Schalier Courant ^i^geneest^ve^^
Hst eeuwenoude Palestrina.
Rechtskundige Vragenrubriek.
Zaterdag 22 Mei 1926.
69ste Jaargang. No. 7847.
Derde Blad.
Brieven uil Rome.
Feuilleton.
Eenmaal Yoel aan boord
kim k../. j_. 11 „v I 4„l „„1 k«nn vn«n«Mnvin< tvn /Inn» /I/* l1,'rnrr i Tl n\n crrvT./vnrl on /Inn 1^ nn+n,T1TArtVl+-Ar V(in VlA.n.r WOflTl T* IjLfl.t,U +.A Lr ATI-
blijf verschaft, dat it) zich toch wel ftetrooet zal haro vorovorin», on daar do l%srm«r zoo arezond en don Kantonroohtcr van haar woonplaats to br.cn-
gevoeld' hebben na al de onrust onoi 'haar heen. Naast jd© lioogo lucht pittig on koel wa^s, bloei liij er's gon. Het meisje, ton einde raad, vraagt om ïniioh-
de oorspronkelijke natuurgrot werd een tweede in» zomers wonen «n herkreeg ,or zijne gezindheid. ting wat zy doen moot.
de rots uitgehakt en deze werd Verfraaid door met Domifcianus zooht ook de gunst van Praonosoo. lwjt Antw.: U schreit wei', .dat ieder vry w te
kalk grillige vormen tegen den zoldering uan te ieder iaar vragen doen omtrent zijne gezondhoid kiezen waar hy zyn wil en dat daarom de dame
plakken, alsof ze oone druipsteengrot ware. Rustiek en toekomst; hy kroog dan ook ieder jaar een mooi volgens Uw opvatting hoelemaal geen reden hob-
mozaiök stuc werd In dobbelsteentjes-vorm hier en bevredigend antwoord, behalve in hot jaar dat ben zou pm beieedigd to zyn, maar verliest daar-
daar aangebracht, dezelfde versiering welke do by gestorven is. uoaL"
bij uit hot ooq dat eqn eenmaal gemaakte afspraak
bouwmcsstors in de Mididoleeuwon later voor de vil- was oolitcr ean groote oomourrent, nl. liet ora- voor de wet bindend is en maar met door eonzAjdigu
la's te Krascati en Tlvoli aanbrachten, bijv. voor de N' Van Dolpiu. Velen zeiden: waaiom zouden we vorkMnnjf van een der oantrootanten zonder meer
villa d'lieto on hare parkpavlljounon. Voor de oereto i'raenoste raadplegen, dat la immers kan verbroken worden. Stel U eens voor, dat U wel
geen Humoinsoh orakel, en toen te dicht by nuis graag gegaan zou zyn en dat de dame u geschre-
-J -itl.. '4.„,wm ,1 i,, 1 Yr.ll„.l. /J,\ .014- ti -./»n l, I, <1 rl 4- v!« 1T Kïi ninln*. 1-nvion maf lr/vr» KaKlvait
i
Opeen prachtigen, pittig-koelen Meimorgon xjjn ^"e^krabben m«' bunne rade, iwren^ta- TÖtdït de'lïioot^dS De bede bnef spreekt duidelijk dat bet er haar
we, onder leiding van onzen voortreffeHjken. „alwe- rende oogen. eene Kbijdped, welke.met Set Christendom invoerde, bet orakei sluiten liet. om te .doen is, dat U alsnog bÏÏhaar komt en onder
tendén^archëóï^ecben-voorganger, tó H M. R. kopje meThare b™ede bandpoo.jes door 1hetondlep. Tet TEST .TÊT gSÏÏ dat bdbTm^t U^e'Sf beziging meteen pri,
beopold, in bet vicinaal-treintje gestapt, acht dieci- water maalt. Want de groote vissollen ^zwemmen vjüejdu weer; de Praenestijnen juichten dankbaar, ces ookjnaar beschouwen, zooals ook de z.nsnede
pelen en onze mentor. De anderhalve uur dat men klaarblijkelijk in de diepe Me, temijl Jn het ondiepe eohter werden ailo heidensohe tempels, ook dat zij U voor den rechter van haar woonplaats da-
In het schommelende, voortdaverende, parmanüge gedeelte bij de kust zich dei Mhaaldieren^vermeien, dei3 fafagr ri100dosius, de fede Christeu, se- gen zal, wat volgens de wet niet kan, daar die
vervoermiddel zit, vliegen om. terwijl allerlei belang- boor de rots heen droop vroeger het weiot en hield S(0teü ,Jr om alle bezoekers van do plaats rechter niet bevoogd is welke zinsnede eohter klaar
ste llende vragen en veronderstellingen met groot dn steenen vloertapijt friach en Ueurig Ook nu nog wflg, M j a/£j ?eiollank en we in den bdjkel'ük bedoeld is om U met het oog op den groo-
geduld, humor en tact beantwoord, weerlegd of ver- zijn de kleuren beider en diep, zacht en fijn en de TOrnl Tan bet IJjk yan den HeiJjgen Agapitus, w.I- ten afstand schrik aan te jagen. Kortom, juridisch
kjaard worden.JWe voelen ons_ groeienen^ y0iza,- ke in 276 n. Ohr. ais maxDeiaar gestxxrvian was. Dit kan ook de werkgever als ae werknemer hem in
digd worden, om steeds weer nieuwe honger te ont- uering af voor den talentvollen kunstenaar. Natuur-
wikkelen. Wat wisten we, drie maanden geleden af lijk ontbreken vele stukken maar wat er over is, werQi iuuu iun ae2x, ueii pr cw siiie ges auou„ u» rwiiv o 41 a uit m
van tuf, travertijn, peperijn en podzolaan-aardezorgvuldig ingelysi door kalkrandjes die d.e steentjes 0uc[eu ^oern niet overjcnaAiuwtn. j^en der persoe óifgpunt tegenover den economisch jswakkeren
't Is steen en zand. ja maar wè.t voor steen en zand? beletten af te brokkelen, doen vermoeden hoe indruk ayj-drijkskundigen, in de geschiedenis bekend, zegrt .beider veelal veroordeeld wordt en er Dovend:
en.^iet 't is toch èlles eens uit de aarde opgeblazen wekkend het geheel was. Op het stukje strand staan praeneste ligt daar, waar de tempel van
geweest, de kwestie is: waar 't neerkwam, werd het dan in steentjes, zoo groot als een halve centimeter, ji-ortuna is. Nu de stad echter een Christelijke
dit of dè.t, in 't water of op de aarde. We hebben een tempeltje, een zuil met wimpels, waartegen ge-
twee oude poorten achter ons gelaten, rechts was de leund een ovaal schild met bliksems in strvorm er-
vei d geiegd in een wereldsch gebouw, maar dat aan den steek Iaat,_ schadevergoeding eischem maar
jrig..Pauis gewyd werd. Toen non deze ileLige uen pr .eti-xsht ges -iiiedc dit jnoiiz. o ai t a t uit ni .tce.
ouden roem niet overocnadavvtn. j^en der eerste oogpunt tegenover den economisch zwakkeren ar-
aardrykskundigen, in de geschiedenis bekend, zegt beider veeial veroordeeld wordt en er oovendien,
au. iiz._ i|_L Jü- meestal' geen verhaal is-ook. Als al de dames de
■Hm. dienstboden die zich verhuurd hadden en wegbl'o-
plaats geworden was, kwamen er monniken, woike ven, in rechten vervolgen gingen, zouden de rech-
r veie zuilen en pilaren omver haaiden o£ in- tters wel dagwerk hebben alleen daaraan. Ik zou
Porta Maggiore, die twee aquaducten verbindt, onder op, een soort hoorn als omroeper, waarschijnlijk om bouwden. Nóg is de „terrasvorm te herkennen en dus maar niets meer yan me laten hooren en dan
A 11 nnli r, ni.1 nle oio/ïorv,,, ,ir e-aKpiiilzf on /f o een rl 11 K_ a u n fa riniHpn flflt VAD hlftr Tilt d A ,Dr,lpAIAf4 dlA dfifl I 4.- 11.1 ,».4- -1 1. 4- 1U! JJz ~l.r
Aurelianus als stadsmuur gebruikt, en die een dub- aan te duiden, dat van hier uit de priesters die den (dopt men zig-zag tegen den berg op of klimt de
hele stadspoort vormde, de Porta Praenestina» en de tempel bedienden, den schepelingen op de open zee trappen op, die in de rotsen gehouwen zyn, om
Porta Labicana. Links kregen we even de Porta San aanriepen, lokten, waarschuwden. Vele. vele waren we^. verkorten.
Lorenzo te zien, welke laat9te ook een waterleiding- de ge-loovigen welke hier hunne harten kwamen ver- Een oude jprent geeft .een sierlyk beeld te zien,
boog was en waarbuiten eene dèr zeven hoofdkerken lichten, hunne zielen uitstortten, hunne beurzen leeg- alsof het geheel een Ohineesohe pagode ware, de
van Rome ligt. den en schatten aanbrachten. Rijk, beel rijk ,is deze uitstekende daken, rustende op zuiien en alles ein-
We schuiven de Campagne in, links debergen en bedevaartplaats geweest. - digend in galerijen. Men heeft het moderne wit
verschillende waterleidingen in 't zicht, rechts de Via Carneadas, een der grootste filosofen werd eens marmeren Viotor Emenanuele-monument met ztyn
Appia. Nu gaat het door de beroemde wijngaarden door Italië rondgeleid, hy bezocht Eortunas grot vergulde boelden, te Rome, ontworpen naar 't outie
en olijvenbosschen, aan den voet en tegen de hellin- en zijn oordeel was: wel, het moet een mviuedryke vqorbee.d van Traene^te.
gen van het Albanergebergte. Aan verschillende L-odin zyn,^ \veike ^daar hare woonpjaats heeft ge- X,T- 1Tl-' 1-
hoort ge ook zelf niets meer; dit is weliswaar
i'ormeelrechtelyk niet in den haak, maar een derge
lijke overtreding vind ik nu zoo erg niet, .zoodat
ik U gerust dat advies durf geven.
-Een arbeider is ziek geworden en vraagt nu, hoe
lang hij zijn recht op loon behoudt.
Antw.: Volgens art. 1638c B. W. behoudt do
arbeider zijn aanspraak op loon wanneer hij ten
gevolge van ziekte buiten zijn schuld verhinderd is
We klimmen vanaf het eerste terras, dat nog 'zijn arbeid te verrichten voor een betrekkelijk kor-
kleine stations stopt de trein en eindelijk zijn we kozen, want ik heb van myn lieven nog^nooit zoon de oude vóor-Uhristelyke steunmuren bezit, komen j-ten tijd. Dit heeft men opzettelijk vaag gesteld,
om kwart voor tienen te Palestrina, maar het is niet groot fortuin gezien als te rrasneste. aan de vergaderzaal van den senaat. Hier is een j omdat de rechter nu vrij is met de omstandigheden
De grot ernaast was ook met een keurig mozaïek groot plein, waar ook de oude kerk, met den hoogst rekening te houden en naar gelang daarvan meer
het oude geheimzinnige oord, bezocht door wijsgee- versierd <sa ^wei vond tnen hierop voorstellingen uit merkwaardigen vierkanten toren, nog ongerept- staat, of minder dan het 1'oon gedurende den opzeggings-
ren. keizers, diplomaten van vóór onze jaartelling. Egypte uit het N yigebied. Dat mozaïek werd, omdat j^en oude zonnewijzer js in de kerk tegen den termijn kan toeleggen. Indien bijv. aan een ar bei-
Zet uwen kalender terug tot op 90 jaar vóór Chris- |iet LL°i? ^p0 aanwezig was, in het museum, muur, welke vroeger buiten was. Men zal uit pië- 1J:L
tus' geboorte en gaat eens -na wat toen den men- hoven 111 plaatsje, overgebracht. De invloed, van teit hiervoor het orgei wegbreken, zoodat de zonne-
schen heilig was en levenswaard. Een grot was er, \Q,d™
Btiicu UB1I1K Wtt» BH io»cu^tt«iu. AJ40H RW. o.-- wyzer weer geheeite zien komt! Hier dan zal de
een wondergrot in deze oude Etrurische nederzetting ^ssar Jg zyn 3 mwM in den wand, waar- Ldiiiöte.yke tijd. beleefd opzij gaan voor de oudere
waarin een orakel onfeilbaar waarschuwde, aan- 131 Eylgoden of -godinnen moeten hebben gestaan; rechten der heidenen! Hier was het Forum, de
moedigde, zegende of genas. De'Fortuna primigenia £P den .grond waren te bewonderen tempeltjes en markt; alle gebouwen zyn symmetrisch, behalve
werd er geraadpleegd, godin van de natuur en de bruggetjes op en naar eiiandjos, vreemde vaartui- het oudste gebouw, de basilica, waar de notabelen
fortuin, men zeide dat de moeder van Jupiter en gen. nylpaard£f*, krokodillen en vele andere vreom- van Trueneote vergaderden. De steunmuren zijn -
Juno er woonde, machtiger geest bestond er dus niet. <üül'tin' waaronder m t Lrneksoii de nauien pry- uit groote blokken, de anUeke leggers en binders sa- dus m ieder geval rekening gehouden moeten wor-
Eeuwei-fang moet deze godin wel den schepter ge- j.ceü' X ^i611 tx>esohouwer werd mengesteld. Het forum zelf bestaat uit groote, den met den Fangeren of kortoren duur der tusschen
zwaaM hebben, me. groot succes want het ging der tó'. Ieeii be#taaa hobbmde betrekking.
der, die veTe jaren bh een werkgever in dienst is
geweest, ook .gedurende een ziekte van eenige we
ken het loon wordt uitbetaald, is dat volkomen bil
lijk, terwijl het in geval' iemand, voor een week in
dienst genomem den tweeden dag reeds ziek wordt.,
een onbi ïykheid tegenover den werkgever zou be-
tycru u.o UÜM.UOW1A teekenen dezen te verplichten dien arbeider het
De steunmuren zyn loon der geheele week te moeten uitkeeren. Er zal'
LaUjnach-Etrurischo bevolking naar den vleeM j» - d(3 de tvreede grot mookt 'bezookon, de meer
.P DAiTvlaftliA Din«d,AT-pir» dha'/ao-aa/")a Ap, nomlio. wn.n.r
ligging der plaats, die 'n vrije stad, een
was. bood veel voordeel, met de zee vlak vooruit, ver
«i'**r groote antieke keien, evenais het Forum te Rome.
met We zien hier de zuilen van den voorgevel vah den
aardaclie goederem gezegende, de eerste, waar ook tempé, van Kartuaa, de haJt'ziuieo, de onregeimatige
in hei verschiet en ter weerszijden de bergen om de- 4<s k'ortmui-godui troonde, dm spooiaal dok yerguid aC6enen <rf iet pseudo-reotiouiaat van den tempel,
in het verschiet en ter weersajaen de^oergenom ae- WJUj of hier al.hidigen de idee van, die onder Suüa weer is hersteld, Kronder isOlë
nooaig ie oescuermöii, sa^on en hmakamer? Van int het Idooafier kon men cohutKimar iuj
zen weg te overzien en zoo nooaig ie oescnermen, u« SUaj0n huiskamer? Van uit het klooster kon men ^Ritklmer^h^t tmarinm"
vulkanische Albaansohe bergen rechts, de Lepijnsche j fcwe(Me erot rien wiarin het Niil mozaïek llae- aq
herc-pn linki Arhter de plaats litreen de Sabiinsche 111 cweoae gTot zim, waarin net JNyi-mozaieK lag. den tempel van baturnus was op het Forum te
bergen nnks^ Achter ae piaats nggen ae oaDynacne Waaraan deze grotten hun bestaan dankten? Een Rome. Er is ook een vierkante zuil van deu Ileili-
evenals er een onder
op het Forum te
kalkbergen. Links loopt de weg naar Napels. Toen Numerius Oifustius geheet en, met bij-
Rome nog onaanzienlijk was, had Praeneste reeds j^j^doi'e geestesgaven gezegend, droomde, hij' droom-
veel te beduiden. Afgunst kion dus niet uitblijven. De s^eedg hetzelfde. Angstig werd hij en steeds ver-
bloeiende haven van Praeneste was Anzio. Rome volfipdue hem de stem, dien hy in Zyn droomen hoor-
concurreerde aan zee door Ostia. Er. is eens een zee- U1et het bevel', dat hij op bepaallde piaai-sen
slag 'geweest tegen de ^Anziapem Nmt ^heel jver^ was de rots .moest hakken. De andere Praehedttijnieai, hadden
gieu Apaüinarus, 'in een onderaardsche ruimte met
sterke gewelven, waar in de Middel'eeuwen een
Osteria (herberg) was; daar bleef in de zomerhitte
JJ1 ZUJU urouxuwu noor- de wijn heenyk koel. In dien tijd heeft het volk de
op bepaalde plaatsen benedenstad veriaten en is boven gaan wonen. W-eJl
hot. oude Sa tri cu m, nu Concum, waar een tempel d-er Rohten, maar eindelijk overwon Numerius (Jif es-
Godin Ma4er Matuta stond. In den jare 90 voór Cru". tius zijn schroom en hakte waar het hem bevolJen
kreeg de Romeinsche consul Marius het in zijn hoofd Wl0rd. Ziet, er sprongen houten schijfjes uit dje rots,
zy nog steeds overal die beschutting der
aloude muren van voor Augustus, dus vóór 80 v.
4. v. Ziet», er sprong-en houten schijfjes uit de rots, I m" nSS
do stad in te nemen en dit gelukte hem. De bevolking J^tjes noemde men ze, met letters ingegraveerd.'! gioed iiier en daar is er ook peneriin irollriiikt (iS
bleek tevreden en werd- meer en meer welvarend, ze Dez0 bezaten door de geheimzinnige insoriptie,1 eon^m™rTan Jüwe btokS^S^mXkJk m
bad zich niet tegen het onvermijdelijke geweerd en grpute kracht. Uit een olijfboom, vlak ernaast, ve$ zand^^ tuM™m zeel z5iT ?^d?rn^lfl vof
bleef als kolonie van Rome Manus trouw. Toen Ma- vlooide honing! Nu werd van het hout van dien Irinispbo ..j-,iut-v f ,4
rins stierf kwam zijn vroegere vriend, latere vijand, boom «eTSje gSmiSrt, ™arZ mm dI?l*SS kST^uguïtus ^L<Wdf mT
Sulla en drong de stad binnen. Tevergeefs verdedig- verzamelde. Dut nu was de eerste eohat van Fortuna tel taaier wordt daarna^verheerscht^e ml?tel"
do Marius' zoon deze. met zoo n goed strateeg zijnde aa,u praeneste on naar fortuin was gemaakt. Zooa» CJ0 kalk is hier mauw en men heeft n™
of de bezieling missende die de bewoners - ter over- het altijd is; enkelen gialooven, velei niet. Maar do steen nolto M wTrSs ^iniSini on dl
winning moest voeren, vluchtte -hij in wanhoop, ach- enkelen schijnen er wei baat bij gevonden te heb- enkele blokken steen bezuiniging op de
tervolgd -door Sul-la maar- voor deze hem had kun- j ben; PruAUis in Klein-Azië was een gelJoovige een
n'en bereiken, pleegde hij zelfmoord, Sulla was nu de (verwierf hierdoor groote gaven. Ti bonos, werke in
baas en wreekte zich op de arme stadl om hare trouw de Ie eeuw na Ohr. als tweede keizer te Rome ret-
door alle woningen plat te branden geerde, willdo zijne stad met het wonder verrijken
-Hij herbouwde de stad op een vierkant terrein, de en zond m-enschen naar Praeneste om de lootjes te
geliefde vorm; om eene plaats te doen verrijzen ihaiien. Maar een wonder geschiedde: de kist kwam
men denke aan R-oma quadrata nieuwe bewoners aan en toen men haar opende was zy leeg! Tiberius
trokken ook binnen, de tempel werd hersteld en ver- iiet dus de kist weer terugbrengen, daar gebeurde
groot. Was het orakel in de vroegste oudheid en na een nieuw wonder. Nauwelijks was de kist weer
den ooFog tegen Hannibal reeds zoo beroemd dat ter plaatse of de lootjes waren er weer in. Nu gaf
vele hooge staatslieden uit Rome -de godin kwamendan Tiberius aan de stad het Mumcipium weer,
raadplegen, n-u werd haar zulk een prachtig ver- want ze was tot kolonie verlaagd geworden na
door A. S. M. HUTCHINSON.
Voor Nederland bewerkt door
W. J. A. ROLDANUS Jr.
Over het sterfgeval van haar echtgenoot mogen
we even uitweiden. Haar hysterische droefheid op
den begrafenisdag (een feit, waarover wijlen Mr.
Major zich zeer verbaasd zou hebben) werd den
volgenden dag gevolgd door een acute physieke
smart, het resultaat van de middelen, waarmede zij
getracht had 's nachts haar verdriet te verzachten.
'Toen Mrs. Major onder het aankleeden de onder
worpen en mar telbar sachtige^ uitdrukking op haar
geiaat zag- en eveneens de duidelijke sympathie van
haar kostjuffrouw voo-r de zachte stem en ma
nieren, welke haar barstend hoofd haar deden aan
nemen, begreep zij terstond welk een kostbare hulp
het blijven vasthouden aan die karaktertrekken voor
'haar toekomst zijn kon. Van dat oogenblik spelde zij
de rol van treurende weduwe gekenmerkt door een
nauwsluitend rouwcostuum, kleine zuchten en een
zachte, berustende stem en zocht in die vermom
ming een betrekking bij een bemiddelingsbureau.
Dat bureau zond haar naar Mr. Marrapit. In zijn
studeerkamer gelaten, mompelde zij in een oogen
blik van verheven inspiratie „De lieveling! O, die
lieveling!", toen de Roos van Saron haar gemeen
krabbelde; en met die woorden liep zij regelrecht in
Mr. Marrapit's hart.
Hy had een dame noodig een dame (Mrs. Ma
jor glimlachte), die zich aan zijn katten wyden zou.
Hield Mrs. Major van katten? Ah, Sir, zy aanbad
katten; wijlen haaf man Bij de herinnering be
gaf haar stem haar. Zy stotterde, bracht haar
zakdoek aan haar oog, glimlachte flauwtjes met het
berustend martelaai^chap van een echte oarne.
En evenals zoo dikwijls in dit leven was het on-
uitgesproken woord krachtiger dan de grootste wel
sprekendheid. Men mag Mr. Marrapit geen verwijt
maken voor de conclusie, die hy trok. Hij' stelde
zich den overleden Mr. Major voor als een heer,
die met zijn vrouw een hartstocht voor katten deel
de. In dit verband behoort ook de gedachte, dat
ook weer. evenals zoo dikwijls in dit leven, het
ongesproken woord een directe leugen voorkomen
heelt. In werkelijkheid had Mrs. Major wijlen haar
echtgenoot slechts eenmaal met een kat bezig gezien
en die ééne maal was de oorzaak geweest, dat zij
precies dertig minuten later hun kamers in She-
pherd's Bush hadden moeten verlaten. Onder den
invioedi van zijn ongelukkige ziekte had Mr. Major
woest de kat der kostjuffrouw de trap afgetrapt en
de kostjuffrouw had dat zeer „hoog" opgenomen.
Dit alles lag echter diep onder Mrs. Majors on
uitgesproken woord verborgen. Het visioen van een
zachtaaixiigen Mr. Major, dat Mr. Marrapit opriep,
bezegelde de sympathie, die hy onmiddellijk had op
gevat voor Mrs. Major, waarom zy aangenomen
werd.
Op dezen bewusten Julimiddag hield de kranige
vrouw met haken op; zag in de donimeiende ge
stalte naast zich teekenen van beweg.ng; keerde
zich erheen.
Dit zag zij. Voor de zonnestralen beschermde een
wit zijden zakdoek een goed gewreven hoofd een
weinig knobbelig en omrand met zacht wit haar.
Onder het hoofd een lang gezicht, geelachtig van
tint; in iedere wang een putje; daartussckem een
vooruitstekende neus met een bril' erop. Een lang,
mager lichaam in een alpaca-kleurig pak; lange
dunne beesnenbruine lederen pantoffels zonder
hakken op Zyn schoot de weergalooze Roos
van Saron.
„Tijd voor de Roos om naar binnen te gaan,"
opperde Mrs. Major zacht
„De Roos," zeide Mr. Marrapit, terwylhy liefde-
ryk den rug van het dier streelde, „is, vrees ik,
nog ziek. Haar slaap is onrustig; zij rilt Haar
eetlust?"
„Nog vrij slecht," zeide zij op den toon van
een echt treurende weduwe.
„Zy heeft een zorgvuldige behandeling noodig en
een heel nauwgezet dieet. Verpleeg, haar. Verzoog
haar. Verwen liaar."
)tDat zal ik, Mr. Marrapit" Mrs. Major vlijde
de Roos tegen haar boezem. „U zult toch niet lang
buiten blijven? Het wordt kil'."
„Ik zal een korte wandeling maken. Ik ben
ongerust over de Hoofl."
„Laat ik u een jas brengen, Mr._ Marrapit."
„Onnoodig. Wijd u, wat ik n bidden mag, aan
de Roos. Ik ben angstig. Niets zou mij kunnen
tffoosten, als haar iets overkwam. Ik maak me onge
rust. Ik vertrouw op u. Ik ga een wandelingetje
maken." x
Buiten de afrastering scheidden Mr. Marrapit en
Mrs. Majoor. De kranige vtouw Rep vlug naar huis;
Mr. Marrapit slóeg met gebogen hoord peinzend
een tegenovergesteld pad in.
OnmiddeUylc ontwaakte de slapende tuin tot een
plot dingo levendigheid.
Een meisje verhuurt zich schriftelijk by een
dame en schrijft een week later dat zy zich be-
dacht heeft. De dame is daardoor erg beieedigd,
schrijft een brief op pooten en eisoht nota bene een
maand loon met de bedreiging anders de zaak voor
m.
De eerste, die uit zyn lbmmerryk plbkje te voor
schijn kwam, was Frederiok, Mr. ïietoiier's hulp.
Abnormaal ervaren in ondeugd voor een zoo jong
iemand (de ongelukkige jongen was 'pas veertien;
doofde Frederiok met de koelbloedigheid van een
vroegrijpen boosdoener zijn .sigarette-peukje uit
door het tegen zyn hak te drukken; iiet het bij
andere „peukjes" in een tinnen doos vallen; zetie
de doos ui het daarvoor bestemde gat; bedekte dat
met aarde en bladeren; hing een mand met ver
gaan onkruid aan zijn arm en ging zoo met gebo
gen rug, ijverig zoekend, Mr. Marrapit tegemoet.
„Wat doe je?" vroeg deze.
„Wieden."
„Wat wieden?"
„Onkruid," zeide Frederick eenigszins verbaasd.
„Zeg, sir," bitste Mr. Marrapit.
„Sir," zeide' Frederick. .die verder wilde gaan.
Mr. Marrapit keek naar de mand- „Je hebt merk
waardig weinig."
„Er is nooit veeT," antwoordde Frederick met
kalmen trots. ,jEr is nooit veel, als je je plicht
steeds doet."
„Daar vlak by je voeten 6taat het vol, Sir,"
wees Mr. Marrapit.
Met gTootoogige yerbazing keek Frederick naar
den grond. „Het komt op, wanneer je je rug om
draait, dat onkruid. We nebben een onkruiddooder
noodig, "die je uit een kan giet."
„Jy bent de onkruiddooder," zei Mr. Marrapit
streng. „Pas op. Het is waar, dat het opschiet,
wanneer ik mijn rug omdraai. Wees voorzichtig."
Hy liep verder.
„Ik won, dat je rog brak," mompelde Frederiok^
terwijl hij verder ging met zyn werk.
IV.
Een paar yards verder bleef Mr. Marrapit weer
staan. Tegen een laurierboschje stonden een paar
menschelijke beenen van welker broek het zitvlak
somber opkeek naar den hemel, Met een klein takje,
dat hy by zich had,# sloeg Mr. Marrapit op het
zitvlak. Drie of vier tikken waren noodig; langzaam
strekte het zich in één lyn met de beenen; uit het
boschje_ versohenen rug, schouder, hoofd. Evenals
de struisvogel, die gelooft dat hy, als hij' Zijn kop
m het zand steekt, door -niemand gezien wordt, had
FTetcher, wanneer hy rust wilde hebben, de gewoon-
j te zijn hoofd en zyn schouders in een boschje te
j steken en daar te blijven, zonder iets tegen den
I horizont te laten zien. Lange oefening had gemaakt,
Den 4en Qctober 1226 stierf in Assisi, Franciskus.
de dichter-heilige, wiens serafische figuur in geheel
de beschaafde wereld en onder alle gezindheden, be
wonderd en bemind werd, omdat zijn engelachtige
goedheid, zijn liefde voor al wat leeft voor planten en
dieren, zijn adoratie voor alles wat uit de hand van
den Schepper is voort gekomen, zulke mooi-men-
schelijke eigenschappen zijn, dat elk gevoels-mensch
de groote bekoring navoelt, die er reeds in zijn da
gen van hem uitging, een bekoring, die rijk en arm
tot hem trok.
Duizenden wilden zijn voorbeeld van Kuischheid,
Armoede en Gehoorzaamheid volgen en binnen wei
nige jaren was de orde der minderbroeders of Fran-
ceskanen over de wereld verbreid en vormde de
grootste tegenstelling met den ruwen en oorlogszuch-
tigen geest, die voor dit tijdperk zoo kenmerkend is.
Maar heel Italië is een land van tegenstellingen,
we vinden hier de grootste contrasten in de natuur
en in het volk zelf. Eigenlijk kan. een kalme, nuch
tere Nederlander den geest vaü een zoo geheel an
der volk moeilijk begrijpen. Uit de geschiedenis we
ten we welke monsters Nero, Caligula en Cesar Bor-
gia waren; maar daarnaast rijzen schitterend lichte
figuren van heiligen op. die deugden bezaten waar
van we ons in deze dagen nauwlijks een denkbeeld
kunnen vormen.
Franciskus nu, is de meest heilige onder de Ita
lianen genoemd en geen is in zijn karakter zoo door
dat hij er niet sty'f meer door werd. Ala jong©
man was Mr. Fletcher werkzaam geweest op een
openbare tennisbaan en daar had iiij de manier
g^eerd, waartoe hy nu zy,i toevlucht nam. In die
dagen had de noodzalcel'ij kheid om zich te bevrijden
van de voortdurende verveling om netten vast te
maken en twisten over de vraag wie het recht 'had
te spelen by te l'eggen, hem ertoe gebracht een
middel tot ontsnapping uit de denken. Daarentegen
was het even noodzakelijk, dat, wil'de hij niet ont
slagen worden, hij ervootr zorgen moest, dat men
niet zeggen kon, dat hij steeds afwezig was. Het
toeval gaf hem het_ middel* dat nij zoent. Op een
goeden d ig zocht hy, voorovergebogen in een bosch
je. een tennisbal1, toen hij zijn naam op de baanj
hoorde schreeuwen; hij verroerde zich niet. Zij, die
hem riepen, liepen bijn i tegen zijn beenen aa<n;
zagen hem niet; gingen roepend verder. Daarna
werd het Mr. Fletcher's gewoonte, om, wanneer hij
te veel' naar zijn zin lastig gevallen werd, zyn
Jioofd en zijn armen in een ooschje te verstoppen
of tot t geschreeuw om hem opgehouden haa, of
de verbitterde zoekers tegen zijn zitvlak sloegen: in
dat laatste geval' placht nij te beweren, dat hij ten
nisballen zocht.
De gewoonte was blijven bestaan. Wanneer hy
geprikkeld of terneergeslagen was (zajn .tempera
ment maakte,dat hy zulks dikwijls was) kroop hij
m een boschje en verborg daar het bovenste ge-
deelte van Zyn lichaam in. Het is heerlijk om in
dit drukke leven een kalme vluchtplaats te hebben
voor het gegrom van den tegenspoed.
Mr. FTetcher kwam nu te voorschijn, en keek, met
een slak in zijn hand, Mr. Marrapit a.an-
„Weer een," zei hy* somber, terwyl hy het dier
aan zyn meester liet zien.
Hier hebt ge een voorbeeld hoe de eene inislei-
diag leidt tot een andere. Dit was geen nieuwe
slak; reeds dikwijls had_ Mr. Marrapit die gezien.
Om een motief voor zyn verstopping te hebben,
had. Mr. FTetcher altyd diezelfde dak by zich;
wilde hy rust hebben, „dan kaalde hij die uit zijn
zak en liet haar ,als hy ontdekt weid, als een ver
ontschuldiging ziein.
Er hangt hier een afschuwelijke Tucht," zeide
Mr. Marrapit.
Mr. Fletcher snoof luidruchtig. „Ik behoef niet
te zeggen wat het is."
Ju bent hiér in betrekking. Het is Je plicht.
Zieg het.
„Het Zijn die vervloekte katten."
„Je bent brutaal, sir. Je brutaliteit wordt steeds
grooter en onverdragelijker."
„Hy vraagt me wat, zeide Mr. FTetcher tegen