Schager Courant
Donderdag 24 Juni 1926.
69ste Jaargang. Nó. 7865.
Tweede Blad.
Brieven over Engeland.
Polder Heerhugowaard.
Gemengd Nieuws.
Wie zich mei ingang van 1 Juli '26
opgceSl als lezer van de Schager
Couranl, onlvangl de nog verschijnende
nummers van Juni
GRATIS.
19 Juni 1926.
De gekste dingen gebeuren in de wereld. Niet alle
dagen misschien, maar dan toch in elk geval, wan
neer het ze geregen komt.
't Is haast onnoodig voorbeelden te geven. Ieder
kent er in zijn eigen omgeving. Van die toevallig
heden, die je aan een vierderangs romannetje doen
denken. Die je in dat romannetje hinderen, omdat ze
zoo onnatuurlijk zijn, en die toch in het leven zoo
af en toe voorkomen.
Daarbij de dingen, en dat zijn er nog al wat, die
w ij misschien niet kunnen verklaren, en dus won
derlijk vinden, en die voor een ander mensch dood
natuurlijk zijn. Waarom bijvoorbeeld, ik ben bezig
te verhuizen kan ik met den sleutel van het huis,
dat ik op het oogenblik nog bewoon, niet de voor
deur openmaken van mijn nieuwe huis, en wel om
gekeerd met den sleutel daarvan de deur van het
eerste. Dat lijkt me een onbillijke bevoorrechting van
de eene deur boven de andere. Ondertusschen zal ik
steecfs, na mijn verhuizing, gelegenheid hebben on
gevraagd een visite af te leggen bij de mij thans nog
onbekende nieuwe bewoners van mijn tegenwoordig
huis.
Dan wat menschen betreft. Dat is een jongen, die
het ver zal brengen in de wereld, zeg je van een
bolleboos op school, en hij brengt zijn leven door
I als klerk op een kantoor of wordt agent voor een
levensverzekering. „Wat er van dien jongen terecht
moet komen?!" zuchten zijn onderwijzers, „nou kent
I hij nog de tafels van vermenigvuldiging niet". Blijkt
het dan, dat hun sombere verwachtingen ongegrond
I waren, dan komt er een spreekwoord aan te pas:
i Hans komt door zijn domheid voort. En vermeerde-
I ren de rijkdommen van Hans zich meer en meer, sta
pelt. de een zich op den ander, dan komt er, minder
netjes, een beschuldiging aan het adres van het geluk
1 in 'verband met een groote hoop.
Toch is het, vermoed ik. niet altijd geluk, dat Hans
voorthelpt. Ook vermoed ik, dat de onderwijzers wel
1 gelijk hadden, toen ze beweerden, dat Ilans zijn ta-
I fels niet kende, maar vergisten ze zich, toen ze dach-
j ten, dat hij dus op geen enkel gebied iets presteerde.
Ik heb zoo juist iets gelezen over een zekeren Ame-
'rikaan, Lord Timothy Dcxter, die me wel even aan
Hans deed denken. Ik weet wel niet, of hij de tafels
vroeg of laat of heelemaal niet kende, maar met zijn
-1 spelling stond hij in elk geval ook op later leeftijd
i op heel gespannen voet. Hoewel hij datzclf wel nooit
ingezien zal hebben. Als je het Engelsch van Lord
Timothy Dexter leest, krijg je meer het idee, dat h ij
de spelling, dan dat de spelling hem de baas is. Hij
behandelt de letters als Nicolaas op strooiavond de
pepernoten. I-Iii gooit ze naar links en rechts, en
maakt zich ondertusschen ook nog verstaanbaar.
Want'men moet weten, dat onder de daden van
Lord Timothy ook behoort het schrijven van een
boek: zijn levensgeschiedenis. Het gekste van die ge
schiedenis is, dunkt mij, dat ze echt gebeurd is. Was
het nu nog maar een gewoon romannetje, dan kon
den we er tenminste onze schouders voor ophalen.
Maar wat geeft het, of je je schouders ophaalt voor
iets, dat waar gebeurd is.
Den 22 Januari (Lord Timothy spelt Januari een
beetje anders, maar het komt op'hetzelfde, neer) van
het jaar 1747 werd hij geboren. Hij stierf den 23 Oc-
tober 1806, na een van de vreemdste levens waar
schijnlijk. die een mensch ooit geleefd heeft.
Zijn eersten aanval op de wereld begon Timothy
Dexter i'hij werd pas Lord, toen hij zich den titel
later beel eigenmachtig toeeigende) als een leerbe-
reider, en was aan het eind van zijn leertijd voor dat
vak ook in het gelukkig bezit van acht dollars en
twintig centen Twintig en een halve gulden is-niet
direct, wat men onder rijkdom verstaat, maar het
kwam voor Timothy Dexter op hetzelfde neer, want
hij had de besliste overtuiging, dat hij eenmaal schat
ten zo uverwerven.
De middelen, die hij te baat nam, om die schatten
te verwerven, zouden eiken handelaar, die zich op
gezond verstand kan beroemen, de haren te berge
doen rijzen. Maar Timothy Dexter ging kalm zijn weg,
dien hij klaar en duidelijk voor zich zag als regelrecht
leidend naar zijn doel.
Hij begon met een weduwe met vier kinderen te
trouwen, wat we zeker mogen beschouwen als een
bewijs, 'dat hij de rijkdommen al in de verte aan zag
komen. Toen begon hij in valuta's te doen. Geld van
weinig of geen waarde kocht hij op in groote hoe
veelheden, en niet zoodra had hij het, of het werd echt
geld, duur geld.En Timothy was, volstrekt niet tot zijn
verbazing, op slag rijk.
Het eerste, wat hem nu te doen stond, was zijn
medeburgers te ergeren. I-lij1 woonde in Newburyport,
Massachusetts, een plaatsje waar iedereen iedereen
kent. In 1910 vind ik, dat Newburyport een bevolking
had van ruim 14000 menschen, dus toen Timothy in
de valuta ging, zal het er wel niet meer dan een dui
zend of vijf, zes gehad hebben.
De dertigen onder die duizend of vijf, zes, zouden
hot Timothy misschien niet zoo erg kwalijk genomen
bobben, dat hij rijk geworden was, als hij maar een
voudig was blijven wonen en netjes zijn pot was blij
ven .afnemen. Maar in plaats daarvan kocht hij een
groot huis en ging dat echt „rijk" inrichten. Wiji zou
den misschien denken, dat niemand graag een par
venu wordt genoemd. Glad mis. Voor Timothy Dexter
was het zijn lust en zijn leven. Heel Newburyport
sloeg ,de oogen en hief de handen in afschuw en ver
ontwaardiging ten hemel over 't gedrag, ht. wange
drag van deze "parvenu .eerste klas. Newburyport
sprak over hem, schreef óver hem, wees hem na, wil
de niets met hem te doen hebben, keerde hem don
rug toe, en Timothy genoot. Dat was de moeite
waard om voor te leven!
Het was een van zijn eigenschappen. Tot aan zijn
dood kon het Lord Timothy absoluut niet schelen
w a t. de menschen van hem zeiden, als ze maar erg
luid iets van hem zeiden, en als ze allemaal maar
wat zeiden, en maar doorloopend iets zeiden. Als ze
stil werden, zon Timothy op middelen om ze weer
aan don gang te krijgen.
Gelukkig was hij daarin nogal vindingrijk. Zooals
ik gezegd heb, nam hij den titel van Lord aan. Hij
vulde zijn tuin met reusachtige standbeelden. Hij nam
een dichter in dienst, die lofzangen op hem moest
vervaardigon. Hij gaf een voorstelling van zijn eigen
begrafenis. Hij schreef een boek.
Een boek in Timothy Dexter's spelling. En zonder
één enkel leesteeken. Toen zijn lezers hier tegen
protesteerden, liet hij in een volgenden druk heele
bladzijden vol punten, komma's, vraagteekens, enz.
drukken, met de opmerking er bij, dat degenen, die
geklaagd hadden over te weinig van die dingen, er
hier „Gen Oegh" zouden vinden. (In het Engelsch
staat er: A Nuf.)
Ik heb maar van een van de dingen verteld, woar
Lord Timothy zijn schatten 'mee verdiende. Er wa
ren er nog heel wat meer, en het een nog gekker
dan het ander. Zoo stuurde hij een scheepslading
katten naar West-Indië, die daar met vreugde ont
vangen werden en tegen hoogen prijs verhandebl.
Naar hetzelfde warme deel van onze wereld stuur
de hij daarna een lading: bedwarmers, die direct van
de hand gingen als braadpannen. Ten slotte werd
een lading mitaines naar West-Indiö verscheept. Ik
weet niet, of men er daar wel raad mee geweten
zou hebben, als ze er ooit aangekomen waren, maar
voor het zoover kwam, nam een schip, dat naar de
Oostzee ging ze over met een geweldige winst voor
Lord Timothy. Om de kroon op zijn buitensporighe
den te zetten, zond deze geluksvogel, wien nu een
maal niets in de wereld wou tegenloopen, een schip
met steenkolen naar Newcastle. Hij had evengoed een
lading kaas naar Edam kunnen sturen? Weineen,
Toen Lord Dexter's schip aankwam, was er staking in
Newcastle, de mijnen waren gesloten, en Timothy's
kolen werden met goud betaald.
Het lijkt toch wel tamelijk veel op de geschiedenis
van Hans, vrees ik.
Vergadering van Dijkgraaf, Heemraden en Hoofd
ingelanden in het Polderhuis, op Dinsdag 22 Juni
1926, des. middags 3 uur.
Afwezig is de lieer Gootjes, hoofdingeland.
Voorzitter de heer W. van Slooten, dijkgraaf;
het secretariaat wordt waargenomen door den heer
Kioft, heemraad.
Voorzitter zegt, dat het bekend is, dat m Mei
onze secretaris, de heer P. Schilder, is overleden.
Waar wij nog slechts enkele dagen voor zijn over
lijden met hem (hadden vergaderd en toen zijn
gezondheid nog in orde was, heeft .ons dat plot
seling overlijden zeer getroffen. Spr. herinnert aan
den vriendschappelij ken omgang met den overlede
ne en verwacht namens allen te spreken dit hier
nog eens te gedenken en ons oprecht leedwezen
tot de weduwe uit te spreken.
De vaartgelegenheden zijn thans zoo goed als
allen gereed en voor zoover in gebruik, voldoen
ze vrij goed. Zoo nu en dan worden nog enkeLe
voorzieningen gevraagd en zoo mogelijk, wordt aan
die aanvragen voldaan.
Spr. wijst er dan op, dat onder aan de agenda
wordt gevraagd of de hoofdingelanden, de zaken,
die zij ter sprake willen brengen, voor de vergade
ring schriftelijk willen indienen.
De oorzaak hiervan is, dat in de vorige verga
dering een onverwacht besluit is genomen, nl. de
tolheffing en dat heeft het Bestuur moeilijkheden
gegeven, omdat er niet eenig plan was aangegeven,
liet Bestuur heeft daarover geredeneerd en acht 't
niet goed, dat zulke zaken onvoorbereid worden
behandeld. Vandaar het verz- ek op de agenda,
opdat het Bestuur tijdig op de hoogte is en de ver
gadering met de strekking ervan bekend kan zijn.
De heer Wonder zegt, dat hij 't voorstel, tot
tolheffing vorig maal neeft gedaan, maar direct
gevraagd had of het direct of bij de begrooting zou
worden behandeld. Spr. dacht zelf, dat het bij de
begroeting thuis behoorde.
Voorzitter zegt, dat Je heer Wonder er straks
op kan antwoorden. Spr. herhaalt, dat dus de
reden is, dat het Dag. Bestuur heb gewensoht oor
deelt, dat ingrijpende zaken tevoren bij heb Dag.
Bestuur worden aanhangig gemaakt.
Met den wensch, dat de besprekingen en de te
nemen besluiten in het belang van den polder zullen
zijn, verklaart spr. de vergadering voor geopend.
Spr. deelt nog mede, dat het Bestuur den heer
Kieft, heemraad, verzocht heeft, heb secretariaat
waar te nemen.
De notulen worden gelezen; ze worden onveran
derd vastgesteld.
Voorzitter deelt mede. dat het schut in de
spoorsloot f40 heeft gekost en dab dit bedrag den
betrokken ingelanden in rekening zal worden ge
bracht.
In verband met het enderschrift van de agenda is
een schrijven ingekomen van de heeren Groen en
Scliilder over in bespreking te brengen onderweri
pen en van den heer Wonder over het wegen-
vraagstuk.
De kwestie der tolgeldheffing. De
animo is niet groot.
Voorzitter zegt, naar aanleiding van heb schrij
ven van den heer Wonder, dat het Dag. Bestuur
den schrijven heeft geri -ht tob Ged. Staten over de
tolgeld heffing. In dien brief wordt melegedeeM,
dat de algemeene vergadering heeft be-loten con
cessie te vragen tot het. horfen van tolgeld op
een 3-tal plaatsen en wel in verband met de .offers
die het wegen-onderhoud van den polder vragen.
De kosten van dat onderhoud toch zijn wel met
80 pot. toegenomen, ze worden dan ook ondrage
lijk genoemd en dat terwijl de producten van den
tuinbouw over heb water worden vervoord.
Voordat nu de definitieve concessie-aanvrage tot
H.M. de Koningin wordt gericht, zou het Bestuur
van den polder graag willen, dat Ged. Staten met
het plan instemden.
Ged. Staten antwoordden, dat uit algemeen ver-
keersoogpunt ernstige bezwaren bestaan twen het
heffen van tolgeld en zij verklaren zich aan ook
niet bereid tot medewerking en kunnen niet be
vorderlijk zijn aan .een ooncessie^aanv rage aan H.
M. de Koningin.
Voorzitter zegt, dat het Dag. Bestuur nu eerst
de zaak nog maar eens wil bespreken of hoofd
ingelanden verder wiben gaan, or een tarief moet
worden ontworpen en waar de tolboomen moeten
worden geplaatst.
De heer Wonder zegt, dat het in hoofdzaak de
bedoeling was de reed er in te krijgen. Ged. Star
ten willen geen medewerking verleonen en spr.
vraagt zich a£t of 't nu niet niet goed zou wezen,
dat een commissie de zaak eens mot den Oomnusi-
saris en Ged. Staten ging- bespreken. We .zijn allen
overtuigd, dat het eerlijk zoo niet blijven kan
met het wegenonderhoud en wijst op de tolgeld-
kwestie in de Haarlemmermeer, die nog steeds aan
hangig is. Hoe meer we in deze richting aandrin-
C, hoe eerder krijgen we misschien een oplossing
is ervan overtuigd, dat liet meerdere onder
houd, veroorzaakt wordt door het snelverkeer.
Voorzitter zegt, dab de redenen in het schrijven
aan Ged. Staten zijn opgesomd. Spr. wijst op de
provinciale wcgengeschiedems, als aio primaire wo
gankwestie aan den gang is, worden we voor ©en
groot gedeelte ontheven van heb wogenonderhoufd-
Spr. heeft met een lid van Ged. Staten over de
zaak gesproken en deze antwoordde ,.het is wat
moois, om op 7t oogenblik tolgeldheffing in te
voeren". Het onderhoud knijpt in de portemonnaie,
ten bate van 't algemeen en heb is daarom billijk,
dat het algemeen het ook betaalt. Dat voelen ze
in Haarlem ook wel en met het wegenplan zijn
ze druk bezig, ze hebben er meer ambtenaren
voor e aangesteld. Maar de uitvoering zal' nog wel
geruimen tijd op zich laten wachten. De vraag is voor
ons nu, moeten we verder gaan ten aanzien van de
tolgeldheffing' of wachten.
De heer Gootjes komt ter vergadering.
De heer Poland vraagt hoe hét Dag. Bestuur
er over denkt.
Voorzitter zegt, dat het Dag. Bestuur 'de zaak
•kW onrwogen na kst W.S&L
Staten- ik heb gen-aa«rd hoe de toljreldhefiiar
moet -worden uitgevoerd, maar de heemraden toten
zeker ook in dezen met de handen m t haar, ik
zeit' voel niet veel voor de tolgeldhefting. Wij den
ken, dat het weinig zal geven om oonpessie-aan-
vrage te doen. maar als de IvpotdingeUnden anders
willen .dan zullen we aan H.M. de Koningin con
cessie vragen. Door ons is genoemd een 3-tal
plaatsen^ p?la0d; Dan moeten er ook 3 tol-
g*VooSifterfJHet heffen kan gepacht worden of
voor rekening van den polder gebeuren. Do uitvoe
ring is niet zoo gemakkelijk, we moeten ze op
de Droductiefste plaatsen hebben.
Do heer Wonder: Hoe denkt het Bestuur over
het bespreken met Ged. Staten?
Voorzitter zegt, dat het misschien era stap™
de goede richting is. We weten echter al, dat Ged.
Staten cr zioh niet mee kunnen vereenigen, het lid
van Ged. Staten dat spr. sprak, zei: „het is wat
moois, je begrijpt, dat we dat nooit zullen doen.
De heer Oudeman: Waarom ajn Ged. Staten
er zoo tegen?
Voorzitter: Het is een tegenwerking van t ver
keer, het is uit den ouden tyd, uit den booze en
Ged. Staten willen liever tot het.opruimen van
ibostaande tollen overgaan. Voor Zaandijk ia het
Ivoor éïn jaar toega«taun, maar hot zal de vraag
wezen of <le vergunning daar verlengd zal worden.
De heer Wonder meent, dat als men dan zoo vreest
voor tegenwerking van .het verkeer, het nuk dan
wel 2 bruggen voor Alkmaar mocht laten toggen,
want de boeren •moeten dikwijls langen tpd voor
de Drie ehe brug waohten.
De heer Van Stralen denkt, dat als het onzen
polder wordt toegestaan, er te veel opvolgers zuliera
komen en dat kan niet bevorderlijk zyn aan hot
De heer Wonder beaamt dat, maar het verhoogt
Ide kans, dat we dan ©en spoediger oplossing Kru'-
iren van het wegen vraagstukMisschien t wel op
kleinen voet, want dit graotsohe plan zal verbazend
i veel kosten, honderde millioenen.
Voorzitter wijst er op, dat, om het wegenooidOT-
Ihooid zoo te regelen, heel wat studio hoert gevraagd,
daarna is het primaire wegenplan aanhangig ge
maakt en daarna is-het nog niet op papier en
i uitgevoerd- Spr. herinnert aan het wegenplan van
het Rijk, dat f300 millioen zal kosten en waarvoor
©en auto f48 moet betalen. Dat lijkt met voel,
maar als de weg dan goed is, is dat wel .met
het geval. Het bezwaar echter is, .dat de wagen al
kapot is, eer de goede weg er is, en! dab is de
87 De heer Wonder hoort toch klagen dat er voor
auto's heel' wat belasting wordt geneven. Waar be
landt dat geld dan, als ze de polders van dat'
geld eens subsidie gaven, zouden de waterschappen
anders tegenover de zaak staan.
Voorzitter zegt dat het geld naar behoefte wordt
verdeeld, van de opbrengst der rywiel'bela^ting gaat
ook een deel in Ji©t wegenfonds. Dat alles duurt
echter lang en wij hebben haast pn 'b is nu de
vraag, moeten we doorgaan of afwachten. Het Dag.
Bestuur dacht, dat het niet nooclig was door te
gaan. we krijgen toch geen medewerking van Ged.
Staten. *7*
De heer Wonder stelt voor, een oommissie te
ben omen. om de zaak met Ged- Staten te bespre
ken. dan "kan in een volgende poldervergadering
de zaak verder door ons worden besproken.
Mef 10 tegen 9 stemmen wordt 'het voorsbek-
Wander aangenomen, tegen stemden de heeren
Schilder, Gootjes, Appelman, Blom, Kieffc, Ivroijer,
Van Stralen, K. van Langen en de dijkgraaf.
Voorzitter stelt nu de vraag, wie de commissie- j
leden zullen zijn. Het Dag. Bestuur gevoelt mét
veel' voor de zaak en dan is het geen. mooi werk,
om. de zaak te verdedigen. Het beste is dus maar,
een oommissie uit de hoofdingelanden te benoemen.
De heer De Roer acht dat niet goed, het is beter
dat de Voorzitter en enkele hoofdingelanden er
heengaan.
De heer Van Stralen oordeelt van 2 hoofdinge
landen en de voorzitter of 1 heemraad.
De heer Poland wijst er op, dat we er .alge
meen wet van overtuigd te zijn, dat tollen onge-
wen cht zijn, maar als je hoort, dat het wegen-
onderhoud met 80 pet is verhoogd, dat is ver
schrikkelijk Daarom k°n het met Ged. Staten wor
den besproken, en. aangedrongen worden op het
krijgen van subsidie.
u,.k ui meerdere stemmen die opgaan, blijkt,
dat het hier niet zoozeer gaat om de tolgeldheffing
dan wel om het ontlasten van de onderhoudskosten
der wegen.
Nadat de Voorzitter op een desbetreffende vraag
beoP ge? ntword, wel met een tweetal hoofdinge
landen te willen meegaan naar Ged. Staten, wor
den de heeren Wonder en Poland als leden dier
commissie benoemd.
Beiden nemen de benoeming aan.
Aanbieding geldleening.
Voorzitter dee't verder mede, dat een aanbieding
van een geldleening is ingekomen en wel voor
f25.000 tegen 43/i pet. a pari, eerste 5 jaar niet
af te lossen, of tegen 41/* pet. rente tegen een koers
van 98 pet. Goedgevonden w» rdt de leming aan
te gaan tegen de eerstgenoemde voorwaarden.
Vrees voor afschaffing van de
rondvraag. Gezegeld of ongeze
geld?
Van enkele hoofdingelanden is nog een schnj-
ven ingekomen, waarin de vraag gesteld wordt, of
het debedoeling is de rondvraag af te schaffen, nu
de vragen schriftelijk moeten worden ingeleverd
en om in bespreking te brengen het al af met geze
geld moeten zijn van sollicitaties naar de betrek
king van secretaris.
Voorzitter zegt, dat wat de eerste vraag be
treft heb schrijven mosterd na den maaltijd is,
want straks heeft spr. reeds medegedeeld, de re
den waarom het Dag. Bestuur de vragen scknfteuajk
ingeleverd wil hebben.
Wat betreft het al of met gezegeld moeten
ziijn van de sollicitatiestukken', we hebben ons lar
ten1 beïnvloeden door het geval1 te Zijp©, waar het
niet-gezegeld zijn der sollicitatiestukken ongeoor
loofd was. Naderhand bleek, dat we hierin abuis
waren en toen heeft het Dag. Bestuur, oen expresse
vergadering gehouden, zijn allé sollicitaties weer
aan» de beoordeeling onderworpen, en is opnieuw
over het opmaken der voordraoht gesproken. Na
eindefooze stemming kwam de voordracht weer
naar voren, zooals ze de eerste maal 1'uidde. Was
ze anders geweest, dan zou dat aan de hoofdnige-
^«Thoor1 dat de solïïoatdee dus ttieb
op zegel behoefden en wijst erop, dat buitenstaan
ders de zaak niet goed beoordeelén.
Voorzitter erkent, dat het Dag. Bestuur de zaak
een beetje ondoordacht heeft behandeld, van de
zegelwet is over 't hoofd gezien,, dat voor een
salaris beneden f1000, een zegel' niet noodig was.
Het speet ons en we hebben getracht 't< weer in
orde te maken. rr r.l
De heer Wonder: Artikel 43 van de Zegelwet.
Voor de hoofdingelanden die de vraag gesteld had
den, valt nu niets meer te zeggen.
De heer Poland zegt dat zooiets wrijving veroor
zaakt en het is wel gewensoht, dat voortaan eens
luidend in de oproeping, vermeld wordt oi de
sollicitaties gezegeld of niet moeten zijn.
Voorzitter: Dat hebben we ons ook voorgemomwv
Nadat Voorzitter had medegedeeld, dat 46 sol
licitaties waren ingekomen en de voordraoht luid
de: 1. H. Hoogland, 2. G. J". Speolcen, X O. dea
Hartigh, merkt de heer Wonder nog op, dab hjj
de voorkeur geeft aan een alfabetische voordraoht.
Tot stemming overgaande, wordt de heer Hoog
land met 15 stemmen benoemd. 3 stemmen werden
uitgebracht op den heer Specken, 1 stem op den
heer den Hartigh.
Voorzitter verwacht, gezien het werk van den
benoemde, in een andere functie, dat een goede
keuze is gedaan. De indiensttreding wordt bepaald
op 15 Juli, opdat de heer Hoogland zijn andere
functie zal kunnen vaarwel zeggen.
De heer Wonder oordeelt, dat dit den benoemde
toch heel wat in belooning scheelt, maar de heer
Van Stralen antwoordt, dat dit bedanken toch de
bedoeling van het Bestuur was.
Toch rondvraag.
Voorzitter zegt, dat het niet de bedoeling van
het Dag. Bestuur was, de rondvraag geheel af te
schaffen. Allefen zaken van belang dienen op papier
gesteld te worden, ze worden dan beter overdacht
dan dat men ze zóó ter sprake brengt.
De heer Wonder zegt, dat hoofdingelanden er
niet op gesteld zijn, dat de rondvraag wordt Afge
schaft. Na de toelichting kan spr. zich met de be
doeling van liet Dag. Bestuur vereenigen.
Voorzitter wijst er op, dat klachten ook bij het
Bestuur aanhangig gemaakt kunnen worden.
De heer Groen vestigt nog eens -de aandacht op
de wetnscheljjkheid een gedeelte schoeoing aan den
noordkant van de Roskam brug te herstallen en ook
bij de opslagplaats daar.
VoorzL.ter is het opgevallen dat dit herstek-
werk vergeten was en heeft reeds opdracht gege
ven
De heer Groen zegt voorts, dat de waterstand nog
geen last veroorzaakt, maar het water ia hoog
genoeg.
De heer K. van Langen erkent, dat er. geen
water bij.kan, maar we zittten in den zomer, Zoo-
dat we niet durven malen.
De heer Schilder spreekt over de verbetering
van het vaarwater en spreekt er zijn genoegen over
uit, dat de grasboeren den bouwers in dezen
terwille zijn geweest, den bouwers waarvoor hij. veel
respect heeft en op wier hoeven wel kan prijken
^zeldenruat".
Voorzitter zegt, dat voorheen nogal1 gesputterd
iS tegen de verbeteringvan het vaarwater, maar
nu wordt toch wel ingezien, dat het voor velen een
groote verbetering is geworden.
De heer Schilder dankt dan ook 'de heeren, die
het voorstel tot de vaartverbetering hebben gedaan
fen tevens de leden die daarbij hun steun verleen
den. Hij hoopt, dat het velé, rijke vruchten zal' af
werpen voor den polder.
De heer Polana informeert naar de kwestie over
de ^ohutgelden met den Noordscharwouder polder.
Voorzitter deelt mede, dat de kwestie was ont
staan over de kosten van bemaling, een kwestie
die hangende was gebléven en zoolang geen sohut-
gelden door den. Noordscharwouder polder waren
betaald. Thans is tot een vergelijk gekomen en
wordt vriendsohap-oelük samengewerkt. Spr. hoopt
dat dit zoo zal blijven!.
De heer Pol and heeft aanstonds in comité nog
iets te bespreken.
De heer O. van Langen zegt, dat een der brug
gen door hem vorig maal genoemd, nog niet in
orde ïs;
Voorzitter zegt, dat aangeschreven is, te zorgen,
dat deze brug in den Hasselaarsweg op hoogte
kwam, anders zou de brug verwijderd worden.
De heer Wijnker wijst op den sléchten toestand
van den dijk vanaf de Hensbroekerbrug naar Rus
tenburg..
Voorzitter zal' opdracht tot verbetering geven.
Hierna sluiting.
DE MAN MET DE ALLIGATORS.
Mr. Henry Coppinger Jr. uit Miami (Florida) is
wijd en zijd bekend als de ,man met de alligators",
Beroemd en welgesteld heeft hem uitsluitend zijn
liefhebberij gemaakt, met alligators te vechten. Hij
is als zoon van een pionier, die een kleinen winkel
had bij de Seminole-Indianen, in de wildernis opge
groeid. In zijn prilste jeugd had hij kleine Indianen
tot speelmakkers en het wilde leven van de streek
werd voor hem een open boek, Reeds vroeg was het
voor hem ook een pleizier, kleine alligators te van
gen en toen hij grooter werd, leerde hij, hoe ook de
groote dieren met de onbeschermde hand te pakken
en hun de huid af te s roopen Geleidelijk kreeg hij
daarin een buitengewone vaardigheid en perfection-
net-rde zich in een soort Jiu-Jitsu, waarbij een han
dige greep om den muil van zulk een monster hem
in staat stelde, het geheel weerloos te maken.
Henry Copp'nger is thans eigenaar van een groo
te alligatorfarm, waar hij één- of tweemaal geduren
de „het seizoen" den toeschouwers verbazingwekken
de gevechten met alligators laat zien. Deze ongetwij
feld levensgevaarlijke gevechten zijn een uiterst op
windend schouwspel. De grootste alliga or, dien een
groep Seminole-Indianen maar kon vinden, wordt
gebracht. Het dier gaat onverwijld te water en ver
dwijnt. Coppinger stapt in een kano, stuurt deze met
een roeispaan tot in de buurt van den alligator, werpt
dan den roeispaan terzijde, talmt een moment en
springt te water. En nu begint een homerische strijd
tusschen mensch en diermonster. een strijd die des
te opwindender is, omdat de menschelijke kampioen
in een vreemd element heeft te kampen., terwijl de
amphibie zich „thuis" voelt.
De istrijd eindigt aldus, dat Coppinger het beest in
de kano werkt, daarmee wat ook geen kleinigheid
is den oever bereikt, waar hij het met de naakte
hand overwonnen dier aan land brengt.
De „man met de alligators" is in het dagelijksche
leven een man van voorkomen en beschaving, Wan
neer men door zijn tropischen tuin wandelt en -hem
over zijn geliefde planten hoort spreken, krijgt men
den indruk dat hij' veel meer heeft van een dichter
dan van een kampioen-worstelaar....
DE AUTO-GYRO IN ENGELAND.
Londen, 22 Juni. De eerste autogyro ofi windmo
lenvliegtuig, welke in Engeland' zal worden igebouwd,
werd heden te Hamble bij1 Southampton door cpt,
Frank Courtney beproefd. De bestuürder maakte
een start van minder dan 200 yardfe en cirkelde
eenigen tijd boven het vliegveld. Er was een stuk
papier op het veld gelegd. Boven deze plek zette
Courtney op 100 voet hoogte zijn motor stil en daalde
langzaam, maar bijna verticaal op' de aangeduide
plek.
Courtney verklaarde, dat de auto-gyro een merk-
waardigen invloed op het vliegwezen zal hebben. „Ik
zie niet in", aldu9 Courtney, waarom er geen lichte
vliegtuigen kunn enworden geproduceerd met het
principe der auto-gyro. In dit toestel kan ieder vlie
gen, die op het oogenblik op een motor of rijwiel
rijdt. Vliegervaring is niet noodzakelijk. Het gevaar
om«te vliegen'ligt niet in de lucht maar het komt,
wanneer men moet landen."
DIAMANT-DIEFSTALLEN.
In de laatste weken zijn te Londen niet minder dan
vier belangrijke diamantdiefstallen ontdekt, de jong
ste diefstal van dien aard eergisteren. Dinsdag wer
den uit Madrid 15 diamanten ter waarde van meer
dan 5000 pond uit Madrid naar een diamantkoopman
in Hatton Garden te Londen verzonden. Ze waren
zorgvuldig verpakt in een blikken doos, die in een
kartonnen doos was geplaatst en het pakje was op
negen verschillende plaatsen verzegeld.
Toen het pakje op zijn bestemming aankwam,
bleken de oorspronkelijke zegels door andere vervan
gen te zijn; het blikken doosje was aan één kant