I KEUKEN KAVLNNA. NJEDORP lle „VEH1TAS" Naaimachines Brieven over Engeland. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. last, steenkool meenam voor Spanje, Italië, Grie kenland, is voorgoed voorbij. ïung u>ai is eon oonstuutioneel vorst geworden met een zoor beperkte „civiele lijst". •Derhalve kun do mijn-industrie geen hooge loo- nen betalen .behalve daar, waar alle» een gemak kelijke on gladde exploitatie in de hand werkt, lA-onomiscke wetten hebben nu eenmaal meer waarde dun besluiten van yukvereenigingen aan gaande een minimumloon. Vooral als dit is .ypet- gesteld in Zeer buitengewone omstandigheden. NL tijden-, den oorlog „toon gold geen rol speelde" en er kolen moeiten zijn voor aJUerlei doeleinden* waarnaar nu niemand omziet. Dat dit eliontlig is voor de mijnworkers, in dienst. bij de economiscü minderwaardige mijnen, spreekt van zelf. De beter gesitueerde ondernemingen heb ben hun personeel. J5n alle overseharige mannen hebben genoegen te nemen met het hoogste doch lage loon, dat zij eldefs kunnen bedingen. Eischen zij meer, dan moeten de minder rijke mij nen stuitten en staan zij zonder inkomsten (waar hij dan nog het algemeen gevaar voor hun beroep komt dat door het groote aanbod van werkkrachten boyen de vraag het loon in de betere districten ook zou kunnen worden gedrukt.)) De mijnwerkers zijn de dupe der algemeene ver schuiving in economische waarde van steenkool. Maar op precies dezelfde manier zijn de eigenaars der mijnen, die niet economisch productief kunnen worden gemaakt, het slachtoffer. Zij verliezen hun kapitaal, hun bezit, hun werken en installaties, die nergens anders bruikbaar voor zijn. Natuurlijk kan de Staat d,w,z, alle menschen in Engeland, die meer dan 2500 gulden zuiver inkomen hebben, die mijnen en mijnwerkers aan den gang h°DannkrijRt men een dergelijk gemartel als Neder land in Suriname heeft. Met dit verschil, dat deze ko lonie op een of andere wijze nog tot bloei kan komen al is de kans niet groot en dat een arme mijn met dure productie nooit economische waarde kan krijgen. I De centrale raad heeft dus de algemeene staking herroepen. De mijnwerkers zijn nu alleen aan bod. Thans rept de zeer groote vraag of dit den toestand voor het economisch leven verbetert. Dat er steenkool zal worden geproduceerd voor er een regeling is getroffen, gelooft niemand. Hoogstens, dat het transport zal plaats hebben van de bestaande voorraden. En als die op zijn. voor de mijnwerkers en -eigenaars er in zijn geslaagd alle economische na tuurwetten op den kop te zitten, gaan alle stakers van nu hun „staatsuitkeering" halen. Het is buitengewoon de vraag of de aanslag op het economisch leven van Engeland zeer veel minder gevaalijk is geworden, nadat men, zoo-ongeveer op de basis van den bisschop van Canterbury, tot een com promis voor onderhandeling is gekomen. Feitelijk is de toestand nu gevaarlijker, omdat ver schillende factoren togen hot extremistisch optreden thans zijn uitgeschakeld. UITKl'JK. Toen wij op de schoolbanken zaten en luisterden naar de les in do Algemeene Geschiedenis omtrent de eerste eeuwen na Christus dan ik wil hot, wat mij zelf betreft, eerlijk bekennen dan ging oen heeleboei van hetgeen ik hoorde langs 'mij heen. Ik heb in later jaren begrepen hoe dat komt. Ik voor mij hield veel1 van GöschiecLenis on van Aardrijkskunde, en nu na jaren 'bon ik er achter, dat* men vooral bij Algemeene Geschiedenis eigomijk steeds een kaart in de klasse moest ophangen en daardoor kunnen aantooiion, waar de vele plaatsen die in de geschiedenisles genoemd worden, liggen. 402: Keizer lionorius verlegt zijne residentie van Milaan naar Ravenna. - Ziedaar het nuchtere jaartal en nuchtere feit den leerling opgedischt. W anneer men echter de verschillende feiten die aan dit feit voorafgaan, hoort on men ziet de plaatsen, waar het bij al die feiten omgaat op de kaart voor zich, dan maakt de koude nuchterheid- plaats voor romantiek on leeft men als het ware mot dien tijd mee.. Laat ik even de geschiedenis ophalen. Gedurende de rogeering van Diodetianus ,(284 305) heeft men in het jaar 303 de laatste, doch allergruwelijkste Christenvervolging' gehad. Die ver volging geschiedde tegen den wil van Elena, de Keizerin, die zeer getoovig Christin was. Haar zoon Constanten de Groote was aanvaar kclijk heiden en er wordt van hem verteld hoe hij twijfelde tusschen den leer van Miceas en die van I hrist-us. Waarschijnlijk onder don invloed zijner moeder, ging Constanten tot het Christendom over. Inmiddelshad Constantijn moeilijke jaren ge kend. daar Maxentius zich als tegen-keizer had op geworpen en in Rome den baas «spoelde, terwijl Constantijn Milaan tot zijne residentie gemaakt had. Ten slotte kwam het in 312 bij de Malvischo brug ten ^Noorden van Rome tot een treffen, waar bij C onatantiin eene schitterende overwinning wist te behalen, de vijanden in de Tiber joeg, waarin zijn tegenstander verdronk. Een jaar later kondigde Constantijn in Milaan het Edict van Verdraagzaamheid of, waardoor do invoering van het Christendom als Staatsgods dienst werd voorbereid. Theodcsius, de opvolger van Constantijn, ging reeds zoo ver, dat hg het Heidendom verbood met het gevolg, dat toen de Christenen met de vervoL ging van andersdenkenden begonnen en daarbij niet- aarzelden alles wat dien andersdenkende heilig was, te vernielen. Uit dien tijd vinden wij dan ook in Rome en elders de ondera-ardsche heidensohe tempels. Theod>/sius verdeelde rijn Keizerrijk tusscihen zijn twee zonen. llcnorius werd West-Romeinsch Keizer en ze telde in iMila-an, terwijl; Areadius Oost-Romeinsch Keizer werd met zetel in Byzantium, het huidige ConstantinopelL Zooals 1200 jaar later Karei V met de verdeeling van zijn rijk tusschen zijn broeder ,on zyn zoon c^e ondergang van het- Habsburgsche Huis in de hand werkte, zoo deed Theodosius dit door de verdeoling van znn rijk tusschen zijne zonen. De beide Ro- meinsche Rijken werden van alle kanten bedreigd on lionorius wist niet boter .te doen dan in 402 zuue residentie van Milaan, dat zeer aan invallen blootgesteld was, naar Ravenna te verleggen. t Ravenna Ia#, omgeven door lagunen, aan zee en was dus minder gemakkelijk van alle zijden te bereiken. Ravenna had zoowel de Etruskers als de Romei nen ter vestiging aangelokt-, zooals het daar tus schen de rivieren Montone en Ronco lag én Keizer Augustus had van .de plaats een oorlogshaven (Portus Classis) gemaakt. Toch ware Ravenna wellicht nimmer tot bloei gekomen, indien niet Honorius deze plaats tot resi dentie had uitverkoren. Wellicht heeft bij deze keuze ook een rol gespeeld, het feit, dat reeds in het jaar 42 de bevolking door den Heiligen Apölïlnaris tot het Christendom werd bekeerd. Galia Pl'acidia, do vrome zuster van Honorius, zal dit zeker wel hebben aangetrokken on het is een geluk voor Ravenna en de kunstlievende be- 1 zoekers dezer plaats, dat de invloed van de keizer lijke prinses op de stad nog heden t8n clage ge- oonstateerd kan worden. De invloed van Gall'a Plaoidia kon daarom zoo groot worden, omdat zij na don dood van lionorius jarenlang regentes i» geweest van naar zoon Vaüen- tianus II. Haar tweede echtgenoot, vader van v alontianus, was Cons&antius, de Oust-Romeinsche keizer en daaraan is de invloed van Byzantium op de kunst. van Ravenna toe te schrijven. Galia Piacidia bevorderde den bloei van Ra venna, architectuur en vooral de mozaiekkunst vond in haar een krachtige beschermvrouw. Het zijn de mozaiekkunstwerken uit die dagen* die mij naar Ravenna hebben gelokt en ik moet zeggen, dut ik dankbaar 'ben, de reis te hebben gemaakt, want in Ravenna kan men de sohoonheicl van mozaiek leeren kennen en genieten. Wie de mo zaïeken te 'Ravenna heeft gezien zal die nimmer vergeten. Het is ook wel treffend, dat juist de graftombe van Galia 'Placiada dö allersolioonste -mozaïeken vertoont en in die tombe de groote bevorderaarster dier kunst dus heden ten dage nog immer vereerd wordt. De graftombe, een betrekkelijk klein, kruisvormig gebouw, bevat behalve de sarcophaag van Gailla, ook die van haar gemaal Keizer Constantius en van naar zoon, Keizer V'alentianus III. Wanneer men binnen komt, moet men even aan hot licht gewennon. Het licht valt binnen door klei ne ramen met vensters van al ust, een gescnenk van ivoning Victorio Emanuele 11>- Hefc is oen zoor gunstig, gedumpt licht en zoodra men er aan gewend is dan raakt men onder de be koring van de prachtige mozaïeken. Het is bijna niet te gelooven, dat ale heerlijke figuren eenvou dig door het samenvoegen van stukjes gekleurd glas of gekleurd marmer zijn ontstaan. De eaole gelaatstrekken van Christus, van do Apostels spreien tot U, met warmte. De verschil lende overige wand- en zolderversieringen maken den indruk dat zij tapijten zijn, dikke gobelins en ge kunt niet nalaten eens even in de dikke stof te knijpen ea verseürikt oyna doordat, u in koudon steen of koud glas hebt willen .knijpen. lak in de nabijheid dezer graftombe is de kerk San Vitale. Terwijl de graftombe uit 440 dateert, werd de San Vitale een eeuw later, in 547 door den heiligen Maxim in us gewijd. Inmiddels had Raveima geheel andere meester» dan de g*enoemde keizerin en keizers gekend. Theo derik de Groote had van 493 tot 526 in Ravenna geresideerd. In de stad zelf vindt gij nog een ruïne van het slot van en even buiten de stad de graf tombe van dezen beroemden kcizor van het Rijk der Oostgothen. Tliooderik bevorderde de stiohting van kerken en wel naaf zijne geloofsovertuiging, do z.g. Ari sche leer en het is Iheoderik, dio last gaf tot den bouw van de St. Vitale. Het hoofdgebouw is achthoekig rondom een hoogen koepel, terwijl zich in het Oosten en Wee ten eon uitbouw bevinden. Het is vooral het koor, dat de aandacht trekt door de schitterende mozaïeken. Mon behoeft bij liet aanschouwen van dit gebouw niet te vragen oef Theoderik ook in Byzantium was opgevoed, do invloed van Byzantium is te dui delijk bemerkbaar. olgens de overlevering heeft Karei' de Groote last gegeven den Dom te Aken naar het voorbeeld van de St. «Vitale te bouwen. Wie dus Abe zoekt, gelieve een oogenblik aan Ravenna te den- ken. liet is zonde en jammer, dat deze kerk in den. Baroktijd versierd is geworden, want nu vloekt de barokstijl met de schoone mozaïeken. Men moot trachten zich bij do mozaïeken te eon een tree ren pn heeft dan gelegenheid de bijzonder fraaie moza ïeken, die o.a. de verheerlijking vari Keizer Justi- nianus on Keizerin Theodora voorstellen, te bewon deren. Terwijl' men nu aanvankelijk zou denken genoeg te hebben van mozaïeken, wordt men toch verder getrokken naar de plaatsen, waar mozaieken te zien zijn. Men gaat allereerst naar de Basiliek van S. Apollina Nuova, in 500 door Theoderik aJs Arische Kathedraal gebouwd, doch in 560 in Roomsch Katholieke lianden overgegaan. Vervolgens bezoekt men het Baptisterium dor Orthodoxen naast den Dom. De mozaïeken zijn uit de 5e eeuw, en .bijzonder fraai. Het is wat "moeilijk om te weigeren den Dom te bezichtigen, waar de koster met trots de ver schillende marmersoorten, die voor de altaren en peilersjgebru.kt zijn, laat bewónderen en niet rust voor hij U^wcer overgegeven heeft in de zorg van een dikke juffrouw, die U enkele schatten uit het Aartsbisschoppelijk paleis zal laten zien, waaron der een ivoren stoel van den reeds meer genoemden kardinaal' Maximiniaan. De bübelschp verhalen die den zet'1 versieren, zijn bijzonder-fraai in het ivoor gesneden. Gelukkig hoeft men die .stukken, die in den loop der eeuwen verdwenen rijn, niet .nage maakt. Laat ons nu even de mozaieken en kerken vaar wel zeggen .en hulde gaan brengen aan Dante Aligher.e, door het grafmonument van dezen groo- ten dichter te bezoeken. Het monument, een soort tempeltje, ia weïïioht heel goed bedoeld, maar niet geschikt om ook maar eenigszins onder don indruk te brengen. Terwijl wij langs het Palazzo Raspom komen, denken wij even aan een anderen dichter, aan Lord Byron, die in dit pal'eis gewoond heeft. Onze vriendelijke koetsier wijst ons nog do sar cophaag van Dante en oen marmeren plaat, in 1921 ter herinnering aan hot eeuwfeest geplaatst. Dante heeft j'aren lang te Ravenna gewoond. Uit. Florence verdreven, vond hij eentoevlucht bij Guido da Polenta te Ravenna en stierf in het jaaf^ 1321. Wanneer men de poësie van Dante leest, dan is het wel heel moeilijk te gelooven dat die groote denker, die groote dichter, dat schoons geschreven heeft, meer dan zes eeuwen geleden. Het is zoo eigenaardig in Italië. Hoe langer ik hier vertoef, hoe meer ik studeer, hoe meer lk zie, hoe meer verdwijnt de tusschentijd van eeuwen, die mij van de personen, die hier^ schier onuitwisch- ba-a-r hun stempel- van grootheid gedrukt hebben, scheidt. Waarschijnlijk is het hieraan te danken, Mat men. ind en men Italië iets langer dan als gewone toerist, bezocht heeft, altijd weer naar Italië ge trokken wordt. Wellicht ook, omdat men de taal machtig begint te worden en daarom zoo bijzonder gaat meeleven met. het verleden en heden van Italië. Wat is het toch een voorrecht talen te opreken. Waarom schaft mon in Holland toch het Fransch af?^ Om ons nog meer te ver-Duitsohen? Enkele dagen geleden kwam ik in een museum en hoorde daar een braaf oud heertje Duitsch spre ken en wel' zulk Thiitech, dat ik bom dadelijk ale een landgenoot van mij schoot. De conciërge zei: non capisco,# non parlfate te- desco. hetgeen dus wilde zeggenik versta U niet, ik spreek geen Duitsch. Nu maakte het oude heertje een zoodanig beschaafden indruk, dat ik dacht, te mogen aannemen, dat hij Fransch zóu kennen en zou voelen de verwantschap tusschen parlare en parler, maar jawel, hij gaf geen krimpl gine door Duitsc-h te spreken, kreeg niet wat hij hebben wilde, totdat zijne vrouw tusschen beiden trad en... Fransch ging spreken. Meteen was 'de zaak voor elkaar. "feater ontmoette ik het paar in verschillende zalen, altijd weer wilde de oude man Duitsch spre ken, zonder succes, altijd kwam de dame tusschen beiden met Fransch endoelpunt. Gisteren reisde ik met ©en jongen TfaTiaan en had het over de talenkwestie. Hij vertelde hoe be trekkelijk gemakelijk hij Fransch kon leeren en hoe moeilijk Duitsch. Het, is te begrijpen, Fransch en ItaEaanaoh rijn beiden Latijntsc-he talen. Ik ver belde hum van mijn ervaring met. den ouden heer in het Museum'. Ilij lachte en zei: och d.e Holxander was zeker in rijn hart Duitsch. Dab sprak dc tegen, maar toen moet ik toegeven, dat onwil lekeurig het Duitsch spreken door Hollanders in den vreemde niet van groote vaderlandsliefde ge tuigt en doet denken aan den uitspraak van Bis- marek: Holland annektiert sich schon selbet. Als tegenwicht tegen Duitschen invloed Is dn HoLand noodig Latjjnschem invloed. Daarom hoop ik zoo, dat de kinderen weer Fransch op school zullen leeren en daardoor kennis maken met eon Latijnscho taal, die tevens kan dienen in Latijnseho landen en bij het loeren van een Latijnsche taal'. Zonder Fransch zou ik in Italië nooit terecht rijn gekomen. Dank zij Fransch, kan ik Italiaansch loeron en verheug mij ieddren dag weer, wannoer ik iets moer versta van en iets meer kan zeggen in de inooie Itabaansohe taal Door een taal meer te kennen, is men weer zoo- Veel rijker, men geniet zooveel meer van het leven. Waarlijk, het genot van het löven zit niet in geld dofch in kennis. Wanneer iemand dat slechts zou weten, zoolang hy nog jong is en gemakkelijk kan leeren. NIEUWE. in allt: modellen verkrllubaar. 8 Mei 1926. Het is altijd moeilijk te voorspellen wat George Bernard Shaw, de beroemd% Engeische toonozl- schrijver, zal doen in een bepaald geval. Om een antwoord is hij zelden verlegen. Toen hij na een eerste opvoering van een zijner stukken op het too- neel werd geroepen, orn eon hartelijke ovatie in ontvangst te nomen, klonk door het handgeklap heen van een der bovenste rangen een schel gefluit. G. B. S. stak de hand op, en zoodra het stil was m de zaal, klonk zijn stem, heldor en kalm: „Och, mijn waarde vriend de fluiter, ik hen het volkomen met je eens, maar wat kunnen wij met zijn tweeën uit richten tegen zoo'n menigte?" Graaf Keyserling, directeur van de school voor wijsbegeerte te Darmstadt zal zich ook wei afge vraagd .hebben, welk antwoord Shaw hem zou ge ven, toen hij hem vroeg mee te werken aan Het Boek Van het Huwelijk, dat verleden jaar versche nen is, Het antwoord was wel eenigszins, zooals van Shaw verwacht kon worden: „Geen man durft de waarheid te schrijven over het huwelijk, zoolang zijn vrouw leeft. Tenzij, na tuurlijk, dat biji haar haat, zooals Strindberg, en dat is met mij niet het geval. Ik zal het boek met belangstelling lezen, met de wetenschap, dat het voornamelijk zal bestaan uit ontwijkingen, maar er aan meewerken doe ik niet." Maar ook zonder Shaw's medewerking is Graaf Keyserling's boek tot stand gekomen. Niet alle schrijvers en geleerden, professoren, doctoren, psy chiaters, waren de meeriing van G. B. S. toegedaan. Gelukkig? 't Zijn toch maar ontwijkingen, zal Shaw peggen. Ontwijkingen of niet, het boek is verschenen. Het Boek van het Huwelijk, dat bestemd is om de geeste lijke verhouding, en deze alleen, te illustreeren tus schen man en vrouw als schepselen van verschillen de sexen. Het doel, dat Graaf Keyserling zich hier bij voor oogen stelde,'was de mensch^heid te helpen bij de oplossing van het moeilijk huwelijk vraag stuk. Een der vele medewerkers aan Graaf Keyserling's boek is Dr. Kretschmer, Professor in de Psychiatrie te Tübingen. Onder het opschrift: Het Lichaam met betrekking tot de Ziel in het Huwelijk, behandelt hij het huwelijk in verband met de verschillende types, waartoe man en vrouw kunnen behooren. Hij hoeft daarvoor een uitgebreide, een echt Duitsch- diepgaande studie gemaakt van honderd echtparen, die reeds vele jaren verbonden* waren geweest. Echt paren die goed, en andere, die slecht bij elkaar pasten. Van deze honderd waren er slechts dertien, die het het ook in ons'land algemeen verspreid geloof recht vaardigden, dat man en vrouw op elkaar gaan lij ken. als ze lang getrouwd zijn* geweest. Lijkon zoo wel in karakter als in uiterlijk. Drie en zestig van de honderd waren na zooveel jaren getrouwd te zijn goweest, nog dezelfde tegenstellingen in tempera ment en voorkomen, als op den dag, dat zij door het huwelijk verenigd werden. De overige vier en twin tig waren „neutraal". In hun geval kon feitelijk niets met beslistheid worden uitgemaakt. En welke echtparen zijn het nu, die elkander na jaren zoo naderbij komen naar lichaam en ziel? Ook dit heeft Dr. Kretschmer onderzocht. Het zijn de korte, dikke, levendige, evenwichtige, opgewekte paren, die op eljcaar gaan lijken. Misschien naar mate hun corpulentie toeneemt? Dat er slechts der tien van deze paren bij de honderd waren, kan waarschijnlijk verklaard worden door bet feit, dat levendige en opgewekte menschen elkander meestal niet aantrekken. Van de honderd mannen waren slechts acht despo'ten. Het type van den heerscher, den Sultan, is volgens Dr. Kretschmer, geheel verouderd, geval len van zenuwziekte uitgezonderd- Van de acht tirannen hadden er vier vrouwen, die humor beza ten, en daarmee haar mannen wisten in toom te houden. De andere vier waren bleeke, verbitterde, droeve stumpers. En de man, die onder de plak zit? Die den huis sleutel niet meekrijgt? Helaas voor onze stuivers bladen, en alles wat graag spot met schoonmoeders en pantoffelhelden, hij is nog zeldzamer dan zijn te gengestelde, de Sultan. Eén op de honderd kwam Dr. Kretschmer er tegen. Met andere woorden, de pan toffelheld, de „door de kip gepikte echtgenoot", zoo- als de Kijgclschman zegt, is aan het uitsterven. De verschillende andere artikelen na te gaan als dat van Dr. Kretschmer, zou ons te ver leiden. Trou wens. het boek zelf is er ook nog voor wie er meer van weten wil. Professor Nieuwenhuis schrijft over de ontwikkeling van het huwelijk als een sociale instelling. Rabindranath Tagore over Indische hu welijksidealen. Havelock Ellis over Liefde als een Kunst. Mrs. Beatrice Hinkle, de Amerikaansche spe cialiste, over vrouwelijke psychologie, en het huwe lijk in de Nieuwe Wereld. Professor Dahlke, de groo te autoriteit op het gebied van he.t Boeddhisme, over het Huwelijk bezien als boeien en kluisters. En al les te zamen genomen zegt de lezer, die het geheel trouw en geduldig in zich opgenomen heeft, waar schijnlijk ten slotte: „Ben ik nu wel verder geko men? Nog zijn de kwesties niet opgolost, en nog de meeningen verdeeld". Graaf Keyserling heeft ook zelf in het boek ge schreven. Volgens hem is niemand gemakkelijker te voldoen in het huwelijk dan de niet-intellectueele aristocraat, die slechts een echtgenoot© zoékt van zijn eigen stand. En nergens, zoo zegt Graaf Kev serling, nergens op aarde, vindt men hiervan be tere voorbeelden dan bij de Engelschen. Inderdaad n oetcn we toegeven, dat de literatuur dit inzicht wel schijnt te bevestigen. Volgens Graaf Keyserling is het huwelijk een pro bleem voor den man alleen. De vrouw is door de natuur begiftigd met een meer practisc.he werke lijkheidszin, en met meer gezond verstand. Ook is zij veel minder egoïst, zij kan zich gemakkelijker op offeren. Zij is daarom voorbestemd, om de dingen maar te nemen, zooals ze zijn. Dit komt ook over een met het idéé, dat Graaf Keyserling verdedigt, dat het oorspronkelijk de vrouw was, die den man koos, inplaats van deman de vrouw. Hierin staat hij trouwens volstrekt niet alleen. Dr. Mathilde von Kemnitz bijvoorbeeld is zoozeer overtuigd van do veroveringszucht van het „zwakk geslacht", .ook heden ten dage, dat zij reeds lange jaren gepleit heeft voor bescherming van den jongeling. Op een ander punt heeft Graaf Keyserling de zelfde inzichten als Princes Mechtild Lichnowsky. „Suxueele trouw", zob zegt hij „beteekent. minder in hot huwelijk, dan getrouwe samenwerking van man en vrouw om eon sociaal en economisch ge heel te blijven. Wie. van de twee het huishouden verbreekt ter wille van een nieuwe hartstocht is slechter dan. Messalina, die keizerin was overdag, onverschillig waar zij haar nachten verkoos door te brengen." Princes Lichnowsky zegt: „Laten getrouwde menschen goed in acht nemen, wat zij aan hun omgeving doen zien en hooren /sj bepleit een zekere mate van gereserveerdheid wat betreft de gedachten en handelingen van echtelie den tegenover elkander. Volgens haar is de basis van een volmaakt huiselijk Heven volmaakte beleefd heid. Per slot van rekening - wat zou Shaw eigen lijk gezegd hebben van het boek, toen hij het las? wordt door geen van alle schrijvers het huwelijK veroordeeld of afgeraden.. Met één uitzondering. Professor Dahlke, de Boeddhist, verwerpt het als waarschijnlijk leidend tot een ongelukkig huwelijk. Zitting van Dinsdag 11 Mei 1926. VERDUISTERING. Gerrit Jan Groenau, gewezen belastingambtenaar uit Leiden, wordt ten laste gelogd, de gelden door hem geïncasseerd, niet te hebben afgedragen. Eisch 3 maanden gevangenisstraf. Beklaagde is niet verschenen. EEN'TEGENVALLER. Na hem kregen we voortgezette behandeling van de zaak tegen Willem Frederik Heijns uit Enkhuizen, thans gedetineerd in het Huis van Bewaring te Alk maar. Beklaagde heeft in den nacht van 23 op 24 Maart in vereeniging met Hasselmnn bij Van Dam te Enkhuizen inbraak gepleegd. Ze hadden gedacht een buit te maken van f 1000, maar vonden slechts f3.—. Hiermede zijn ze gedrieën het gezelschap wa3 in middels met één vermeerderd geworden naar Am sterdam en vandaar naar Antwerpen gegaan???? Al les voor f3.—1 Ons eenraadsel. De eisch was één jaar gevangenisstraf. De verdediger, Mr. Eecen, die «elooft, dat beklaag de niet geheel en al normaal ia, daar mj loöh anders niet met f3.— in gezelschap van nog twee anderen naar Antwerpen was vertrokken, bepleit een voor waardelijke straf. BLOEMETJES PLUKKEN. Als het voorjaar wordt, trekken vele menschen naar buiten om bloemetjes te plukken. Zoo dacht Anthonius de Ruiter, los werkman van beroep en uf- komstig uit Heiloo, er ookover, tenminste in den nacht van 26 op 27 Maart van dit jaar had hij dc bloemenvelden van zijn.buurman A. Dekker met een bezoek vereerd en daar zoo hier en daar uit ver schillende bedden narcissen afgesneden, tot een ge zamenlijk aantal van 2500 3000, dacht Dekker. Nu ga je eerstens niet ih den nacht bloemetjes plukken en ten tweede moest Anthonius weten dat narcissen niet in het wild groeien. Ook heeft hij ze niet in zijn knoopsgat gestoken., hfetgeen ook moei lijk gegaan zou zijn, maar zé netjes in een mand ge pakt, on ze in den vroegen morgen naar Amsterdam vervoerd en ze daar aan den man gebracht. Al deze feiten worden door beklaagde ontkend. Getuige Steen, brigadier-majoor uit Heiloo, had ter plaatse een onderzoek ingesteld en het spoor vol gende, was hij tot de conclusie gekomen dat ver dachte de dader geweest moesj. zijn. Mede door de getuigenis van den schipper, die de bloemen vervoerd had en aan wien door beklaagde bij de betaling van de vracht was opgegeven, een mand met bloemen, hetgeen eveneens door dezen ontkend wordt, acht de O. v. J. het ten laste gelegde bewezen en eisch een gevangenisstraf voor den tijd van.4 maanden. De verdediger, Mr. Judel gelooft niet dat de Off. er in geslaagd is het bewijs te leveren. Volgens hem berust .het bewijs ,te veel op vermoedens en aanwij zingen, zoodat het niet volkomen aangetoond kan worden en z.i. vrijspraak zal moeten volgen. RADELOOSO, PARDON, RADIO. De 54-jarigen Jan Burger, wonende te Helder, had geen vergunning muziek te mogen maken in zijn café, ook geen radio. Doordat de betrokken ambtenaar in gebreke is gebleven wat betreft de aangifte op bét kantongerecht, vraagt de O. v. J. nietigverklaring van de oproeping. Beklaagde denkt dat hiermee alles afgeloopen is, en lachend vraagt hij of hij nu weer radio mag geven, maar het een en ander zal hem over 8 dagen wel na der bijgebracht worden. UIT FIETSEN. ÏS'TE ACTE. Volgt Nan Wagemaker, 25 jaar oud, visscher van beroep ep afkomstig uit het verbanningsoord voor den gewézen kroonprin§. Bekl. heeft op 1 April het was geen grapje, 2 fietsen behoorende aan Jan Lont en aan Jan Bakker, en resp. staande in de Elft straat en bij de Doopsgezinde kerk, meegenomen. Daarna is hij er mee naar Amsterdam gegaan, heeft ze daar ten gelde gemaakt en voor de opbrengst Paaschfeest gevierd. Het slot van deze Aprilgrap is, dat hij, wanneer er geen verandering in komt, 6 maanden den „pot" in gaat. De verdediger, Mr. Kraakman, bepleit een meer clemente straf. UIT FIETSEN. 2DE ACTE. Aan het Paaschfeest, door vorige beklaagde, Wage maker gevierd, is ook deelgenomen door Jacob Do- vis, arbeider en eveneens van Wieringen. Hij wordt deswege van heling verdacht en moet heden terecht staaK Beklaagde Dovis vertelt nu het volgende over hun uitstapje. Wagemaker had geen geld om er mot de Paasch- dagen op uit te gaan, en daarom was hij. op do ge dachte gekomen om een paar fietsen te stelen. Hij was er niet bij toen Wagemaker de fietsen wegnam.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 10