SchagerCourant SPAANDER Co,, VAN ROME NAAR AMSTERDAM. Zaterdag 19 Juni 1926. 69ste jaargang. No. 7862. Derde Blad. Feuilleton. tenmaal voel aan boord Kantongerecht te Schagen. K. BLAAUBOER Laan Schagen. Tusschen Keulen cm Parijs, ligt de weg maar Rome, zongen wü in mijn jeugd op de kinderpar tijen, terwijl wij in een langen schakel van maasjes en jongens den dansmeester volgdeR. Wat mij betreft, heb ik nu geleerd, dat de weg naar Rome zoowel' via^ Parijsals via Keulen ligt en dat ondanks wij bij het zingen zeer nadrukke lijk den klemtoon legden op het woordje „en", ter wijl er geen sprake is van een weg ttusschen Keulen en Parijs. Terwijl ik op mijn heenreis de route over Parijs had genomen, meende ik de terugreis beter over Keulen te nemen. 's Avonds m nalf tien zou mijn trein uit Rome vertrekken. Ik had 2e klasse en daar men dan niet reserveeren kam, was ik goed op tijd, want een reisbureau zou zorgen, dat er plaats voor mij belegd werd, maar... dan moest ik toch tijdig ko men. De agent van het bureau had goed gezorgd. In de wagen van Rome naar Amsterdam had. Rij beslag weten te leggen op een halve coupé tweede klasse. Eenige fooien om mijn vele handbagage zonder last bij mij te krijgen en het coupetje voor mij te houden en de zaak was gezond. Ik had er over gedacht slaapwagen tot Milaan te nemen, maar dan moest ik met een vroeger en trein vertrekken en den volgenden morgen om 8 uur overstappen, hetgeen met mijn vele bagage lastig was, terwijl ik dan buitendien niet zeker was van een goede plaats van Milaan tot Amsterdam. Nu was ik veel beter af. Den eersten nacht bleef ik alleen en kon dus lekker slapen en wat. den volgenden dag betreft, dat Zon ik wal weer nader zien. De trein vertrok, 'de conducteur controleerde mijn kaartje en ik kom gaan slapen. De trein reed hard, doch' lekker en ik sliep spoedig. Midden in den macht werd ik wakker aoor rumoer, Florence dacht ik, draaide mij om en sliep weer in. Later herhaalde zich 't zedxde spelletje bij Bologna. Ein delijk, om 5 uur, werd ik goed wakker, keek eens uit en vond het landschap zoo mooi, dat-ik besloot niet meer te slapen. Eerst mijn toiletartikelen bij elkaar en daarna gaan scheren, wa&schan en andere kleeren aan. Ziezoo dan voelt men zich een ander mensoh. Ik had ontbijt meegekregen en ging dat lekker oppeuzelen, terwijl ik gjpnoot van de prucn- tige natuur, die in den ochtendzon zoo uiterst frisch en vroolijk 'leek. Wij kwamen langs Panna. Onwillekeurig 'denkt men dan aan de dagen van Philips II en Willem van Oranje, nl. aan de na tuurlijke dochter van Karei V, Margareta van Par- ma en aan haar zoon Aléxander Farnese, hertog van Parma, aan wiens krijgskunst de Habsburgeip 't bovenal te danken hebben, dat zij de Zuidelijke Nederlanden ten slotte behouden hebben. Parma ligt aan de Via Aemilia, den beroemden heirweg, aangelegd door den Oomsul Aemilius Lepi- dus in het jaar 187 voor Christus, na den tweeden Punisch en oorlog, ten beoeve der beveiliging der Noord- Apenijnscne provincies. In mijne stukken over Bologna heb ik wel over de Aemilia gesproken, daarbij aanduidende de ge- heele streek van Parma tot Rimini, die heden met Aemilia wordt aangeduid. Parma heeft een zeer beroemdé, in 1422 gestichtte Universiteit en haar meest beroemde zoon is zeker wel de schilder Amtomio Allegri, genaamd Oorreggio de meester van het lichtdonker. Verderop Piacenza, dat zoo geleden heeft door de jongste overstroominge». Milaan. Een uur oponthoud en rangeeren. Na aankomst werd er door de Cooks- en hotelgasten een ware aanval gedaan op den trein. Er waren veel reizigers uitgestapt maar bijna alle plaatsen werden weer bezet. Ik ging mijn RomeAmsterdam-wagen eens door en bemerkte, dat niemand der in Rome ingestapte reizigexs nog in den wagen was. Ik bleek de eeiuge reiziger RomeAmsterdam te zijn. Nadat we van Milaan vertrokken waren, bleef ik niet alleen. De gangen stonden vol en een pries ter kreeg bij mij een plaatsje. Al gauw waren wij in druk gesprek. Hij vertelde mij, dat alhoewel hij door A. S. M. HUTQHINSON, Voor Nederland bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr. 16. Mary was bij die eerste her-ontmoeting bang ge weest, dat liec de laatste zou zijn. De kinderen (Zou den het plan aan hun moeder ver tallen. Mrs. Carter zou zeker een eind maken aan den omgang. „Vraag hun het niet te zeggen," had G-eorge ge opperd. Daar viel niet aan te denken dat zou gelijk staan met iiun bedrog te leeren. ^Maar dat zou even sleohfc zijn. Neen als zy het verteken, is er niets aan te doen. En por slot van rekening „Ja. En per slot van rekening?" „Per slot van rekening, wat zou het beteoken(enP" „Voor n*j een hoeloboel," antwoordde George. Ilij keek naar haar, maar zij zocht Angela en David Zou het voor u niets boteekenenP" vroeg hy\ Zij bloosde; antwoordde met haar oogen nog afge wend naar de kinderen: „Ach ach, natuurlijk zou ik het niet prettig vinden. Ik bedoel' Maar er zijn bedoelingen, waarvoor het moeilijk is kleeren te vinden, waarin zij fatsoenlijk een| (luchtje kunnen scheppen, en hier schoot ae gar derobe van Mary's geest te kort. .George vroeg: „Bedoelt u, dat het u zou spijten met .meer met meer Hij. zag, dat ook zijn garderobe niet voldoende voorzien was. Dan légde Mary haar bedoeling nader uit. „Ja, het zou mij spijten u niet meer te zien; waarom jaou ik dat verzwijgen P Ik heb hét heel prettig gevonden u te ontmoeten." En dan schuchter wordend, trok zij vlug een mantel' aan, om het kleed te bedekken» „Ik ontmoet zoo weinig, menschen." Maar George was tevreden; zij had gezegd, dat Zij het. niet prettig zou vinden Ja., zelfs al1 had zb het niet gezegd, haar geheele manier van1 doen haa hem verzekerd, dat 't haar inderdaad Zou spijten hem niet meer te ontmoeten. Het was een gedachte, om te koesteren; een herinnering om zijn energie aan te wakkeren; een penseel om zijn wereld in vronlyke kleuren te schilderen. En evenmin hadden Zij, zooals de toekomst leer de, bang behoeven te zijn, dat de kinderen het tegen hun moeder zeggen eil daardoor een onover niets anders dam It&Eaansoh kon spreken, een Zwit ser was en wel uit Tessino., het Italiaanöche deel van Zwitserland. Hij woonde in de valei Leventina, waar hij pastoor was in een kleine parochie.. Hij sprak met groot enthousiasme over ae mooie natuur, wees mij op den St.-Gothard, die in de verte oprees en vertelde hoe mooi het ook 's winters was, al was men dan afgelegen in het dorpje zijner inwo Ihing. Het was ontstellend hoe weinig ontwikkeld de .brave man overigens was, hoe weinig hi j van ande re landen wist en alles bij hem draaide om: de eenig zalig-makende kerk. Van het Protestantisme was hij ternauwernood op de hoogte, wie GalVyn was, hoorde voor het eerst. Enfin, daar bene den in het dal woonde een arm volk, onontwikkeld, met weinig behoeften en tevreden met hun geloof. Waarom zou er dan ook een pastoor staan, die anders deed dan zelf alles wat Rome commandeert te aanvaarden en uit te voeren en daardoor de parochianen bij het Roomsohe geloof te houden. Terwijl ik dejeuneerde paste de .brave man op mijn coupé en mijn bagage en las mijn Italiaansche couranten. In Bellinzona stapte mijn reisgenoot uit. Verder bleef ik weer tot Keulen alleen. Wij waren intusaohen, nadat wij Milaan verlaten hadden, naar Oomo gespoord en al spoedig zat ik te genieten van het verrukkelijk mooie landschap. Bij Oomo heeft men een prachtig uitzicht op heb meer van dien naam. Daarna reden wij naar Luglano. Steeds afwisselend was het landschap. Bij Lugano weer een meer, het meer van Lugano. De kleur van het water dezer meren is zoo bijzonder, waarbij nu nog kwam de heerlijke voor jaar;, timen, de bloeiende heesters, het jonge groen, en aitijd in de verte de sneeuwbergen, de reuzen, die alies in dit gedeelte der wereld beheerachen en zoo mooi afsteken tegen den strakblauwen hemel. Bij Bellinzona heeft men den zijlijn naar Loear- no, een naam, die een oogen blik als het ware de menschheid bezield heeft, maar wellicht een op den duur slechts een glimlach zal opwekken bij de volgende generatie. Nu gaat de spoor door de Vallei Teventina naar den St. Gothard. Beneden ons ligt het dal aan den overkant daarvan de hooge bergen en de hel witte sneeuwtoppen. We stoppen in Airoio. Hier is feitelijk de grens van het Italiaansche deel wan Zwitserland. Trouwens, de staatkundige grens tus schen Italië en Zwitserland waera wij reeds tus schen Como en Lugano gepasseerd!. Op het perron van Airoio een troepje jongelui met siki's. Die hadden van de Pinkstervaoantie ge profiteerd om jéen frissohen neus -in de bergen te halen en door dé mooie skisport van der sneeuw te profiteerem. Na Airoio begint men reeds aan het passeer en van den beroemden bergpas van de St. Gothard te denken. Steeds weer een tunnel', steeds hooger stijgen wij, wij Zien telkens weer een stuk spoorweg of een tunnel' beneden ons liggen, waar* wij reeds gepasseerd zijn. In vroeger jaren zag men dan uit zoo'* tunnel nog de rook komen van de loco motief, thans is allee electrisoh en passeert men een tunnel' zander de verschrikking van rook en smook. Een niet genoeg te waardeeren verbe tering. Nu weer evenals vroeger valt mij bij de tocht over den St. Gothard op, het nimmer verve lende kijkje op het dorpje Gösohenen. De spoor draait steeds om dat dorpje heen, telkens weer, wanneer men uit een tunnel komt, ligt het dorpje lieflijk in het dal'. Nu gaat het door Uri naar Luzern. Wn volgen het dal van de Reuss. Het mooie Zwitsersche land schap brengt mij weer in verrukking. In Luoertn hebben wij een poos te staan. Nadat wij een kwartier gereden hebben, verandert het landschap zoo, dat ik onwillekeurig mijn pet af neem en naar de in de verte verdwijnende sneeuw toppen juich en roep: tot weerziens, mooi land. Wc passeer en het Meer van Sempach, een plek beroemd in de geschiedenis der vrijheidslievende Zwitsers. In het jaar 1386 brak de oorlog uit tusschen Keizer Leopold lil van Oostenrijk en de Zwitser sche Confederatie. In Juli trok Leopold aan het. hoofd van een machtig, leger op Luzern aan en trof bij Sempaoh de Zwitsers. Deze hadden zich in wig-vorm opgesteld. De Oostenrijkers, voor het mee- Heer en VOOR UW KLEEDING naar Alkmaar - Langestraat. komelijke hinderpaal tusschen hen oprichten zou den. Een vroegere ervaring had Angela geleerd, dat het verstandig was pietjes, die buiten den gewonen gang van gebeurtenissen lagen, niet aan moeder te vertellen. Bij het naar Ruis gaan zeidé rij dan ook tegen haar broertje: „David, ik hoop, dat die man morgen komen zal." „Dat hoop ik ook." „We zullen het niet tegen moeder zeggen." „Waarom nietP" „Omdat zij altijd Neen aagt, domoor!" „Waarom?" „0, David, je bont een domoor. Ik weet met waarom, maar ik weet het. Herinner je je die dame niet, die altijd met Miss Humfray praafcto en met ons speelde. Nou, toen we het aan moeder vertel den, zeide moeder Neen., weet je nog wel'? En toen speelde de dame met die nare roode kindoren, die altijd van zulke leelyke gezichten trekken." ,,Zal hij met die nare kinderen gaan spelen, als wij het aan moeder zeggen?" „Natuurlijk." „Waarom?" „Dat doen zij altijd, domoor." „Waarom?" Angela liep terug. „0, Miss Humfray, David is Zoo vervelend. Hy zegt niets als Waarom Er ligt een les voor ouders in dit gesprek, geloof ik. n. Leunend over de brug, kunnen we er ons toe be palen een vluggen blik te werpen op George, terwijl nij over zijn boeken' zit en de college's ijverig volgt, terwijl hij metzijn Mary de Zaterdagochtenden! doorbrengt; en. inmiddels onze aandacht meer wij den-aan zijn nicht Margaret en Bill Wijvern, haar aangebedene. Mr. William Wyvern had een belangrijk aandeel in. de gebeurtenissen genomen na den avond, dat zijn Margaret haar verzen voor George gemaakt had. In dien tjjd een collega, van George in het St. Peber's had hij nu die studie 1'aten varen an was de litteraire loopbaan ingeslagen, die hij reeds lang had willen volgen De verandering was met weinig moeite tot stand gekomen. Professor Wyvern de beroemde bioloog was te gehecht aan zijn zoon, te gewillig in ae handen van zijn liefhebbende vrouw, om zich te verzetten togen een wensch, dien Bill uitte en zijn„aoeder ondersteunde., Bill bereikte zijn doel; de korte verhalen, die in rendeel te paard en allen met lansen bewapend, stormden op de Zwitsers los en deze met hun korte zwaarden, niet opgewassen tegen den beter bewapenden vijand, begonnen te wijken. Daar sprong Arnold van Winkel ried, een Zwitsersch aan; voerder, naar voren, greep zooveel lansen als hij maar pakken kon in zijn geweldige knuisten, en drukte den geheelén bundel met het gewicht van zijn krachtig lichaam naar beneden. Nu was er een gat in den lansen-phalanx der Oostenrijkers, dade lijk startten de Zwitsers zich in dat gat, hieuwen de Oostenrijkers neer en eenmaal doorgebroken, wisten zij de krijgkans te doen jceeren. Leopold en bijna .al zijn ridders sneuvelden, de pverwinning der Zwitsers was zóó volkomen, dat bijna geen Oostenrijker ontkwam. Zwitsers zijn altijd dappere krijgslieden geweelst. In de 18e eeuw heeft de Republiek der Vereemigde Nederlanden verscheidene Zwitsers in haar leger gehad. Tot hen beoorden oua. een Generaal' Werd- (muller van Elgg, eigenaar van het kasteel en de heerlijkheid Elgg bij ZüricR. Hü maakte yan dit voorvaderlijk goed een fidei oom mis(ik meeta In •1616) en heden nog profjteeren allé afstammelingen van de wijze daaa van den Nederlandschen Gene raal'. In verscheidene landen wonen af s tamme In- gen en zijn daar steeds gezien. Ook Nederland telt Werdmullers onder Zijn beste burgers. Om zes uur arriveerden wij rn Bazel'. Eerst kwamen wij aan het Zwitsersche station aan, toen trokken wij door naar het Badisohe station. Hier had ik nog gelegenheid voor een Hollandsohe ver pleegster te zorgen Terwijl ik daarmede doende wa mende ik op het perron een vriend uit mijn Tngen jaren te zien, later kon ik hem m ar n e terugvinden. Ik had mijn coupé weer voor mij alleen en na gecoupeerd te hebben, besloot ik te gaan slapen. Ik zou uitmuntend geslapen hebben, indien niet in een paair plaatsen, waar de conducteurs afgelost werden, mijn kaartje gecontroleerd moest worden. In een slaapwagen geeft men zijn kaartje aan den speoialen conducteur van den slaapwagen en dan marcheert alles van zelf, nu wordt men per soonlij k_ gecontroleerd. Ik diep nog lekker, toen wij om 6 uur in Keulen kwamen en vond het heel onnoodig, dat een conducteur mij met geweld wakker schudde om mij tfe vertellen, dat we in Keulen waren. Toen ik echter toch wakker was, heb ik voor mijn toilet gezorgd, kon, nu de trein stil stond, gemakkelijk scheren en lakker poedelen en stapte 'n uur later frisch alè 'n hoentje op het perron. Daar kwam myn oude vriend aan. Die had in de Dortmun'der wagen gezeten vanaf Bazel, vandaar, dat ik hem niet gevonden had. Natuurlijk bood ik hem een plaats in mijni coupé aan. Zoo hebben wij gezellig samen ontbeten en gepraat en arriveerden precies op tijd om 12.55 in Amsterdam. Ik moest nog naar den chef om een paar gulden te betalen, want 'mijn kaartje luidde via Elten en ze reden nu via Veöalo, hetgeen 59 kilometer langer is. Ik betaalde natuur lijk zonder mopperen, want anders had ik bet ui Rome toch immers in lire moeten betalen. Men krijgt nu eenmaal 59 kilometer niet cadeau. Een Duitscher, die uit Keulen kwam en ook een kaartje via Elten had, moest ook betalen, maar speelde he- vTgop. Ik kon niet nalaten weer eens te consta- taeoen, hoe cliioaaeus de Duitschers "toch zijn. Een spoorwegmaatschappij is toch geen pilantropi- ■sche instelling em wanneer ze je over een route van 259 kilometer vervoerd hebben, en je hebt voor 200 kilometer betaald^ dan moet je het verschil toch bijpassen. Enfin, ik hield mij er buiten, doch kon niet nalaten te zeggen: gaat naar Engeland, meneer en leer daar: „to pay np and look pleasant". Ik ging hoogst vergenoegd over mijn zeer voor- Spoedige reis de stad in. Er zaten beneden vier controleurs, die allé vier opsprongen toen zij mij zagen en mij hartelijk begroetten Ik was getroffen vvajlt_LZe k^den mij in zes jaar niet gezien. We maakten een genoegêKjk praatje en ik ging nog ver- genoegder de stad in, neuriënde: tusschen Keulen en Parijs, ligt de weg naar Rome. Openbare terechtzitting van Donderdag 17 Juni 1926 WATERLEIDING. Begonnen wordt met de voortzetting van den zaak tegen den hoer C. L. van den Berge, te Scha gen. Als getuige is aanwezig de burgemeester van Schagen, de heer J. Coraelissen. Getuige heeft de briefwisseling, die er over dit geval gevoerd is, en de stukken in hun geheel meegebracht, om deze zoo dadelijk als bewijsstukken te gebruiken. Uit deze briefwisseling blijkt, dat de gemeente een monster water van Van den Bergh heeft opge stuurd naar het Centraal Laboratorium voor Volks- gezondheid te Utreoht, voor onderzoek. De directie iervan heeft geantwoord, dat dit zoo niet in orde was, er moest Riervoor nl. eerst het verzoek tot do gezondheidscommissie gericht warden, of deze aan tijdschriften gepubliceerd waren, werden nu te voorschijn gehaald en door den professor met blijd schap aanvaard., De beroemde bioloog worstelde er ach door één heen, verzekerde, dat hij ze alle maal gelezen had, klopte Bill met zijn beverige oude ■liand op zijn arm en gaf opgewekt de hoop op, die hij gekoesterd had om eenmaal' zijn zoon een groot chirurg te zien. Het waj BilPs eerzucht een betrekking bij een courant te krijgen. m. Nog slechts twee blikken behoeven we van onze brug te werpen en dan zullen onze hoofdpersonen gereed zijn ons aan de overzijde van het dal te ontmoeten. Een blik van hier zal' ons Mrs. Major doen zien, terwijl zj in haar dagbook schrijft: „Sêhiet op met Mr. M._ Moet si'. Overh. noodL,, Vul de afkortingen, die Mrs. Major graag in haar dagboek gebruikte, aan en we krijgen: „Schiet op met Mr. Marrapit. Moet slagen. Over haasting noodlottig." Slagen in wat? Waarvoor zou overhaasting nood lottig zijn? Luister naar een gesprek, dat ons zal kunnen inlichten gevoerd op net grasperk van Herons' Holt, Mr. Marrapit op zijn stoel met de Roos van Saron op zyn schoot en Mrs. Major hakend. Nadat een steelsohe blik Mrs. Major verzekerd had, dat zijn oogen niet gesloten waren, vermande zy zich met een diepe ademhaling; liet die met een langen zucht ontsnappen in dan vorm: „Een jaar geleden!" liet haar handen in haar schoot vallen en staarde droefgeestig naar de ondergaande zon. Zij had dien truc afgekeken van het tooneel. Mr. Marrapit richtte zijn blik op haar. „Hebt u iets gezegd, Mrs. Major?" Met een bewonderenswaardigen schrik scheen Mrs Major tot de werkelijkheid terug te keeren. „Ik geloof, dat ik hardop dacht, Mr. .Marrapit. Ik vraag u vergiffenis." „Doe dat niet. Er is geen reden voor. U hebt gezegd1: „Een jaar geléden." „Heb ik dat gezegd P" „Zeker." Een pauze volgde. De vrouw voelde, dat, wilde de zaak suooes hebben, hij 't eerst 't woord1 nemen! moest. Tot haar blijdschap ging hft voort: „Is het dan vandaag een verjaardag F' „Ja." „Van een gelukkige gebeurtenis, hoop ikP" Mrs. Major vouwde haar handen; sprak met Markiezen Zonneschermen Reparaties Zonueschermdoek per Meter- maat verkrijgbaar. Dt. Romijns om de machtiging tot het doen van een onderzoek wilde vragen! Dit is gebeurd en inge willigd en daarna is het monster water opnieuw verzonden ter onderzoek. Er is toen een afschrift binnengekomen over den uitslag van dit onderzoek, wat inhield, dat het bacteriologisch onderzoek uit wees, dat net monster water niet overeen kwam met de eischen die aan leidingwater gestold wor den. Zoover was men dus heen, dat dit vast stond. De gezondheidscommissie adviseerde vervolgens aan den gemeenteraad, niet tot ontheffing van een aansluiting van dit perceel van den Berg over te gaan, aangezien niet ten allen tijde een voldoende hoeveelheid water van voldoende kwaliteit in de bak aanwezig was. De gemeenteraad heeft een dergeljk bericht ge zonden a^n v an den ^ergh, zdio jeod dus wlR. dat hj mue.t aansluiten. De heer Van den Bergh hééft vervolgens om een voLedig analyse-rapport gevraagd, en dit rapport is hem toegezonden. Tot zoover ging de voorgeschiedenis van deze water- leiding-aansluitihgszaak. Bekl. Van den Bergh zegt alleen te hebben be weerd, dat hij niet tegen aansluiting is, mits hij maar een meter in huis krijgt- Bekl. zegt er dan heel weinig van te zuKen gebruiken, wat de meter dan zal uitwijzen. Maar, zegt bekl., ik krijg geen meter, en ik wil niet naar de oppervlakte van m'n huis betalen. Ik gebruik veel minder. De president verklaart dan, dat het nu eenmaal by de waterleiding zoo geregeld is, dat naar het oppervlak moet worden betaald. Dat moet iedereen. De O.v.J. wijst er in zijn requisitoir op, dat bekl. bekent, niet te zijn aangesloten, waar het ten slotte omgaat, is dus de overtreding van de bouwverorde ning. Wat die keuring van Ret water betreft, be klaagd bewèerde eerst dat het was goedgekeurd, wat nu blijkt, niet zoo te zijn. Het is wel een inge wikkeld probleem, zoo'n keuring, maar de adviezen van Dr. Romijns en van de gezondh'eidsoommjfeisie luiden zoo, dat het water niet goed gekeurd kan worden. De feiten zijn dus wöttig en overtuigend bewezen. Bovendien, wat het willen hebben van een meter aangaat, dleze begint pas aan te wijzen, wanneer de hoeveelheid water naar de oppervlakte van het huis berekend, opgebruikt is. Dat geeft dus niets. Waar voor bekl. de aansluiting wel geen fi nancieels moeilijkheden zal opleveren en de O.v.J. rekening kan houden met bekl.'s principieel© aren, eischt hij evengoed f5 of 5 d. De heer Van den Bergh zegt dan nog, dat het advies van de gezondheidscommissie hem onbekend was, om den indruk, dat hij dit verzwegen zou hebben, weg te nemen. Uitspraak hierin over 14 dagen. WEER WATERLEIDING. We krijgen dan Jan Visser te zien, een 30-jarig landbouwer van BarsingerhornVoor dit zaakje ia ook zeer gewensoht de aanwezigheid van de poli tic- agenten Flapper of Van Haren. Aangezien deze er niet zijn, moet één van hen eerst gezocht worden, en kan Jan Viseer wel' zoolang gaan ritten, om een ander slachtoffer te zien berechten. Het is wel eens nuttig te riem hoe het gaat. EEN OVERTREDER VAN DE TREKHON DEN WET. D© 21-jarige koopman Zweokhorst verschijnt dan, om zich te verantwoorden. Bekl'. wordt ten laste gelegd, dat hij op 20 Januari met een voertuig, waarvoor 2 honden, zou hebben gereden in Oua- karspel, zonder dat z'n -Vagen steunsels had en een drinkbak, terwijl' z'n hond in ©en houten juk liep, inplaats van in ©en leeren gordel. 'Bekl. is daar niet over tevreden. Hij vraagt Ret gareel van den hond te mogen laten zien, opdat hij z'n uitlegging kan iliustreeren. Het gareel verschijnt en blijkt een houten, met leer omkleedde ring te zijn, om den hals passend- President: Het lijkt er weT eentje voor ©een Bel gisch trekpaard, zoo'n groote. Nou, er zal wel een aardig „hondje in kunnen. Bekl. geeft dan een uitvoerig verhaal van z'n kcopmans.oopbaan, den koop van z'n hond, z'n on bekendheid met dat, wat voor een honden-equipage nu eenmaal noodig is, enz. Maar, zei bekl., ik zag. ai' gauw dat m'n hond „borstig" was, hij kon_ niet in een gewoon gareel lóopen, daarom heb ik dit ding gekocht. bewonderenswaardige extase: „O, Mr. Marrapit, van een gouden gouden bladzijde in mijn leven. „Verklaar u nader,"beval Mr. Marrapit. „Den dag, dat ik hier gekomen ben, fluisterde Mrs. Major. Mr. Marrapit bewoog langzaam zijn hoofd naar haar. Haar oogen waren afgewend. vDe tijd is vlug voorbijgesneld," zeide hij. „Voor my is hy voorbijgesneld' op op Wanhopig zocht zij naar een vergelijking. „Op vleugelen," eindigde zij. Weer een pauze en weer voelde Mrs. Major, dat voor een goed resultaat Mr. Marrapit hét woord nemen moest. Maar Mr. Marrapit, zelf onder den mdruk, sprak niet. De oogenRlikken vervloden. Bang, dat zy de gevoelens, welke Zy rioh bewast was opgewekt te hebben, niet meer zouden kunnen mhalen, haasttte Mrs. Major zich om ze tegen te houden. „Ik zou wel' eens willen weten of men gelijk heeft," zeide zij peinzend en zy zuchtte als twij felde zy. „Wie oedoelt u?" „Wel, de menschen, die zegjaan dat de tijd vliegt, als die doorgebracht wordt in aangenaam getol- eehap." „Zy hebben gelijk," verzekerde Mr. Marrapit. „O, ik voor mij twijfel er niet aan, Mr. Marrapit. Ik heb nooit geweten wat geluk is tot ik hier kwam -7 hier kwam. Maar als De kranige vrouw hield op. yGa verder," beval Mr. Marrapit. Het harde woord werd zacht uitgesproken. Mrs. Majoris hart liet twee kleine bonzen nooren; haar weToverlegd plan maakte vorderingen. „Maar als da tüd ook voo ru gevlogen sohijnt tehebbcn, Mr. Mar- Marrapit, is dan is dan, Mr. Marrapit, mijn gezelschap u ook aangenaam geweest?" Ongetwijfeld was er zachtheid in Mr. MarrapiPs stem, toen hij antwoordde: „Zeker, Mrs. Major, zeker. In mijn huishouden habt iu aan atmosfeer van vrede gebracht, die er eenigen tyd in ontbroken had.' Vóór uw komst werd uc dikwijls gekaveld door huishoudelijke zorgen, die met qp de schouders van een man vallen moesten." „O, dat heb ik gezien," antwoordde Mrs. Major ernstig, „en ik 'heb getracht ze eraf te nemen." „U hebt ze eraf genomen. U hebt niet alleen mijn katten maar ook mijn Reuken verzorgd. Ik ben nu dikwyïs in staat te genieten van avonden als deze. Deze vrede om ons haan illustreert de rust, dia m gebracht habt De rust werd op dat oogenblik 'rampzalig ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 9