SchagerCourant
Modsrn uitgevoerde PIRTRETTEN
Geestelijk Leven.
Dit het hart van holland.
S I N T JOHANN t b.
Zaterdag 10 Juli 1926.
69ste Jaargang. No. 7874.
Derde Blad.
Atelier Niestadt, Schagen.
Plaatselijk Nieuws.
Nooifc beklaag ik de sfcadsmenscheu zóó sterk als
in dezen tijd. Als ik denk aan hen, die opeen
gepakt wonen in de huurkazerne'» dor groote ste
den in lange, eontonige booinlooze straten, twee-,
drie-, vior-hoog, dan komt er een govvxsi van deer
nis in mij oi>. Wat is -het bovenal in den zomoe
heerlijk oen buitenmonsch to wezen, met ruimte
óm jo heen, met do heele hemelkoepel óver je
heen. Arme stomperds, die nu op oen bovenhuisje
zitten, omsloten door steengevaarten aan alle kan
ton en met een armzalig stukje lucht in de hoogte.
Ge.ukk.ge Aer.e.ingtn, die door liec lot tot een
teven op het piatieLnd zijn bestemd.
-a. Ik weet het we. in den winter moeten we
veel missen; de steden zijn de centra der cultuur;
museums en leeszalen zijn op de dorpen en in de
polders niet te vinden; groote concerten en stijl
volle tooneelvoorsteiüngen kunnen op 't platteland
niet worden gegeven. Maar heeft do autobus ons
niet in de gelegenheid gesteld om in den winter
stedewaarfcs te gaan om daar op te doen wat we
op liet. dorp missen en onszelf dus voor geeste
lijke verschrompeling* te bewaren?
Och, laat mij maar een buitenman blijven. Ik
heb er vrede mee; ik houd van de natuur, ik houd
van de Ilollandsche luchten, van de boomen en de
bloemen, do weiden en de bouwvoldeii. Het eenige
wat ik mis, dat zijn de bosschen, do bostselien mot
hun donkere schaduwen en avondlijke mysteriën,
hun bladgefluister, als de wind slechts zwakjes
waait, hun jammerend huilen als de stormen door
de takken striemen.
Maar inplaats van het bosch heb ik mijn tuin.
Lezers, hebt ge ook een tiftn of misschien een
tuintje, waarin ge zelf werkt, dat ge naar eigen
inzicht verzorgt? Ik bedoel niet een groenten-
tuin, maar een bloementuin'? En als ge kinderen
hebt, bezitten zij dan ook hun eigen domeintje,
«waar ze eigen bloemen kweeken? Zoo ja, dan zult
go weten welk oen bron van genot, daarin ligt op
gesloten. Zoo niet, dan hoop ik, dat het lezen van
dit artikeltje het verlangen naar een eigen tuin
bfj u zal wekken.
Want ik lira van plan over mijn tuin en over
de verhouding, tusscnen mü en mijn planten en
bloemen iets te vertellen. Ik doe liet nu, omdat
thans de tijd van groei en bloei gekomen is.
Mijn eerste werk 's morgens is een rondgang
langs al mün planten. Ik weet precies hoe ver j
alias is. Ik kon zo stuk voor stuk, ik heb ze Zelf
gezaaid, verplant en beschermd tegen allerlei drei
gende gevaren als luizen en slakken en ander ge
spuis. De minste verandering merk ik op bij mijn
kinderen, want zoo noem 'ik ze in gedachten zoo
graag.
„Wol jongen, wat scheelt or aan? Je ziet er zo-o
triest uit en je kopje hangt er zoo slap bij." Zoo,
richt ik me tot een dahlia, die don vorigon dag zoo
dapper de wereld inkeek. Ik hurk bij haar neer.
„Zoo iongen, ia 't dat? Ik zal! jo helpen, hoor!'?
Diaar hoeft mijn oog een slak ontdekt, die waar
achtig schijnt ,te denken, dat ik voor haar dia
dahlia kweek. „Neen, baasje, een kropje sla, nu,
dat mag je wel hebben, maar van mijn dahlia
"joet. je afblijven. 't Spijt me voor je, maar ik moet'
altgd een kleine overwinning op mezelf behalen, als
ik een levend wezen dood, daar staat nu eenmaal
in het wetboek van den natuurvriend en den bloe
menliefhebber de doodstraf op.
Een voor óTn zie ik mijn dahlia's na. Drie zijn
er die met buitengewone nauwkeurigheid worden
bestudeerd. Het zijn drie nieuwelingen van een zeer
zeldzame variëteit. Verleden jaar had ik er n g
maar <Vn. Een wonder van schoonheid! Lk zie met
spanning den tijd komen, waarin ze bloomen zullen
dragen, nieuwsgierig om te zien of deze weer zoo
poot en prachtig en van zoo zeldzame kleur zul
len wezen.
Van mijn dahlia's ga ik naar de andere bloemen.
„Lekker opgefrischt van nacht" P „Heb jo er wat
moeite mee om vooruit te komen?'
Het gaat met de bloemen al het als met de
menschen. Voor- somijiigen schijnt het geen moeite
te kasten om zich er door te slaan, anderen hebben
met, voortdurendra te^renspoed te kampen.
Daar zijn er, die dadelijk den moed laten zakken,
frnaar daar zijn er ook, die tegen alle verdrukking
in volharden. Ik heb één dahlia, die een merkwaar-
digen levenswil openbaart. Wel tienmaal is joe af
geweten, maar telkens stuwde ze een nieuwe spruit
naar boven. Doet zo dit om mij een lesje te govm
in levenswijsheid, om mij te loeren me door tegen
spoed niet to laten ontmoedigen?
Ik geniet als ik bij mijn rozen kom.- Zij hebben
nu hun bruiloftstijd en prijken mot tal van knop
pen en bloemen. Wat een kleurenpracht, ik 'heb
zo van het zuiverste wit en het donkerste rood.
En daartussclien alle nuances van geel en Jicht-
rood. Een feest van kleuren. Wat is do natuur toch
onuitputtelijk rijk. Als de mensch met do natuur
samenwerkt door voortdurende veredeling, selectie,
kruiding, worden steeds sciiooner kleuren en edeler
Vormen tevoorschijn getooverd. Zou wat in de plan
tenwereld mogelijk is, ook in de menschen wereld
kunnen geschieden? Is het 2500 dwaas oni te meenen,
dat, evenals de rozen door goede verzorging ver
edeld worden, ook de menschen bij goede verzor
ging beter, nobeler worden? Voor de goede bloo-
menver'pleging is in de eerste plaats 0011 geschikte
bodem onontbeerlijk, oen bodem waaruit de bloem
zijn voedsel kan trekken, Zckj moot ook de mensch
0111 krachtig to groeien, om schoon en sterk te
worden, een goede voedingsbodem hebben. Dit
geldt voor hem niet alleen als lichamelijk, maar
ook als geestelijk wozqji. De voedingsbodem wordt
gevormd door de omstandigheden, waaronder do
r.-J00 -^in wat'zijn deze vaak allerellendigst,
btoifelijko nooden drukken heni'noer. Zorgen, en
moeiten verlammen hom. De geestelijke sfeer waar
in velen van jongs af opgroeien is vaak geheel be
dorven. Iloe wil de behoefte naar mooi en zuiver
measoh-zijra ontwaken bij een 'kind, wanneer de
ouders nooit over ziels verlangens, over zedelijke en
reIig.iou.se vraagstukken spreken? Iloe kan zin voor
1 n n o r 1 ij ke schoonhêdd gaan loven, wanneer nooit
gesproken wordt over de waarde Van eerlijkheid,
waarheid, liefde?
Ik kijk diep in het hart van mijn rozen. Kijk
ik ook wel niet eens diep in mijn eigen hart? En
vind ik daarin ook' niet dikwijls ongerechtigheden,
die er aan knagen als de insecten in 't hart mijner
rozen? Over mijn rozen waak ik angstvallig en
over myn hart?? Zoo wordt mijn tuin me tot een
leerschool.
Alle bloemen hebben mij wat te zeggen. Sommi
gen wekken altijd heel sterk de gedachte aan nede
righeid bij me op. Ze staan zoo eenvoudig en laag
hij den grond te bloeien. Mijn aurikels byv. En
wat zijn ze toch mooi. Ze doen geen, moeite om
gezien te worden zooals do verwaande'zonnebloem
of de vurige,brandroode papaver. Heel schuchter
staan z)e, bijna verborgen; maar niettemin geven
ze zich geheel. Is 't niet 't beeld van 'den n^cnsch,
die tevreden is met 't spelen van een onbeduidende
rol op 't wereld tooneel, maar die deze rol met
toewijding en liefde speelt. Is 't niet 't beeld van
die tallooze ongenoemaen en onbekenden in de we
reld, welke hun geluk vinden in het geheel zich
zelf zijn?
0! bloeit, mijn nederige plantjes, ik zie jullie; ik
heb jullie lief om je simpele schoonheid. Als ik deze
regelen schrijf staat op mijn schrijftafel voor me 'n
bos ranonkcis in oen vaas. Met een gevoel van
dankbaarheid rusten mijn blikken or op. Is er
echooner versiering biimrashuis denkbaar dan een
vaas mot bloemen?
We gaan toch vooruit wat onzen smaak betreft.
Ik heb den tijd gekend, dat de meeste mensehdii
't eigenlijk zonde achtten om geld voor bloemen uit
te geven. En nu? De alloroenvoudigsten willen
bloemen hebben bij feestelijke gelegenheden. Wat
zou een verloving zijn zonder deze lieve kinderen
der natuur? Is een bruid zonder bloemen nog wel
denkbaar in onzen tijd?
Wanneer ge in den trein zit van Amsterdam naar
Utrecht, pa-»eert gij een terrein, waar do zooge
naamde volkstuintjes zijn. Met welk een toewijding
wordt daarin gewerkt! Gelooft ge niet inet mij dat
dit een veredelenden invloed op 'de mönsehen uit
oefent.
v Iemand zeido mü eens: „geef eiken arbeider een
tuintje en hij vergejt de kroeg!" Ik geloof dat d-far
zeer. veel waarheid in zit.
Alle intieme omgang met de natuur werkt ver
edelend en....*, kalmeerend.
vvanneer ik tu schen mijn plan en en bloemen
ben, hun groei gadesla, hen verzorg en vertroetel-,
dan komt mijn soms stormend gemoed tot rust.
Dan -kan ik heele gesprekken met mijn bloemen
kinderen voeren. En dan hebben ze mij zoo veel
te vertellen!
Ik houd van schoonjieid en ik zou zoo ziels-
graag schoonheid zien in de wereld der menschen,
welke ik -zoo loelijk vind door haar pijnlijke wan
verhoudingen, welke ine opstandig maken. En het
wrokt soms in ine, ik voel wel eens bitterheid
in me opkomen. Ach, waarom willen de menschen
toch niet een maatschappij van samenwerking en
vrede en broederschap Waarom zoeken ze niet
naar die waarachtige schoonheid, welke in onder
linge harmonie te vinden is? Waarom leven ten
boste van olkaar en niet met elkaar?
mot kinderen op schoot, met zuigelingen soms,
kluiven aan gebakken visck. Mannen stoppen hunne
neuzen, diep in de groote grove glazen, gevuld met
wijn, kinderen happen in de koek. Honden schar
relen onder de tafels, die keurig gedekt zijn en bo-
laden met dranken en spijzen, vooral met de
En als ik dan iu mijn tuin kom, dan kijken dol bruine wijngaardslakken, voor deze gelegenheid in
bloemen: met hun kleurige oogen me aan en de
heesters met hun nieuwe frissche loten on ze zeggen
me, dat ik geduld moet hebben. Blijf maai' streven'
en werken roepen ze mij toe maar bodenk
tegelijkertüd dat alles groeien moet, alles, alles, ook
de menscliiieid. Bestrijd wat dien groei belemmert,
roei het onkruid uit, zorg voor oen goeden voe
dingsbodem en dan zal ook de menschheid stijgen
tot grooter schoonheid.
Jk heb in 't begin van dit artikeltje gevraagd,
mijn waarde lezers, of ook gij een tuin of tuintje
liebt en of uwe kinderen er een hebben.
O, geeft toch uw kinderen een eigen tuintje. Ik
acht dit van buitengewone beteekenis voor de op-
voeding. Het geeft hun bezigheid en roept in hen
j wakker liefde voor de natuur. Leer ze hot schoono
zien, oog krijgen voor de wonderen van groei on
leven en.... misschien doet het u en uwe kinderen
filosofeeren over emstigo vragen.
ASTOR.
TEGEN MATIGE PRIJZEN.
lederen dag geopend. Ook Zondags
Na het bezoek, nu alweer geruimen tijd geleden
van de Amerikaansche hotelhouders het bezoek van
de Amerikaansche studenten. Beide even Ameri-
kaansch, die bezoeken. Voor Den Haag en omstreken
had men in beide gevallen maar enkele uren en die
waren blijkbaar voldoende om een indruk van onze
vermaarde stad en wat zich daarbij aansluit, te krij
gen.
Vermoedelijk zijn er veel meer van zulke Ame
rikaansche bezoeken gebracht door Amerikaansche
particulieren, die niet officieel behoeven te worden
ontvangen Het is bekend genoeg, hoe Amerikanen
een land „doen", zooals zij dat noemen. Tallooze
kinderen van uncle Sam zullen wel een enkel trein
tje overblijven om dan in een goed half uur een rij
toer te maken, langs het Vredespaleis, de Gevangen
poort en over het Binnenhof, zoodat zij heel hun
verder leven kunnen verhalen van de zeden en ge
woonten der Hagenaars, de schilderkunst, de bouw
orde, de taal en letterkunde, kenmerkend voor Den
Haag. Maar van die weten wij het niet en weet
men het niet en het wil mij zoo voorkomen,'dat
dit den betrokkenen niet onaangenaam moet zijn.
Maar heel ander» is 't met zoo'n groot min of moer offi
cieel gezelschap, dat moet worden ontvangen en toe
gesproken, zooals de hotelhouders, die met niet veel
minder dan vorstelijke eer werden binnengehaald en
onthaald en nu weer de studenten, jegens wie de
vereeniging voor Volkenhond en Vrede de hon
neurs waarnam. Zij kregen een lunch in de Ouden
Deyl,. zooals de hotelhouders een feestmaal in het
Kurhaus hadden gehad en toespraken geen gebrek!
Het is beiden gezelschappen van harte gegund,
maar ik heb er toch iets tegen. Ten eerste om hun
vernemen al van de candldaatstellingen voor de 1 held om van deze en gene, dames, zoowel als hee-
commissie uit de burgerij, die ook te oordeelen zal
krijgen over de wenschelijklieid van de voorgestelde
annexatie! Alweer een aantal Hagenaars tegen wil
en dank erbij! Althans lieden, die geen Hagenaar
wenschen te zijn voor den fiscus, wel voor de ver
diensten, wel voor de theaters, wel voor de dan
cings! Met hen komen een troepje plattelanders, die
men „bona fide plattelanders" kan noemen en die
ren, de ijdelheid te streelen zonder dat de allerge
ringste moeite voor de betrokkenen of wat meer
zegt het allergeringste gevaar voor algemeens
belangen er tegenover staat. 'Men wordt gekozen,
wordt geluk gewenscht, men gaat zitten, kijkt een
beetje rond en gaat weer weg en is voortaan „aan
zienlijk ingezetene". De kiesvereenigingen gebruiken
zulk een commissielidmaatschap gaarne als een
nu min of meer tot hun schrik tot groot-stedelin- poedelprijs voor van een ernstige candidatenlijst af-
gen worden gepromoveerd. Voor menigeen, die een gevallenen. Alleen hierom behoorde er veel meer te
groote stad beschouwt als een Babel, geen onvdr- worden geannexeerd.
schillige zaak.
Maar een voordeel zonder schaduwzijde is die
benoeming van de commissie uit de burgerij. Zie
daar oen heerlijke en gaarne aangegrepen gelegen-
Het zal al moeilijker en moeilijker worden hef
vorstelijk 's-Gravenhago in enkele minuten te zien.
Men zal er een uurtje bij moeten aonknoopen.
Rome viert den heiligen Johannes dra 23en Juni. uit het gedrang willen zijn1. De achtergrond van
Alias culmineert zien op het groote plein voor
de oudste groote ka toedraai, hot groote piein van
den S. Gioyaami in Eaterano. Eene kermis, oen
jaarmarkt, is, daarbij yergeiaken, -niets. De trams
die naar het feestterrein rijden zijn reeds overvol.
Do bekende mensciientrossen hangen aan do bal
de prachtige Byzantij nsche- absis met gouden
mozaïek versierd, blinkt in den weerschijn van de
fakkels wake op* de oude stadsmuren en de poort
van San Giovanni zijn geplaatst, liet lenende, ros
sige licht, toekent de oudo iijneh af en doet de ruige
steen én warm opgloeien. In do drie poorldoorgan-
Ums, statui, mannetje aan mannetje, binnen, tus- gen blijft menigten steken, .want de menigte dringt
{iclien de banken. Menigeen rijdt nu weer mee voor erin on eruit terzelfder tijd eh brr, brr, bromt
niet», waiii de conducteur kan met zijn „Bernieaso" er dan een auto vlak achter, de gummiwielen schill
en „Bignette, bignette ciii manoa!" volstrekt niet ven voorzichtig, centimetersgewijze voort, vlak langs
ieuercen uereiken vv jj gaan met een andere traan, te enen en knieën, jio-uX zenu»vao.i*ig wordt mo
oie oneen maar daar in de puurt korno, waar we iu„nd Iedereen giimlacnt en vergoelijkt. Een brik,
'neen willen, want het is aardig om do drukte waarin een muziekgezelschap met een blauw satfj-
cre.^endo mee te maken. J_.angzameruand wordt nen vaandel, rijdt door de hoofdpoort; de wagen
het lichter en voller om ons heen. Lampions han- is bespannen met zes mooie, zwarte paarden, door
gen aan de huizen en de goheeie* lange straat die tJën man keurig gemend. Hij laat de zweep in de
van het station tot de Monte Sacro voert, waai* j lucht knallen en roept iets, waarop dan het voor
do oudste .Pauselijke residentie was, het paieils I ste span aantrekt. Ik houd mijn hart vast, want
naast zijne kerk, is rechts en links bezet met ta- het lawaai is hier op zijn hevigst, maar de paardenl
'fels, waaraan families zitten te schransen, Het zijn onverschrokken en ernaast loopt é/èn man en
djken^ wei schilderijen van Jan Steen. Vrouwen, kijkt toe, zonder echter ooit /een van de dieren
aan te raken.
Aan den anderen kant der poort heeft na 11 uur
's avonds het zangersfeest plaats gehad van enkele
vereenigingen en prijzen zijn uitgereikt. Ook aan de
voorbij rijdende versierde wagens. Er fis. behalve de
Norge en .de klassieke wijnkar, nog eene oude Ro-
grooten getale geteeld. Soepborden vol van dezo
lekkernij worden, dampend, opgediend. Van verre
ziet zoo'n bord eruit, alsof het met druiven Ojï
kastanjes gevuld is.
Onder de boomen ziet liet er schilderachtig uit, al
meinsche zegekar, wit geschilderd, met gouden ster
ren en bloemranken ingelegd, op werkelijk mooi be
werkte vergulde wielen, getrokken door een vurig
span kleine, zwartglanzende paardjes en gemend
door een jongen krijgsheld met blinkenden helm op
en in wit gewaad. Schoone jonkvrouwen met hoofd-
die feestvierende families, aan de tafels, aaneen- banden van glimmend metaal staan achter hem.
gerijd Luchtbalionne.tjes worden verkocht en reeds Jonge Romeintjes houden den staf met lauwerkrans
toetoren er eenige trompetje-*. Opgeschoten jongens vast, op een. bordje met S.P.Q.R. hangt, deze krans,
koopen zich aan karren deze blikken toetertjes, En het consulsteeken van bijeengebonden staven en
welke hier in zwang zijn bij de melkverkoopers, de bijl, is niet vergeten. De „koningin" van 't Sint
die naast hun „stadsinelkr-karretje staande, meestal Johannest'eest. welke den vreemden naam van Hayde
blazen, tot alle huisvrouwen, om 6 uur te avonds Turi draagt, is werkelijk een heel mooie Verschijning
hare noodige hoeveeleid melk ingeslagen hebben. en waard bet antiek gewaad te dragen. Hare beide
Het is een zeurend, koppig geluid, dat maar niet eeredames zijn niet minder lieftallig. De wagen wordt
van zijn plaats afkomt. Nu echter overstemt dat omstuwd door Romeinsche Legioenen met vaandels
getoeter alle andere geluid en hoe meer leven, hoe en groote veeren waaiers op hooge stokken, consuls-
gezelliger! Klokjes worden verkocht, voor de staven en zwaarden. De jongelui hebben glinsterend-
somrna van 50 centesimi, van leem of terracotta, geschubde wapenrokken aan.
enkele met kringen en moppen beschilderd, blauw, De koningin is reeds den vorigen dag gekozen en
wit en geel. Deze bobben eun bescheiden klank, daar 'hceft slechts te bevelen, haar hofstoet doet lalles om
uök de klepel een knikkertje is aan een touwtje, haar het leven te veraangenamen.
Engeltjes en heiiigonbeelden zijn uitgestald op kar- Liederen worden gezongen, ver buiten het gehoor
ren, maar deze vinden niet veel kaopers. Hoofd- der trompetjes. Liederen, voor deze gelegenheid ge*
zaak is dó trompetjes cm klokken, groot en klein, componeerd, voorgedragen door koren en solozan-
Wagens rijden voorbij, om aan den stoet deel te S?rs- Dö Premies zijn enkele weken geleden reeds
nemen, straks: eene „Norge", van metaal bengelt uitgoreikt: 10.000 L. van Mussohm, de tweecouran-
tusschen twee staken en schijnt te zweven boven een ton: Giornale dTtalia en Piccolo, samen 5.000 L. en de
sneeuwlandschap, met bergen en een paar ijsberen. ^oudei\ tnedaille van Rome, door den gouverneur van
Noorsche, Amerihaansoho en Italiaansohe vlaggen de stod. 'De liederen zijn reeds ten gehoore .gebracht
prijken aan de staken en het luchtschip. De ar- en Bekeurd in eene der prachtige, groote cinema s en
chifcecten van dit moois luopen er naast. Verder op worden dezen avond den volke voorgezongen. Lr zijn
beweegt zich tussohen het gewoel een der populaire onder de solo s «aardige wijzen, vele serenades aan
wijnkarren. Deze is wel schitterend opgeverfd, do a&n\de ,,No5ge
tonnen mooi glimmend bruin en groen, met figu- wat 1S.°U de °orsP^g van dit reuzenfeest,
ren <op de onder- en bovenvlakben De kleine ton- dat P.a® om dn® eindigt? Er is tusschen twee
netjes die ernaast hangen zijn om te stelen. Dit haakjes, geen énkel ongeluk, geen éen vechtpartij
wordt echter verhinderd door het traditiomeele ize- voorgevallen. Van uit de heidensche tijden dateert
nuwachtig blaffen, van het hondje, dat zich boven het licht- en vuurfeest op den 1 angsten dag of m de
op de tonnentoren heen en weer en om .en om ?Je err volgt, wanneet de zon in het zepith
keert, aldoor blaffend en spiedend, woedend op de staat; No* steken de TlJol®rs en andf? bergbewoners
menigte, die zoo dicht bij durft komen groote vuren aan op-de bergen. Meisjes springen
Op. den .bok zit, iaVwhuttenda «-hulp, da XX™ ""«l'
koefcsier.-vrynkoóper «sin stevig- breed paard te men- W1JS en e? aanKanaigmg aat ane toppen nu vorst en
nen, dat fraai opgetuigd, lijkt op oen strijdros, gor sneeuwyeilig zijn en men \rij overal mag klimmen,
huid in roodo wollen baden on een voorschoot v .n ÏJÏJjlLiSLfS
Ian^e reepen .groen, wijnrood on geel weer met „fXX v™' X TSX' ,1™ aL
metalen schijfjes en wollen motieven bestikt.
Deze wagens rijden sinds oeroude tijden over
hem'denken wij aan een paar slechte vrouwen, hek-
t* s,'n aldus. Laten we de twee die we kennen: Hero-
nachts over dezen histonschen verkeersweg.De man- diflH cfllnmfi nn„ pr ePT1fi
naamdag vffn den heiligen Johannes valt op den
langsten dag of daaromtrent, aldus wijden wij dit
licht- en vuurfeest, aan hem. Maar in verband met
non slapen den hee.Ieil weg: over in de beschutten
de huif, welke stevig gefabriceerd is, van houten
kromgebogen spaflion, aangevuld met vlechtwerk en
stroo. Buiten op is eene bedekking^ van ondooa*-
dias en Salome, nog eene derde er naast geven, eene
anoniefne: zoek maar uit. Niemand -.weet hoe die
heeten moet, maar drie is een heilig getal. Dus tegen
die drie heksen gaat men met de ketelmuziek van
^croo. isuxcen op is wuc 'rompetjes te keer. Alle heksen, welke daarmee nog
diingbanr wasdoek ol leer, fraai verslid miet vrot> jn verband .mochten staan, worden verjaagd door dat
i... w, - ii* j 1 l *js i 111 vt3iLiauu.uiiuGni.cii siaoji, wuiucii vei utt+xu uuur
Ijjke krmgen on guirlandd-;:do huif is gevoerd werkelijk helsch lawaai. Wat er nog poëtisch is aan
mot rood, stevig Tinnen en een kussen on dekein fees{_ zjjn de boerenfamilies uit de Campagna,
zgn overigens de uitrustingoen bos hpoa is aan een |die op den grond gehurkt zitten naast en op hunne
der boomen op zfm naast- t paardenhoofd, gebon- mandeft. waar lavendelgeuren uit opstijgen. Alle
den. Het trouwe hondjei waakt, terwiji de vroi- handen dezer schilderachtige vrouwen met hunne
toan aan de verschiLIendo osteria s Zijne waai kleurige hoofddoeken en lange oorringen, der ge-
aftapt, de klemo vaatje*, gernakkelijk te dragen,, bruinde mannen en vlugge kinderen zijn bezig la-
worden 111 de herberg gebr.acht en weer ingeruild, vendelbosjes te fabriceeren, waarvan ze de stelen om
Het is aardig, waar do Via Appia ophoudt en do bi06men heen buigen, zoodat. de welriekende kor
de stad begint, deze karren dikwijls in grooten reitjes daardoor ingesloten, niet verloren gaan. Zui-
gotale te zien pleisteren by eene oude herberg, zqo- gelingon slapen in de leege manden, door al bet la-
als ze eeuwen geleden ook voor de stadspoort waai heen..
stonden te wachten, tot deze, 's morgens, geopeiid Voor 'n paar centen heeft men 'n grooto hoeveelheid
werd. Dit levep is moeuijk te breken voor hen d.e wa^ me opviel is dat er geene snoepkramen zijn bij
zelfs wil. Wanneer zoo nauwkeurig in de krant ?r aan g0woon zyu. lk weet van een dame, welke zoo'n feest ereen noea, geen lollystokjes, 't Publiek eet
staat hoe laat de "heeren kwamen, hoe laat ze al- in een i^lassoeringsooillite zat, dat zg eens zoon en drjnkt ter plaatse, maar daarna wordt er niet
weer. tusschen de wielen zaten en waar ze heen- 5J?:11 eein fatsoenLyk handwerk wdde doen leeren. meer gesnoept Daarvoor heeft men dan ook eigen
gingen, wat ze uitvoerden, wat ze zagen en dus ook Eht mocht haar echter met gelukken. Na enkele lijk geen tijd. men let veel te veel op elkaar, men
wat ze niet zagen eti hoe lang ze aan eten besteedden ".iaimdeai hara tobben en zuchten kwam de jonge- amuseert zich, niet om gecóncentreerd te loopen lur
en welke redevoeringen ze hadden aan te hoeren [,n8' haar vertelira, dat hy terugverlangde naar aan gnoensoed of te knabbelen op zoete balletjes,
en te beantwoorden, dan moeten ze zelfs in Ame- j16^ toveQ op den bok van zyn wynwagen. ..Als de maar snen lacht om elkaar's jolijt. De kleinste wur-
rika niet meer met zooveel gezag kunnen spreken hemel zoo boven je schittert met zijne duizenden men zijn in al dat gedrang rustig. Mefi struikelt
van hun Nederlandsche studiën van land- en vol- dorren en de stilte om je heen on je bont pe eigen over tweejarigen en op geen enkel voetje wordt ge-
kenkunde, staatkundige en economische toestanden jy®®5» dan voel je Mas wat loven is,' zei hg en hij trapt. Kinderen van onder en even boven een jaar
en zoo voort. Els zij bij zulk een wijze' van reizen klom weer achter het gewillige paard of den muil- «Oapon op den schouder van vader of moeder. Geen
al niet verstandiger deden het eten en drinken maar ''zch met. het trouwe hondje achter zich, cn vergat wonder dat de zenuwen later gestaald zijn. iDe eeni-
uit te stellen tot ze weer in de vrije republiek 'terug 'Met dra gcJukbrengonden, duivel-arwerenden raimf- p-en die het soms hard te verantwoorden hebben, zijn
zijn, dan zou men hen althans niet zoo copieus moe- horen onder de^ karate binden. Een paar koeien- soms 'n trio van jonge meisjes. Onbarmhartig klinkt
ten doen eten en zeker niet den duur van do maal
tijden verlengen door toespraken. Maar ook uit een
oogpunt van nationalen trots. Lieden die van zoo
ver komon en binnen een der bekendste steden van
de wereld, een der beroemdste in de geschiedenis
te land zijn gekomen en dan meenen, dat zo in en
kele uren genoog van ons hebben, mogen hun gang
gaan, maar wij moesten van hun komen 011 gaan rij door het gewoel, steeds op do maat blazend,
horens is eigenlijk dat wat den duivel bezweert, bet toetootoeoeoe in hare ooren. want dat is eene we-
maar bij gebrek daaraan, werkt een ramshorien .deropstanding van de drie heksen van'
even good.
„Toetoetoeoeoe" gillen de trompetjes in de ooren
van angstige oude juffroujwra en verschrikken de
jonge dames. Vooral' op deze hebban de jongelui hot
gemunt. Twee aam twee schuiven ze in een lange
San Giovanni!
geen notitie nemen. Wo zijn hier wel wat erg gauw
gecoiffeerd met het bezoek van een troepje vreem
delingen.
Bij vorige bezoeken kregen we behoorlijk te hoo-
ren, wat de heeren of de dames of één van hen, die
men toevallig tegen het lijf «had gezegd en ge-
het is oorvordoovend, mra kan zijne wooiklra niet
meer verstaan. Voetzoekers ra vuurwerkpijltjes. wocr-
THEATER ROYAL.
Deze week draait de bekende film: „Machtig als-
don afgestoken1, maar in bescheiden hoeveelheid ra een Adelaar", een drama uit het Hooggebergte,
van een heel onschuldig soort. Vroeger schoten do De korte inhoud vertelt ons het volgende van deze
jongelui in de lucht en wem er m 't wilde vudr- zeer interessante-film;
r,_ werk afgestoken, maar dat is absoluut verboden. Hoog boven in de bergen, lag eenzaam het doro
oordeeld over Den Haag. Natuurlijk iets vriendelijks, Carabinieri, soldaten, agenten met hun witten ver- Cetsbach, hetwelk den laatsten tijd onveilig werd
stel je voor, dat ze de toupet hadden om nog aan- koersstok, wandelen gemoedelijk tusschen de bende gemaakt door een strooper. Reeds had de Graaf een
merkingen te maken ook! Zullen we nu ook verne- én glimlachen. Alles woelt en schuift door elkaar, groote belooning uitgeloofd voor dengene, die er in
men wat een der jongelui uit Amerika heeft ge- van rechts- of linkshouden is geen sprake. Tramb zou slagen, den strooper te ontmaskeren, maar tot
zegd over onze goede stad en zullen we dat ook glijden langzaam achter elkaar, bellend, eene grooie nog toe zonder resultaat. De eenige bijzonderheid,
weer dankbaar cn gestreeld hebben te lezen in onze buitentram. fluitend, crtusschen, halt houdend als welke men van den beruchten strooper had ontdekt,
dagbladen? Er is geen reden om het te laten. Het er plotseling een rijtuig dwars over de rails staat; was, dat. hij schoenen droeg, waarvan de zolen met
oordeel van een hotelhouder, die in een uur onze auto's brullen met hunne knalpot, want de auto dertien spijkers beslagen waren. Daarom noemde
stad bestudeerde, zal wel niet zoo veel meer waard toeters kunnen zich tusschen 't trompetgeschal) men hem „De .Dertiener". Begrijpelijkerwijze deed
zijn dan het gevoelen van een student, die een uur niet doen_ verstaan. Het gehefeTe platform ra de men veel moeite om de belooning te krijgen en vooral
en een kwartier bleef. trappen die naar doze tribune voeren, tegenover do de stoere jager Werner stond geregeld op zijn post,
S. Giovanni, vanwaar af vroeger de Paus do me- want wanneer hij den strooper aan den Graaf zou
Ha, en onze stad gaat weer grooter worden. We nigte toesprak, is zwart van toeschouwers die oenb hebben uitgeleverd, zou hij stellig door dezen als