chager Courant
Neemt toch het beste
Niestadt, Schagen
ABDusïrOOP
DE GELUKKIGE HELD
Fotografisch Atelier vuur Portretten,
Groepen, Genrebeelden, Architect-
opnamen, en Foto's voor Industrie.
Zaterdag 20 Maart 1926.
69ste Jaargang. No. 7813.
Derde Blad.
Kantongerecht
te Schagen.
Feuilleton.
Dagelijks geopend - Ook Zondags
le.
rs.
'terechtzitting' op Donderdag' 18 Maart.
^.ST. WATERLEIDING.
re beginnen met voortgezette behandeling van
3ak tegen Wilhelm Heinrieh Sehene, die op de
(laatste zitting beweerde, wel aangesloten te
aan de waterleiding. Beklaagde is nu afwezig;
present is getuige W. J. Bel, voor het P.W.B.
heeft het bewuste geval1 onderzocht en ver-
nu, dat het perceel van Schone in'den zin
het voorschrift van het P.W.B. niet aangeslb-
te beschouwen is. De dienstleiding wordt door
fc bedrijf 1 M. op het kadastrale perceel geleegd,
lomdat dit perceel aan den openbaren weg1 staat,
m de leiding onder de stoep van het huis door.
t dienstleiding is aan het einde afgesloten, ten-
het voor beid. nog niet mogelijk is, water af te
ion, aangezien er .nog geen binnenleiding is
d. Pas als de binnenleiding met de dienstlei-
verboniden is, kan-do aansluiting geacht wor-
bestaan. De O.v.J. oordeelt, aait hier door
die voorgaf wel te zijn aangesloten een
;cerde voorstelling van zaken is gegeven, mis-
ng dus. De uitspraak luidt overeenkomstig
eisoh f 5 of 3 d.
DE AANLEGKWESTIE 0P RIJKSGROND.
|Als volgende beklaagde zou moeten verschijnen
van den Stationsweg, wiens zaak vorige keer
verdaagd werd Het gel'dt hier de vraag of de
ling-aanleg in grond van de Spoorweg-Mij. aan
oerd kan warden als een omstandigheid, wa&r-
loor de tot aanleg verplichte hiertoe niet behoeft
te gaan. De heer Bel geeft ook hier als getuige
joodlge inlichtingen. Daaruit blijkt: le. dat er
Ie voorschriften van het P.W.B. nergens staat
het bedrijf verplicht is de leiding 1 M. op
perceel1 te brengen. Het is dus, zooafe het be-
dit wel'doet, zuiver op te vatten als een voor-
jendheid ten 'opzichte van de aansluiters. De
jr, Tiet verklaart, dat dit ook gemakshalve door
P.W.B. zoo wordt .gedaan.
Tit de verklaringen van den heer Belr blijkt, (dat
L Aij gelijk heeft, als hij zegt, niet in den grond
in het spoorwegbedrijf te mogen graven, de be
dheid hiertoe heeft het P.W.B. van. de Spoor-
•Mij. gekregen. Maar als de hoer. Aü gevraagd
aan het bedrijf of het de leiding door den
sgrond wilde leggen, aldus de heer Bel. zou het
P.B. cLit dadelijk gedaan hebben. Van tö voren
.er aanvrage dus, gaat het bedrijf hier niet toe
Ook hier acht het O.M. een verkeerde voer
ing van zaken door bek!1, gegeven en Aij krijgt
vonnis Van) f 5 loif 5 d'agen bij verstek.
'tomas Kuiper, ook van dien Stationsweg, ook
het zelfde gevalletje, ook afwezig, krijgt omdat
it het P.W.B. de bedoelde aanvrage met heeft
iht, een zelfde vonnis.
>E BIJTERIGE HOND.
J's volgende beklaagde verschijnt Arie Brak, van
w Riipje, gem. St. Maarten, de eigenaar van den
naker;fcd die Tobias Bakker, venter van beroep des-
CallantfL. op 19 Oot. .in z'n nog dunne kuiten beet
een scheur in z'n broek knauwde. Brak,
doet zoo'n vriendelijk iemand met zoo'n kwaad
it bevestigde het gebeurde. Geertje Schenk,
k's 17-jarige dienstbode en tevens „niohie" was
het moment van den aanslag op Tobias' kuiten
?t op de stoep aan het werk. Zo verklaart heel
5, op bijzonder aardige manier, dat ze plotse-
<3en snauw hoorde en ja, toen was liet ge-
rd. Ook zag ze de scheur in de broek, maar
geval zelf zag zo niet.
De beklaagde Brak zegt nog dat z'n hond spe-
al 'belust is op bedelaars en venters: een aristo-
at onder de honden misschien? Drie jaar go-
en heeft hij eens een waarschuwing gehad.
De O.v.J. eiseht f 10 of 10 dagen en toewijzing
n civiele rechtsvordering tot f 2.50. Op 's presi-
nten vraag of bek!, nog wat heeft te zeggen,
«u S(
H:
ringen
34.
door A. S. M- HUTCHINSON.
4.
merkt Brak op, dat Bakker voorgegeven heeft, pp!
z'n aanvraag hiertoe, geen schadevergoeding te
hebben gekregen. Dit is niet zoo, hij heeft niet ge-
Yraagd, z'n vrouw heeft de scheur gerepareerd juaj
het gebeurde.
De president geeft tenslotte, in aanmerking ne
mend bekiAa-gde's houding, hem ten voordeel©, f 7
of 4 dagen, met toewijzing van oiv. rechtsvordering
tot f 2.50 en de aanmaning, den hond niet los te
laten.
Beklaagde en getuige af, ze zijn er warm'van!
EEN SCHUITJE OP DEN WAL GEHAALD.
Dan zouden moeten verschijnen als beklaagden de
jongelieden Pronk, Pie, Zut, Hoogoboom, Vlug en
Ruiter. Ze hebben allemaal .„binkie" gestoken. Al
leen getuige Hendrik \Barsingerhor n is aanwezig.1
Den beklaagden wordt ten laste gelegd, liet halen
van een schuitje uit de sloot op don wal' in den
nacht van .4 op 5 Ootober '25, baldadigheid dus. j
Dit gobeurdo te W,armenhuizen.
Met hot eerste kennismaken met getuige B. werd
do indruk gewekt dat hij voor komiek wou spelen,
aithans op de vraag van den president of hij deze
personen kende, antwoordde hjjnee.
Pres: Dus je kent deze personen niet.
Get.: Ja, ja, ik ken ze allemaal
Verwonderde gezichten, maar het raadsel wordt
opgelost: getuige blijkt doof te zijn.
Dan gaan we verder en Barsdngerhotra verklaart,
het gebeurde te hébben gezien. Toen liij er bij
kwam, stond: het vaartuig op den wal, en op z'n
zeggen tegen z'n kameraden, dat het er weer in
moest, heboen ze het er weer dadelijk ingeschoven,
het was dus niet zoo erg.
Het O.M. vindt het gebeurde ook niet erg, het is
meer een J;aardigheidje uithalen'; en als zoodanig
is het behandelen hiervan eigenlijk: „de sop is de
kool' niet waard, maar daartegenover staat, dat eens
een afschrikwekkend! yoorbeefd voor de voorkomen
de baldadigheid dient te worden gesteld. Do eisch
&SI: f 6 lotfl 1 week, met uitzondering van voor C.
Pie, waarvoor f 6 «of 1 week tuchthuis wordt ge-
eischt, wegens minderjarigheid. Do uitspraak is:
f 3 ,of 3 dagen en voor C. Pie f3 of 3 d. tuchthuis.
STROOPEN MET DE LICHTBAK.
Dan verschijnen Jan Dirk Pool en J. van Teu-
lingen voor de groene tafel. De eerste beklaagde is
52 jaren oud, vischventer van beroep, meer speciaal
pafing venter, te Kplkorn. No. 2 is van beroep (ar
beider in den Waa-rdpoMer en 25 jaar oud
Zo zijn in den pacht van 23 op 24 Ootober jli
gesnord, toen ze bezig waren met een lantaarn
en geweer te jagen. Rijksveldwachter Bruinis ver
klaart, dat ze als jagers zeer ongunstig bekend
staan, ze stroopen Veel. En, zegt get., het wordt
door do boeren daar, op prijs gesteld, dat ze eens
gegrepen zijn, want er Bleef geen haas meer over.
Het O.M. oordeelt dit een ernstig feit, als ze
jagen willen goed, bet is een mooie sport, maar
met de lichtbak is het ten oenen nialé met toelaat
baar. De edsck is f 50 of 25 dagen en verbeurd
verklaring van de „spuiten".
Bekl. zegt, nooit'in den Waardpoïder te hebben
gejaagd en als verweer geeft hij op, dat de stroo-
perii geschiedde om z'n dochtertje dat in het sa
natorium Egt. aan kleeren te helpen.
De pres. meent terecht, als er dan geld noodig
is, dat het niet als een verontschuldiging kan gel
den voor dit geval, Met de hand achter z'n .oor
Jook deze beklaagde is doof), mag hij aanhooren
een vonnis tot f 40 of 20 dagen, wat ook voor z'n
maat geldt, en tevens verbeurdverklaring van het
benoodigde „gereedschap", als lantaarn en geweer.
Ondertusscnen had beklaagde nog zin om tel
kens met Bruinis te „bakkeleien" over de bewering
van den rijksveldwachter, dat ze nu alweer aan het,
stroopen waren. Maar de president stond dat na
tuurlijk niet toe. Misschien komen ze, al zijn ze
bekwaam in de sport, nog wel eens terug, oppas
sen maar!
OP ZONDAG GEWERKT.
Dan verschijnt, zoo klein als ie is, Gerrit Krap,
die ook wel' genoemd! kan worden „Krappie", wanc
hij is dien naam, naar proporties van lichaam, 'zoo-
wol als naar mate van venijnigheid ten volle waard.
Gerrit, die half arbeider en half eigen land
bouwer is (niet half visch half mensch) te Win
kel, heeft op Zondag 1 Nov. aan den Limmersohou-
werweg gewerkt op het land, maar speciaal zou hij
O.I.-kers blootgelegd hebben. Maar bekl1. .zegt, dat
daar niks van an is. Z'n kippen hadden er in rond-
geschraapt en dat harkte hjj weer in orde, toen
.Bruinig, de rijksveldwachter, hem kwam storen.
Toon Bruinis bjj hem kwam, was "hij npfc klaar,
dus kon deze niet zeggen, of hij O.I. kers bloot
gelegd had, en dus "was wat e.r in de dagvaarding-
stond niet juist. Bovendien bevond Bruinis zich
iveel' te ver 80 M. van het werk af om te
constateeren dat hij met dien arbeid, bezig was
geweest De kers lag al een paar dagen bloot Deze
dingen zeide 'Krap, en hjj zeide ze zeer ving en zeer
byteng.
i De get. Bruinis vertelt dan, dat Krop zelf 'tegen
hem gezegd heeft, .in de kers te.hebben gewerkt.
Nog verklaart getuige, dat Krappie's vrouw, die er
■ook zelf moet zijn, haar dapperen echtgenoot "aan
ried om den diender op z'n smoel te slaan. De
echtgenooten zijn dus alle twee nogal „bijdehand".
Met f 6 cf 3 dagen gaat Krap nijdig stappend
ter deure uit.
TE LAAT GEOPEND.
Vervolgens verschijnt Jan de Bruin van Schoocri-
dam. Hij is 72 jaren en van beroep kastelein te
Schoorldam. De nog flinke kastelein heeft op 4
Nov. jl'. z'n café om half elf nog geopend .gehad
en daarin waren aanwezig bezoekers. 1
Bekl. .het woord verkrijgende, zegt, hoogelijk
verwonderd, te hebben gelezen in de dagvaarding
dat hij „verdachte" is. Dit vindt hjj zeker leelijk:
Staan, hét is misschien een smet op z'n van over
tredingen reine persoonlijkheid, maar het staat ér.
Vorder verklaart hij, dat hij steeds vergunning
heeft gehad na tienen bezoekers te ontvangen, om
dat de mensohen bij hem kwamen als ze van en
naar de tram kwamen, Het café was dus wacht
lokaal. Die vergunning is nu plotseling ingetrok
ken, waarom weet hij niet. Hij dacht échter even
goed nog bezoekers te mogen ontvangen tot elf uur
ra avonds. Op den bewusten avond waren er eenige
verkleumde veedrijvers in het café geweest. Ten
slotte kreeg hij een vonnis 5 otf 3 dagen.
1
MET ONAIFGESCHMAIAPTE WTELEIN GEREDEN.
Jan ISchagen, oud! 61 jaar, eni landbouwer te Nieu-
wo Niedorp, heeft op 9 November aan den Lange-
reisdijk met een drie wielde kar, met onafgeschraapte
wielen uit het land vandaan, op dien weg gereden.
Beklaagde zegt, „datte z© niet smerig wazze", ze
ware glad". Door het voorviel werd biji het krappe
omhalen, wat modder van den wegkant op den weg
getrokken, meer niet en dat was nog wel losse grond
van de waterleidinggeul.
Getuige Bruinis, voor de zooveelste maal getuigd
verklaart, dat er op den Langereizerdijk groote stuk
ken klei lagen, van denwagen afgevallen. Volgens
hem kon je de spaken niet zien van de modder, da's
anders dan schoon!
Overal te Ontbieden.
voor Uw borst. AI <3ie «traite en
prikkelende middelen kunnen niet
heilzaam zijn voor Uw gestel. Akker*«
Abdijsiroop wordt bereid met kruiden*
extracten en bevat dus geneeskrach
tige stoffen in den vorm waarin de
natuur ze aanbiedt.
Indien U van Uw hoest of bronchitis wilt
afkomen, koopt dan nog heden een flesch
De onovertroffen heilzame werking op Uw
ademhalingsorganen zal U spoedig overtuigen,
dat geinderdaad het beste genomen hebt.
Overal verkrijgbaar f 1.50,
(2.75 en (4.50 per flesch. 9
Zoo stond hij vergeestelijkt, vol' ontzag en bo
nd, een jonge man, voor wien plotseling de poor-
in van het rijk der liefde zijn opengegaan, waar
le tintelende lucht bij eiken ademtocht stijgt
wijn naar het hoofd en als vuur naar het hart.
Zoo stond hij een oogenblik; toen bemerkte hij,
f zijn Oude vriend, de wind weer was opgeste-
n, en hem om de ooren 'joeg met een ha, ha,
dat hem spottend toeklbnk.
Wat was zij voor hem? Nu had hij het antwoord
I. bog onstuimiger en wilder waren zijn gevoe-
dan toen hii in woeste vaart den heuvel opvloog
koek weer naar het postkantoor, al's een stukje
eelgoed beneden, maar hij had er geen vriende-
ke gedachte meer over, alleen bittere toorn als
in een gevangene, die woedendrammelt met de
stenen, die hem binden.
Dat hij zich nog onderwierp aan die ketenen, jnog
Bp aan den leiband! Dat Dora hem zou uitlaa
ien Dat zij hom een luiaard zou vinden. Eu hij
><ht niet die gedachten, die hem krankzinnig Zou-
ai maken, zooalls een gevangene zich tegen de
uren van zijn kerker werpt.
A\ zou hem uitlachen! Dat zou niet gebeuren.
Jat .zou niet te verdragen zijn. Hij gooide zijn
exifd met een besliste beweging in zijn nek, hij
ilde zijn vuisten, richtte zich in zijn volle lengte
J met een vast besluit op zijn toornig gelaat.
Ha, ha, ha, beukte do wind. Ha., ha, ha!
Hij smoorde een kreet, keerde zich om en liep den
Buvel! af, maar niét in de richting van zijn huis,
én inspannend om onder den drang" van zijn nieuw
erlangen, zijn lichaam te vermoeien en zijn geest
>t rust te' brengen.
HOOFDSTUK LEI.
onveranderde vriend, en een die ouder is
geworden.
eïl Ap uur op die manier géloopen had',
'Vond hij zich boven Groot Letham, dat beneden!
irschol'en lag-. Hij bleef besluiteloos staan. Van
isscnen de daken als het ware, kroop langzaam
'u trein te voorschijn. Hü zag hoo hij als oen
angetje zich voortkronkelae door het dal' oost-
Beklaagde wil daar niet aan, de wielen waren)
schoon, efi op den weg kon je wel op kousen loopen,
er lag niets. „Maar", aldus bekl. te Bruinis, „je
dacht het is een boer, en die zal ik gauw efkes ne
me".
De president leest de politieverordening voor en
daarin staat'alleen dat de wielen gereinigd moeten
worden voor men op den weg komt en met kluiten
modder op den weg heeft men hier dus niks te
maken. Omdat Schagen geen wielen geschraapt
•heeft voor het verlaten van z'n land, vliegt hij er
dus toch in.
Maar bekl. wil dat zoo maar niet gewonnen ge
ven: hij zegt tervoren z'n wielen te hebben ge
schraapt, waarop 'Bruinis weer de spaken aan
haalt, die onzichtbaar waren van den modder.
Omdat tenslotte Bruinis meer geloof vindt dan
Schagen, wordt de laatste opgeknapt met £5 of 3
dagen.
DRONKENSCHAP.
Getweeën waren geroepen te verschijnen de heeren
Baken en Roggeveen, beiden meubelmakers, de eer
ste wonende te Wieringerwaard, de tweede te Scha
gen. In den nacht van 23 November zouden deze twee
zich dronken op den openbaren weg hebben bevon
den en daar gezongen en gevloekt hebben, met,tot
gevolg een opstootje.
Beklaagde Simon Pieter Baken, alleen present,
ontkent bet hem ten laste gelegde. Hij was niet
dronken, maar uit de bioscoop komende, om half
twee, er was bal, ontmoette hij collega Roggeveen en
die was beschonken. Uit collegialiteit zeker, wilde
hij R. thuis brengen en toen kwam er wat herrie
over z'n fiets, waar R. mee weg ging. Dat er gezon
gen is, ontkent Baken, en gevloekt is er ook niet, al
leen is er misschien een enkel woord gevallen toen
R. de fiets wegnam die voor Bontes' vischsalon
stond.
Om tevens nog den getuige Flapper te hooren,
wordt de zaak tot 22 April verdaagd.
JACHTWETOVERTREDING.
Eelke Romar, oud 32 jaar en van beroep landbou
wer te Auua Paulowna, beeft zich op Zondag "22 No
vember met een geweer, zonder acte, in het veld
bevonden en is deswege verbaliseerd door agent
Korstanje.
Beklaagde zegt wel een acte voor het schieten van
schadelijk wild te hebben. Hazen kan hij niet schie
ten, evenmin als eenden, zegt hij, want die zijn daar
niet te vinden. Zeker een troostelooze vlaktekaal
en dorAlleen had hij het geweer om kraaien te
schieten, als zijnde schadelijke vogels voor z'n bol
lenland.
Getuige Korstanje verklaart Romar nog nooit te
hebben bekeurd, hij zag hem aanleggen, waarop, dat
weet hij niet. Het geweer, zegt getuige, was eea
ding van niks, een eenloops. Ook getuige geeft too
dat er weinig wild is daar. Als verzachtende om
standigheid dat bekl. in het veld liep, kon nog gel
den het feit, dat hij op bezoek was bij z'n schoon
vader, die toen ernstig ziek was en ondragelijke pij
nen leed. Dat lijden was niet om aan te zien en
daarom was bekl. als het ware het huis uitgeloopen
voor verzet
Deze omstandigheden in aanmerking genomen,
brachten den president er toe. bekl. f4 of 4 d. te ffe
ven, met verbeurdverklaring van het geweer, of bij
niet voldoening hiervan vervanging door f3!
Dns vast een reuze „paffer".
TE LAAT IN HET CAFé.
Gedagvaard was Johannes Jacobus van Dijk als
beklaagde, omdat hij zich op 2! November om half
elf in bet café van J. Borst te Anna Paulowna be
vond, zonder daarvoor vergunning te hebben.
Anton Weijers, een 25-jarig arbeider kwam hier ge
tuigen. Hij vertelde dat het dien avond een feest
avond was van de voetbalvereeniging, voor intro-
ducé's en donateurs en leden. De bezoeker Van Dijk
waart».
PercivaT keerde zlcih. dadelijk om; dat ding was
gelukkiger dan hij, dat was niet gebonden zooals
hij gebonden was. Terwijl hij over het landsohaip
staarde, zag hij een kléine rookwolk opstijgen als
een smalle, grijze vinger boven de boomen bij het
moeras, beneden in het dal', en dat gezicht en de
plaats, waar hij de rook zag, a deden hem oplettend
kijken. Dat was vroeger dikwijls een sein voor hem
geweest. Eén menseh sléchts bij zijn weten, légde
op die plaats een vuur aan; één mensch sléchts kon,
volgens zijn ondervinding, een vuur zoo laten bran
den, dat de rook rustig en recht als een grijze
vinger omhoog steeg. Hü herinnerde zich, hoe Ja-
phra hem had gewezen, hoe een vuur moest worden
aangelegd, zoodat het hart van het vuur juist in
het midden bl'h'ft samengevat; hij herinnerde zich,
hoe Ima gelachen had om de verwarde hoop, die
ongestadig hier en daar brandde en het resultaat
was van rijn eerste poging tot: nabootsing.^
„Als het Japhra nu maar is!" zeide hij hardop,
en hij liep den heuveï af in een rechte lijn dwa,rs(
door de velden naar de plaats, waar de rook hem
deed veronderstellen dat hij Japhra vinden zou.
't Was meer dan een jaar gèlfeaen, dat de woon
wagen door het district was gereden. Zelfs Stingo,
dien hjj soms bij Mr. Hannaford ontmoette, had
hem geen ander nieuws kunnen mededeelén, dan
dat Japhra dit jaar niet met het circus van Mad-
dox was meegereden. De opgewonden toestand van
zijn geest, die 'PercivaT nu verontrustte, kon niet
boter tot kalmte komen, bedacht bij plotseling", dan
door >de rustige atmosfeer, die Japara altijd om
zich verspreidde. Japhra zou hem niét uitlachen.
.Taphra zou hem wet begrijpen. Japhra zou .hem
raad geven op die kalme manier hem eigem die
iemand de dingen heelémaaï anders deed zien,
dan 'Ze schenen. Als het Japhra maar was!
2.
Het was Japhra!
Toen Peroival snel' tussohen de bpomen door
liep, die langs het water stonden, zag hij den gelen
woonwagen al van verre, en toen hij zelf te voor
schijn kwam uit het bosoh, hoorde hjj Japra's stem:
„Let op, daar komt hij aan!" Percival hield plot
seling stilt „Wisten jullie 't! Verwachtten julhe
JJJ
!t Was duidelijk dat zft hem verwacht hadden!
Geen verbazang maar een hartelijk welkom lichtte
in Japhira's vroolijke oogen, en Ima's donker gelaat
Zelfs oude Pelgrim, het groote witte paard, dat
don Tjvoonwagen trok, bieïd even op met grazen
en keek op met uitgerekten hals, en scheen hem
ook te verwachten. En ook kleine Toby de hond,
d'e "V y gen'iemd werd, als hij meespeelde in do
poppenk.ist, b'.eef als een jachthond staan, en vloog
toen luid keffend van pleizier op Percdval af.
Japhra zat dwars op een kist, met een paarden
tuig op zijn knieën en een kromme schoenmakersb
naald in zijn rechterhand; zajn kort pijpje a,Y&
altijd in den hoek van zijn mond. Ima lag geknield
bjj het vuur, waarvan de rook hem een sein was
geweest.
Wisten jullie, dat ik komen zou!" riep Percival
weer, en kwam met uitgestrekte handen op hen toe.
„Vader hoorde je komen, voordat ik je voetstap
pen kon onderscheiden," zei Ima. „Plet vuur knap
te in mijn ooren, anders had ik het ook wel ge
merkt, dat je kwam."
Het was alsof zij zich verontschuldigde, alsof het
onbeleefd van haar was, dat zij hem niet dadelijk
gehoord had; en Japhra, die Percival' een hand gaf,
kneep die beteekenisvol', als om hem opmerkzaam
te maken, hoe hij haar plagen ging: .„Je geloofde
me met Ima, want ik moest nog tegen je zeggen:
„Let op daar komt hij aan!"
Peroival1 dacht, dat zij verontwaardigd op Zou
stuiven, zooalls zij dat vroeger deed als hij haar
plaagde, maar zij keek hem integendeel aan met
vasten blik .en zei eenvoudig: „Neen, want ik wist
dat hij het was."
Die woorden hoorde hij, maar de beteekenis drong
niet tot hem door. Later vond hii ze weer terug in
zijn herinnering zooals het met woorden gaat, die
in ons onderbewustzijn voortléven om ineens onver
wacht te voorschijn te komen, opgewekt door een
enkel woord of een enkelé daau.
Jaren daarna herinnerde hij zich duidelijk haar
toon, haar woorden en den blik van haar oogen,
toen zij dat zei.
Nu barstte hij in lachen uit. „Ik geloof graag,
dat je de wereld kunt hooren draaien, maar hoe
je kon zeggen...",
„Voetstappen zijn stemmen voor iemand, die ju
de eenzaamheid geleefd heeft, baadje."
Percival lachte weer, lachte van louter geluk,
dat hij zich. weer op 'die oude bekende manier
hoorde toespreken, ©n van Fouter geluk, dat luj'
Jajhra met Zijn origineelfe invallen teruggevonden
Je bent nog altijd dezelf de, Ja.phra, je/hebt
nog altijd dezelfde invallen, waar een ander mensch
niet aan denken zou."
,Ja, maar 't is waar," antwoordde Japhra.
„Voetstappen spreken een taal en een duidelijker
taal 'dan menigeen kan spreken. Let eens op hoe
vriendelijk ©n lef iemand spreken kan ,om zijn be
doeling te verbergen, dat kunnen yoetsta-ppen pooit.
De jouwe verraden hoe graag ze je hierheen brach
ten." i
i' „En óf ik graag hier kwam! Je bent juist de
gene, dien ik'noodig heb, Ik t heb je in een jaar
niet gezien2 neen, nog langer niet .óf ik ook
verlangde je weer te zaenl
Japhra',s oogen straalden van genoegen. „Wij ver
langden ook, hoor. Wij hebben dikwijls over ons
baasje gesproken, niet waar Ima? We kunnen hem
nu niet meer zoo noemen. Ik had niet kunnen den
ken, dat je zoo gegroeid zou zijn; je bent een voF-
wassen man geworden, baasje; kijk, nu zeg -ik het
weer.''
Hij knikte goedkeurend bij Pereival's protest,
dat hij naar geen anderen, naam zou luisteren en hjj
ging verder: „Een volwassen man; hoe staat het
met het boksen?"
„Nogal' goed, Japhra. De handschoenen, die je
mij gegeven hebt, zijn bijna versleten, dat verzeker
ik je."
„Dat is goed. Verleer het boksen nooit, 't Is
mannenwerk. Je hebt de fjguur voor een 'bokser,
juist zooals ik gedacht heb, aat je opgroeien zoudt,
toen ik je kende als kleine jongen. Het is echte
sport voor mannen, verleer het niet."
„Ik houd er .meer van dan ooit," vertelde Per
cival' hem. „Prettig, dat je mij zoo gegroeid vindt.
Mijn linkerhand is 't best, gél'oof ik." 'Zijn neer
slachtigheid van zoo straks was verdwenen, met
zijn linkerhand maakte hij een stoot en straalde
van pleizier toen Japhra goedkeurend knikte en zei:
„Ja, zoo is het goea, zoo hoort het."
„Ja,_ ik ben gegroeid," zei Percival. „Maar ju
bent niets veranderd, Japhra, geen zier veranderd.
Japhra wees met zijn hoofd naar de denneboo-
men. „Die oude knapen daar evenmin. Die blijven
ook zoo, tot hun sappen uitdrogen, dan vallen ze
om. Zie veranderen niet. Alléén de jonge twijgen
veranderen. Wat zeg je van Ima?"
Zij had zeh omgedriaaid, terwijl Zij praatten. Zjj'
stond weer bij het vuur en Percival keerde zioh om,
zij was bezig den soepketel' van den haak te lich
ten, die aan den ijzeren drievoet boven het vuur
hing. Met vluggen zwaai zette zij hem op het gras
neer/De ketel' was zwaar en toóh zette zu hem, het
bovenlijf vooroverbuigend, met een bevallige bewe
ging neer, en toen de stoom uit den ketel' sloeg
en haar door een mndstoot in het gezicht werd
geblazen, trad zij een stap achteruit en keek peer
op hetgeen zij' gekookt had onder haar linker voor
arm door, die bloot was tot aan de elleboog, en
waarmede ze trachtte haar oogen te beschutten.
a.
Zoo zag Percival haar. Zij had haar .haar opge
stoken sinds hij haar den kaatsten keer gezien had.
't Wais laag: 'in haar hals opgemaakt: de laatste
stralen van de avondzon speelden in de glanzende
zwarte vlechten tegen haar donkere gelaatskleur.
Onder den arm door, dien zij voor haar gezicht
hield, zag hij haar 1'ange wimpers bijna op'"haar
twangen rusten, toen zij naar beneden keek. Haar
mona was groot, het rood der lippen stak af tegen