half mensch) te Win kel, heeft op Zondag 1 Nov. aan den Limmersohou- werweg gewerkt op het land, maar speciaal zou hij O.I.-kers blootgelegd hebben. Maar bekl1. .zegt, dat daar niks van an is. Z'n kippen hadden er in rond- geschraapt en dat harkte hjj weer in orde, toen .Bruinig, de rijksveldwachter, hem kwam storen. Toon Bruinis bjj hem kwam, was "hij npfc klaar, dus kon deze niet zeggen, of hij O.I. kers bloot gelegd had, en dus "was wat e.r in de dagvaarding- stond niet juist. Bovendien bevond Bruinis zich iveel' te ver 80 M. van het werk af om te constateeren dat hij met dien arbeid, bezig was geweest De kers lag al een paar dagen bloot Deze dingen zeide 'Krap, en hjj zeide ze zeer ving en zeer byteng. i De get. Bruinis vertelt dan, dat Krop zelf 'tegen hem gezegd heeft, .in de kers te.hebben gewerkt. Nog verklaart getuige, dat Krappie's vrouw, die er ■ook zelf moet zijn, haar dapperen echtgenoot "aan ried om den diender op z'n smoel te slaan. De echtgenooten zijn dus alle twee nogal „bijdehand". Met f 6 cf 3 dagen gaat Krap nijdig stappend ter deure uit. TE LAAT GEOPEND. Vervolgens verschijnt Jan de Bruin van Schoocri- dam. Hij is 72 jaren en van beroep kastelein te Schoorldam. De nog flinke kastelein heeft op 4 Nov. jl'. z'n café om half elf nog geopend .gehad en daarin waren aanwezig bezoekers. 1 Bekl. .het woord verkrijgende, zegt, hoogelijk verwonderd, te hebben gelezen in de dagvaarding dat hij „verdachte" is. Dit vindt hjj zeker leelijk: Staan, hét is misschien een smet op z'n van over tredingen reine persoonlijkheid, maar het staat ér. Vorder verklaart hij, dat hij steeds vergunning heeft gehad na tienen bezoekers te ontvangen, om dat de mensohen bij hem kwamen als ze van en naar de tram kwamen, Het café was dus wacht lokaal. Die vergunning is nu plotseling ingetrok ken, waarom weet hij niet. Hij dacht échter even goed nog bezoekers te mogen ontvangen tot elf uur ra avonds. Op den bewusten avond waren er eenige verkleumde veedrijvers in het café geweest. Ten slotte kreeg hij een vonnis 5 otf 3 dagen. 1 MET ONAIFGESCHMAIAPTE WTELEIN GEREDEN. Jan ISchagen, oud! 61 jaar, eni landbouwer te Nieu- wo Niedorp, heeft op 9 November aan den Lange- reisdijk met een drie wielde kar, met onafgeschraapte wielen uit het land vandaan, op dien weg gereden. Beklaagde zegt, „datte z© niet smerig wazze", ze ware glad". Door het voorviel werd biji het krappe omhalen, wat modder van den wegkant op den weg getrokken, meer niet en dat was nog wel losse grond van de waterleidinggeul. Getuige Bruinis, voor de zooveelste maal getuigd verklaart, dat er op den Langereizerdijk groote stuk ken klei lagen, van denwagen afgevallen. Volgens hem kon je de spaken niet zien van de modder, da's anders dan schoon! Overal te Ontbieden. voor Uw borst. AI <3ie «traite en prikkelende middelen kunnen niet heilzaam zijn voor Uw gestel. Akker*« Abdijsiroop wordt bereid met kruiden* extracten en bevat dus geneeskrach tige stoffen in den vorm waarin de natuur ze aanbiedt. Indien U van Uw hoest of bronchitis wilt afkomen, koopt dan nog heden een flesch De onovertroffen heilzame werking op Uw ademhalingsorganen zal U spoedig overtuigen, dat geinderdaad het beste genomen hebt. Overal verkrijgbaar f 1.50, (2.75 en (4.50 per flesch. 9 Zoo stond hij vergeestelijkt, vol' ontzag en bo nd, een jonge man, voor wien plotseling de poor- in van het rijk der liefde zijn opengegaan, waar le tintelende lucht bij eiken ademtocht stijgt wijn naar het hoofd en als vuur naar het hart. Zoo stond hij een oogenblik; toen bemerkte hij, f zijn Oude vriend, de wind weer was opgeste- n, en hem om de ooren 'joeg met een ha, ha, dat hem spottend toeklbnk. Wat was zij voor hem? Nu had hij het antwoord I. bog onstuimiger en wilder waren zijn gevoe- dan toen hii in woeste vaart den heuvel opvloog koek weer naar het postkantoor, al's een stukje eelgoed beneden, maar hij had er geen vriende- ke gedachte meer over, alleen bittere toorn als in een gevangene, die woedendrammelt met de stenen, die hem binden. Dat hij zich nog onderwierp aan die ketenen, jnog Bp aan den leiband! Dat Dora hem zou uitlaa ien Dat zij hom een luiaard zou vinden. Eu hij ><ht niet die gedachten, die hem krankzinnig Zou- ai maken, zooalls een gevangene zich tegen de uren van zijn kerker werpt. A\ zou hem uitlachen! Dat zou niet gebeuren. Jat .zou niet te verdragen zijn. Hij gooide zijn exifd met een besliste beweging in zijn nek, hij ilde zijn vuisten, richtte zich in zijn volle lengte J met een vast besluit op zijn toornig gelaat. Ha, ha, ha, beukte do wind. Ha., ha, ha! Hij smoorde een kreet, keerde zich om en liep den Buvel! af, maar niét in de richting van zijn huis, én inspannend om onder den drang" van zijn nieuw erlangen, zijn lichaam te vermoeien en zijn geest >t rust te' brengen. HOOFDSTUK LEI. onveranderde vriend, en een die ouder is geworden. eïl Ap uur op die manier géloopen had', 'Vond hij zich boven Groot Letham, dat beneden! irschol'en lag-. Hij bleef besluiteloos staan. Van isscnen de daken als het ware, kroop langzaam 'u trein te voorschijn. Hü zag hoo hij als oen angetje zich voortkronkelae door het dal' oost- Beklaagde wil daar niet aan, de wielen waren) schoon, efi op den weg kon je wel op kousen loopen, er lag niets. „Maar", aldus bekl. te Bruinis, „je dacht het is een boer, en die zal ik gauw efkes ne me". De president leest de politieverordening voor en daarin staat'alleen dat de wielen gereinigd moeten worden voor men op den weg komt en met kluiten modder op den weg heeft men hier dus niks te maken. Omdat Schagen geen wielen geschraapt •heeft voor het verlaten van z'n land, vliegt hij er dus toch in. Maar bekl. wil dat zoo maar niet gewonnen ge ven: hij zegt tervoren z'n wielen te hebben ge schraapt, waarop 'Bruinis weer de spaken aan haalt, die onzichtbaar waren van den modder. Omdat tenslotte Bruinis meer geloof vindt dan Schagen, wordt de laatste opgeknapt met £5 of 3 dagen. DRONKENSCHAP. Getweeën waren geroepen te verschijnen de heeren Baken en Roggeveen, beiden meubelmakers, de eer ste wonende te Wieringerwaard, de tweede te Scha gen. In den nacht van 23 November zouden deze twee zich dronken op den openbaren weg hebben bevon den en daar gezongen en gevloekt hebben, met,tot gevolg een opstootje. Beklaagde Simon Pieter Baken, alleen present, ontkent bet hem ten laste gelegde. Hij was niet dronken, maar uit de bioscoop komende, om half twee, er was bal, ontmoette hij collega Roggeveen en die was beschonken. Uit collegialiteit zeker, wilde hij R. thuis brengen en toen kwam er wat herrie over z'n fiets, waar R. mee weg ging. Dat er gezon gen is, ontkent Baken, en gevloekt is er ook niet, al leen is er misschien een enkel woord gevallen toen R. de fiets wegnam die voor Bontes' vischsalon stond. Om tevens nog den getuige Flapper te hooren, wordt de zaak tot 22 April verdaagd. JACHTWETOVERTREDING. Eelke Romar, oud 32 jaar en van beroep landbou wer te Auua Paulowna, beeft zich op Zondag "22 No vember met een geweer, zonder acte, in het veld bevonden en is deswege verbaliseerd door agent Korstanje. Beklaagde zegt wel een acte voor het schieten van schadelijk wild te hebben. Hazen kan hij niet schie ten, evenmin als eenden, zegt hij, want die zijn daar niet te vinden. Zeker een troostelooze vlaktekaal en dorAlleen had hij het geweer om kraaien te schieten, als zijnde schadelijke vogels voor z'n bol lenland. Getuige Korstanje verklaart Romar nog nooit te hebben bekeurd, hij zag hem aanleggen, waarop, dat weet hij niet. Het geweer, zegt getuige, was eea ding van niks, een eenloops. Ook getuige geeft too dat er weinig wild is daar. Als verzachtende om standigheid dat bekl. in het veld liep, kon nog gel den het feit, dat hij op bezoek was bij z'n schoon vader, die toen ernstig ziek was en ondragelijke pij nen leed. Dat lijden was niet om aan te zien en daarom was bekl. als het ware het huis uitgeloopen voor verzet Deze omstandigheden in aanmerking genomen, brachten den president er toe. bekl. f4 of 4 d. te ffe ven, met verbeurdverklaring van het geweer, of bij niet voldoening hiervan vervanging door f3! Dns vast een reuze „paffer". TE LAAT IN HET CAFé. Gedagvaard was Johannes Jacobus van Dijk als beklaagde, omdat hij zich op 2! November om half elf in bet café van J. Borst te Anna Paulowna be vond, zonder daarvoor vergunning te hebben. Anton Weijers, een 25-jarig arbeider kwam hier ge tuigen. Hij vertelde dat het dien avond een feest avond was van de voetbalvereeniging, voor intro- ducé's en donateurs en leden. De bezoeker Van Dijk waart». PercivaT keerde zlcih. dadelijk om; dat ding was gelukkiger dan hij, dat was niet gebonden zooals hij gebonden was. Terwijl hij over het landsohaip staarde, zag hij een kléine rookwolk opstijgen als een smalle, grijze vinger boven de boomen bij het moeras, beneden in het dal', en dat gezicht en de plaats, waar hij de rook zag, a deden hem oplettend kijken. Dat was vroeger dikwijls een sein voor hem geweest. Eén menseh sléchts bij zijn weten, légde op die plaats een vuur aan; één mensch sléchts kon, volgens zijn ondervinding, een vuur zoo laten bran den, dat de rook rustig en recht als een grijze vinger omhoog steeg. Hü herinnerde zich, hoe Ja- phra hem had gewezen, hoe een vuur moest worden aangelegd, zoodat het hart van het vuur juist in het midden bl'h'ft samengevat; hij herinnerde zich, hoe Ima gelachen had om de verwarde hoop, die ongestadig hier en daar brandde en het resultaat was van rijn eerste poging tot: nabootsing.^ „Als het Japhra nu maar is!" zeide hij hardop, en hij liep den heuveï af in een rechte lijn dwa,rs( door de velden naar de plaats, waar de rook hem deed veronderstellen dat hij Japhra vinden zou. 't Was meer dan een jaar gèlfeaen, dat de woon wagen door het district was gereden. Zelfs Stingo, dien hjj soms bij Mr. Hannaford ontmoette, had hem geen ander nieuws kunnen mededeelén, dan dat Japhra dit jaar niet met het circus van Mad- dox was meegereden. De opgewonden toestand van zijn geest, die 'PercivaT nu verontrustte, kon niet boter tot kalmte komen, bedacht bij plotseling", dan door >de rustige atmosfeer, die Japara altijd om zich verspreidde. Japhra zou hem niét uitlachen. .Taphra zou hem wet begrijpen. Japhra zou .hem raad geven op die kalme manier hem eigem die iemand de dingen heelémaaï anders deed zien, dan 'Ze schenen. Als het Japhra maar was! 2. Het was Japhra! Toen Peroival snel' tussohen de bpomen door liep, die langs het water stonden, zag hij den gelen woonwagen al van verre, en toen hij zelf te voor schijn kwam uit het bosoh, hoorde hjj Japra's stem: „Let op, daar komt hij aan!" Percival hield plot seling stilt „Wisten jullie 't! Verwachtten julhe JJJ !t Was duidelijk dat zft hem verwacht hadden! Geen verbazang maar een hartelijk welkom lichtte in Japhira's vroolijke oogen, en Ima's donker gelaat Zelfs oude Pelgrim, het groote witte paard, dat don Tjvoonwagen trok, bieïd even op met grazen en keek op met uitgerekten hals, en scheen hem ook te verwachten. En ook kleine Toby de hond, d'e "V y gen'iemd werd, als hij meespeelde in do poppenk.ist, b'.eef als een jachthond staan, en vloog toen luid keffend van pleizier op Percdval af. Japhra zat dwars op een kist, met een paarden tuig op zijn knieën en een kromme schoenmakersb naald in zijn rechterhand; zajn kort pijpje a,Y& altijd in den hoek van zijn mond. Ima lag geknield bjj het vuur, waarvan de rook hem een sein was geweest. Wisten jullie, dat ik komen zou!" riep Percival weer, en kwam met uitgestrekte handen op hen toe. „Vader hoorde je komen, voordat ik je voetstap pen kon onderscheiden," zei Ima. „Plet vuur knap te in mijn ooren, anders had ik het ook wel ge merkt, dat je kwam." Het was alsof zij zich verontschuldigde, alsof het onbeleefd van haar was, dat zij hem niet dadelijk gehoord had; en Japhra, die Percival' een hand gaf, kneep die beteekenisvol', als om hem opmerkzaam te maken, hoe hij haar plagen ging: .„Je geloofde me met Ima, want ik moest nog tegen je zeggen: „Let op daar komt hij aan!" Peroival1 dacht, dat zij verontwaardigd op Zou stuiven, zooalls zij dat vroeger deed als hij haar plaagde, maar zij keek hem integendeel aan met vasten blik .en zei eenvoudig: „Neen, want ik wist dat hij het was." Die woorden hoorde hij, maar de beteekenis drong niet tot hem door. Later vond hii ze weer terug in zijn herinnering zooals het met woorden gaat, die in ons onderbewustzijn voortléven om ineens onver wacht te voorschijn te komen, opgewekt door een enkel woord of een enkelé daau. Jaren daarna herinnerde hij zich duidelijk haar toon, haar woorden en den blik van haar oogen, toen zij dat zei. Nu barstte hij in lachen uit. „Ik geloof graag, dat je de wereld kunt hooren draaien, maar hoe je kon zeggen...", „Voetstappen zijn stemmen voor iemand, die ju de eenzaamheid geleefd heeft, baadje." Percival lachte weer, lachte van louter geluk, dat hij zich. weer op 'die oude bekende manier hoorde toespreken, ©n van Fouter geluk, dat luj' Jajhra met Zijn origineelfe invallen teruggevonden Je bent nog altijd dezelf de, Ja.phra, je/hebt nog altijd dezelfde invallen, waar een ander mensch niet aan denken zou." ,Ja, maar 't is waar," antwoordde Japhra. „Voetstappen spreken een taal en een duidelijker taal 'dan menigeen kan spreken. Let eens op hoe vriendelijk ©n lef iemand spreken kan ,om zijn be doeling te verbergen, dat kunnen yoetsta-ppen pooit. De jouwe verraden hoe graag ze je hierheen brach ten." i i' „En óf ik graag hier kwam! Je bent juist de gene, dien ik'noodig heb, Ik t heb je in een jaar niet gezien2 neen, nog langer niet .óf ik ook verlangde je weer te zaenl Japhra',s oogen straalden van genoegen. „Wij ver langden ook, hoor. Wij hebben dikwijls over ons baasje gesproken, niet waar Ima? We kunnen hem nu niet meer zoo noemen. Ik had niet kunnen den ken, dat je zoo gegroeid zou zijn; je bent een voF- wassen man geworden, baasje; kijk, nu zeg -ik het weer.'' Hij knikte goedkeurend bij Pereival's protest, dat hij naar geen anderen, naam zou luisteren en hjj ging verder: „Een volwassen man; hoe staat het met het boksen?" „Nogal' goed, Japhra. De handschoenen, die je mij gegeven hebt, zijn bijna versleten, dat verzeker ik je." „Dat is goed. Verleer het boksen nooit, 't Is mannenwerk. Je hebt de fjguur voor een 'bokser, juist zooals ik gedacht heb, aat je opgroeien zoudt, toen ik je kende als kleine jongen. Het is echte sport voor mannen, verleer het niet." „Ik houd er .meer van dan ooit," vertelde Per cival' hem. „Prettig, dat je mij zoo gegroeid vindt. Mijn linkerhand is 't best, gél'oof ik." 'Zijn neer slachtigheid van zoo straks was verdwenen, met zijn linkerhand maakte hij een stoot en straalde van pleizier toen Japhra goedkeurend knikte en zei: „Ja, zoo is het goea, zoo hoort het." „Ja,_ ik ben gegroeid," zei Percival. „Maar ju bent niets veranderd, Japhra, geen zier veranderd. Japhra wees met zijn hoofd naar de denneboo- men. „Die oude knapen daar evenmin. Die blijven ook zoo, tot hun sappen uitdrogen, dan vallen ze om. Zie veranderen niet. Alléén de jonge twijgen veranderen. Wat zeg je van Ima?" Zij had zeh omgedriaaid, terwijl Zij praatten. Zjj' stond weer bij het vuur en Percival keerde zioh om, zij was bezig den soepketel' van den haak te lich ten, die aan den ijzeren drievoet boven het vuur hing. Met vluggen zwaai zette zij hem op het gras neer/De ketel' was zwaar en toóh zette zu hem, het bovenlijf vooroverbuigend, met een bevallige bewe ging neer, en toen de stoom uit den ketel' sloeg en haar door een mndstoot in het gezicht werd geblazen, trad zij een stap achteruit en keek peer op hetgeen zij' gekookt had onder haar linker voor arm door, die bloot was tot aan de elleboog, en waarmede ze trachtte haar oogen te beschutten. a. Zoo zag Percival haar. Zij had haar .haar opge stoken sinds hij haar den kaatsten keer gezien had. 't Wais laag: 'in haar hals opgemaakt: de laatste stralen van de avondzon speelden in de glanzende zwarte vlechten tegen haar donkere gelaatskleur. Onder den arm door, dien zij voor haar gezicht hield, zag hij haar 1'ange wimpers bijna op'"haar twangen rusten, toen zij naar beneden keek. Haar mona was groot, het rood der lippen stak af tegen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 9