SchagerCourant
Zaterdag 3 Juli 1926.
69ste Jaargang. No. 7870.
Tweede Kamer.
Derde Blad.
Van hier en Yan daar.
Op grond van het feit du», dat rijn voorvader een
onechte zoon van één der hertogen van Oldenburg uit
de 17e eeuw was, eischt graaf Bentinck thans een
schadevergoeding v. 1.100.000 gouden daalders van de
Duitsche regeering.
Het spreekt vanzelf dat deze elsch verre van
zijn stem nog niet bepalen.
De heer Van Rappard (v.b.) sloot zich aan bij hen
die heropening der onderhandelingen wenschen.
Ook deze spr. meent dat er te weinig is verkregen.
De heer Van Voorst tot Voorst (r.k.) wijst er op
Tusschen ons land en Dultschland is een han- dat Nederland voor ingevoerde paarden driemaal zoo-
vriendelijk i9 ontvangen en van verschillende zijden delsovereenkomst gesloten, een zoogenaamd' ver- veel invoerrecht moet betalen als België. Dit is een
in den Duitscben RijX&dag scherp is veroordeeld. drag en daarover moesten vandaag de beeren van de nekslag voor de fokkerij van onze koudbloedpaarden.
Tweede Kamer liun oordeel uitspreken. Spr. wees op het goede dat uit het verlagen van
Onverwachts is in deze lastige kwestie een oplos- Er zijn voor dit punt 'n veertiental sprekers inge- het Duitsche tarief voor onzen land- en tuinbouw is
sing gekomen, die niemand had verwacht. De regee- schreven en in den loop van het debat zullen er voortgekomen en daarom zal spr. het verdrag aan-
ring heeft haar voorstel ingetrokken. Het kabinet nog wel enkelen bijkomen. En wat minister Van vaarden.
had alreeds besloten af te treden, maar president Karnebeek den eersten dag over zijn werk heeft ge- De heer Van Gijn (v.b.) hield het vrijheidsbeginsel
Hindenburg heeft dat verhinderd, tevens in een hoord, klonk niet vriendelijk. Vooral onze industrie- vast en wees er op dat de Vechttarieven van den
brief meldend dat hij! geen Rijksdagontbinding kan hoeren zijn bpos, heel erg boos over het weinige dat heor Kortenhorst steeds leiden tot liooger tarief eh
Zooals onzen lezers bekend is, is er op het oogen-
blik in Duitschland eon wetsontwerp aanhangig
over de schadeloosstelling aan de gewezen Duitsche
vorsten, voor het derven van aan hen vroegor toeko
mende inkomsten uit kroondomeinen, civiele lijsten,
uit goederen die aan de bondsstaten moeten wor
den afgestaan, enz. enz. Bij het indertijd gehouden
referendum was het aantal uitgebrachte stemmen
niet groot genoeg om tot een door de S.DA.P. ge-
wenschte beslissing te geraken. Niettemin heeft de
uitkomst van die stemming zijn invloed op de regee
ring zeer zeker doen gelden. Het hangt nu grooten-
aeeis van de twee partijen, de sociaal-democraten en
de DUitsch-nationalen af. hoe of in deze de eindbe
slissing zal zijn.
De sociaal-democraten, wien het wetsontwerp niet
ver genoeg gaat. daar zij zonder meer onteigening
wenschen zonder eenige schadeloosstelling, en de
Duitsch-nationalen, die elke aantasting van het vor-
stenbezit in strijd achte^ met de onschendbaarheid)
van het particulier eigendom. De communisten trek
ken tegen het wetsontwerp ten strijde onder de leu
zen: ..Geen cent voor de vorsten! Onmiddellijke ont
binding van don Rijksdag!" De communist Tiedt
schold, in zijn r$do tegen de gewezen Duitsche vorsten
den ex-keizer voor een deserteur uit. Spreker verge
leek de millioenên, die men aan de gewezen vorsten
wil toewijzen, met de geringe ondersteuning, ver
leend aan oorlogsinvalieden, weduwen en weezen,
welke ondersteuningen in den laatsten tijd nog ver
laagd zijn. Ten slotte noemde Tiedt den tegenwoordi-
gen Rijkspresident een loochenaar, hij, die, toen hij
generdal-veldmaarschalk was, de soldaten beloofd
had. dat dè grond die zij met hun bloed gedrenkt
hadden, hun zou toebehooren. Deze rede verwekte aan
de rechterzijde luide protesten en de uitroepen
„Weg met dien schurk, dien ellendeling!".
Met dergelijke ver uitéén loopendo meeningen is
het geen wonder dat tot heden na de tweede lezing
van het regeeringswetsontwerp nog niets is bereikt.
Wel heef: de Rijksregeerihg nog vóór het begin van
de derde lezing gepoogd een bespreking met de so
ciaal-democraten te hebben over de kwestie van het
samenstellen van een buitengewoon gerechtshof,
van welker leden de.sociaal-democraten de zeker
heid willen hebben dal ze betrouwbare republikeinen
zijn en dat zij door den rijksdag benoemd zullen wor
den. Men wil op deze manier trachten een midden
weg te vinden en wel deze. dat de Rijksregeering de
leden van het gerechtshof benoemt in overleg met de
regéeringspartijen en de sociaal-democraten, opdat
op deze wijze natuurlijk een rechtscollege zal ont
staan. dat niet sympathiek denkt over een schade
loosstelling aan de Duitsche vorsten.
Maar ook deze poging der regeering heeft geen
baat gegeven en is men nog niet verder dan do twee
de lezing van het wetsontwerp, waarbij besloten is
alleen tot onteigening over te gaan zonder schade
loosstelling, van alle civiele lijsten en kroonrenten.
Het hing van de houding der sociaal-democraten af
of het wetsontwerp zou worden aangenomen. Besloten
zij vóór te stemmen, zelfs dan nog zouden de Duitsch-
nationalen door eensgezind tpgen te setmmen het
ontwerp ten val hebben kunnen brengen. Zoover is
het echter niet gekomen, daar de sociaal-democraten
inmiddels besloten hebben tegen het ontwerp to stem
men. waardoor een ontbinding van den Rijksdag on
vermijdelijk zal zijn, iets wat de verwarring slechts
grooter zal maken, terwijl van een kabinetscrisis
evenmin eenig heil te verwachten is. Wat er nu zal
gebeuren is nog niet duidelijk en de zenuwachtigheid
is zeer groot.
Midden in de zenuwachtige spanning, die in den
rijksdag heerschte. barstte als een bom de verkla
ring van den rijkskanselier, dat de regeering ingeval
van verwerping van het wetsontwerp het gisteren af-
geloopen ..sperrgesetz" (krachtens hetwelk naqr men
weet alle hangende processen van de vorsten tegen de
landen zijn opgeschort), niet zal worden verlengd,
met andere woorden, .dat de vorsten weer naar har
telust zullen kunnen procedeeren.
Aanvankelijk geloofde men zijn ooren niet. Voort
zetting der processen beteekent immers, dat de Ho-
■henzollerns en de andere vorstenhuizen vrijwel al
les zullen krijgen, waarop ze aanspraak maken,
want de rechtbanken zijn, naar genoegzaam gebloken
is, in den regel den vorsten welgezind en weten al
tijd formeel juridische gronden te vinden, waarop ze
hun besluiten kunnen baseeren.
Nadat men echter van zijn eersten schrik over de
sensationeel© mededeeling van dr. Marx was beko
men. begon men te beseffen, dat dit ©ogenschijnlijke
hazardspel van de rijksregeering niets' anders was dan
een poging van de rijksregeering om druk op de so
ciaal-democratische fractie uit te oefenen.
Gebaat heeft deze manoeuvre niet, want zooals hier
boven reeds gemeld, de sociaal-democraten zullen te
genstemmen en daarmee is het pleit beslecht.
Wat er nu verder zal gebeuren? Er is niet anders
dan een vraagteoken te plaatsen, het antwoord zul
len de gebeurtenissen der a.s. dagen moeten geven.
Weinigen zullen vermoed hebben, dat bij dit regee-
ringsontwerp over de schadeloosstelling der vorston
in Duitschland ook een Nederlandsche adellijke fa
milie geïnteresseerd zou zijn. Het zijn ook de graven
Bentinck, die aanspraak meenen te mogen maken
op schadeloosstelling en dat uit hoofde van het feit.j
dat hun stamvader een afstammeling zou zijn uit het
geslacht Oldenburg. Om eenig inzicht in deze familie
relatie te krijgen, diene het volgende:
Bentinck is de geslachtsnaam eoner adellijke fami
lie. die eigenlijk uit de Palts afkomstig, zich in de
14de eeuw naar de Nederlanden en vervolgens naar
Engeland en Oldenburg verplaatste. iWïllem haroni
Bentinck trad in 1733 in het huwelijk met Charlotte
Sophie, orfdochtcr van Anton II, graaf van Alden-
burg, waardoor de vrije heerlijkheid Kniphausen, de
heerlijkheid Varel (onder Deensche heerschappij),
benevens vele goederen in Oldenburg aan het Huis
Bentinck kwamen. De oudste zoon uit dat huwe
lijk, bezitter van Kniphausen en Varel, liet bijl zijn
dood twee zonen en drie dochters na, waardoor deze
Westfaalscho lijn weder in 2 takken verdeeld werd.
Uit het wettig huwelijk van den oudste dezer bei
de zonen worden.twee dochters en één zoon geboren,
welke laatste vroeg overleed. Daarna leefdo hij in
onwettige gemeenschap met een boerendochter Sara
Margaretha Gerdes, met wie hij' in 1816 een wettig
huwelijk sloot. Deze vouw schonk hem drie zonen,
de laatste in 1812 geboren.
Toen de vader vervolgens aan deze zopen zijn
heerlijkhedeh overdroeg, beweerde zijn jongere broe
der, dat die zonen, eigenlijk buiten huwelijk gebo
ren, hun vader niet mochten opvolgen, en dit gaf
aanleiding tot het beruchte proces over den Bentinck-
sche Successie, dat in 1829 begon en eerst in 1854 op
voorstel der Oldenburgsche regeering tot een verge
lijk voerde. De goederen in Oldenburg vervielen
daarbij aan dit groothertogdom, waaraan daarente
gen de verplichting werd opgelegd, aan de twistende
partijen 2 millioen thaler pondspondsgewijze uit te
betalen.
'sterker protectie. Beter is het tijdelijk schade te lij
den, dan benadeeling van do belangen der consu
menten door hoogere tarieven.
De verlenging van het crediet noemde spr. on
zerzijds een offer, waarbij Nederland eigenlijk ten
opzichte van Duitschland op wonderlijke manig*
als bankier optreedt.
Voor Duitschland is de verlenging van dit crediet
van groot belang, daarom hadden door onze hande
goedkeuren. Hij verzoekt de regeering niet af tenaar hun oordeel ons land krijgt bij dit verdrag.
I treden. j En 't was de heer Kortenhorst (r.k.), die als hun
I Dr. Marx heeft namens de regeering toen hot wets-1 woordvoerder het veto uitsprak over het ontwerp
voorstel ingetrokken en gezegd dat de regeering eerst verdrag. Deze spr. noemde de concessies van Duitsch-
dan deze regeling weer tor hand zal nemen als de land zeer vaag en betreurde het zeer dat onze regee-
parlementaire voowaarden daarvoor in het leven ring het 'onmogelijk heeft gemaakt over onze han-
zijn geroepen. De zoogenaamde blokkadewet is daar- delspolitiek te spreken. Er wordt niets gezegd over
op met tweederden der stemmen tot 31 December do aanwending van het crediet door Duitschland en
verlengd. j nien noemt dat een bankgeheim. Spr. veroordeelde
De heeren zijn nu met vacantie, wellicht geeft dit het dat de opzegtermijn van het crediet voor laars* meer voordeelen kunnen worden verkregen. De
uitstel straks eenige verheldering aan den politieken Duitschland anders is dan voor Nederland. En zoo renteverlaging achtte spr. geheel ongemotivoerd. Spr.
hemel. werden nog tal van punten aangestipt en spr. zegt toonde nog geen neiging om voor to stemmen.
dat bij hem bet vertrouwen ontbreekt dat dit con- De heer Veregen (s.d.) verklaart zich in beginsel
tract op^lo juiste wijze is tot stand gekomen. Onze tegen het verdrag, maar op protectische gronden is
regeerin heeft noodgedwongen een wijze van on- hij er voor. Spr. is ook tegen de handelspolitiek des
Zal men dus in Duitschland naar alle waarschijn- dorhandeling - aanvaard, waarop zij niet was ge-1 heeren Kortenhorst.
iijkheid een kabinetscrisis krijgen, in Frankrijk is prepareerd. Spr. meende dat de Kamer dit verdrag Do concessie in zake onzen koleninvoer achtte spr.
deze alweer achter den rug, ofschoon ook daar bin- maar niet kan goedkeuren alleen onder het zeggen wel voldoende, terWijl de kwestie van de voorkeurs-
rienkort wederom een verandering in de regeering der i'egeering dat dit in het belang van ons land is tarieven z.i. als een binnenlandsche aangelegenheid
niet tot de onmogelijkheden behoort, ja zelfs bij den zonue'' meer. Spr. wijst er op dat geen enkele der van Duitschland is te beschouwen. Spr. wees er op,
thans heerschenden toestand heel wel mogelijk is. lichamen die daarvoor in aanmerking kwamen, n.1.
Het is dan ook geen gemakkelijke taak die dit nieu- de Nijverbeidsraad, de K. v. Iv. enz., over dit ver-
we ministerie Briand te wachten staat. Die taak is drag .ziJ.n gehoord. Deze regeering heeft volgens spr.
I de stabilisatie van de munteenheid. Boven alles zal vrijwillig afstand gedaan van concessies die zij had
i aan de voortdurende daling van den franc een einde kunnen verkrijgen, alleen om bet handelsbeginsel.
1 gemaakt moeten worden. ™e.t crediet aan Duitschland gegeven was ons eenig w
Het nieuwe ministerie heeft bij zijn eerste op.tred,en ruilmiddel en sPr- vroeg of bet waar was dat Duitsch- j sche nijverheid, het zelf vervaardigen van voorwer-
geen gelukkig debuut gehad. Het_optreden van Cail- land de onderhandelingen sleepend had gehouden en pen, die uit het buitenland worden ingevoerd. Dit
Jat een passieve of actieve handelsbalans niets zegt
ten aanzien van de welvaart van een land. De rijk
ste naties hebben een passieve handelsbalans.
Duitschland, dat protectie heeft, lijdt onder groote
werkloosheid. Het middel om zich te beschermen te
gen hooge tarieven, is bevordering der binnenland-
laux, den nieuwen minister van Financiën tegen den aBeen bereid was verder te onderhandelen indien het
heer Robineau, den vroegeren gouverneur van de crediet ter tafel kwam.
Bank van Frankrijk, thans vervangen door Moreau,sP.r- noemde het verdrag onbevredigend, en ge-
heeft de Fransche gemoederen beducht gemaakt voor I wettigd acht spr. oen oppositie tegen het beginsel
de goud-reserve. Een onderpand van 600 millioen onzer handelspolitiek, die ons land niet in staat stelt
gulden aan Franscb goud voor een nog uiet terugbe- tegenmaatregelen te nemen. Spr. wil de Duitsche
taalde leening, bevindt zich nog altijd in de kelders handelspolitiek goed in het oog houden en meent dat
van de Bank van Engeland. Het is de bedoeling van Duitschland zal probeeren hoever bet kan gaan zon
den minister, dat de Bank van Frankrijk zich nietder dat wij terugslaan. Dit verdrag, acht spr. dar^ ook
meer op den achtergrond houdt, maar veeleer aan het maar een voorspel. Spr. wijst er op hoe onze uit
hoofd moet staan der Fransche financieele wereld,voer in bet algemeen verminderd en naar Duitsch-
zooals de Bank van Engeland dat doet. Voorts is het land in viJf maanden van 1925 tegenover 1926 is ge
vertrouwen in het nieuwe ministerie geschokt, door- daald van 184 tot 126 millioen. Dat alleen is te dan-
dat het begon met een uitstel te'vragen voor de be- ^en aan de-belemmeringen van het Duitsche tarief,
handeling van den financieelen toestand, opdat de Wij hadden geen ruilobjecten en konden geen be-
diverse finantieele specialiteiten, die naast de regee- ^ere resultaten bereiken. De schuld daarvan is aan
ring zijn geplaatst, de gelegenheid zouden hebben om de regeering, omdat zij het land heeft opgeofferd
den toestand te bestudeeren. Men was over het al- aan haar leer van den vrijhandel,
gemeen deze meening toegedaan, dat de tijd daartoe zÜn er wel voordeelen bereikt voor land- en
reeds was verstreken, en men had den indruk gekre-' tuinbouw, doch deze hebben zich slechts noodge-
gen, dat de regeering bezig was buitenlandsche af- dwongen er bij neergelegd. De concessie van Duitsche
spraken te maken, om daarna de Kamer »te dwing 3 n zijde in zake den invoer van Nederlandsche kolen
deze te aanvaarden, op straffe van verantwoordelijk- achtte spr. van nul en geener waarde, evenals de toe
heid voor een catastrophe. zegging dat ten aanzien van de voorkeurstarieven
Tardieu, de vroegere trawant van Clemenceau, gaf °P de Duitsche spoorwegen voor goederen naar Duit
uiting aan de bestaande gevoelens, door Briand op sche havens eenige bepalingen zullen worden opgehe-
den man af te vragen, of de regeering zich niet op ven. Nu zijn er reducties verkregen op den invoer
een credietregeling zou vastleggen (met wellicht te van sommige artikelen. Dit is als men wil een con-
bindende bepalingen), alvorens de Kamer gelegenheid cessie, doch het totaal bedrag beloopt daarvan on-
had gehad haar mcening te zeggen over de regee- geveer 5 millioen. Daartegenover staat echter de ver-
ringsplannen. laging van den rentevoet voor het crediet. Voor onze
Het schot had doel getroffen. De belofte door Bri- volkswelvaart levert het verdrag dan ook bitter wei
and gegeven was verre van duidelijk. „Ik heb ken- nig op.
nis genomen van de laatste woorden", zeide Tardieu Spr. klaagt over de onthouding van alle voorlich-
koel. „Wij zullen er heden niet verder over praten." tlng en verklaart namens eenige politieke vrienden
Tardieu had het laatste woord. Dit staat echter vaat, n°g geen steun aan de verdragen te kunnen toe-
dat indien Tardieu zijn verzoek aan de regeering om zeggen.
buiten het parlement om niet te manipuleeren tot De heer Knottenbelt (v.b.) vraagt ook om voor-
het verkrijgen van buitenlandschen steun voor den lichting, uitsluitend clan maar voor de Kamerleden,
franc, in dringender vorm had gedaan, en op dui- ais het niet anders kan. Ook spr. critiseerde de ge-
delijk uitsluitsel had gestaan, het de nieuwe regee- houden onderhandelingen met Duitschland. Spr.
ring reeds in de eerste-Kamervergadering slecht zou voert aan dat er niets bereikt is voor cacao, voor
zijn vergaan. Het is nu een uitstel geworden tot a.s. melasse. Wat dit artikel betreft is er zelfs
Dinsdag; dan zal minister Caillaux zijn financieele met geen woord over gesproken, terwijl het spr. be-
plannen uiteenzetten. Of het hem lukken zal de kend is, dat de Duitsche regeering gaarne vrijstel
Fransche Kamer te overtuigen van zijn goede bedoe
lingen, mag sterk worden betwijfeld. In afwachting
van de beslissing zakt de franc steeds.
Nader wordt nog. vermeld dat in bankkringen
wordt gesproken over de groote kapitalen die op
ling voor dit artikel had verleend. Uit deze feiten
spreekt duidelijk, dat aan het hoofd van onze han
delsdelegatie een bekwaam man behoort te staan.
Nu was 'het wel een knap ambtenaar, maar hij
miste de capaciteiten voor onderhandelaar. De re
verschillende manieren naar het buiienlaüd gebracht geering zegt geen volledige inlichtingen te kunnen
worden, om1 te ontkomep aan de scherpe maatrege
len, welke nu verwacht worden. De gansche kapita
listische macht, die achter den afgezetten Gouver'
neur Robineau stond, keert zich tegen Caillaux.
geven aan de Kamer', maar het gaat toch maar niet
aan de Kamer onkundig te laten. Er is voor onze
nijverheid niets bereikt en er schijnt zelfs' geen po
ging voor te zijn gedaan. Nieuwe onderhandelingen
zullen noodig zijn.
De toezegging in zake onzen kolenuitvoer vond
J spr. geheel en al onvoldoende. Het gerucht gaat dat
In het Engelsche Lagerhuis wordt op dit moment wij per maand 80000 ton naar Duitschland zullen
ook een zeer onverkwikkelijke strijd gestreden. De uitvoeren op consent. Spr. vroeg of dit juist is. Hij
mijnwerkers staken nog steeds en het conflict met de achtte het verwerpelijk dat het uitvoercijfer gelimi.-
mijneigenaars is nog steeds hangende. Van eenige teercj wordt, doch spr. kon.zich in het geheel niet
werkelijke tegemoetkomende houding van welke zij- vereenigen met het consentenstelsel. Waarom spreekt
de ook is geen sprake. En het spreekt als vanzelf dat het verdrag niet van bruinkolen? De voorkeursta-
nu deze strijd zoo lang, veel te lang duurt, de bitterheid rieven op de Duitsche spoorwegen naar de Duitsche
steeds grooter wordt. Eln dat komt -zeer sterk uit nu havens bracht de heer Knottenbelt eveneens ter
de regeering haar voorstel tot een achturendag in de sprake,
mijnen tegen, den zin der Labourpartij in het Engel-1 Tenslotte zeide de spr. een motie gereed te heb-
sche parlement heeft gebracht. ben om de onderhandelingen met andere onderhandc-
De mijnwerkersleiders zien in dit wetsontwerp een laars onzerzijds te heropenen, maar spr. zal de mo-
aanslag op de rechten der mijnwerkers, een zeven- tie nog niet indienen.
urigen werkdag als daar gold. De regeering wijst er De heer Van der Sluis (s.d.) acht het verlagen der
met nadruk op, dat haar geduld onuitputtelijk is invoerrechten voor onze land- én tuinbouwproducten
geweest ofschoon het ernstig op de proef werd ge- van zeer groot belang. Daarom zal spr. voor de
steld en 't was onjuist te zeggen dat zij niet al haar ratificatie van het verdrag stemmen. Pogingen tot
krachten had ingespannen voor de zaak van den vre- protectie- of vergeldingsmaatregelen achtte spr. uit
de. De beschuldiging van de hand wijzend dat de re- den booze en hoopte dat de regeering zich hiertegen
geering niets gedaan had wees zij er op; dat afge* zal blijven verzotten.
scheiden van de wet inzake de reorganisatie der steen De heer Mr. Oud (v.d.) keurde het af dat dit ver
kolenindustrie de regeering andere stappen overwoog drag niet vroeg genoeg gereed was. Spr. heeft den
en deed wat zij kon om ze aan de orde te stollen, indruk dat de regeering redeneerde: hoe langer de
Voor sommige zouden misschien later wetgevende onderhandelingen duren, hoe moeilijker wordt het
maatregelen noodig zijn als er eenige kans was op voor do Kamer om de verdragen te verwerpen. Over-
bijlegging door dat middel. Hoe men ook mocht al heer9cht do overtuiging dat onze regeering te wei-
deiiken oven de waarde van reorganisatie of de finan- nig heeft verkregen De klachten over het gevoerde
cieele uitwerking ervan op de industrie de regeering beleid komen spr. gerechtvaardigd voor.
geloofde niet xiat 't effect zoo groot zou zijn dat er veel Zoo wees spr. c-r op dat tusschen de afdeeling Han-
verschll door zou ontstaan in de kosten van eon ton del en de directie van de afdeeling voor Bconomischo
kolen. Het effect der reorganisaie zou gedurende aan Zakenanimositeit heerscht on dat men het chiquer
zienlijken tijd niet voelbaar zijn. Men stond vpor den
toestand zooals deze thans was;, vandaar de achturen-
wet. Het was volkomen duidelijk dat het doel der wet
was degenen, die in de industrie werkzaam zijn, in
staat te stellen te zien wat, mogelijk was, indien de
achturendag werd toegepast, op het gebied van Ico
nen goedkooper productie om Engeland in staat te
stellen verloren gegane markten terug te krijgen.
De armeiderspartij bleef tegenover de regeering on
verzoenlijk sfaan en zelfs een gematigd man als
Hartshorn, een der mijnwerkersleden, waarschuwde
dat deze wet aanzienlijk zou bijdragen tot het stilleg
gen der mijnen. Ieder mijnwerkerslid van het Lager
huis en naar spr. hoopte ieder lid der Arbeiderspartij
zou zich volgens spr. ten stelligste verzetten tegen
iedere regeling, in welken vorm ook, welke aanvaar
ding van de bepalingen dezer wet meebrengt. Wat
miji persoonlijk betreft, aldus Hartshorn, heb ik be-,
sloten, dat als Cook of iemand anders een overgave
bepleit, ik verzefczal bepleiten.
Volgens Hartshorn zouden de mijnwerkers geen
onderhandelingen beginnen of eenige poging doen om
vond, dat alleen „Economische Zaken" de onderhan
delingen voerde, doch het resultaat is zeer poover
geweest.
De beteekenis van het tractaat ligt naar sprekers
meening in de tariefsverlaging voor onze land- en
tuinbouwproducten, doch men moet niet overdrijven
door het voor te stellen alsof nu zoo heel veel is
bereikt.
De regeling van den N6derlandschen koleninvoer
naar Duitschland vond spr. onvoldoende. Duitsch
land heeft verklaard een welwillende houding in deze
te zullen aannemen. Doch dit is uiterst vaag, oven
eens dé Duitsche belofte dat binnen een niet te ver
verwijderd tijdstip gelijkstelling inzake de tarieven
op .de Duitsche spoorwegen zal worden verkregen.
Tegen mededeelingen in comité-generaal verzet de
spr. zich. Nadere inlichtingen moeten in het open
baar geschieden.
Spr. betreurde het, zulks in verband met de con
currentie, dat er van Nederlandsche zijde geen me
dezeggenschap bestaat ten aanzien van de aanwen
ding van het crediet. Tegenover het aanbevolen mid-
tot een regeling te komen op den grondslag van den del van retorsie dat tot tarievenoorlogen kan.leiden,
achturendag. Dit zoo zijnde zag men zich geplaatst wees de heer Oud er op dat de v.-d. fractie blijft
voor den meest hopeloozen toestand in de mijnin-staan op het standpunt van den vrijhandel,
dustrie. De spr. veroordeelde eveneens de vergeldingspoli-
Ook andere Labour-afgevaardigden uitten zich zeer tiek en gevaarlijk voor ons land. Heropening der on
scherp tegen deze wet en de persoon van den minls- derhandelingen was uiterst moeilijk, verschillende
ter-president Baldwin bleef niet vrij en ook zijn per- voordeelen als daarmee verloren kdnden gaan. Dit
soonlijk woord bleef zonder uitwerking. Engeland verdrag mag men niet beoordeelen alleen uit het
wachten dus zeer zeker nog moeilijke dagen. oogpunt wat bereikt is voor land- en tuinbouw,
doch uit een oogpunt van algemeen belang. Spr. kan
acht spr. het middel, om werkloosheid tegen te gaan,
en dit vraagstuk op te lossen.
De heer Van de Riet (c.h.) zette uiteen de zeer
groote voordeelen voor onzen land- en tuinbouw met
de tarief-verlaging verkregen en bepleitte aanvaar
ding van het verdrag.
Tot zoover liep de gedachtenwisselirig Donderdag,
Vrijdag is deze voortgezet en kwam het eerst de heer
Van Aalten (v.d.) aan het woord, die enkele opmer
kingen maakte op het aan Duitschland verleende
•crediet en meende dat door de houding die onze re
geering in deze had aangenomen, wij nooit van het
crediet afkomen. Waar Duitschland een crediet van
6 jaar wilde, gaf onze regeering er een van 7 jaar.
Hiertegenover hadden grootere voordeelen moeten
sta&n, maar dit is niet zoo. Toch zou spr. alleen in
het uiterste geval zijn stem aan het verdrag ont
houden, groote nadoelen als daardoor kunnen ont-
•staan.
De heeren Bakker (c.h.) en Lovlnk (c.h.) schaarden
zich onder .de voorstanders van het ontwerp, met
het oog op tuin- en landbouw en de laatste keerde
zich tegen het handelssysteem door den heer Korten
horst ontvouwd. Ook de 'heer van d. Waerden keerde
zich daartegen en meende dat onze industrie niet zoo
in den knel zat en wees op Duitschland en elders.
De heer Fleskens (r.k.j klaagde over het weinige
dat de industrie had gekregen en meende dat dit
een gevolg w.a9 van het feit, dat wij economisch
weerloos zijn.
De heer Van Vuuren (r.k.) informeerde of er nog
bijzondere verbintenissen zijn aangegaan behalve in
het verdrag vermeld, omdat het protocol dat daar
bij hoort, niet aan de Kamer is overgelegd. Spr. pro
testeert er tegen dat de vrijheid der Kamer is teloor
gegaan.
Na de pauze heeft de minister de heeren beant
woord en schetste eerst uitvoerig de ontwikkelings
gang der onderhandelingen. Spr. meende dat het
zeer logisch was dat de regeering dadelijk aanvaard
de dat het nieuwe Duitsche tarief niet op onzen tuin
bouw zou worden toegepast. Dat er in verband met
de late Indiening van het ontwerp nevenbedoelingen
bij de Regeering een rol zouden hebben gespeeld,
weerlegde spr. De late indiening van het ontwerp is
nog ten goede gekomen aan verschillende regelin
gen. Spr. wees verder op de verkregen meestbegun-
stiging, een voordeel dat niet mag worden onder
schat.
De minister erkende, dat wat de industrie betreft,
de oogst niet evenredig is aan wat voor den tuinbouw
is verkregen. De melasse en het cacao is niet ter
sprake gebracht De regeering zal hierover nader on
derhandelen.
Wat den invoer van koudbloedpaarden in Duitsch
land betreft, wij staan in dezen gelijk met België.
Besprekingen over de certificatèn zijn nog gaande.
Nopens do warmbloedpaarden zijn er onderhan
delingen gaande tusschen Duitschland en Oostenrijk.
Krijgt Oostenrijk zijn zin, dan worden wij op grond
van meestbegunstiging gelijk gesteld met Oostenrijk.
In zake den invoer van onze steenkolen in Duitsch
land, een moeilijk punt, merkte de Minister op dat
aanvankelijk deze invoer onmogelijk is geworden. In-
tusschen is verkregen dat Nederland een contigent
kan invoeren dat in alle opzichten bevredigend ge
acht mag worden.
Deze regeling wordt ook door de mijndirecties be
vredigend geacht en minstens even goed als voor
den oorlog. Over de bruinkolen behoefde men zich
evenmin ongerust te maken.
Wat de voorkeurstarieven op de Duitsche spoor-:
wegen aangaat, zeide de Minister dat daaromtrent
een afspraak is gemaakt, dat na een bepaald aantal
maanden onze havens met vreemde havens gelijk zul
len worden gesteld.
Naar aanleiding van een interruptie zeide de Mi
nister, nader dat deze gelijkstelling zal komen bin
nen 2)4 maand na de afkondiging van de ratificatie
van het verdrag.
De minister ontkende dat niet genoeg deskundigen
zouden zijn geraadpleegd en er is wel degelijk gelet
op de beteekenis van het crediet aan Duitschland.
Spr. ontkende dat Duitschland trucs gebruikt om aan
de meestbegunstiging te ontkomen. Do minister las
vervolgens het protocol voor en is slechts een aan
duiding voor zekero beginselen in het verdrag.
Wat onze handelspolitiek betreft, moet deze her
zien worden uit een oogpunt van realiteit en deze
politiek is niet schadelijk voor ons land, in tegen
deel beeft het ons groote voordeelen gebracht. Ons
land heeft in de laatste 3 jaar 18 verdragen afge
sloten en spr. bestreedt het standpunt des heeren
Kortenhorst, dat ons tegenover Duitschland geen
voordeelen had gebracht.
Spr. noemt de critiek op het verdrag onbillijk en
ontraadt nieuwe onderhandelingen te openen, de toe
stand in Duitschland is daarvoor niet gunstig.
Wel is het Departement van Buitenlandsche Za
ken bereid om in overleg met andere Departementen
telkens op den grondslag van het verdrag, daarin
nog punten op te nemen, die daarvoor in aanmer
king kunnen worden gebracht.
Minister De Geer bespfrak nog nader het crediet en
toont aan dat het crediet is teruggeloopen van 117
op 90 millioen.
Na repliek dient de heer Knottenbelt een motie in
om de onderhandelingen te heropenen. Andere bee
ren hielden eveneens hun bezwaren staande, onder
welke Mr. Oud, die zeide echter te zullen voorstem
men, maar hoe tegenstrijdig het ook klinke, met dien
stem tevens wantrouwen uitspreken ten opzichte
van het beleid van den minister van Buitenlandsche
Zaken.
Na nog een antwoord der twee ministers, \Verd de
motie Knottenbelt verworpen met 71 stemmen voor;
allen de Vrijheidsbond.
Het wetsontwerp werd daarna aangenomen met
weer den Vrijheidsbond en den Communist tegen.