VAN EN\ EN VAN DAT 1LES WAT In s n m m m Wé m m RADIO; PANTOMIME ROMMELKRUID, Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 10 Juli 1926. No. 7874. DAMRUBRIEK. II ^Ül L5 iH m Hf fit 1§! IP S Ui Hf BUURTJES-LEVEN. In de straat was ie geboren, In de straat had ie z'n wérk, Door de straat ging ie zoo 's Zondags Altijd naar dezelfde kerkl Ieder keitje was hem eigen, Ieder stoepje kend' ie goed, Heel het ingeslapen buurtje Was. de rust voor z'n gemoed! 1 In z'n kinderwagen reed ie Voor het eerst dan door de straat Met een glimlach van verbazing Op z'n blozende gelaat. En'hij klapte in z'n bandjes Als een lieve buurvrouw riep, Of hij schokte op de keitjes, Tot ie eind'lijk rustig, sliep. Met z'n knikkers en 9'n tollen Met z'n hoepel en z'n bal Speeld'ie later langs de huisjes, Hier en daar en overal! Klom ie op dezelfde bekjes, Kend' ie alle deurtjes wel, Trok ie 's avonds met z'n vrindjes Stiekem aan dezelfde bel!! Toen ie ouder was geworden, (Zooals dat gewoonlijk gaat). Reed ie op een lichten morgen In z'n trouwkoets door de straat. Heel de buurt was uitgeloopen En z'n buurman riep: „Hoera!!" Toen dééd ieder in het straatje Plichtsgetrouw dien buurman na!! Jaren leefd'ie als de and'ren, Ziekte.... kind'ren.... voorspoeddood. Zóóveel zomers, zóóveel winters, 's Zondags trouw een glaasje róód! Op z'n gouden bruiloft zong. ie Een allang vergeten lied, Heel de kamer zat te zwijgen, Want z'n kinders kenden 't niet! Toen z'n uurtje had'geslagen, Want z'n levenskracht was op K-n de donk'ro paarden stapten Met de pluimen op den kop, Ts de stille, zwarte wagen Langzaam met hem weggegaan En. he: straatje leefde verder, Of ie nimmer had bestaan 1! Juli 1926. Alle rechten voorbehouden! KROES. STADSGEZICHTEN. Een moment-opname bij de liften in het groot e warenhuis. XII. t Er zijn wel tientallen verschillende schema's voor ontvangtoestellen. Bij nadere beschouwing blijkt echr j ter spoedig, dat bij vele het werkelijke verschil slechts gering is. Ja, wij moeten dan zelfs z-oeken' naar de afwijkingen van het standaardschema. - Dit wil echter niet zeggen, dat wij niet volgens een verschillend principe ontvangtoestellen kunnen bou wen. Het tegendeel is waar. Het ligt dan ook in on ze bedoeling, de diverse grondbeginselen in den toe- stelbouw vroeg of laat de revue te laten passeeren. Wij willen daartoe reeds nu aanvangen met aan do hand van twee schema's voor een eenvou&ige één- lampsontvanger twee verschillende uitvoeringen naar voren ie brengen en wel de primaire en secundaire ontvangers. Het verschil tusschen de beide schema's valt hier onmiddellijk op, 'n.1. bij den primairen ontvanger heeft men slechts één kring, bij den secundairen ont vanger echter twee gescheiden kringen, de antenne^ kring en de roosterkring. In het algemeen kunnen wij zeggen, dat de secun daire ontvanger in Nederland burgerrecht heeft ver kregen. Het voordeel van deze uitvgering is gelegen in het feit, dat men bij' toepassing daarvan kan re kenen op een grootere selectiviteit en dat is voor ons, land, omgeven als wij zijn door krachtige zendsta-. tions, een niet te onderschatten voordeel. Het primaire toestel heeft echter ook eón voordeel. De geluidsterkte (onder overigens dezelfde omstan digheden) van dit toestel is groot-er dan van het se cundaire. Bij de overbrenging van de opgevangen energie van den antenne-kring'op denroosterkring ontstaat -onvermijdelijk verlies. Uit dien hoofde is het verklaarbaar, dat men in Etngeland het primaire systeem--steel meer toegepast vindt, dan in Holland. Daar toch heeft men een krachtig station (Daven- try), hetwelk hfcel moeilijk uitstembaar is voor hen, die in Londen of omgeving wonen. Wiji zien in figuur 6A den normalen*antennekring waarbij de uiteinder^ van de Antennespool (A), ook wel genoemd ..primnire" spoel, verhonden zijn respec tievelijk aan het rooster en aan de pool van de gloeistroombatterij. Een tweede, spoel zien wij echter in dit schema •verschijnen en wel de terugkoppelspoel (T spoel), welke spoel geschakeld is tusschen plaat en telefoon. Deze tweede spoel en de vaste condensator (capa citeit 0.00025 m.f.) opgenomen in de verbinding tus schen het eene uiteinde van de antennespoel en het rooster, hebben hun opname ,te danken aan het we zen van de Radio-lamp. de detectorlamp in het bij zonder. In het kort kan men dit zeggen. De detectorlamp ricst de in het ontvangtoestel binnenkomende h.f. stroompjes gelijk. Deze wissel stroompjes zijn echter nooit wat hun werkelijke grootte aangaat - ge- lijik, maar zij wisselen van sterkte. Het gevolg hier van is, dat de detectorlamp ook geen constante gelijk stroom1 doorlaat. Juist deze variaties doen de muziek of de spraak in de telefoon ontstaan. Ligt het dan niet voor de hand, dat wij deze va riaties, met behoud van hare onderlinge verhouding in grootte, gaan versterken? Hoe we' dat bereiken, vertellen we de volgende week. HET ONTSTAAN VAN GESLACHTSNAMEN. Vóór Napoleon's tijd was het bezit "van een ge slachtsnaam1 ver van algemeen. Het overgroote deel van het volk noemde echter bij den naam' van den persoon, dien men wilde aan duiden, ook den naam van zijn of baar vader, zoo'- dat men de combinatie kreeg: Jan van Piet, officieel ■luidde bet dan Jan Pieterszoon, wat in bet begin van de vorige eeuw werd: Jan Pietersen, e. d. De adel noemde zich al vroeg naar de heerlijkhe den, die hij in bezit had. Er waren evenwel ook en kele lijfeigenen, die zich op het bezit van een ge slachtsnaam konden beroemen, zonder dat zij1 ©enige bezitting, dan dien naam1 op de wereld hadden. Zi) hadden dien familienaam dan als belooning voor manmoedige daden ontvangen. Zoo vermeldt de geschiedenis, dat ridder Wouter van Egmond aan vier zijner lijfeigenen een familie naam schonk, omdat zij ham: uit den toren van Heemskerk hadden verlost, waarin hij op Oudejaars avond van het Jaar 1205 door graaf Willem was ge vangengezet. Jacob, die het eerst den -toren binnen drong, noemde hij: Van der Camere; Jan, die met een bijl had gestreden: Bijl; Pieter, die een kodde (knots) bad gehanteerd: Van der Codde en Cornelis die er geducht op! los had geslagen: De Clopper. In de 16de eeuw werd het gebruikelijk, de gegoede burgers en den handeldrijfvendjm s/tand zelfs in of- ficieele stukken aan te duiden met het uithangteekcn van het huis, waarin hij of zij woonde, achter den naam.' Zoo heette bv. in 1513 do echtgenoot van de sticht ster van het Burgerweeshuis te Amsterdam: „Claes Jacobsz(oon) in "t Paradijs", de regent van dit- wees huis heette: „Claes D'irksz in de Drie Koningen". Een tiental jaren later werd de toenaam reeds vrij algeméén zonder voorzetsel gebruikt en kwamen namen voor als: Floris Jan Klaesz Otter, Jacob Huyg, Pietersz Haring, Jan Lourensz Spighel, mr. Pieter Olie aring, Reynier Paeu. In 1522 was Klaes in de Kat regent van het gast huis te Amsterdam; 34 jaar later vindt men Jan Claesz. Kat, blijkbaar zijn zoon, die zijn toenaam als geslachtsnaam aangenomen had. In 1547 vindt men in de stadsregisters van Amster dam den naam Olfert in do Fuyck, tegen wien die stad ;ioen een proces voerde voor den Grooten Raad te Mechelen. In 1578 is zijn zoon schepen en raad en heet Hendrik Ólfertszoon Fuyck. Ook van andere, thans evengoed nog bekende fa milienamen is reeds in dien tijd de oorsprong te vinden: o.a. van Jan Vijf Vliegen, waarvan alleen het getal later van den geslachtsnaam is afgegaan. In de 17de eeuw kwam onder den deftigen stand het gebruik in zwang, zich naar de heerlijkheden of de buitenverblijven, die men bezat, te noemen,, zoo als dat de ridders in den tijd der middeleeuwen had den gedaan Op die wijze bijn de familienamen: Huy- decopèr van Maarseveen, Van Zwieten, Engelenburg, e.d., ontstaan. i Het vermelden van 't gevelblazoen verdween dan ook van lieverlede uit de openbare stukken. In 't i spraakgebruik, vooral onder den arbeidersstand, bleef de oude gewoon te* in volle kracht voortduren en i noemde men de menschen bij doopnaam, vaders- i naam. en uithangbord je. 't Liefste gaf men elkaar bij den naam- van 't uithangbord een spotnaam, maar dan moesten beide namen op elkaar rijmen. I Napoleon vaardigde een wet uit, waarbij iedereen bet recht kreeg, zich een familienaam te kiezen. In de keuze was men in zooverre vrij, dat alleen namen van steden, dorpen en heerlijkheden niet mochten worden aangenomen. Die een zoodanigen naam1 reeds bezaten, mochten dien echter behouden. Alle namen, die daarop duiden (Van Dort, Dusseldorp, Dubbel dam, Van der Velden, enz.) zijn dus vóór dien tijd ontstaan. Bij de aanvaarding der Regeering door Koning Wil lem I werd in deze wet een strafbepaling opgenomen, waarbij men gedwongen werd binnen zekeren tijd zich van een familienaam te voorzien. Bijzonderlijk daarvoor! aangewezen ambtenaren kwamen dien aan de hüizen opnemen. CHRYSANTEN IN CHINA. In den herfst van elk jaar verkoopen de Nanking sche kweekers een groot aantal chrysanten in pot ten, die de welgestelde Chineezen voor tafel- of tuin- versiering gebruiken. Chrysanten worden gewoonlijk vermeerderd door stekkbn en enten; Gewoonlijk neemt men een stek van den ouden stengel van de plant in -het voorjaar en plant, dre over op een voor af gereedgemaakt bed. Wanneer de jonge stek een zekere lengte bereikt heeft, wordt er weer een stek 'afgenomen, die geënt wordt op den stengel van een zonnebloem of op een variëteit van- de Artemisia, die Verzoeke alles betreffende deze rubriek te zenden aan C. AMELS Wz.,. WINKEL. I PROBLEEM No. 1. ZWART. mé m iüP ÜP Ut ■m m mr/ mr, m Wr/ Wr/ ÉfP m 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 WIT. Stand Zwart, 10 schijven, op: 7 8 13 14 18 21 22 23 27 28. Stand Wit, 10 schijven, op: 16 25 29 30 32 34 37 38 43 44. PROBLEEM No. 2. gWART. 1 Él 6 11 16 21 26 31 36 jg§ wow. 41 JÜ 46 .WH. S:and Zwart, 11 schijven, op 5 7 9 10 12 13 14 18 20 25 29 en 40. Stand Wit, 11 schijven, op: 16 21 27 28 3? 35 38 41 42 44 en 49. Wit speelt en wint geldt voor beiden. Voor beginners de volgende aardige stand. Stand-Zwart, 5 schijven, op: 7 13 17 18 28 en dam op 35. Stand Wit. 3 schijven, op: 29 39 40 en dam op 47. Wit speeli als 't volgt: Wit: 29-23, Zwart 35X33, Wit 47X22, Zwart ver liest hij elke wijze van slaan. OPLOSSING PROBLEEM No. 1. Wit: 25-20, 38—33, 16X27, 33X22, 29X9, 9-4, 4X11 of 16. OPLOSSING PROBLEEM No. 2. Wit: 49-43, 35—30, 16-11, 38—33, 33X4. 28X10, 4X30. in het Chineesch als „aj" bekend is. Het stekken en enten is noodig om te verhoeden dat de veredelde chrysant achteruitgaat en om de plant later te laten groeien. Op deze manier kunnen de kweekers altijd sommige zeldzame verscheidenheden zelf houden. De Nankingsche kweekers telen honderden variëtei ten en sommige van de zeldzaamste worden duur be taald en door hun eigenaar in hooge eer gehouden, als een kostelijk bezit. Wanneer de geënte plant aan het publiek verkocht wordt, behoudt de eigenaar echter toch het monopolie, daar de uit enting ontstane planton niet voortgeteeld kunnen worden. Het chrysanten-seizoen begint met November en duurt, een heel aantal weken, .aangezien chrysanten tot de langst, bloeiende bloemen behooren. Voor. de viering van de „Dubbele Negen" (de negende dag van de negende „maan") koopt elk gezin uit den middel- of den hoogen stand altijd' een paar potten. De meeste kweekers in Nanking hebben hun tuinen achter de Pei Tsji Koeo-hoogte, binnen do stad.. Men kan de bloem in potten of op bepaald daarvoor gereedge maakte bedden kweeken. Chrysanten, die in den pot gekweekt zijn, blijven altijd eenigszins achter en kunnen ge^n goeden prijs opbrengen. Die van de bedden kunnen gemakkelijk in potten overgeplant worden cn dan in den bloeitijd aan het publiek ver kocht worden. Het kweeken van chrysanten vereischt veel arbeid, vooral 's zomers wanneer zij' begoten moeten worden. Uit Soetsjou, Jangtsjou'en andere naburige steden worden vele goede en zeldzame,variëteiten ingevoerd. De negotie van de Nankingsche kweekers heeft dit jaar zwaar geleden ten gevolge van den burgeroor log in de provincie Kiacgsoe.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1926 | | pagina 13