st Niestadt, Schagen F itografiscli Atelier voor Portretten, Groepen, Genrebeelden, Architect- opnamen, en Foto's voor Industrie, Kia Zaterdag 27 Maart 1926. 69ste Jaargang. No. 7817. Derde Blad. w igrijpende gebeurtenissen voor Hollands Noorderkwartier in I verre en nabije toekomst, DE GELUKKIGE HELD Dagelijks geopend Ook Zondags De dingen om ons been. :ester per b, door D. KOOIMAN, Lid van Gedeputeerde Staten van Noordholland. Vervolg. Wanneer dan de Zuiderzeegronden drooggelegd en erkaveld zijn, mag nog geenszins worden aange- omen, dat zij bij bebouwing ciiltuurresultaten zul- i kunnen opleveren, die vergelijkbaar zijn met a e cultuurresultaten van reeds lang in cultuur zijn- f e gronden van overeenkomstige samenstelling. I i Voornamelijk twee omstandigheden staan het ver- rijgen dezer gunstige resultaten in den weg. Voor- eist zal de bodem aanvankelijk doordrenkt zijn J iet zeewater, hetgeen de ontwikkeling der cultuur- J lanten ernstig kan schaden of zelfs geheel onraoge- jk kan maken en voorts zal de grond de structuur 'lissen, welke voor cultuurgrond onontbeerlijk is, raarbij naast de waterhoudende eigenschappen van en bodem toetreding van lucht tot de diepere bo- emlagen mogelijk is. Eerst nadat voldoende ontzii ng en een goede structuur zullen zijn verkregen, unnen van de gronden de landbouwopbrengsten rordén verwacht, welke zij door hun samenstelling i staat zijn op te leveren. Dit betreft de vier Zuiderzeepolders in het alge- neen. De Wieringermeergronden worden in dit verband aan eeq afzonderlijke bespreking onderworpen, om dat het' in cultuur brengen van de hier te winnen j gronden tegenover de ontginning der andere polder- bieden ongunstig zal afsteken. In de eerste plaats liiJen namelijk de gronden in de Wieringermeer bij droogmaking doordrenkt zijn met water van meer n 20 gr. keukenzout per liter, een zoutgehalte, het- )lk dat van het water 'in de kom der Zuiderzee ,-ertreft, hetgeen met geen der andere poldergebie den het geval zal zijn. Verder zullen de overige drie [olders (de zuidwestpolder, de zuidoostpolder en de lordoostpolder) te zijner tijd immers, ten gevolge in de afsluiting reeds gedurende verscheidene ja- in met zoet water zijn bedekt geweest, alvorens zij u ien worden drooggemaakt. Niettegenstaande 'leze ongunstige factoren zullen e zandige en de zavelgronden van de Wieringer- ieer, bij opvolging van doelmatige werkmethoden, n betrekkelijk kort, n tijd waardevolle cultuurgrond vorden, terwijl de zavelgronden en de kleigronden, lijnde van nature rijke gronden, spoedig in uitste kenden slaat zullen verkeeren en alsdan tot de vruchtbaarste gronden zullen behooren. Uitdrukke- ijk wcr.it echter gewaarschuwd tegen het te spoedig i. gebruik nemen van deze zware zavel— en klei gronden. i'ij zullen de eerste twee jaren onbebouwd Reten blijven. [Met betrekking tot de lichte zand- en zav ei ronde n van ken Wieringermeerpolder wordt dan erder opgemerkt, dat. de opbrengst in het eerste r. wa ir.n de gronden voor het uitvoeren van land- >uwkundige werkzaamheden geschikt worden ge- icht (hetgeen omstreek twee jaar na het droog vallen, dus vermoedelijk in 1932, het geval zal zijn), de uitgaven zal dekken. In het volgend jaar zal de.op- irengst reeds de cultuurkosten overtreffen. Ver- Wacht wordt dat deze zand- en zavelgronden dan jen pachtwaarde van f20 per hectare zullen vertegen woordigen. Door verbetering der op deze gronden te verkrijgen weiden zal de pachtwaarde stijgen. De ver vacht ing wordt uitgesproken, dat deze gronden niet ater dan het zesde of zevende jaar eenzelfde pacht waarde zullen vertegenwoordigen als gelijksoortige irohden in de Noordhollandsche polders, waardoor ïun pachtwaarde op f 75 f 100 per hectare kan wor den gesteld. Van de zwareklei-enzavelg ronden moet worden gerekend, dat de hieraan voor landbouw- loeleinden te besteden kosten in het eérste jaar om streeks f25 per hectare zullen bedragen, zonder dat baten hiertegenover staan. Hei tweede jaar zuilen :ycd {vermoedelijk baten en kosten elkander dekken. Van iet derde jaar af mag worden gerekend op oogsten, lie de cultuurkosten zullen overtreffen. Aangenomen mag worden, dat bij goede behandeling de cultuur waarde geleidelijk zal toenemen, zoodat van het ze vende jaar af de cultuurwaarde gelijk zal mogen wor den gesteld met niet minder dan de gronden in den Waard- en Groetpolder en in de IJpolders. De pacht waarde mag alsdan volgens minister Van Swaay wor den gesteld op f125 f150 per jaar. Gronden, die gelijk staan met den Waard- en Groet polder en met de IJpolders, 't is waarlijk niet gering. Schitterend vooruitzicht. Men weet het, de bevolking van ons land en inzonderheid ook van Noordhol lands Noorderkwartier neemt snel toe. Steeds meer komt er behoefte aan grond voor land- en tuin bouw. Boeren, die hun kinderen geplaatst willen zien op een flinke boerderij, zien zich in de laatste jaren steeds meer de gelegenheid daartoe benoemen. De toeneming der bevolking leidt tot steeds verder door gevoerde splitsing van bedrijven. De overbevolking in onze Noordhollandsche land- en tuinbouwbedrij ven leidt menigmaal tot onzinnige opdrijving van pacht- en koopprijzen. Nauw is er .eenige opleving in land- of tuinbouw, of dit spiegelt zich af in een over dreven opjagerij en tegen elkander opbieden bij pu blieke verpachtingen en verkoopingen. Om toch ook maar een eigen bedrijfje in koop of huur te bemach tigen, waagt menigeen het er maar op en bij den minsten teruggang in het bedrijf of geringen tegen slag reeds wordt men met schade en schande wijs. Herhaaldelijk hebben op deze wijze de laa.tste jaren geforceerde toestanden te zien gegeven. Dat zal nu binnen betrekkelijk weinige jaren an ders kunnen worden. Jonge menschen, die het wenschen, kunnen over gaan naar een grooter bedrijf. Zij zullen dat kunnen doen op billijker voorwaarden, niet meer als than% menigmaal in den weg gestaan door een moorden de' concurrentie van gegadigde boeren, bouwers en tuinders onderling. Boeren, wier kinderen thans nog jong zijn, zij krijgen het vooruitzicht van in de nieu we polders deze kinderen aan flinke bedrijven te kun nen helpen, waar die kinderen met noesten ijver en gesteund door de inzichten, die goed landbouwonder wijs kan geven, een mooie toekomst tegemoet kunnen gaan. De intensieve tuinbouwcultuur, die zich in Noord holland steeds meer volmaakt, zal mede over grond in voldoende mate en tegen niet te hoogen prijs krij gen te beschikken. Overbevolking zal niet langer lei den tot op den duur noodlottige concurrentie bij het verkrijgen van gronden. De groote landbouwbedrijven kunnen zich verplaatsen daarheen, waar eenmaal was de groote zilte waterplas. Als men zich dat alles voor oogen stelt, dan voelt men van hoe grooten invloed de droogmaking van de Zuiderzee zoowel in nabije als in meer ver wijderde toekomst zal zijn op de economische ver houdingen in het algemeen, en op de agrarische toe standen in het bijzonder, in geheel Noordhollands Noorderkwartier. Maar dan moet men tevens besef fen ho« dringend noodig het wordt om van stonde af aan te overwegen wat er wellicht nu al -moet wor den gedaan om te voorkomen, dat wij aanstonds door de nieuwe toestanden zullen worden verrast. Dan dringt zich vooral sterk op den voorgrond de vraag of niet reeds thans moet worden aangevangen met de vorming van fondsen, waaruit zij, die niet over eigen kapitalen beschikken, mettertijd geholpen kun nen worden als zij in rle nieuwe polders land willen koopen of ais zij den bedrijfsinventaris moeten be kostigen ten behoeve van het gehuurde land. Tot nog toe heb ik aan de hand van officieele stukken zelve alleen gesproken van uitgifte der gronden in pacht. Intusschen staat nog in het geheel niet vast of de gronden verkocht of verhuurd zul len worden. De regeering gaf in de memorie van toelichting als haar meening te kennen, dat het allerminst gewenscht is zich thans reeds te-begeven in de oplossing van deze vraag. De vermoedelijke pachtwaarde noemde zij blijkbaar alleen, teneinde aan de Staten-Generaal meer inzicht te kunnen ge ven in de vermoedelijk te wachten financieele resul taten. Maar hoe dit te slotte ook moge gaan 1 ook ge deeltelijk verkoop en gedeeltelijkuitgifte in pacht moet niet ^uitgesloten worden geacht zdowel de nieuwe koopers als de nieuwe pachters zullen al thans bedrijfskapitaal behoeven om hun bedrijf naar 88. door A_ S. M. HUTCHINSON. Overul te Ontbieden. behooren te kunnen voeren. Nu verluidt, dat van Roomsch-Katholieké zijde reeds eenigermate er op ge let wordt, dat de gelden, waarover de Roomsch-Ka- tholieke kerk en Roomsch-Katholieke instellingen hebben te beschikken, voor dit doel mettertijd be schikbaar zullen zijn. Ik zeg daarvan geen kwaad, integendeel ik acht het een gelukkige omstandigheid, i Men handelt wijs daarmede en als de Roomsch-Ka-1 tholieke kerk reeds thans met deze toekomstige om- j standigheden rekening houdt, dan doet zij niet an ders dan wat zij en van haar beginsel uit ge2ien terecht - altijd heeft gedaan: blijk geven van een vcomiitzienden blik. Protest, kerkelijke gemeenten en protestantsche instellingen dienen slechts te be grijpen, dat zij evenzoo dienen te handelen. Zij die nen evenzeer te zorgen tijdig met de regeling van deze aangelegenheden gereed te zijn en haar beleid reeds thans hiernaar te richten. Ook protestantsche kerkelijke gemeenten en protestantsche instellingen (men denke bijvoorbeeld aan het Grootebroeker -wees huis, met zijn steeds aangroeiend dood kapitaal, waarover ik mijn grootvader in Bovenkarspel veel heb gehoord, toen hij van dat weeshuis de trouwé en ijverige penningmeester was) bezitten hier én daar belangrijke kapitalen. Men zorge, dat hierover na eenige jaren desgewenscht kan worden beschikt dat zij dus niet vastliggen, dat zij gemakkelijk kun nen worden losgemaakt als het dienstig kan zijn voor vestiging van onze protestantsche medeburgers in de nieuwe Zuiderzeegebieden. Dan zal aldus van beide zijden gediend worden het algemeen belang. Vooruitzien is noodig,'altijd en overal Maar het is meer nog dan anders dringend geboden met betrek king tot betgeen Noorhollands Noorderkwartier staat te wachten bij het geleidelijk beschikbaar ko men van de meer dan 200000 bunders vruchtbaar land in de drooggelegde 'Zuiderzee. 'Die vooruitziende blik is noodig niet alleen voor besturen, maai: ook voor particulieren. Ouders bijv., die hopen hun kinderen groot te zullen zien gezond en krachtig, ijverig en met verlangen een weg zich te banen door het'leven heen - over 5 jaar, 10 jaar, 20 jaar, laten zij ook eens overwegen wat van nu af aan in het belang dier'kinderen kan worden gedaan, opdat deze, als de tijd daar is, over de benoodigde kennis .en de ver- eischte middelen kunnen beschikken. Over de be noodigde kennis als gevolg van goed landbouwon derwijs en voortreffelijke practische ervaring; over de vereischte middelen door vorming van een fonds- je 'bij een verzekeringsmaatschappij'. tHoevelen zijn er niet, die dadelijk na de geboorte van een kind bij een maatschappij een studieverzekering afsluiten, waarmede gewaarborgd wordt, dat de voor studie kosten benoodigde gelden beschikbaar zullen zijn als die kosten 'te hoog beginnen te loopen om uit de ge wone inkomsten van vader en moeder te kunnen1 woe den bestreden. Waarom zal niet ook de boer, bou wer of tuinder, die hoopt dat zijn kind eenmaal kan plaats nemen in 'een eigen bedrijfje of bedrijf, trachten dienzeufden weg in te slaan? Er ligt hier aan toch immers ten grondslag hetzelfde beginsel, dat nagenoeg iedereen er toe brengt zich. te verzeke ren tegen de gevolgen 'van brandschade, het beginsel dat leidt tot ongevallenverzekering, ziekteverzeke ring, enz.: het draagt elkanders lasten. iEr zullen ten tijde, dat de nieuwe gronden in koop of in pacht 'worden uitgegeven, stellig ook wel cre- dictinsteliingen verrijzen. Dat kan ook inderdaad heel nuttig zijn. Credietinstellingen, allereerst ge- grond op het -behalen van winst door de ondernemers dienen zeer zeker ook in groote mate het algemeen bolang. 'Een goed geregeld credietwezen is voor het algemeen belang onontbeerlijk .Trouwens ook verze keringsinstellingen hebben tot nog toe in de eerste plaats op het oog het behalen van winst voor de on dernemers. Maar in mijn oog verdient voor het doel, dat ik nu bespreek, de hulp van een verzekeringsin stelling boven hulp van een credietinstelling de I voorkeur. Kapitaalvorming als gevolg van dwang, dien men J zichzelf (indien men ook maar eenigszins van oor- deel is aan de verplichte storting van de 'jaarlijksche I premie te kunnen voldoen), heeft aangelegd, moet i m.i. vooral in dit geval worden toegejuicht. Men j heeft dan de zekerheid, van, indien Zijn kind den I vollen 'wasdom zal mogen hereiken, dit kind met I voldoende bedrijfskapitaal te kunnen toerusten uit eigen bezit, terwijl de meesten anders de groot- ste kans loopen van snaren niets terecht te zullen brengen en mettertijd schuld te zullen moeten ma ken bij 'de credietinstelling. aangenomen nu nog maar dat deze alsdan genoegzame waarborgen aan wezig zal achten om het verlangde cTediet te ver strekken. Er is naar aanleiding'van de droogmakingsplan nen nog wel meer, waarop wij Noordhollanders •naarstdglijik moeten letten. Jk denk hierbij- inzonder heid ook aan de voor ons dreigende verplichting van in de kosten der droogmakingen te zullen moeten bij dragen, omdat wij door verminderde-dijkszorg inla ten van zoet- water in onze polders enz., in beteren toestand zullen worden gebracht. Het beginsel dus, dat wat ons'met de eene hand. wordt gegeven met de andere weder zou kunnen worden genomen. Maar daarover weid ik thans ndot uit. Ik kom er nader hand wel eens op terug. Zenuw-75ct. Hoofdpijn- 60 ct. Maag-75 ct Laxeer* 60et Staal- 00 ct Rheumatiek- 75 Keelpijn- 60 ct Hoest- 60 ct Kiespijn 60 ct. Griep Influenza75 ct, Nier Blaas 1 gld Galsteen 1.50 Worm S0 Koorts 60 Eetlustopwekkende 75 Q Bloedzuiverende 75 Verkoudheids 60 pijnstillende 75 ct Verkrijgbaar bfj Apoth. en Drogisten. Iedere verpak king is voorzien van den naam Mijnhardt. Let hierop Zjj haalde diep adem, alsof zij de geuren, waar van zij sprak, wilde opsnuiven, hij zag hoe zij haar oogen liet gaan naar het oosten met starren blik, zij bleef .staren naar dien kant, terwijl zij zei: „Ik dacht aan de groene knoppen in de greppels pnder de bladen, •diei op mij wachten om zich te ontplooi en, en die mij zullen kennen als ik kom; aan dei eerste stofwolk langs den weg aan kleine twijg jes aan iederen tak; aan bezige vogeltjes, die weg vliegen met strootjes en zoeken de pLuisjes wol en stukjes goéd, die ik voor hen neerleg, aan heb vroege morgenlicht, dat glijdt over de boomen en velden, die glinsteren van den dauw, aan mooie avonden als de sterren vallen; ik denk .aan den weg. en ik zittendelangs den kant; aan de koelie beek, waar ik Pelgrim heenleidt, en hem het water hoor opslorpen en hem _hoor grazen; aan het stroom endo water aan mijn voeten en het zachte gras, waarop ik mij neervlei dat alles riep mij terug." Ze keek hem aan en vroeg op den zelfden zachten toon, waarop zij tot nu boe gesproken had: „Noem 3e dat een „echte vrouwenreden." Haar stem veranderde en luider zei zjj„ik ben geen stadsdame en ik kan niet helpen dat dit alles tot mij spreekt. Nu ga ik heen", en zij was al een heel eind weg vóór hij haar terug kon roepetn. 3. „Ima!" Terwijl zij sprak, had hij begrepen, "wat a, bedoelde. Haar wensch naar vrijheid had weer- ank gevonden in zijn binnenste; zij had 'een toon aangeslagen die zijn hart deed trillen. „Ima", riep hi] nog eens haar na. „Ga zoo niet weg. Zeg toe tenminste goeden dag." Zij stond even stil en hield haar hand in haar zii. alsof hij een pijl had afgeschoten, die haar getrof fen had. Zij keerde zich om het was alsof zij met durfde hij was ylak bij haar, hij raakte haar aan. Toen keerde zij 'zich plotseling .om; hij zag hoe haar oogen schitterden, maar toen zij de zijne ontmoetten, zag hij heb licht in haar oogen dooven. als een ster, die verbleekt. Hij kreeg het gevoel dat _zij veel' verwacht had en niets gevonden en dit trof hem zoo, dat hij vroeg: „Ima! Wat dacht je dat ik zeggen zou?" Zn droeg een wilde roos op haar borst, die zij geplukt had, toen zij door de laan liepen. Zij boog het hoofd en greep de bloem, als wilde zij door die daad verbergen, dat zij het antwoord op zijn vraag niet wist te vinden, en stak de bloem in het knoopsi- gat van zijn jaa. „Dank je," glimlachte hij. ,Ik zal die bewaren als een herinnering aan jou. Wat hadb je gedacht, dat ik zeggen zou? Het leek eerst of ie iets ver wachtte en later alsof je teleurgesteld was. Wat dacht je?" Zjj stak de bloem zorgvuldig vast. Toen liet zij haar handen zakken en keek naar hem op. „Ik heb niets gevraagd," zei zij. „Waarom zou ik teleur gesteld zjjn?'r „Gevraagd? Neen! Maar ik zag het in je oogen." Zij antwoordde snel, haast met iets dringends in haar stem, alsof hij haar baleedigde: „Wat zag je in mijn oogen?" Wat ik daarnet zei: Alsof je iets verwachtte en teleurgesteld was." „Meer niet?" vroeg zjj en herhaalde nog eensi „Meer niet?" „Neen, meer niet. Maar ik wil zoo graag weten wat je verwacht hadt?" Zii lachte even en het was alsof zij haar houding en naar stem niet langer in bedwang hoefde te houden, nu hij haar geheim niet geraden had. Zij was blij en toch ook een beetje bedroefd omdat hij het niet gelezen had in haar oogen. Zjj lachte zacht en maakte een beweging met haar handen, ze wilde hem den indruk geven, alsof het van g-een beteekenis was. „Och niets, niete," zei zij. De oogen stralen soms omdat het hart er door heen wil' zien, zooals een kind door een venster." Hij lachte om dat lieflijk 'beeld: „En wat wilde jouhart zien?" „Neen," zei zij, mijn hart deed geen poging om te zien. Kijk, zooals een kind) vrqolijk voorbij een venster loopt ik heb het gezien van uit den woonwagen zoo blikt hot nart soms door de oogen naar buiten met blij gelaat; zingend1 van de eene gelukkige gedachte naar - de andere, zoo denk ik, dat mijn hart deed en dat je dat licht hebt zien stralen." Hij hoorde, hoe zij diep adem haalde, toen z;i had uitgesproken. 4 „Laat mij nu gaan, zei zij. „Bewaar mijn mooie bl'oem." Zij keerde zich om en liep snel den heuvel' af, nog even zichtbaar in het maanlicht toen verdween ze in de duisternis. De oorlog en de tijd, die er onmiddellijk op is ge volgd, heeft wel zeer duidelijk laten zien, hoe ver gankelijk de roem der menschen is. Bijna alle re putaties in den oorlog verdiend, zijn op een of an dere manier weer verloren gegaan. De Duitsche vorstengeslachten, tegen wien men daar placht op te kijken, als waren het halve goden, zijn buitenaf gegaan of zoo ze nog in hun oude lfhd wonen, lig gen zij in proces over hun bezittingen, over een jaargeld of iets dergelijks. De groote generaals zijn geen van allen groot meer. De roem van Ludendorff is verdwenen en ternauwernood houdt men hem npg voor een politicusje van den zooveelsten rang. Hin denburg ia president van een republiek, in plaats van feudaal banierdrager van „Majestaet". Vo'ji Tir- pitz wordt, xniet alleen door zijn politieke tegenstan ders, beschouwd als een oude kletskous. En in an dere landen is het precies eender. Clemenceau is een meneer, die boekjes schrijft. Van Poincaré weet nie mand meer af, vooral nu hij des Zondags geen oor- logspreeken meer houdt. Foch is, nu ja, nog wel steeds een groot generaal, maar veel te cleri- caal, dan dat driekwart van het Fransche parlement het zou durven wagen met hem in gezelschap over straat te gaan in het eigen kiesdistrict. In Enge land heeft Lloyd George, de eens zoo gevierde leider van de groote nationale partij, nog anderhalf libe raal achter zich met de zekerheid, dat de eenige keus is, of hij dan wel zijn volgelingen het eerst zul len overloopen naar de conservatieven of de arbei derspartij. De eenige gijoote aanvoerder, die nog wer kelijk populair kan heeten, is admiraal Beatty, doch minder om zijn overwinningen, dan om den hoek waarmede hij en hij alleen zijn uniformpet mag dragen. In Italië heeft de Duce alles, koning, Ca- clorna etc,, overschaduwd, inclusieve D'Annunzio, hoewel, die voor zichzelf anders de reclametrompet best weet te steken. Ook in den Volkenbond is men vandaag de knap- j ste man van de wereld, om morgen te worden be schouwd als een minderwaardig wezen. Vooral Chamberlam heeft dit ondervonden, in i nog booger mate dan Briand. Na Locarno was er niets goed genoeg voor deze mannen, die nu ein delijk de rust voor Europa schenen te hebben verze kerd. Dit waren de echte goede Europeanen, die ein delijk een einde maakten aan den oorlog na den oorlog. Men weet wat er van is» overgebleven: niets, i dan dat men hen opwachtte met moties van afkeu ring en wantrouwen, toen zij uit Geneve naar huis kwamen. Wij gelooven niet, dat Chambérla'n- bijv. dit heeft verdiend. Met „dit" bedoelen wij zoowel de hulde als de smaad. Zoo er ooit een geval was van ni eet excès d'honneur, ni cette indignité', was het hier. De lezer weet, dat wij .althans de hulde na Locar j no aan deze heeren gebracht, sterk overdreven heb- ben gevonden, omdat Locarno met geest en al nietB was clan frase, met als ondergrond het Dawesplan. I dat op papier schitterend is. doch aan welks uit- j voerbaarheid en vooral duurzame uitvoerbaarheid I iedereen moet twijfelen, die eenig inzicht heeft in het economische leven. Dat de leiders der Entente te Locarno en later te Londen meer water in hun wijn hebben gedaan, dan hun voorgangers, was een stap in de goede rich ting ongetwijfeld. Maar niemand waarborgt, dat hun voorgangers hiertoe minder geneigd zouden zijn geweest, als zij de zekerheid hadden gehad niet te worden opgehangen door een verontwaardigde me nigte, die immers uit den treure had gehoord, dat de boche alles zou betalen en dat al de Duitsche oor- iogsmisdadigers zouden worden opgehangen. In plaats hiervan is men nu goede maatjes met de 1 Duitschers, gaat men samen theedrinken, lunchen en spelevaren. HOOFDSTUK VIL Alleen op den Plowman-bergrug. 1. Zie Iwas even spoedig uit PercivaFs gedadhtiep. verdwenen als uit zijn oogen. Nu hij vrij was en alleen zooals hij gewenscht had keerde hij zich .om met een plotselinge beweging en sloeg met vluggen stap den weg naar huis in, steeds den bergrug volgende. Hij had plotseling een besluit genomen, terwijl hij met Japhra stond te praten de tooneel'en van zijn strijd stonden hem duidelijk moeilijkheid geraakt, drukte. Voor hij van avond naar 'bed ging, moest hij van Tante Maggie weten welke plannen ze had voor zijn toekomst hij wilde aeze hooren in duidelijke woorden, hij wilde niet langer afge scheept worden met vage algemeenheden^hij zou er zich niet langer bij neerleggen als .zij zei: Het volgend jaar is vroeg genoeg om te besluiten, of „do volgende 'maand, of# ,de volgende week"; hii wilde het nu weten, duidelijk, beslist en .stellig. Hij .overtuigde zich zelf, terwijl hij daar liep. dat hoe wreed, hoe onmogelijk, hoe onverdragelijk Tante Maggie's' plahnen ook zouden zijn, hij JaphraCs wijzen raad èJou volgen dat hij ze Zou tegemoet gaan als een tegenpartij in den ring; hij zou Tante Maggie's groote liefde niet beloonen door te wei geren haar te gehoorzamen. Hij Zou dien strijd aanvaarden en tot een goed einde brengen. Hij wierp zijn hoofd' in den nek. terwijl' hp liep te denken, hij balde zijn vuisten', hij klemde zijn tanden op elkaar. Die beweging maakte hem opmerkzaam op zijn ouden vriend, den wind, die hevig aan het blazen was': ha, ha, ha,_ riep zijn oucle vriend hem in de ooren. „Zal je er je bij neer leggen om niets -uit 'te voeren als Tante 'Maggie dat eischt. Zal je hetverdragen, dat ze je uit* lachen en minachten? Ha, ha, har Hij boog het hoofd. De wind .stak meer en meer op en hij kwam met moeite voort. Hij begon nu in te zien, dat hij Japhra had moeten tegeu^oreken, die hem de wet voorschreef van zelfbeheerscihing en moreele kracht. „Je kunt geen al'gemeene regels1 stéllen," nep Percival hardop, terwijl 'hij 'tegen den wind op tornde. „Een man moet iets maken van zijn leven!" Op eens zag hij in, dat hij terugkrabbelde, hij voelde, dat hij verslapte. Hii sprak zich zelf in, dat het uur van den strijd vanzelf zou aanbreken, als bij met Tante Maggie sprak, plotseling begreep hij, dafc de strijd al begonnen was. Het bewustzijn daarvan bracht hem op een dood punt. Zijn gedachten hadden gelijken tred gekouT- flon m/vf w!im o+.n*\ TT7 1 als hij bleef stilstaan en al zijn krachten inspan- de om de opwellingen te bezweren, die hem prik kelden tot verzet, zooals zij vroeger op den dag ook reeds gedaan hadden. ZooaJ's een lijder op zijn ziekbed onrustig woelt gedurende den slapeloozeii nacht en zucht en vloekt, dat er geen rust te vinden is, zoo zocht hij vergeefs in zijn gedachten naar een vast punt, dat hem zou Ifeideu door dezo .moeilijke oogenblikken. Hjj deed zijn bedt zich Tante Maggie's vriendelijke oogen voor te stellen; hij' zag haar slechts een seconde voor zich; toen zag hij haar .als "niet begrijpende, niet begrijpende en onvriendelijk! Hij dacht aan Japhra en trachtte in te zien hioe •rijk, hoe kinderachtig, hoe gering deze moeilijkheden waren. Ongerijmd, belachelijk klbnk het hem in de ooren. Onbelangrijk in het oog van anderen? Makkelijk om dat te denken! Hoe kun nen .zij weten wat dit voor mij beduidt? Als "ik geslagen word', voéien zii dan de pijn? Als ik van onger sterf, voelen zlij dan den honger? En met nog grooter verbittering ging hij' voort: Wat een listige philosophie, die beweert, dat een mensch eiken slag, die hem treft, glimlachend moet aanvaarden, en zich moet troosten, dat het maar een kleinigheid is, niet de moeite waard om bij stal te staan, dat hij zich moet paaien met drogredenen, dat het leven te omvattend, de zee te diep, de heuvels te hoog zijn, om zich zulk een onbeduidend voorval1 aan te trekken? Is dat nu iets voor een manP^ Voor een man? Veeleer voor een lafaard. „Dat is niet de ware manier van het te belqjken," stribbelde Percival tegen. Enzijn tegenpartij ging nog listiger voortL „Wensch den strijd, zooal's Japhra je dien- voor stelde. Je hebt hem niet alle omstandigheden ver teld. Een maai moet iets maken van zijn leven dat gaf hij .toe. Wil je strijden? Welnu vecht dan. Neem je ldven in je hand! Daar moet een man voor vechten. Ga de .wereld in, en ïtoon, dat je een man bent! Je bent hier niet veel' meer dan een kind, erger dan een kind, een lummel. En wat voor lummel zal fe ziju, 'eer wij een jaar verder zijn? Wat zullen- ze

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 9