SchagerCourant
SPAANDER Co,,
VAN ROME NAAR AMSTERDAM.
Zaterdag 19 Juni 1926.
69ste jaargang. No. 7862.
Derde Blad.
Feuilleton.
tenmaal voel aan boord
Kantongerecht
te Schagen.
K. BLAAUBOER
Laan Schagen.
Tusschen Keulen cm Parijs, ligt de weg maar
Rome, zongen wü in mijn jeugd op de kinderpar
tijen, terwijl wij in een langen schakel van maasjes
en jongens den dansmeester volgdeR.
Wat mij betreft, heb ik nu geleerd, dat de weg
naar Rome zoowel' via^ Parijsals via Keulen ligt
en dat ondanks wij bij het zingen zeer nadrukke
lijk den klemtoon legden op het woordje „en", ter
wijl er geen sprake is van een weg ttusschen Keulen
en Parijs.
Terwijl ik op mijn heenreis de route over Parijs
had genomen, meende ik de terugreis beter over
Keulen te nemen.
's Avonds m nalf tien zou mijn trein uit Rome
vertrekken. Ik had 2e klasse en daar men dan
niet reserveeren kam, was ik goed op tijd, want
een reisbureau zou zorgen, dat er plaats voor mij
belegd werd, maar... dan moest ik toch tijdig ko
men. De agent van het bureau had goed gezorgd.
In de wagen van Rome naar Amsterdam had. Rij
beslag weten te leggen op een halve coupé tweede
klasse. Eenige fooien om mijn vele handbagage
zonder last bij mij te krijgen en het coupetje voor
mij te houden en de zaak was gezond.
Ik had er over gedacht slaapwagen tot Milaan te
nemen, maar dan moest ik met een vroeger en trein
vertrekken en den volgenden morgen om 8 uur
overstappen, hetgeen met mijn vele bagage lastig
was, terwijl ik dan buitendien niet zeker was van
een goede plaats van Milaan tot Amsterdam.
Nu was ik veel beter af. Den eersten nacht bleef
ik alleen en kon dus lekker slapen en wat. den
volgenden dag betreft, dat Zon ik wal weer nader
zien.
De trein vertrok, 'de conducteur controleerde
mijn kaartje en ik kom gaan slapen. De trein reed
hard, doch' lekker en ik sliep spoedig. Midden in
den macht werd ik wakker aoor rumoer, Florence
dacht ik, draaide mij om en sliep weer in. Later
herhaalde zich 't zedxde spelletje bij Bologna. Ein
delijk, om 5 uur, werd ik goed wakker, keek eens
uit en vond het landschap zoo mooi, dat-ik besloot
niet meer te slapen. Eerst mijn toiletartikelen bij
elkaar en daarna gaan scheren, wa&schan en andere
kleeren aan. Ziezoo dan voelt men zich een ander
mensoh. Ik had ontbijt meegekregen en ging dat
lekker oppeuzelen, terwijl ik gjpnoot van de prucn-
tige natuur, die in den ochtendzon zoo uiterst
frisch en vroolijk 'leek. Wij kwamen langs Panna.
Onwillekeurig 'denkt men dan aan de dagen van
Philips II en Willem van Oranje, nl. aan de na
tuurlijke dochter van Karei V, Margareta van Par-
ma en aan haar zoon Aléxander Farnese, hertog
van Parma, aan wiens krijgskunst de Habsburgeip
't bovenal te danken hebben, dat zij de Zuidelijke
Nederlanden ten slotte behouden hebben.
Parma ligt aan de Via Aemilia, den beroemden
heirweg, aangelegd door den Oomsul Aemilius Lepi-
dus in het jaar 187 voor Christus, na den tweeden
Punisch en oorlog, ten beoeve der beveiliging der
Noord- Apenijnscne provincies.
In mijne stukken over Bologna heb ik wel over
de Aemilia gesproken, daarbij aanduidende de ge-
heele streek van Parma tot Rimini, die heden met
Aemilia wordt aangeduid.
Parma heeft een zeer beroemdé, in 1422 gestichtte
Universiteit en haar meest beroemde zoon is zeker
wel de schilder Amtomio Allegri, genaamd Oorreggio
de meester van het lichtdonker.
Verderop Piacenza, dat zoo geleden heeft door
de jongste overstroominge».
Milaan. Een uur oponthoud en rangeeren. Na
aankomst werd er door de Cooks- en hotelgasten
een ware aanval gedaan op den trein. Er waren
veel reizigers uitgestapt maar bijna alle plaatsen
werden weer bezet.
Ik ging mijn RomeAmsterdam-wagen eens door
en bemerkte, dat niemand der in Rome ingestapte
reizigexs nog in den wagen was. Ik bleek de eeiuge
reiziger RomeAmsterdam te zijn.
Nadat we van Milaan vertrokken waren, bleef
ik niet alleen. De gangen stonden vol en een pries
ter kreeg bij mij een plaatsje. Al gauw waren wij in
druk gesprek. Hij vertelde mij, dat alhoewel hij
door A. S. M. HUTQHINSON,
Voor Nederland bewerkt door
W. J. A. ROLDANUS Jr.
16.
Mary was bij die eerste her-ontmoeting bang ge
weest, dat liec de laatste zou zijn. De kinderen (Zou
den het plan aan hun moeder ver tallen. Mrs. Carter
zou zeker een eind maken aan den omgang.
„Vraag hun het niet te zeggen," had G-eorge ge
opperd.
Daar viel niet aan te denken dat zou gelijk staan
met iiun bedrog te leeren.
^Maar dat zou even sleohfc zijn. Neen als
zy het verteken, is er niets aan te doen. En por
slot van rekening
„Ja. En per slot van rekening?"
„Per slot van rekening, wat zou het beteoken(enP"
„Voor n*j een hoeloboel," antwoordde George.
Ilij keek naar haar, maar zij zocht Angela en David
Zou het voor u niets boteekenenP" vroeg hy\
Zij bloosde; antwoordde met haar oogen nog afge
wend naar de kinderen: „Ach ach, natuurlijk zou
ik het niet prettig vinden. Ik bedoel'
Maar er zijn bedoelingen, waarvoor het moeilijk
is kleeren te vinden, waarin zij fatsoenlijk een|
(luchtje kunnen scheppen, en hier schoot ae gar
derobe van Mary's geest te kort.
.George vroeg: „Bedoelt u, dat het u zou spijten
met .meer met meer
Hij. zag, dat ook zijn garderobe niet voldoende
voorzien was.
Dan légde Mary haar bedoeling nader uit. „Ja,
het zou mij spijten u niet meer te zien; waarom jaou
ik dat verzwijgen P Ik heb hét heel prettig gevonden
u te ontmoeten." En dan schuchter wordend, trok
zij vlug een mantel' aan, om het kleed te bedekken»
„Ik ontmoet zoo weinig, menschen."
Maar George was tevreden; zij had gezegd, dat Zij
het. niet prettig zou vinden Ja., zelfs al1 had zb
het niet gezegd, haar geheele manier van1 doen haa
hem verzekerd, dat 't haar inderdaad Zou spijten
hem niet meer te ontmoeten. Het was een gedachte,
om te koesteren; een herinnering om zijn energie
aan te wakkeren; een penseel om zijn wereld in
vronlyke kleuren te schilderen.
En evenmin hadden Zij, zooals de toekomst leer
de, bang behoeven te zijn, dat de kinderen het
tegen hun moeder zeggen eil daardoor een onover
niets anders dam It&Eaansoh kon spreken, een Zwit
ser was en wel uit Tessino., het Italiaanöche deel
van Zwitserland.
Hij woonde in de valei Leventina, waar hij
pastoor was in een kleine parochie.. Hij sprak met
groot enthousiasme over ae mooie natuur, wees
mij op den St.-Gothard, die in de verte oprees
en vertelde hoe mooi het ook 's winters was, al
was men dan afgelegen in het dorpje zijner inwo
Ihing. Het was ontstellend hoe weinig ontwikkeld de
.brave man overigens was, hoe weinig hi j van ande
re landen wist en alles bij hem draaide om: de
eenig zalig-makende kerk. Van het Protestantisme
was hij ternauwernood op de hoogte, wie GalVyn
was, hoorde voor het eerst. Enfin, daar bene
den in het dal woonde een arm volk, onontwikkeld,
met weinig behoeften en tevreden met hun geloof.
Waarom zou er dan ook een pastoor staan, die
anders deed dan zelf alles wat Rome commandeert
te aanvaarden en uit te voeren en daardoor de
parochianen bij het Roomsohe geloof te houden.
Terwijl ik dejeuneerde paste de .brave man op
mijn coupé en mijn bagage en las mijn Italiaansche
couranten.
In Bellinzona stapte mijn reisgenoot uit. Verder
bleef ik weer tot Keulen alleen.
Wij waren intusaohen, nadat wij Milaan verlaten
hadden, naar Oomo gespoord en al spoedig zat ik te
genieten van het verrukkelijk mooie landschap.
Bij Oomo heeft men een prachtig uitzicht op
heb meer van dien naam. Daarna reden wij naar
Luglano. Steeds afwisselend was het landschap. Bij
Lugano weer een meer, het meer van Lugano. De
kleur van het water dezer meren is zoo bijzonder,
waarbij nu nog kwam de heerlijke voor jaar;, timen,
de bloeiende heesters, het jonge groen, en aitijd in
de verte de sneeuwbergen, de reuzen, die alies in
dit gedeelte der wereld beheerachen en zoo mooi
afsteken tegen den strakblauwen hemel.
Bij Bellinzona heeft men den zijlijn naar Loear-
no, een naam, die een oogen blik als het ware de
menschheid bezield heeft, maar wellicht een op den
duur slechts een glimlach zal opwekken bij de
volgende generatie.
Nu gaat de spoor door de Vallei Teventina naar
den St. Gothard. Beneden ons ligt het dal aan
den overkant daarvan de hooge bergen en de hel
witte sneeuwtoppen. We stoppen in Airoio. Hier is
feitelijk de grens van het Italiaansche deel wan
Zwitserland. Trouwens, de staatkundige grens tus
schen Italië en Zwitserland waera wij reeds tus
schen Como en Lugano gepasseerd!.
Op het perron van Airoio een troepje jongelui
met siki's. Die hadden van de Pinkstervaoantie ge
profiteerd om jéen frissohen neus -in de bergen te
halen en door dé mooie skisport van der sneeuw
te profiteerem.
Na Airoio begint men reeds aan het passeer en van
den beroemden bergpas van de St. Gothard te
denken. Steeds weer een tunnel', steeds hooger
stijgen wij, wij Zien telkens weer een stuk spoorweg
of een tunnel' beneden ons liggen, waar* wij reeds
gepasseerd zijn. In vroeger jaren zag men dan
uit zoo'* tunnel nog de rook komen van de loco
motief, thans is allee electrisoh en passeert men
een tunnel' zander de verschrikking van rook en
smook. Een niet genoeg te waardeeren verbe
tering.
Nu weer evenals vroeger valt mij bij de
tocht over den St. Gothard op, het nimmer verve
lende kijkje op het dorpje Gösohenen. De spoor
draait steeds om dat dorpje heen, telkens weer,
wanneer men uit een tunnel komt, ligt het dorpje
lieflijk in het dal'.
Nu gaat het door Uri naar Luzern. Wn volgen
het dal van de Reuss. Het mooie Zwitsersche land
schap brengt mij weer in verrukking.
In Luoertn hebben wij een poos te staan. Nadat
wij een kwartier gereden hebben, verandert het
landschap zoo, dat ik onwillekeurig mijn pet af
neem en naar de in de verte verdwijnende sneeuw
toppen juich en roep: tot weerziens, mooi land.
Wc passeer en het Meer van Sempach, een plek
beroemd in de geschiedenis der vrijheidslievende
Zwitsers.
In het jaar 1386 brak de oorlog uit tusschen
Keizer Leopold lil van Oostenrijk en de Zwitser
sche Confederatie. In Juli trok Leopold aan het.
hoofd van een machtig, leger op Luzern aan en
trof bij Sempaoh de Zwitsers. Deze hadden zich in
wig-vorm opgesteld. De Oostenrijkers, voor het mee-
Heer en
VOOR UW KLEEDING naar
Alkmaar - Langestraat.
komelijke hinderpaal tusschen hen oprichten zou
den. Een vroegere ervaring had Angela geleerd,
dat het verstandig was pietjes, die buiten den
gewonen gang van gebeurtenissen lagen, niet aan
moeder te vertellen.
Bij het naar Ruis gaan zeidé rij dan ook tegen
haar broertje:
„David, ik hoop, dat die man morgen komen
zal."
„Dat hoop ik ook."
„We zullen het niet tegen moeder zeggen."
„Waarom nietP"
„Omdat zij altijd Neen aagt, domoor!"
„Waarom?"
„0, David, je bont een domoor. Ik weet met
waarom, maar ik weet het. Herinner je je die dame
niet, die altijd met Miss Humfray praafcto en met
ons speelde. Nou, toen we het aan moeder vertel
den, zeide moeder Neen., weet je nog wel'? En toen
speelde de dame met die nare roode kindoren, die
altijd van zulke leelyke gezichten trekken."
,,Zal hij met die nare kinderen gaan spelen, als
wij het aan moeder zeggen?"
„Natuurlijk."
„Waarom?"
„Dat doen zij altijd, domoor."
„Waarom?"
Angela liep terug. „0, Miss Humfray, David is
Zoo vervelend.
Hy zegt niets als Waarom
Er ligt een les voor ouders in dit gesprek, geloof ik.
n.
Leunend over de brug, kunnen we er ons toe be
palen een vluggen blik te werpen op George, terwijl
nij over zijn boeken' zit en de college's ijverig volgt,
terwijl hij metzijn Mary de Zaterdagochtenden!
doorbrengt; en. inmiddels onze aandacht meer wij
den-aan zijn nicht Margaret en Bill Wijvern, haar
aangebedene.
Mr. William Wyvern had een belangrijk aandeel
in. de gebeurtenissen genomen na den avond, dat
zijn Margaret haar verzen voor George gemaakt
had. In dien tjjd een collega, van George in het St.
Peber's had hij nu die studie 1'aten varen an was
de litteraire loopbaan ingeslagen, die hij reeds lang
had willen volgen De verandering was met weinig
moeite tot stand gekomen. Professor Wyvern
de beroemde bioloog was te gehecht aan zijn
zoon, te gewillig in ae handen van zijn liefhebbende
vrouw, om zich te verzetten togen een wensch, dien
Bill uitte en zijn„aoeder ondersteunde.,
Bill bereikte zijn doel; de korte verhalen, die in
rendeel te paard en allen met lansen bewapend,
stormden op de Zwitsers los en deze met hun
korte zwaarden, niet opgewassen tegen den beter
bewapenden vijand, begonnen te wijken. Daar
sprong Arnold van Winkel ried, een Zwitsersch aan;
voerder, naar voren, greep zooveel lansen als hij
maar pakken kon in zijn geweldige knuisten, en
drukte den geheelén bundel met het gewicht van
zijn krachtig lichaam naar beneden. Nu was er een
gat in den lansen-phalanx der Oostenrijkers, dade
lijk startten de Zwitsers zich in dat gat, hieuwen
de Oostenrijkers neer en eenmaal doorgebroken,
wisten zij de krijgkans te doen jceeren. Leopold
en bijna .al zijn ridders sneuvelden, de pverwinning
der Zwitsers was zóó volkomen, dat bijna geen
Oostenrijker ontkwam.
Zwitsers zijn altijd dappere krijgslieden geweelst.
In de 18e eeuw heeft de Republiek der Vereemigde
Nederlanden verscheidene Zwitsers in haar leger
gehad. Tot hen beoorden oua. een Generaal' Werd-
(muller van Elgg, eigenaar van het kasteel en de
heerlijkheid Elgg bij ZüricR. Hü maakte yan dit
voorvaderlijk goed een fidei oom mis(ik meeta In
•1616) en heden nog profjteeren allé afstammelingen
van de wijze daaa van den Nederlandschen Gene
raal'. In verscheidene landen wonen af s tamme In-
gen en zijn daar steeds gezien. Ook Nederland telt
Werdmullers onder Zijn beste burgers.
Om zes uur arriveerden wij rn Bazel'. Eerst
kwamen wij aan het Zwitsersche station aan, toen
trokken wij door naar het Badisohe station. Hier
had ik nog gelegenheid voor een Hollandsohe ver
pleegster te zorgen Terwijl ik daarmede doende
wa mende ik op het perron een vriend uit mijn
Tngen jaren te zien, later kon ik hem m ar n e
terugvinden.
Ik had mijn coupé weer voor mij alleen en na
gecoupeerd te hebben, besloot ik te gaan slapen. Ik
zou uitmuntend geslapen hebben, indien niet in
een paair plaatsen, waar de conducteurs afgelost
werden, mijn kaartje gecontroleerd moest worden.
In een slaapwagen geeft men zijn kaartje aan
den speoialen conducteur van den slaapwagen en
dan marcheert alles van zelf, nu wordt men per
soonlij k_ gecontroleerd.
Ik diep nog lekker, toen wij om 6 uur in
Keulen kwamen en vond het heel onnoodig, dat een
conducteur mij met geweld wakker schudde om mij
tfe vertellen, dat we in Keulen waren. Toen ik
echter toch wakker was, heb ik voor mijn toilet
gezorgd, kon, nu de trein stil stond, gemakkelijk
scheren en lakker poedelen en stapte 'n uur later
frisch alè 'n hoentje op het perron. Daar kwam
myn oude vriend aan. Die had in de Dortmun'der
wagen gezeten vanaf Bazel, vandaar, dat ik hem
niet gevonden had. Natuurlijk bood ik hem een
plaats in mijni coupé aan. Zoo hebben wij gezellig
samen ontbeten en gepraat en arriveerden precies
op tijd om 12.55 in Amsterdam. Ik moest nog naar
den chef om een paar gulden te betalen, want 'mijn
kaartje luidde via Elten en ze reden nu via Veöalo,
hetgeen 59 kilometer langer is. Ik betaalde natuur
lijk zonder mopperen, want anders had ik bet
ui Rome toch immers in lire moeten betalen. Men
krijgt nu eenmaal 59 kilometer niet cadeau. Een
Duitscher, die uit Keulen kwam en ook een kaartje
via Elten had, moest ook betalen, maar speelde he-
vTgop. Ik kon niet nalaten weer eens te consta-
taeoen, hoe cliioaaeus de Duitschers "toch zijn. Een
spoorwegmaatschappij is toch geen pilantropi-
■sche instelling em wanneer ze je over een route van
259 kilometer vervoerd hebben, en je hebt voor 200
kilometer betaald^ dan moet je het verschil toch
bijpassen. Enfin, ik hield mij er buiten, doch kon
niet nalaten te zeggen: gaat naar Engeland, meneer
en leer daar: „to pay np and look pleasant".
Ik ging hoogst vergenoegd over mijn zeer voor-
Spoedige reis de stad in. Er zaten beneden vier
controleurs, die allé vier opsprongen toen zij mij
zagen en mij hartelijk begroetten Ik was getroffen
vvajlt_LZe k^den mij in zes jaar niet gezien. We
maakten een genoegêKjk praatje en ik ging nog ver-
genoegder de stad in, neuriënde: tusschen Keulen
en Parijs, ligt de weg naar Rome.
Openbare terechtzitting van Donderdag 17 Juni 1926
WATERLEIDING.
Begonnen wordt met de voortzetting van den
zaak tegen den hoer C. L. van den Berge, te Scha
gen. Als getuige is aanwezig de burgemeester van
Schagen, de heer J. Coraelissen. Getuige heeft de
briefwisseling, die er over dit geval gevoerd is, en
de stukken in hun geheel meegebracht, om deze zoo
dadelijk als bewijsstukken te gebruiken.
Uit deze briefwisseling blijkt, dat de gemeente
een monster water van Van den Bergh heeft opge
stuurd naar het Centraal Laboratorium voor Volks-
gezondheid te Utreoht, voor onderzoek. De directie
iervan heeft geantwoord, dat dit zoo niet in orde
was, er moest Riervoor nl. eerst het verzoek tot do
gezondheidscommissie gericht warden, of deze aan
tijdschriften gepubliceerd waren, werden nu te
voorschijn gehaald en door den professor met blijd
schap aanvaard., De beroemde bioloog worstelde
er ach door één heen, verzekerde, dat hij ze alle
maal gelezen had, klopte Bill met zijn beverige oude
■liand op zijn arm en gaf opgewekt de hoop op, die
hij gekoesterd had om eenmaal' zijn zoon een groot
chirurg te zien.
Het waj BilPs eerzucht een betrekking bij een
courant te krijgen.
m.
Nog slechts twee blikken behoeven we van onze
brug te werpen en dan zullen onze hoofdpersonen
gereed zijn ons aan de overzijde van het dal
te ontmoeten.
Een blik van hier zal' ons Mrs. Major doen zien,
terwijl zj in haar dagbook schrijft:
„Sêhiet op met Mr. M._ Moet si'. Overh. noodL,,
Vul de afkortingen, die Mrs. Major graag in
haar dagboek gebruikte, aan en we krijgen:
„Schiet op met Mr. Marrapit. Moet slagen. Over
haasting noodlottig."
Slagen in wat? Waarvoor zou overhaasting nood
lottig zijn? Luister naar een gesprek, dat ons zal
kunnen inlichten gevoerd op net grasperk van
Herons' Holt, Mr. Marrapit op zijn stoel met de
Roos van Saron op zyn schoot en Mrs. Major
hakend.
Nadat een steelsohe blik Mrs. Major verzekerd
had, dat zijn oogen niet gesloten waren, vermande
zy zich met een diepe ademhaling; liet die met een
langen zucht ontsnappen in dan vorm: „Een jaar
geleden!" liet haar handen in haar schoot vallen
en staarde droefgeestig naar de ondergaande zon.
Zij had dien truc afgekeken van het tooneel.
Mr. Marrapit richtte zijn blik op haar.
„Hebt u iets gezegd, Mrs. Major?"
Met een bewonderenswaardigen schrik scheen Mrs
Major tot de werkelijkheid terug te keeren. „Ik
geloof, dat ik hardop dacht, Mr. .Marrapit. Ik
vraag u vergiffenis."
„Doe dat niet. Er is geen reden voor. U hebt
gezegd1: „Een jaar geléden."
„Heb ik dat gezegd P"
„Zeker."
Een pauze volgde. De vrouw voelde, dat, wilde de
zaak suooes hebben, hij 't eerst 't woord1 nemen!
moest. Tot haar blijdschap ging hft voort:
„Is het dan vandaag een verjaardag F'
„Ja."
„Van een gelukkige gebeurtenis, hoop ikP"
Mrs. Major vouwde haar handen; sprak met
Markiezen
Zonneschermen
Reparaties
Zonueschermdoek per Meter-
maat verkrijgbaar.
Dt. Romijns om de machtiging tot het doen van een
onderzoek wilde vragen! Dit is gebeurd en inge
willigd en daarna is het monster water opnieuw
verzonden ter onderzoek. Er is toen een afschrift
binnengekomen over den uitslag van dit onderzoek,
wat inhield, dat het bacteriologisch onderzoek uit
wees, dat net monster water niet overeen kwam
met de eischen die aan leidingwater gestold wor
den. Zoover was men dus heen, dat dit vast stond.
De gezondheidscommissie adviseerde vervolgens
aan den gemeenteraad, niet tot ontheffing van
een aansluiting van dit perceel van den Berg over
te gaan, aangezien niet ten allen tijde een voldoende
hoeveelheid water van voldoende kwaliteit in de
bak aanwezig was.
De gemeenteraad heeft een dergeljk bericht ge
zonden a^n v an den ^ergh, zdio jeod dus wlR.
dat hj mue.t aansluiten. De heer Van den Bergh
hééft vervolgens om een voLedig analyse-rapport
gevraagd, en dit rapport is hem toegezonden. Tot
zoover ging de voorgeschiedenis van deze water-
leiding-aansluitihgszaak.
Bekl. Van den Bergh zegt alleen te hebben be
weerd, dat hij niet tegen aansluiting is, mits hij
maar een meter in huis krijgt- Bekl. zegt er dan
heel weinig van te zuKen gebruiken, wat de meter
dan zal uitwijzen. Maar, zegt bekl., ik krijg geen
meter, en ik wil niet naar de oppervlakte van m'n
huis betalen. Ik gebruik veel minder.
De president verklaart dan, dat het nu eenmaal
by de waterleiding zoo geregeld is, dat naar het
oppervlak moet worden betaald. Dat moet iedereen.
De O.v.J. wijst er in zijn requisitoir op, dat bekl.
bekent, niet te zijn aangesloten, waar het ten slotte
omgaat, is dus de overtreding van de bouwverorde
ning. Wat die keuring van Ret water betreft, be
klaagd bewèerde eerst dat het was goedgekeurd,
wat nu blijkt, niet zoo te zijn. Het is wel een inge
wikkeld probleem, zoo'n keuring, maar de adviezen
van Dr. Romijns en van de gezondh'eidsoommjfeisie
luiden zoo, dat het water niet goed gekeurd kan
worden. De feiten zijn dus wöttig en overtuigend
bewezen. Bovendien, wat het willen hebben van
een meter aangaat, dleze begint pas aan te wijzen,
wanneer de hoeveelheid water naar de oppervlakte
van het huis berekend, opgebruikt is. Dat geeft dus
niets. Waar voor bekl. de aansluiting wel geen fi
nancieels moeilijkheden zal opleveren en de O.v.J.
rekening kan houden met bekl.'s principieel©
aren, eischt hij evengoed f5 of 5 d.
De heer Van den Bergh zegt dan nog, dat het
advies van de gezondheidscommissie hem onbekend
was, om den indruk, dat hij dit verzwegen zou
hebben, weg te nemen.
Uitspraak hierin over 14 dagen.
WEER WATERLEIDING.
We krijgen dan Jan Visser te zien, een 30-jarig
landbouwer van BarsingerhornVoor dit zaakje ia
ook zeer gewensoht de aanwezigheid van de poli tic-
agenten Flapper of Van Haren. Aangezien deze er
niet zijn, moet één van hen eerst gezocht worden,
en kan Jan Viseer wel' zoolang gaan ritten, om een
ander slachtoffer te zien berechten. Het is wel eens
nuttig te riem hoe het gaat.
EEN OVERTREDER VAN DE TREKHON
DEN WET.
D© 21-jarige koopman Zweokhorst verschijnt dan,
om zich te verantwoorden. Bekl'. wordt ten laste
gelegd, dat hij op 20 Januari met een voertuig,
waarvoor 2 honden, zou hebben gereden in Oua-
karspel, zonder dat z'n -Vagen steunsels had en
een drinkbak, terwijl' z'n hond in ©en houten juk
liep, inplaats van in ©en leeren gordel. 'Bekl. is daar
niet over tevreden. Hij vraagt Ret gareel van den
hond te mogen laten zien, opdat hij z'n uitlegging
kan iliustreeren. Het gareel verschijnt en blijkt een
houten, met leer omkleedde ring te zijn, om den
hals passend-
President: Het lijkt er weT eentje voor ©een Bel
gisch trekpaard, zoo'n groote. Nou, er zal wel een
aardig „hondje in kunnen. Bekl. geeft dan een
uitvoerig verhaal van z'n kcopmans.oopbaan, den
koop van z'n hond, z'n on bekendheid met dat,
wat voor een honden-equipage nu eenmaal noodig
is, enz. Maar, zei bekl., ik zag. ai' gauw dat m'n
hond „borstig" was, hij kon_ niet in een gewoon
gareel lóopen, daarom heb ik dit ding gekocht.
bewonderenswaardige extase: „O, Mr. Marrapit,
van een gouden gouden bladzijde in mijn leven.
„Verklaar u nader,"beval Mr. Marrapit.
„Den dag, dat ik hier gekomen ben, fluisterde
Mrs. Major.
Mr. Marrapit bewoog langzaam zijn hoofd naar
haar. Haar oogen waren afgewend. vDe tijd is
vlug voorbijgesneld," zeide hij.
„Voor my is hy voorbijgesneld' op op
Wanhopig zocht zij naar een vergelijking. „Op
vleugelen," eindigde zij.
Weer een pauze en weer voelde Mrs. Major, dat
voor een goed resultaat Mr. Marrapit hét woord
nemen moest. Maar Mr. Marrapit, zelf onder den
mdruk, sprak niet. De oogenRlikken vervloden.
Bang, dat zy de gevoelens, welke Zy rioh bewast
was opgewekt te hebben, niet meer zouden kunnen
mhalen, haasttte Mrs. Major zich om ze tegen te
houden.
„Ik zou wel' eens willen weten of men gelijk
heeft," zeide zij peinzend en zy zuchtte als twij
felde zy.
„Wie oedoelt u?"
„Wel, de menschen, die zegjaan dat de tijd vliegt,
als die doorgebracht wordt in aangenaam getol-
eehap."
„Zy hebben gelijk," verzekerde Mr. Marrapit.
„O, ik voor mij twijfel er niet aan, Mr. Marrapit.
Ik heb nooit geweten wat geluk is tot ik hier kwam
-7 hier kwam. Maar als De kranige vrouw
hield op.
yGa verder," beval Mr. Marrapit.
Het harde woord werd zacht uitgesproken. Mrs.
Majoris hart liet twee kleine bonzen nooren; haar
weToverlegd plan maakte vorderingen. „Maar als da
tüd ook voo ru gevlogen sohijnt tehebbcn, Mr. Mar-
Marrapit, is dan is dan, Mr. Marrapit, mijn
gezelschap u ook aangenaam geweest?"
Ongetwijfeld was er zachtheid in Mr. MarrapiPs
stem, toen hij antwoordde:
„Zeker, Mrs. Major, zeker. In mijn huishouden
habt iu aan atmosfeer van vrede gebracht, die er
eenigen tyd in ontbroken had.' Vóór uw komst werd
uc dikwijls gekaveld door huishoudelijke zorgen,
die met qp de schouders van een man vallen
moesten."
„O, dat heb ik gezien," antwoordde Mrs. Major
ernstig, „en ik 'heb getracht ze eraf te nemen."
„U hebt ze eraf genomen. U hebt niet alleen mijn
katten maar ook mijn Reuken verzorgd. Ik ben
nu dikwyïs in staat te genieten van avonden als
deze. Deze vrede om ons haan illustreert de rust,
dia m gebracht habt
De rust werd op dat oogenblik 'rampzalig ver-