Alpien tïleiws- ilimulit- Li WOUDA's Hst Eauwsnoude Palestrina. Dinsdag 8 Juni 1026, 80ste Jaargang, No. 7855. Uitgevers i N.V. v.h. TRAPMAN Co-., Scbagen. Eerste Blad. Feuilleton. Eenmaal voet aan boord Parel-Tarwebloem Ingezonden Stukken. SCHAOER Dit blad verschijnt viermaal por wook; Dinsdag, Woonsdag, Donder dag on Zaterdag. Dij inzonding tot 's morgens 8 uur, worden Advor- tontiön nog 2oovocl mogelijk in hot oorstultkomond nummer goplaatst. POSTRMLENING No. 63830. INT. TBLEF. no. 60. Prija por 8 maandon JIJ®. Losga nnmtnora 9 coat ADÏERTEN- TlftN van 1 tot 5 rogols f 1.10, lodoro rogol moor 80 cont (bowt^o. lnhoffropon). Grooto lottors woEdon naar alaatsrulmto Iwaokond, DU MUDUBBR BESTAAM DM ÏWKH BÏ.ABH m. De eenvoudige: oude monnik, die twee en zeventig jaar was, stond verstomd en weigerde op het voor stel in te eraan. Toen begaf zich een groote menigr to van edelen en prelaten en andere persomien.: ondier aanvoering van Koning" Karei en zijn zoon Martel1, naar de grot en ten slotte liet Pietro tde Moronne zich meevoeren, terwijl' de koning en zijn zoon den ezel1, waarop hij in zijn eenvoudig kluize- naarsgewaad gezeten was, bij de teugels leidden. In een kerk, dicht bij Aquila, de S. Maria di C-olle- maggio, die ook zijne graftombe bevat, werd hij ge.vijd; de kerk was geheel vol en omringd door 260.000 menschen. Karei liet den nieuwen Paus, Celestinus Y, niet naar Rome gaan, maar nam hem mede naar zijn hof te Napels, om hem naar zijne eigen plannen te gebruiken. Maar weldra bemerkte hij, dat Celestinus onbruikbaar was voor zijne doel einden en nadat er vier .mmuden verstreken waren, trad de arme, oude kluizenaar, voor wien de toe stand ondragelijk was geworden, af; men zegt 'dat hij hiertoe werd aangespoord door de stemmen van engelen, die zich in zijne slaapkamer lieten hooreu. Er wordt ook beweerd, dat een zekere kardinaal, Bonedetto, een sluwe aanmatigende, vermetele man, die reeds geheime bijeenkomsten hield> met Koning Karei, en dezen beloofde diens politiek te zullen steunen met alle middelen die een Paus den dienste stonden, den armen Celestrinus schrik aanjaagde. In elk geval werd, tien dagen na diens aftreden, op Kerstavond 1294, deze Benedetto door de vrees achtige Kardinalen gekozen, hoewel velen overtuigd waren van de waarheid der mededeelingen, vol gens welke hij beschuldigd werd van schandelijke misdaden en zelfs ontkende te gelooven aan de on sterfelijkheid der ziel, de goddelijkheid van Chris tus en het bestaan van God ontkende. Tien dagen later hield hij zijn intocht in Rome met een pracht die nooit te voren aldaaar was gezien. Koning Karei en zijn zoon, Karei' Martel1 van Hongarije, leidden thans goon nederigen eZel, maar het prach tige, witte, rijk getuigde ros, waarop Benedetto was gezeten, met een gouden kroon op het hoofd; cn daarna, toen de schitterende plechtigheid van de wijding in de St. Pioter was afgeloopen, ver gezelden de beide koningen hem naar net Late- raam en stonden by het feestmaal achter Zijn troon. De eerste daad van den nieuwen Paus, Bonifacius VIII, was zich meester te maken van Ben persoon van zijn voorganger, want er waren velen die de geldigheid van de nieuwe verkiezing verwierpen; zij beweerden dat, ofschoon e rwel. Pausen waren' af gezet (Hendrik III bijv. had er drie tegelijk afge zet) geen Paus vrijwillig kon' aftreden en dat een dergelijke poging niet alleen een zware zonde, .was tegen den Heilagen Geest, maar ook alle uitwer king miste. Celestinus grot in den Monte Morrone, van het plan van Bonifacius, v - Na lang rondzwerven bereikte hij de Adriatische zee en scheepte hij zioh in, om naar Daimatië te varenmaar een storm sloeg hem terug op de Ito- Jaaansohe kust en eenige goede, maai* domme merv sclion begroetten hem openlijk als Paus en bewerk ten aldus, dat hü ontdekt werd en gevangen ge nomen. Bonifacius zotte hem gevangen in 't kasteel van Fimione, welks geweLdige Cyclopische muren do stad Alatri in Latium, neg, bekcersohetq. Een paar maanden daarna werd hü dood gevonden, waarschijnlijk vergiftigd1. Nadat Bonifacius aldus den armen, ouden Ce lestinus uit den weg had geruimd en zidh in ,'t veilig bezit bevond van de geestelijke souvereini- teit over het koninkrijk van Karei dien hij als leenman beschouwde, wenschte hij vorig ook t Si- ciliaansche (koninkrijk als pauselijk leen te be machtigen en zijn mijter met de dubbele kroon van de beide Siciliën te versieren. Hij stichtte den langdurigen en wreden oorlog aan tussohen Fre- derik, koning van Sicilië en diens broeder Jaeob (den Rechtvaardige), maar zijne illusies werden niet vervuld. H>t de voornaamste vüandeai van Bonifacius behoorde dus de familie Colonna. Hoe 'machtiger 10. door A. S. M. HUTCHINSON, Voor Nederland bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr. VH. De vrouw in de zindelijke, kleine kamers boven den stal was niet minder opgetogen. Uit Kinsloe? jZag missie die kanarie? Dat was een cadeau, van Betty Murphy in Kinsloe, nog geen drie maanden geleden. Do kanarie, wakker geworden door deaan dacht, haar gewijd, begon te slaan met trillers, die door haar hoofd snerpten... luiden en luider.... scholier en schellervogot en kooi werden wazig, begonnen voor haar oogen te dansen... Vrouw en Tim moeten haar naar het bed gedragen 'hebben, waarin asi wakker werd. VUL Vrienden in Ierland hadden1 haar de adressen gegeven van vrienden, die zij moest opzoeken. Zij ging naar sommigen toe; verscheurde dan in een woesten aanval vau wanhoop de lijst. Of die men schen waren traag van begrip of Zij zelf onhandig in het uitleggen. Hen tot het besef van haar toe stand te brengen was een onmogelijkheid voor daar moet u nog niet aan denken, Miss Humfray... na al wat u doorgemaakt hebt... U moet u nog een tijdje rustig houden." Allen zeiden hetzelfde. De lust kwam in haar op de theetafel om te trappen of iets anders te doen, om hen uit die stereotype stemming van stal met twaalf pond en ehkelb shillings en' dan niets heeleniaal niets." Z;j verscheurde de lijst van Londenscihe vrien den^ wendde zich tot Tim en diens vrouw. Tim Was behulpzaam. Hij had wel dames ge Ijts geslacht 1207 ging Bonifacius over tot een daad. 'die nog iad plaats gevonden en liet deze beide pre laten afzetten. Maar de familie der Colonna's nooit aanvaardde den strijd. Zij verklaarde de verkie zing van Bonifacius nietig en eischten dat er een hun manifest aan het hoogaltaar in de St.-Pieter Concilie zou worden bijeengeroepen. Zn hechtten Bonifacius sprak terstond over de ontslagen kar dinalen den banvloek uit en kondigde een Heiligen Oorlog tegen hen af. De Oolonna's trokken naar hunne burchten op het land; de sterkste deZer was Palestrina. ï)e worsteling eindigde met de overweldiging en vernedering der Colonna's. De af gezette kardinalen en edelen moesten voor den ze gevierenden Paus verschijnen als smeekelingen, met een touw om den hals. De Paus kreeg .Palestrina in zijn bezit. Evenals Sulla vroeger, heeft hn ft geheel' en al verwoest; slechts de kathedraal' blééf ispaard. In de Bul leest men, dat hij iveelt de ploeg, over de plaats te laten heentrek ken en zout in de voren te laten zaaien, zooals met het Afrikaansche Carthago was gedaan. Nadab hij alle bezittingen van de inwoners had verbeurd verklaard, beval hij hen een nieuwe stad te bouwen, die hij Civitas Papalis noemde, maar kort daarop liet hjj haar in een vlaag! van woede weer af breken en de menschen werden verbannen. De Cot- ionna's vluchtten naar vreemde hoven, sommigen naar Engeland. In 1332 echter werd de oude Co- louna-burcht, geheel boven op den berg weer op gebouwd. Maar nu is het een klooster, vlak naast het im 1665 vernieuwde kerkje van San Pietro, waar een Petrusbeeld van Bernini Paaschkandelaar met Cosmaten antiek wierookvat. In het muaeum-kerkgedeelte der. Barberini is echter welr het merkwaardigste kunst werk te zien, nlr. het laatste werk van Michel An- gelo. dat nooit voleindigd is, eene kruisafneming, welke roerend-menscheljjk beloofde te worden, in de hulpeloosheid der Christusfiguur, en het zorgende der drie vrouwen over Hem heen gebogen en aan Zijne voeten, is zoo natuurlijk van echt mededoo- gen. De Jioofden der vrouwen Zjjh als gesluierd, waar de trekken niet duidelijk uitgeveild zijn. De rechterarm van den Christus hangt Zwaar en nog te dik, niet afgerond, de handen' niet uitge beiteld, naar beneden. In da ruimjte, welke voor kapel bedacht was, is niets anders dan dit, da laatste gedachte ea Zielestrijd van den worste lenden reus. Wel staat men peinzend stil, bij deze schepping, uit de natuur naar voren tredend als onder Zware zuchten. Palestrina is vijfmaal onder verschillend beheer geweest. Onder Eugenius IV werd de stad ven ouroht in 1436 nog eens verwoest. Den bewoners werd zeven dagen gegeven om met hun have en goed eruit te trekken, voor alles vernietigd werd. Eindelijk kocht de familie Barberini haar met macht en geld én werd het geheel hun vorsten dom. Vol1 aandoeningen over het vergankelijke en meer energieke in deze plaats, daalden wij ar trappen door de mooie, door Romaansche kepingeu, waaraaaueen haak en aan den anderen kant een gewicht. De conca hing met een oor aan den haak, werd verschoven; de man des ge rechts balanceerde alles boven zijne, macht. Stilte en inspanning. Toen: Au rèvoir, merci, pas do quoi" Gewogen on te licht bevonden. Met een half ver achtelijk gebaar haakte Bij de oonea af en hield dia ons allen voor. We bulderden, om zijn prachtige Fransche zinnetjes, beleefdheidsfrasen van reizigers, onthouden voor als 't eens noodig mocht blijken. „Au revoir", het werd gezegd alsof hü bedoelde: zeg, als je nóg 's wat hebt". En wjr weg. De fas cisten aan den uitgang lachten sympathiek, ze riepen bijna „Viva la oonea". Wij echter dachten: Viva Palestrina. Nu Zal het plaatsje wel opnieuw gaan bloeien, want de .beschaving breekt overal baan. WóAr men loopt ziet men op. de wanden ge plakt „Ja Bestemmia ilf Iinguaggio dei Demoni"* „Vlóéken is duiveEstaal." Ook dat vloeken de vrucht is van eene slechte opvoeding, dat het Italië ont- eert, dat het den straf van God aanhaalt. Wie vloekt is een. ondankbare, een onopgevoede, een j hartelooze. Wie vloekt is onwaardig tot het Ite- I Iiaansche volk te behooren, houdt met van Italië. Italianen, vloekt niet! Ik eindig: HaLLandeaé, neemt dit ten voorbeeld! langs staat, oen mooie (inleg)-work en een Voor Winkeliers bij Gross. v.h. M. DE HAAS te Alkmaar. i plaats, daalden 4e, door Romaan begrensde Via del' Oolonnaro, langs alle ingebouw de pilaren en overgebleven zware steenblokken juit den eersten tijd. We hoor den kloppen en hameren in een grot en daar zat een smid ijverig met zijn korten, stompen hamer op een glimmend koperen bak te slaan. Glanzend rood koper blonk ons tegen in het zonlicht, hü draaide de oonoa (water bekken) tusschen de knieën rond en met felle meppen timmerde hij er een rand slingers op, re gelmatig als een langzame gamina. Zóó, heet van de naald, werd er een gekocht, een kleine van nog geen el hoogte, in den vorm van een kwispaLdoioav met twee ooren, met 7 Lire afdingen, vooa* 68 Lire, van Zwaar, vroolük glanzend metaal. Uit donkere hoeken van het gewelf-lokaal glimlachte rood1 ko* por ons tegen in een opstapeling van bevallige) conca'a. We bewonderden nog even den zoldering, dio uit oude facetten bestond, vierkante relief- uithollmgen, een stuk van den ouden tempel'. Ver rijkt met onzen waterkan, daalden we weer ver der af, toegeknikt en begroet door vrouwen met conca/s in de handen, op heb hoofd, koninklijk van gang, licht van tred. Aan het station trok onze schat de aandacht, we informeerden eens. Ja, drie Lire Zouden we er wel voor moeben betalen baj aankomst te Rome, waar stads-douane-rechten ge heven worden. Maar smokkelen is grappiger, dus de oonoa onder dp bank zotten en er vóór gaan zitten, dat geeft te,og wat emotie. Wel loerde de fascistedouanier soms onder de bank, als hü door den trein liep, maar wij trokken Zulke onschuldig- opgeruimde gezichten, daar moest hü' wel inloopen. Aangekomen te Rome ontfermde Dr. Leopold zich over de conca en daar er wat regendruppels vie len, sloeg hij de cape eroverheen. Ik kreeg mijn eigen spoorkaartje uit de verzameling biljetten en snelde vooruit, vastbesloten aan een ander de m oeilijkheden op te doffeLon in vlot Italiaansch den prijs te vertellen ea om clementie te pleiten, mocht men ook maar een oogonblik vermoed heb ben, dat smokkelen in de bedoeling lag. „Signora" klohkt het en door lachende menschen ea grin nikende fascisten heen, moest ik terug. Een strenge beambte beval een vluggen jongen een weegschaal1 te halen. We stonden er toen alleen omheen, om 'het eenvoudig, toestel van eau lange stok met in reden naar ieen Plaatsingsbureau in Norfolk Strest een Plaatsingsbureau voor in moeilijkheid ver- keerende dames waar hü hqa/r <len volgenden ochtend bracht.. Fen sympathiek uitziende jonge vrouw, die reus achtige bruine mouw beschermers droeg, welke vast gebonden werden door reusachtige veiligheidsspel den, ontving haar in het vertrek, geëbiquetteerd .Aanvragen/' en bracht haar in het vertrek. „Wacht kamer''. Hier waren twee exemplaren van de Christian Herald, een paar emigratie-brochures, een waterkaraf, bedekt met een omgekeerd glas, vol stof door heb niet gebruiken, en drie oudere vrouwen waarschünlük dames, mogelijk in moei lijke omstandigheden, maar 'geen van beide dingen blijken labend. Na verloop van tijd haar beurt voor de kamer, geëtiquetteerd: JPrivé"; ondervraging door Miss Ram, oen kleine, in het zwart gokleede dame, die meer boog dan sprak en over een collectie hoofd knikjes beschikte, waarvan'ieder een onmiskenbare beteekenis had BetroJdring gezocht? O, onverschillig; gou vernante, juffrouw van gezelschap. Laatste be trekking? Zij was nog niet in betrekking ge weest. Capaciteiten? Evenmin,'Zooals een kruis verhoor bewees. Verlangd salaris? O, onver schillig; wat gebruikelijk was; een tehuis dat was haar voornaamste oogmerk. Miss Ram schreef de bijzonderheden met 'een langedunne pen in een ètreng uitziend boek kon niet veel hoop geven. De sollicitanten, die haar bemiddeling inriepen, waren in negen-en-negentig van. de honderd gevallen bedreven in huishoudkunst of andere dingen. Maar men kon nooit weten. Ja, Miss Humfray moest iederen ochtend komen hooreD ja, nog beter, in de wachtkamer blijven. Ter plaatse zijn dat was de eerste vereisohtq voor succes, zooals Miss Humfray hetzij in be trekking, hetzij wachtend op een betrekking, on dervinden zou; Ter Plaatse zijn. IX. Ter Plaatse. Een week volf nachtmerries ini de vuile wachtkamer.... gedachten, die haar hart door boorden... Negen 'tot een, oen kop thee en een broodje in een lunchroom, een doelfooze wandeling in het park; twee tot zes, goeden ayond aan de longe vrouw, Miss Porter en „Aanvragen" naar ïuiss, naar den stal en Tim's vrouw. WAT WIL DE VRIJZINNIG CHRISTELIJKE JONGEREN BOND? Eén storm gaat over de wereld. Vele harten, voor al van ons Jongeren, zijn verontrust. Omdat wij voelen, dat ons leven niet gemakkelijk zal zijn, maar de wereld ons straks bij bet stijgen der j&ron, een moeilijke taak op de schouder© zal leggen. Niet alleen voor de zorg, die wij hebben om ons dagelijksch brood te verdienen, maar meer nog, om dat wij ons eigenlijk niet thuis voelen in deze we reld van schijn en onechtheid. Met koortsachtige haast verdringen zich de menschen. Werkelijk, mooi zuiver geluk is niet meer aanwezig. Ons vermaak en ons feest zijn eigenlijk leelijk en onsmakelijk. Toch is het zoo moeilijk dat te erkennen. Want iedereen schijnt het prachtig te vinden, en doet mee. Eln tenslotte is de misère en de eenzaamheid groo- ter dan- ooit. De drukte en het lawaai, zijn er slechts om do misère en de eenzaamheid te ontvluchten. Als een bontkleurige stroom trekt de veelheid der dingen door ons leven. Hier en ginds meeningen, be dreigingen en verleiding, zorg, vreugde, smart. Het leven biedt veel, roept en verlokt. Tot plotseling, vroeger of later, de heel ernstige vraag voor je kamt te staan: Waarom gaat het nu eigenlijkï Wie, wat ben je? Onze rust is dan uit. Wlij doorzien ons zelf, peilen onze armoedigheid. Dat er Zooveel halfheid, zooveel' onechtheid, zooveel onzuiverheid in ons was wij waren het ons niet bewust. Wij leven ons zelf niet. Altijd richten wij ons naar anderen, naar hun meening. Nu worden wij zelf verantwoordelijk, overzien ons leven, zijn kortheid, zijn ernst. Eln niemand ia waar achtig mensch geworden zonder dat moeilijke uur, die moeilijke keuze. Bij den één langzaam komend tot bewustzijn,, bij i den ander fel en plotseling; maar aan niemand die j werkelijk leeft, gaat deze vraag voorbij, i De V.C.J.B. wil vereenigen hen, die als laatste woord over hun leven, willen belijden: „God en Zijn l Heilige wil". Tezamen willen de V.C.J.B/ers Hem zoeken, eK kander willen zij daarbij helpen. Zij willen zich met elkander bewust worden, wat hij1 van hun hart en le ven eischt. Zij weten, dat God de Heer is van deze wereld en dat zij te strijden hebben, om ook hier zijn heilige wil te doen overwinnen. Ter Plaatse. Nu én dan een onderhoud. „Miss Humfray, een dame wil u zien." ....O, te jong, veel te jong. ...„Danku, u kunt gaan Mira Humfray ...„O, hjeelemaal mijn. genre niet." ...Dank u; u kunt gaan, Miss Humfray." Ter Plaatse. Gelukkigerwijze. Ter Plaatse op een dag, een zekere Mrs. Eyton-Eyton, als kinderjuffrouw, Sfcreathaïn. Gedurende een week veel Ter Plaatse met Mrs. Eyton-Eyton. Kinderjuffrouw was een veelomvat tend woord in het Eyton-Eytcn-woordenboekom vatte allé werk, dat in een kinderkamer gedaan moet worden. Men moot dé kachel aanmaken, de vloer vegen, die maaltij den naar boven en naar bo neden brengen dienstboden, ziet u, weigeren iemand te bedienen, die zü, zooals Mrs. Eyton- Eyton met een onversotiillig lachje betoogde, niet als een der haren beschouwen. Vlug werd de léé geleerd, dat, terwijl een dienstbode nooit beet genomen" moet worden, diezelfde overweging niet uitgestrekt behoeft 'wórden tot een dame. Dienstboden Zijn zeldzaam op de markt, jonge dames goedkoop. I I X. De les van afhankelijkheid en onder geschiktheid vond Mary moeilijker om te leeren; bestudeerde die niet, oogstte daarin onheil, zr van mooi wacht.. van haar zeldzame bezoeken aan de kinderkamer. De lunch, uitgesteld, om den middagslaap van u Thomas en Ricard Eyton-Eyton jongeheer tomen de jongeheeren niet te storen, was niet wegj Thomas vocht nog met een Tusschen haar kinderen g mooi -gekleed, de gehuurde victoria op wachtend zitten; Mary stond achter hen en jongeheer sagopudding. Mrs. Eyton-Ëyton op haar géprervelde verontechuldigingon had möBtefl aanne men, werd anders ontvangen. „Mrs. Eyton! Hoe durit u mü een d^waaa noe men 1" Eén pauze van stomme verbazing; het met sago bezoedelde tafellaken in de geparfumeerde hand; sago druipend langs den zijden rok. Dat een kin derjuffrouw zelfs nog geen dienstbode zoo optrad! „Miss Humfray! U vergeet u zelf." „Neen, neen u vergeet u zelf! Hoe durft u zoo tegen mü spreken!" Nog een ootgenbük van de uiterste verbastering: de kleine Eytons kükend mefc groote oogen; hefc jonge meisje bleek, hijgendde vrouw donkerrood. Dan: „Pak uw koffers, Miss!" Zü had geen! betrekking zoo mt laatste bo naar Tim ön I zjj getracht hadden het te toch heel goed gezien, dat 't toen zü wegging, r haa de catastorph8 dreigde. Jongeheer Thomas greep naar een glas melk; Mary trachtte hem tegen ie houden. Er volgde een worsteling, haar elleboog: of de züne stiet tegen het bord pudding, wipte de kleverige massa in de zijden schoot van Mrs. Eyton-Eyton mooi gekleed, db gehuurde vic toria op haar wachtend. Woedend wendde Mrs. Eyton-Eyton zich .tot Mary. „O, jij kleine dwaas!" Het standje, dat zij met neergeslagen oogen en zajn vrouw. Hoewel verbergen, had Zü voor hen een „opït Zü hadden geen slaapgelegenheid voor "haarT dèn matsten tijd had Zij het bed in beslag genomen van ©en hunner Zoons, een zeeman, die mot ver lof tiruis was. Zij liet haar koffer in de garderobe; ging van het station de 'Wilton Road af, liep de nauwe stegen tusschen Lupus Street en de rivier; huurde bij Mrs. per wilde niets meer met haar te maken hebben; had leen woedenden brief van Mrs. Eyton-Eyton gekre gen; liet in het 'boek een wreéde streep roode inkt) zien, die getrokken was over de bladzijde, die be- „Naam: Mary Humfray" en eindigde; Sar Jopes een slaapkamertje tegen zes shilling week. Miss Ram van het Plaatsimrsbureau teijron: „Naam „Maar ik ken geen levende ziel in Honden." „U hadt een heel mooie' betrekking. U hebt 'die weggegooid. De heb een reputatie voor betrouwbaar personeel, die ik niet in de weegschaal stelleni mag." Een buiging maakte een eind a.an het onderhoud. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 1