Ichager Courant
"Backin
Zaterdag 17 Juli 1926.
69ste Jaargang. No. 7878.
Tweede Blad.
llit het hart Yan Holland.
Feuilleton.
Eenmaal Yoef aan boord
Een Vruchten-Taart gibauum
Dr-Oef kers
Bakpoeder
Kantongerecht
te Schagen.
Sedert Kijkduin zich Zoo bijzonder ontwikkelt,
de Hagenaar, die over zulke dingen nadenkt,
^-el een soort van gevoel' over zich krijgen tals de
keizer, die pas gewaar geworden is, dat in zijn
rijk do zon niet ondergaat.
In de gemeente 's-Gravenhagc gaat do zon wel
onder, zeker, il n'y a pas u dire en dat is nog
zoo sedert de aanhechting van Loosduinen en het
zal ook zoo zijn, wanneer de gemeente de groot©
uitbreiding heeft ondergaan,, die men. thans, op t
oog heeft, we zullen nog altijd iets kléiner ziyn dan
het Romeinscho rijk. of dat van Karei den Grooten.
dat moeten we eerlijk bekennen, geen opsnijderij,
dat heeft Den Haag dan ook heelmaal met noodig,
maar het gevoel,het gevoel van een wereldrijk
blijft, nu we twee badplaatsen hebben van zoo ge
heel verschillend karakter. Vroeger toch hoette
hot: op. do V fkr J
fichoveningon,
Tlaa
zooveel van de onbeperkte ruimte in beslag kan
nemen als men zelf wil, waar het bad om niet is j
en van onbeporkten duur, waar der menschen klee- i
ding alleen wordt bepaald door de temperatuur,
den eigen voorkeur en de mate van betamelijkheid,
die elk fatsoenlijk mensch gaarne eigener beweging
in acht neemt, het stille strand, het dorado van den
zomer, is te Kijkduin niet weggeschoven, niet
gevlucht, niet teruggeweken, zooaL een dame in
ochtendjapon wijkt, voor deftige visite, neen, op
Kijkduin kan de «zeo en zand an zon minnende
in letterlijken zin Zijn tenten, zijn eigen tent, op
slaan enkele meters van de trap, die van het hooge
duin naar het strand leidt en de tent behoeft niet
reell moer to Zijn "dan een doek over ean etok
geslagen: ©en paar rü wielen, overdekt doofr leem
paar badhanddoeken, doen het heel aardigy. zoioals'
ook op het stille Scheveningsöh©- strand. Hier als
daar is de grootste verscheidenheid van woningen,
gebouwd immers naar de eigen middelen en maar
de eigen fantasie. Hoe verscheiden die menschelijke
fantasie is, wanneer haar maar geen breidel wordt
aangelegd, ziet men bij de zeldzame gelogenliedon,
als deze. Hier ook een weeldegenot als schier ner
gens anders. Immers daar het minimum hier zoo
gering is, ifl er zoo spoedig weelde. Hier is hot
groote gezin in een ruime tent, die, wel zes stokken
behoeft, ecu waarin men kooktoéstellén en zelfs kam-
peeroventjes heeft geplaatst, gehuisvest als in oen
voorvaderlijk kasteel. Waarom nietP De ruime tent,
van allo gemakkon voorzien, ligt toch vlak naast de
woning, van een wandelstok en een badlaken ge
maakt en waarvan do bewoner tooh ook alles hoeft
wat hij behoeft om een heolen prachtigen dag te
genieten van zee en strand, van het zilte nat
en de koesterende zon, de blakerende zon ook, voor
zoover men zioh wil laten blakeren en zich niet
beschut onder het zeildoek, 't zich naar den
hot: op do llangsoho badplaats, zynde het dorp
fichoveningon, dat sodert onhougelijko tijden óón is
mot Don Haag, kan men zioh vermaken, daar heeft
men alles wat do moderne weelde den monsoh ver
schaffen kan, daar zijn de fraaie hotels, de Zómer-
thenters, de copieuso eetgefegenheden, do danszalen,
do kostbare toiletten, maar wil je rustig gemeten
van de zoo en de natuur en ga je naar een "bad
plaats om te baden en om te ruston, dan dien je
het. weelderige Den Haag te ontvluchten of te
mijden, <lan is het beter naar eeq eenvoudig lan
delijk oord to trokken, naar het primitieve Loos^
duinen, waar mem alleen is met de zee on de oav-
gerepie duinen, nooit door een menschenvoet be
treden!
Maar dat w nu anders.
Losduinen is oen deel van Den TTaag, do wegen
van de stad naar dat andere deel' van -dezen de»
stad zijn prachtig geworden, voor autos en ry-
wiclcn zijn er ideale verbindingen, een groot aan
tal autobussen onderhonden geregeld verkeer, do
hotels vermenigvuldigen zich en do badhuisjes staan
in lange rij aan het strand er oen dezer dagen werd
er een sohittorend vuurwerk ontstoken. Niet omdat
er iets bijzonders aan de hand was; wannoor er iets
bijzonders Aan de hand is. kan iedereen en kan
men overal "vuurwerk afsteken, maar hier was net
vuurwerk er zoo maar, omdat een badplaats vuur
werk afsteekt en het was er stampvol dien avond.
Men zou dat vuurwerk den vuurdoop kunnen Iimo-
men van de badplaats als weeldobadpl'aats. We
hebben er nu twee in een en dezelfde gemeente. Zijn
er vele gemeenten zoo op deze aarde?
Maar liet aardigste is, dat in weerwil van dat
ontluiken van de woelde ook in Kijkduin, do bad
plaats weleer van Loosduinen, nu. mèt Loosdumenj
van Den Haag, Kijkduin toch 2ijn. karakter, Zeer
onderscheiden van dat van Sehov«nrngen hoort be-
wajiril. Don zoeker naar een badplaats, wion Sohe-
vcningen to druk is, kan de Hagenaar antwoorden,
dat zijn onvergelijkelijke plaats ook voor den een
zaamheid en rust verlangende iet© van diens gading
hooft. Zooals do diroetr.ioe van oen huwtdykslyuroau,
die eon vrijgezel haar diensten aanbood, op dien©
tegenwerping, dat hij alleen maar uit liefde trouw
de, antWoorddo, dat zij ook candidaten had vocffl
huwelijken-.uit liefde. 'a t
Het zoo genaamde „stille strand dat te ooneve-
ningon ver van het voorname en voornaamste deed!
van het strand is gelegen en als hot ware gevlucht
voor de drukte cm het al te luidruchtigo verkeer,
aan gene zijde van de haven on puist door die
haven beschut togen de vermenging, het stille
strand, waar zee en zand is voor don genietenden!
mensen en zonder bemiddeling van een exploitatie-
maatschappij, die reglementeert en stoelen ver
huurt en do zee alleen door een tourniquet doet
bereiken, dat slechts draait voor den betalende, het
stille strand, waar men de eigen tont kan zotten en
Voor slechts f 1.15
een voor direct gebruik gereed Gistpocder.
Bnckin vervangt de Gist.
Met Backin rijst het deeg onder het bakken-
500 gr. tarwebloem f 0.16
1 pakje Dr. Oetkcrs's Backin 0.07lJf
100 gr. boter f 0.28 marg.. 0.12
2 eieren. 0.12
Vs liter melk0.02
een weinig zoul
100 gr. suiker0J051/,
3 pond fruit (Klapbessen»
Bessen. Kersen of derg.).0.60
f 1.15
Bereiding: Men bereide het deeg op de
gewone wijze, rollc het dik of dun uit, al
naar gelang men een of meer goed ingevette
bakblikken ermede wil bedekken. Men bc»
legge de met dit deeg bedekte bakblikken
mei ontpitte, gesuikerde vruchten. Indien
het buit zeer sappig is, bestrooie men het
rijkelijk met geraspte beschuit of naneermee1
en een weinig suiker.
Men lette vooral op Backin van Dr. Oetker,
en dat op elk pakie ris Eenige Importeurs
E. Ostermann Co„ A'dam, vermeld zijn.
.Waar niet verkrijgbaar wende men zich
direct tot deze Importeurs, die op aanvrage
ook een g r a t i sreceptenboekje toezenden.
mensch gewillig voegende zand, waar hij kan lezen
en slapen en waar hjj gewoonlijk begint met
lezen om al heel gauw over te gaan tot slapen, om
dat lezen de3 menschen is en slapen der natuur en
de natuur zich hier niet zoo gemakkelijk als elders
laat ter zijde schuiven door don mensch.
M.aar nu mag ik nooit over deze dingen schrijven
zonder eerlijkheidshalve erbijte voegen, dat ik .in
veler bezwaar tegen Schevoningen. ook buiten het
stille strand, steeds zékere aanstellerij heb gezien.
Schevc-iilogen druk? Scheveningon vol? Hetzij dan
te voli van de zoo gesmade „dagje*menseken, hetzij
dan te voli van de al te deftigen en al te weelderig
jgekloedon en zich gebarcndcnPJa, als men wil. Druk
on vol.' is het ook zelfs aan het „stille strand", vaht
welken uaam het by>oegolyk' doel dikwy'fe mot spot
wordt uitgesproken on tussohon sarcastische aan-
liaüiigste.kens geschreven. Inderdaad ziet men aan
liet onafzienbare strand een k'olbnie tamelijk dicht
opeengedrongen tenten en daartussehen niet ver
van elkander in jhet zand liggende menschen, inder
daad ziet men in het water aan den onmetelijkon
oever groepjes talrijke spartelende en dartelende
menschen, maarwat verhindert hen wijder uit
elkaar te gaan? Zee en strand zijn ruim genoeg en
er wordt geen honderdste doel van gebruikt! Zoo
is het ook aan het noordelijker .deel van hot Sche-
veningscho strand, aan gene zijde van het Kur-
haus: een zeer korte wandeling en men hoort geen
jazzbands, men ziet geen elegante en onelegante
damestoiletten en men hoort geen Rottordamseh,
j troon Arasterdamsch, ja 'geen Haagsoh dialect, dat,
onder ons gezegd, en gebleven, ook niet zoo mooi
en zoo welluidend is als men zon opmaken uit den
grooten afschuw, dien Hagenaars toonen voor die
a ndere dialecten. Het is wel aardigde mensch
i verloochent zijn natuur van gezelügheidsdier niet,
ook wanneer hij op zijn medomcnschen afgeeft. On
bewust schijnt men naar élkandor toe te trekken
bij overvloed van ruimte om zioh af te zonderen.
Dan ook dit: hot strandgenot. evenals het zeego-
nqt veredelt, althans verzwakt het onedele. Ik kan
mij geen hossen voorstellen aan hot strand, het
vermaak, dat ons bij foestolijkheden in de Holland-
sche stodeai in de oogon van elk bij ongeluk toe
ziend vreemdeling do reputatie van barbaren be
zorgt. Dronken heb ik nooit gemand aan het strand
gozaen en ach, er is 'zoo weinig onderscheid tussdhen
twee mensölren, die zich in heb zand neervielen, zoo
gemakkelijk mogelijk, de een doet het al even be
vallig en sierlijk alrs de ander. En, zoo is het met j
hot baden in zee. Zoo is het trouwens' ook met de
bewegingen die de mensch op het ijs maakt. Die
Friesclio boerepummel maakt edele, koninklijke. J
zwiorigo, aan allé elschen der schoonheidsleer ber j
antwoordende zwenkingen, liet aardigste fijnste jon
ge dametje, dat minder goed schaatsenrijden kan, I
maakt stumperige en onaesthetische bewegingen.
Zee, strand, ijs, zij maken gelijk omdat zij natuur
zijn en al wat er om en er bij wordt gemaakt
maar menschenwerk is.
Toegegeven overigens, dat de „dagj'esmenschen" 1
storend^ kunnen werken, wanneer men even in hun j
nabijheid komt, t maar dat juist gebeurt niet veel,
immers de dagjesmenschen kennen het eigenlijke
strandgenot niet, zij in de éersto -plaats zoeken de
galerij, hot Kurhaus en de muziek; on dansgelégon-
nqden, zij hebben anders te weinig aan hun dag;
strijken zij een oogenblik giechelend, onbehouwen, j
neer in oen Suil; door kinaeren juist verlaten, het
is maar voor korten tijd en steeds op hot drukste, i
wooligsto deel' van het strand.^ Zou oen dagjes- I
mensch eens zijn heel 'dagje willen besteden aan 1
hot werkelijke strandgenot, dan zou men spoedig
ontwaren, dat dagjesmenschen ten slotte niet zoo-
voel verschillen van andere menscheen als dagvlin-1
dors van andore vlindersoorten.
Alle menschen beboeren tot de soort homo sa
ppens, daarin heeft de 'natuurlijke historie toch
eigenlijk wel' gelijk.
Eon les om te onthouden» een lés van de zon1 ietü
da zee, het zand on de lucht.
door A. S. M. HUTCïIINSON.
Voor Nederland bewerkt door
W. J. A. ROLDANUS Jr.
80.
„Ik hoop vurig, dat het zoo zün mag," zeide
Mr. MaiTapit, „maar ik betwijfel hot. Roof en
hebzucht zwalken over het land. Mrs. Major had
vijf en twintig pond per annum. Ik zal niet boven
dat bedrag gaan." 9
Verlaat u op mij'. Maar mot oen vrije hand
|>ed.celd.o ik een vrije hand om wat ik oen gieschikt
persoon vind aan te nemen."
„Zeer beslist neen. .Jij bent do rechtbank^ Zift
schapen van geiten. Zend dé schapen liier l)ij mü.
Ik ben het. gerechtshof. Ik zal ten slotte kiezen.r
Deze weigering plaatste een laatste hinderpaal in j
hot pad van George's plan, maar hij protesteerde
niet. In de .eerste plaats durfde hij niet. Protes-
tceren zou den blunder weer kunnen doen boven j
komen, welkeu hij gemaakt had, toen" hij zeide: j
„Zij zid voor alles komen." En ditmaal zou hij dien
misschien n et meer .kunnen bedekken, waardoor
hot geheele plan schipbreuk lijden kon. In de
tweede plaats zag hij de noodzakelijkheid niet in
te profes toeren. Hot vertrouwen tot dusverre ge
wonnen te hebben gaf hem moed voor deze laat
ste moeilijkheid.
„Vertrouw op mij, Sir," zeide hu.
Ileel kalm liep hij de kamer uit, sloot zacht de
deur ging met den tred van iemand, wiens hart
vol is, zwaar de trap op.
Hij kwam op zijn kamer; wierp de kalmte van
zich. „O, M.ary," riep hij juichend; als ik je
hier kan krijgen, beste meid!"
Inmiddels schreed Mr. Marrapit naar de kamer,
waar zijn katten huisden; speelde met zijn lievelin
gen; nam de Roos van Sharon mede op een wande-
ing rn den tuin. Hij was In een prettige stemming.
Groot was zijn ontgoocheling in den nacht ge-
weest, maar deze man had genoten van een heer
lijk worm bad en krokodillentranen.
HOOFDSTUK IV.
In het plaatsmgsbureau.
Ma?/ zal in het kleine Battersea-kosthuis te
ontbqten, toen het telegram van haar George
kwam. Zij peinsde over het geheimzinnige ervan;
gat den gebeurtenissen allerlei vormen, doch kon
er geen sleutelgat van maken, dat het telegram
ontsloot. Zy zweefde te midden van de groote on
waarschijnlijkheden. George. zoo giste zij, had dien
oom met het sbeenen hart verkeerd beoordeeld; den
vongen avond alles aan Mr. Marrapit verteld en
Mr. Marrapit had sympathie voor haar opgevat' en
hem gevraagd haar naar Heron's Holt te brengen.
Zij kleedde M.r. Marrapit met sneeuwwitte lokken
en*een vriendelijken glimlach; zij stelde zioh voor,
dat hij met uitgestrekte handen 't bordes afkwam,
omhaar te begroeten. Zij hoorde hem zeggen:
„Mijn dochter"; zij zag hem George naar haar
toe trekken, hun handen meenleggen; zij hoorde
hem prevelen: „Mijn zogen, kinderen!"
Dit was eon romantische jonge dame. Een gekookt
ei liet zij koud worden, terwijl zij zich in die heer
lijke phintasieën vermeide.
Maar een blik in het telegram bracht haar tot de
werkelijkheid terug. „Vermoedelijk hier betrekking
voor je." „Betrekking" dreef het vaderlijke air van
Mr. Marrapit weg; kleedde hem weer zooals George
hem beschreven had grimmig en tyranniek.
Verdere gissingen joegen zelfs Mr. Marrapit uit
het beeld weg. Welke betrekking kon haar in het
huishouden van Mr. Marrapit aangeboden worden?
Waarom moest „hier" Herons' Holt beteekenen? Het
moest beteekenen in een huis in het district.
Op het toovertapijt van dit nieuwe denkbeeld
werd mijn Mary weer in een gephantaseerd para
dijs gebracht. Zij zou dicht bij" haar George zijiL
II.
Mary was van plan geweest buiten voor het
plaatsingsbureau te wachten tot George komen en
zijn geheimzinnig tqlegram uitleggen zou. Maar nau
welijks was zij bij bet kantoor of Miss Ram, die
ook juist kwam, sprak haar aan nam haar mede
naar boven. Miss Ram beschouwde heel natuurlijk
de ontmoeting als# een bewijs, dat Mary hulp kwam
vragen. Mary, in haar onzekerheid omtrent
George's bedoelingen, kon slechts gedwee volgen.
In de kamer met het bordje „Privé" ging Miss
Ram aan haar tafel zitten en opende op ijskouden
toon het gesprek. „Ik heb bericht gehad van Mrs.
Charter. Ik had niet verwacht u weer hier te zien".
Mary begon: „Ik weet niet wat u gehoord hebt
Miss Ram greep naar een brief.
„O, ik wil het niet weten!" riep Mary uit en hield
met haar hand die van Miss Ram tegen. „Alles,
wat zij schrijft, te hooren zou niets anders zijn dan
alles nog eens doormaken. Het zou zijn alsof ik haar
stem hoorde, alsof ik weer bij haar was. Als het u
blieft., Miss Ram, zeg het mij niet".
„Hebt u uw eigen lezing?"
„Ik heb de waarheid".' Mary wees naar de brieven-
kast. „De waarheid is daar niet. Mrs. Charter is
niet in_ staat tot (lo waarheid. Zij kan zelfs de waar
heid niefc onderscheiden, als zij die hoort."
„Zij is een oude en goede klant", antwoordde
Miss Ram op nog kouderen toon.
„U kent haar alleen in dit kantoor. U kent haar
niet in haar huis."
„Ik heb haar andere jongedames geleverd. En die
heb ik over haar gehoord".
„En hebben die goed over haar gesproken?"
„Afgezien van de vooroordeelen van een vroegere
werkster, j'a."
„Was haar zoon toen thuis?"
„Dat hebben ze me niet verteld".
„Ah!" zeide Mary, terwijl zij achter op haar
stoel ging zitten.
„Dus uw lezing gaat over den zoon?"
Openbare terechtzitting: van Donderdag 15 Juli.
VAN EEN KLANDESTTEN GESLACHT KALF
EN NOG WAT.
We beginnen vandaag mot de voortzetting van de
zaak contra Van der Molen, slager te Dirkshorn.
Als getuigen zijn nu gedagvaard en aanwezig de
dienstbode Lena Voas on do rijksveldwachter Noot.
Beklaagde V an "der "Molen mot zin gemachtigde
De. de Leeuw, zijn tevens aanwezig.
De 16-jarige getuige, do dienstbode Lona Voss,
mag Jiet eerst vertollen, wat ze weet. Ze doet dab
op duidolijko wijze, zonder voel omhaal, en we ko
men hot neole gevalletje (den lezers wol bekend),
woor te hooren. Lona vertelt dan, dat Broker, do
knecht van v. d. Molen, 's avonds nadat hy "t kalf
foslaoht had, togen haar zei: Ik ga naar Noot.?
loer zed hij niet. Lena vertelt erbij) dat Breker
den baas veel dwars zat. Maar dat hy de zaak zou
verraden, had ze niet gedacht. Ze vond het heel
gemeen, om zoo je baas te verraden, waar je tooh
moe aan tafel1 zit.
Op de vraag van den O. v. J. wie er over hot
kalf begonnen was, antwoordt getuige, dat Breker 1
gezegd heeft, wel een kalf te weten.
De volgen de getuige, rijks veldw a,chtor Noot-,
wordt vervolgens gehoord. Ily verklaart gezien te
hobben, dat het kalf vervoerd werd en toen de
knecht Breker by hem aan huis kwatn, heeft nij ge
vraagd wat er mot dat kalf gebeuren moest.
De President VTaagt, waarom Breker by Noot
kwam, waarop deze antwoordt: „Om een praatje
te maken". Nogmaals verklaart (hij, dab Breker
niet by hem gekomen is om te zeggen dat het kalf
geslacht was. Zooals v. d. Molen de zaak voorstelt
is bob niet gegaan. f
Getuige Ds. de Leeuw verklaart dan, dab Noot
niet het kalf kan hebben zien vervoeren, omdat hy
toon op Warmenhuizen was. Dit zou tenminste vol
gens hem verschafte gegevens van anderen, zoo
geweest zün.
Veldwachter Noot: Ik was niet in Warmenhuizen,
ik was thuis, en ik wil eerst do getuigen zien, die
dat bewijzen kunnen. Ik heb thuis, in de steeg
staande, het kalf zien vervoeron.
Getuige de Leeuw beweert dan weer, dat Noot
don avond op het gebeurde volgende, volhield dat
Broker niet by hem was geweest. Heb sohünt ge-
tuigo toe, dat de beweringen op onwaarheden be
rusten.
Kantonrechter (driftig): Geen verdachtmakingen
verder, die yerkliaringeai van U berusten maar op
„van hooren zeggen" van anderen. Ik ontneem
U vorder het woord.
De O.v.J. kan hot hier naar voren gebrachte niet
ontlastend-voor beklaagde noemen on blijft ±75 of
30 dagon eischon.
Pres. tot gemachtigde: Wonscht IJ nog iets bo
zeggen?
Gem. de Leeuw biedt zhi excuus aan voor z'ni
woorden, in een moment van opwinding gezegd en
pleit voor eon lichte straf, nogmaals op de op-
zot wijzende.
De uitspraak luidt ten slotte, f60 of 30 dagen.
EEN WATERLE3DINGZAAKJE.
Numero twee van de lhst is Cornelïs Bijpost, een
65-jarige rentenier uit Alkmaar. Hem wordt als
eigenaar van perceel Nes no. 10,ton laste gelegd,
dat hjj dit niet op 27 Januari 1926 had lateü
aansluiten aan de waterleiding.
Bekl. denkt, dat het pereoel, een boerderij, nu
Mary knikte. Do herinnering bracht een dwazen
I brok in haar keel.
Miss Ram zeide: „Miss Humfray, toen ik dien
brief van Mrs. Charter kreeg, heb ik gezegd, dat ik
niets meer met u te doen wijde hebben. Ik heb aan
Miss Porter gezegd, dat ik u niet ontvangen zou.
Waarom komt u alleon van alle jonge dames zon-
der getuigschriften uit uw betrekkingen bij mij te
rug? IJi wil uw verhaal aanhooron. Maak het kort.
Overdrijf niet. Ik heb zeventien jaar in dezen stoel
gezeten. Ik zie oogenblilckelijk bet verschil tus-
sclien feiten en haat. Wilt u mij uw lezing mede-
deolen?"
„Ik moet. Wat ik het liefste doen zou is opstaan
en zeggen: ,Ais u aan mij twijfelt, zal ik de moeite
niet nemen u te overtuigen'. Veel liever zou ik weg-
j gaan en u verlaten en alles onder de oogen zien dan
i .uitleggen'. Waarom moet ik aan iemand .uitleggen'?
Maar ik zal niet, weggaan. Ik heb er den moed niet
t.oe. Ik weet wat het is alleen op straat te staan".
Zij zuchtte weer. „Dat heb ik in ieder geval goed
'i geleerd. Ik zal u eenvoudig nlles verteilen. Ik doe
i geen beroep op uw sympathie, doch alleen op uw
rechtvaardigheid."
,.Ik mag die fierheid", zeide Miss Ram. Het was
een eigenschap, die zij zeldzaam bij haar jonge da
mes aantrof. „Ga verder".
Toen vertelde Mary het gebeurde. Zij noemde
George's naani niet. Zij besloot haar verhaal met
feiten betreffende de scène in het Park. „Toen liep
ik weg", zeide zfj, „en kwam oen vriend van mij. Hij
had alles gezien. En hij ga^ hem een flink pak slaag,
i Toen ik weer bij Mrs. Charter terugkwam, was haar
zoon al. thuis toegetakeld. Hij vertelde zijn moc-
der, dat hij mij gezien had met eon man en tus-
scheribeide gekomen was. Dat de man hem aange-
i vallen had. Dat is .alles".
l „De ellendige hond!" riep Miss Ram met buitenge-
wone woestheid.
Uit de lade van haar schrijftafel nam zij een in
zacht leder gebonden en met blauw lint samenge
houden manuscript. Dit bevatte de merkwaardige
gedachten, welke van tijd tot tijd gedufende haar
zeventienjarig verblijf in den stoeL, waarin zij thans
'gezeten was, ip haar opkwamen. Op het blad stond:
„Aphorismen, door Eugónie Ram." Het was haar
I plan dit lievelingswerk uit te geven, wanneer onr
der iedere letter va.n het alphabet twaalf aphoris
men geschreven waren,
i „De ellendige hond!" riep zij uit. toen zii het
heels verhaal' van Mr. Bob Carter s laagheid ge-
ihoord had. Dan trok zij de „Aphorismen" naar zich
toe en schreef driftig. Vervolgens keek zij naar
i Maiy. „W" las zij.
W. Wellust. Wellust is het gezonde vTeeseh van
natuurlijk instinct, overgegaan tot krengevlees-h.
Plannen eten vleesch. wolven eten krengen. Som
mige mannen zijn wolven geef mij de diqtion-
naire even aan. Miss 'Humfray. Ja, het is krengo-
vleesch, niet krengen leesch. Dat dacht ik wel.
Dank- u."
Zij legde de „Aohorismen" weer weg. .,Ik zal
voor u doen wat ik k >n. 1'e'Ve. [k geloof u. Ga
in de wachtkamer. Ik hoor een stap."
nr.
Die stap was de stap van George. Zich niet op
zijii gemak gevoelend in dit huis van vrouwen, liep
by aarzelend door de gang, tikte op de deur:
„Inlichtingen".
Van binnen werd een heftige beweging gevolgd
door een vreemd keelgeluid. George ging naar bin
nen. Met een vuurrood gezicht on waterige oogen
staarde Miss Portor de chef van dezfe afdeoling
naar hom. Do schrik bij George's kloppen had 't
meisje oen bijzonder grooten bonbon doen inslilcken
on do benedenwaartsche gang daarvan veroorzaak
te Laar voel' pijn.
Haar gelaat bood een angstaanjagemdon blik.
„Ik bon bang begon George.
„Pardon!" hijgde Miss Porter, don bonbon krachtig
naar beneden werkend. „Parnon".
„Heelemaal piet", zeide George vroolijk. „Heele-
maal niet. Ik kwam met het oog op hulp in de
huishouding."
I De bonbon voorkwam het prettige gesprek, dat
Miss Porter misschien met dien knappen jongen
man had willen hebben. Dapper zeide zij: „Ik zal
het aan de directrice melden en liep naar Miss
j Ram'a deur.
Dan kwam zij weer terug, hiold de deur open en
zeide: „Miss Ram zal u ontvangen." Tranen ston
den in de oogen van het jonge meisje: de gesmol-
i ten bonbon deed haar inderdaad nog heel veel pijn.
IV.
Met twee mooie buigingen en zonder een woord
to zeggen, groette Miss Ram George; wees hem een
stool.
George ging zitten. „Ik wil b.egon hij, „dat wil
zeggen, mijn oom wilde graag hulp in de huishou-
ding t-"
„Naam, als ik u verzoeken mag", bitste Miss Ram,
terwijl zij den legger opensloeg.
George noemde "dien; strekte een been uit,, als wil
de hij to kennen geven, dat hij zich op zijn gemak
voelde. „Wanneer ik zeg hulp in de huihouding
„Adres als het u blieft", zeide Miss Ram.
Goorge trok -zijn been weer terug. Hij gaf de ge
vraagde inlichting. Dan wachtte 'Miss Ram, om hem
aan het woord te laten. Maar er was nu tweemaal
op hem goschoten; hij wilde zich niet weer bloot
geven.
Toen hij niets zeide, gaf Miss Ram hem een stuk
lichtrose papier. „Wees zoo goed dit formulier in te
vullen. Formuleer precies wat u noodig hebt. En
i schrijf, als het u blieft, duidelijk."
George gehoorzaamde. Miss Ram bestudeerde de
antwoorden op haar gedrukte vragen; sloeg haar
boek open. „Ik heb verscheidene "geschikte jonge
dames". Zij begon eon lijst te lezen. „Miss Minna
Gregor, 25 jaar, dochter van wijlen Humphrey
Gregor makelaar; getuigschriften van driejarige
werkzaamheid bij Mrs. Mountsaffron, Charles Street,
i bij wie zij juffrouw van gezelschap was en die be
reid is uitstekende inlichtingen omtrent haar te vei-
schaffen".