VAN DIT EN EN VAN ALLI VAN DAT ïS WAT PANTOMIME ROMMELKRUID. piwi* Bijvoegsel der Schager Courant vaa Zaterdag 15 Mei 1926. No. 7843. Ware Woorden». I irl^VA v^i ^v"c j f;-" DE RADIONEES. Er was eens een knutselend ventje, Die kocht, 'n ideaal in 't verschiet, Een tweedchandsch accu, vier lampen, Wat draad en een stuk eboniet. Ilij vijlde en klopte en knipte. En peinsde tot laat in den nacht Op schema's en treit'rende schroefjes, Totdat er z'n taak was volbrachtl Toen was er z'n toestel geboren, Een vier-lamps met króchtig geluid, Toen ging ie de aether verscheuren Met lang en hardnekkig gefluit 1 Hij vloog als een dwaas door de luchten, Van 'Hamburg naar Motkou en zoo, Van Praag naar Berlijn of naar Mltneter En Parija gaf ie brullend cadeau 1 Hij was een gevaar voor Marooni, Zooals er zoovelen soms zijn, De schreeuwende radionitis Vervormde z'n wil en z'n brein 1 Z'n luidspreker danste op tafel Met .wagg'lende, roff'lende pas, Dat was om spontaan te bewijzen, Hoe keihard z'n toestel wel was!! Dat lag 'em, meneer,/aan z'n aarde En „lekken", meneer, is een ramp, Antenne, meneer, dat is alles, Hier Rome en sterk op één lamp! Hier Daventry zóó op de leiding Van 't gas- of 't electrische licht, Heel even maar, kunt U het hooren? Gauw, gauw, want de lampen slaan dicht! Hij luisterde nooit naar concerten, Geluid, ha geluid was zoo schoon, Geluid als een daav'rend gebeuren, Geluid en die gillende toon! Wanneer de anode maar werkte, Met d'accu behoorlijk op stroom.... Z'n straf heeft ie eind'lijk gekregen In een sterk genereerende droom! Men sleept* 'em omhoog door de aether, Parijs speeld' een sleopende wala^ Toen bungeld' ie aan z'n antenne, Geïsoleerd, met een strop om z'n hals! Een reusachtige luidspreker schreeuwde, Met scheurende trilplaat en heesch: „Je accu ls leeg, aether-knoeier, „Moorddadige radioneesl!" Mei 1026. Alle rechten voorbehouden. KROES. STADSGEZICHTEN. Aan het loket van het buurtstation. Menschen die vragen'of er op Zondag een trein loopt naai Schiermonnikoog; on of trein 12.45 een restauratiewagen heeft; en of hier misschien een spoorboekje ter inzage ligt; en of biljetten van 1000 francs hier gewisseld kunnen worden. Eh man, die naar zijn'vrouw seint: „Wat moet ik doen als er geen hond mee mag?", én een juffrouw, die zich afvraagt of zij niet beter bij. het andere loket kan gaan staan, en gewoonlijk heelemaal aan het eind een man, die werke lijk een kaartje wil koopenl Zog mij hoe ge uw avonden besteedt en ik zal n zoggen wie gij zijt on wolke toekomst u aangrijnst of tegenlacht. Avonden zijn toetssteenea. Er «tjn weinig gaven, waarmede mea fa het fa milieleven zooveel goed kaa doen als met eenvou dige vroolijkheid. Er behoort altijd een beetje goeden wil toe om het eenvoudigste, het klaarste te begrijpen. Men vreest het belachelijke, totdat men begrijpt dat er moed toe behoort dit te troteeeren. Wees zacht in uw woorden, ernstig ia uw over wegingen, onwrikbaar ia uw overtuiging. dat het Engelsche Postbedrijf per jaar 1420 mil-bij allerlei meeningsverschilbleek tot een der aan- lioen aan loonen kost? wezigen bij hoog en laag verzokerdo, dat hij op het kerkhof een spook had gezien. Men wedde om 20 flesschon bier en het gezelschap toog te midder nacht in optocht naar de begraafplaats men zag werkelijk een lichtje dwalen, allen weken terug, be halve twee broers, die erop aftrokken, de een met een revolver gewapend, de ander met een sabel. Her haaldelijk riepen zij het spook aan geen ant woord. Toen eindelijk het spook ook op de laatste sommatie: „Ben je een goede geest, meld je dan" dat deie krant geheel aan boord geret en ge- bleel zw^en' sloeg de jongen met de sabel erop drukt wordt? met gevolg, dat het spook nu wel ant- woordde! Het bleek een onschuldige boer te zijn, dat twee stukjes hout, afkomstig van het kruis van Christus, in het Victoria en Albert Museum te Lon<W bewaard worden? dat aan boord van de Atlantische lijnbooten (o.a. van de Cunardlijn) eiken dag een ochtendblad ver schijnt? de reis meemaakt en het blad verzorgt? HET VERBAND TUSSCHEN BIJGELOOF EN - MISDAAD. die bij de graven een „Kreuzdorn" zocht, omdat daaraan geneeskracht werd toegeschreven voor j ziekten van mensch en vee en. hei gewas, wil de aanwending ervan werkelijk doei treffen, z w ij- gend gezocht moet worden volgens het volksge- J loof vandaar het hardnekkige zwijgen van het spook! De slagvaardige boerezoon werd echter ver- 1 oordeeld wegens het toebrengen van zwaar licha- mlijk letsel. Ontzaglijk verbreid is in de Duitsche landen ook het geloof aan heksen en aan den z.g. boozen blik. j Tallpoze strafbare handelingen vinden hun verkla- WETENS WAARDIGHEDEN, Te Berlijn heelt de rechtsgeleerde Albert Hellwig rin8 in dezen vorm van volksbijgeloof, vooral de Niemand ia zoo verlaten nn rfo.e woreM d.t 1.(1 in ocn voordracht in de „Duitsche vereeniging voor Beiersche rechtbanken hebben daarmede vaak te veen hert ,n„ v.mnen tinken H.t kl k iw ethische cultuur" weer eens een fel licht doen vallen doen. Dikwijls leidt de haat, waarmede „heksen" geen hart zou kunnen vinden, dat hem begrijpt. op h6t f6;ti dat in onze verlichte eeuw van radio, door de landslieden worden vervolgd, tot moord en vliegtuig en dergelijke echitterende uitvindingen, in doodslag. Zoo had bijv. een man in Baden een 80- nog zoo vele zielen de duisternis der middeleeu- jarige heks vermoord „teneinde zich van haar be- wen woont, welke zich uit in een onverwoestbaar i toovering te ontdoen". Voor de rechters verdedigde bijgeloof, in welk bijgeloof maar al te vaak aan- hij zich met een verwijzing naar het feit, dat zij be- leiding tot menigen moord is te zoeken. Aan dehekst was, zoodat hij meende, dat „God niet boos zou hond van officieel materiaal toonde hlij! het verband J zijn, immers een heks dooden is heel wat anders aan tusschen deels zware, deels lichte misdrijven en i dan gewoon moorden". Ziijin bijgeloof kostte den man het bijgeloof, dat voortleeft in breede volkslagen tien jaar tuchthuis. tot op den huidigen dag. I Niet te tellen zijn de op volksbijgeloof berusten- Mr. Hellwig zette uiteen, hoe de primitieve mensch de middeltjes tegen ziekten. Behalve onschadelijke zich door bovenaardsche machten bedreigd voelt; j zijn er ook, die tot groote processen aanleiding heb- vooral bij plotselinge epidemieën, zware ziekten, J gegeven, zoo bijv. dat van hét bakken van zie- enz., zoekt hij de oorzaak buiten de grenzen van, ^en jn 6én oven! Al even gevaarlijk is het bijgeloof, het natuurlijke gebeuren. Zoo werden in Slavischedat bijv. met bloed i8 te en. 1 Cl nrlnn i-innhatrovr ri 1 i oti rl 1 Lrvij1 ila nanmtcn Is het bekemdï dat hot officieelo salaris van den bisschop Van Londen f120.000 per jaar bedraagt? dat het grootste deel hiervan echter gebruikt wordt voor bisdommelijke en andere onkosten? dat de vrouwen in Engeland reeds op 12-jarigen leeftijd kunnen trouwen, volgens de wet? dat er in Hollywood meer dan 10.000 menschen wonen, die zich verbeeldden een „ster" te zijn, ter- landen doodsgevallen dikwijls geweten aan vam- j J Tot de goedaardige middelen om vijandige mach- pyren: de menschen zijn met werkelijk dood, des K c, .ftTï,nn a 'ten te weren, behoort de taüisman, vooral de „doo- nachts komen zij uit hun graven en vergasten zich denfetisch" welke echter niet Kemakkeliik te krii- aan het bloed der levenden. .Tegen zulke onge- gen is gemakkelijk te kry „«sl^, wenschte bezoeken verzekert men zich dan vaak j Op allerlei wijzen verder kan men het geluk dwin- wijl ze nu slechts af en toe als figurant in een filmdo°r alle,rlei merkwaardige middelen, zooal9 het I gen of wel de liefde, b.v. met behulp van een of vastnagelen van handen en voeten van een overlede- ander voorwerp, dat een doode heeft toebehoord, •ne aan de doodkist. Ailerllei lijkenschendingen heb- Doodskleeren zijn afdoende talismannen in een pro ben ook in Duitschl&nd dikwijls bijgeloof tot beweeg- t ces: zij brengen het gerecht op een dwaalspoor en reden men wordt zeker vrijgesproken I Ook dit bijgeloof Het geloof in spoken heeft nog talrijke fanatieke leidt natuurlijk tot lijkschennis en is reeds oor aanhangers, die de spoken verdeelen in goede en zaak geweest van zware straffen. Toch blijft bij 0 A kwade geesten. Ook dit bijgeloof leidt vaak tot mis- velen de wensch zich een doodenfetisch te verschaf- Wormwood Scrube het nog beter hebben, daar die daad. [en> oppermachtig. bovendien nog eiken dag een uur „spelen" hebben! Zoo vertelde mr. Hellwig hoe op een Oudejaar»- Sexueele moorden hangen in vele gevallen ook on verder een spiegel en vrije keus van boeken! avond in een klein dorpje in Thuringen boerenjon- met bijgeiooi samen, uit de bibliotheekT I gens en meitjes over spoken praatten en hoe daar-1 een heel ondergeschikt plaatsje krijgen? dat de gevangenen te Haarlem zich met gilette- scheermessen mogen scheren? dat hun collega's in de Engelsche gevangenis HOE EEN JAVAANSCHE VROUW HAAR KIND VOEDT. Het is een algemeen gebruik, dat de Javaansche moeder van den 30sten of 40s,ten levensdag aan het kind ook vast voedsel verstrekt. Hiervoor' légt zij het kind met den rug op haar lang uitgestrekte bee- nen, het hoofd op de hoogte van haar schoot hou dende. Om alle tegenstribbelen te voorkomen, slaat zij haar draagdoek om het kind en om haar beenen •heen, zoodat het geen vin verroeren kan, alleen het hoofd, en daarmee de mond, is vrij. Voordat zij op deze wijze haar kind welgemoed gekneveld heeft, heeft zij een papje klaar gemaakt, dat bestaat uit gekookte rijst, en pisang, alles tot een zachte, maar toch samenhangende brij gewreven en gekneed. Naast den klapperdop met dezen substantieel en in houd, bevindt zich een andere met water gevuld, een voorzorgsmaatregel, waarvan de noodzakelijkheid blijken zal. Zij neemt, nu met de vingers een ge deelte van de brij en legt dat op den mond van het kind, als die nl. gesloten is; tien tegen één echter, dat de ongemakkelijke houding, aan den patiënt ge geven, deze tot een voortdurend schreeuwen uitlokt, waardoor de mond goed geopend wordt en de brij daarin terecht komt. Nu zou ieder verstandig wezen denken, dat met een nieuwe portie gewacht werd, tot de eerste verorberd is, niet aldus de Javaansche moeder, dat zou voor haar to rationeel zijn on wat meer zegt, tegen het volksgebruik indruischen. Is het mondje nog propvol met de eerste dosis *PaP> dan volgt fluks een tweede, zoodat groote over vloed ontstaat; wat uit den mond loopt, duwt ze roet een handige beweging telkens weer terug en perst zelf met den middenvinger het eten naar de keel, op dezelfde wijze als een slager worst stopt. Onder de bedrijven door brengt het schreeuwende volgepropte kind de onmogelijkste geluiden voort, veel gelijkende op de onderdrukte noodkreten van een drenkeling, wiens mond vol wal ér is, terwijl het doodsbenauwde gezichtje zich tot blauw worden kleprt. De moeder vindt daar niets wreeds in en even welgemoed blijft ze de worst stoppen tot de klaargemaakte hoeveel heid brij op is. Is de brij te dik geworden, of. glijdt ze minder goed, zoodat kans van stikken bestaat, dan komt een scheutje water te (bulp. 'Blijft dé moe der bij 'dit werk haar volle attentie op het. kind vestigen, dan loopt het beulswerk gewoonlijk geied af. Wordt zij evenwel van haar bezigheid afgeleid, bijv. door een praatje met de buurvrouw, on blijft 7ij onderwijl onoplettend voortstappen, dan kan het wel eens gebeuren dat'het kind stikt en de moeder bij de ontdekking ten laatste van dit ontzettond feit zich aan de grootste wanhoop overgeeft. De dorpe lingen vindon dat dan erg dom van.... (het kind: „Hoe is het mogelijk, dat een kind sterft, als, het Juist eten krijgt." SCHOENMAKER HOUD U BIJ UW LEEST. De Grieksche schilder Apelles schilderde zeer na tuurgetrouw. Voor oefening had hij de gewoonte zijn schilderstukken voor het volk ten toon te stellen ton einde zich de mogelijke aanmerkingen ten nutte te maken. Toen Apelles weer eens iets geschilderdo had en dat tentoonstelde, kwam een schoenmaker voorbij, die een aanmerking maakte over het schoeisel van een der figuren, ie op het paneel voorkwamen. Apelles vond de aa imerking gegrond en verbeterde zijn fout. Maar toer de schoenmaker den volgenden dag iets had aan t merken op een onderdeel, dat buiten zijn bevatting ging, voegde hem de schilder de woorden toe, di> tot een spreekwoord geworden zijn: „Schoenmake'' houd u bij uw' leest". DE VIERSCHAAR SPANNEN. In oude tijden Werd, hetzij door de wapenen, het zij door den rechter, een geding beslecht, en dat ge schiedde in een vierkante ruimte, afgeperkt door schragen, waarop planken waren gelegd, waardoor tevens banken werden gevormd. De rechter spande dan, zooals het heette, de schaar, wat hetzelfde is als schraag, schoor en 't otid-Hoogduitsche schram- me (vlerschramme beteekende toen dan ook recht bank). De beschuldigde werd drie maal ingedaagd, terwijl dén op de bank zittenden verboden werd mond en hand te roeren. Ons „rechtbank" is eveneens uit dien tijd afkom- sttig. OP DE TEENEN LOOPEN. „De menschen moeten leeren loopen op de teenen te loopen, dan, maar ook alleen dan, zullen zij van alle mogelijke ziekten verschoond blijven". Dit is de nieuwe leer die dokter Pocock uit Toronto, op een Londensch medisch congres verkondigd heeft. „Kijkt naar de gorilla's", zoo zegt deze geleerde ver der, „zij loopen nooit anders dan op de teenen, de den de menschen dit ook,'dan zouden de gewrich ten veel sterker en leniger worden. De enorme borst kas eii de goed ontwikkelde longen van den grootsten aller apen zijn alleen de gevolgen van het zich per manent op de teenen voortbewegen. Aldus dokter Pocock uit Toronto. die onö, volgens hem, gedegene reerd geslacht weer op peil wil brengen door het terug te voeren tot de gewoonte der apen. Of de methode onfeilbaar is, vermeldt de geschiedenis niet. maar waarschijnlijk zal het ook nog we' eenigen tijd durtn voor alle „slecht" loopende menschen zich de zen gang hebben ^angewend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 17