DE GOUDEN KIES.
DAMRUBRIEK.
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 22 Mei 1926. No. 7847.
PANTOMIME
Hij gaf een ve-rfrisschend rondje
Aan Amerika cadeau,
Dat heeft toch een zwak voor ice-drinkis,
Voor bevroren vleesch zoo!
Binnenkort eert heel 'de "wereld
Weer z'n koelberaden werk
Met een nieuw soort hoest pastilles
Of een mdcuw sdgarenmerkll
Nog dit jaar komt er een luchtlijn
Daarvoor is 't Amerika,
En een zeer moderne vllegboot,
Vliegt den vlieger achterna!
Voor wat dollars maak j'een reisje,
Met ontbijt, diner incluis,
New-YorkNoordpool, vice versa,
In een dagje uit en thuis!
Hulde 'aan den Noor'dpool-vlieger,
Dfie in Fokker's fabrikaat,
Door 1 product van Hollandss hersens
Lauwerfen oogstte voor zijn Staat!
O ij bezorgde, somb're vaders
Van diverse rang en stand,
Houdt do toekomst in de gaten,
Want de Noordpool komt vacant!!
OM NOOIT TE VERGETEN.
De man, die aan ihet feestdiner van de industrieel© Club een redevoering; zou houden en per abuis
toeru hij. blaadje nummer acht voor moest lezen, nogi eens aan nummer twee hegon
Mei 1026.
Alle rechten voorbehouden!
KROES.
Groot© sensatie in het stadje Nordheim. Feitelijk
draagt het zijn naam ten onrechte, daar het te mid
den van de door de zon bestraalde wijnbergen ligt.
Een crimineel geval, waarin nog geen enkel licht
punt tot de oplossing, voerde. Gelijk een bom uit een
verborgen geschut geheel onverwachts tusschen het
welgestelde volkje uitéén gesprongen.
Opwindende gebeurtenis. Discussiëerende volksop-
loopen voor^ het dorpslogement „De zilveren ster".
Gendarme Brosicke staat midden in de poortopening
laat niemand in en niemand uit Het is een gewich
tige dag yoor hem. Men is wachtende op het ge
rechtshof. Vóór de aankomst daarvan mag hij on
der geen enkel voorwendsel zijn. post verlaten. Stren
ge instructie. De man beeft tot in de punten van zijn
snorrebaard van plich» en dienstijver.
In het logement daarentegen een beklemd stilzwij
gen. De .kamermeisjes hokken angstig in den dienst
bodenkamer tezamen.
Portier en huisknecht fluisteren slechts met elkan
der. Van den waard en zijn familie is niets te zien.
De "weinige gasten móeten op, bevel Van de politie
hun kamers houden. Geen mensch in huis weet met
recht of hij van tijd tot tijd uitroepen zal: „O, wat
een schande!", of dat hij' op zijn onverwachte be
roemdheid als medespeler trots moet zijn.
Buiten, op het plein, gonzen de stemmen door'el1
kaar. Hier en daar verneemt men reeds bijzonder
heden. De bronnen zijn onbekend. Maar de toehoor
ders spitsen iederen keer geloovig hun ooren. Dan
fladdert hef bericht, nadat er weer wat bijgephanta-
seerd is, naar de volgende groep. En zóo verder.
„Het kamermeisje van' nummer 36 heeft het 'eerst
de bloedvlekken in den handdoek ontdekt.... Zij ds
naar de waardin geloopenNeen, naar den
waardNeen, direct naar de politie". Hierover is
men het niet eens. Alleen daarover, dat het meisje
klagend geweond en luid geschreeuwd had. 'Zij
schijnen het allen gehoord te hebben, zelfs zij die er
onmogelijk bij geweest hadden kunnen zijn.
Eindelijk, 'savonds om half tien, komt het ge
rechtshof ter plaatse aan. Per auto. De heeren ver
dwijnen dadelijk in het portaal van het logement.
Met'hun photografietoestellen, de medische appara
ten en hun versleten actentasschen. De chauffeur
blijft in zijn wagen zitten. Onbeweeglijk. Op eerbie
digen afstand vormt zichi om hem een schuwe kring
van menschen.
"Middelerwijl wordt in „De Zilveren Ster" het vol
gende vastgesteld'.
De lichtblonde dame die hedenmorgen vroeg met
den nachttrein uit Frankfurt a. Maln aangekomen
was, en kamer nummer 36 betrokken had, had zich
als Dr. Rhodon-Salten, vierentwintig jaar oud, iii
het vréémd el ingenboek ingeschreven en (beweerde
tandarts te izijn. In Genf gepromoveerd.
De heer van nummer 36 trad een half uur. later
binnen. Hij kwam uit Berlijn. Hij sloot zij'n kamer
dadelijk af, en is sedert dien met zijn beidé koffers
spoorloos verdwenen. Zijn inschrijving in het
vreemdelinwenboek ih correct krulschrift, luidde:
„Paul Gonther, koopimaia te Berlijn, geboren 2 Mei
1'891 te Berlijn". Over de met bloedig water» voor de
helft gevulde waschkom van zijn kamer «hing oen
gekreukte, eveneons op vele plaatsen met bloed i>o-
vlekte handdoek, met ingeweven monogram van den
hoteleigenaar. De gerechtelijke arts constateerde bij'
den eersten oogopslag mensohenbloed.
Als eerste werd het kamermeisje van de eerste éta
ge Emma 'Höflein. verhoord. Nadat ze eenigszitns op
verhaal gekomen was, vertelde ze het volgende:
„Er werd op mijn étage gescheld. In het nummer
kastje sprong nummer 35 naar voren. Toen ik de da
me vroeg wat zij wenschte, antwoordde ze mij, dat
ze in het geheel niet gebeld had, maar wel gehoord
had, dat ernaast, op nummer 36, gebeld was gewor
den. Ik klopte daarna meerdere malen op 36 aan,
maar toen niemand daarop antwoordde, opende ik de
deur. Deze was niet .gesloten. De kamer was deeg. !A2h
leen het bloedige water en de handdoek. Alle ande
re dingen Waren schijnbaar onaangeroerd gebleven.
Ik liep erg geschrokken met den doek naar de
waardin. Deze werd vreeselijk boos. en stuurde mij
met den doek naar de politie. Mijn-heer de gendar
me Brösicke was juist bezig te ontbijten. Hij gespte
zijn sabel om, zete zijn helm op en ging dadelijk
met mij hierheen, Daarna beval hij mij, den hand
doek precies weer neer te leggen, zooals ik hem ge
vonden had en is toen het gerechtshof er mee in
kennis gaan stellen.'
Meer wist het kamermeisje niet. Dr. Rhoden-SalL
ten vertelde op zachte maar met vaste stem het vol
gende:' 1
„Ik ben naar Nordheim gekomen om1 van hier uit
bet door mijn tante beheerde landgoed 'Birkveld, te
bezoeken. Daar ik een hartstochtelijk wandelaarster
ben, was ik van plan na een rustdag, morgen vroeg
te voet daarheen .te gaan. 'Ongeveer een uur nadat
ik mijn intrek hier genomen 'had, hoorde ik door de
gesleten verbindingsdeur in de naastliggende kamer
een steeds sterker wordend gesteun. Daarbij een
eigenaardig knetterend! geluid, hetwelk ik niet ver
mocht mijzelf te verklaren. Ten slotte verontrustte
mij deze geluiden dermate, dat ik mij zekerheid
wilde verschaffen. Tegelijkertijd was het natuurlijk j
pijnlijk voor mij, op een vreemde plaats, in een
vreemd huis al dadelijk alarm .te maken. JToen ik
mij op den gang begaf, om mij nader te oriënteeren,
werd bijna gelijktijdig de deur van de kamer naast
de «ïijPe opengerukt. Eén jonge man trad' opgewon
den naar buiten, een bloedige zakdoek voor den
mond. Daar ik tandarts ben en dadelijk vermoedde
dat deze heer mijn hulp gebruiken- kon, 'hield! ik het
voor mijn plicht hem deze hulp aan te bieden. Oogen
schijnlijk was hij zeer verheugd en vroeg mij, hem
naar zijn kamer te volgen, waar hij mij verklaarde,
dat onderweg een vulling uit zijn kies gevallen was.
Hij had, daar hij weinig tijd had, getracht, de schade
zelf te herstellen, maar zich daarbij zeer pijnlijk ge
kwetst. Ik onderzocht de kies en moest tot mijn .ver
bazing een nog versche onhandig, aangelegde boring
bij dezen vaststellen. Bovendien ontdekte ik op tafel'
een 'kleine boor, die men gewoonlijk in de -handen
van tandartsen aantreft. Ik reinigde de wonde en
gaf hem een bloedstillend middel.
Toen .mijn1 patiënt uit mijn vragen opmaakte, dat
ik wantrouwend, begon te worden, begon hij mij al
lengs onder de levendigste dankzeggingen, zijn k$-
mer uit te complimenteeren. Hij. herinnerde zich plot
seldng een hem bekenden tandarts in- de stad, dien
hij. nu toch maar wilde raadplegen. Alles scheen mij
echter zoo zonderling, dat ik als vreemdeling het
'voor beter hield, mij, maar stilzwijgend woor terug te
trekken
Doch eenige minuten -later, begon weer dat onver-
dragelijke steunen, vergezeld van hetzelfde knarsen
de geluid, waarvan ik nu de oorzaak wol meende te
kennen. Ik schelde toen om het kamermeisje en zei-
de meti opzet tegen haar, dat ze in de kamer er
naast moest zijn. Zoo hoopte ik de -menschen in huis
op de minst in 't oog loopende wijze op mijn ge
heimzinniger!. .buurman opmerkzaam te maken.
Kort daarop werd ik door het politiebevel ver
rast mijn kamer tot nader order niet te verlaten."
Na deze getuigenis trok het gerechtshof zich tot
een lange beraadslaging terug, waarop do jonge da
me medegedeeld werd, dat zij vanaf dat oogenbllk
zoolang in haar 'kamer moest blijven onder bewa
king, van de .politie, totdat oVer haar persoon nadere
inlichtingen waren ingewonnen. Dr. Rhoden-Salten
schikte zich in -haar lot, maar op haar uitdrukkelij'-
ken wenschi werd er proces-verbaal van opgemaakt.
Nog denzelfden nacht kwamen verschillende be
richten bij het voorloopdge (gerechtshof te Nordheim
binnen. Eerstens trad de hier welbekende en het
beste aanzien genietende tante van het landgoed
Birkveld binnen en eisehte verontwaardigd de -on
middellijke invrijheidstelling van -haar nicht. Aan
dezen wensoh kon eerst tegen den morgen voldaan
worden, nadat ook bij de overheid te harer geboorte
plaats informaties over haar persoon waren inge
wonnen. Beide -dames verlieten met den eerstvolgen-
den trein de stad.
Dan meldde zich de ju weiiers firma- Rühgart en
Zonen uit Spandau. aan. Uit hun werkplaats was
een kostbare hrrllant verdwenen, die -hun -door één
der meest beroemde 'filmdiva's ter beweiking was
toevertrouwd. Draadloos was een nauwkeurige' be
schrijving van den steeni bekend gemaakt, om het
van de hand' doen onmogelijk -te maken.
Tenslotte werd als vermist opgegeven een zekere
Ewald 'Leuchtenberger, zoon van een ambtenaarswe
duwe uit Karlsruhe. Het bijgaande signalement en
een p-hotografie van hem toonden een verwonderl'ijr
ken overeenkomst met den verdwenen jongen man
die zich als Paul' Gent-her in „De Zilveren Ster" te
Nordheim had laten inschrijven. Een nader onder
zoek bij de jutoel iersfirma bracht aan het licht, dat
een zekere Ewald Leuchtenberger. op dat oogenbli'k
met verlof, bij -hen als handelsagent was aangesteld.
Hij' ging bij zijn chefs voor volkomen betrouwbaar
door en zijn .gedrag was voortreffelijk. Ondanks dat
meende de politie zijn spoor te moeten vervolgen.
Verschillende stations werden dadelijk telegraphisoh
en draadloos op de hoogt gebracht. Tegen Ewald
Leuchtenberger, vermoedelijk -alias Paul Genther,
werd een bevel tót' dn -hechtenisneming uitgevaardigd;
en op zijn opsporing een aanzienlijk bedrag gezet.
De Zuiderexpre-sse naderde in vliegende vaart het
station Bazel. Een uur oponthoud moest ingehaald
worden. Daarvoor Kvas de Rijnsche Laagvlakte als
geschapen. De passagiers werden'danig door elkan
der geschud. In het bijzonder was dU razende tempo
in den restauratiewagen waarneembaar.
I Een 'jonge man trachtte al heen en weer slingerend!
eon plaatsje machtig te wo-rdon. De kellner wees
hem een tafeltje voor 'twee personen, waaraan reeds
een andere heer had plaatsgenomen, die zijn koffie
genoot en de courant zat. te lezen. Toen de joijge
WIT.
Stand Zwart. 10 schijven, op: 7 8 13 14 18 21 22
23 27 28
Stand Wit, ïo'schijven, op: 16 25 29 30 32 34 37
38 43 44.
I
OPLOSSING PROBLEEM No. 1.
Wit 25—20, Zwart 14X25, Wit 38-33, Zwart 27X40,
Wit 16X27, Zwart 22X42, Wit 33X22, Zwart 18X27,
Wit 29X9, Zwart 40X29, Wit 9-4, Zwart 25X34,
Wit 4X11 of 16 en wint.
Nol 2.
ZWART.
Stand Zwart, 10 schijven, op: 10 tot 14, 16 17 18
26 28.
Stand Wit, 10 schijven, op: 24 25 27 36 37 38 40
41 46 48.
OPLOSSING PROBLEEM No. 2.
Wit 27—22, Zwart 18X27, Wit 38—32, Zwart 27X38,
Wit 48-43. Zwart 38X49, Wit 25—20, Zwart 49X19,
Wit 20X7, Zwart 11X2, Wit 37—31, Zwart 26X37,
Wit 41X5, en wint.
VOOR BEGINNERS.
STAND No. 1.
Stand Zwart, 9 schijven, op: 2 7 8 9 13 18 19
26 35.
Stand Wit, lOschijvm, op:2225343S373339
48 48 49.
Wit wint in boveristaanden stand op de volgende
manier:
Wit 38—33, Zwart 1«°X27, Wit 34—30, Zwart 35X24,
Wit 37—32, Zwart 27X29, Wit 30-31, Zwart 26X37.
Wit 48-42, Zwart 37X48, Wit 39-34, Zwart 48X30.
Wit 25X1, Zwart verloren.
HU WIST HET!
Het damspel is voor twee oude heeren,
Met zwart fluweel n kalotje en de echte Goudsche,
Bezield met een „iep gevoel voor de eentoonigste
eentoonigheid.
Uit: Verscheidenheid, J. Dyserinck 1867.
(Het Damspel.)
man met zij'n bleeke gezicht en het onmodische zwar
te puntbaardje met een vluchtige buiging plaats nam
dook het hoofd van den ander nauwelijks van ach
ter de breed uitgespannen -courant naar voren.
De conducteur liep haastig door den wagen, de rei
zigers naar hun ipassen vragende.
De jonge man, wiens oogen onrustig heen en weer
bLikten, schrok zichtbaar, wat dóór zijn ,vds k vis met:
een ironisch lachje werd opgemerkt. Snel verdween
't pu-ntbaardje tusschen de dringende reizigers. Eerst
in een smallen gang van een zich ver naar achter be
vindenden wagen, ontdekte de oude heer zijn tafel
genoot weer. Hij- was' hem onopgemerkt 'daarheen
gevolgd. Eensklaps 'bemerkte hij dat de jonge man
zóó plotseling staande bleef, dat degene die achter
hem liep, tegen hem- aanbotste. Er moest iets ge--
weest zijn, dat hem blijkbaar van schrik verlamde.
Een dame, in elegant, grijs reiscostuum. scheen hier
van de oorzaak te zijn. Zij^stond in de coupédeur en
keek door het breede naar "beneden gelaten raampje
naar het 1-andsQjiap dat voorbij gleed,
Eindelijk moest de zonderlinge reiziger zijn weg
toch vervolgen. Hij deed dit, door de dame, zijn irug
toe te keeron en haar zoo haastig, voorbij te schrijn
den. .Dadelijk daarop stapte -hij vlug de naastgele-
.gen afdeeling binnen. De dame volgde hem op den
voet en trok tegelijk de deur achter zich dicht. Den
NAAH ,DE NOOHDPOOW j
Byrdl is naar de Pool gevlogen,
Daar is heet wat mee gezegd,
En hij heeft z'n reis koelbloedig
Met een vliegtuig afgelegd!
Alles (achterna bekeken
Was de .man' nog lang niet dom,
Want hij bleef niet aan dq Noord>pool,
Maar hij kwam ook fluks we erom
Ijskoud stapt' le in z'n- Fokker,
Vastberaden als altoos.
Wisselde een koeien handdruk
Met de laatste -Eskimo's.
Blbb'rend sidderde de motor
Door de sterke aeroplaam
Eb is toen met een hoeraatje
Gp de Pool-ster afgegaan.
Deze week 2 aardige combinatie's als probleem.
Na L.
ZWART.