1 VAN DIT EN VAN DA
f EN VAN ALLES WAT
Dc Wereldhervormer
DAMRUBRIEK.
RADIO.
PANTOMIME
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 17 Juli 1926.
No. 7878.
8
m
m
fU
fi
fU
m
m
m
i
8
8
8
li
m
ii
wmméMB
VALUTAWREDE,
Frankrijk, zie jo gasten komen,
Droomend hun valuta-droomen,
Rits'lend van papieren geldl
Nu je koersen al maar dalen,
Koopjes halen!.... Koopjes halen,
In, contanten neergeteldl
Laat ze maar beleefd naar binnen,
Want het spel gaat weer beginnen,
Nu de Franc de Mark vervangt l
Ga ze maar je slagveld toonen,
Waar de vaders naast de zonen
Rusten en de stilte hangt.
Breng ze naar je invaliden,
Al die wrak-geschoten lieden
Met hun namelooze wee.
(Die ook voor valuta-helden)'
Alles in de waagschaal stelden,)
Tegen een verlaagd entréel
Och, je strijd is toch gestreden
Eli we leven in het heden,
Jaren gaan zoo snel voorbij!
Overwinnaar vol van glorie,
£>e valuta kraait victorie,
Schuif je dooden maar opzij!!
Dien als knecht den vreemden landaard,
Die met z'n vergulden standaard
In je land als heer regeert!
Al degenon, die je helden
In goedkoope francs vergelden,
Wat de oorlog heeft geleerdll
Lach Parij9, je licht ontstoken,
Lach, al is jo hart gebroken
Nu de armoe nijpt en kweltl
Ga den vreemd'ling wat verstrooien,
Smeekend om de rijke fooien
Van het buitenlandsche geldl
Dit is stuitend en bedroevend
Frankrijk, dat Je hulpbehoevend
Hunk'rend. naar je grenzen staart,
Dat de schijn-valuta-vrede
At het. land komt platgetredo',
Wat de oorlog heeft gespaard!!
Juli 1026.
Alle rechten voorbehouden!
KROES,
xm.
Reeds in oen van onze vorige artikelen vertelden
wij, dat de Radiolamp de ontvangen stroompjes kan
versterken, en dat die versterking voroorzaakt werd
door de stroomvariaties, welke in het rooster op-
treden( daar deze op hun beurt weer heel wat groo-
tere stroomvariaties in den plaatkring ten gevolge
hebben.
Nu gaan wij met de detectorlamp nog verder. Dui
delijk komt in beide schema's uit, dat „de plaat-
s'roompjea ook den terugkoppelspoel doorloopen. De
ze plaatstroomvarlaties kunnen nu op haar 'beurt
weer op den antennespoel inwerken (het technisch
Juiste woord is: induceeren) of wat hetzelfde is
de stroomvariaties in het rooster extra versterken.
Toen wij op den vasten condensator in den rooster
kring wozen, hadden wij er tevens op attent moeten
maken dat. parallel met dezen condensator de ».g.
lekweerstand (L. W.) geschakeld is.
De condensator laat wisselstroom door, houdt ech
ter gelijkstroom tegen. Dat is ook de bedoeling, maar
oen opeenhooping op -het rooster van hetzij positieve,
hetzij negatieve electriciteit kunnen wij niet toelaten
Om dit to voorkomen, dient de lekweerstand, be
staande uit een staafje siliet of een dergelijk mate
riaal met ongeveer dezelfde electrische eigenschap1-
pen. Dit staafje heeft een weerstand van 2 a 3 mil-
lioen ohm.
Verder willen wij hier nog opmerken, dat de lek
weerstand LW den laatsten tijd niet meer zoo verbon
den wordt, als in het schema met de getrokken
tuurlijk van zelf al nat. Dan moet je bij het passee-
ren van andere menschen je parapluie op zij hou
den. Dus je hoed is ook dadelijk bedorven. Om van
je humeur nog niet eens te reppen. En de eenige
keer, dat er niet veel menschen op straat zijn, staat
er een vliegenden storm, die je binnen de minuut de
parapluie binnenste buiten keert en er vervolgens
mee op den loop gaat. Wanneer dan ook nog je hoed
is afgewaaid, ga je drijfnat haar huis en moet den
heelen dag thuisblijven, om op te drogen. Dat nu al
leen, omdat je zoo stom bent geweest, als slaaf voor
die parasieten te buigen en met een parapluie uit
te willen gaan. Had je dus niet veel beter dadelijk
thuis kunnen blijven?"
„Maar," viel ik in de rede, „waarom hen je juist
vandaag zoo wild op die parapluies?"
Toen keek hij mij aan, of hij mij wilde verscheuren
en zei: „Vandaag hen ik jarig. Ik had gehoopt op een
prachtig cadeau van mijn rijken oom, die pas uit In-
diö is teruggekomen. Hij had zop iets laten doorsche
meren van. een pracht ding, waar niemand tegen
woordig meer huiten kon. Ik begreep 'het wel, hij
wilde me een auto cadeau doen, waarop ik al eens
gezinspeeld had. Van morgen kwam er een postpak
ket. Wat denk je dat er in zat?! Een parapluie!"
1
IN DEN SCHOENWINKEL.
De mijnheer links zit na te denkon, in welke sok hij nu ook weer dat gat heeft.
lijn is aangegeven. Wij maken de verbinding, zooals
gestippeld is aangegeven, dus naar de -f- pöol van
den gloeistroomaccu. Dit laatste wordt echter alleen
gedaan bij gebruik van een Miniwattlamp (d.i. een
lamp met gering stroomverbruik) als detectorlamp.
Hebben wij in schema 6A slechts twee spoelen, de
antenne- en de terugkoppelspoel, in schema 6B is
daartusschen geschakeld de inductie-spoel. Daardoor
zijn wij in staat den antennekring gescheiden van
den roosterkring te bouWen. Door inductie ont
staan in den inductiespoel (de naam zegt het reeds)
nieuwe h.f, stroompjes van ongeveer dezelfde grootte
als de stroompjes, welke den antennekring door
loopen.
Beide kringen moeten daartoe echter op elkaar
af te stemmen zijn. Een combinatie van spoel en va
riabele condensator is daarvoor weer noodzakelijk.
Voor de overzichtelijkheid is in schema 6B niet
aangegeven deze variabele condensator, welke voor
dat doel weer parallel geschakeld wordt, nu aan de
inductiespoel I.
De drie spoelen A, I en T zijn honigraatspoelen,
moeten dus verwisselbaar zijn. Als regel zal blijken,
dat wij voor Hilversum/ noodig hebben resp. de nump
mers 200, 250 en 100. De middelste spoel, de inductie-
spoel, staat vast (maar is wel uitneembaar), De bei-
do andere spoelen zijn naar de middelste toe te
draaien. De normale stand van den antennespoel is
plat tegen het toestel; de terugkoppelmgsspoel heeft
deze vaste plaats niet. Wij kunnen losser of vaster
koppelen. Bij te vast koppelen kunnen wij onze bu
ren aardig hinderen, doordat ons toestel dan als mi
niatuurzender gaat werken (genereeren der lampen).
Koppel dus nooit to vast!
Bij de bespreking van deze schema's blijkt wel,
dat het heel moeilijk is, voldoende duidelijk de wer
king te verklaren en de noodzakelijkheid van het op
nemen van de verschillende onderdeelen, zonder daar
bij te kunnen steunen op de wetenschap, dat de wer
king van de Radio-lamp bekend is. Wij gaan dus
thans over tot de uiteenzetting van de werking van
de Radio-lamp.
1
Het ziedend .protest van een verguisd wereldburger
door Sirolf,
(Nadruk verboden, alle rechten, ook van vertaling
voorbehouden.)
Toen ik van do week mijn ouden vriend Kronkel
teen ontmoette en een blik wierp op zijn bleeke ge
zicht, wildstarende oogen en prevelende lippen,
schrok ik. „Zoo Kronkel, oudo jongen, hoe gaat het,*'
sprak ik hem aan. Schichtig keek hij op, knikte af
wezig, zag mijn uitgestoken hand niet. Toen viel zijn
oog op mijn parapluie, die aan mijn arm1 gehaakt
hing on het scheen of -plotseling zijn oogen begon
nen te rollen. Hij keek me vijandig aan en begon op
eens, zonder eenige waarschuwing te bet oogen: „De
heele maatschappij is verdorven. De wereld loopt op
zijn eind. Wel goed. De heele boel moet onderstebo
ven. Al die oude stomme gebruiken en instellingen
verdwijnen moeten ze. Slavon zijn we, ellendige sla
ven, van nuttelooze parasieten. Als ik de macht in
handen kreeg, zou ik ze allemaal op een hoop gooien
cn laten verbrandenl Ja, dat zou ikl En jij. je be
hoort ook al tot die menschen, die zich bukken voor
de slavernij, die het juk blijven dragen. Bah!"
Deze laatste woorden had- hij met stijgende min
achting uitgesproken, terwijl hij strak naar mijn on
schuldige parapluie keek. De man was natuurlijk
krankzinnig, dat bleek en ik besloot, volgens het
oudo recept, met hem mee te praten, om-hem niet
nog meer op te winden. Die arme, oude, beste brave
Eronkelteen, hoe zou hij daaraan gekomen zijn?
„Kom, kom", zei ik sussend, „je moet het niet zoo
zwaar opnemen. Zeker, ik weet wel, er zijn een hee-
leboel wantoestanden in onze maatschappij, Er zijn
parasieten, nou en of. Maar, vindt jij hot nu de beste
methode, al die menschen te verbranden, op een
hoop? Jij, die toch zoo'n goed hart hebt, zou jij dui-
zen-don menschen kunnen verbranden?"
Even keek hij mij aan, meewarig, zooals menschen
in zoo'n toestand kunnen £oen. Natuurlijk hield hij
mij voor gek. De atumperd. -En hij zei, wat kalmer:
„Wie heeft het over menschen?. Wie wil er men
schen verbranden? Ik heb fiet over die parasieten
van onze maatschappij, die nuttelooze, onheilhren-
gendo stomme dingen, zooals jij zooais jij: daar
hebtparapluiesl"
„Natuurlijk", ging hij wild voort. „Weet je wat een
parapluie is? Het is eon vergiftige paddestoel, die in
de winkels groeit. En het einde is: het politiebureau,
bureau voor gevonden voorwerpen! Huichelarij, on
eerlijkheid en diefstal, dat zijn de gevolgen van de
parapluiel Ben jij ooit wel eens iemand tegengeko
men, die riep: Ik heb een parapluie gevonden! Neen,
natuurlijk. Maar let eens op, hoeveel menschen je
eiken dag tegenkomt, die zeggen: Ik heb mijn para
pluie vergeten,- ik heb hem' eigens laten staan., Ik
heb hemi verloren, dk ben hem kwijt, of iets derge
lijks."
„Een parapluie koop je, om hem te verliezen. Het
gebeurt wel een® een doodenkele keeT, dat je hem1 ge
bruikt, voordat je hem verliest. Bijvoorbeeld om
iemand een oog uit te steken, als hij achter je de
trap opkomt, of om een kostbare vaas in een winkel
van de toonbank te stooten, als je weggaat, of om de
dakgoot door to steken, of om over te struikelen, als
je op de tram springt', of omi je hond aan zijn hals
band vast te houden, als je zijn riem vergeten hebt.
Maar tegen den regen, neen, daarvoor gebruik je
hem nooit, om de eenvoudige reden, dat 5 minuten
nadat Je met heul' op straat bent gegaan, in de ver
wachting, van stortbuien, de zon doorbreekt en een
hittegolf veroorzaakt. Fm als het regent, en men wil
zijn parapluie opsteken, om zich te beveiligen tegen
het hemelnat, dan komt men tot de ontdekking, dat
men hem vergeten heeft, of dat je schoonmoeder
hem geleend heeft, of dat jo hem ergens hebt laten
staan, Nu, en de enkele keer. dat je jo in het bezit
van zoo'n vergiftige paddestoel bevindt, wanneer het
gaat regenen, dan heb je er nog niet® aen. Want
houdt je hem boven je hoofd, dan drupt het in min
der dan geen tijd op Je rug. Je beeDen worden na-
Verzoeke alles betreffende deze rubriek te zenden
aan C. AM ELS Wz., WINKEL
Deze week 2 schitterende -problemen van den heer
P. Kleute.
'X.
PROBLEEM No. L
ZWART.
WIT,
Stand Zwart, 10 schijven op: 7 8 9 10 12 14 17
18. 20 36.
Stand Wit, 10 schijven, op: 23 26 27 28 29 33
37 - 38 43 44.
PROBLEEM No. 2.
ZWART.
w
■C
m
m
m
m
m
WIT.
Stand Zwart, 6 schijven, op: 13 23 24 30 31 36.
Stand Wit, 6 schijven, op: 22 27 33 25 38 47.
Voor beginners den volgenden stand:
Stand Zwart, 4 schijven, op: 8 9 27 36, dam op 6.
Stand Wit, 7 schijven, op: 22 28 30 31 33 34 35.
Wit maakt hier de volgende winst:
Wit: 39—33, 30—25, 38—32, 40-34, 25X14.
Zwart: 27X18, 36X27, 27X29, 6X30, verl.
OPLOSSING PROBLEEM No. 1.
Wit: 22—18, 38-32, 47-41, 32-28, 28X19, 35X33
I
OPLOSSING PROBLEEM No. 2.
Wit: 2621, 27—21, 37—31, 23-19.
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het u bekend:
dat het ongeveer f 1000 per week kost, gedurende
de zomermaanden, om alle weggeworpen papieren en
afval van bezoeker® der Londensche -parken op te
ruimen?
i
dat men in Frankrijk misthoorns heeft uitgevon
den, die van zelf beginnen te toeteren, wanneer een
mist komt opzetten?