üititti Bitlis-
liitiitmit- IbèiïUii
Woensdag 28 April 1926.
69 ste Jaargang, No. 7834.
UitgeversN.V. v.h. TRAPMAN 8- Co., Scltagen.
Eerste Blad.
De Yiering Yan de stich
ting Yan Rome.
Feuilleton.
DE OtLUKKIüE HELD
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
ioor de
toeloa,
le men.
e beg,
ie chei
ng bin-
slagen
beij
verioèi
aaq
ij wee
eg. Ge
teuwei
Ir. de
n ma
e v.
.ie ha
aan
dozei
Dit blad verschijnt viermaal por wook: Dinsdag, Woonsdag, Donder
de oh 2ulordttg.' Bij inzending tot 'smoi^ena 8 uur, worden Advor-
gelaa jonllon nog znnvoui hm^ulljk in hot ooratuitkomund nuinmor guiiluutst.
he"
Tel
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEE. no. 20.
Prijs per 8 maanden 11,65. Lossa nummom 0 cont. AD VERTEN-
TïöN van 1 tot 5 rogols f 1.10, iodovo rogol meojj 20'cent (bowijf.:o,
inhogropen). Geooto loltors woj;don naai: plaatsjGulinlo boaekondL
DIT NUMKiER BESTAAT DIT TWEE BLADEN
ilowm
doriaj
unten
-wel
raf ie
ver-
het
oop«
Volgens de oveflevering- werd Home op
van het jaar 121 vóór Christus gesticht. Wie
April
lolijkt niet gelooft, moet heb "maar eens uitzoeken. In eik
gevui viert men sedert jaren, men vertelt mu, sedert
1 709'onzer jaartelling, dezen dag- als Romes stiohr
tingsdag^ en nu door Mussplini het Italiaansch
Nationalisme aangekweekt wordt, viert men niet
alleen in Rome, doch in geheel Italië dezen dag
en is net een nationale feestdag van beteekenis ge
worden.
Mussolini, die niets aan het toeval overlaat, heeft
weer jrezorgd voor een verrassing. Teruggekeerd
van ^jn tooht naar de Itaiiaanache koionlo, van
Lybia, hoeft hij ditmaal' ais programma voor do
feestviering van dozen dog beslist, dat hot sou
li gtaan in jiot Koloniale fcjflte'vi,
In allo groots plaatsen van Italië werden dooaj
de Fascisten vergaderingen uitgesahreven en zoo
heb £k in een der groofce fabriekssteden van Italië
als gast het feest meegevierd.
Om 9 uur 's morgens had de stad reedsir ©en
v/ijk feestelijk karakter, overal1 zag men de Italiaansehe
driekleur, de middeleeuwsche paleizen rondom de
Ete markt waren keurig versierd, uit de ramen
en zijden draperieën in vieux rose met het
iwapen. hetgeen bij de grandiose bekoring der
fraaie gebouwen zeer wel pasta
De trams waren gepavoiseerd, meen zag overal'
troepen mannen, soms met muziek, naar het station
trekken, waar de betoogende vereenigingen zouden
samenkomen, ten einde vandaar, aangevuld door
corporaties uit de nabijgelegen gemeenten naar.
het feestgebouw, de groote Schouwburg, op te trek
ken.
üm half elf naderde de stoet, steeds zorgde
een muziekcorps voor een vroolhkeu marsoh en
duizenden fascisten uit alle standen trokken met
wapperende vlaggen en vaandels door de stad,
overal' door de menigte met den Romeinsohen groet
verwelkomd.
De doodclijke ernst van al die betoogers en kij
kers viel1 mij op.
Ik trof mijn gastheer en wij begaven ons naar
!den Schouwburg. Het was een geweldige drukte
op straat, alles stond weer in het? teeken va.n het
fascisme, een jongetje van 5 jaar is fascisiteav
uniform, kreeg waar hij passeerde, ovaties.
Waar zijn do niet-fasoiston vraagt men zich on
willekeurig.
De schouwburg was stampvol met een uitgelezen
pubdek, dames en heeren, voel- officieren, en verder
middenstanders en arbeiders. Op het tooneel', op
deu achtergrond de tientallen vaandels en vlaggen,
op don voorgrond, do hoogste civiele en railitairje
autoriteiten en de vooraanstaanden in de fascisti
sche beweging. Tevens in de iógas om het .tooneel
vrouwelijke en manlijke, studenten en de muziek.
Heelemaal vooraan links een spreekgestoelte,
waarnaast een vaandeldrager met oen stuk gesohoi-
ton vaag en achter dien de pers.
Het werd 11 uur en op een teeken zette du
muziek het fascistenlied in. ledereen hoorde het
staande aan, terwijl men door handgeklap instem-
ming toonde.
De muziek zweeg. Plotseling uit het schellinkje
eldoji
scijfj
tótlH)
i r d
id i.-JJ
i om
n bij
auto
Was
mot
erniH
be-
iocrl
agon
of
Hofl
haar
der
i ge
iden!
der!
)ord
een
a>d-<
ring
ceel
Ken
rja-
mer
aa-i
1L
ionj
>ok
hts
en]
Ier
Ie-
54.
door A. S. M. HUTCHINSON,
„Weg, weg van hier," en als door een gemeen
schappelijke drang voortgedreven, snelden zij naar
hun wagens; en in de bijna tastbare duisternis*
beduusd bij eiken donderslag, doornat van het neer
gutsende water, verücht door de bliksemschichten,
begonnen zij in doodsangst de paarden aan te
spannen, terwijl zij hun vrouwen toeschreeuwden.
„Den van de onzen heeft het gedaan! Zie je de
bereden politie? yooruit. Houd den disselboom op!
Waar is die riem? Zit alles.' goed vast? Ben van
de onzen! Een van de onzen.
Een wagen, die vlugger gereed was dan zijn bu
ren rolde weg: de eigenaar joeg het paard aan
vanaf het voorbalkon. Een felle bliksemstraal ver
lichtte liet voertuig. De politio-agent stond bij de
vooroverliggende gestalte en gaf zijn bevelen.
,Hij is nog niet dood. Knoop die twee doeken
samen en licht hem op I'" Hij keek op, beschutte zijn
oogen voor het felle licht .en sprong plotselinig
(naar zijn paard.
„Houdt dien wagen tegen! Niemand mag hier
vandaan. Houdt ze togen, allemaal!"
,Weg, weg!" De hoeven van de paarden weer
klonken <>p de steenen, de wielen Icraakten, één;
wagen viel,om; weeklagen en kermen; de vervolgers
werden teruggeduwd of geslagen, toen zij op de
trapjes van de wagens wilden klimmende politie
agent werd door de mannen omringd, van zijn
paard getrokken en aan den kant van den weg
gesmeten. Het paard werd opgejaagd
Weg, weg, voort in den donkeren nacht. En in
die duisternis, twee mijlen verder, rende, een man,
nijgend naar adem, het zweet gutste hem I'angs zijn
gezocht en hij mompelde voortdurend
„Ik heb me gewroken. Als een hond heeft hij me
axgerosd, waar ze .allemaal bij waren. Ik heb hem
gestoken, dien tiran.'
Percival trok zijn druipnatte kleeren uit. Hij
was geheel uitgeput, de wonden in zijn gezicht
een stem: Vivat il' Duee. Luid gejuich, en hand-
Op. Weer een stem: Vivat Benito Mussolini, en
urif? gejuich.
Be zei niets, maar dacht: Waar blijft de koning? 1)
Enfin, na nog een fascistenmarsch, kregen wij het
volkslied te hooren, het doet wat vreemd aan op
een nationalen feestdag het volkslied in de der-
ue pfraats te hooren, maar'wanneer men er over na
denkt, dan is nu eenmaal niet door het volkslied,
maar door het fascistenlied het nationalisme der Ita»
lianen ontwaakt en het internationalisme, het eeuwi
ge steken, het revolutionnair gedoe den kop inge
drukt.
De geheele feestviering ging uit van de Federazio-
ne Provinciale Fascista en de feestredenaar was Zij
ne Excellentie Arigo Serpieri, onder-minister, belast
met den Landbouw.
Toen deze het spreekgestoelte betrad, werd hij
luide toegejuicht. Hij zag er eenvoudig en wat min
netjes uit in zijn zwarte hemd en colbertje, de
zwarte kraag wat eng om den mageren hals.
Zijn redevoering klonk sympathiek, zijn stem was
zeer prettig te volgen, zoodat mij geen woord ontging.
Hij had de rede op schrift, doch vrij goed geme
moriseerd. Ik hob een sterk vermoeden, dat over ge
heel Italië dezelfde redevoering is gehouden, en wel
een door den Ministerraad opgesteld en vastgelegd.
De spreker heeft zich aan zijn tekst gehouden, geen
moment is hij, dunkt mij. afgeweken, geen grapje
werd gemaakt. Weer viel mij op den duldelijken
ernst bij spreker en publiek.
Enkele malen werd de rode toegejuicht en aan bet
slot kreeg de spreker een hartelijke ovatie.
Ik zal U over de koloniale politiek van Italië in
een volgend artikel meer vertellen en zal dus do op
die politiek gebaseerde redevoering op de Giornata
Coloniale Italiane niet herhalen en mij beperken tot
het verslaan van het feest.
Den spreker werd warm de hand; gedrukt door
verscheidene autoriteiten en het was wel opmerke
lijk hoe groot de belangstelling in het koloniale
vraagstuk hier is. Dat bleek telkenmale bij de toe
juichingen, want dan onderstreepte het publiek spon
taan en algemeen die woorden, die doelden op het
nationaal belang der kolonisatie.
Na den feestrdenaar kregen wij den tweeden spre
ker te hooren. Paolo Orano. Ik had dezen al aange
kondigd gezien op aanplakbiljetten. Het was mij op
gevallen. dat de feestredenaar door" de Federaziona
Provinciale Facista was aangekondigd en door de
Federazione dei Corporazione Provinciali (Syndaca-
listi) fascisti (Provinciale Bond van Fascistische Ar
beiders Vakvereenigingen).
Mijn gastheer had geen gelegenheid ineer om mij'
iets over dezen Orano te verrellen, maar twee minu
ten later had ik hem jp mijn zak. Een acteurl Een
man waar men alles van kan maken, voor wien de
haan geen "drie keer behoeft t.e kraaien, of hij weet
het al. Een partijman, volksmenner van beroep.
Keurig gekleed stond hij daar op het spreekge
stoelte en barstte al dadelijk los mot handen en voe
ten. Zijn stem was lang zoo welluidend niet als
die- van den minister en daarbij geheel op effect be
rekend.
Het is zoo'n redenaar, die heel dikwijls zijn stem
uitzet, een geweldig gebrom maakt, maar.... inhoud
ho maar!
Verder iemand, die zich zelf dolgraag hoort spre
ken en voortdurend in herhaling valt.
Soms kroop hij als een krolsche kat half weg over j
den lezenaar, trok ontrustbarende gezüchten en....
vertelde eenige gemeenplaatsen.
Maar laat ik eerlijk zijn, indien hij korter ware i
geweest en zich beperkt had tot de uiteenzetting wat
de arbeiders voor belang haddien bij kolonisatie, dan
was hij werkelijk heel goed geweest. Hij was zsor ge
lukkig in zijne beantwoording van die vraag, om
trent het belang der arbeiders bij de kolonisatie. Wan
neer gij luistert naar de socialisten, dan zullen die U
VAN RIJSWUK'S
SCHOENHANDEL. SCHOENMAKEHIJ.
RUIME KEUZE IN ALLE SOORTEN.
MOOIE, EENVOUDIGE SCHOENEN VOOR
BIJZONDER LAGE PRIJZEN.
zagen er ïeeüjk uit, en Japlira, die hem beknorde,
dat hij den wagen was uitgegaan, zag met onrust
hoe rood_ en koortsachtig- hij er uitzag? en hoe
gloeiend heet zijn nat lichaam was.
„Ga in bed," zei hij.
„O Japhra," gaf Percdval ten antwoord. „Ik
zag hem wankelen en in elkaar zakken. Ik heb
nog geholpen om hem naar zütn wagen te dragein
Ik zag, dat hij gestoken werd."
Geen oogenblik was het Percival1 uit de gedachte,
wie langs hem heen was geslopen in het gedrang
met zijn rechterhand in zijn zak. Zijn oogen keken
Japhra vragend aan, en zijn blik werd beantwoord.
,Egberfc Hunt?" vroeg hij.
„Eg bert Hunt."
„Wat zal er nu gebeuren, Japhra?"
De laatste schakel1 was dit van de keten van
toevalligheden en teleurstellingen van dezen dag,
en Percaval besefte ten volle het gewicht van Ja-
phra's woorden:
„Deze nacht maakt een einde aan dit leven,
baasje. Stingo verkoopt den boel' en gaat terug
naar Zijn broer, die dicht bij je woont. Morgen
trek ik weg en za! nieuwe wegen zoeken."
Maar Percdval' hoorde niet het einde van zijn zin.
Japhra ving hem op in zijn armen en riep ver
schrikt:
Ima!"
Zij kv
«Help
kwam van aohter het gordijn 'te voorschijn.
ven, en loop dan gauw naar den
wagon van Maddox. Daar hebben ze een dokter
gebaald. DeZe nacht is te veel1 geweest voor onzen
jongen."
HOOFDSTUK VIL
Japhra een Ima. Japhra en Tante Maggie.
L
De woonwagen vervoerde Percdval naar Tante
Maggie.
Japhra en Tm* sloegen, terwijl zy op den dokter
wachtten, de verschijnselen gade, die zooaJls Japhra
Zei, flinds dien nacht zeer verergard' waren. Vanaf
het oogenblik, dat hij in Japhra's armen was neer
gezonken, had hij geen weerstandsvermogen meer.
In zijn koortstoestand ijlde hij:
„Doe dat niet, Imal neen, neen, Ik ben heel
goed, ik wil' liever staan I Het was maar een grap,
zeggen, dat kolonisatie weer een uitvinding is van
den duivel, pardon kapitalist, dat voor de arbeiders
slechts één ideaal bestaat, nl. het uitroeien der ka-
pitalisten en het vernietigen van het kapitaal Die
prediking van den klassenstrijd moet voor een arbei
der bekoring hebben en vooral het ophitsen tegen de
kapitalisten klinkt als muziek, maar men bereikt er
niets mee. Er is slechts door meerderen arbeid, door I
verhooging van productie en vergrooting van het af-
zetgebied daarvan, werkelijk iets goeds voor den ar- j
heider te bereiken, slechts dan zullen de Jevenscon-
dities van de arbeiders intensief verbeteren. Tot een
der middelen om dit te bereiken, behoort kolonisa-
tie, daardoor zal men in moederland en koloniën pro- j
ducten voortbrengen, die weer verkocht en gemani-1
puleerd zullen worden, over en weer, en altijd komt
het product door en in de handen van den arbeidetr i
die dus daarvan profiteert met groote stelligheid pro
fiteert, zonder risico, terwijl de kapitalist, die in
moederland on koloniën die productie bevordert, zijn
kapitaal riskeert.
Merkwaardig was, hoe deze uiteenzetting bij do
arbeiders insloeg, ik lette er speciaal op on dacht
aan onze arbeiders, thuis, die altijd stelselmatig te
gen onze kolonisatie opgehitst worden en die nu door
middel van „Het Volk" weer heerlijk gevoerd zulilen
worden. Ik las, dat een meneer Stokvis uit ons heer
lijk Insulinde brieven aan het Socialistisch orgaan
„Het Volk" zal zenden en ik kan mij reeds voorstel
len, met welk 'n wellust deze internaitonaJe mijnheer
de lezers en lezeressen van dat orgaan zal voeren,
steeds weer voeren in anti-Hollandsche, anti-natio
nale richting. Toch zullen die Hollandsche arbeiders
blijven profiteeren van alles wat Holland en de Hol
landsche koloniën opleveren, stoffelijk en geestelijk
en zullen hunne kinderen in nationale Hollandsche
scholen opgevoed worden en voor bijna niets kun
nen leeren, zoover zij maar willen en kunnen en he
laas, soms niet kunnen, maar toch moeten en zul
len: Waar komt het geld voor dat alles vandaan?
Van enkele kapitalisten ten slotte, die bijna alle
lasten van den Staat torsen, terwijl zij hun kapitaal
riskeerden of riskeeren en hun werkkracht en ken
nis dubbel en dwars cn meestal langer dan acht uur
per dag gebruikten of gebruiken.
In de redevoeringen van beide sprekers werd ook
ons land, Paesi Bassi, genoemd en gewezen op het
feit, dat wij reeds sedert 1600 schitterende koloniën
op schitterende wijze besturen.
Toen ik het hoorde, ging mijn hart uit naar al
die ambtenaren, officieren, kooplieden, industrieelen
en financiers in hooge en lage functies, daar ver in
Oost en West en proefde ik een wrangen smaak,
toen ik dacht aan die Internationale Stokvissen, die
ons arbeidersvolk zullen voorlichten en helaas op
hitsen tegen Nederland als koloniaal rijk, alsof niet
iederen dag de Nederlandsche arbeiders profitee
ren van wat al die in de Tropen hard werkende land-
genooten doen. IfiiW
De feestredenaar wees op het feit, dat Italië be
hoefte heeft aan emigratie en behoefte heeft aan har
de werkers.
'Niet met praatjes, niet met klachten wordt men er
beter op, in de wereld, doch door werken.
Nadat de tweede toespraak geëindigd was, ging men
na het staande aanhooren van het fascistenlied en
het volkslied uiteen en voelde ik toch weer de macht
van het fascisme en van Mussolini, want weer vóór
men uitéénging riep men Viva il Duce en werd dit
uitbundig toegejuicht, omdat men voelt, dat fascis
me staat voor daden, voor werken.
Laten wij, eerlijk zijn en bekennen, dat het geluk
kig gezien is van Mussolini om weer op een dag als
dezen op den herinneringsdag van de stichting van
Rome, van de Eeuwige Stad, de geest van het volk
te prikkelen en te bezielen, weer iets nieuws voor
hun geestesoog te doen schitteren en wel Italië als
koloniaal rijk.
Het schoone in de daden van Mussolini vind ik
het constructieve in die daden. Niet zooals
door de bolsjewieken in Rusland wordt- alles
vernietigd, niets opgebouwd, doch hier in Italië wordt
met alle waardeering voor het 'tfoede en schoone dat
bestaat, weer tot nieuwe constructie aangespoord,
en wordt een geheel volk op een en den zelfden dag
aangespoord tot daden.
Rijk en arm, laag en hoog, allen hooren op den
zelfden dag van de nieuwe kansen, die zich aan den
horizon van het Italiaansche volksbestaan voordoen
en worden opgezweept tot levenslust en energie. Zoo
wordt het vieren van den stichtingsdag van het
Oude Rome, ruim 2000 jaren her, veel meer dan een
herinneringsdag, het wordt op zich zelf een toekom
stige herinnerings-, een toekomstige feestdag, nl. den
dag, waarop geboren werd: het Italiaansche Kolo
niale Volksbewustzijn,
1) In Rome heeft de koning de feesten bijgewoond
en ie Z.M., naar ik verneem, overal hartolijk ontvan
gen eu toegejuicht.
!Z7N
Zitting van Maandag 26 April 1926.
VOOR DEN POLITIERECHTER.
Ima, die kus. O God, had ik hot ,maar gerwefcern!
MoordI Waar is Hunt? Vermoord. Die arme
Hunt! Ik moet boksen. Ik moet in de ring» Als
ik deze ronde maar kan doen. Wat roept Maddox
tooh? Er in, ik moet er in! Eer in. Ima. O God*
hoe vreeselojk. Het was maar een grap, Ima... Ik
moet hem vol&en, hem volgen 1 Ik moet met hem
vechten."
Ate hij een oogenblik stil was, keek Japhra Ima
vragend aan.
„Ik heb hem gezegd, dat ik hem liefhad," «d
ze eenvoudig.
„En hjj?" vroog Japhra.
Ze trok de lakens glad cn streek met een teedere
beweging Percival'6 hand terug. Toen keek ze haar
vader aan niet een moedig glimlachje en schudde
het hoofd.
„Ik heb het al dezen tijd geweten," zei Japhra.
„Ik heb het gezien." Hij légde zijn hand op de
hare. „Welken troost heb ik voor je? Geen enke
len, mijn dochter. Hij is niet een van de onze.
Denk er aan Ima, de 'hemel1 maakt zijn schepen
voor de stormen, die zij zullen ontmoeten. Die
mooie figuur en die zeldzame geest, die hij' bezit,
zijn voor iets anders bestemd. Wat helpt het ons
om te .treuren?"
En toen 'hij zag, dat zij schreide, herhaalde hij
„Wat he.pt het?"
„Ik ben een vrouw," zei ze, ,en mijn liefde is
anders d.in de uwe."
Hij streek haar over het haar. „Mijn dochter,
zoudt ge het verleden ongedaan willen maken?"
„Neen," zei ze, ,dat is al1 wat VS: bezit.3
„Zoo gaat het mij ook," zei hij. „Deze nacht
is het einde gij en ik. Wij' zuIÜJen voortaan
alleen de herinnering behouden aan hem, gelukkig,
dat wij hem hebben liefgehad, gelukkig, dat hjj
zich bij ons gelukkig heeft gevoeld, gelukkig de ha
ven te hebben mogen zijn, waar hij zich geoefend
heeft voor welke zee hij ook bevaren zal1."
Ze drukte haar vaders hand. „Zoo is het," Zei
ze, terwijl zij zich over Percival heenboog als een
moeder over haar kind: „Wat zal hem wachten?"
„Iets groots en krachtigs," zei Japhra. „Dat weet
ók zeker. Van liet eerste oogenblik af, dat hij bij
ons kwam met zijn eigenaardige manieren en zijn
mooi ge aat, heb ik dat geweten. Een groote strijd
zooa's ik hem gezegd heb." En alsof zij meende,
d_.t baar vader in de toekomst kon lezen, vroeg zij-
„En zal hij den strijd winnen?"
JÈLAND OPGEHOUDEN.
Arie Schellenberg (gedetineerd) had landloopenj
gepleegd te Alkmaar en moest zich heden deswege
verantwoorden. De zaak kwam intusschen nog met
heelemaal1 voor elkaar vandaag en 10 Mei a-s. krij
gen we vervolg en slot, dat wü zeggen voortgezette
'behandeling en tevens uitspraak.
IN VERZET.
Jan Rieuwerts, een kustwachter in ons water»
landje, ter standplaats Helder, had zich vinnig
verzet tegen oen drietal' agenten van politie, die
hem wilden „opbergen33 ter zake dat ie rükeljjkk
z'n neutje had genoten en wat te veel drukte op
straat maakte. *t Kostte heell wat-moeite om den
wildeman de baas te blijven. Ook in zijn strafzaak
op 10 Mei voortgezette behandeling en uitspraak.
ZIJN KANS NIET BENUT.
Met gesloten deuren stond terecht H. v. H. uit
Hoorn, die voorw. straf had. Het gold hier ten
uitvoerlegging dier straf, op grond yan niet nar
komen der bijzondere voorwaarden, die waren ge
steld. In openbare zitting werd medegedeeld, dat
tenuitvoerlegging der voorw. straf werd gelast.
AL ÏE STRENG.' 1 i I
Doms Melker, een blloemkweaker te Eginond a.
d. Hoef, had de 11-jarige Kees Wijker te water
—.meten, omdat de jongen schade in z'n blbem-
ienvelden had teweeggebracht. Doms kreeg 'n
vonnis tot f 25 boete of 25 dagen do doos in m
als ie 3t weer doet, zal 3t nog wel zwaarder straf
zijn, die hem wacht 1
15
MISHANDELT,TNG.
Roeiof v. d. Poll te Alkmaar hoeft aldaar
Maart zekeren Aris Smit, een letterzetter, n
deid. Een vonnisje tot f 15 boete of 15 dagen zitten
was het slot der, zaak.
„Hij is een strijder,33 zei Japhra. „De overwinning
zal hem zijn. Vannacht in de tent en morgen
wie weet? Maar het zij levend of dood overwinnen
zal' hij."
Later herinnerde zij zich dit.
2.
I
De dokter bleek een ruw heer te zijn, kortaf j&u
van dat soort, dat de ronde doet op zijn paard;.
„Een mooie troep zijn jullie. Een waar hospitaal
nier!" riep hij. „Een gespleten schedel' in eiken
woonwagen. Doe Maddox js er slecht aan toe. En
nu deze jonge man. Het is oen fortuintje voor me,
dat jullie juist hier staan.3'<
Na rijn onderzoek zei hij rustig: „Het is hier
een kwestie van verplegen. Hij is er beroerd aan
toe. Dat ligt niet op mijn weg- Jullie zijn me toch
een troep! Op de verpleging komt het aan. Er moet
scherp toegezien worden. Dat meisje weet goed met
hem om te gaan. Dat heeft hij moodig."
„Ik wil' hem naar huis brengen,33 zei Japhra.
„Het is maar twee dagen rijden alk .er niet^
tegen is.33
„Het beste wat je doen kunt. Haal' hem Har
weg. Het is me een troep 1 Kom vanmiddag terug.
Stuur medeoijnen en 'dan kan je gaan. Het tiet
er leeüjk uit. Let goed op hem.33
Zoo veerde de opeenvolging van toevalligheden
en teleurstellingen Percival dien dag naar Tante
Maggie terug. De politie die toezicht hield op
het kamp, gaf Japhra vefflbf om te vertrekken. Ze
wisten nu wel wie de man was, dien zij moes-ten
hebben, de halve Maddox troep had Hunt's bedrei-
stond. zijn naam gekrast; verscneiaenen
hem door de menigte heen naar den Baas toe
zien sluipen, en er waren er, die in hun geprikkeMej
verbeelding gezien hadden, dat de steek gegeven
werd. Japhra. mocht gaan, zei de politie en Stingo
Hannaford ook, De eenige kermiswagens, die zaj
noodig hadden, waren degene, die er van door
waren en waarschijnlijk den vluchteling verborgen.
Terwijl' Baas Maddox in het ziekenhuis -zweelde
itusschen leven en dood en de politie het land af
zocht naar den schuldige, spande Japhra zijn wal
gen in en reed naar Burdon..
Gedurende die rit lag de patiënt te ijlen. 0'p zijn
lippen had hij steeds den naam, die eenmaal voor